de opzichter de eenige opzichthoudende persoon zal worden. Daar nu bovendien de Gemeentebouwmeester te veel werkzaamheden heeft, om over allerlei kleinigheden het opzicht te houdenkunnen wij niet voldoen aan den wenach in het rapport uitgedrukt. Wij wenschen echter den post als volgt uit te trekken» Jaarwedde van den gemeente-opzichter f 500 en wel onder Hoofdst. Iïï, Afd. I, Art. ia, waardoor Hoofdst. III, Afd. II, Art. 10 vervalt. De heer Franse zegt, dat de toelichting van Burgem. en Weth. de Commissie niet van gevoelen heeft doen ver anderen. Er is geen behoefte aan een opzichter; waarover zou hij opzicht moeten houden? Bovendien zegt Spreker, is het een slechte verdediging voor den Gemeentebouw meester, daar de vorige architect nog Directeur der Gas fabriek opzichter der Rijksgebouwen enz.was. Er is geen behoefte om zoo'n persoon aan te stellen, terwijl het bovendien iemand zou moeten zijn, die bijna zoo knap is als de Gemeentebouwmeester en wat, vraagt Spreker, zal er dan met Guinee gebeuren? Dan zouden we met twee opzichtere zitten. De heer Fokker zegt, dat, als de heer Franse langer lid van den Raad was, hij zeker anders zou spreken. Het verlangen om het voorstel te doen is uitgesproken door de Commissie van Fabricage en het doel is om de verschillende functiën, die nu overal verstrooid worden aangetroffen, aan één persoon op te dragen. Itet ia wel een nieuwe post, maar er wordt geen nieuw geld voor gevraagd. Spreker vindt ook het motief van Burgem. en Weth., dat de Gemeentebouwmeester te veel werk heeft, niet gelukkig. Het werk, dat aan den buiten gewonen opzichter wordt opgedragen, kan niet aan den architect worden opgelegd. De te benoemen persoon moet zijn een practisch raan en dan kan men zeker zijn van een beter opzicht bij de verschillende werken als vroeger wel gehouden is. De Voorzitter licht nader de bedoeling van het voorstel van Burgem. en Weth. toe en zegt dat het voorstel door de Commissie wel eenigszins uit zijn verband gerukt is. De te benoemen opzichter zal wel twee betrekkingen waarnemen, maar geen twee heeren behoeven te dienen. Spreker gelooft, dat de Commissie bezwaard is over hetgeen met Guinee zal gebeuren. De bedoeling is om deze de f 400 van do Gasfabriek te laten behouden en later alle werkzaamheden op te dragen aan den nieuwen opzichter met vcrhooging van diens jaarwedde. Zoo zal de toestand voor de gemeente beter en voordeebger worden. De heer Legemaat vraagt, of het niet mogelijk is af te wachten wat het onderzoek van Burgem. en Weth. zal uithalen in zake het aanstellen van een vast arbeiderskorps en dan do opzichter aan te stellen als hoofd van dat korps? De Voorzitter antwoordt, dat, hoezeer een vaste opzichter geen mijnheer behoeft te 2ijn, hij toch niet met vaste arbeiders kan gelijk gesteld worden. Spreker deelt verder mede, dat Guinée reeds ontslag gevraagd heeft, maar dit tegengehouden is totdat de quaestie in den Raad besproken zou zijn. liet ia dus wenschelijk dat een opzichter worde benoemd. De heer Frame zegt, dat het schijnt dat hij geen goed idéé heeft over de werkzaamheden van den Gemeente- bouwmeester. De aan te stellen titularis is geen waterbouwkundige en zal toch opzicht over de dijken moeten houden, dit kan alleen een dijkbaas en niet iemand die op f 500 wordt aangesteld voor meerdere betrekkingen; hij moet van alles verstand hebben en zon eigenlijk iemand moeten zijn, die boven de bazen staat, anders kan hij geen opzichter zijn en voor f 500 zal men zulk een persoon niet krijgen. Spreker zegt, dat hij bet de roeping van den architect acht om toezicht op de werkzanmheden te houden. De heer Fokker zegt, dat hij, wat het laatste betreft, het volkomen eens is met den heer Franse, maar het is niet de taak van den Gemeentebouwmeeater om* het dagelijksch toezicht te houden het is onmogelijk om den geheelen dag bij de werken aanwezig te zijn en goed toezicht is noodig. Spreker gelooft wel, dat men onder de jongelui, die studeeren om ergens opzichter te worden, iemand zon vinden die de vereischte kundigheden bezit. De heer Houwer zegt van oordeel te zijn, dat de benoeming van een opperarbeider, zooals de Commissie voorstelt, slecht zou werken. De Voorzitter zegt nog, dat de werkzaamheden aan de gasfabriek elk oogenblik van den dag kunnen gedaan worden en geheel afgescheiden zijn van de andere werken. Spreker gelooft, dat de maatregel nuttig zou werken. Het voorstel van Burgern, en Weth. in stemming komende, wordt aangenomen met 5 van de 9 stemmm. Vóór stemden de heeren Fokker, Houwer, de Vos, Moolenburgh en van der Vliet. II. ÏIÏ, Afd. I, Art. 2 (Jaarwedde