ZIERIK2EESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 10 November 1894.
Eerste Blad.
Mond- en Klauwzeer.
NIEUWSTIJDINGEN.
Haagsche Brieven.
Teracbgat DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week v f 10,per jaar.
51ste JAARGANG. No. 6536.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 «re bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode"
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende
door den Minister van Binnenlandsche Zaken vastgesteld
besluit van 5 November 1894, No. 6193, Afdeeling M. P.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN,
Gelet op het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892 (Stbl.
no. 167), tot vaststelling van naderè bepalingen tot het tegen
gaan van da verbreiding van het ^mond- en klauwzeer onder
het vee, aangevuld by de Koninklijke besluiten van 17 November
1892 (Stbl. no. 255) en 13 September 1894 (Stbl. no. 150);
gezien enz.;
Heeft goedgevonden:
met ingang van 8 November 1894;
A. in te trekken zijne beschikkingen van 29 Augustus 1.1.,
no. 3760, 10 October U., no. 4778, 20 October IJ.,
no. 4987, 2 November LI., no. 6066, afd. M. P.; a)
B 1®. het vervoer van herkauwende dieren en varkens naar
het overige gedeelte des lands te verbieden uit een kring,
omvattende de provinciën Noordholland (met uitzondering
van de daartoe behoorendeeilanden) ZuidhollandUtrecht
Noordbrabant en Zeeland, alsmede het gedeelte der
provincie Gelderland ten noorden en ten westen van de
Maas, de oosteljjke grenzen der gemeenten Appeltern,
Horssen en Druten, de Waal en de oostelijke grenzen
der gemeenten IJzendoorn, Ketteren en Lienden tot
aan den Rijn
2®. te bepalen, dat, ten behoeve van vervoer van vee
naar de slachtbank afwijking van het verbod van vervoer
van herkauwende dieren en varkens uit den, in deze
beschikking genoemden kring, na advies van den districts
veearts, onder de noodige voorzorgen tegen overbrenging
van besmetting en met bepaling van den tyd, waar
binnen de slachting van het vee moet hebben plaats
gehad, kan worden toegestaan:
a. door den Commissaris der Koningin in de provincie,
waarin de invoer uit den kring plaats vindt;
b. door de Burgemeesters vau Rotterdam en Tiel,
wanneer die afwyking gevraagd wordt ten behoeve
van vee, dat respectievelijk van de veemarkten te
Rotterdam en te Tiel rechtstreeks uit den boven
bedoelden kring naar de slachtbank moet worden
vervoerd;
3°. te bepalen, dat ten behoeve van de beweiding, be-
akkering of bemesting van landeryen, gelegen langs of
in de nabyheid van de grenzen van den in deze be
schikking genoemden kring, afwyking van het verbod
van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit
dien kring, na advies van den districts-veearts, onder de
noodige voorzorgen ^egen overbrenging zan besmetting,
en met bepaling van den tijd gedurende welken de ver
gunning van kracht is, kan worden toegestaan door den
Burgemeester vau de gemeente waarin de invoer uit
den kring plaats vindt;
4®. te bepalen, dat de vergunningen, waarbij de hier
boven onder 2®. en 3°. bedoelde afwyking van het ver
bod van vervoer van herkauwende dieren en varkens
•>'t den in deze beschikking genoemden kring wordt
ingestaan, zullen bevatten eene nauwkeurige beschryving
vau bet vee, door opgave van geslacht, leeltyd, kleur
en blijvende bijzondere kentcekenen, benevens eene op
gave van de plaats van herkomst en van de plaats van
bestemming; en dat aan den Burgemeester vau de plaats
der bestemming onverwijld een afschrift van de ver
gunning zal worden gezonden door don Commissaris der
Koningin die haar verleent of door den Burgemeester
die haar verleent, indien de plaats van bestemming niet
in zijne gemeente ligt;
5®. te bepalen, dat wanneer afwijking van het verbod
van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit
den in deze beschikking genoemden kring noodzakelijk
is om andere redenen dan de hierboven onder 2®. en
3®. genoemde, zoodanige afwijking alleen kan worden
toegestaan door den Minister van Binnenlandsche Zaken.
Deze enz.
's Gravenhaoe, 5 November 1894.
Overeenkomstig de geparafeerde minuut,
De Secretaris-Generaal,
(get.) DIJCKMEESTER.
a) Zie de Prov. bladen Nos. 82, 102 en 104.
