ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 18 October 1891. RECLAMES. Handelaar in Wijnen en Gedistilleerd. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 51ste JAARGANG. No. 6526. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunDen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen, van Abonnement»- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierihzeexche Nieuwsbode" 15 regels 75 Cts. Elke regel meer 1£5 Cts. M. C. van der Vliet, Zierikzee, Haveuplein IWS. Opgericht in 1763. Lijst vuu brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden door het postkantoor Zierikzee, de 2e helft der maand September 1894: 1. H. Botfces, Cortgene. 2. P. v. d. Wiele, Schiedam. Opgaaf van brieven, geadresseerd aan onbekenden, verzonden van het postkantoor Bruinisse, over de 2e helft van de maand September: 1. J. Zoeter, Rotterdam. 2. K. de Groot, Londen. Rusland. De reden der herhaalde geruchten, dat de kroon prins en zijne bruid, prinses Alice van Hespen, beiderzijds gaarne hunne verloving zouden afbreken, wat echter door de eischen der politiek wordt weerhouden, zou volgens een berichtgever in het volgende liggen: De kroonprins zou sedert langen tijd betrekkingen onderhouden met een Joodsche tooneelspeelster van den koninklijken schouwburg. De tusschenkomst van den czaar en de czarina om die betrekkingen te doen ophouden, is geheel mislukt, en de kroonprins zou zelf gezegd hebben, dat hij liever den troon afstond dan de Jodin. Onlangs nog zou de czaar op de voltrekking van zijn huwelijk met de Duitsche prinses hebben aan gedrongen, maar hij slaagde er niet in, den tegen stand zijn zoons te overwinnen, welk verzet nu toevallig gesteund wordt door de ziekte van den C2aar. Frankrijk. Ten bewijze, dat de ellende niet het droevige voorrecht der werkliedenklasse alleen is, kan de volgende statistiek dienen. In het afgeloopen jaar hebben in de negen Parijsche nachtelijke asylen een slaapplaats gezocht: 137 dramatische, 43 lyrische kunstenaars, 71 musici, 12 pianisten, 20 architecten, -i98 teekenaars, 27 tolken, 28 dagbladschrijvers, 52 notaris-klerken, 14 letterkundigen, 17 studenten en 274 onderwijzers. En wie weet, hoevele anderen nog uit schaamte him werkelijk beroep verzwegen hebben. Duïischland. Een zeer lage mishandeling is te Coblenz gepleegd. Een huisknecht in een der hótels, die aan een huidziekte leed, wilde zich wreken op een kelder- jongen met wien hij overhoop lag en wreef daarom inet geweld zijn gezicht langs dat van den armen jongen, wien hij, met zijn stoppeligen baard, het gezicht openkrabde. De jongen kreeg nu ook de huidziekte en was er weken lang mooi mee. Te Keulen moet een adellijke Nederlander gevangen genomen zijn op een feest, dat daar in een hotel gegeven werd bjj gelegenheid van de verloving van den aangehoudene met een meisje uit een der beste kringen aldaar. De baron wordt van verschillende oplichterijen beschuldigd. België. Iu den nacht van Vrijdag op Zaterdag brandde het entrepöt-Josson te Antwerpen geheel af met o. a. 9000 balen koffie. Het aangrenzende gebouw der Hesse-Natie" werd ernstig bedreigddaar lagen o. a. 100 vaten olie. Het gelukte echter de brand weer het vuur tot het entrepót te beperken. Het gebouw en de koopwaren waren verzekerd voor 1.125.000 francs. In denzelfden nacht gebeurde een ernstig ongeluk op de Schelde. Een vrachtschip, de Alice", kwam door den mist in botsing met de Zweedsche stoom boot »Balder", die de Alice" letterlijk in tweeën sneed. Er bevonden zich 11 personen aan boord; van dezen werden er 5 gered, maar de overigen, nl. de schipper, zijn vrouw en zijn vier kinderen, verdronken. De