ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Dinsdag 19 Juni 1894. De Onteigeningswet. Algemeen Overzicht NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 50ste JAARGANG. No. 6474. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Advertentiënvan 43 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 42 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode" Naar gemeld werd, zou aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken een onteigeningswet in be werking zijn. Het is te hopen, dat dit juist zij, want ons onteigeningsrecht eischt dringend ver betering. Onwaarschijnlijk is dat bericht niet, want de tegenwoordige Minister van Binnenlandsche Zaken heeft reeds als Kamerlid een ontwerp tot uitbreiding en nadere regeling van het recht van onteigening ten algemeenen nutte door gemeente besturen ingediend. Het is dus zeer verklaarbaar, dat hij nu, als Minister, de zaak breeder opvat en het geheele onteigeningsrecht aan eeue volledige herziening wil onderwerpen. Het is nu de tijd niet meer om het ontwerp van het Kamerlid te behandelen en het ontwerp van den Minister is nog niet bekend. Doch in hetgeen het Kamerlid voorstelde, is wel eone aanleiding gelegen, om de aandacht te vestigen op een paar hoofdpunten, die bij de nieuwe regeling zeer in aanmerking dienen te komen en waaromtrent het bekende ontwerp reden geeft te vreezen, dat eene oplossing niet in de goede richting zal worden gezocht. Een der hoofdgedachten van den heer Van Houten in zijn vroeger ingediend ontwerp was bouwterrein, dat in handen was van eigenaren, die, wachtende op de dingen die komen zouden, dit niet ten al gemeenen nutte aanwendden, door de gemeente besturen te doen onteigenen, voor den aanleg van arbeiderswoningen, fabrieken en dergelijke geschikt te maken en dan voor den prijs dien het gekost had, verhoogd met de kosten der aangelegde werken, over te dragen aan een nieuwen eigenaar, die er de gewenschte bestemming aan zou geven. Dit stelsel komt tot zekere hoogte tegemoet aan een zeer ernstig bezwaar. De werken van openbaar nut, die de waarde van de bijzondere grondeigen dommen belangrijk verhoogen, komen nu, wat de kosten betreft, in den regel grootendeels, zoo niet geheel ten laste der gemeente, terwijl de voordeelen bijna uitsluitend ten bate komen van de bijzondere eigenaren. Wordt het stelsel-Van Houten toegepast, dan zullen de kosten in allen geval in de gemeente kas terugkeeren. In allen geval? Dat zal nog de vraag zijn. Het zal zeer goed kunnen gebeuren, dat de zaak niet meevalt, en dat de toeneming der waarde van den grond door de ondernomen werken, niet groot genoeg is, om de kosten van onteigening en van de werken te dekken. Dan blijft de gemeente met het tekort zitten. Is daarentegen de waarde grooter, wat veelal het geval zal zijn, soms in zeer belang rijke mate, dan gaan de nieuwe verkrijgers met de voordeelen strijken. Waartoe? Waarom zou men die aan de oorspronkelijke eigenaars onttrekken, om ze aan latere verkrijgers te geven. En waarom zou men niet de gemeente, die met de schade-posten blijft zitten, ook de voordeelen gunnen? r Naar ons inzien moet dit het streven zijn bij de herziening der onteigeningswet, dat men der ge meente, die bij toeneming der bevolkiug zich groote kosten moet getroosten voor onderwijs, bestrating, rioleering, verlichting, politie, enz., een tegemoet koming doe ten deel vallen, door haar in de gelegenheid te stellen partij te trekken van de waarde-vermeerdering der gronden, die ten deele van die uitbreiding, ten deele van haar eigen werken het gevolg zijn. Thans moet men het lijdelijk aanzien, dat die voordeelen in den schoot vallen van hen, die eigenaren zijn van toevallig gunstig gelegen gronden. Maar welke redenen van billijk heid of van recht er zijn kunnen, die