ZIERIK2EESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 10 November 1894. Eerste Blad. Mond- en Klauwzeer. NIEUWSTIJDINGEN. Haagsche Brieven. Teracbgat DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week v f 10,per jaar. 51ste JAARGANG. No. 6536. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 «re bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesehe Nieuwsbode" Dit nummer bestaat uit twee bladen. De BURGEMEESTER van Zierikzee; Brengt ter kennis van belanghebbenden, het navolgende door den Minister van Binnenlandsche Zaken vastgesteld besluit van 5 November 1894, No. 6193, Afdeeling M. P. DE MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, Gelet op het Koninklijk besluit van 27 Juni 1892 (Stbl. no. 167), tot vaststelling van naderè bepalingen tot het tegen gaan van da verbreiding van het ^mond- en klauwzeer onder het vee, aangevuld by de Koninklijke besluiten van 17 November 1892 (Stbl. no. 255) en 13 September 1894 (Stbl. no. 150); gezien enz.; Heeft goedgevonden: met ingang van 8 November 1894; A. in te trekken zijne beschikkingen van 29 Augustus 1.1., no. 3760, 10 October U., no. 4778, 20 October IJ., no. 4987, 2 November LI., no. 6066, afd. M. P.; a) B 1®. het vervoer van herkauwende dieren en varkens naar het overige gedeelte des lands te verbieden uit een kring, omvattende de provinciën Noordholland (met uitzondering van de daartoe behoorendeeilanden) ZuidhollandUtrecht Noordbrabant en Zeeland, alsmede het gedeelte der provincie Gelderland ten noorden en ten westen van de Maas, de oosteljjke grenzen der gemeenten Appeltern, Horssen en Druten, de Waal en de oostelijke grenzen der gemeenten IJzendoorn, Ketteren en Lienden tot aan den Rijn 2®. te bepalen, dat, ten behoeve van vervoer van vee naar de slachtbank afwijking van het verbod van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit den, in deze beschikking genoemden kring, na advies van den districts veearts, onder de noodige voorzorgen tegen overbrenging van besmetting en met bepaling van den tyd, waar binnen de slachting van het vee moet hebben plaats gehad, kan worden toegestaan: a. door den Commissaris der Koningin in de provincie, waarin de invoer uit den kring plaats vindt; b. door de Burgemeesters vau Rotterdam en Tiel, wanneer die afwyking gevraagd wordt ten behoeve van vee, dat respectievelijk van de veemarkten te Rotterdam en te Tiel rechtstreeks uit den boven bedoelden kring naar de slachtbank moet worden vervoerd; 3°. te bepalen, dat ten behoeve van de beweiding, be- akkering of bemesting van landeryen, gelegen langs of in de nabyheid van de grenzen van den in deze be schikking genoemden kring, afwyking van het verbod van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit dien kring, na advies van den districts-veearts, onder de noodige voorzorgen ^egen overbrenging zan besmetting, en met bepaling van den tijd gedurende welken de ver gunning van kracht is, kan worden toegestaan door den Burgemeester vau de gemeente waarin de invoer uit den kring plaats vindt; 4®. te bepalen, dat de vergunningen, waarbij de hier boven onder 2®. en 3°. bedoelde afwyking van het ver bod van vervoer van herkauwende dieren en varkens •>'t den in deze beschikking genoemden kring wordt ingestaan, zullen bevatten eene nauwkeurige beschryving vau bet vee, door opgave van geslacht, leeltyd, kleur en blijvende bijzondere kentcekenen, benevens eene op gave van de plaats van herkomst en van de plaats van bestemming; en dat aan den Burgemeester vau de plaats der bestemming onverwijld een afschrift van de ver gunning zal worden gezonden door don Commissaris der Koningin die haar verleent of door den Burgemeester die haar verleent, indien de plaats van bestemming niet in zijne gemeente ligt; 5®. te bepalen, dat wanneer afwijking van het verbod van vervoer van herkauwende dieren en varkens uit den in deze beschikking genoemden kring noodzakelijk is om andere redenen dan de hierboven onder 2®. en 3®. genoemde, zoodanige afwijking alleen kan worden toegestaan door den Minister van Binnenlandsche Zaken. Deze enz. 