ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 19 Juni 1894.
De Onteigeningswet.
Algemeen Overzicht
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
50ste JAARGANG. No. 6474.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Advertentiënvan 43 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
42 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
Naar gemeld werd, zou aan het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken een onteigeningswet in be
werking zijn. Het is te hopen, dat dit juist zij,
want ons onteigeningsrecht eischt dringend ver
betering. Onwaarschijnlijk is dat bericht niet, want
de tegenwoordige Minister van Binnenlandsche
Zaken heeft reeds als Kamerlid een ontwerp tot
uitbreiding en nadere regeling van het recht van
onteigening ten algemeenen nutte door gemeente
besturen ingediend. Het is dus zeer verklaarbaar,
dat hij nu, als Minister, de zaak breeder opvat en
het geheele onteigeningsrecht aan eeue volledige
herziening wil onderwerpen.
Het is nu de tijd niet meer om het ontwerp van
het Kamerlid te behandelen en het ontwerp van
den Minister is nog niet bekend. Doch in hetgeen
het Kamerlid voorstelde, is wel eone aanleiding
gelegen, om de aandacht te vestigen op een paar
hoofdpunten, die bij de nieuwe regeling zeer in
aanmerking dienen te komen en waaromtrent het
bekende ontwerp reden geeft te vreezen, dat eene
oplossing niet in de goede richting zal worden gezocht.
Een der hoofdgedachten van den heer Van Houten
in zijn vroeger ingediend ontwerp was bouwterrein,
dat in handen was van eigenaren, die, wachtende
op de dingen die komen zouden, dit niet ten al
gemeenen nutte aanwendden, door de gemeente
besturen te doen onteigenen, voor den aanleg
van arbeiderswoningen, fabrieken en dergelijke
geschikt te maken en dan voor den prijs dien het
gekost had, verhoogd met de kosten der aangelegde
werken, over te dragen aan een nieuwen eigenaar,
die er de gewenschte bestemming aan zou geven.
Dit stelsel komt tot zekere hoogte tegemoet aan
een zeer ernstig bezwaar. De werken van openbaar
nut, die de waarde van de bijzondere grondeigen
dommen belangrijk verhoogen, komen nu, wat de
kosten betreft, in den regel grootendeels, zoo niet
geheel ten laste der gemeente, terwijl de voordeelen
bijna uitsluitend ten bate komen van de bijzondere
eigenaren. Wordt het stelsel-Van Houten toegepast,
dan zullen de kosten in allen geval in de gemeente
kas terugkeeren.
In allen geval? Dat zal nog de vraag zijn. Het
zal zeer goed kunnen gebeuren, dat de zaak niet
meevalt, en dat de toeneming der waarde van den
grond door de ondernomen werken, niet groot
genoeg is, om de kosten van onteigening en van
de werken te dekken. Dan blijft de gemeente met
het tekort zitten. Is daarentegen de waarde grooter,
wat veelal het geval zal zijn, soms in zeer belang
rijke mate, dan gaan de nieuwe verkrijgers met de
voordeelen strijken. Waartoe? Waarom zou men
die aan de oorspronkelijke eigenaars onttrekken, om
ze aan latere verkrijgers te geven. En waarom zou
men niet de gemeente, die met de schade-posten
blijft zitten, ook de voordeelen gunnen?
r
Naar ons inzien moet dit het streven zijn bij de
herziening der onteigeningswet, dat men der ge
meente, die bij toeneming der bevolkiug zich groote
kosten moet getroosten voor onderwijs, bestrating,
rioleering, verlichting, politie, enz., een tegemoet
koming doe ten deel vallen, door haar in de
gelegenheid te stellen partij te trekken van de
waarde-vermeerdering der gronden, die ten deele
van die uitbreiding, ten deele van haar eigen
werken het gevolg zijn. Thans moet men het lijdelijk
aanzien, dat die voordeelen in den schoot vallen
van hen, die eigenaren zijn van toevallig gunstig
gelegen gronden. Maar welke redenen van billijk
heid of van recht er zijn kunnen, die voordeelen
niet aan den tegenwoordigen, maar wel aan een
toekomstigen eigenaar te gunnen, is kwalijk in te
zien. Daarentegen pleit er alles voor, die voordeelen
noch aan den tegenwoordigen, noch aan den toe
komstigen eigenaar te laten, maar ze te naasten
voor het algemeen.