voordeelen niet aan den tegenwoordigen, maar wel aan een toekomstigen eigenaar te gunnen, is kwalijk in te zien. Daarentegen pleit er alles voor, die voordeelen noch aan den tegenwoordigen, noch aan den toe komstigen eigenaar te laten, maar ze te naasten voor het algemeen. Dit zou kunnen leiden, wordt beweerd, tot eene ongezonde speculatie in bouwterrein. Dat zulk een ongezonde speculatie, door particulieren, het recht- streeksch gevolg zou zijn van het stelsel van den heer Van Houten, is in de gewisselde stukken duidelijk aangetoond. Maar hoe daarvoor bij de gemeente-besturen eenige gegronde vrees kan bestaan, is ons niet duidelijk. Zoo men het al mogelijk acht, dat de gemeente-besturen, om hun geldelijlcen toe stand te verbeteren, daartoe zouden besluiten, dan 1 zouden zij toch de medewerking van Gedep. Staten en van den wetgever noodig hebben, en die zal wel niet vei'leend worden zonder dat er goede gronden voor de ingediende plannen worden aan gevoerd. Zal dus de onteigeningswet op dit punt doelmatig gewijzigd worden, dan moet zij gelegenheid bieden om de gemeente partij te doen trekken van de uitbreidingswerken, die haar nu alleen kosten ver oorzaken. Doch er is een tweede zaak van nog dringender belang, die in het ontwerp van den heev Van Houten geheel is voorbij gezien en bij eene herziening der onteigeningswet in haar geheel zeker in aanmerking moet komen. Er moet gelegenheid geopend worden, niet alleen om gronden te onteigenen tot aanleg van werken van openbaar nut, maar ook en vooral om perceelen op te ruimen, die bestaan blijven in strijd met het openbaar belang. Er bestaan in tal van gemeenten slechte woningen, gevallen in ééne buurt opeengehoopt, zonder vóSoemë middelen van verkeer, zonder voldoende toetreding van licht en van lucht. Wil men die opruimen, dan moet men ze in der minne aankoopen, en dan worden de eischen zoo hoog gesteld, dat zulk een werk slechts zeer langzaam en met zeer veel beleid en altijd ten koste van aanzienlijke geldelijke opofferingen kan plaats hebben. Alleen wanneer toevallig zulk een broeinest van onreinheid, onge zondheid en onzedelijkheid op een plek staat, die voor een werk van algemeen nut beBtemd kan worden, kan men voor dit werk onteigening vragen. Maar die toevallige omstandigheid doet zich slechts zelden voor. En dan staat men machteloos. Zelfs als men eene straat door zoodanig kwartier wil breken, heeft men misschien kans grond voor de straat te onteigenen, maar blijven de aanliggende perceelen in handen der eigenaars, die van het kostbare werk dor gemeente do voordeelen in den zak steken. Dit is de voorname reden, waarom op dit gebied niet krachtig de hand aau het werk kan worden geslagen. De zorg voor het boawen van goede woningen behoeft geen bezwaar op te leveren. De voorbeelden zijn er, dat voor de huurprijzen, die voor slechte en onvoldoende woningen betaald moeten worden, ook goede wouiugen kunnen ver strekt worden en dan nog voordeel geven aan de ondernemers. Het is zelfs gebleken, dat eene regeling ta treffen is, waardoor een huurprijs, die dien van woningen van gelijke waarde niet overtreft, op den duur do eigendom aan de bewoners verschaft. M» behoeft zich dus niet bekommerd te maken over de vraag: hoe komen er goede wouiugen; er zullen spoedig genoeg maatschappijen en vereenigingen ontstaan, die in die bohoefte ten nutte van deu minvermogenden stand en zelfs met eenig voordeel voor zich zelve voorzien, al3 maar die andere vraag beantwoord ishoe komen we van do slechte woningen en vooral van de slechte woningbuurten af? En op die vraag moet eene goede onteigenings wet het antwoord geven. der vorige week. In aansluiting aan ons vorig Overzicht moeten wij beginnen met den verderen loop der gebeurte nissen in Hongarije mede te deelen. Zooals toen