's Gravenhaoe, 5 November 1894. Overeenkomstig de geparafeerde minuut, De Secretaris-Generaal, (get.) DIJCKMEESTER. a) Zie de Prov. bladen Nos. 82, 102 en 104. Zierikzee, den 8 November 1894. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. De BURGEMEESTER van Zierikzee; Gelet op het besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 5 November 1894, No. 6193, Afdeeling M. P. (hierboven medegedeeld). Overwegende, dat bij dat besluit ook de provincie Zeeland in den afgesloten kring voor uitvoer van herkauwende dieren en varkens naar het overige gedeelte des lands is opgenomen. Gelet op de circulaire *an den Commissaris der Koningin in deze provincie van 6 November 1894, A No. 2482, 3e Afdeeling, Provinciaal blad No. 107; Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat ten gevolge van meergenoemd besluit, van af heden, vee, enz. binnen den afgesloten kring, dus o.a. ook van Zierikzee naar Rotterdam en omgekeerd, weder vrij zal mogen worden vervoerd, behoudens de bepalingen van het Provinciaal Reglement en de bijzondere voorschriften der Wet, ten opzichte der besmettelijke veeziekten. Zierikzee, den 8 November 1894. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEIJS. Rusland. Naar uit Livadia gemeld wordt, was de kerk, waar het lijk van Czaar Alexander tentoongesteld werd, prachtig versierd. In de stad Yatia was een grootsche treurboog opgericht en een rijk versierde galerij gebouwd, waardoor het lijk naar de in schepingsplaats gebracht is geworden. Donderdag- raiddag is het te Sebastopol aangekomen en "Woensdag 13 dezer zal de rouwtrein te St. Peters burg zijn. Als een bewijs hoe 't volk in Rusland den Czaar beschouwt als zijn persoonlijken beschermer en hem vereert als dongene van wien alles goeds komt, wordt 't volgende verteld. In een kerk in Moscou was dienzelfden dag juist 't gebed voor 't herstel van den Czaar geëindigd, en de priester verliet het altaar. Plotseling drong een boer naar voren en riep: »Ik bezit vijftien paarden en wagens, die breng ik de kerk ten offer, opdat op deze plaats onafgebroken wordt gebeden voor het herstel van onzen beminden Czaar. Hij wist niet dat de Czaar reeds dood was en dat zijn naïef aanbod te laat kwam. De gemeenteraad van Moskou heeft den Keizer verlof gevraagd om een plecbtigen Ijjkdienst te laten vieren bij de kist die 't stoffelijk omhulsel van Alexander III besluit, kransen op de kist te leggen uit naam der stad Moskou en een gezantschap naar Petersburg te sturen, om de begrafenisplechtigheden bij te wonen. Voor de rouwvereiering der stad is door den raad 50,000 roebels beschikbaar gesteld. Volgens telegrammen uit Weenen heeft een redacteur van bet Neue Wiener Tageblatt met prof. Leyden, die uit Livadia terugkeerde, in den trein tusschen Krakau en Oderberg een gesprek gehad, waarin hij bet volgende te booren kreeg: De ziekte van den Czaar was eene chronische ontsteking van do nieren en eene bijkomstige vergrooting van het hart. In de linker long waren verscheiden ontstoken plekken; de maag was normaal. Deze diagnose is door de sectie, welke in tegenwoordigheid der doctoren door prof. Klein verricht werd, bevestigd. Het verloop dor ziekte was snel. Alle berichten over kanker of vergiftiging behooren tot het rjjk der verbeelding. De ziekte ging van de nieren uit. Hare ontwikkeling werd door de weigering van den Czaar om te eten verhaast. Alle vertoogen van Leijden, dat de Czaar zich aangrijpen en voedsel tot zich nemen zou, bleven vruchteloos. Reeds te Spala drong Legden ten krachtigste daarop aan, en verzekerde den