Dit zou kunnen leiden, wordt beweerd, tot eene
ongezonde speculatie in bouwterrein. Dat zulk een
ongezonde speculatie, door particulieren, het recht-
streeksch gevolg zou zijn van het stelsel van den
heer Van Houten, is in de gewisselde stukken
duidelijk aangetoond. Maar hoe daarvoor bij de
gemeente-besturen eenige gegronde vrees kan bestaan,
is ons niet duidelijk. Zoo men het al mogelijk acht,
dat de gemeente-besturen, om hun geldelijlcen toe
stand te verbeteren, daartoe zouden besluiten, dan
1 zouden zij toch de medewerking van Gedep. Staten
en van den wetgever noodig hebben, en die zal
wel niet vei'leend worden zonder dat er goede
gronden voor de ingediende plannen worden aan
gevoerd.
Zal dus de onteigeningswet op dit punt doelmatig
gewijzigd worden, dan moet zij gelegenheid bieden
om de gemeente partij te doen trekken van de
uitbreidingswerken, die haar nu alleen kosten ver
oorzaken.
Doch er is een tweede zaak van nog dringender
belang, die in het ontwerp van den heev Van Houten
geheel is voorbij gezien en bij eene herziening der
onteigeningswet in haar geheel zeker in aanmerking
moet komen. Er moet gelegenheid geopend worden,
niet alleen om gronden te onteigenen tot aanleg
van werken van openbaar nut, maar ook en
vooral om perceelen op te ruimen, die bestaan
blijven in strijd met het openbaar belang. Er bestaan
in tal van gemeenten slechte woningen,
gevallen in ééne buurt opeengehoopt, zonder vóSoemë
middelen van verkeer, zonder voldoende toetreding
van licht en van lucht. Wil men die opruimen,
dan moet men ze in der minne aankoopen, en dan
worden de eischen zoo hoog gesteld, dat zulk een
werk slechts zeer langzaam en met zeer veel beleid
en altijd ten koste van aanzienlijke geldelijke
opofferingen kan plaats hebben. Alleen wanneer
toevallig zulk een broeinest van onreinheid, onge
zondheid en onzedelijkheid op een plek staat, die
voor een werk van algemeen nut beBtemd kan
worden, kan men voor dit werk onteigening vragen.
Maar die toevallige omstandigheid doet zich slechts
zelden voor. En dan staat men machteloos. Zelfs
als men eene straat door zoodanig kwartier wil
breken, heeft men misschien kans grond voor de
straat te onteigenen, maar blijven de aanliggende
perceelen in handen der eigenaars, die van het
kostbare werk dor gemeente do voordeelen in den
zak steken. Dit is de voorname reden, waarom op
dit gebied niet krachtig de hand aau het werk kan
worden geslagen. De zorg voor het boawen van
goede woningen behoeft geen bezwaar op te leveren.
De voorbeelden zijn er, dat voor de huurprijzen,
die voor slechte en onvoldoende woningen betaald
moeten worden, ook goede wouiugen kunnen ver
strekt worden en dan nog voordeel geven aan de
ondernemers. Het is zelfs gebleken, dat eene regeling
ta treffen is, waardoor een huurprijs, die dien van
woningen van gelijke waarde niet overtreft, op den
duur do eigendom aan de bewoners verschaft. M»
behoeft zich dus niet bekommerd te maken over
de vraag: hoe komen er goede wouiugen; er zullen
spoedig genoeg maatschappijen en vereenigingen
ontstaan, die in die bohoefte ten nutte van deu
minvermogenden stand en zelfs met eenig voordeel
voor zich zelve voorzien, al3 maar die andere
vraag beantwoord ishoe komen we van do slechte
woningen en vooral van de slechte woningbuurten
af? En op die vraag moet eene goede onteigenings
wet het antwoord geven.
der vorige week.
