/lllllk/IISUII NIEUWSBODE.
Zaterdag 6 October 1894.
X
Eerste Blad.
RECLAMES.
P. G. RENSEN,
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
51ste JAARGANG. No. 6521.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regelB 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnement!«- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
15 regels 'T'Ö Cts. Elke regel meer 15 Cts.
Appelmarkt. Zierihzee.
Van af heden
Echte BOTERHAM-ST. NICOLA AS.
Beroemde MARCEPAIN-ST. N WOL A AS.
Best ST.NICOLAAS en fijne BORSTPLAAT.
Hilli)ke prü zen.
aanbeveling. Hoogachtend.
De verpletterende tijdingen uit Lombok hebben
groote verslagenheid in den lande teweeggebracht,
en niet weinigen waren bovendien dadelijk gereed
met de min of meer luide uitgesproken beschul
diging, dat men zich door het aanvankelijk succes
tot zorgeloosheid zou hebben laten verlokken. Het
is mogelijk. De tijd tot oordeëlen is echter nog
niet gekomen, omdat de noodige gegevens nog niet
zijn ontvangen.
"Wel is waar oppert men nu de veronderstelling,
dat de vijand de onzen zonder slag of stoot het
land liet binnentrekken, om de meening te doen
ontstaan, dat de Baliörs van verzet hadden afgezien,
en dat deze die betrekkelijke gerustheid hebben
uitgelokt, juist om daarvan partij te trekken voor
een verraderlijken overval. Maar die veronderstelling,
dat de aanvankelijke onderworpenheid der Baliërs
een krijgslist zou zijn, ligt zóó voor de hand, dat
het wel wonder zou mogen heeten, als de leger
aanvoerder op Lombok daarop niet bedacht zou
zijn geweest. Daarbij dient in aanmerking genomen
te worden, dat de onzen op vier afzonderlijke
plaatsen overvallen zijnte Tjakra Negara, te
Mataram waar troepen gekampeerd lagen, voorts
de twee kolonnes, die in de binnenlanden op ver
kenning waren uitgezonden. Men zou dus, om
grond voor eene beschuldiging te kunnen hebben,
moeten aannemen, dat bij ieder dier vier afzonder
lijke afdeelingen zorgeloosheid geheerscht had, in
waakzaamheid te kort geschoten was. Dit zonder
voldingend bewijs aan te nemen, terwijl de leiding
in bij uitstek beproefde handen was, is eene voor
barigheid, waartegen wij met ernst moeten opkomen.
Onze dapperen hebben er aanspraak op, dat men
zelfs niet veronderstellenderwijze een afkeurend
oordeel over hen uitspreke, zoolang men niet zeker
is, dat daarvoor afdoende gronden bestaan.
Wat bekend geworden is, geeft o. i. veeleer grond
om aan te nemen, dat de Baliërs hunne verrader
lijke plannen met zooveel geveinsdheid hebben
bedekt gehouden, ze met zooveel list hebben voor
bereid, zo met zooveel bokwaamheid hebben uit
gevoerd, dat eerlijke krijgers, ook al namen zij de
noodige voorzorgen in acht, daardoor wel verrast
moesten worden.
Ook wordt de beteekenis van het voorgevallene
o. i. overschat, wanneer men daarin eene nederlaag
ziet, die aanleiding geeft tot sombere verwachtingen
over den verderen loop van zaken. Er zijn groote
verliezen geleden, en de slag, den onzen toegebracht,
was groot. De indruk, dien de tijding daarvan
maakte, was verpletterend, vooral omdat zij onver
wacht kwam. Doch wanneer wij op die tijding
waren voorbereid door den loop van den oorlog,
dan zou zij minder diepen indruk gemaakt hebben,
doch inderdaad van meer beteekenis zjjn geweest.
Want dan zou gebleken zijn, dat wij in den strijd
tegen de Baliërs niet opgewassen waren, dat zij
ons te machtig waren. Hiervan is nu geen sprake.
De onzen zijn verraderlijk overvallen en er is onder
hen eene groote slachting aangericht. Dit is een
treurig incident, maar niet meer dan een incident,
dat aan een sluipmoordenaarstaktiek doet denken,
doch over de kracht der strijdende partijen zelfs
geen aanwijzing geeft. Het incident is aan den
anderen kant van belang voor ons, omdat het ons
recht geeft, de Baliërs openlijk als onze vijanden
te behandelen.