Zierikzee, den 8 November 1894.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee;
Gelet op het besluit van den Minister van Binnenlandsche
Zaken van 5 November 1894, No. 6193, Afdeeling M. P.
(hierboven medegedeeld).
Overwegende, dat bij dat besluit ook de provincie Zeeland
in den afgesloten kring voor uitvoer van herkauwende
dieren en varkens naar het overige gedeelte des lands is
opgenomen.
Gelet op de circulaire *an den Commissaris der Koningin
in deze provincie van 6 November 1894, A No. 2482,
3e Afdeeling, Provinciaal blad No. 107;
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten gevolge
van meergenoemd besluit, van af heden, vee, enz. binnen
den afgesloten kring, dus o.a. ook van Zierikzee naar
Rotterdam en omgekeerd, weder vrij zal mogen worden
vervoerd, behoudens de bepalingen van het Provinciaal
Reglement en de bijzondere voorschriften der Wet, ten
opzichte der besmettelijke veeziekten.
Zierikzee, den 8 November 1894.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEIJS.
Rusland.
Naar uit Livadia gemeld wordt, was de kerk,
waar het lijk van Czaar Alexander tentoongesteld
werd, prachtig versierd. In de stad Yatia was een
grootsche treurboog opgericht en een rijk versierde
galerij gebouwd, waardoor het lijk naar de in
schepingsplaats gebracht is geworden. Donderdag-
raiddag is het te Sebastopol aangekomen en
"Woensdag 13 dezer zal de rouwtrein te St. Peters
burg zijn.
Als een bewijs hoe 't volk in Rusland den
Czaar beschouwt als zijn persoonlijken beschermer
en hem vereert als dongene van wien alles goeds
komt, wordt 't volgende verteld. In een kerk in
Moscou was dienzelfden dag juist 't gebed voor
't herstel van den Czaar geëindigd, en de priester
verliet het altaar. Plotseling drong een boer naar
voren en riep: »Ik bezit vijftien paarden en wagens,
die breng ik de kerk ten offer, opdat op deze plaats
onafgebroken wordt gebeden voor het herstel van
onzen beminden Czaar.
Hij wist niet dat de Czaar reeds dood was en
dat zijn naïef aanbod te laat kwam.
De gemeenteraad van Moskou heeft den Keizer
verlof gevraagd om een plecbtigen Ijjkdienst te laten
vieren bij de kist die 't stoffelijk omhulsel van
Alexander III besluit, kransen op de kist te leggen
uit naam der stad Moskou en een gezantschap naar
Petersburg te sturen, om de begrafenisplechtigheden
bij te wonen. Voor de rouwvereiering der stad is
door den raad 50,000 roebels beschikbaar gesteld.
Volgens telegrammen uit Weenen heeft een
redacteur van bet Neue Wiener Tageblatt met prof.
Leyden, die uit Livadia terugkeerde, in den trein
tusschen Krakau en Oderberg een gesprek gehad,
waarin hij bet volgende te booren kreeg: De ziekte
van den Czaar was eene chronische ontsteking van
do nieren en eene bijkomstige vergrooting van het
hart. In de linker long waren verscheiden ontstoken
plekken; de maag was normaal. Deze diagnose is
door de sectie, welke in tegenwoordigheid der
doctoren door prof. Klein verricht werd, bevestigd.
Het verloop dor ziekte was snel. Alle berichten
over kanker of vergiftiging behooren tot het rjjk
der verbeelding. De ziekte ging van de nieren uit.
Hare ontwikkeling werd door de weigering van den
Czaar om te eten verhaast. Alle vertoogen van
Leijden, dat de Czaar zich aangrijpen en voedsel
tot zich nemen zou, bleven vruchteloos. Reeds te
Spala drong Legden ten krachtigste daarop aan,
en verzekerde den Czaar, dat van de voeding alles
afhing. De Czaar behield een onverwinljjken afkeer
voor eten. Hij was door en door eene fatalistische
natuur, en beschouwde zijn lot als onafwendbaar.
Eerst te Livadia hadden Leijden's pogingen om
den Czaar tot eten te bewegen beteren uitslag,
aangezien vader Ioann in dezen een gnnstigen invloed
op den Czaar had en met de doctoren samenwerkte
om hem te laten eten. De daarop gevolgde beter
schap duurde echter slechts kort. De uitputting
nam door de komst der verwanten en door de
godsdienstoefening op den herinneringsdag van het
ongeluk te Borki toe. De Czaar was tot een kwartier
vóór zijnen dood bij zijn volle bewustzjjn. De dood
strijd duurde vijf minuten. De Czarin viel na den
dood van haren gemaal in flauwte.
