ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. De Openingsrede. Zaterdag 10 Mei 1894. Eerste Blad. PASPOORTEN. AFKONDIGING. NIEUWSTIJDINGEN. Uit Schouwen en Duivelands verleden. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,3O, franco pqr post f 1,60. Noord-AroerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 50ste JAARGANG. No. 6461. Directeur-Uitgever J. WAALE. Ad verten tien, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Betalingen van Abonnement*- of Advertentie-geU/en gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeexche Niedw*bo<le" Dit nummer bestaat uit twee bladen. De milicien-verlofganserg der lichting 1&87 van de gemeente Zierikzee, kunnen hunne paspoorten ter gemeente secretarie kor ,.p at halen. i'crfc irODrp v;i.i >y.;l j'eai-it 2SfcW>4£i tasaVt bekend, dat door den heer Directeur der Directe Belastingen te Middelburg' zijn executoir verklaard twee kohieren voor de belasting op het personeel dezer gemeente (het 4o kwartaals- en voljaarsrecht) en het 4e kwartaalskohier van het Patentrecht, allen betreffende het dienstjaar 48®s/a%» die op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier worden ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Zierikzee, den 17 Mei 1894. Cu. w. VERMEIJS. Het nieuw Ministerie heeft gesproken. De rede, waarmede de nieuwe zitting der Staten- Generaal geopend is, onderscheidt zich evenals het programma der regeeging door bijzondere beknopt heid. Het is jammer, dat zy niet evenzeer door duidelijkheid uitmunt. Voor ons altbans rijzen eenige vragen, waarvan de beantwoording ons nood zakelijk voorkomt, om ons van bet werkplan der regeering een beider denkbeeld te vormen. Vooraf echter wenschen wij onze ingenomenheid zij het dan ook gepaard met eene groote mate van verbazing uit te sprekdn, dat nu iu eens alle duisternis verdwenen schjjnt, die tijdens de verkiezingen over de aanleiding tot de Kamer- ontbinding en bet doel der nieuwe verkiezingen heette te heerscben. De nieuwe regeering verklaart nu volmondigevenals de afgetreden^dat de jongste verkiezingen raadzaam geoordeeld werden, om tot eene bevredigende regeling van bot kies recht te komen, en dat zij »raet bet oog op een bepaald staatkundig vraagstuk" werden uitge schreven. Met waardeering zien wij, dat de regeering de beteekenis der verkiezingen in de openingsrede onomwonden erkent en verklaart dat bij de bepaling barer teak. regeling van het kiesrecht »op den voorgrond" moet staan en dat die regeling om aan rechtmatige wenschen te voldoen »op breeden grond slag moet worden gebouwd". >Op breeden grondslag". Men mag daaronder verstaan, dat eene ruime uitbreiding van bet kies recht zal worden voorgesteld. Of zij ruim genoeg zal zijn om de liberale voorstanders van Tak's ontwerp te vergunnen er zich bij neer te leggen, dan wel beperkt genoeg om de r.-katholieke tegen standers te bevredigen, dat kon bij deze gelegenheid niet wel gezegd worden, maar zal wellicht spoedig blijken. De aankondiging van den beer Haffmans ia bet Venl. Weekbladdat men niet kon rekenen op, maar rekenen moet met de katholieke groep in de Kamer, verdient bij de overweging van dit vraagpunt wel de aandacht. Maar er is meer te vragen. Bij de bepaling der taak stond het kiesrecht op den voorgrond. Maar zal dit ook het geval zijn bij bare vervulling? Met het kiesrecht worden aangekondigdher ziening van bet personeel en nadere regeling van de verhouding tusscben rijks- en gemeente- financiën. En nu is in de pers reeds vooraf aangekondigd, dat het Ministerie die twee onder werpen ter hand zou nemen om gelegenheid