En, bet verheugt ons op deze zijde der zaak te
kunnen wijzen, zoo den onzen door verraders
een gevoelige slag is toegebracht, als soldaten hebben
zij zich onmiddellijk daarna kranig gehouden. Wel
verre van zich te laten ternederslaan door den
onverhoedscben en zoo goed geslaagden overval,
hebben zij zich zoo spoedig mogelijk hersteld en
zijn zij onmiddellijk tegen de vijanden mot kracht
en met beleid weer opgetreden. Veel meer dan
op de nog niet bewezen mogelijkheid van gebrek
aan waakzaamheid in den beginne, dient het licht
te vallen op de kloeke houding van aanvoerders
en troepen beiden, na een ramp, die menigen
troep tot radeloosheid zou gebracht hebben,
daar zij wel verre van den moed te laten zakken,
onverwijld de overgebleven krachten verzamelden
en den vijand deden gevoelen, dat han kracht f
niet gebroken was. Terwijl de Baliörs van het
behaalde voordeel blijkbaar niet eens partij wisten
te trekken, traden de onzen reeds dadelijk na den
overval, en zonder versterkingen af te wachten
weder handelend op en toonden alzoo, dat zij wel
geslagen, maar niet verslagen waren. Mannen, die
ondanks den ondervonden tegenspoed, tegenover
den vijand zóó hun plicht opvatten en volbrengen,
moesten gevrijwaard zijn tegen de bedilzucht van
hen, die oordeelen zonder te weten.
Zonder den ernst van het gebeurde te miskennen,
i3 daarin dus nog volstrekt geen reden te zien, om
aan een gunstigen afloop der expeditie te twijfelen.
"Veeleer voor de verwachting, dat, nu het op
vechten aankomt, den Baliërs bun verraderlijke
streek duur te staan zal komen.
Er is daarom, met het oog op den feitelijken
toestand, ook geen reden voor de eenigszins
zenuwachtige opgewondenheid, waarvan sommige,
overigens goed gemeende, voorstellen hier te lande
bijjk geven; het denkbeeld van een student om
een vrijwilligerskorps op te richten, van een
kolonel van bet Ned. leger om met officieren en
manschappen tijdelijk naar Indië te gaan, van
een gepensionneerd Indisch militair om met andere
gepensionueerden het Indische leger te versterken,
zijn welkome verschijnselen van een warm en op
gewekt vaderlandslievend gevoel, van een goed hart
voor Indië en zijn leger en die dan ook weerklank
blijken te vinden, maar zij houden geen
rekening met den toestand. Voor de uitvoering van
al die plannen is tijd noodig en die juist is er niet.
De expeditionaire macht op Lombok moet dadelijk
versterkt worden, en bet is een gelukkig ver
schijnsel dat wordt gedaan met een prijzens
waardige geestkracht. Daar heeft men troepen en
weermiddelen noodig, die onmiddellijk tegen den
vjjand kunnen aangewend worden. Daarin wordt
voorzien. Nu wordt dientengevolge Java van troepen
ontbloot en er is dus versterking noodig. De
regeering toont zich daarvan doordrongen door ton
spoedigste versterkingen te zenden en krachtige
pogingen aan te wenden tot bevordering der werving
en tot overplaatsing van officieren en manschappen.
Maar de aldus verkregen macht is niet bestemd
voor Lombok en niet voor tijdelijk verblijf in
Indië, maar voor versterking, althans van eenigen
duur, der Indische strijdkrachten in het algemeen.
In die richting moet met nadruk gehandeld worden,
maar in het kader dier maatregelen passen de
bovenvermelde voorstellen niet, want geen dier
pogingen beoogt het Indische leger zelf te versterken,
en Lombok moet geholpen zijn, lang voordat
bedoelde plannen tot verwezenlijking komen.