van den klokkenist) f 200. Hetvoor dezen post uitgetrokken bedrag van f 200 vindt bij de Commissie weinig sympathie. Tot nog toe moest de klokkenist alleen op de marktdagen en op enkele feestdagen één uur spelen. Wanneer zij echter bedenkt, dat het in den wiuter vaak weken van wege de koude en in den zomer van wege de hitte onmogelijk is, begroot zij het aantal speeluren op hoogstens 40 en daarom stelt zij voor, het traktement van den nieuwen titularis te be palen op een maximum van f -100. Een lid der Commissie, van oordeel, dat er omlaag zoovele belangen behartiging vragenzou liet geheele luchtconcert en daarmee de geheele post willen opheffen. Daardoor zou niet alleen het traktement van den klokke nist, maar ook de niet onbeduidende uitgaat nu geraamd op f 100 voor het onderhoud verdwijnen. Dit lid gelooft niet, dat daardoor bij een enkel inwoner eene onbevredigende leegte in zijn gemoed zou ontstaan. Burgem. en Weth. geven hierop het volgende antwoord: Daar het wenschelijk is, dat in de plaats van den heer Ezerman weder een bekwaam persoon aan het hoofd der muziek komt, wenschen wij het traktement van den klok kenist voorloopig te behouden. Hangende deze benoeming toch, komt het ons niet wenschelijk voor, eene verandering in dezen post te brengen, daar aan de sollicitanten natuurlijk mededeeling van de thans bestaande traktementen is gedaan. Het is echter niet onmogelijk, dat er bij de sollicitanten personen worden gevonden, die de betrekking van klokkenist liever niet bij de andere betrekking zouden waarnemen. Mocht zoodanig persoon benoemd worden, dan is het o. i. wensche lijk, om daarna te hespreken, hoe groot het traktement van den te benoemen klokkenist zal zijn. Slechts kunnen wij hierbij mededeelen, dat geheele opheffing der betrekking ons niet gewcnscht voorkomt. Bovendien zou de onderhoudspost, zelfs bij opheffing der betrekking van klokkenist, niet kunnen vervallen, daar de Raad toch wel niet zal verlangen dat het carillon worde opgeruimd. De heer Franse zegt, dat bij de behandeling der rekening reeds op dezen post is gew geantwoord is, dat dit niet bij de reke begrooting te pas kwam. Spreker zegt hij heeft vernomen, de oproeping is ged en de gemeente en hij niet begrijpt hot komen. Hij heeft geen sympathie voor d toen er nog niet zooveel muziek benede carillon goede diensten gedaan hebben, dit niet meer noodig. De Voorzitter zegt, dat als 't steeds o de lachers op zjjne hand heeft, reeds veel het dan zeker de heer Franse zou zijn, manier, waarop hij dit artikel behandelt, dat deze post hem niet zoo warm maakt a Burgem. en Weth. alleen in overweging te behouden en merkt op, dat op muzikt en gemeente wel eens samengaan en er lichamen in betrokken zijn, om te kunne welk tractement de oproeping zou kunn* Spreker zou het nuttig vinden dat de post b bovendien is het slechts eene begrooting cijfer; er zijn sollicitanten naar de betrekkin^ meesterdie geen klokkenist willen zijnwoi benoemd, dan lean men het tractement op een vaststellen. De lieer Franse zegt, dat de Commissie bij 1 blijft. De Voorzitter zegt, dat de post kan uitgetrok maar daarom niet behoeft uitgekeerd te wordt De lieer de Vos zegtdat hem de belooning va ook hoog voorkomt en vraagt of 't niet beter tractement van den muziekmeester op f 400 den klokkenist op f iOO te brengen? De Voorzitter heeft geen bezwaar daartegen, den te benoemen titularis blijft het 't zelfde. De heer de Bos zegt, dat 't zou kunnen, da door eene betere keuze kregen. De heer van der Vliet zegt met die beschoi te kunnen medegaan; we geven nu hoogstens omdat de oproeping op dat bedrag is gedaai Spreker een stille hoop heeft, dat de benoemd geen klokkenist zal willen wezen. De heer Fokker vraagt, welk bezwaar er i cijfers te behoudenhet zijn volgens Spreke ramingscijfershij meent, dat voor 't idéé van van der Vliet evenveel te zeggen is als voor dat heer de Vos. De heer Franse merkt op, dat de som genoen als iemand solliciteert, ook aanspraak op de f maken. De Voorzitter zegtdat hij het met den heer eens is. Spreker zal gaarne aan de corporatiën deelen, dat waarschijnlijk f iOÖ van de jaarwed den klokkenist zal vervallen, men kan dan later deelen of f 100 of f 200 zal uitgetrokken worden. Het artikel wordt daarop in stemming gebracht 5 van de 9 stemmen onveranderd vastgesteld. Vóór stemden de heeren Fotcker, Houwer, de Moolenburgh en van der Vliet. De zitting wordt hierna geschorst tot 's avonds 71 Directeur-UitgeverJ. WAALE. Stoomdrukkerij. OCHTMAN, VAN D1SHOECK LAKENMAN. Zierikzee.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1894 | | pagina 8