ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Zaterdag 17 Maart 1894.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING?"
DRA ISS K VV E T.
DËKIESWET INGETROKKEN
NIEUWSTIJDINGEN.
Va
Is Coöperatie gewenscht7
Verachgnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden ia f 1,30, franco per post
t 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, IndiS en», verzending
eens per week, f 10,per jaar.
50tte JAARGANG. No. 6436.
Advertentiën, van 13 regels 30 Ct».
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 are bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierikzeesche Nieuwsbode"
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenendat er op Mauuduy den
19 Maart e.k., des namiddags te 3 uur, op
het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeente
raad tal gehouden worden.
Zierikzee, den 16 Maart 1894.
Do Burgemeester,
Ch. W. VERMEUS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken. Voorstel van
Burgetn. en Weth. naar aanleiding van het oprichten van
Rijksnormaallessen in deze gemeente, enz.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend, dat bij hen een verzoekschrift is ingekomen
om vergunning tot verkoop van sterken drank in het
klein, van: PAULINA VAN DEN ENDE, huisvrouw van
Jan Jacobus van den Houten Cz., in de voorkamer van
het huis, staande op de Nieuwe Haven, wijk D, Na 3.
Zierikzee, den 17 Maart 1894.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Ch W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Wij behoeven onzen lezers niet te verzekeren,
dat dit opschrift eene uiting van bittere teleurstelling
ial Al de tot nu toe verrichte arbeid nutteloos *en
vruchteloosEn, in welke richting 'a lands zaken
ook gestuurd worden, een tijd van groote moeielijk-
heden en schromelgke verwarring in het verschiet
Had dit niet kunnen voorkomen worden? vragen
zij, die buiten staan, maar juist voor dezen is het
antwoord zoo moeielijk te geven en zal het wellicht
eerst later duidelijk worden, wat de donkere achter
grond tot dusver verborgen houdt. Willen wij
trachten uit hetgeen bekend is, ons een denkbeeld
van don toestand te vormen, dan moeten wij be
ginnen met in groote trekken den stand van het
vraagstuk op het beslissend oogenblik aan te geven.
Art. 3, bepalende dat als kenmerk van muat-
scbappelijken welstand en geschiktheid zou worden
beschouwd het voorzien in eigen onderhoud en dat
van het gezin, was met groote meerderheid
aangenomen. Art. 4 was aan de orde. Dit omschrijft
de vereischten, waaraan men voldoen moet om
geacht te worden in het bezit van dat kenteekea
te zijn. Bij dat artikel moest de groote strijd
gestreden wordenen een der hoofdpunten van den
strijd was de tweede zinsnede, vorderende o. a.
zekere continuïteit van woning" zooals men het in
stadhuistaal noemde, namelijk dat men zekeren
tijd achtereen in éóne woning verbljjf moet hebben
gehouden. Dien eisch wenschte een deel der Kamer
verscherpt te hebben en wel in tweeledigen zin:
eensdeels door langeren daar van verblijf te eischen,
anderdeels door het begrip van woning zoo te
omschrijven dat de geringste woningen, slaapsteden,
verplaatsbare woningen enz. buiten de wet zouden
vallen. Daarover werd, evenals over de andere
punten, dagen laög heen en weer gepraat zonder
dat men een stap verder kwam en er allengs even
weinig reden was om er mee op te houden, als
om er mee voort te gaan. Maar eindelijk kwam er
wat kleur in het eentonig tafreel.
De heer de Meijier diende een amendement in,
dat beschouwd kon worden als een mededeeling
hoever men van de zijde der tegenstandera het
Regeeringsontwerp wilde naderen. De heer Farncombe
Sanders volgde met een dergelijk amendement,
dat ten doel scheen te hebben van de zjjde der
medestanders der Regeering, te kennen te geven,
tot hoever men de overzijde wilde te gemoet gaan.
De Minister verklaarde zich bij het amendement
van den heer Sanders en dat van den heer v. d. Feltz,
van gelijksoortige strekking, te zullen neaerleggen,
al achtte hij ze niet noodig, en al had hij ook
daartegen bezwaren. Het amendement de Mejjier
bevatte echter behalve de reeds vermelde punten
nog iets: het wilde belastingplichtigen" van den
woningeisch vrijlaten. De Minister verwierp dit.
De heer de Meijier wyzigde daarop zijn amendement,
maar nam nu daarin voor de woningen weer een
bepaling op, die een verband legde tusschen het
personeel en het kiesrecht. Ook daartegen verzette
de Minister zich, en ook dit liet de heer de
Meijier varen.