Czaar, dat van de voeding alles afhing. De Czaar behield een onverwinljjken afkeer voor eten. Hij was door en door eene fatalistische natuur, en beschouwde zijn lot als onafwendbaar. Eerst te Livadia hadden Leijden's pogingen om den Czaar tot eten te bewegen beteren uitslag, aangezien vader Ioann in dezen een gnnstigen invloed op den Czaar had en met de doctoren samenwerkte om hem te laten eten. De daarop gevolgde beter schap duurde echter slechts kort. De uitputting nam door de komst der verwanten en door de godsdienstoefening op den herinneringsdag van het ongeluk te Borki toe. De Czaar was tot een kwartier vóór zijnen dood bij zijn volle bewustzjjn. De dood strijd duurde vijf minuten. De Czarin viel na den dood van haren gemaal in flauwte. Tusschen Leyden en Sachaijin heeft verschil van meening bestaan over de behandeling van den Czaar. Overigens heerschte er nagenoeg volkomen overeenstemming. De positie van Sacharjin is zeer wankel geworden, omdat hjj voor zjjne bjjzondere praktjjk van Spala naar Moskou is teruggekeerd in plaats van bjj den Czaar te bljjven. De troonopvolger Nikolaas heeft zich tegenover zijnen vader met de grootste piëteit gedragen. Hjj kwam eiken nacht te 1 uur, om zich van den toe stand van den zieko op de hoogte te stellen. In alle_ dingen, waarover Nikolaas voor zijnen vader beslissen moest, volgde hjj den raad zjjner moedor. Hjj deed niets buiten haar. Had Alexander zich niet tegen het gebruik van voedsel verzet, dan zou hjj, waar de sectie de gezondheid van zjjne maag heeft uitgewozen, langer hebben. Zwitserland. In de Alpen zjjn dit jaar 73 menschen om het leven gekomen en 20 anderen gewond bjj borg- beklimmingen. Voorts worden er nog 4 toeristen vermist, die men wel onder de dooden kan rekenen. Het aantal verongelukten is verreweg het grootst in de Zwitsersche Alpennameljjk 33 van de 52 in het tweede halQaar. Engeland. De politie te Londen heeft de overbljjfselen van den trouwens slechts gedeeltelijk gesprongen bom, die blijkbaar in overhaasting neergeworpen en niet voldoende geprepareerd was, tot onderzoek in handen gesteld van den inspecteur der ontplofbare stoffen, Majendie. Van de daders nog geen spoor. België. Maandag is de Antwerpsche tentoonstelling gesloten. Het was er drukker dan ooit. Concerten en diners tot viering van hot uiteinde. Te 9 uur 's avonds begon de uitdeeling der prijzen en belooningen aan de talrijke vereenigingen, die deel hadden genomen aan het concours van vaandels en banieren. Daarna kwam de fakkeloptocht, die een ronde door de stad had gedaan. Eindeljjk verscheen de Minister De Bruyn, met de loden van het uitvoerend comité en den Minister De Smet de Naeyer. Nadat de »Braban<;onne" was gespeeld en eenige toespraken waron gehouden, verklaarde de Minister De Bruyn plechtig de wereldtentoonstelling van Antwerpen van 1894 voor gesloten. Om twee uur 's nachts gingen de laatste lampen uit en keerden de zingende troepjes huiswaarts. De kamer vau koophandel van Antwerpen bood aan 't uitvoerend comité der tentoonstelling een groot banket 3an, waarop verscheiden aanzittenden gelegenheid hadden hun welsprekendheid te luchten. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. L 1 M B O U IV. uit de mesthoop, die bjj velen nog altijd den bodem verontreinigt. En wat de reinheid in de stallen betreft, wordt er overal gezorgd voor eene voldoende hoeveelheid stroo tot ligging en voor het schoon houden der verschillende deelen van 't lichaam Wordt er water gebruikt bjj de reiniging van de beenen en van de pooten der dieren? Wordt het vuil weggewasschen, dat zich ophoopt onder de klauwen der koeien? Is het dier in vrijheid, dan zorgt het zelf wel voor het nemen van een bad tot verfrissching en reinigingmaar, waar het tam gemaakte beest afhunkeljjk is van zjjn meester, wordt het water te weinig