In aansluiting aan ons vorig Overzicht moeten
wij beginnen met den verderen loop der gebeurte
nissen in Hongarije mede te deelen. Zooals toen
reeds als gerucht werd medegedeeld, bleek inder
daad Graaf Thuren voor de opdracht om een
ministerie te vormen, te hebben bedankt, en zag de
Keizer zich verplicht weer tot Wekerle zich to
wenden. Aanvankelijk scheen deze ook niet geneigd
toe te geven, omdat de Keizer als eisch had gesteld,
dat de Minister van Justitie, die het ontwerp tot
invoering van het burgerlijk huwelijk zeer krachtig
had verdedigd, niet weder in de combinatie zou
worden opgenomen. Maar ook van dien eisch heeft
do Keizer afstand gedaan, en zoo heeft Hongarije
weer een nieuw ministerie, dat weinig verschilt
van het oude. De hoer Wekerle staat weer aan het
hoofd, en verder zijn in het bezit banner portefeuilles
gebleven: de Ministers van Oorlog, van Justitie,
van Binnenlandsche Zaken en van Koophandel. De
heer Jozipovics is benoemd tot Minister van CroatiG
en Slavonic'baron Eótvb's tot Minister van Onder
wijs en Eeredienst en graaf Andrnssy tot Minister
van het Huis des Koniugs. Do liberalen zijn zeer
in hun schik met deze oplossing. Do Koning-Keizer,
die in de hoofdstad vertoeft, ontving vele bewijzen
van ingenomenheid des volks met zijn besluit om
de liberalo Regeering te handhaven. Het programma
van hot thans weer opgetreden Ministerie is natuurlijk
hetzelfde als dat van het voorgaaude. Twijfel kan
er nu wel niet meer bestaan, of do Magnatentafol
zal het voorstel tot invoering van hot burgerlijk
huwelijk aannemen. De Keizer zal wel zorgen, dat
die leden, die er tegen zijn, wegens «gezondheids-
redenen" de beslissende zitting niet zullen kunnen
bijwonen.
Crispi heeft aan do Itallaansche Kamer woder
eens eene verrassing bereid. Hij stelde voor, eene
commissie te benoemen van 18 leden, die in groote
trekken de hervormingen, die de voorgestelde
wijzigingen en bezuinigingen in de begrooting zou
kunnen nagaan en de gevolgen ervan zou kunnen
aangeven. De Kamer nam dit voorstel aan en Crispi
had dus alle reden om tevreden te zijn; maar toch
schijnt de verkregen meerderheid hem te klein to
zijn geweestalthans hij en zijno collega's dienden
huu ontslag in. Dc Koning nam het aan, maar
belastte Crispi opnieuw met do vorming van een
Ministerie. Heel vlot ging dat ditmaal niet. Hij
onderhandelde met Zanardelli, maar deze onder
handelingen leidden tot geen resultaat. De heer
Zanardelli wilde, dat Crispi de plannen der financiGele
commissie tot dc zijne zou maken, maar deze wilde
daarvan niets weten en bleef vasthouden aan die
van den Minister van Financiön. Sonnino, do
Minister van Financil'n, zou wel eene kleine
bezuiniging in de legerkosten willen toestaan, maar
hij weigert zijn plan tot inhouding van een deel
der rente prijs to geven, waavdoor op gemakkelijke
wjjze eene som van vijftig millioen lire zou kunnen
worden bespaard. Crispi op zijn beurt wil echter
van bezuinigingen op leger en vloot niet veel
hooren. Toch zal hetzelfde ministerie weer op nieuw
voor de Kamer verschijnen en dus ook met Sonnino.
De beraadslagingen over de financiGele maatregelen
zullen worden hervat, de verhooging der grond
belasting zal men laten vallen en de Regeering
verlangt, dat men het wetsontwerp, waarbij aan
haar vrijheid van handelen wordt gelaten, weer zal
worden overwogen. Verder schrijft men haar de
volgende plannen toe: Zoodra hot budget en de
noodige ontwerpen zullen zijn aangenomen, met
andere woorden, zoodra zij haav zin zal hebben
gekregen, zal de Rogeering de kamerzitting doen
verdagen om vervolgens tot ontbinding over te
gaan. Crispi meent, dat er met deze Kamer niet
te regeeren valt en hij zou baar reeds lang hebben
ontbonden, indien de Koning hem daartoe machtiging
had willen verleenen. Dat deze zich hiertoe nog
niet heeft laten vinden, schijnt vooral voort te spruiten
uit het feit, dat aan het hof groote bezorgdheid
1- rscht over de stemming in het land, welke zich
g" -;t heeft naar aanleiding van do beslissingen der
krijg.-,. -i op SiciliG.