reeds als gerucht werd medegedeeld, bleek inder daad Graaf Thuren voor de opdracht om een ministerie te vormen, te hebben bedankt, en zag de Keizer zich verplicht weer tot Wekerle zich to wenden. Aanvankelijk scheen deze ook niet geneigd toe te geven, omdat de Keizer als eisch had gesteld, dat de Minister van Justitie, die het ontwerp tot invoering van het burgerlijk huwelijk zeer krachtig had verdedigd, niet weder in de combinatie zou worden opgenomen. Maar ook van dien eisch heeft do Keizer afstand gedaan, en zoo heeft Hongarije weer een nieuw ministerie, dat weinig verschilt van het oude. De hoer Wekerle staat weer aan het hoofd, en verder zijn in het bezit banner portefeuilles gebleven: de Ministers van Oorlog, van Justitie, van Binnenlandsche Zaken en van Koophandel. De heer Jozipovics is benoemd tot Minister van CroatiG en Slavonic'baron Eótvb's tot Minister van Onder wijs en Eeredienst en graaf Andrnssy tot Minister van het Huis des Koniugs. Do liberalen zijn zeer in hun schik met deze oplossing. Do Koning-Keizer, die in de hoofdstad vertoeft, ontving vele bewijzen van ingenomenheid des volks met zijn besluit om de liberalo Regeering te handhaven. Het programma van hot thans weer opgetreden Ministerie is natuurlijk hetzelfde als dat van het voorgaaude. Twijfel kan er nu wel niet meer bestaan, of do Magnatentafol zal het voorstel tot invoering van hot burgerlijk huwelijk aannemen. De Keizer zal wel zorgen, dat die leden, die er tegen zijn, wegens «gezondheids- redenen" de beslissende zitting niet zullen kunnen bijwonen. Crispi heeft aan do Itallaansche Kamer woder eens eene verrassing bereid. Hij stelde voor, eene commissie te benoemen van 18 leden, die in groote trekken de hervormingen, die de voorgestelde wijzigingen en bezuinigingen in de begrooting zou kunnen nagaan en de gevolgen ervan zou kunnen aangeven. De Kamer nam dit voorstel aan en Crispi had dus alle reden om tevreden te zijn; maar toch schijnt de verkregen meerderheid hem te klein to zijn geweestalthans hij en zijno collega's dienden huu ontslag in. Dc Koning nam het aan, maar belastte Crispi opnieuw met do vorming van een Ministerie. Heel vlot ging dat ditmaal niet. Hij onderhandelde met Zanardelli, maar deze onder handelingen leidden tot geen resultaat. De heer Zanardelli wilde, dat Crispi de plannen der financiGele commissie tot dc zijne zou maken, maar deze wilde daarvan niets weten en bleef vasthouden aan die van den Minister van Financiön. Sonnino, do Minister van Financil'n, zou wel eene kleine bezuiniging in de legerkosten willen toestaan, maar hij weigert zijn plan tot inhouding van een deel der rente prijs to geven, waavdoor op gemakkelijke wjjze eene som van vijftig millioen lire zou kunnen worden bespaard. Crispi op zijn beurt wil echter van bezuinigingen op leger en vloot niet veel hooren. Toch zal hetzelfde ministerie weer op nieuw voor de Kamer verschijnen en dus ook met Sonnino. De beraadslagingen over de financiGele maatregelen zullen worden hervat, de verhooging der grond belasting zal men laten vallen en de Regeering verlangt, dat men het wetsontwerp, waarbij aan haar vrijheid van handelen wordt gelaten, weer zal worden overwogen. Verder schrijft men haar de volgende plannen toe: Zoodra hot budget en de noodige ontwerpen zullen zijn aangenomen, met andere woorden, zoodra zij haav zin zal hebben gekregen, zal de Rogeering de kamerzitting doen verdagen om vervolgens tot ontbinding over te gaan. Crispi meent, dat er met deze Kamer niet te regeeren valt en hij zou baar reeds lang hebben ontbonden, indien de Koning hem daartoe machtiging had willen verleenen. Dat deze zich hiertoe nog niet heeft laten vinden, schijnt vooral voort te spruiten uit het feit, dat aan het hof groote bezorgdheid 1- rscht over de stemming in het land, welke zich g" -;t heeft naar aanleiding van do beslissingen der krijg.