gebruikt. Die onachtzaamheid is meestal het grootst, waar de vetmesterij gedreven wordt op breede schaal: de stallen zjjn er vochtig en vuil en de temperatuur te. hoog. Gedurende de incubatie of het ontwikkelings tijdperk der ziekte, wordt het aangetaste dier lusteloos; het heeft weinig eetlust, een gevoel van koorts, en bjj de koeien wordt de melkafscheiding geringer. Daarna wordt het mondsljjmvlies rooder dan gewoonlijk en de speekselafscheiding wordt sterker, kenbaar aan het kwjjlen en schuimen. Bovendien ontstaat het eigenaardig kenmerk, het smakken mot de lippen. Spoedig vertoonen zich kleine blaartjes op tong, gehemelte, tandvleesch en wangen, die samenvloeien en zoodoende groote blaren vormen. Deze blaren bersten spoedig en laten hun vochtigen inhoud afvloeien; daarna wordt het blaartje afge- stooten en blijft er eene roode, pjjnljjke, ontvelde plek over, die langzamerhand weer bedekt wordt met een nienw dekvliesje, waarna de wond ge nezen is. Bjj een zeer goedaardig verloop ziet men de punt van do tong alleen maar ontveldbjj zware gevallen vallen geheele lappen van tong, wangen, lippen en nensspiegel af. Soms is de tong in haar geheel sterk gezwollen en steekt een eind uit den mond, waarbij zjj er droog, half ontveld, wankleurig en vuil uitziet. Dit is eene zeer pjjnljjke aandoening; de koe vermagert meestal door te weinig voedsel- opname sterk. Ook kannen diepe zweren voorkomen op tong en wangen, die behalve met het gezicht, ook op onaangename wjjze met den reuk waar neembaar zjjn. De ondervinding heeft geleerd, dat het mondzeer in den winter meestal niet boosaardig is; de ge heele aandoening verloopt dan in den tjjd van eene week, soms in twee of drie dagen. De ergste go- vallen komen altijd voor in den zomer, wanneer zich de blaren ook op andoro lichaamsdeelen ver toonen b. v. in keelslokdarm en maag, op de huid van uiers, topols, buik, borst en kop. Zoogende kalveren bobben de ziekte meestal in de maag en in do slokdarm. Het klauwzeer is de mcost gevreesde complicatie van het mondzeer. Als dit er niet bjj kwam, zon men met moor recht dan nu de tongblaar een onbeduidende ziekte kannen noemen. Het klauw- zeer begint met het ontstaan van eenvoudige j blaartjes op de huid, rondom en tnsschcn de klau- won. Men ziot hier eerst roodheid, warmte en pijnlijkheiddaarna blaarvorming. De blaartjes borsten open, ontlasten hun geelen, Ijjmigen inhoud en laten een sterk roodepjjnljjkeontvelde plek achtor. Het vocht uit de blaar zakt tusschen den hoorn en de vleezige deelen, waar het op de laatste een bijtende working uitoefent, zoodot de hoorn loslaat. Er vormt zich door de ontsteking hoe langer hoe meer van dit bjjtende vocht, dat geen anderen uit- wog kan vinden dan steeds verder onder den hoorn, waar het langzamerhand ook aanleiding geeft tot verweeking en afsterving, tot geheele verrotting van de vleezige deelendie doordringt tot banden, pezen, gewrichten en tot het been binnen den klanw. Dikwjjls deelt zich de ziekte van den eenen klauw mede aan de klauwen der andere beenen, waardoor het dier verhinderd wordt te staan. Al liggende ontstaan er dan bovendien drukwonden; het dier ligt zich door en tengevolge van de daardoor ont staande verzweringen noemt het ljjden verbazend in omvang toe, zoodat de dood spoedig intreedt of het afmaken een gewenscht einde aan het ljjden maakt. Het spreekt van zelf, dat het schoonhouden en uitwasschen der wonden een gebiedende eisch is; gebeurt dit bjjtijds, dan wordt meestal eene groote uitbreiding der ziekte voorkomen, tevens de over planting van het lijdende been op do andere beenen. Door contact gaat de ziekte over op schapen en varkens, ook op den mensch, die ongekookte melk nuttigt van zieke koeien. Vooral kinderen ljjden in dit geval aan de tong- blaar, en aan hevige keelontsteking, die dikwijls met