Met meer voldoening en ingenomenheid zien wjj
de belangstelling voor de in Lombok gevallenen en
de daar strijdenden zich openbaren in pogingen om
aan zieken en gewonden hulp en steun te verschaffen,
Om de troepen te velde van de benoodigdheden en
versnaperingen te voorzien, die hun van gouver-
nementswege niet worden verstrekt en om do na
gelaten betrekkingen der gevallenen zooveel doenljjk
te holpen in hun dadelijken nood en te steunen in
de toekomst. Datiswat in hetkaderder omstandigheden
past, dat is wat dadeljjk en voor het vervolg
baat kan geven, dat is geschikt om den moed der
onzen aan te vuren en dat is een handeling, waar
toe ieder oprecht vaderlander naar de mate zjjner
krachten kan meewerken. Men taste zoo spoedig en
zoo diep mogelijk in de beurs en steune voorts de
regeering, waar zjj Lombok dadelijk van strijdbare
troepen voorziet, en de daardoor in hot Indische
leger ontstane leemten zoo spoedig mogelijk door
versterkingen van hier aanvult.
Amerika.
Va ii Dctli in Viuerikn.
In de Vrijheids-Banier van Grand-Rapids, dd. 13
Sept., lozen wjj het volgende:
Reeds een paar weken geleden kwam Gerrit van
Deth in Amerika, om er lezingen te houden over
de weesinrichting te Neerbosch. In het verslag in
De Telegraaf over de eerste vergadering te Paterson,
N. J., kwamen onderscheiden beweringen voor, die
wjj als te groote onzin beschouwden, dan dat wjj
verwachtten dat eenig verstandig hoorder van hem
zo voor waarheid zouden aanoemen. Dat in Mr. Van
't Lindenbout altijd een medelijdend hart voor zijne
medemenschen heeft gezeten, is ons door een geloof
waardig persoon medegedeeld. Als colporteur was
hij altijd bij die persoon te huis in Assen, Neder
land, en kwam er onderscheiden malen zonder jas
en meermalen zonder geld, hebbende zijn geld aan
arinen gegeven, en geen geld meer bezittende, gaf
hij zijne kleederen weg. Zou zulk een man als Van
't Lindenhout, reeds jong bezield met 'n medelijdend
hart voor zijne medemenschen, een beul voor kinderen
kunnen zijn? Het is ongelooflijk. Zou een man, die
te lui om te werken is, zooals Van Deth beweerde
dat Van 't Lindenhout was, de zware taak van
verwaarloosde kinderen opvoeden, vrijwillig gaan
op^ zich nemen? Niemand kan zulks gelooven. Toen
wij de levensbeschrijving van Van 't Lindenbout
door Van Deth gegeven, lazen, dachten wij, zou die
heer de bons kunnen doorstaan en zijne levens
geschiedenis te hooren openbaar maken Iets er van
wordt in een artikel in het Sioitx Center Nieuwsblad
door een oudwees gemeld, en welk artikel wjj hier
laten volgen:
»De uit het Diaconie-Weeshuis te Amsterdam
ontslagene suppoost Gerrit van Deth, is op heden
in Amerika, en met welk doel is deze edele weezen-
vriend hier heen gekomen? Is het soms omdat
zijn rol in Nederland uitgespeeld is? Is het soms
omdat hjj vier maanden gevangenisstraf, (de uit
spraak van de Middelburgsche rechtbank) wel wat
minder aangenaam vindt?
>Wel neen! Wie dat denkt is het spoor bijster.
De heer Van Deth is immers hier gekomen om
getuigenissen tegen Neerbosch bijeen te zamelen,
om dien den heer Van 't Lindenhout voor de voeten
te werpen. - Getuigenissen van de ongeveer 100
oudweezen die in Amerika zijn en met drie maanden
zal hij weder in Holland komen, om Van 't Linden
hout aan den rechter over te leveren I
>Zoo zwetsende beeft hij tenminste Nederland
verlaten, maar van die drie maanden is er reeds
een om en wij vernemen hier in het Westen nog
niets anders van Gerrit van Deth, dan dat hij in
Paterson getracht heeft, zijne schandelijke laster en
leugens aan den man te brengen.
»Wij raden Van Deth dus aan om daar wat
voortgang mede te maken. Amerika is groot en
oudweezen zijn overal verspreid, en inmiddels zit
de financieele commissie, dr. Biihler, ds. De Haas
en consorten, reikhalzend te wachten op de uit
komsten uwer Amerikaansche reis. Zooals ik toch
uit een brief uit Holland vernomen heb, is hem
door die commissie f 2500 ter hand gesteld.