Nu was dit amendement dus met beide anderen
gelijk van aard geworden, maar het ging niet
alleen verder dan die twee, docb verder zelfs dan
de bedoeling was, verder dan men kon overzien;
aan een groot aantal dergenen, wien men het
kiesrecht wilde toekennen, zon het door dit, zonder
ernstige voorbereiding te laatster ure ingediend
amendement onthouden worden. Door de heeren
Heldt, Goeman Borgesius en anderen werd dit
overtuigend aangetoond. Daarom ontried de Minister
de aanneming.
Op het beslissend oogenblik had men in hoofdzaak
de keuze tusschen twee lezingen; de meerderheid
koos die, welke de Minister ontraden bad.
Is nu bet verschil tusschen het amendement-de
Meijier en bet amendement-Sanders zóó groot, dat de
Min. om dót verschil het gebeele werk moest doen mis
lukken? Als men de vraag zóó stelt, zon men er
toe kunnen komen, baar ontkennend te beantwoorden.
De aanhangers van elk census-stelsel waren me-
doogenloos uit hun laatste verschansing verdreven
en in dat opzicht had de Minister zijn stelsel
volkomen gehandhaafd.
Deze beschouwing echter ligt derwjjze voor de
hand, dat zjj ook den Minister niet ontgaan kan zijn.
Er is meer: het amendement-de Meijier is aan
gekondigd als een brug om tot elkander te komen
naar aanleiding van opmerkingen des Ministers
zijn de census-bezwaren er uit verwijderd, en terwjjl
de heer de Meijier zich bereid verklaard had het
amendement in te trekken als de Minister het
onaannemelijk verklaarde, deed deze het niet, maar
ontried slechts de aanneming. Waarom, ala de
Minister voornemens was de wet in te trekken by
aanneming van bet ameDdement-de Mejjier, dit
niet uitdrukkelijk verklaard, - of waarom, als het
voornemen er toe niet vooraf vast stond, toch op
het beslissend oogenblik tot de intrekkingovergegoan
Dat tot de intrekking vooraf besloten moet zjjn,
volgt nit de omstandigheid dat de machtiging
daartoe van te voren was aangevraagd. Aan eene
daad, in eene opwelling des oogenbliks verricht,
kan du3 niet gedacht worden. Wg heben met een
vooraf beraamde daad te doen. Wat kan daarvan
de aanleiding geweest zjjn?
Wg hebben niet in den raad des Ministers
gezeten en weten dus evenmin wat hem zeiven
bewoog, als wat hg met zijne ambtgenooten besproken
heeft. Maar zoo raadselachtig als sommigen komt
ons de zaak toch niet voor. Voor de kamer was
het verschil tusschen de voorstellen do Meijier en
Sanders even groot als voor den Minister. Hij bad
das recht om te verwachten, dat, als da Kamer er
prjjs op stelde met hem de kiesrecht-hervorming
tot stand te brengen, zij in een zaak, die geen
belangrijk beginselverscbil meer betrof, maar eene
vraag van meer of minder, zgn raad zou volgen.
De meerderheid deed dit niet. Hieruit volgt,
dat de meerderheid is aan de zjjde, die op 's Ministers
stelsel meer wilde afdingen dan bij meende te
mogen en te kunnen toelaten, en dat het dua
onmogeljjlc zou blijken voor dezen Minister om met
deze Kamer de kiesrechtregeling tot een goed einde
te brengen, zooals hij begreep dat zij worden moest.
Voor die laatste opvatting nn gelooven wij, na
de stemming over het amendement-de Meijier, dat
alle grond aanwezig is, en dat, zoo niet de Minister
na deze stemming de ontwerpen had ingetrokken,
er op den verderen weg zich wel andere struikel
blokken zouden hebben opgedaan.
Dat eene kleinigheid voldoende zon zijn, om het
groote werk te doen mislukken is nu bewezen,
maar het was ook te voorzien. Zonder eenig spoor
van de ruimte van inzicht, de breedte van opvatting,
de kloekheid van geest, die een zoo gewichtig
onderwerp vorderde, zgn de kiesrechtontwerpen
onderzocht, ontleed, uit elkander geplozen en het
laatste bedrijf is een slot, dat volkomen past bij de
gansche vertooning; de Minister beeft, evenals bij
met een kloeke daad de vertegenwoordiging voor
het groote vraagstuk Blelde, met een forschen greep
aan het gehaspel een einde gemaakt.