De kieswet-regeling in lielgtë is in de Kamer
gcGindigdmet 70 tegen 44 steramen is het laatste
voorstel aangenomon en daarmede is do arbeid der
grondwetsherziening besloten. Zooals bepaald was,
zou de Kamer op 12 Juni uiteengaan; maar daar
de aanhangige werkzaamheden nog niet zijn af-
geloopen, had de Regeering een voorstel gedaan,
om de sluiting dezer zitting nog eenige dagen uit
te stellen. Maar de linkerzijde weigerde verder aan
de beraadslagingen deel te nemen. Zij beriep zich
op art. 51 der grondwet, dat bepaalt: «de leden
der Kamer van Afgevaardigden worden gekozen voor
vier jaren. Voor de helft tredeu zij alle twee jaren
af'. De tegenwoordige Kamer is het product der
algemeene verkiezingen, welke in 1892 op den
tweeden Dinsdag van Juni, ingevolge de ontbinding
plaats hadden, zoodat het mandaat van de helft
der leden, welke volgens den opgemaakten rooster
na verloop van de grondwettelijke twee jaren
aftreedt, met den tweeden Dinsdag van Juni, dat
is 12 dezer, vervalt. Op grond daarvan weigerde
de linkerzijde verder deel te nemen aan de discussion.
Toch werd met 67 tegen 51 stemmen besloten het
ontwerp butreffeude de invoerrechten aan de orde
te stellen. Toch schijnt de Rogeering ingezien te
hebben dat werkelijk de liberale partij gelijk had;
althans de laatste berichten lniden, dat de beraad
slagingen over dit ontwerp tot na de verkiezingen,
in den herfst das, zjjn uitgesteld. In de laatste
levensdagen der Kamer heeft deze nog de verbittering
der liberalen opgewekt tegen het kabinet de Burlet,
door het aannemen der beschermende rechten op
boter en meelen nn vreest men, dat de graanrechten
nog wel zullen volgen. Thans reeds staat de Burlet
geheel onder den invloed der groot-grondbezitters,
wier clericale vertegenwoordigers er steeds op uit
zijn het brood duurder te maken.
Amerika.
Te Panama woedde een groote brand. Toen het
bericht afgezonden werd, woedde het vuur nog
nltjjd voort en reeds waren 225 gebouwen in do
asch gelegd en bedroeg de schade 1.500.000 ds. Er
is gebrek aan water.
To Chicago is dozer dagen een dames-vereeniging
opgericht tot «opleiding en vorbetering der getrouwde
mannen". De leden gaan van de veronderstelling
uit, dat do vertegenwoordigers van het sterke
geslacht veel te slecht en te gemeen zjjn om door
haar de eer van 't echteljjk samenleven te worden
waardig gekeurd. Evenals er vereenigingen bestaan
tot zedelijke verbetering van ontslagen tuchthuis
boeven, zoo stichten deze dames thans een genootschap
tot verbetering der mannen. De man zal stelselmatig
in dressuur worden genomen. Hij moet zich het
drinken, rooken en snuivon afwennen, hjj mag niet
moer mopperen als zijn vrouwtjo negen tiende
gedeelte van zjjn inkomen aan hoeden, japonnen on
sieraden uitgeeft, hij moot het kaartspelen en zjjn
vrienden uit de club laten varen, hjj raoet van alle
gewoonten die geld kosten afstAnd doen, opdat zijn
vrouw dos te beter haar zin zal kunnen volgen,
kortom hjj moot een geheel ander rnensch worden
en als 't ware binnenste buiten worden gekeerd oin
do oer te wordon waardig gekeurd, aan do zijde
van een wezen dat zoo hoog boven hem staat, den
pelgrimstocht door het aardscho leven te maken.
Een troep als negers vermomdo mannen heeft
een Engelschen geneesheer te Newport in Virginia
dr. Stone geheel uitgekleed, geteerd en vervolgens
met veeren bestrooid. De man word gewaarschuwd,
dat hij, al9 hij na zes dagen nog in Newport zou
zijn, gelyncht zou worden.
De Regecring to Washington heeft besloten
een som van 5750 dollars beschikbaar te stellen ten
behoeve van de nagolaten betrekkingen der bemanning
van de reddingboot van het stoomschip «Amsterdam"
der N. A. S. M. en den eenig overgebleven zeeman
A. v. d. Wilt, ter zake der pogingen tot redding
der bemauning van de Amorikaansche schoener
Maggie E. Wells".