»Of is het zijn doel hier in Amerika de taktiek
van »dubbeltjes slaan" uit de kwestie Neerbosch,
ook in praktijk te brengen? Als dat zoo is, dan
geloof ik dat hjj aan 't verkeerde kantoor geklopt
heeft. De Hollanders in Amerika hebben over het
al gemeen te veel gezond verstand om veel geloof
te slaan aan de praatjes van dezen avonturier. Hij
vindt hier te weinig van zijn soort.
't Is anders wel eens vermakelijk zijne lezingen
bij te wonen, vooral als hij te werk gaat evenals
in de Haarlemmermeer en zjjne hoorders vertelt:
»Ik heb een spoorwegongeluk gehad in België;
daar ben ik middendoor gereden op een velletje
na. Toen ik per rijtuig naar bet ziekenhuis werd
gebracht, hoorde ik een stem, welke zeide: »Gg zult
niet sterven! Ik heb u nog noodig.' Die stem, dat
was de stem van God". Waarlijk, hier kan men
den zeeman uit proeven! Janmaat neemt het zoo
nauw niet als het op spekschieten aankomt. Niet
waar mijnheer Van Deth? Dat weet u wel, u is
toch ook zeeman van beroep.
»In Paterson heeft Van Deth gezegd, dat hij ook
in Orange City uitgenoodigd is, om over Neerbosoh
te spreken. Wij voor ons weten volstrekt niet wie
dat gedaan zou hebben en gelooven dat die uit-
noodiging slechts in het fantastische brein van Van
Deth bestaat. Wellicht zal Orange City's bevolking
dus de twijfelachtige eer genieten, Gerrit van Deth
voor haar te zien opLtufcü. Wat echter zijn doel
betreft om hier getuigenissen van oudweezen te
verkrijgen, zoo geloof ik dat er hier niet een is,
die zich zal laten omkoopen voor een pak kleeren
en een gulden, zooal6 Van Deth dit in Amsterdam
met iemand gedaan heeft.
»Wat meer is, ik geloof dat ieder onzor hem de
deur zal wijzen. De getuigenis kan hij krijgen, dat
wij Gerrit van Deth verachten, een infame lasteraar
en eerroover, die volgens mijne mecning te lui is
om te werken en op deze wijze aan 'tgeld zoekt
te komen, van wien wij werkelijk, zooals hij zegt,
gelooven dat hij door een geest geïnspireerd wordt.
Maar het is een geest van satan.
»U, Mijnheer de Redacteur, dankende voor de
verleende plaatsruimte, teeken ik,
P. VAN DONSELAAR,
Sioux Center, Ia. Oudwees".
China.
Shanghai, 2 Oct. Te Peking neemt de
vjjandige stemming tegen de vreemdelingen toede
autoriteiten vinden bet bezwaarlijk, eene uitbarsting
der onlusten te verhinderen. De toonaangevende
mandarijnen te Peking vreezen, dat, ingeval de
Japanners op de stad aanrukken, deze ook zal
ingenomen worden, omdat do soldaten, bjj de heer-
schende ontevredenheid over de bestaande leger-
inriebting, niet te vertrouwen zijn.
Rusland.
In de Köln. Zeil. kwam dezer dagen oen corres
pondentie uit Petersburg voor, waarin gewezen
werd op de gestrengheid, waarmee de Russische
Czaar als familiehoofd de tucht handhaaft en wie
hem niet welgevallig zijn, uitstoot, of eenvoudig
niet meer tot de familie rekent. Trouwens, do keizer
van Oostenrijk laat ook niet met zich spotten, en
menige aartshertog, die een vorkeerden stap bad
gedaan, rilde bij de gedachte, dat de keizer hem
daarover onder handen zou nomen.
Maar wat nu Rusland betreft, het zwaarst ge
troffen, hoewol door eigen schuld, is de oudste zoon
van wjjlen grootvorst Konstantjjn Nicolajevitch,
grootvorst Nicolaas Konstantinovitch, die, vnu alle
ambten en waardigheden ontzet, in Toerkestan in
ballingschap leeft. In zjin jeugd had hjj zich aan
een erqstig vergrijp schuldig gemaakt en was door
zijn oom, keizer Alexander II, verbannen. Na diens
dood verscheen hij onverwacht to St. Petersburg,
verlangde van zjjn neef Alexander III, dat deze
hem in al zijn rechten zou hereto]len, en toen hem
dit geweigerd werd, wierp hjj zich in de armen
der nihilistische partij.