te vinden bet kiesrecht voorshands uit te stelleD. Zonder aan dergelijke mcdedeelingen nu eene over dreven waarde toe te kennen, moeten wij toch op twee punten wijzen: 1. dat de Regeering het kiesrecht ook voor de gemeenteraden te gelijk met dat voor de Staten-Generaal en de Prov. Staten wil regelen eu er dientengevolge meer tijd van voorbereiding zal noodig zijn, dan wauneer men evenals de vorige Regeering het kiesrecht voor de gemeente raden tot later liet rusten. In de tweede plaats dat bij de vermelding van vorder in te dienen wetsontwerpen gesproken wordt van de noodzakelijk heid om daardoor niet te vertragen hetgeen in de eerste plaats moet worden afgedaan". Dit laatste nu zijn de drie genoemde onderwerpen, die derhalve op ééne lijn worden gesteld, en is dat zoo, dan moot men wel aannemen, dat personeel en gemeente- fin an ciën de eerste plaats zullen innemen, omdat na de totstandkoming eener nieuwe kiesrechtregeling weder eene kamerontbinding volgon moet. En onwaarschijnlijk is het ook niet, dat voor de kies rechtregeling die ons te wachten staat, bet herziene personeel en de gewijzigde regeling der gemeente belastingen dienst moeten doen. Nu zal men, wat het personeel betreft, misschien opmerken, dat ook de Minister Pierson tijdens de •jelfoböoliijgdei kit&i'ocbt ooi w ei pen "wsnê herziening yan die belasting had aanhangig gemaakt. Dit is zoo, en het is êene bedenking omtrent de openings rede, dat dit is over 't hoofd gezien. >Een herziening der wet op de personeele belasting" is niet slechts •reeds lang in uitzicht gesteld", maar was zij het dan ook eene partiëele ingediend. Die partiëele herziening, die in korten tijd kon afgedaan zijn, zou aan ernstige bezwaren hebben tegemoet gekomen. Nu moet men aannemen dat niet eene partiëele maar eene volledige herziening van het personeel bedoeld wordt en zal die dan niet een langen tijd van voorbereiding vorderen en zal het, als zij eenmaal ingediend is, niet lang duren eer zy is afgedaan? Nog ernstiger vragen rijzen in verband met het aangekondigde voornemen tot nadere regeling der verhouding tusscben de rijks- en gemeente-financiën, gepaard met wijziging der bepalingen omtrent de belastingheffing der gemeenten". Het zal velen een gelukkige greep voorkomen, dat deze aangelegenheid spoedig ter hand genomen zal worden. Ook wij zouden ons daarin zeer verheugen als wjj ons een doelmatige regeling op deze wjjze denken konden. Dat echter is het geval niet. In het werkplan der vorige regeering lag: eerst de taak en de bevoegdheid der gemeentebesturen nader te regelen, en, stond die nieuwe regeling eenmaal vastmet het oog daarop zoowei het kiesrecht voor de gemeenteraden, als bet vraagstuk der gemeente-financiën ter hand te nemen. Dit was een weldoordacht werkplan, waarmee men niet alleen het best, maar ook het spoedigst tot eene goed ineensl uitende regeling van het geheel zou gekomen zijn. Nu zal men wellicht beginnen met de middelen vast te stellen, waarover do gemeente besturen beschikken kunnen, daarna de kiezers aanwijzen, die de gemeentebesturen zullen samen stellen en daarna den werkking trachten te bepalen, dien do door deze kiezers gekozenen zullen moeten of kunnen vervullen met de middelen, die buiten rechtstreeksch verband met bun taak ter hunner beschikking zijn gesteld. Het is te vreezen, dat- op dezen weg tal van moeielijkbeden zullen worden aangetroffen, die het verlaten van den logischen gedachteugang van het vorig kabinet ernstig zullen doen betreuren. Het zijn vragen, die wij stellen. Vragen, die de openingsrede rjjzen doet, maar waarop