De afloop der zaak is te meer te betreuren omdat
zjj ons voor de toekomst geheel in bet duister laat
rondtasten. Ziet als het waar was, wat in een
der bladen geschreven werd, dat beginsel tegen
beginsel gebotst" had, dan zouden wg de niet-aan-
neming van ons beginsel zeer zeker ook betreuren,
maar zouden wij ons kunnen troosten met de
gedachte: nu weet men toch langs welken weg wij
ons in de naaste toekomst bewegen moeten.
Maar nu? Raadselen zgn het, die ons omgeven,
diepe duisternis is het, waarin wij rondtasten.
Van waar het licht dagen zal, wie de raadselen
zal oplossen, dit te voorspellen, ja zelfs maar te
gissen, wagen wg niet.
Indië.
Van Atjeb achrjjffc men aan de Loc dat Toekoe
Djohan Pclahawan, zeer getroffen over het sneuvelen
van den luitenant Weyerman, diens verloofde, mejuffr.
Dejjkerman, zgoe deelneming ia komen betuigen en
haar bjj die gelegenheid een paar prachtige diamanten
heeft aangeboden. Km vreemd soort van troost, die
ons Westerschen een glimlach moet afdwingen 1
Brazilië.
JEiio <le Janeiro, 13 Maart. Ia den namiddag
beschoten alle forten der regeering met hevigheid de forten
der opstandelingen. Deze schoten echter niet terug. Te
4 uren stevende de regeeringsvloot de baai in. Schepen
ea forten der opstandelingen baalden toen hunnen standaard
omlaag. Intusschen namen de officieren der opstandelingen
de wjjk aan boord der Poftugeesche en Fransche kruisers.
De Garna zon aan boord ran den Engelsehen kruiser sSirius"
zijn. Het einde van den oorlog is oorzaak van groote
blijdschap.
14 Maart De opstand is geëindigd; de insurgenteu
hebben zich overgegeven.
Amerika.
In den avond van negentien Februari had aan het
■poorweg-station te Houston, in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika. een vreeseljjk voorval plaats. Een
beschonken kerel, Jim Mitcoell geheeten, kreeg onge
noegen met passagiers, die hem aanmaanden om zich
kalm te honden. Daarover werd de man zoo woedend,
dat bg een revolver nit zgn zak haalde en onophou
delijk schoten op de menigte loste. Elk schot was raak
en aodere personen beantwoorden het voren van Mitchell,
zoodat eene algemeeno schietpartij volgde. Drie per
sonen werden gedood en vier anderen, waaronder twee
vroawen en een kind, too ernstig gekwetst, dat men
geen hoop heeft ze in het leven te behoadon.
Toen men de aitwerkiog der moorddadige sohoten
zag, maakte woeste schrik zich van de omstanders
meester. Mannen, vroawen en kinderen snelden naar
de uitgangen en verecbeideoe personen geraakten onder
den voet en worden deerlijk verwond. De politie kwam
te laat op *t terrein, maar arresteerde Mitchell. Toen
't bericht omtrent de bloedige daad bekend werd, liep
een wooJende volksmenigte te hoop en omsingelde do
gevangenis. Men eischte op dreigenden toon dat Mitchell
zon worden uitgeleverd, om op staanden voet vonnis
ovor hom te vellen. Do gewapende macht wist echter
de menigte te verspreiden ea de orde te herstellen.
Rusland.
De Rassischo regeeriogt-commiasie, die over de
schandelijke voorvallen, welke geljjk indertijd is
gemeld in de Russische gevangenis op Sachalin
moeten hebben plaats gevonden, een ondersoek instelde,
heeft thans haar rapport ingediend. Er bljjkt nit, dat
ontzettende gruwelen werden gepleegdde gevangenen
werden meó loogenloos geranseld tot ze bewusteloos
neervielen, sommigen werden door degenstooten en
revolverkogols voor hnn gebeele leven verminkt, anderen
eenvoudig ncörgeschoten. Er kwamen gevallen van
kannibatismo (eton van menecheovleesch) voor. Gevan
genen werden door bon nitgebongerde kameraads
fedood en opgegeten. In bet jaar 1892 kwamen op
«ohalin duizenden groote misdadigers om het leven;
ze werden bjjna allen door menscheneterg geslachteen
aantal Ijjken werd op afschuwelijke wjjte verminkt
De overheden bekommeren zich hoegenaamd niet om
de gevangenennooit kwam een geneesheer in de
gevangenis en de gevangenen, die niet meer konden,
werken, omdat zjj ziek waren geworden, werden een
voudig aan den hongerdood prgsgegoven en als ze niet
spoedig stierven, werden ze na eeaigen tjjd door revolver
schoten van kant gemaakt.