postboot «La Flandre", van Dover komende, is te Ostende op den havendam geloopen en zwaar beschadigd, maar daarbij kwamen geen persooulijke ongevallen voor. HruSScl, 16 Oct. Volgens de officiöele resultaten zjjn voor de Kamer gekozen: 77 Katholieken, 7 liberalen en radicalen en 12 socialisten, waarvan 3 meer naar de liberalen en radicalen overhellen. Er moeten 56 herstemmingen plaats hebben, die, naar men verwacht, meerendeels ten gunste van de Bocialisten zullen afloopen. v Nederland. Hilversum16 Oct. Zaterdag is een bedelaar alhier wegens wanbetaling (van huur) op t straat" gezet. Den 17en Juni 1.1. werd bij hem f 600 gevonden, waardoor het R.-K. armbestuur zich van verdere ondersteuning ontslagen rekende. Onder de voorwerpen, die uit zijne woning werden gebaald, behoorden een kist met geld, een blikken trommel met dito, vele kleedingstukken, een zilveren horloge, 40 paar nieuwe kousen, eene groote partij rijst, boonen, beschimmeld vet, enz. Zijne zeer havelooze kinderen werden, na behoorlijk gereinigd te zijn, overgebracht naar een familielid te Laren. Nader meldt men: Twee lange nachten en dagen zijn door den rijken bedelaar onder den blooten hemel door gebracht met de wacht te houden over zijne aardsche goederen, terwijl zijne kinderen bij familie in Laren (N.-H.) een onderkomen hadden ge vonden. Twee veranderingen waren bij den man duidelijk waarneembaar: hij had zich de weelde veroorloofd een oveijas aan te trekken en zijn gelaat vertoonde dnideljjk de sporen van vermoeienis en afmatting tengevolge van het voortdurend verblijf in weer en wind. Dat hondenweer heeft hem eindelijk doen be sluiten van zijn rommel" een groot deel te ver- koopen, alleen het beste te behouden, en daarmede een goed heenkomen te zoeken, na eerst zijn geldkist en trommel, die (echter niet zonder vooraf door de politie verzegeld te zijn) bij een der buren waren binnengebracht, weder in ontvangst to hebben genomen. Rotterdam, 15 Oct. Drie jaren geleden vond een werkman, te Kralingen wonende, op den openbaren weg aan een boom, tusschen eenig straatvuil, eenige stukjes papier, die bij nadere be schouwing verscheurde bankbiljetten bleken te zijn. Hg gaf van die vondst kennis aan de politie, die het gevondene in bewaring nam. Dezer dagen werd de man verblijd met de ont vangst van ruim f 300, zijnde de waarde der bank biljetten, waarvan de eigenaar tot op heden zich niet had aangemeld. Xilhurg, 15 Oct. Een allerbrutaalste diefstal had Vrijdagnacht plaats in het huis van den heer Nooteboom alhier. Door een klein raam wist de dief zich toegang te verschaffen tot de keukeu, begaf zich vervolgens naar de slaapkamer, waar hij zich meester maakte van een gouden horloge, eene porte- monnaie met f 25 en een paar gouden oorbellen. Zelfs had hij uit de pantalon van den heer N. de sleutels genomen en zou het hem zeker gelukt zijn zich van een aanzienlijke som geld, in de brandkast verborgen, meester te maken, indien hij niet in zjjn werk gestoord ware geworden door het ont waken van de vrouw des huizes. Deze maakte haren man op het onraad opmerk zaam, waarop deze ijlings naar zjjn revolver greep. Het wapen ging echter niet af, doordien de pin, waarmee de revolver in rust stond, vast zat. Men vermoedde al dadelijk dat de dief een Bel gisch werkman was, daar hij achtergelaten had een no. van een Antwerpsch blad, een doosje lucifers van Belgisch fabrikaat en een roodo katoenen zak doek, zooals sommige Belgische werklieden om den hals dragen. Hij is Zaterdag gevat. Bergen op Zoom, 16 Oct. Gemiddeld worden thans 50,000 oesters per week naar het buitenland verzonden. De prijzen zijn onveranderd doch er