Tusschen Leyden en Sachaijin heeft verschil van
meening bestaan over de behandeling van den
Czaar. Overigens heerschte er nagenoeg volkomen
overeenstemming. De positie van Sacharjin is zeer
wankel geworden, omdat hjj voor zjjne bjjzondere
praktjjk van Spala naar Moskou is teruggekeerd in
plaats van bjj den Czaar te bljjven.
De troonopvolger Nikolaas heeft zich tegenover
zijnen vader met de grootste piëteit gedragen. Hjj
kwam eiken nacht te 1 uur, om zich van den toe
stand van den zieko op de hoogte te stellen. In
alle_ dingen, waarover Nikolaas voor zijnen vader
beslissen moest, volgde hjj den raad zjjner moedor.
Hjj deed niets buiten haar.
Had Alexander zich niet tegen het gebruik van
voedsel verzet, dan zou hjj, waar de sectie de
gezondheid van zjjne maag heeft uitgewozen, langer
hebben.
Zwitserland.
In de Alpen zjjn dit jaar 73 menschen om het
leven gekomen en 20 anderen gewond bjj borg-
beklimmingen. Voorts worden er nog 4 toeristen
vermist, die men wel onder de dooden kan rekenen.
Het aantal verongelukten is verreweg het grootst
in de Zwitsersche Alpennameljjk 33 van de 52
in het tweede halQaar.
Engeland.
De politie te Londen heeft de overbljjfselen van
den trouwens slechts gedeeltelijk gesprongen bom,
die blijkbaar in overhaasting neergeworpen en niet
voldoende geprepareerd was, tot onderzoek in handen
gesteld van den inspecteur der ontplofbare stoffen,
Majendie. Van de daders nog geen spoor.
België.
Maandag is de Antwerpsche tentoonstelling
gesloten. Het was er drukker dan ooit. Concerten
en diners tot viering van hot uiteinde.
Te 9 uur 's avonds begon de uitdeeling der
prijzen en belooningen aan de talrijke vereenigingen,
die deel hadden genomen aan het concours van
vaandels en banieren. Daarna kwam de fakkeloptocht,
die een ronde door de stad had gedaan. Eindeljjk
verscheen de Minister De Bruyn, met de loden
van het uitvoerend comité en den Minister De Smet
de Naeyer. Nadat de »Braban<;onne" was gespeeld en
eenige toespraken waron gehouden, verklaarde de
Minister De Bruyn plechtig de wereldtentoonstelling
van Antwerpen van 1894 voor gesloten.
Om twee uur 's nachts gingen de laatste lampen
uit en keerden de zingende troepjes huiswaarts.
De kamer vau koophandel van Antwerpen bood
aan 't uitvoerend comité der tentoonstelling een
groot banket 3an, waarop verscheiden aanzittenden
gelegenheid hadden hun welsprekendheid te luchten.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
L 1 M B O U IV.
uit de mesthoop, die bjj velen nog altijd den
bodem verontreinigt.
En wat de reinheid in de stallen betreft, wordt
er overal gezorgd voor eene voldoende hoeveelheid
stroo tot ligging en voor het schoon houden der
verschillende deelen van 't lichaam Wordt er water
gebruikt bjj de reiniging van de beenen en van de
pooten der dieren? Wordt het vuil weggewasschen,
dat zich ophoopt onder de klauwen der koeien?
Is het dier in vrijheid, dan zorgt het zelf wel
voor het nemen van een bad tot verfrissching en
reinigingmaar, waar het tam gemaakte beest
afhunkeljjk is van zjjn meester, wordt het water te
weinig gebruikt.
Die onachtzaamheid is meestal het grootst, waar
de vetmesterij gedreven wordt op breede schaal: de
stallen zjjn er vochtig en vuil en de temperatuur
te. hoog.
Gedurende de incubatie of het ontwikkelings
tijdperk der ziekte, wordt het aangetaste dier
lusteloos; het heeft weinig eetlust, een gevoel van
koorts, en bjj de koeien wordt de melkafscheiding
geringer.