Deze vreeseljjk* bijzonderheden zgn aan het Eogelsch
blad, The Standard, ontleend, dat natuurlijk geheel
verantwoordelijk is voor het ongelooflijk klinkend
verhaal.
Engeland.
Door Eogelands Lagerhuis is Dinsdag 1.1., ondanks
den tegenstand der regeering, op voorstel van Lzbou-
chère met 147 tegen 145 stemmen de wenscheljjkheid
uitgesproken, dat het recht om wetten te maken, ont
nomen zou worden aan personon, die bun mandaat
niet door verkiezing hebben verkregen (dat doelt op
de leden van 't Hoogerhuis) De Ieren en de radicalen
vormden de meerderheid. Balfour vroeg welke houding
de regeering denkt aan te nemen tegenover dit votam
en sprak zelfs van vernietiging, aftreding der regeering
of ontbinding van 't Lagerhou, waarop William Har-
court, de Minister van Financiën, antwoordde, dat
vóór alles het debat over het adres moet worden
voortgezet.
De overige artikelen van het handelsverdrag met
Roeland zgn nu ook aangenomea door Daitschlands
Rgksdag in tweede lezing en morgen komt dan de
eindbeslissing: de derde lezing met de verdaging van
't Huis tot 3 April.
Een langdurig staatemansleven. Om eenig
begrip te krjjgeo van bet lange tijdsverloop van Glad
stone's staatsmanswerkzaamheid, moet men eens terug
denken aan al wat deze grjjssard heeft zien voorbijgaan,
sinds bjj voor de eerste maal Minister werd.
Koning Willem IV regeerde nog in Engeland.
Koniogin Victoria was een kind van 14 jaren. In
Frankrgk was Lonis Philippe en in België Leopold I
pas Koning geworden. In Nederland regeerde Willem I,
in Oostenrijk Ferdinand I, in Rusland Nioolaas I.
Alex inder II, de vader van den tegenwoordigen Ctaar,
was oog een knaap van 12 jaren; Victor Emmanuel,
de vorige Koning van Italië, speelde nog als elf-jarige
jongen met een tol.
Toen Lord Rosebery nog te Eton op school was,
werd hem eeDS de toekomst voorspeld. Hjj zon in zgn
leven een drievoadig gelak hebben; hg zoa, wanneer
hjj in het haweljjk trad, de rjjkste erfgename van
Engeland in dat jaar tot vrouw krggendan zon hjj
eerste minister van Engeland worden en eindeljjk zon
zgn paard bjj de wedrennen te Derby den eersten prjjs
winnen.
Twee dezer voorspellingen zgn reeds uitgekomen.
Lord Rosebery bawde met Hannah von Rothschild,
het eenige kind van baron Meyer von Rothschild, en
de rjjkste erfgename van Engeland. Thans is hij ook
eerste minister van het vereeoigd Koninkrjjk. En de
derde voorspelling heeft zeer veel kans weldra verwe
zenlijkt te worden. Lord Resebery's paard »IUaminata",
dat dit jaar te Darby loopeu zal, behoort tot de
«favourites".
Iyondou, 13 Maart. Het Lagerhuis hoeft een
amendement van Kenny, strekkende om amnestie te
doen verleenen aan de Ierscbe dyn&mietm&nnen, met
286 tegen 96 stemmen verworpen.
Frankrijk.
Parjjs, 15 Maart Men spreekt van eene bom,
geworpeu in do Madeleine-kerk. Er zon een doode zjjn
en verscheidene gewonden.
De bom, ia de Madeleine geworpen, heeft den
dader zelf gedood.
Omtrent de ontploffing verhaalt een ooggetuige aan
Havas: De kerk was vol rook. Het ljjk was vreeseljjk
verkoold; de ingewanden waren tegen de deur geslagen;
de hersens lagen op den grond. De materiëele schade
aan de kerk is zeer gering. Bjj het ljjk lag een zak
boekje met het portret van Ravachol er in.
Do minister van jastitie heelt in de couloirs der
Kamer van afgevaardigden gezegd, dat uit alles scheen
to bljjken, dat het slachtoffer der ontploffing ook de
dader is geweest De prefect van politie meent, dat het
wel dezelfde persoon kan zjjn geweest, die in de roe
St. Jacques en op den boulevard St. Martin bommen
heeft aangelegd.
Men zegt, dat er iemand is gearresteerd, die op de
vlnoht was gegaan.