Onmiddellijk liet de Czaar hem oppakken; hjj
moet langen tjjd in de vesting Schlllssenberg hebben
gevangen gezeten en ook thans in Toerkestan onder
scherp toezicht staan. Hjj gaat zelfs zoover, aan
spraak op den troon te maken en beroept zich
daartoe op het volgende
Volgens de Russische familieregeling is de oudste
zoon van den Czaar troonopvolger.
Alexander II na werd geboren niet als zoon van
den Czaar, maar als oudste zoon van grootvorst
Nicolaas, wiens troonopvolging toenmaals nog niet
vaststond. Grootvorst Konstantijn echter, tweede
aooa van grootvorst Nicolaas, werd geboren toen
deze reeds Czaar was; was alzoo, spitsvondig ge
redeneerd, de oudste zoon van den Czaar en had
dus, volgens den eiscb van den verbannen grootvorst,
keizer moeten worden. Om voortaan dergelijke
aanspraken eiken schijn van recht te ontnemen,
bepaalde Alexander II, dat bjj elke troonsverande-
riig niet alleen de nieuwe Czaar, maar ook de
Czarevitch den eed van trouw moet afleggen.
Een andere grootvorst, Michael Michaelovitch,
zoon van grootvorst-veldmaarschalk Michael Nico
lajevitch, viel in ongenade bij zijn ouders en den
Czaar, door zjjn huweljjk met gravin Merenberg.
Hjj bleef wel is waar in het bezit zjjner rechten
van grootvorst, doch werd uit de lijst der armee
geschrapt. Diens oudste zoon staat evenmin in gunst
bjj Alexander III en de keizerlijke familie. Hjj staat
politiek als „rood" bekend, en slaagde er evenmin
in, zich een positie in zijn regiment, in de salons
of aan het hof te verwervenwaarom hjj zijn over
plaatsing verzocht en verkreeg naar den Kaukasus.
Ook grootvorst Nicolaas Nikolajevitch, oudste
zoon van wjjlen grootvorst-veldmaarschalk Nicolaas,
is noch aan bet hof noch in bet leger bemind. Zijn
moeder, grootvorstin Alexandra Petrovna, geboren
Prinses Von Oldenburg, leeft te Kieuw in een
klooster, in vrijwillige verbanning van het hof.
Haar broeder, hertog Konstantijn, is evenmin een
gewenschte gast aan het keizerljjk hof en moet in
den Kaukasus wonen.
En zoo zouden er nog meer zijn op te noemen.
Maar men ziet hieruit reeds, zegt de Köln., dat de
positie van den Czaar ook als familiehoofd niet
gemakkeljjk is.
Spanje.
De Madridsche schoenmakers hebben een dans-
voreeniging gesticht, met geen ander doel, dan bet
vereljjten van de schoenen te bevorderen. Die
vereeniging geeft tweemalen per week een bal. Do
toegangsprijs is daar voor ieder danspaar 25 cents
maar ieder danser of danseres ontvangt een kaartje,
en twintig zulke kaartjes geven recht op een paar
schoenen of laarzen uit het magazijn der vereeniging.
Op die kaartjes staat een rijmpje:
>Laat uw voeten nimmer in ruste,
Dans, spring en slijt uw schoenen met luste.
Do schoenen, die aldus ten geschenke worden
gegeven, zullen wel van niet te best leer en op
slijten gemaakt zjjnanders kwamen de schoenmakers
blijkbaar practische lieden bedrogen uit.
Italië.
Hit Rome meldt men weder eens iets over den
welbekenden Tiburzi. Deze werd in 1870 naar het
bagno te Civita-Vecchia gebracht, waaruit hjj
echter wist te ontkomen. Zoodra hij vrij was, ver
borg hjj zich in de bosschen, in de nabijheid waar
hjj tot op den huidigen dag nog verblijf houdt.