Daarna wordt het mondsljjmvlies rooder dan
gewoonlijk en de speekselafscheiding wordt sterker,
kenbaar aan het kwjjlen en schuimen. Bovendien
ontstaat het eigenaardig kenmerk, het smakken
mot de lippen. Spoedig vertoonen zich kleine
blaartjes op tong, gehemelte, tandvleesch en wangen,
die samenvloeien en zoodoende groote blaren vormen.
Deze blaren bersten spoedig en laten hun vochtigen
inhoud afvloeien; daarna wordt het blaartje afge-
stooten en blijft er eene roode, pjjnljjke, ontvelde
plek over, die langzamerhand weer bedekt wordt
met een nienw dekvliesje, waarna de wond ge
nezen is.
Bjj een zeer goedaardig verloop ziet men de punt
van do tong alleen maar ontveldbjj zware gevallen
vallen geheele lappen van tong, wangen, lippen en
nensspiegel af. Soms is de tong in haar geheel
sterk gezwollen en steekt een eind uit den mond,
waarbij zjj er droog, half ontveld, wankleurig en
vuil uitziet. Dit is eene zeer pjjnljjke aandoening;
de koe vermagert meestal door te weinig voedsel-
opname sterk. Ook kannen diepe zweren voorkomen
op tong en wangen, die behalve met het gezicht,
ook op onaangename wjjze met den reuk waar
neembaar zjjn.
De ondervinding heeft geleerd, dat het mondzeer
in den winter meestal niet boosaardig is; de ge
heele aandoening verloopt dan in den tjjd van eene
week, soms in twee of drie dagen. De ergste go-
vallen komen altijd voor in den zomer, wanneer
zich de blaren ook op andoro lichaamsdeelen ver
toonen b. v. in keelslokdarm en maag, op de
huid van uiers, topols, buik, borst en kop.
Zoogende kalveren bobben de ziekte meestal in
de maag en in do slokdarm.
Het klauwzeer is de mcost gevreesde complicatie
van het mondzeer. Als dit er niet bjj kwam, zon
men met moor recht dan nu de tongblaar een
onbeduidende ziekte kannen noemen. Het klauw-
zeer begint met het ontstaan van eenvoudige
j blaartjes op de huid, rondom en tnsschcn de klau-
won. Men ziot hier eerst roodheid, warmte en
pijnlijkheiddaarna blaarvorming. De blaartjes
borsten open, ontlasten hun geelen, Ijjmigen inhoud
en laten een sterk roodepjjnljjkeontvelde plek
achtor.
Het vocht uit de blaar zakt tusschen den hoorn
en de vleezige deelen, waar het op de laatste een
bijtende working uitoefent, zoodot de hoorn loslaat.
Er vormt zich door de ontsteking hoe langer hoe
meer van dit bjjtende vocht, dat geen anderen uit-
wog kan vinden dan steeds verder onder den hoorn,
waar het langzamerhand ook aanleiding geeft tot
verweeking en afsterving, tot geheele verrotting
van de vleezige deelendie doordringt tot banden,
pezen, gewrichten en tot het been binnen den klanw.
Dikwjjls deelt zich de ziekte van den eenen klauw
mede aan de klauwen der andere beenen, waardoor
het dier verhinderd wordt te staan. Al liggende
ontstaan er dan bovendien drukwonden; het dier
ligt zich door en tengevolge van de daardoor ont
staande verzweringen noemt het ljjden verbazend
in omvang toe, zoodat de dood spoedig intreedt of
het afmaken een gewenscht einde aan het ljjden
maakt.
Het spreekt van zelf, dat het schoonhouden en
uitwasschen der wonden een gebiedende eisch is;
gebeurt dit bjjtijds, dan wordt meestal eene groote
uitbreiding der ziekte voorkomen, tevens de over
planting van het lijdende been op do andere beenen.
Door contact gaat de ziekte over op schapen en
varkens, ook op den mensch, die ongekookte melk
nuttigt van zieke koeien.
Vooral kinderen ljjden in dit geval aan de tong-
blaar, en aan hevige keelontsteking, die dikwijls
met den dood eindigt.
MOND- en KLAUWZEER.
Meer en meer wordt men het eens over de be
wering, dat ziek zjjn moet worden voorkomen. Het
spreekt van zelf, dat die stelling niet altijd en
overal doorgaat; want dan zou hij, die zich strikt
houdt aan den leefregel der gezondheid, voortleven,
tot dat een der hoofdorganen van het organisme
zjjne function weigert.