Duitschland.
De proef mot do kogelvrjje jas, onlangs door Dowe
uitgevonden, heeft Maandag te Mannheim plaats gehad-
15 sohoten werden gedaan en geen enkele kogel drong
door het kleodingstnk. Daar het gewicht hiervan echter
acht pond is, gelooft men niet, dat de jas voor de
soldaten bruikbaar it.
Air on, 12 Maart. E;n hoogst zeldzaam en origineel
kunstgewrocht mag wel Da Vinci's «Laatste Avond
maal" genoemd worden, dat alhier bg de firma Sonanini
is tentoongesteld. Deze schilderjj, ter grootte van 153
bjj 81 c.M., is zonder gebruikmaking van penseel uit
sluitend uit postzegels vervaardigd. Deze oopie, waarbjj
ongeveer 10,000 postzegels gebruikt werden, geljjkt
sprekend op bet origineel; de kleeding der personen
is zniver historisch.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
LANDBOUW
In de afdeeling Heinkenszand der Zeeuwsche maat
schappij van landbouw werd tot bestuurslid benoemd
de heer M. Boogaard te 's Heer-Arendskerke, in plaats
van den heer A. Polderdijk, die wegens ziekte bad
moeten bedanken.
De beeren J. Noteboom te Wolfaartsdijk, A. Padmos
te Kloetinge en P. v. d. Dries te Heinkenszand zjjn
benoemd in de commissie voor den rijtoer, bjj gelegen
heid der vergadering van bet hoofdbestuur van bet
Ned. rundvee-stamboek.
BEDIJHINGEBT.
Wie zich een juist beeld van den vorm van het
oorspronkelijke Schouwen en Duiveland wil vormen,
kan dit het allerbest doen, door op een goede kaart
al het aangedijkte te bedekken, waarna van zelf het
oudste gedeelte overblijft, 't Spreekt van zelf, dat aan
de Zuidkust van ons eiland het verloren gegane er bij
gevoegd dient te worden.
De kunst van dijken te maken is, uit den aard der
zaak, in ons JaDd zeer oud, en van den tijd der eerste
omwalling van Schouwen dragen wij geen heugenis.
Wellicht zullen de oude afzonderlijke deelon eerst aan
den Zuid- en Noordkant van zeeweringen voorzien zijn
geweest met de vrij doorstroomende kreken er tusschen.
Na het opslibben en toewassen dier stroompjes was de
aansluiting der gedeelten djjk spoedig tot stand gebracht
en alzoo de verschillende schakels vereenigd, die nu dit
eiland voor goed omsloten. Men make zich echter van
deze primitieve waterkeering een bescheiden meening
waar b.v. te veel binnenwater was, maakte men een
voudig een gat in den dijk, Het het water uitstroomen
en sloot daarna de opening weer. Sluizen kwamen
later in gebruik en men heeft ze als eene der uit
vindingen beschouwd, welke de kruistochten herwaarts
brachten.
In een stuk van 26 Februari 42°°/BJ van Floris V
wordt van de Schouwsche djjken gezegd dat zij waren
«gediket hier voermaais, over langhe wile", waaruit
men o. i. minstens wel besluiten mag tot een aanleg
in de 42e eeuw. In de 43e eeuw was het hoogliggende
duineiland door het verlanden van het stroompje De
Schelveringe aan Schouwen verbonden geraakt, welke
verbinding in de buurt van Renesse begonnen was en
zich langzamerhand Zuidwaarts uitstrekte, tot dat
eindelijk bij bet begin der 44e eeuw de aansluiting
voltooid was.
Wanneer we van bedjjking spreken, moeten we
wjjzen op bet verschil van de rechten, den eigendom
en de belistingplicbtigbeid dier gewonnen stukken
gronds, voortspruitende uit opwas eo aanwas. De op
wassen zjjn schorren, in de stroomen opgekomen. Zi
worden, volgens het oudste recht, beschouwd als be-
hoorende aan den Vorst of Landheer en daarom, waar
ze ook bestaan, dadelijk door het Domein aangeslagen,
verpacht en, wanneer ze voor bedijking geschikt zijn,
veelal t9n voordeeJe ervan verkocht In Zeeland echter,
waar het bedijken van opwassen een kostbaar en ge
waagd werk was en bleef, omdat se aan alle zijden
door zware dijken moesten beveiligd worden, werd het
bedijken door verschillende gunstige bepalingen aan
gemoedigd. De oudste en gewichtigste waren wel het
verminderen der scbotplicbtige gemet-getalen en het
recht op de aanwassen.