Gedurende de eerste jaren, op zijne ontvluchting
volgende, was hij de 6chrik van de lieden in den
omtrekvooral was hjj zeer streng jegens dengene,
die aanwijzingen omtrent zjjne verblijfplaats durfde
verschaffen. Hij liet zoo iemand weten, dat hij hem
zou straffen, zoodra de gelegenheid zich voordeed,
en eon schot uit een karabjjn maakte vroeg of laat
een einde aan het leven van dén verklikker. Zelfs
hield hij zijne wraakoefeningen dikwijls in het
openbaar, om het voorbeeld te afschrikwekkender
te doen zijn.
Na verloop van tijd verkooB Tiburzi een rustiger
leven. Hij sloot overeenkomsten met grondeigenaars
dezen zouden hem naar gelang van hun vermogen
betalen, en in ruil verbond hij zich niet alleen om
hen zelf ongemoeid te laten, maar om hen te ver
dedigen tegen boosdoeners.
De toestand duurt nog steeds voort, zonder dat
het der politie gelukt Tiburzi te vatten. De grond
bezitters zelf verklaren, dat zjj het nooit zoo veilig
hebben gehad.
De correspondent der Corriere Nationals, die
vrienden schijnt te hebben in die streek, waar
Tiburzi den scbepter zwaait, verhaalt, dat de oude
roover zich ophoudt in een prachtige grot, zeer
ruim en voor het oog van onbescbeideneu verborgen.
In deze grot, gelegen te midden van het woud,
richt Tiburzi avondfeestjes aan. Eten en drinken
moeten bjj den bandiet zeer goed zjjn. De politie
schijnt nog steeds met machteloosheid tegenover
hem geslagen.
De oude schelm heeft een zoon, dien hjj elders
laat 6tudeeren. Van tjjd tot tjjd zoekt hij dien op
en hjj staat ook toe, dat zjjn zoon hemzelven nu
en dan bezoekt, echter niet te dikwjjls, omdat zijn
vader vreest, dat de jongeling smaak mocht krjjgen
in het bandietenloveu. Hij wil van hem een fat-
soenlijk man maken
Twee meisjes, 18 en 20 jaren oud, te Diano
Aventino, in de Riviera, die op denzelfden jongeling
verliefd waren, hebben geduelleerd. De jongste stak
de oudste een dolkmes in 't hart, doch toen zij
baar slachtoffer zag vallen, sneed zjj zichzelf den
hals af. Beider ljjken werden in oen bloedbad
gevonden.
Frankrijk.
Diep gezonken. Nabjj Parjjs, op een der boule
vards, hielden twee agenten Vrijdagnacht, in het
kreupelhout een man aan van 40 jaar, ellendig
gekleed. Voor den commissaris van politie gebracht,
weigerde de landlooper in hot eerst te zoggen wie
bjj was en do overheidspersoon werd getroffen door
zijn beschaafde taal en manieren. Met veel moeite
bracht hij'den man er eindeljjk toe, opheldering te
geven en toen verklaarde bij markies van geboorte
te zijn. Een 10-tal jaren geleden bezat hg een kapitaal
dat 300,000 francs rente afwierp on dat bij geheel
verkwist hadthans bezat hjj niets meer. Toch had
hij nog aanspraak op een millioen, waarvan hjj echter
geen cent van zjjn voogd kon loskrijgen en dien
tengevolge verkeerde hjj in de diepste ellende. Te
vergeefs bad hij aan alle deuren geklopt.
Ten slotte had hij zich, ten einde raad, tot de
groote familiön gewend, waaraan hg verwant was,
maar men bad hem als oen bedrieger weggejaagd.
Een maand geleden was hg, uitgeput door armoede
en ziek van gebrek, in het hospitaal geweest. Een
paar nachten bad hg nu in een toevluchtsoord
doorgebracht, waar hjj ook niet durfde terugkomen.
Bevond van koorts bad hjj zjjn hoed opgehouden,
toen een van zijn bloedverwanten, een millionair,
voorbijging.
Deze had, zonder hem te herkennen, oen franc
stukje in zijn hoed geworpen, waarvan hij zijn
honger had gestild. De politie, wio de waarheid
van dit treurige verhaal gebleken is, zal stappen
doen bjj de familie, om den ongelukkige uit zijn
hopeloozen toestand te redden.
In de wijk La Chapelle to Parijs kwam
Zondag iemand met een wagen aan een huis, ver
klarende door den loodgieter uit naam van den
eigenaar gezonden te zijn om het dak te vernieuwen.