Maar eon groote waarheid is die stelling toch
gewordenvele ongesteldheden ontstaan door eigen
schuld. Bjj het vee kan men moeieljjk spreken van
eigen schuld, maar hiervoor komt dan in do plaats
eene verkeerde of onachtzame verzorging van den
mensch, die zich van de vrijheid van het dier
meester heeft gemaakt en daardoor de zorg op zich
genomen heeft voor zjjn leven.
Het zich telkens op nieuw vertoonen van het
mond- en klauwzeer staat zeer zeker in verband
met slecht drinkwater, gebrek aan zindeljjkheid en
te hooge temperatuur in de stallen; kortom met
de verwaarloozing van de regelen der gezond
heidsleer.
Natuurlijk kan er voor elke hofstede geen leiding
gemaakt worden voor aangevoerd drinkwatermaar
er kan worden gezorgd voor de zuiverheid en
reinheid van het water in de nabyheid, door eene
erge wegvloeiing te verhinderen van ier en van
het bruine vocht, dat het regenwater wegspoelt
's Gra.venha.ge, November.
Er zijn toch wonderljjke menschen onder onze
brave kamerleden 1 Jarenlang is er geklaagd over
vertraging in de uitgaaf van de gewisselde stukken
in de Bijlagen. Eindeljjk is aan die klacht tegemoet
gekomen. Men heeft voor de Bjjlagen hetzelfde
formaat gekozen als voor de zoogenaamde Gedrukte
Stukken, waardoor het zetsel niet behoefde te ver-
loopen, maar dientengevolge is hot formaat der
Bjjlagen eenigszins vergroot en, om gelijkheid te
verkrijgen, is nu ook het formaat der Handelingen,
het verslag van de discussiën, even zoo wat vergroot.
In plaats nu dat de Kamerleden over die verande
ringen dankbaar zijn, komt in een der ontelbare
paragrafen van het Voorloopig Verslag over hoofd
stuk V een vrjj bitse opmerking voor over het
ongerief door deze verandering veroorzaakt. Genoemd
wordt dat ongerief niet, maar wil men weten waarop
het neerkomt? Hierop, dat de portefeuilles, waarin
de leden plegen die stukkeu te bewaren, nu eeuigs-
zins te klein zjjn geworden, zoodat de randen van
de stukken naar buiten uitsteken! En van zoo'n
nietigheid maakt men een bedenking in een verslag.
Inderdaad, als men zulke kleingeostighedou ziet,
dan begrijpt men hoe fijn ministers met kamerleden
moeten omspringen om aan hunne wenschen en
verlangens tegemoet te komen zonder andere ge
voeligheden te kwetsen. En haast zou men meenen
als men het Voorloopig Verslag over de algemeene
beschouwingen inziet, dat de zucht om elkaar niet
te kwetsen, ook heeft voorgezeten bjj de algemeene
politieke beraadslagingen in de kamerafdeelingen.
Hoog waren de verwachtingen gespannen over den
inhoud van dat verslag! Nu eens zou de waarheid
bljjken over de gebeurtenissen van Maart en de
kamerontbinding. Nu eens zou het onweer los
barsten! Hoe erg heeft de inhoud van het verslag
de verwachtingen teleurgesteldHet is een in elkaar
gewrongen kaart van de meest tegenstrijdige mee-
ningen, een herkauwing van argumenten en rede-
neeringen, die vóór en tjjdens de verkiezingen de
lezers der dagbladen reeds onpasselijk maakten. En,
let wel, wat een belangstelling bjj de warm kloppend
Klitieke harten van de heeren van het Binnenhofl
i aanhef van het verslag bevat toch de naïeve
mededeeling dat »in eene der afdeelingen" de ge-
dachtenwisseling werd gevoerd omtrent de intrekking
van de kieswet en de Kamerontbinding. In céne der
afdeelingen, voor alle afdeelingen was dit geen
onderwerp van debat. Het is genoeg als zulk een
politieke gebeurtenis in ééne afdeeling besproken
wordt. Wie weet, misschien was er door de afdee
lingen wel om geloot aan wie de eer zou te beurt
vallen dat zaakje op te knappen. 'tMoet gezegd
worden, de afdeeling die het deed had eer van
haar arbeid; men kan er ternauwernood uit op
maken of er een groote of kleine minderheid was
die de handelingen van het vorig ministerie afkeurde
en, al wist men dat, dan nog werd de zaak niets
verder gebracht, daar men tot geen conclusie kwam
of het moe6t zjjn het verzoek van sommigen om
de notulen van den ministerraad over te leggen.