Wanneer in die oude tijden door een Graaf schorren
ter bedijking waren uitgegeven, werd, terstond na de
bedijking, de grootte binnendijks opgemeten en deze
op 's Graven register ten kantore zijner rentmeesters
beoosten- of bewesten Schelde opgeteekend. Men noemde
deze grootte «bij dar breedte."
Doch doorgaans was en alvorens de bedijking werd
aangevangen, door den bedjjker met den Graaf eene
overeenkomst getroffen, waarbij, naar evenredigheid vaD
de kostbaarheid der onderneming, was vastgesteld,
welk aantal gemeten schotplichtig zou weien bij 's Graven
beden, waarvoor dan weder de Ambachtsheer verant
woordelijk was. Deze laatste getalen vormden dan de
grootte isteenecbieter8," omdat die beden aten steene",
d. i. op Graven steenen huis of sterkten binnen
Middelburg eo Zierikzee betaald moesten worden. Zij
werd door den rentmeester op de zoogenaamde «steen-
rolle" aangeteekend.
Uit een en aoder vloeide dus een verschil van gemet-
getalen voor dezelfde gronden voort, wat in 't voordeel
van den Ambachtsheer was, want deze ontving van
de gebruikers volgens de grootte bij der breedte",
terwijl bg zelf aan den Vorst slechts de grootte «steen-
schieters" betaalde.
Dat verschil was in sommige gevallen zeer aanmer
kelijk, want er waren ambachten welke slechts voor
Va' Va 2/a *an 4e grootte bij der breedte" aten
steene schoten". Uit dit verschil nu, dat men het
«vrije" en ook wel abet overambaebt" noem do, laat
zich de meer of minder gunstige toestand der gronden
by de eerste bedijking met vrij veel juistheid opmaken
want waar weinig of geen verschil wordt aangetroffen,
daar zijn óf de gronden door de Graven zelve bedijkt
geworden, óf was de liggiDg zoo gunstig, dat de be
dijking met minder kosten en zonder veel vrees voor
gevaren kon ondernomen worden. In latere tijden is
hierin verandering gebracht en beeft men die duurzame
vermindering ten steenrolle bij ter bedyking meer of
minder onguostig gelegen gronden vervangen door
vrijdom van belastingen voor een langoren of korteren
termijn van jaren, welke gewoonte nog in zwang is.
Van nog meer belang onder gunstige omstandigheden
was bet tweede, dat opgenoemd is, t. w. het recht op
de aanwassen. Dit recht werd in Zeeland beschouwd
zoozeer uit bet wettig bezit der achterliggende gronden
voort te vloeien, dat, wanneer er beperkingen moesten
plaats hebben uit hoofde van anderer vroeger verkregen
aanspraken, deze in de brieven uitdrukkelijk werden
opgegeven. Was dit niet geschied, dan werd de bezitter
der eerste gronden geacht recht te bezitten, om ook
de aanwassen »tot «ijnen schoonsten oorbaar en profijt
te mogen gebruiken of bedijken." Toeu Zeeland in
later tgden Heeren kreeg, in wier gebied elders andere
gewoonten heerschende waren, zorgden de Staten van
dit gewest, dat dit oude recht door de wet gehandhaafd
werd, getuige de ampliatie op de keur van 4495, welke
zij in 4515 van Karei V verzochten en verkregen.
Sedert is dit ook too gebleven, en bestond er nu en
dan al eens eenige bedenking, het was altijd alleen
tengevolge der vraag, of met een opwas te kwader
trouw tot een aanwas was gemaaktbleek het tegen
deel, dun volgde het aanwas aan den bezitter van het
opwas.
In nauw verband staat hiermede het oude Zeeuwsche
begrip van tweeërlei grondeigendom. Men onderscheidde
den eigenaar van den ondergrond of bodem" van dien
van den bovengrond of «erve." De eerste, op 's Graven
register ten name van den Leenhouder of Ambachtsheer
aangeteekend, was onvervreemdbaar; de laatste mocht
verkocht worden, en vandaar het woord.geërfden" in
de beteekenis van «ingelanden".
Waren bodem «n erve in dezelfde handen, dan werd
die bezitter, zooals het in de Zeeuwsche keur van 1405
wordt uitgedrukt, gezegd te wonen «op zijn zelfs
ambacht of vroon". Bezat men alleen den bovengrond,
dan woonde men «in iemands ambacht" en was men
hem dienst schuldig.