Men liet hem begaanhij haalde al het zink en lood
en do regenpijpen af, laadde alles kalm op zijn
wagen en reed heen, verklarende 's middags te
znllen wederkomen. Toen het avond werd zonder
dat hij verscheen, deed men zich bij den eigenaar
beklagen en het bleek dat een stoute dief voor
eigen rekening aan het werk was geweest.
Engeland.
De millionair Hugh M'Calmont, die in October
1887 te Londen overleed, had in zjjn testament,
bepaald, dat zjjn geld zeven jaren lang met interest
op interest uitgezet en daarna aan zijn achterneef
Harry M'Calmont uitgekeerd moest worden.
Die gelukkige erfgenaam, die luitenant bij de
Schotsche lijfwacht en eigenaar van het vermaarde
renpaard »IsingW is, ontvangt nu in de volgende
week 4,000,000 pd. st. (48 millioen gulden). Waar
schijnlijk heeft zelfs in het rijke Engeland niemand
nog zulk een som gelds direct tot zijn beschikking
Hg is 33 jaar oud en weduwnaar dus een
»mooie partij".
Duitschland.
Terwijl het is uitgemaakt, dat het onderofficieren-
standje in do pyrotechnische hoofdschool te Berlijn
niets met politieke woelingen heeft te maken, loopen
er omtrent de oorzaak toch zeer van de officieele
berichten verschillende lezingen. Die van den corres
pondent der N. Rott. Ct. is, dat de nieuwe kommandant
een einde had gemaakt aan de vrijheden, dio aan
de leerlingen dezer school sinds geruimen tjjd waren
toegestaan. Vandaar ontevredenheid over de gestreng
heid van den kommandant. De onderofficieren voevdon
sinds eenigen tijd ernstige plagerijen en grappen
tegen de officieren, die de wacht hadden, uit, welke
meer pasten voor een overmoedigen troep studenten,
dan bij de strenge tucht eener instelling voor
militair onder wijs. Verscheiden waarschuwingen van
den bevelvoerenden majoor en directeur der school.
Von Stettin, bleven vruchteloos. Zaterdagavond
kwam het tot een uitbarsting, toen de majoor om
elf uur een aantal onderofficieren aan een ver
boden drinkgelag verraste en met getrokken sabel
tusscbenbeide trad. De aangeschoten, boos geworden
jongelieden maakten een hevig kabaal, maar zonder
dat het tot mishandeling kwam. Von Stettin waar
schuwde terstond den Minister van Oorlog en deze
den Keizer, die last gaf ernstig en gestreng op te
treden.
Te middernacht verscheen het tweede bataillon
van het 4e regiment der garde met geladen geweer
voor het gebouw der pyrotechnische school. Daar
werden 180 man uit het bed gehaald en gevangen
genomen. Des ochtends tegen 4 ure ontstond vóór
het gebouw nieuwe levendigheid. Een eskadron van
het tweede garde-regiment der nlanen kwam aan
rijden, omsingelde het gebouw en toen werden er
nog 20 man uit 't bed gehaald en gevangen genomen.
In den voormiddag volgden nog eenige arrestatiën,
Zoodat de school nu tamelijk ledig is. De arrestanten
werden onder scherp militair escorte met een buiten
gewonen spoortrein naar de vesting Maagdenburg
overgebracht.
Een koopman in Oost-Pruisen, die bankroet
moest gaan, heeft aan zijn sehuldeischers in vollen
ernst het origineele voorstel gedaan, dat elk hem
100 mark zou geven, ten einde zjjne zaken te
kunnen voortzettenhij voegde daarbjj de verklaring
dat hg in dat geval in staat zou zijn al zijne
sehuldeischers over eenigen tijd ten volle te betalen.
Daar hg aan 500 menschen geld schuldig was,
zon hg bg aanneming van het voorstel 50,000 mark
bijeen hebben, waarmede men al iets doen kon.
Verscheiden sehuldeischers hebben al hun toe
stemming gegeven, omdat zij zeggen dat, wanneer
men verscheidene duizenden verloren acht, men
nog wel honderd mark kan wagen om alles wel
licht terug te krjjgen.