Neen, dan pakt de oud-minister Smidt de koe
beter bjj de horons in zijn artikel in de Vragen des
Tijde. Hjj schrgft als ooggetuige eene verdediging
van de vorige regeering en speciaal van minister
Tak, die waarde heeft en betere bestrijding verdient
dan zjj reeds ondervond in een liberaal hoofdorgaan,
waarin eenvoudig voorbjjgezien worden de feiten
die uit een historisch oogpunt van even groot belang
zjjn als ter rechtvaardiging van minister Tak.
Hoofdgrief der oud-liberalen toch is en bljjft dat
Tak met voldoende waarschuwde tegen de gevolgen
van aanneming van bet amendement-De Mejjier.
Maar niet alleen dat de heer Smidt volhoudt dat
de waarschuwing duideljjk genoeg was, hjj imputeert
nu met duidelijke woorden aan hoofdpersonen in
het parlementair drama, dat den heer De Meijier
zjjn zetel kostte, hun aandeel in de bestrijding van
het ontwerp Tak, bun tegenzin in dat voorstel,
hun^ zucht om dat schipbreuk te laten ljjden. Zoo
schjjnt de heer Van Houten in een conferentie met
do ministers al zjjn best gedaan te hebben om het
voorstel zijn lovensboginsel te ontnemen. Zoo schijnt
de heer Gleicbman ongeneigd te zjjn geweest om
een bevredigende oplossing tot stand te helpen
brengen. Zóó eindeljjk schijnt de beer Van Tienhoven
waarschijnlijk op aansporing van v&lsche vrienden
van minister Tak ton slotte krachtig te hebben
geageerd om do beginselen van het ontwerp-Tak,
waartoe hjj zelf had meegewerkt om ze te doen
voordragen, omver te halen, pogingen die, zooals
de heer Smidt schrijft, zjjn afgestuit op de over
tuiging en vastberadenheid zjjner ambtgenooten".
De kjjk, dien de heer Smidt het publiek gunt achter
de schermen, is niet zeer opwekkend voor hen die
aan goede trouw in de politiek nog eenig geloof
hechten. Het kjjkgat is wel wat nanw genomen
de omstandigheden brengen dit van zelf mede
maar het gedoogt toch eenigszins te zien wat er
in blaart 1894 achter de coulissen is gebeurd en
als zijne voorstelling juist is, dan verschjjnen vele
tegenstanders van den heer Tak niet in een zeer
gunstig daglicht!
Om tot hot sectieverslag terug te komen, beduidde
dit weinig wat het verledene betreft, ook ten aan
zien van de politiek der toekomst verspreidt het
al bitter weinig licht. Moet het kiesrecht voorop
gesteld worden? Ja, zeggen velen; neen, vele andere
leden; zelfs zjjn er^ook geweest die eerst nog eens
een Grondwetsherziening willen beproeven. En zjj
die het kiesrecht vooropstellen, even goed als zjj
die het naar achter plaatsen, komen met lijstjes
aandragen van onderwerpen die regeling behoeven,
zoo verscheiden van aard en omvang, dat men
inderdaad een mozaïek voor zich krjjgt, waarvan
het oog duizelt. Inderdaad, ook dit verslag biedt
evenmin als zoovele zjjner voorgangers een vast
punt aan de regeering en men wordt er, ten aan
zien van de politieke verhoudingen in ons Parlement,
niet wijzer door. De regeering zal natuurljjk ant
woorden, zij zal de Maartsche bui stilletjes voor
rekening laten van haar voorgangster; zjj zal danken
voor den constitutioneelcn zin dien men haar toekent;
zjj zal verwjjzen naar haar toezeggingen in de
Troon- en Openingsredevoeringen, die zoo helder
waren als glas en zij zal rustig voortgaan met
voorbereiding van haar kiesrechtregeling en in af
wachting voorstellen wat zjj verkiest, zonder zich
erg te storen aan de vegen uit de pan, die in het
Voorloopig Verslag aan sommige barer leden zjjn
Inmiddels heeft de verkiezing in den Helder
opnieuw bewezen tot welke aberratie de kiezers-
gemoedereu in staat zijn. Als men ziet wat daar
gebeurd is, hoe tien candidaten streden om het
kluifje en haast een elfde er mee was weggeloopen,
die door niemand dan zich zelf was candidaat gesteld,
dan moet men toch erkennen dat wij in zake kies
recht,^ toch nog erg ten achter staan en dat zoo
iets niet had kunnen gebeuren als het voorstel van
den heer Tak ware aangenomen. Dan ten minste
zou men om candidaat te worden, door een zeker
aantal personen een tjjd vooruit moeten zijn opgegeven
en zou men niet uit de lucht zijn kunnen komen
vallen. Niet enkel getuigt die verkiezing van onze
technische achterlijkheid, maar allereerst van onze
politieke. Zes of zeven candidaten van eene enkele
richting, allen concurreerende voor ééne plaats met
candidaton van andere richting; 'tis werkeljjk om
te lachen.