zij het ant woord niet geeft. Zullen nadere ophelderingen meer licht ontsteken Ook over de vraag of niet naast de genoemde aangelegenheden veel ware te doen, dat geen afbreuk zou doen aan die 3 onder werpen? Of niet onder het vele, dat onder het vorige Ministerie reeds in vergevorderden staat van voorbereiding was gebracht, een en ander is dat kon overgenomen en afgedaan worden? Of voorts al de Ministers, behalve die van Binnenl. Zaken en van Financiën, zich zullen bepalen tot administratieven arbeid en het indienen van ont werpen van ondergeschikt belang? Het leedwezen over den val van een Ministerie, dat op elk gebied zoo vruchtbare, zoo krachtige, en voor 's lands belangen heilzame werkzaamheid openbaarde, zou bij onbevredigende beantwoording van al die vragen slechts te dieper gevoeld worden. Amerika. Chicago. 4 Mei. (Part. Corr.) De verschil lende Hollandscbe couranten houden zich in den laatsten tijd druk bezig met het bespreken van de critieke toestanden in de Vereenigde Staten, en niet zonder grond, want de conditie waarin Amerika zich thans bevindt is eenvondig slecht. Hoewel in den laatsten tjjd iets verbeterd, loopen toch nog duizenden en duizenden zonder werk rond en wat 't ergste is, nog zonder eenig vooruitzicht. Alles, fabrieken en elke industrie- is gedrukt ca de werk man ondervindt de schadelijke gevolgen van die gedrukte toestanden sedert maanden aaneen. Het aantal werkeloozen in de Vereenigde Staten is enorm. Velen daarvan lijden bepaald gebrek en worden voor zooveel mogelijk bedeeld en onder steund door stedelijke besturen of liefdadige instel lingen. De behoefte en het gebrek is evenwel zoo groot dat de liefdadigheid niet by machte is hen allen te ondersteunen. Ven laar ook dat moord aan de orde van d-\i dag zjjn. tegenwoordig t in da VVi, %atj mijnheer Coxey, die zich aan het hoofd der werke loozen heeft geplaatst en overal, in elk gedeelte van Amerika, van de Stille Zuidzee tot den Atlan- tischen Oceaan, volk tracht aan te werven. In schier elke plaats van eenige beteekenis hebben zich troepen werkeloozen verzameld om zich aan te sluiten bij Coxey's army. Hun doel is naar Washington, den zetel van den President der Vereenigde Staten, op te trekken en daar hulp en lotsverbetering te vragen. Doch niet alleen Coxey is de man die zoo ijvert voor deze beweging, ook verscheidene anderen hebben een massa volk verzameld voor hetzelfde doel. Zoo hebben o. a. een troep van die lui in Montana een feit gepleegd, dat in Holland, laat ik zeggen in heel Europa, nog nooit is voorgekomen. Op hun marsch naar »the Capital City" hebben de Coxey's, zooals uien zo hier noemt, onderweg aan een station een passagiers- en een goederentrein gestolen. Onder hen bevinden zich stokers en machinisten, zoodat zij zich zelf bedienen konden. Zy zyn gestoomd tot Minneapolis, waar zij door de politie in staat ge steld werden op eenvoudige wijze hun gemakkelijk vervoermiddel weer kwijt te raken. De meerderheid der Amerikaansche bevolking is er niets op gesteld, want het is niets anders dan het werk der repu blicans, die ontevreden (en met recht) over bot tegenwoordige democratische bewind, het volk tegen de regeoring trachten op te hitsen. Reeds is eou afdeeling Coxey's te Washington gearriveerd, doch ze zijn daar niet bijzonder hofljjk ontvangen. Mr. Coxey werd spoedig gearresteerd en opgesloten, terwijl zyn manschappen verboden werd het kapitool binnen te trekken. Coxey wist evenwel spoedig te ontsnappen en voegde zich weer hij zijn »army". De geheele beweging berust op eou onzinnig idee, want ieder kan met z'n gezond