den dood eindigt. MOND- en KLAUWZEER. Meer en meer wordt men het eens over de be wering, dat ziek zjjn moet worden voorkomen. Het spreekt van zelf, dat die stelling niet altijd en overal doorgaat; want dan zou hij, die zich strikt houdt aan den leefregel der gezondheid, voortleven, tot dat een der hoofdorganen van het organisme zjjne function weigert. Maar eon groote waarheid is die stelling toch gewordenvele ongesteldheden ontstaan door eigen schuld. Bjj het vee kan men moeieljjk spreken van eigen schuld, maar hiervoor komt dan in do plaats eene verkeerde of onachtzame verzorging van den mensch, die zich van de vrijheid van het dier meester heeft gemaakt en daardoor de zorg op zich genomen heeft voor zjjn leven. Het zich telkens op nieuw vertoonen van het mond- en klauwzeer staat zeer zeker in verband met slecht drinkwater, gebrek aan zindeljjkheid en te hooge temperatuur in de stallen; kortom met de verwaarloozing van de regelen der gezond heidsleer. Natuurlijk kan er voor elke hofstede geen leiding gemaakt worden voor aangevoerd drinkwatermaar er kan worden gezorgd voor de zuiverheid en reinheid van het water in de nabyheid, door eene erge wegvloeiing te verhinderen van ier en van het bruine vocht, dat het regenwater wegspoelt 's Gra.venha.ge, November. Er zijn toch wonderljjke menschen onder onze brave kamerleden 1 Jarenlang is er geklaagd over vertraging in de uitgaaf van de gewisselde stukken in de Bijlagen. Eindeljjk is aan die klacht tegemoet gekomen. Men heeft voor de Bjjlagen hetzelfde formaat gekozen als voor de zoogenaamde Gedrukte Stukken, waardoor het zetsel niet behoefde te ver- loopen, maar dientengevolge is hot formaat der Bjjlagen eenigszins vergroot en, om gelijkheid te verkrijgen, is nu ook het formaat der Handelingen, het verslag van de discussiën, even zoo wat vergroot. In plaats nu dat de Kamerleden over die verande ringen dankbaar zijn, komt in een der ontelbare paragrafen van het Voorloopig Verslag over hoofd stuk V een vrjj bitse opmerking voor over het ongerief door deze verandering veroorzaakt. Genoemd wordt dat ongerief niet, maar wil men weten waarop het neerkomt? Hierop, dat de portefeuilles, waarin de leden plegen die stukkeu te bewaren, nu eeuigs- zins te klein zjjn geworden, zoodat de randen van de stukken naar buiten uitsteken! En van zoo'n nietigheid maakt men een bedenking in een verslag. Inderdaad, als men zulke kleingeostighedou ziet, dan begrijpt men hoe fijn ministers met kamerleden moeten omspringen om aan hunne wenschen en verlangens tegemoet te komen zonder andere ge voeligheden te kwetsen. En haast zou men meenen als men het Voorloopig Verslag over de algemeene beschouwingen inziet, dat de zucht om elkaar niet te kwetsen, ook heeft voorgezeten bjj de algemeene politieke beraadslagingen in de kamerafdeelingen. Hoog waren de verwachtingen gespannen over den inhoud van dat verslag! Nu eens zou de waarheid bljjken over de gebeurtenissen van Maart en de kamerontbinding. Nu eens zou het onweer los barsten! Hoe erg heeft de inhoud van het verslag de verwachtingen teleurgesteldHet is een in elkaar gewrongen kaart van de meest tegenstrijdige mee- ningen, een herkauwing van argumenten en rede- neeringen, die vóór en tjjdens de verkiezingen de lezers der dagbladen reeds onpasselijk maakten. En, let wel, wat een belangstelling bjj de warm kloppend Klitieke harten van de heeren van het Binnenhofl i aanhef van het verslag bevat toch de naïeve mededeeling dat »in eene der afdeelingen" de ge- dachtenwisseling werd gevoerd omtrent de intrekking van de kieswet en de Kamerontbinding. In céne der afdeelingen, voor alle afdeelingen was dit geen onderwerp van debat. Het is genoeg als zulk een politieke gebeurtenis in ééne afdeeling besproken wordt. Wie weet, misschien was er door de afdee lingen wel om geloot aan wie de eer zou te beurt vallen dat zaakje op te knappen. 