schijnt door vele oesterkweekers lager te worden aangeboden. Dit zou veroorzaakt worden doordat verschillende kweekers met 1 November pacht moeten betalen en dientengevolge genoodzaakt zijn te realiseeren. Door hen is weder een verzoek schrift ingediend bij den minister van financiën om opnieuw uitstel te vragen van pachtbetaling. Men veronderstelde dat het verzoekschrift voor inwilli ging niet vatbaar zal worden verklaard 1 Aan de Nederlandsche Maatschappij voor kunst matige oesterteelt, voorheen C. L. de Meulemeester Co.is de eer te beurt gevallen oesters te mogen leveren voor de koninklijke tafel. Imperialen f 110 en f 120, mindere soorten van f 75 tot 95. GoCS, 16 Oct. De heer A. J. Sturme is be noemd tot ambtenaar hij de directie der Rijkspost spaarbank te Amsterdam. Zierikzee, 17 Oct. De bakkers te Middel burg hebben de prijzen van het brood weder met 1 cent per K.G. verlaagd. Deze bedraagt nu per K.G. 9 - en bij sommige bakkers 11 cent, terwijl de Middelburgsche broodfabriek den prijs tot 8 cent per K.G. heeft verlaagd. Alhier blijft de prijs steeds dezelfde, niettegen staande voortdurend dalende graanprijzen. Te Kolijnsplaat heeft een loteling. door den drank beneveld, in baldadigheid zich zelf met zijn zakmes eene ernstige wonde in de borst toegebracht. Hoewel hij veel bloed heeft verloren en bewusteloos naar huis werd gedragen, is hij buiten gevaar. Vóór eenigen tijd werd St. Annaland dagelijks overstroomd door liedjeszangers en dergelijken, velen uit Bergen op Zoom. Sedert eenigen tijd evenwel is de bepaling van kracht, dat alleen des Vrijdags die lieden toegelaten worden. En sedert dien tijd is hun aantal zeer verminderd. Geen wonder, want niemand heeft lust, eiken Vrijdag veel geld aan vreemden weg te geven, terwijl dit vroeger, over de geheele week verdeeld, niet zoo opgemerkt werd. De maatregel, hier genomen, heeft goed gewerkt. Omtrent het ongeval, den Vlissingschen loods- scboenor no. 15, schipper L. I. Engels, overkomen, kan het navolgende gemeld worden: Door dikte van mist en door den zwaren stroom verleid, is het loodsvaartuig in den nacht van Zaterdag op Zondag te twee uren op de Goodwinsand gezeild en, daar het vallend water was, blijven zitten. Wind en zee sterk toenemende, seinde men om hulp, waarna Zondagvoormiddag ten halfacht ure twee reddingbooten langs het gestrande vaartuig kwamen, dat met zijne zijde onder water lag, zoodat de bemanning zich veiligheidshalve in een der reddingbooten begaf, doch bij den loodsschoener bleef liggen, terwijl een anker werd uitgebracht. Met wassend water kwam het loodsvaartuig weder recht, begaf de bemanning zich weder aan boord, werden do noodige zeilen bijgezet en zeilde men van de bank af. Door bet zware stooten bleek de schoener zeer lek geworden to zijn, doch met beide pompen kon men het water meester blijven. Bij Ramsgate gekomen, werd de loodsschoener door eene sleepboot aldaar in de haven binnengebracht; het zal op de slib gezet worden om te worden nagezien. Op het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem worden thans twee tentoonstellingen van zeer verschillenden aard gehouden. De eerste bevat photografieën, dótailteekeningen, cartons en gips modellen onderdeelen der bouwkundige werken, die onder leiding van den Rijksbouwkundige voor de gebouwen van onderwijs, den heer J. van Lok horst, werden uitgevoerd. Ouder de tentoongestelde gebouwen vinden wijPhysisch laboratorium te Groningen, Hótel van Hr. Ms. Commissaris te Utrecht, Sterrebosch, laboratorium te Utrecht, Gou vernementsgebouw te Assen en Rijks Hooger- burgerschool te Venloo. Daar alle bijzonderheden dezer verschillende ge