verstand begrijpen dat al die lui niet onmiddellijk in Washington tevreden gesteld kunnen worden, 't Is humbug, echt Amerikaansch, fin do siècle. - Later meer over Coxey's army. Nog zou ik maiding kuimcu maken van do voor gevallen troebelen te Cleveland in Obio. Do stad is gelegen in het centrum van kolendistricten. "Vele mynwerkers zijn aau de strike aldaar en dezen willen ben, die nog werken, met geweld tot staking dwingen. Eenige opstootjes hebben dientengevolge plaats gehad, zoodat een sterke politiemacht, ge steund door eene afdeeling militairen, verplicht was handelend op te treden. Dergelijke tooneelen vallen dageljjks, dan hier, dan daar voor. Zij zijn eenvoudig het gevolg van do sterk geredu ceerde werkloonen, die thans gelijk staan met de loonen in Europa. S. In de East-Uivertunnel to Now-York zijn zes van de arbeiders die daar 's nachts werkten, door vergiftige gassen om bet leven gekomen. De overige 20 in getal waren, toen de mannen van de dagploeg hen kwamen aflossen, allen meer of minder ziek; tweo lagen bewusteloos en eenige anderen konden niet loopen zonder hulp. Indië. Men seint uit Batavia: >Do adspirant-controleur Föringer en zijne vrouw zijn te Maros (Celebes) in een amok vermoord." De heer M. Föringer was sedert 21 Dec. 1892 adspirant-controleur en was geplaatst te Maros (afd. Noorderdistricten), onder den assistent-resident Dirksen. Oostenrijk. Te Wecncn hebben een 10-jarig zusje en een 7-jarig broertje, kinderen van de weduwe van een inspecteur van politie, zicb samen in de Donau ver dronken, voornamelijk uit vrees voor straf wegens het herhaaldelijk schoolverzuimen. Het kleiuo meisje was als 't ware verslaafd aan romans, die zij aan haar broertje vertelde. Zij nam een 10-jarig vriendje mee, verzocht hem, aim de Donan gekomen, hun boeken en hoeden te dragen, nam toen hartelijk afscheid van haar kleinen minnaar, gaf haar broertje de hand en sprong met hem in de rivier, waarin de kinderen spoedig waren verdwenen. Zij lieten een brief aan hun moeder na, waarin zij om ver geving smeeken en verzekeren, dat zij »heusch geen lust in het leven hebben". Frankrijk. In de Rue Etienno Marcel te Parijs is een moord gepleegd op de houdster van een parfumeriewinkel, Mej. Andrieux. Men vond die dame vermoord in haren winkel liggen, vau hare portemonnaie, horloge en ketting beroofd. Ook was er geld uit de lade [estolen. De Parysehe politiebeeft zeer spoedig den pleger van dien moord opgespoord. Het is zeker Jules Huitric, de zoon van een vroegere vriendin der vermoorde, een I9-jarig jonkman, die een goede opvoeding heeft genoten, maar niet beeft willen deugen. Hij vervolgde sindsgeruimen tijd mejuffrouw Andrieux met liefdesverklaringen, waarvan zij niet wilde hooren. Maar wat hem tot de misdaad bracht was niet teleurgestelde liefde, maar geldzucht, zooals hij zelf bekend heeft. Hij was bij de ver moorde toen zij den winkel sloot en het geld iu de lade telde en hij wilde zich van dat geld meester maken. Huitric toont niet het minste berouw. Hij lachte minachtend, toen bij zijn inhechtenisneming een verwoede volksmenigte >weg met den moordenaar!" riep. Woensdag stond voor de rechtbank te Parijs een anarchist van 17 jaren terecht, genaamd Edmond Marlot, die in dienst was geweest van de mijn- maatschappij te Carinaux. Hij werd in do maand Maart j.l. ontslagen, omdat hij iemand met den dood bedreigd bad. Vóórdat de dag was aan gebroken, waarop hij den dienst had te verlaten, ging hij heen en schreef hy eene briefkaart aan den heer Humblot, directeur der maatschappij, waarop te lezen stond: Ontbond dit wel: als een patroon een bediende wegzendt, die minder een beest is dau hij, dan is het in de eerste plaats zaak hem dit betaald te zetten, want indien men zicb in het slijk wentelt voor de voeten der burgers- varkens, dan geschiedt het om te kunnen leven zonder te stelen of te doodeu. Maar van het oogenblik dat men slechts werkt, ten einde om te komen van honger, schiet er niets ande.s over dan zijn brood gewapenderhand te verdienen en de burgerij, die goud bijeenschraapt en anderen niets laat verdienen, van kant te maken". De anarchie beeft reebt van bestaan. Leve de anarchieDood aan de burgers, die jaarljjks 90 fr. op een aandeel van 300 fr. naar zich toestryken, terwijl zij die maken uuc er winst is, van honger omkomen Op deze briefkaart liet bij eene tweede volgen, gericht aan den beer Reille, voorzitter van den Raad van bestuur der maatschappij. Zy eindigde aldus: «Uitzuigers, gij, Reille, Humblot en do geheele bende zult in de lucht vliegen!" Het moet voorts gebleken zijn, dat Edmond Marlot getracht heeft zich in verbinding te stellen met aruarchistcn, om de noodige stoffen te ver krijgen voor het vervaardigen eener bom voor of in de kantoren van de maatschappij. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf. België. Te Autwerpen zijn uit een der grachten opge- visebt de aan elkander gebonden lijken van een jongeling en een jong meisje, beiden van 19 jaren. Ze wilden trouwen, de ouders hadden daar wel wat op tegen, met het oog op hun leeftijd en daar er van beide kanten geen vermogen was. De jonge lieden besloten daarop een einde aan hun leven te maken. Oud-Antwerpen op de tentoonstelling aldaar heeft 350,000 fr. gekost. De kosten zijn geheel gedekt door bet verburen. De exploitatie er van geschiedt ten voordeele der tentoonstelling, na aftrek van 25 pCt. voor de ondernemers. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. Het zevende janrfecst van het Heilsleger. 'tls pas zeven jaren geleden, dat bet Leger des Heils" in ons land werd gevestigd en, men mag de resultaten beschouwen zooals men wil, aldus schryft De Tel. men moet bet eens zijn, dat zeker geen kerkgenootschap in zoo korten tijd dui zenden heeft weten te bekeeren tot zijn zoo geheel op zich zelf staande leerstellingen. Met smaad, met haat, met modderspatten en gejouw ontvangen, leerde meu spoedig den ijver van de roodvesten eu de Halleluja-zusjes waardeeren, begon het volk weldra vermaak te scheppen in de godsdienstig-vroolyke bijeenkomsten, in do speeches, fanatieke speeches, tintelend van aardige, geestige opmerkingen, in de luidruchtige muziek, de drukke kleuren en het blij gejoel, 't geklap en 't gejuich en 't gebed van de soldaten, werden gevoelens van sympathie opgewekt bij de ontwikkelden voor het liefderijk maatschap pelijk© werk van het Heilsleger. Duizenden schaarden zich over heel ons land in de gelederen, overal wei-den corpsen opgericht. Geen wonder dus, men met blydschap en dankbaarheid bet ze venae jaarfeest vierde, te meer nu de commissioner en mevrouw Booth-Tucker waren overgekomen, om dien verjaardag luister by te zetten. Mevrouw Tucker is de tweede dochter van den Generaal, voorheen de «moeder" van de groote internationale k weekscholen van vrouwelijke officieren in Engeland. De heer Tucker is de internationale secretaris van het Salvation Army". Hij was rechter en werd in een der meetings tot de zondaarsbank gebracht. De commissioner droeg nog de teekenen van zyn waardigheid, een langen vuurrooden rok, waarover een geel zijden sjerp afhing, terwijl zijn spiritueel scherp geteekend gelaat werd omlijst door een