In afwachting van de politieke spelen op het
Binnenhof, is heel den Haag thans in bewondering
voor do Chrjjsanten, de Japanscho bloemen, die in
do laatste jaren zooveel opgang maken. De groote
tentoonstelling in den Zoölogischen Tuin was aller
merkwaardigst en getuigde van een bjjzondere liefde
van de kweekers, zoowel als voor de bruikbaarheid
van deze bloemsoort voor allerlei doeleinden. Er is
zooveel verscheidenheid van vorm en kleur, zooveel
nuance in eenzelfde kleur, dat de bloem een wezenljjk
versierings-materiaal van beteekenis mag heeten.
En daarbjj zag men zelden of nooit hier ter stede
znlk een fraaie groepeering. De groote zaal van het
feestgebouw met hare achterkoepel en hare neven
zalen biedt een zeldzaam schoone gelegenheid aan
voor zulk een expantie, terwijl de bloemengroepen
met hooge sierplanten en fraaie bronzen groepen
afwisselen.
Overigens begint de winter pas zijn intrede,
getuigen de aangekondigde concerten van zeer ver
schillenden aard. Langzamerhand wordt onze be
volking zoo groot, dat de concertzalen te klein
worden. Het Gebouw voor Kunsten b.v. begint
reeds niet meer voldoende te zijn voor sommige
avonden. De groote zaal van den Zoölogischen Tuin
kan eenige honderden personen meer bergen, maar
is niet zoo comfortabel en daarbij ligt dit gebouw
een heel eind uit de buurt. Ik zie den tjjd reeds
naderen dat een nieuwe omvangrjjke schouwburg
en concertzaal in den Haag een behoefte zal worden,
vooral nu de muziekkennis zich zoo sterk uitbreidt.
Hebt gjj om te eindigen misschien opgelet
welk komisch-tragisch tafereel dezer dagen voor de
Haagsche rechtbank is afgespeeld? Een schaking,
niet van een mooi meisje door een jonkman, maar
door een getrouwde 25-jarige vrouw van
een zestien-jarigen weesjongen 1 Een schaking, fin
de siècle, niet waar? En 't motief: mevrouw werd
geslagen door haar echtgenoot, de knaap kreeg
medelijden met het slachtoffer en de vrouw nam
op haar beurt den weesknaap onder haar hoede en
toog met hem naar Rotterdam 1
Ingezonden Stukken.
De toepassing van beschermende rechten en de
invloed van hooge prijzen op arbeidsloonen worden
vaak in theorie besproken en daarbij vele zaken
over bet hoofd gezien, die de praktijk bjj feitelijke
toepassing van rechten op de eerste levensmiddelen
onmiddellijk aangeeft; het is daarom aangenaam aan
een eenvoudig oud man het woord eens te geven,
die duideljjk aantoont, dat de werklieden ondanks
de veelvuldige klachten, het tegenwoordig zoo slecht
nog niet hebben, bjj de buitengewoon goedkoope
prijzen der eerste levensbehoeften:
Beschermende rechten.
Er wordt dikwerf gevraagd om inlichtingen aan
een rechtsgeleerde, om oplossing te geven, of graan
rechten goed of slecht werken, maar het oud®
spreekwoord zegt: „ondervinding is de beste leer
meester". Daarom schrijf ik U hetgeen ik zelf gezien
of ondervonden heb en sta gerust voor de waar
heid in.