bouwen streng zijn doorgevoerd en dus allo détails medewerken om een geheel te vormen, krjjgen wjj een algemeen overzicht van het karakter, dat in deze werken is neergelegd. De tweede verzameling, die in de Rotonde van hot Museum tentoongesteld is, bevat afbeeldingen in heliogravure en taille-douce, zeer scboone repro duction van kunstmeubelen, behoorende tot het nationaal ameublement van Frankrijk, bestaande uit eene keuze van de beste stukken uit de garde- meuble der paleizenhet Louvre, het Elysée, FontainebleauVersaillesTrianonCompiègne en Pau. Deze verzameling omvat de meest artistieke voorwerpen der Fransche kunstnijverheid uit de tijdperken der Renaissance van Lodewijk XIV, XV eu XVI, als: pendules, lusters, kandelabres, klokken, tafels, kabinetten, stoelen, rustbanken en andere meubelen met inlegwerk en brons versierd. Een telegram aan De Standaard meldt, dat dr. Kuyper in redeljjken welstand to Pau is aan gekomen. Op de groote najaars-paardenmarkt waren Dinsdag te Nijmegen 545 paarden aan de lijn. Voor luxe-pa&rden noteerde men f 500 k f 700. De meeste jonge paarden en luxe-paarden werden voor buitenlandsche rekening opgekocht. Handel levendig. Een paar dagen geleden is A. T., gedetineerde in de gevangenis te Groningen, die bezig was op een steiger een muur te boenen, naar beneden gevallen, 't geen zijn dood ten gevolge had. De 24-jarige man, afkomstig uit Nieuw-Dordrecht en vroeger tot 2 jaren gevangenisstraf veroordeeld, zou eerstdaags worden ontslagen. Onze Jiwestle. Ton vervolge op het in ons No. van Zaterdag 1.1. voorkomende telegrafisch boricht omtrent hèt ver handelde in de Tweede Kamer op Vrjjdag 1.1., nemen wjj het volgende over uit de «Handelingen der Stateu-Generaal" Do beer Van Limburg Stirum, lid der Commissie van de Verzoekschriften: In handen uwer Commissie voor de Verzoekschriften is gesteld een request van Jacobus Waale, directeur-uitgever van do Zierikzeetche Nieuwsbode te Zierikzee. De requestrant beklaagt zich over onwettige gijzeling. In do Zierik;«etche Nieuwsbode van 10 Mei 1894 was gezinspeeld geworden op het verklappen van geheimen uit besloten raadszittingen. «Indien" aldus luidt de zinsnede «indien er zoogenaamde geheimen geopenbaard wordon, zoeko men voortaan de schuldige niet bjj het ainbtenaarspensoneel, noch in de raadszaal, noch op de bovenzalen, waar men hem heden ook zocht, maar in den welbekenden schoorsteen dor raadszaal zelvo, waar nog altjjd dezelfde bekende kraaien zitten van voorheen en nog steeds alles opvangen". Naar aanleiding van deze zinsnede een «bericht" volgens den requestrant werd hij ontboden door den rechter-commissaris, welke van hem verlangde dat hij hot geheimen-schendend raadslid zon Requestrants verklaring, dat bij van geen der raadsleden iets van do geheime raadszitting had vernomen, en dat hij, wat hij bjj geruchte wist, gehoord had van een outsider, wiens naam h|j niet wilde noemen, deze verklaring, eerst voor den rechter-commissaris afgelegd, daarna tor openbare zitting van de rechtbank herhaald, gaf dor rechtbank aanleiding hem te doen gjjzelen. Den volgenden dag noemde hij don naam van zijn zegsman, die geen lid van den raad was; deze, als getuige opgoroepen, ontkende evenwel. De maatschappelijke positie van dien zegsman recht vaardigt, volgens requestrant, diens ontkenning. Intusschen word hij nog ettelijke dagen in gjjzeling gehouden, en eerst vierdagen later daaruit ontslagen. Van den llden tot den 16den Mei werd requestrant in gjjzeling gehouden, omdat hij verondersteld werd bijzondorhedeu omtrent geheime raadszittingen te weten, en niet te willen zeggen hoe hij daaraan gekomen was. Hij