-,. -i op SiciliG. De kieswet-regeling in lielgtë is in de Kamer gcGindigdmet 70 tegen 44 steramen is het laatste voorstel aangenomon en daarmede is do arbeid der grondwetsherziening besloten. Zooals bepaald was, zou de Kamer op 12 Juni uiteengaan; maar daar de aanhangige werkzaamheden nog niet zijn af- geloopen, had de Regeering een voorstel gedaan, om de sluiting dezer zitting nog eenige dagen uit te stellen. Maar de linkerzijde weigerde verder aan de beraadslagingen deel te nemen. Zij beriep zich op art. 51 der grondwet, dat bepaalt: «de leden der Kamer van Afgevaardigden worden gekozen voor vier jaren. Voor de helft tredeu zij alle twee jaren af'. De tegenwoordige Kamer is het product der algemeene verkiezingen, welke in 1892 op den tweeden Dinsdag van Juni, ingevolge de ontbinding plaats hadden, zoodat het mandaat van de helft der leden, welke volgens den opgemaakten rooster na verloop van de grondwettelijke twee jaren aftreedt, met den tweeden Dinsdag van Juni, dat is 12 dezer, vervalt. Op grond daarvan weigerde de linkerzijde verder deel te nemen aan de discussion. Toch werd met 67 tegen 51 stemmen besloten het ontwerp butreffeude de invoerrechten aan de orde te stellen. Toch schijnt de Rogeering ingezien te hebben dat werkelijk de liberale partij gelijk had; althans de laatste berichten lniden, dat de beraad slagingen over dit ontwerp tot na de verkiezingen, in den herfst das, zjjn uitgesteld. In de laatste levensdagen der Kamer heeft deze nog de verbittering der liberalen opgewekt tegen het kabinet de Burlet, door het aannemen der beschermende rechten op boter en meelen nn vreest men, dat de graanrechten nog wel zullen volgen. Thans reeds staat de Burlet geheel onder den invloed der groot-grondbezitters, wier clericale vertegenwoordigers er steeds op uit zijn het brood duurder te maken. Amerika. Te Panama woedde een groote brand. Toen het bericht afgezonden werd, woedde het vuur nog nltjjd voort en reeds waren 225 gebouwen in do asch gelegd en bedroeg de schade 1.500.000 ds. Er is gebrek aan water. To Chicago is dozer dagen een dames-vereeniging opgericht tot «opleiding en vorbetering der getrouwde mannen". De leden gaan van de veronderstelling uit, dat do vertegenwoordigers van het sterke geslacht veel te slecht en te gemeen zjjn om door haar de eer van 't echteljjk samenleven te worden waardig gekeurd. Evenals er vereenigingen bestaan tot zedelijke verbetering van ontslagen tuchthuis boeven, zoo stichten deze dames thans een genootschap tot verbetering der mannen. De man zal stelselmatig in dressuur worden genomen. Hij moet zich het drinken, rooken en snuivon afwennen, hjj mag niet moer mopperen als zijn vrouwtjo negen tiende gedeelte van zjjn inkomen aan hoeden, japonnen on sieraden uitgeeft, hij moot het kaartspelen en zjjn vrienden uit de club laten varen, hjj raoet van alle gewoonten die geld kosten afstAnd doen, opdat zijn vrouw dos te beter haar zin zal kunnen volgen, kortom hjj moot een geheel ander rnensch worden en als 't ware binnenste buiten worden gekeerd oin do oer te wordon waardig gekeurd, aan do zijde van een wezen dat zoo hoog boven hem staat, den pelgrimstocht door het aardscho leven te maken. Een troep als negers vermomdo mannen heeft een Engelschen geneesheer te Newport in Virginia dr. Stone geheel uitgekleed, geteerd en vervolgens met veeren bestrooid. De man word gewaarschuwd, dat hij, al9 hij na zes dagen nog in Newport zou zijn, gelyncht zou worden. De Regecring to Washington heeft besloten een som van 5750 dollars beschikbaar te stellen ten behoeve van de nagolaten betrekkingen der bemanning van de reddingboot van het stoomschip «Amsterdam" der N. A. S. M. en den eenig overgebleven zeeman A. v. d. Wilt, ter