breeden, kunstig geknoopten hoofddoek. De groote ijzeren zaal van Maison Stroucken was gevuld van muur tot muur. Eenvoudige menschjes, oude vrouwtjes met grijze wollen doeken om en geplooide mutsjes op, mannen met een witten ring baard eu vereelte handen, kinderen die verbaasd rondkeken met hun groote blauwe oogen, op moeders schoot, jongens en meisjes met magere, bleeke gezichten, heeren en dame6, deels uit sympathie, deels uit nieuwsgierigheid opgekomen en eene massa soldaten en kadetten in uniform daar tusschen door gestrooid, allen luisterden met onbeweeglijke aan dacht naar de woorden, die er telkens uit andere monden, in 't Hollandsch en 't Engelsch klonken van 't platform. En nu en daD een luid handgeklap, een tromgeroffel bij een pakkende tirade, telkens weer een eerbiedig Halleluja ontsnapt aan biddende lippen. De kolonel Oliphant gaf een overzicht van 't afgcloopen jaar. Op zijne eigenaardige wijze ver telde hij: »De duivel had ons wel tot gebak willen snijden, maar 't lukte 'm niet. 'fc Was een jaar van zege praal! 5000 kostbare zielen hebben zich gebogen aan de voeten van Jezus, 20000 Oorlogskreten werden elke week verspreid, 110968 bedden werden ver schaft aan dnkloczen, 398655 porties voedsel uit gereikt aan hongerlijders, 379 personen bezorgden wy buiten het leger een betrekking, en in Amsterdam op den Heiligen weg alleen, gaven wij 11322 nacht verblijven en 37292 porties eten. Wij hebben nu 9 toevluebten voor armen, 12 werkplaatsen, 1 loge ment, 1 arbeidsbeurs, 1 reddingshuis en één land- kolonie, maar een heel, heel kleintje. Da's erg jammer. Een landbolonie kan zoo onnoemelijk veel nut stichten. Daar kunnen alle dakloozen practisch werk vinden op het veld. Met f 20000 zyn we geholpen. Mevrouw Tucker kwam aan het woord. Zij is een interessante verschijning. Het eenvoudige gladde blauwe kleedje, de lange witte sjerp, de groote halleluja-hoed met 't roode lintje doet baar smal ge zichtje, haar slank figuur hoogst zedigjes uitkomen. Zij sprak met innige overtuiging en baar lieflijk geluid, de ongekunstelde, meesleepende voordracht van dichterlijke, vrome verhalen maakten een diepen indruk. Heel lang bleef zij achter 'fc Heils-schotje staan, steeds met meer vuur causeerend, maar toen zij gebeden had, moest mevrouw Oliphant haar te hulp komen om op te wekken voor de collecte, mevrouw Oliphant, die zoo naïef en zoo onweerstaanbaar kan bedelen. Toon gingen de cadetten uit, om de boetvaardigen te brengen naar de zondaarsbank. De kolonel zelf had de stoelen gereed gezet, en onder 't opwindend gezang, onder 't smeekend gelok van de dames Tucker en Oliphant, knielden er weer eenigen neer De Orgels en de Organisten der voormalige St. Lievens Monsterkerk en der tegenwoordige Nieuwe Kerk te Zierikzee. De Sint Lievens Monsterkerk te Zierikzee bezat sedert oude tijden een orgel, dat zich in het Noorderkrais en das ter rechterzijde van den lateren predikstoel bevond. Het schijnt door hoogen ouderdom onbruikbaar geworden te zijn en reeds in het midden der 16e eeuw werd het door eon nieuw vervangen, dat in 1549 voltooid was. In 1535 en 1536 overwogen de kerkmeesters met de stedelijke regeering de vraag of men het orgel zou repareeren, dau wel een nieuw koopen en op 8 Juni 1545 nam men het besluit om het makeu van een nieuw orgel aan te besteden, welk instru ment pas vier jaar later voltooid was. Het dankte zyn aanzijn aan Hendrik Nijkhof, ook wel Nieuwenhof genoemd, die reeds in 1539 bekend was als orgel maker en verkeerdelijk als Nielaassen vermeld wordt. In bet kerkmeestershuisje der ten jare 1832 afgebrande