beklaagt zich over deze behandeling, welke hij mot de «middeneeuwsche inquisitie" verge lijkt, en richt tot de Kamer het verzoekto willen bevorderen dat maatregelen worden genomen dat de vrijheid van eiken burger en van de pers niet in den vervolge op dergelijke wijze kan worden denkbeeldig gemaakt en dat worde afgekeurd de wijze waarop adressant is behandeld". Om te kunnen beoordeelen in hoeverre er voor de ICamer aanleiding kau bestaan al dan niet to treden in requestrants verzook, acht uwe Commissie het geweuscht dat de Kamer omtrent de quaestie volledig worde ingelicht. Mitsdien heeft zij de eer aan de Kamer voor te stellen voormeld adres te verzenden aan Zijne Excellentie den heer Minister van Justitie, met verzoek om inlichtingen. L O m Vo O li- Om f. rent den terugtocht van de colonne Bjjleveld van Soekarara naar Mataram ontleent het N. v. d. D. aan een particulier schrijven, gedateerd Ampenan 5 September 1.1., de volgende bijzonderheden: Te Soekarara in het bivak ontvingen w|j in den nacht vau den 25en op den 26en Augustus, om half drie het bevel van den generaal Vetter om terug te gaan op Mataram, zoo spoedig mogelijk cu met de meest mogelijke veiligheidsmaatregelen. Wij braken om 9 uur vin. op en bereikten om 1 uur nm. Kediri. Onze colonne was sterk: 2 compagnieën infanterie, 2 bergstukken en 1 sectie genietroepen. Te Kediri vernamen wij dat er oorlog was tusschen den generaal eu den radja, zooals de bewoners zich uitdrukten. Te Klobo, p.m. 500 palen westwaarts van Kediri, werden ons door vrouwen en kinderen ververschingen aangeboden. Onze marschformatie was als volgt: I sectie infauterie voorhoede, gevolgd door de sectie genie troepen voorts de hoofd colonne met trein en 1 sectio achterhoede. De overste Van Bijleveld reed aan bet hoofd der hoofdcolonne. Plotseling klonken een paar schoten en was de overste zwaar gewond. Onmiddellijk opende de voorste sectie der hoofdcolonne het vuur. Het vijandelijk vuur werd afgegeven op 3 passen afstand door schietgaten uit een Missigit (tempel)tegelgker- tjjd kregen wij een lansaanval op onze rechterflank, door salvo's der infanterie en door granaatkartetsen afgeweerd. Daarop kwam de artillerie voorwaarts van de infanterie in batterij; de genie hakte een poort van de Missigit open, waarop een peleton infanterie die Missigit forceerde, waarbij luit. Musquetier sneuvelde; de vijand was uit de Missigit verdreven; tegelijkertijd opende de achterhoede h«#t vuur, om den vijand, welke zich ook in onzen rug vertoonde, te verdrijven. Spoedig week de vijand terug en trokken wij voorwaarts, om in de rivier «de Babak" af te dalen. Eerst werd de overkant schoon geveegd met salvo's en granaatkartetsen. Onder dekking van vuur daalden wij bij gedeelten af. De rivier was vrjj diep, tot aan de borst gingen wij door het water. Gelukkig kwam de geheele colonne er goed over. Al vechtende trokken w|j verder; iedere kampong moest beschoten worden om den vijand er uit te verdrijvenzoo bereikten wij 's avonds om 5 uren Tjakra van de Zuidzjjdede colonne rukte hier binnen en rustte een oogenblik. In Tjakra heerechte een doodsche stilte; op een pas of wat voor een deur stond een tafeltje met karaffen water!! Wij lieten het signaal »6e bataljon, geeft acht" blazen; antwoord kregen wij niet; met slaande trom rukten wij voorwaarts, meenende dicht bij 't bivak Tjakra te zijn, waar de andere helft van ons bataljon was achtergebleven, alzo o op veilig terrein. Plotseling kregen wij vuur van rechts en links op 8 U passen afstanddit werd door ons krachtig beantwoord; voorwaarts werd gerukt; steeds hevig vuur van weerszijden van den weg; wij beant