De kanonnenkoning Krupp te Esschen heeft
onlangs eene volkstelling over zijn personeel doen
houden. In zijn fabrieken enz. zijn 17176 beambten
en arbeiders werkzaam, die met al de leden hunner
gezinnen een bevolking van 60834 personen ver
tegenwoordigen. Van dit zielental zijn 57S1 be
ambten en werklieden, waarbij 15281 gezinsleden
komen, in woningen van Krupp gehuisvest, terwijl
701 man van het personeel eigen huizen bezitten.
De overige 10744 man wonen met hunne gezinnen
in huurhuizen.
Ingezonden stukken.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mg s.v.p. in de eerstuitkomende N.Bode
een plaatsje voor onderstaande vraag.
Waarom werd er in het voorjaar van 1894 «ene
vergadering belegd van de afdeeling Zierikzee der
Maatschappij ter bevordering van Landbouw en
Veeteelt in Zeeland, om bet beginsel van voor- of
tegen een Coöperatieve Suikerpeónfabriek uit te
spreken
Daartoe is van genoemde afdeeling een commissie
benoemd. De uitslag van de onderzoekingen is
bekend en pleit in beginsel vóór coöperatie.
Maar nu ontving schrijver dezes ter in
lijst, die vjjf dagen in circulatie was i
waarop geen enkele handteekening voorkwam. Ik
teekende ook niet en de reden daarvan was dat
grootere grondgebruikers dan ondergeteekeude, die
met de daarstelling eener coöperatieve fabriek vol
komen instemmen, niet hadden geteekend. En ieder
die bot hoofd der lijst leest, met zich zelve te rade
gaande, vraagt: waarom geen algemeeue vergadering
der afdeeling Zierikzee Daar komt of moet komen
wrijving van gedachten, meer verduidelijking van
enkele vragen, die nu eenigszins afschrikken, maar
die daar volgens mijne gedachten wel tot klaar
heid zullen komen.
Mocht zulk eon vergadering belegd worden, roep
ik alle leden (en peönverbouwers, die ik hoop dat
in de gelegenheid zullen worden gesteld die ver
gadering bg to wonen) tooneemt deze gelegenheid
waar; laat, hoe slecht de tijden ook zijn, u niet
ontmoedigen. Laat eene fabriek voor ons niet onze
redding zijn in deze tijden, het kan toch ook nooit
de oorzaak van onzen ondergang zjjn. Maar moedig
voorwaarts, de handen ineeueendracht maakt
macht; bij de pakken neer te zitten is zeker onzen
ondergang. Gelooft toch: wanneer men met angst
bezield is en het maar steeds aan het toeval over
laat, dat dan de landbouw, de trots van onze ge
westen, spoedig tot de geschiedenis zal behooren.
Manmoedig gestreden: met goeden wil kan veel tot
stand komen en komt er op deze vraag of cauterie
eene vergadering, dan trouw opgekomen en getoond
dat de beurs wel, maar do geest tot onderneming
niet verlamd is.
EEN KLEIN LANDBOUWER,
die hoopt op een Coöperatieve Suikerpeênfabuék.
Zierikzee.
346ste Staats-Loterij.
Collecten uit het 2e district van Zeeland.
Trekking der 5e klasse van 2, 3 en 4 October 1894
(laatste week).
Prijzen van f 70.
5461 8186 10296 15790 15793 19444 20482
Nieten.
2608 5500 8174 8217 8245 8300 10293
2609 7563 8177 8223 8268 9537 10295
5458 8152 8189 8224 8279 9545 15751
5463 8154 8193 8229 8292 9558 15754
5484 8156 8195 8238 8293 10276 15780
5492 8L70 8211 8239 8294 10281 19443
Bnrgerlyke Stand van Zierikzee.
geboren:
29 Sept. Een dochter van J. van den Hoek Cz. en O. den
Boer. Een zoon van D. Verloo en J. K. van den Berge.
30 dito. Een toon van H. van der Baan en J. J.
Nederhand.
gehuwd:
2 Oct. J. Tuinder, 29 j., j.m. en K. H. Schillemans,
32 j., j.d.
overleden:
20 Sept. A. C. van Reeveren, Hm. (over), te Zeven
bergen). 29 dito. C. Tujjten, 76 jwed. J. Smits.
30 dito. J. Verhoek, 1 ra., d. 4 Oct. M. Lagcher, bjj na
75 j., wed. van M. Platschorra»