In Pennsylvania zijn do werkstakers weer
slaags geweest- mot de politie. De mijnwerkers
verloren den slag en uamen de vlucht met achter
lating van eenige dooden.
Italië.
Te Florence braken vier raanuen in de woning
van den rijken mozaïkhaudelaav Bosi in, worgden
een oude dienstbode en een dienstmeisje van 17
jaar cn stalen geld en kostbaarheden tot een waarde
van f 40.000.
Een rijk koopman te Milaan kreeg, dezer
dagen, een ongeteekenden brief, waarin geöischt
werd dat een bedrag van vijfhonderd gulden op
een aangewezen plaats zou worden bezorgd; ge
beurde dit niet, dan zou zijn huis in brand worden
gestoken. Een uur na ontvangst van dit schrijven
kwam een agent bij hom, die hem mededeelde dat
de politie achter de zaak was gekomen, en hij ver
zocht hem de vjjfhonderd gulden mede te geven om
die op dc bewuste plaats te brengen, en op die
manier den schrjjver van den dreigbrief in handen
te krijgen. Dc koopman ging op dit voorstel in.
Daar hij echter na verscheidene dagen zijn geld
nog niet terugkreeg, begon hij de geschiedenis ver
dacht te vinden. Hij bracht een bezoek aan het
politie-bureau, waar men hem natuurlijk uitlachte.
Onze vrieud zocht het verder, een onderzoek werd
ingesteld en nu vond men werkelijk den vernnftigen
agent, die de vijfhonderd gulden had afgehaald,
maar ook zelf. den brandbrief had geschreven.
Oostenrijk.
Do telegraaf heeft het bericht gebracht van een
mijn-ongeluk, het ergste, dat ooit in Oostenrjjksch-
SileziG voorkwam.
De mijn «Franziska", gelegen in de nabijheid
van Karwin, waarin de eerste ontploffing van het
mijngas plaats had, is het eigendom van graaf
Larisch, een der grootste grondeigenaren in deze
streek en door een onderaardschen gang verbonden
mot een tweede groeve, die eveneens weldra in
brand stond. In de eerste mijn kwamen 120 man,
in do tweede 80 man om.
Alle pogingen, om die ongelukkigen te redden,
misluktenvan de redders, die met heldenmoed
hun makkers to hulp snelden, werden nog velen
ernstig gekwetst en kwamen zelfs nog twee inge
nieurs om.
Zwitserland.
In Zwitserland klaagt men niet minder, dan
elders iu Europa, over den buitengewoon gureu
zomer.
Als een staaltje kan dienen, dat het in den nacht
van 11 op 12 Juni te Chaux-de-Fonds zoo hevig
heeft gesneeuwd, dat de sneeuw hier en daar 12
centimeters hoog lag. In enkele gedeelten des lands
was de dienst der bergspoorwegen reeds geopend,
maar ten gevolge van de sneeuw moest do dienst
onmiddellijk weer worden gestaakt, zeer ten ougerieve
van de touristen, die zich reeds iu Zwitserland
hadden gewaagd. Evenwel zijn het niet alleen de
reizigers, die klagen. Vooral de boeren, wier vee
roods iu de dalen was, zijn allesbehalve tevreden
over deze onverwachte Juni-sneouw.
Rusland.
Aangezien er bij de laatste arrestatie van nihilisten
verschillende plannen van sommige der keizerlijke
kasteelen ontdekt werden, waaruit een volkomen
kennis der plaatselijke gesteldheid bleek, heeft de
Czaar generaal Tscherevin gelast een bijzonder
nauwlettend toezicht op die kasteelen uit te oefenen.
De generaal zal belast worden met de bewaking
niet alleen van de kasteelen, maar van het geheele
personeel. Dagelijks moet hij rapporten in ontvangst
nemen over al wat er maar in de sloten of hun
omtrek moge voorvallen, terwijl aan het eind van
ieder jaar 1,000,000 roebels te zijner beschikking
gesteld zal worden ten behoeve der bedienden, die
hem bij zijn taak geholpen zullen hebben.
Groot-Brittannië.