woordden dit zoo goed mogelijkdooden en gewonden vielen bij hoopen; de artillerie nu eens zijwaarts in batterij vuurde met granaten op de muren, dan weör voorwaarts in batterjj met granaatkartetsen cd kartetsenhier bestormde de infanterie de schiet gaten, daar gaf zij salvo's op een drom vijanden vooruit; doch het vuur van den vijand nam in hevigheid toe, van rechts en links door en over de muren, van voren en van achteren; de vuur monden rollen terug, doch worden weder in batterij gebracht; dooden en gewonden vallen; repeteer- vuur van den vjjaud; salvo's van onB; voorwaarts om maar weder verder te komen. Teruggaan is onmogelijk! De 6tukken rjjden over gedoode vrienden en vijandenvuur van alle kantenbrokken steen en klei vliegen ons in 't aangezicht. Zoo rukken wjj verder, telkens 6e bataljon blazende, in de hoop, dat het bivak ons zoude hooren. Eindelijk waren wjj by den laatsten zjjweg en besloten wij links af to 6laan, daar verder zich voorwaarts begeven geljjk stond met het sneuvelen van allen. Alzoo links af, steeds onder het vuur van den vijand, de dooden latende liggen, de gebonden medenemende. Het wms intusschen donker geworden, en wij konden all-en zien bjj het vuur der losbrandingen van de geweren. Voorop ging 1 peleton infanterie en de 2 bergstukken als voorhoede, daarna de infanterio in carré met do achterfiauk open: in dit carré de gewonden, die loopen kondenvoorts trein met gewonden; 1 peleton achterhoede. Plotseling ontstaat er eene paniek in do rechter flank van het carré; deze drong door in de linkerflank, welke door mg werd gecommandeerd, zoodat wij genoodzaakt waren onze eigen troepen met de kolven der geweren te dreigen, zelfs te slaan, waarop de orde hersteld werd. Maar door dezo interruptio waren wjj onze voorhoede kwjjt geraakt, en dat in 't stikdonkerSignalen werden geblazen, maar geen antwoord kwam; gelukkig herkenden wij den weg. Eindelijk was de colonne, nl. de débris daarvan, buiten Tjakra en hadden wjj eenige verademing; een juichtoon ging op toen wij in de verte het signaal 7e bataljon hoordeu. Op dat signaal gingen wjj af en bereikten om half tien 's avonds de Dewa, nabij Mataram, doch van rusten geen sprake, daar de Dewa langzaam beschoten werd door de Baliers, gedurende den geheelen nacht. Welk een nacht daar in dat «bedehuis" is door leefd, is niet te beschrjjven. In eene enge ruimte pl. m. 1000 menschen, generaal, officieren, soldaten, kettinggangere, gewonden die kermden, gewonden dio stierven, dooden begraven, wonden die begonnen te rieken, en, last not least, de uitwerpselen van een ieder, welke een ondrageljjken stank ver spreidden. Er zijn er onder, die in dien éénen nacht grgs geworden zijn. Over het wedervaren der colonne-Lawick geeft het Soer. Hblad nadere mededeelingen. Zij bereikte Batoe Klian op 19 Augustus en de volgende dagen werden verkenningen gemaakt naar Koepang, Pringasala, Swangi, Soeradada, Ladong, Kotaradja en andere plaatsen in den omtrek. Overal werden de onzen door de Sasaks vrienschappelijk ontvangen, drinkwater en klappers werden hun aan geboden en, waar nog levensmiddelen waren, ook rjjst. En toch hadden de Sasaks daarvan zoo weinig te missen, dat bet bivak te Batoe Klian weldra omringd was door een uitgehongerde menigte, die als een bende houden aanviel op den afval van de keuken onzer soldaten en zelfs de beenderen afknaagde. Die uitgehongerde massa moet een akelig gezicht zijn geweest. De kindereu hadden geheel het voor komen van apen, over de tot op het been vermagerde gezichtjes hing het vel in plooien neer. Door het vel van het lichaam staken de botten uit, de armen en beenen waren stokjes met