Werd nu een polder zoo overstroomd, dat hg jaar
en dag met de zee gemeen lag, dan rekende men den
bovengrond weggespoeld, de rechten der «geërfden"
of «ingelanden" verloren en alleen de ambaebtsbezitter
tot hei-dijken gerechtigd.
Van een en ander zullen bg de bespreking der be
dijkingen van Schouwen en Duiveland voorbeelden worden
aangehaald. Z.
De heer van Weidom Claterbos uit Kampen zal hier
voorlezingen houden over zui veJ bereiding.
Door den landbouwleeraar, den heer I. G. J. Kake-
beeke, werd het voorstel gedaan tot het oprichten van
coöperatieve vereenigiDgen voor den aankoop van
kunstmeststoffen. De beer van Weel wenschte door
het hoofdbestuur eene vereeniging .voor geheel Zeeland
te doen oprichten, waardoor de aankoop van kunst
meststoffen op de gemakkelijkste wijze kon geschieden.
De heer Kakebeeke wijst op Duitschlaod, waar tal
van dorpsvereenigingen slechts hunne opgaven inzenden
aan een centraal bestuur. Dit kon in Zeeland ook
geschieden.
De heer Noteboom ontving een prijs van f 10 voor
zijne uitmuntend bijgewerkte melklijsten.
Een beetwortelsuikerfabriek op Zuid-Bevelaod is
wegens gebrek aan goed water onvoldoende. Vlissingen
of Amemuiden schijnen de aangewezen plaatsen te zijn.
Stierenkeu ringen zullen gehouden worden: 3 April te
Goes; 4 April te Heiokenstand en Driewegen; 28 en
34 Maart te KruiniDgen.
De beer G. J. v. d. Bosch, eervol ontslagen directeur
van den Wilheltninapolder, wijst op de t. i. verkeerde
samenstelling van het landbouwcomité, welke gelegen
heid de voorzitter waarneemt om de groote verdienste
in herinnering te brengen, welke genoemde heer aan
de afdeeling heeft bewezen. Met luid applaus werden
deze woorden begroet.
INGEZONDEN STUKKEN.
Ia de dageljjksche samenleving hoort men dikwjjls
om iets kort en zakelgk uit te drukken gebruik
maken van gepaste veelzeggende «spreekwoorden",
doch boe jammer dat ze gewoonlijk zoo weinig begrepen,
zoo weinig beoefend worden en bet alzoo slechts
woorden of liever gejjkte termen zgn en blgven.
Zoo denk ik dikwgls als ik daar hoor of lees:
*Als het getij verandert moet men de bakens verzetten
ot »Eendracht maakt Macht", zoo dacht ik ook thans
weer, nu ik na de oproepingen in het eiland Tholen
ter oprichting van een boterf&briek; na de ingezonden
stukken van en van den heer H. J. Dorst, lees:
de pogir-gen daartoe in bet werk gesteld, kunnen
voorloopig als mislukt beschouwd worden.
De Tholenaars achten het dus nog niet noodig de
bakens te verzetten en waarom niet? Zien ze het voor
deel hier niet van in, geleerd door eigen ondervinding,
nader opgehelderd in den Nieuwsbode van 3 Maart j.l.,
is er soms geen samenwerking onder de voorloopige
leden of is hun de taak nog niet helder genoeg? Wy
Daivelanders hebben natuurlgk ook in zoo'n soort
periode verkeert en persoonljjk belang stellende in al
wat ccöperatie betreft, vooral op het gebied der
zni vel bereiding, kan ik niet geheel en al stil zitten,
maar z&l trachten u het een en ander aangaande deze
zaak onder het oog te brengen.
Ik weet wel dat ik kort geleden nog beschuldigd
ben te veel op coöperatie aan te dringen en het kan
zjjn dat ik door wat veel aan het kleine vast te houden
(altjjd om tot het groote te komen) in gemeente of
omgeving, menschen schijnbaar keb willen benadeelen,
doch dat doet aan de zaad niets af, coöperatie is en blijft
m.t. gewenscht, en waarom? als ik kort wilde zgn
omdat Bendracht macht maakten als gg dan met
mjj even terug wilt zion op al die verplegen eeuwen,
op al die geslachten die ons zgn voorgegaan, moeten
wg dan niet tot de bekentenis komen, dat het mensch-
dom en vooral de l&ndboowende stand, met het oog
op wat Eendracht vermag, nog bizonder weinig nut
uit dat verleden heeft getrokken? Is er dan in dezen
geen verandering, geen vooruitgang waar te nemen?