'tMoet gezegd worden, de afdeeling die het deed had eer van haar arbeid; men kan er ternauwernood uit op maken of er een groote of kleine minderheid was die de handelingen van het vorig ministerie afkeurde en, al wist men dat, dan nog werd de zaak niets verder gebracht, daar men tot geen conclusie kwam of het moe6t zjjn het verzoek van sommigen om de notulen van den ministerraad over te leggen. Neen, dan pakt de oud-minister Smidt de koe beter bjj de horons in zijn artikel in de Vragen des Tijde. Hjj schrgft als ooggetuige eene verdediging van de vorige regeering en speciaal van minister Tak, die waarde heeft en betere bestrijding verdient dan zjj reeds ondervond in een liberaal hoofdorgaan, waarin eenvoudig voorbjjgezien worden de feiten die uit een historisch oogpunt van even groot belang zjjn als ter rechtvaardiging van minister Tak. Hoofdgrief der oud-liberalen toch is en bljjft dat Tak met voldoende waarschuwde tegen de gevolgen van aanneming van bet amendement-De Mejjier. Maar niet alleen dat de heer Smidt volhoudt dat de waarschuwing duideljjk genoeg was, hjj imputeert nu met duidelijke woorden aan hoofdpersonen in het parlementair drama, dat den heer De Meijier zjjn zetel kostte, hun aandeel in de bestrijding van het ontwerp Tak, bun tegenzin in dat voorstel, hun^ zucht om dat schipbreuk te laten ljjden. Zoo schjjnt de heer Van Houten in een conferentie met do ministers al zjjn best gedaan te hebben om het voorstel zijn lovensboginsel te ontnemen. Zoo schijnt de heer Gleicbman ongeneigd te zjjn geweest om een bevredigende oplossing tot stand te helpen brengen. Zóó eindeljjk schijnt de beer Van Tienhoven waarschijnlijk op aansporing van v&lsche vrienden van minister Tak ton slotte krachtig te hebben geageerd om do beginselen van het ontwerp-Tak, waartoe hjj zelf had meegewerkt om ze te doen voordragen, omver te halen, pogingen die, zooals de heer Smidt schrijft, zjjn afgestuit op de over tuiging en vastberadenheid zjjner ambtgenooten". De kjjk, dien de heer Smidt het publiek gunt achter de schermen, is niet zeer opwekkend voor hen die aan goede trouw in de politiek nog eenig geloof hechten. Het kjjkgat is wel wat nanw genomen de omstandigheden brengen dit van zelf mede maar het gedoogt toch eenigszins te zien wat er in blaart 1894 achter de coulissen is gebeurd en als zijne voorstelling juist is, dan verschjjnen vele tegenstanders van den heer Tak niet in een zeer gunstig daglicht! Om tot hot sectieverslag terug te komen, beduidde dit weinig wat het verledene betreft, ook ten aan zien van de politiek der toekomst verspreidt het al bitter weinig licht. Moet het kiesrecht voorop gesteld worden? Ja, zeggen velen; neen, vele andere leden; zelfs zjjn er^ook geweest die eerst nog eens een Grondwetsherziening willen beproeven. En zjj die het kiesrecht vooropstellen, even goed als zjj die het naar achter plaatsen, komen met lijstjes aandragen van onderwerpen die regeling behoeven, zoo verscheiden van aard en omvang, dat men inderdaad een mozaïek voor zich krjjgt, waarvan het oog duizelt. Inderdaad, ook dit verslag biedt evenmin als zoovele zjjner voorgangers een vast punt aan de regeering en men wordt er, ten aan zien van de politieke verhoudingen in ons Parlement, niet wijzer door. De regeering zal natuurljjk ant woorden, zij zal de Maartsche bui stilletjes voor rekening laten van haar voorgangster; zjj zal danken voor den constitutioneelcn zin dien men haar toekent; zjj zal verwjjzen naar haar toezeggingen in de Troon- en Openingsredevoeringen, die zoo helder waren als glas en zij zal rustig voortgaan met voorbereiding van haar kiesrechtregeling en in af wachting voorstellen wat zjj verkiest, zonder zich erg te storen aan de vegen uit de pan, die in het Voorloopig Verslag aan