de gewrichten en knieschijven a!s knobbels. De moeders waren vol komen uitgeput, enkelen leden al aan geeuwhonger. Do meeste soldaten deelden hun voedsel, dat overste Lawick in ruime hoeveelheid deed uitreiken, met de armen; hun hart word bewogen door zooveel ellende en leed. De Sasaks waren gaarne genegen onder ons bestuur te staan, maar niet onder de Baliörs. «Liever dienen wjj een hond van het Nederl. Gouvernement dan een Balinees". Dien hadden zij leeren verafschuwen als een afschrikwekkend wangedrocht. Hun vrouwen en dochters werden hun ontnomen, hun dorpen en velden verwoest, bun broeders vermoord. Ten einde raad hadden zij do wapens gegrepen en de strijd zou worden uitgevochten. In het eind legden zij zich neder bij onze belofte, dat zjj voortaan iu rust en vrede zouden kunnen leven, door ons beschermd tegon hun vroegere geweldenaars. Dit gebeurde op Zaterdag 25 Augustus op een conferentie te Soera dada, waarheen dien dag de colonne was uitgerukt. Ongeveer om 3 uur in den morgen van Zondag 26 Augustus bracht oen Sasak te paard een briefje, geteekond door majoor Hamerster, toen nog chef van den staf der expedite, aan den colonne-komman- dant, waarin deze gelastte om, met inachtneming van veiligheidsmaatregelen, terug te trekken op zjjn vroeger bivak. Van den toen reeds bekenden voorgenomen aanval der Baliërs stond daarin geen woord. Overste Lawick liet de Sasaksche hoofden in den omtrek mededeeleD, dat hij met zijn troepen naar Tjakranegara zou terugkeereu en aanvaardde Zondagmiddag den terugmarscb. Op den linkeroever dier rivier had de vijand zich verdekt opgesteld en richtte een hevig vuur op onze troepen, toen deze de zeer breede en diepe Babak begonnen over te trekken. Eenige salvo's en een paar goed gemikte kartetsen deden hem echter de vlucht nemen, met zooveel overhaasting zelfs, dat bij in een versterkt huis op een hoogte op den linkeroever een gesneuvelde en een aantal wapens achterliet. Met de meeste voorzorgsmaatregelen werd' de kampong verkend. Maar alles bleef rustigongestoord trok de spits de kampong binnen, de voortroep volgde op behoorlijken afstand, de hoofdtroep, trein en achterhoede kwamen, maar nog altijd viel er geen schot. Er was geen vijand te zien. Het rechte, bijna duizend meters lange gedeelte van den weg werd afgelegd, de spits trok den om streeks 400 meter langen elleboog, waar weldra het bloedbad zou aanvangen, binnen en werd niet verontrust. De geheele colonne volgde en was weldra op de noodlottige plek ingesloten. En toen volgde een razend vuur. Van alle kanten knalden de schoten, elke muur braakte vlammen en projectielen uit. De vijand had zich overal genesteld, in de boomen, op huizen en muren, maar steeds zoo, dat hij bijna onzichtbaar bleef. Slechts hoorde men zijn geschreeuw en de kreten van vrouwen en kinderen, die met steenen deelnamen aan het slachtingswerk. Overste Lawick werd door eenige kogels door boord, luitenants Musch en de Jong werden gewond, kapitein Lindgreen kreeg een schot in den rechterarm, tal van onderofficieren en minderen vielen, de geheele trein van dragers en pikolpaarden en bijna al de paarden en muildieren der artillerie werden gedood. De gebeele straat was bedekt met lijken, die voetenhoog op elkander lagen en elke poging om terug te trekken of de gemeenschap tusschen de beide compagniön van Cbristan en Lindgreen te herstellen ondoenlijk maakten. In een half uur tijds was de helft der colonne en de geheele trein buiten gevecht gesteld. Toen geen vereeniging meer mogelijk bleek trachtten de verschillende gedeelten ieder hun eigen weg to vinden. Kapitein Christan, die zich bij den voortroep onder