kork werd zijne afbeelding gezien. Dit tweede orgel, dat voor zijn tijd een flink instrument was, stond ter linkerzijde vau den predikstoel, dus aan den kant van het Zuiderkruis der kerk. Iu 1576 betaalde de regeering onzer stad eene goede som aan de uittrekkende Spaansche soldaten, om het instrument voor hunne plunder- zucht te vrijwaren. Het alleroudste orgel werd sedert 1519 bespeeld door Jan Bonavant, geboortig van Rijssel, in dat jaar benoemd en op 16 Augustus volgens contract van aanstelling gratis met het poorterschap alhier begiftigd. Hy diende de kerk tot 1556, toen hij ontslag nam en overleed in Maart 1557. Het nieuwe orgel van 1549 is dus nog door hem ingewijd en bespeeld. Zijn opvolger was Pieter Steenhout, geboortig van Gent, die in 1556 zich alhier vestigde en in 1558 poorter werd. Ook bij heeft do kerk lang gediend, totdat hij, denkelijk door het zegevieren dei- reformatie, zijn ambt heeft moeten neerleggen en opgevolgd is geworden door Adriaan Provoost. Het tiaetement van den organist was lang 30 schellingen 's maands, maar de wedde van laatst genoemde werd met September 1585 gebracht op 33 schellingen eu 4 grooten 's maandseene be looning, welke voor dien tijd, niettegenstaande de vele diensten, redelijk was. Een orgel blaser" (oi-geltrapper) genoot toen 4 schell. 5 grooten 12 myten 's maands. In de 17e eeuw is deze betrekking ook door vrouwen waargenomen. De organist trok jaarlijks ook nog geld voor een tabbaardlaken. Met 1 Jan. 1594 werd het tractement 2 pond vlaams per maand. Adriaan Provoost, die door ouderdom alle diensteu niet wel meer kon waarnemen, werd sedert 9 Mei 1599 bijgestaan door Bartholomeus Cornelias 't Velom op eene wedde van 6 cavolusguldens 's maands. Hij overleed op 't laatst van 1618 en werd 24 Februari 1619 opgevolgd door Anthmie Marcelts: Smulders, die aangesteld werd op 42 pond 'sjaars, in 1620 verhooging kreeg tot 300 carolusguldens 'sjaars en in 1653 eene gratificatie van 50 carolusguldens bekwam. Ook deze organist had eene lange loopbaan, daar hij eerst in 1665 overleed. In dat jaar kreeg hij den 24 December in Nicolaas de Waal een opvolger, die tot zijn overlijden in 1679 het orgel bespeelde en een tractement van f 400 genoot. Schijnt deze jaarwedde, in verband wet den toen- maligen tijd, niet gering, dan bedenke men, dat er veel van hem gevorderd werd, daar vóór en na de Zondagscbe preekbeurten bet orgel een half uur moest bespeeld worden, terwijl hij 's winters- avouds tot vermaak der burgerij van 5 tot 6 uur of van 6 tot 7 uur, verplicht was eveneens te spelen. Bovendien werd er toen zeer druk gepreekt, ook op Woensdagen en Vrijdagen. Na Nicolaas de Waal kwam op 4 December 1679 de Leidenaar Cornelia de Jonge, mede op f 400 wedde 'sjaars, doch op voorwaarde, dat bij een der zoons van den alhier gevestigden schilder Arnoldus van Anthonissen les in 't orgelspel zou geven en voor dezen na 4 jaar zijne plaats ruimen. Het is ons niet gebleken of het hier toe gekomen is, doch wel vonden we de Jonge nog in 1683 vermeld. In 1695 treedt als organist op Johan Snep, die van de stedelijke regeering vergunning verkreeg om koffiehuis te mogen houden, mits jaarlijks continuatie verzoekende. Deze organist was een ijverig rijmelaar en maakte bij trouwen, geboren worden en sterven zijner stadgeuooteu menig vers, vaak met langwijlige titels, waarvan nog proeven voorhanden zijn. Hij overleed in 't laatst van Augustus 1719 en werd in de St. Lievenskerk begraven. Door ouderdom buiten staat de drukke diensten naar behooren te verrichten, werd hem sedert 30 Juli 1718, bij hooge