Gelukkig jal buiten die allen welke nog op zich zelf
blgven, staan er ook velen die m<4werken, doch m. i.
met nog te weinig besef; waaromt immers als men
overtuigd was dat coöperatie voordeel moet uitwerken,
zou de hand krachtiger aan den ploeg geslagen worden,
son de instemming en de medewerking meer algemeen
wezen en zon de schitterende uitkomst ons de proei
op de som leveren wat Eendracht vermag. Zie in de
geschiedenis der volken in 't verleden en in het heden,
boe van elke vereeniging, *t zjj met of zonder kapitaal,
in meerdere of mindere mate macht uitgaat, en hoe
Btaan wjj als landbouwers daar nu tegenover?
Welnu Tholenaars, gjj hebt thans reeds uwe ver-
eenigingen om op de goedkoopste wjjze goede kunst
meststoffen te verkrjjgenneem nu ook deze gelegenheid
waar om uwe overproductie van boter op de wereld
markt te verkoopen of liever te kunnen verkoopen,
omdat gg dan onder één monster groote partgen kunt
aanbieden. Wij hebben daartoe onze «Duit" en die
werkt goed, maar gjj weet op school leeren wg reeds
goed beter best, en om tot dat laatste te komen
merkte de heer H. J Dorst terecht op, moet gg tot
600 koeien en hooger kunnen komen. De rekening die
genoemde beer dan ook maakt, zal vrjj goed steek
houden en elke toename zal de zaak nog beter maken.
Zie hier het bewjjs en dan vasthoudende san het door
den heer Dorst aangegeven cjjter van ƒ20,000. Wg
ontvingen ons Ie jaar in «De Duif' pi. m. 1,000,000
Liter, interest 800, ophalen der melk 3400 en
4 man personeel, uitbetaling 31/* Ct.; Tooien
1,800,000 L. interest ƒ800, ophalen der melk ƒ6000
en 4 man personeel, uitbetaling 3'/» Ct.. een fabriek
mjj bekend 3,327.000 liter, interest ƒ800, ophalen
der melk 4460 en 4 man personeel, uitbetaling Ct.
per Liter, mg is verzocht dat niet te publiceeren, doch
gg begrgpt van meer dan 3l/t Ct. per Liter, vooral
omdat de boter gem. ƒ0,62 per </s KG. opbracht.
Dal de hoeveelheid melk hoofdzaak is. begrjjpt ieder,
doch van waar die mindere uitgaaf voor bet ophalen
der melk, ik herhaal ƒ4430 om 2,327 000 Liter melk
heen en terug te brengen, en dat de omtrek zoo klein
niet is, zal u duideljjk zgn ala ik u zeg dat er van
2 tot 12 koeien gemolken worden en II karren de
melk ter fabriek brengen; doch ziehier de reden: In
't Noorden van ons land werd tot voor enkele jaren de
melk kosteloos aan de fabriek gelflv-f d, gowoonljjk
deden 3 of 4 buren dat onderling, doch langzamerhand
won de overtuiging veld, dat de verstatwoneudon verre
achterstonden bg hen die tegen de fabriek aan woonden,
zoodat er besloten werd de melk langs de hoo/dwegtn
op te halen, waarroeê zelfs diegene, die betrekkeigk
nog al van den hoofdweg afwoonde, hoogBt content was.
Hier in de omgeving schjjnt dit niet te kunoeD-, als
verzachting daarvoor is alleen aan te voeren onbekend
heid en doordat ze hier niet zoo vlug t?etreden als
in het Noorden, achten zjj zich niet genoeg beloond
voor die moeitedoch aan wie de schuld? Velen meenet
hier nog dat het nieuwe snuitjes zgn, dingen die wegenB
hun vele uitgaven geen reden van bestaan hebben,
doch zie eens wat dat op de groote massa uitmaakt,
2.327,000 Liter kost ƒ4430, d. i. per Liter ƒ0.0019,
en wat het nieuwe van de zaak betreft, in ons land
werken ruim 100 fabrieken, wat steeds toeneemt. In
het kleine Denemarken dat onze Friescbe boter den
naam van de beste der wereld ontworsteld hoeft, werken
ruim 1000 fabrieken, waaronder enkele reeds gedurende
50 jaar; dat Denemarken dat soms tot 2 per Kilo
zgn boter levert op de eerste Pargaohe tafels, beeft
door zgn flink ingerichte fabrieken onze boter een heel
eind verdrongen, aan ons dns om te trachten door
allerwege in Zeeland flinke fabrieken op te richten