zake der pogingen tot redding der bemauning van de Amorikaansche schoener Maggie E. Wells". In Pennsylvania zijn do werkstakers weer slaags geweest- mot de politie. De mijnwerkers verloren den slag en uamen de vlucht met achter lating van eenige dooden. Italië. Te Florence braken vier raanuen in de woning van den rijken mozaïkhaudelaav Bosi in, worgden een oude dienstbode en een dienstmeisje van 17 jaar cn stalen geld en kostbaarheden tot een waarde van f 40.000. Een rijk koopman te Milaan kreeg, dezer dagen, een ongeteekenden brief, waarin geöischt werd dat een bedrag van vijfhonderd gulden op een aangewezen plaats zou worden bezorgd; ge beurde dit niet, dan zou zijn huis in brand worden gestoken. Een uur na ontvangst van dit schrijven kwam een agent bij hom, die hem mededeelde dat de politie achter de zaak was gekomen, en hij ver zocht hem de vjjfhonderd gulden mede te geven om die op dc bewuste plaats te brengen, en op die manier den schrjjver van den dreigbrief in handen te krijgen. Dc koopman ging op dit voorstel in. Daar hij echter na verscheidene dagen zijn geld nog niet terugkreeg, begon hij de geschiedenis ver dacht te vinden. Hij bracht een bezoek aan het politie-bureau, waar men hem natuurlijk uitlachte. Onze vrieud zocht het verder, een onderzoek werd ingesteld en nu vond men werkelijk den vernnftigen agent, die de vijfhonderd gulden had afgehaald, maar ook zelf. den brandbrief had geschreven. Oostenrijk. Do telegraaf heeft het bericht gebracht van een mijn-ongeluk, het ergste, dat ooit in Oostenrjjksch- SileziG voorkwam. De mijn «Franziska", gelegen in de nabijheid van Karwin, waarin de eerste ontploffing van het mijngas plaats had, is het eigendom van graaf Larisch, een der grootste grondeigenaren in deze streek en door een onderaardschen gang verbonden mot een tweede groeve, die eveneens weldra in brand stond. In de eerste mijn kwamen 120 man, in do tweede 80 man om. Alle pogingen, om die ongelukkigen te redden, misluktenvan de redders, die met heldenmoed hun makkers to hulp snelden, werden nog velen ernstig gekwetst en kwamen zelfs nog twee inge nieurs om. Zwitserland. In Zwitserland klaagt men niet minder, dan elders iu Europa, over den buitengewoon gureu zomer. Als een staaltje kan dienen, dat het in den nacht van 11 op 12 Juni te Chaux-de-Fonds zoo hevig heeft gesneeuwd, dat de sneeuw hier en daar 12 centimeters hoog lag. In enkele gedeelten des lands was de dienst der bergspoorwegen reeds geopend, maar ten gevolge van de sneeuw moest do dienst onmiddellijk weer worden gestaakt, zeer ten ougerieve van de touristen, die zich reeds iu Zwitserland hadden gewaagd. Evenwel zijn het niet alleen de reizigers, die klagen. Vooral de boeren, wier vee roods iu de dalen was, zijn allesbehalve tevreden over deze onverwachte Juni-sneouw. Rusland. Aangezien er bij de laatste arrestatie van nihilisten verschillende plannen van sommige der keizerlijke kasteelen ontdekt werden, waaruit een volkomen kennis der plaatselijke gesteldheid bleek, heeft de Czaar generaal Tscherevin gelast een bijzonder nauwlettend toezicht op die kasteelen uit te oefenen. De generaal zal belast worden met de bewaking niet alleen van de kasteelen, maar van het geheele personeel. Dagelijks moet hij rapporten in ontvangst nemen over al wat er maar in de sloten of hun omtrek moge voorvallen, terwijl aan het eind van ieder jaar 1,000,000 roebels te zijner beschikking gesteld zal worden ten behoeve der bedienden, die hem bij zijn taak geholpen zullen hebben. Groot-Brittannië. Omtrent de ramp hjj Westport, een havenplaats aan de Iersehe kust, reeds in het kort in ons vorig nummer medegedeeld, verneemt men nader: In het begin van den zomer zijn vele werklieden gewoon vau het eiland Aschill by Ierlands westkust naar Westport over