luitenant Musch had gevoegd, trok den grooten weg naar het oude bivak voor de poeri op. Kapitein Willemstgn ging mee. Steeds terugvurende, maar onder een belsch vuur van den vijand, dat telkens een offer wegmaaide, werd met den looppas in goede orde de westelijke uitgang van Tjakra negara bereikt. Daar althans dacht men veilig to zijn. Maar weder volgde een bittere ontgoocheling, van de kameraden was geen spoor meer te zien, slechts zag men de geraamten van de loodsen van het vroegere bivak van Mataram, dat toen reeds door de onzen verlaten was. Een korte krijgsraad werd belegd. Men besloot nogmaals te trachten aaneensluiting met Lindgreen te verkrijgen en weder den doodelijken spitsroeden gang te gaan. Doch wonder genoeg kreeg men op dien terugtocht geen enkele doode meer, hoewel men nog wel, maar in mindere mate, beschoten werd. Zelfs vond men nog gelegenheid om de sluitstukken van de geweren van de dooden van den eersten mnrscb mede te nemen. De noodlottige elleboog werd weder bereikt, doch toen werd van Lindgreen in het geheel niets meer gezien. Daarop besloot Christan door de kampong noordwaarts een uitweg naar het open veld te zoeken. Een smalle weg werd geforceerd, dio naar een kleine ommuurde ruimte leidde, en daaruit werd eindeljjk de sawah bereikt. Om Tjakra Negara en Mataram heen, tusschen Goenang Sari en Rembiga, werd vervolgens het strand bereikt en zoo naar Ampenan gemarcheerd, waar de dappere troep Dinsdagmorgen doodelijk vermoeid aankwam. Nadat Christan met zijn detachement weder den beruchten elleboog had bereikt, bad de le luitenant der artillerie Vis zich met de overgebleven artille risten en de beide bergstukken bij hem aangesloten. Het overtrekken der eerste rivier slaagde, de stukken werden met alle hens de steile oevers af- en opgewerkt. Ook de tweede rivier werd met nog meer inspaDDing gelukkig gepasseerd. Doch daar achter vond men een zoo hoog geterraseerd terrein, dat het verder transport geheel onmogelijk werd en de twee stukken moesten achterblijven. Vis nam de sluitstukken mede en «wierp de munitie in de zoo- even doorgetrokken rivier; voor den vijand waren ze dus volkomen onbruikbaar gemaakt. Betreffende den kapt. Lindgreen en zijne terug komst te Ampenan komen in een particulier schrijven van daar het volgende voor: 7 September 1894. «Mijn telegram beeft u zeker erg gelukkig ge maakt! Nu ge kuut wol begrijpen, dat ik en met mij alle kameraden dol vau blijdschap waren, toen wij in het bivak terugkeerden. U alles in détail te vermelden laat de tijd niet toe. In het kort komt het hierop neer Toen zij (kolonne-Pabst) uit het binnenland te Tjakranegara terugkeerde, kreeg zij plotseling zulk een vuur uit die Balische door muren omgeven huizen, dat in een kort oogenblik de grond met dooden en gewonden was bezaaid. Door opstopping van den transporttrein werd Lindgreen van zjjn troep afgesneden, en de poging, door hem aange wend om weer mot de hoofd-colonne in verbinding te komen, leidde tot geen resultaat, zoodat hg het noodig oordeelde een Balisch erf op te trekken en zich daar te versterken met zijn overgeschoten man schappen en gewonden, een 'dokter en oen officier vau den trein. Hier hebben ze zich tot 's nachts 31 Augustus staande gehouden en waren toen door den verpestenden stank en gebrek aan water ge noodzaakt een andere stelling op te zoeken; zg vonden die dan ook, doch 's morgens bleek, dat het water dat zij 's nachts voor bruikbaar hadden ge houden, niet te benutten was. Een poging om laugs een omweg de sawah te bereiken mislukte, zoodat hij genoodzaakt was

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1894 | | pagina 1