uitzondering, toe gestaan, dat zyne beide dochters Agnita Wilhelmina en Johanna Catkarina Snep iu zijne plaats het orgel zouden bespelen, op de oude wedde van f 400 'sjaars. Na den dood der eerstgenoemde in 1726, ver vulde Johanna Catharina Snep alleen hare taak, die, behalve in het begeleiden van het psalmgezang, ook nog bestond in het bespelen van het orgel op Dinsdag- en Donderdagavond van half zes tot zeven uur, gedurende de maanden November, December en Januari, tot vermaak der burgerij, alsmede op Nieuwjaarsdag. Voorts moest de organist het hier bestaande muziek-collegie (dat tot 1699 van stadswege vuur en licht kreeg) met zijne gaven en muzikale kennis ondersteunen. Onze organiste bespeelde haar instrument tot genoegen der gemeente tot 1750, toen zij een opvolger kreeg in Johann Carl Friediich Groneman die 27 October van dat jaar werd aangesteld op eene wedde van f 300 'sjaars. Hij vertrok in 1757 naar Zutfen, waarna den 5 Augustus zijn bloedverwant Adolf Frederik Groneman tot organist werd benoemd op geljjk tractement. Deze vertrok in 1760 naar Goes on kreeg tot opvolger, ook voor het klokkenspelen op den stadhuistoren, Willem Lootens, die, van Maassluis op 7 Augustus 1760 herwaarts beroepen, in October d.a.v. zijne fuuctiën aanvaardde. Toen was bet orgel, zyne oudheid in aanmerking genomen, nog tamelijk bruikbaar. Het werd sedert jaren onderhouden en gestemd door de orgelmakers Pescheur uit Antwerpen, die jaarlijks overkwamen, doch sedert 1763 door J. de Grnyter, klokkenist van den O. L. Vrouwe toren aldaar. In Augustus 1763 werd Willem Lootens, die zich o.». door zjjne uitgave der psalmen bekend maakte, naar Middelbilrg beroepen, waarop den 19 October d.a.v. zijn bvoeder Jan Pieter Lootens mede op een tractement van f 300, werd aau- Ondertusschen was het orgel voor 't laatst in 1764 hersteld; doch het beantwoordde niet meer aan zijne bestemming, zoodat in 1765 de orgelmaker Bütz uit Utrecht werd ontboden, die verklaarde, dat het instrument niet meer voor herstel vatbaar was. Dientengevolge is het beroemde, in 1832 zoo deerlijk verwoeste orgel gebouwd, dat nog enkelen onzer lezers gekend hebben. Den 16 December 1770 bespeelde Lootens voor de laatste maal het oude orgel eu op 20 December wijdde hij het nieuwe in. Bij die gelegenheid liet de stad een maaltijd aanrichten die 250 kostte. Jan Pieter Lootens overleed 8 Februari 1782 en den 19 April d.a.v. werd Leenderl Verveen tot organist beuoemd. In 1807 herdacht hij met een groot orgelconcert zijn 25jarige dienstvervulling en na eene 45jarige loopbaau overleed hij den 15 September 1827, oud 71 jaar. Hy heeft alzoo de verwoesting van zijn instrument door den brand van 6 op 7 October 1832 niet meer beleefd. Die ramp bleef bewaard voor zyn opvolger, den iu December 1827 benoemden Gerrit Overmandie alzoo van 1832 tot 1848 zijne functiën als organist niet heeft kunnen uitoefenen. Toen na eene lange lijdensgeschiedenis de Nieuwe Kerk voltooid eu op 21 Mei 1848 ingewijd was, kou ook de organist zijne teak hervatten. Do plechtige inwijding van het orgel bad op 6 November 1848 plaats. Overman overleed alhier 26 September 1858, slechts 53 jaar oud zijnde, en na eene vrij lange vacature werd op 13 Juni 1859 tot organist, be noemd Dirk Hendrik Ezerman, die nog heden die betrekking bekleedt. Van harte hopen wy, dat het dezen verdienste lijken, uit het bekende muzikale geslacht gesproten, organist moge gegeven worden, dozen zomer zijne 85jarige ambtsvervulling in welstand te herdenken. X. hta. A

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1894 | | pagina 1