Ik ben in 1844 gehuwd. Destijds bewoonden wij
oen groot dorp, zelfs twee gemeenten aan elkander,
maar toch verdeeld in twee afzondorljjke gemeenten,
als burgemeester enz. In 1844 betaalden wij voor
een mud beste tarwe f 5,60, voor eon mud aard
appelen (be6te) f 1,80 cn in 't voorjaar van 1845
werd een mud aardappelen verkocht voor veertig
en zestig cent, toen verdiende een arbeider met
gewoon veldwerk 60 cent per dag, de vrouwen
40 cent, alleen bjj 't zetten van meede-kiemen,
iets meer in het jaar 1845. Van af 20 Juli kwam
het kwaad in het loof der aardappelen en later
werd dit overgebracht in den knol en in 't najaar
waron er bijna geen aardappelen en die er waren
kosten tot f 14 per mud; de tarwe liep toen daar
door in de hoogte en werd opgevoerd tot f 20 per
mud. Bruine boonen f 16, erwten f 15 per mud,
dus zeer winstgevend voor de landbouwers, maar
denkt u nu dat de daggelden werden verhoogd,
neen die bleven zoo; de arbeider of ambachtsman
moost voor een maat tarwe betalen 5 en ver
diende slechts 60 cent, waardoor alles moost ver
kocht worden wat waarde had, men zag zo hunne
bedden, horloges en gouden krullen verkoopen voor
brood. De ambachtsman, timmerman enz. behield
zjjn daggeld, baas f 1,50, knecht f 1 daags (12 uren).
Dat de boer heer werd en zjjn vrouw eu dochter
piano leerden spelen enz., behoeft niet gezegd te
worden, maar ongelukkig, daar van de 1000
boeren er 900 pachters van land zjjndus
die landen zjjn het eigendom van de bezitters.
Ik kende verscheidene boeren, die in 1846 hun
pacht van het land uit wasdie kwamen
hun pachtheer voldoen, onbewust van het vol
gende „Mijnheer, ik kan zeker opnieuw weer
inpachten". Zeker baas, maar niet meer tegen f 20
per geniet (een gemet is 300 oude blooische roeden),
u maakt overal driedubbeld geld van, dus ik moet
f 35 hebben in plaats van f 20, dit kau ik van
eiken nieuwen pachter krijgen, en dat is bjj iederen
pachter zoo gegaan, als de pacht uit was, stak de
landeigenaar-bezitter van 't geld de voordeelen in
zjjn zak, de boer moest toegeven, leefde met zijn
gezin op hooger schaal, de zoon te trotsch om te
werken, vrouw en dochter idem. Nu raaskalt de
boer om graanrechtou in te voeren, en wordt het
graan, waardoor allo vruchten in prijs rijzen, duurder
door hem verkocht, en is de pacht uit, dan krijgen
wjj hetzelfde weer terug. „Baasje, u zaken gaan
beter, dus verhooging van pacht". Dus wie wint
er mede, de bezitter; de boer blijft weer dezelfde,
de werkende klasse moet alles duur betalen, is ook
gewoon rijker te leven, dus nog meer sociaal
democraten, onwilligen eu armen gemaakt, die de
groote steden opzoeken en het armbestuur lastig
maken en tot stelen enz. moeten overgaan.
Eenige jaren geleden werd hetzelfde voorstel in
de Eerste Kamer voorgedragen en toen dit nog
moest gebeuren, werd er in het Groningerland een
groote partij laud gekocht, en toen las ik dat de
rijke heer Scholten alles had gekochttoen dafcht
ik, daar die heer ook al in den raad zit, hopen we
dat de heffing der graanrechten zal doorgaan, maar
gelukkig mis. Daar ik geen deskundige ben, zoo
hoop on vertrouw ik, dat dit bewijs genoeg is, dat
het spreekwoord niet doorgaat: „als het den boeren
goed gaat, dau gaat het den burgers ook goed",
dat is maar tijdelijk, het is de bezitter. Zjjn er nu
boeren die hun eigen lahd bewerken, die zjjn en
behooren tot de couponknippers (bezitters), maar
die zijn er weinigen, de meesten hebben pachtland.
Waarde heer, vermeent UEd. dat bovenstaande
waarde heeft, plaats het dan s.v.p., misschien helpt
het, dat do werkman geen duur voedsel moet koopeu.
P. S. Ik heb nog vergeten dat de veldarbeider
met het raeede (meekrap) delven, een teelt van 10
weken, f 70 verdiende van donker tot donker, of
anders f 1,50 daags (maar dat is mannenwerk).
B.