Omtrent de ramp hjj Westport, een havenplaats
aan de Iersehe kust, reeds in het kort in ons
vorig nummer medegedeeld, verneemt men nader:
In het begin van den zomer zijn vele werklieden
gewoon vau het eiland Aschill by Ierlands westkust
naar Westport over te stoken, ten einde bij den
oogst te helpen. Een honderdtal dezer arbeiders had
zich ook nu ingescheept op een boot naar Westport,
ten einde, zich van daar naar Engeland en Schot
land te begeven. Tengevolge van een verkeerde
manoeuvre van den bestuurder dezer zeilboot kan
telde de boot, met bet gevolg dat allen die er zich
op bevonden, te water geraakten. Wel is waa
kenden de meeste arbeiders zwemmen, maar dit
baatte niet, daar zij verward geraakten in het tuig.
Zonder twyfel zouden weinigen er het leven
hebben afgebracht, indien zich niet de stoomboot
>Elm" in de nabijheid had bevonden. De kapitein
zond onmiddellijk alle beschikbare booten uit en
zoo konden nog 75 werklieden worden gered. Tot,
dc gorodden behoorde ook do schipper der boot,
die terstond in hechtenis word genomen. Tot dusver
zijn 30 lyken aan wal gespoeld.
Achtentwintig werden aanstonds herkend zij ziju
meestal die van jonge vrouwen, van nauwelijks
twintig jaren.
Bij de herkenning vielen hartverscheurende
tooneelen voor; een moeder, die gered was, moest
den dood van twee zonen en twee dochters consta-
teoren. Niet minder treffend zijn do verhalen dei-
overlevenden. Een jonkman zag zijn zusters zinken
hij sprong haar na en verdween met haar in de
diepte.
Heaby, de schipper van de boot, is gearresteerd
cn een gerechtelijk onderzoek aangevangen. Voor
do nagelaten betrekkingen der slachtoffers werd
aanstonds een inschrijving geopend.
Frankrijk.
Een dienstbode millionaire. Een Franschman
te Madrid liet aan zijn dienstbode voor haar trouwe
verpleging zijn vermogen van pl. m. 2 millioen
gulden na. Neven en nichten van den overledene
bestreden het testament, maar de rechtbank heeft
dezer dagen ten gunste van de, inmiddels met een
werkman getrouwde, dienstbode uitspraak gedaan.
Dood gelachen. Er heeft zich dan toch eens
iemand dood gelachen. Een tooneelknecht te Parijs,
die getuige was van een geschil tusschen twee
actrices, kreeg een lachbui, die maar niet tot bedaren
was te brengen. Eindelijk zakte hij ineen-, een
bersen-congestie had een einde aan zijn lachen en
aan zijn leven gemaakt.
De 17-jarige Gaston Richard, die zonder eenige
reden een restauratiehouder vermoordde, nadat hij
waarschijnlijk door anarchistische brochures in de
war was gebracht, is te Parijs veroordeeld tot 20
jaar dwangarbeid.
België.
Door de Belgische rijkspolitie is onlangs een te
Esschen wonend man in arrest genomen, die op een
marktdag te Rozendaal, uit wrok, het paard van
zijn buurman den buik had opengesneden, terwijl
het beest in den stal van den koffiehuishouder B.
aldaar uitrustte.
Hoewel het feit op Nederlandsch grondgebied had
plaats gehad, heeft de zaak de vorige week toch voor
de AntwerpBche rechtbank gediend en is de bedrijver
dezer lage daad tot 1 jaar gevangenisstraf en
schadeloosstelling veroordeeld.
Nederland.
Amsterdam, 16 Juni. Do «Koningin-
Regentes" is hare eerste reis niet bijster voorspoedig
begonnen. Omstreeks half elf vertrok zij met de
acht Ministers van de Handelskade. Wegens dit late
vertrek vond zij de Ilembrug gesloten, zoodat er
gestopt moest worden. Toen gebeurde het, dat do
«Regentes", om scheepstermen te gebruiken, uit
haar roer liep -en grond rook, hetgeen in gewoon
Nederlandsch wil zeggen, dat zij min of meer dwars
kwam te liggen on met den neus in den modder
zoog. Daar het bleek dat zjj niet bij machte was
zich met eigen krachten uit die netelige positie
los te werken, werd daartoe de hulp van een viertal
sleepbooten ingeroepenterwijl bovendien twee
lichters werden ontboden om, zoo noodig, de «Regen
tes" van een deel van hare belasting te bevrijden.
Dit behoefde echter niet. Toch zat de «Regentes"
zoo vast, dat de kracht van een Simson noodig was