sommige barer leden zjjn Inmiddels heeft de verkiezing in den Helder opnieuw bewezen tot welke aberratie de kiezers- gemoedereu in staat zijn. Als men ziet wat daar gebeurd is, hoe tien candidaten streden om het kluifje en haast een elfde er mee was weggeloopen, die door niemand dan zich zelf was candidaat gesteld, dan moet men toch erkennen dat wij in zake kies recht,^ toch nog erg ten achter staan en dat zoo iets niet had kunnen gebeuren als het voorstel van den heer Tak ware aangenomen. Dan ten minste zou men om candidaat te worden, door een zeker aantal personen een tjjd vooruit moeten zijn opgegeven en zou men niet uit de lucht zijn kunnen komen vallen. Niet enkel getuigt die verkiezing van onze technische achterlijkheid, maar allereerst van onze politieke. Zes of zeven candidaten van eene enkele richting, allen concurreerende voor ééne plaats met candidaton van andere richting; 'tis werkeljjk om te lachen. In afwachting van de politieke spelen op het Binnenhof, is heel den Haag thans in bewondering voor do Chrjjsanten, de Japanscho bloemen, die in do laatste jaren zooveel opgang maken. De groote tentoonstelling in den Zoölogischen Tuin was aller merkwaardigst en getuigde van een bjjzondere liefde van de kweekers, zoowel als voor de bruikbaarheid van deze bloemsoort voor allerlei doeleinden. Er is zooveel verscheidenheid van vorm en kleur, zooveel nuance in eenzelfde kleur, dat de bloem een wezenljjk versierings-materiaal van beteekenis mag heeten. En daarbjj zag men zelden of nooit hier ter stede znlk een fraaie groepeering. De groote zaal van het feestgebouw met hare achterkoepel en hare neven zalen biedt een zeldzaam schoone gelegenheid aan voor zulk een expantie, terwijl de bloemengroepen met hooge sierplanten en fraaie bronzen groepen afwisselen. Overigens begint de winter pas zijn intrede, getuigen de aangekondigde concerten van zeer ver schillenden aard. Langzamerhand wordt onze be volking zoo groot, dat de concertzalen te klein worden. Het Gebouw voor Kunsten b.v. begint reeds niet meer voldoende te zijn voor sommige avonden. De groote zaal van den Zoölogischen Tuin kan eenige honderden personen meer bergen, maar is niet zoo comfortabel en daarbij ligt dit gebouw een heel eind uit de buurt. Ik zie den tjjd reeds naderen dat een nieuwe omvangrjjke schouwburg en concertzaal in den Haag een behoefte zal worden, vooral nu de muziekkennis zich zoo sterk uitbreidt. Hebt gjj om te eindigen misschien opgelet welk komisch-tragisch tafereel dezer dagen voor de Haagsche rechtbank is afgespeeld? Een schaking, niet van een mooi meisje door een jonkman, maar door een getrouwde 25-jarige vrouw van een zestien-jarigen weesjongen 1 Een schaking, fin de siècle, niet waar? En 't motief: mevrouw werd geslagen door haar echtgenoot, de knaap kreeg medelijden met het slachtoffer en de vrouw nam op haar beurt den weesknaap onder haar hoede en toog met hem naar Rotterdam 1 Ingezonden Stukken. De toepassing van beschermende rechten en de invloed van hooge prijzen op arbeidsloonen worden vaak in theorie besproken en daarbij vele zaken over bet hoofd gezien, die de praktijk bjj feitelijke toepassing van rechten op de eerste levensmiddelen onmiddellijk aangeeft; het is daarom aangenaam aan een eenvoudig oud man het woord eens te geven, die duideljjk aantoont, dat de werklieden ondanks de veelvuldige klachten, het tegenwoordig zoo slecht nog niet hebben, bjj de buitengewoon goedkoope prijzen der eerste levensbehoeften: Beschermende rechten. Er wordt dikwerf gevraagd om inlichtingen aan een rechtsgeleerde, om oplossing te geven, of graan rechten goed of slecht werken, maar het oud® spreekwoord zegt: „ondervinding is de beste leer meester". Daarom schrijf ik U hetgeen ik zelf gezien of ondervonden heb en sta gerust voor de waar heid in. Ik ben in 1844 