te stoken, ten einde bij den oogst te helpen. Een honderdtal dezer arbeiders had zich ook nu ingescheept op een boot naar Westport, ten einde, zich van daar naar Engeland en Schot land te begeven. Tengevolge van een verkeerde manoeuvre van den bestuurder dezer zeilboot kan telde de boot, met bet gevolg dat allen die er zich op bevonden, te water geraakten. Wel is waa kenden de meeste arbeiders zwemmen, maar dit baatte niet, daar zij verward geraakten in het tuig. Zonder twyfel zouden weinigen er het leven hebben afgebracht, indien zich niet de stoomboot >Elm" in de nabijheid had bevonden. De kapitein zond onmiddellijk alle beschikbare booten uit en zoo konden nog 75 werklieden worden gered. Tot, dc gorodden behoorde ook do schipper der boot, die terstond in hechtenis word genomen. Tot dusver zijn 30 lyken aan wal gespoeld. Achtentwintig werden aanstonds herkend zij ziju meestal die van jonge vrouwen, van nauwelijks twintig jaren. Bij de herkenning vielen hartverscheurende tooneelen voor; een moeder, die gered was, moest den dood van twee zonen en twee dochters consta- teoren. Niet minder treffend zijn do verhalen dei- overlevenden. Een jonkman zag zijn zusters zinken hij sprong haar na en verdween met haar in de diepte. Heaby, de schipper van de boot, is gearresteerd cn een gerechtelijk onderzoek aangevangen. Voor do nagelaten betrekkingen der slachtoffers werd aanstonds een inschrijving geopend. Frankrijk. Een dienstbode millionaire. Een Franschman te Madrid liet aan zijn dienstbode voor haar trouwe verpleging zijn vermogen van pl. m. 2 millioen gulden na. Neven en nichten van den overledene bestreden het testament, maar de rechtbank heeft dezer dagen ten gunste van de, inmiddels met een werkman getrouwde, dienstbode uitspraak gedaan. Dood gelachen. Er heeft zich dan toch eens iemand dood gelachen. Een tooneelknecht te Parijs, die getuige was van een geschil tusschen twee actrices, kreeg een lachbui, die maar niet tot bedaren was te brengen. Eindelijk zakte hij ineen-, een bersen-congestie had een einde aan zijn lachen en aan zijn leven gemaakt. De 17-jarige Gaston Richard, die zonder eenige reden een restauratiehouder vermoordde, nadat hij waarschijnlijk door anarchistische brochures in de war was gebracht, is te Parijs veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid. België. Door de Belgische rijkspolitie is onlangs een te Esschen wonend man in arrest genomen, die op een marktdag te Rozendaal, uit wrok, het paard van zijn buurman den buik had opengesneden, terwijl het beest in den stal van den koffiehuishouder B. aldaar uitrustte. Hoewel het feit op Nederlandsch grondgebied had plaats gehad, heeft de zaak de vorige week toch voor de AntwerpBche rechtbank gediend en is de bedrijver dezer lage daad tot 1 jaar gevangenisstraf en schadeloosstelling veroordeeld. Nederland. Amsterdam, 16 Juni. Do «Koningin- Regentes" is hare eerste reis niet bijster voorspoedig begonnen. Omstreeks half elf vertrok zij met de acht Ministers van de Handelskade. Wegens dit late vertrek vond zij de Ilembrug gesloten, zoodat er gestopt moest worden. Toen gebeurde het, dat do «Regentes", om scheepstermen te gebruiken, uit haar roer liep -en grond rook, hetgeen in gewoon Nederlandsch wil zeggen, dat zij min of meer dwars kwam te liggen on met den neus in den modder zoog. Daar het bleek dat zjj niet bij machte was zich met eigen krachten uit die netelige positie los te werken, werd daartoe de hulp van een viertal sleepbooten ingeroepenterwijl bovendien twee lichters werden ontboden om, zoo noodig, de «Regen tes" van een deel van hare belasting te bevrijden. Dit behoefde echter niet. Toch zat de «Regentes" zoo vast, dat de kracht van een Simson noodig was

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1894 | | pagina 1