gehuwd. Destijds bewoonden wij oen groot dorp, zelfs twee gemeenten aan elkander, maar toch verdeeld in twee afzondorljjke gemeenten, als burgemeester enz. In 1844 betaalden wij voor een mud beste tarwe f 5,60, voor eon mud aard appelen (be6te) f 1,80 cn in 't voorjaar van 1845 werd een mud aardappelen verkocht voor veertig en zestig cent, toen verdiende een arbeider met gewoon veldwerk 60 cent per dag, de vrouwen 40 cent, alleen bjj 't zetten van meede-kiemen, iets meer in het jaar 1845. Van af 20 Juli kwam het kwaad in het loof der aardappelen en later werd dit overgebracht in den knol en in 't najaar waron er bijna geen aardappelen en die er waren kosten tot f 14 per mud; de tarwe liep toen daar door in de hoogte en werd opgevoerd tot f 20 per mud. Bruine boonen f 16, erwten f 15 per mud, dus zeer winstgevend voor de landbouwers, maar denkt u nu dat de daggelden werden verhoogd, neen die bleven zoo; de arbeider of ambachtsman moost voor een maat tarwe betalen 5 en ver diende slechts 60 cent, waardoor alles moost ver kocht worden wat waarde had, men zag zo hunne bedden, horloges en gouden krullen verkoopen voor brood. De ambachtsman, timmerman enz. behield zjjn daggeld, baas f 1,50, knecht f 1 daags (12 uren). Dat de boer heer werd en zjjn vrouw eu dochter piano leerden spelen enz., behoeft niet gezegd te worden, maar ongelukkig, daar van de 1000 boeren er 900 pachters van land zjjndus die landen zjjn het eigendom van de bezitters. Ik kende verscheidene boeren, die in 1846 hun pacht van het land uit wasdie kwamen hun pachtheer voldoen, onbewust van het vol gende „Mijnheer, ik kan zeker opnieuw weer inpachten". Zeker baas, maar niet meer tegen f 20 per geniet (een gemet is 300 oude blooische roeden), u maakt overal driedubbeld geld van, dus ik moet f 35 hebben in plaats van f 20, dit kau ik van eiken nieuwen pachter krijgen, en dat is bjj iederen pachter zoo gegaan, als de pacht uit was, stak de landeigenaar-bezitter van 't geld de voordeelen in zjjn zak, de boer moest toegeven, leefde met zijn gezin op hooger schaal, de zoon te trotsch om te werken, vrouw en dochter idem. Nu raaskalt de boer om graanrechtou in te voeren, en wordt het graan, waardoor allo vruchten in prijs rijzen, duurder door hem verkocht, en is de pacht uit, dan krijgen wjj hetzelfde weer terug. „Baasje, u zaken gaan beter, dus verhooging van pacht". Dus wie wint er mede, de bezitter; de boer blijft weer dezelfde, de werkende klasse moet alles duur betalen, is ook gewoon rijker te leven, dus nog meer sociaal democraten, onwilligen eu armen gemaakt, die de groote steden opzoeken en het armbestuur lastig maken en tot stelen enz. moeten overgaan. Eenige jaren geleden werd hetzelfde voorstel in de Eerste Kamer voorgedragen en toen dit nog moest gebeuren, werd er in het Groningerland een groote partij laud gekocht, en toen las ik dat de rijke heer Scholten alles had gekochttoen dafcht ik, daar die heer ook al in den raad zit, hopen we dat de heffing der graanrechten zal doorgaan, maar gelukkig mis. Daar ik geen deskundige ben, zoo hoop on vertrouw ik, dat dit bewijs genoeg is, dat het spreekwoord niet doorgaat: „als het den boeren goed gaat, dau gaat het den burgers ook goed", dat is maar tijdelijk, het is de bezitter. Zjjn er nu boeren die hun eigen lahd bewerken, die zjjn en behooren tot de couponknippers (bezitters), maar die zijn er weinigen, de meesten hebben pachtland. Waarde heer, vermeent UEd. dat bovenstaande waarde heeft, plaats het dan s.v.p., misschien helpt het, dat do werkman geen duur voedsel moet koopeu. P. S. Ik heb nog vergeten dat de veldarbeider met het raeede (meekrap) delven, een teelt van 10 weken, f 70 verdiende van donker tot donker, of anders f 1,50 daags (maar dat is mannenwerk). B.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1894 | | pagina 1