ZlllllkZIIStlll NIEUWSBODE. Zaterdag 4 November 1893. Directeur-Uitgever J. WAALE. Algemeen Overzicht NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. LIEFDE en PLICHT. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post t 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 50ste JAARGANG. No. 6380. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot dei Maandags, "Woensdags en Vrijdags middaga 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zieribzeesche Nieuwsbode" BEKENDMAKING. NATIONALE MILITIE. Oproeping Tan Vrijwilligers. Da BURGEMEESTER en WETHOUDERS vail de gemeente ZlERlKZEE brengen bii deze ter kennis van een ieder, dat zy, die genegen mochten zijn vrijwillig te dienen bij de nationale militie, zich gedurende de loopende maand November, dage lijks, met uitzondering van de Zondagen, zich zullen kunnen vervoegen ter gemeente-secretarie, vergezeld van twee ter goeder naam en faam staande meerderjarige inwoners dezer gemeente, die de vereischte verklaring omtrent den burger lijken staat en het gedrag van den persoon, die als vrijwilliger verlangt op te treden, kunnen afleggen en het op te maken getuigschrift onderteekenen; voorts, dat de vrijwilligers voor de militie moeten zijuongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten van het Rijk, licha melijk voor den dienst geschikt, ten minste 1,56 meter lang en op den lsten Januari van het jaar der toelating als vrijwilliger het 19de jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet hebben volbracht. Zij, die in het bezit zijn van de hieronder sub 2 vermelde stukken, kunnen tot en met hun 40ste jaar als vrijwilliger voor de militie worden toegelaten; dat zij, voor zoover zij daartoe geschikt bevonden zijn en er gelegenheid toe bestaat, worden ingelijfd bij het korps hunner keuze; dat zij, behalve het bovenbedoelde getuigschrift, zullen moeten overleggen: 1. het bewij9, dat zij aan de plichten der militie, voor zoover die tot op het tijdstip der toelating te vervullen waren, hebben voldaan; 2. indien zij als militair of op 's lands vloot gediend hebben, een bewijs van ontslag en een getuigschrift van goed gedrag, afgegeven door den Commandant van het korps, waarbij zij laatstelijk hebben gediend. (Dit getuigschrift kan bij dien Commandant worden aangevraagd); 3. indien zij minderjarig zijn, een bewijs van toestemming van hunnen vader of voogd; dat hij, die voor de militie is ingeschreven als vrijwilliger, wordt toegelaten slechts voor de gemeente, in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene plichten ten aanzien van de militie meer te vervullen hebbe. Zikbtkzee, den 2 November 1893. De Bargomeester en Wethouders voornoemd, Cu. W. VERME1JS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. (lei* vorige week. De indiening van bet wetsontwerp tot uitbreiding van bet kiesrecht in Oostenrijk beeft daar te lande reeds aanleiding gegeven tot een politieken crisis. De Regeering betoogde bij monde van graaf Taaffe de noodzakelijkheid van de uitbreiding, met een beroep op de geschiedenis, maar de volks vertegenwoordiging wilde er niet van hooren zoodat tjf alleen graaf Taaffe, öf het gansche Ministerie zal aftreden. Al valt het moeielijk te gelooven, toch schijnt bet, dat Keizer Frans Jozef zich inderdaad zal scheiden van den behendigen staatsman, die meer dan twaalf jaar Oostenrijks binnenlandscbe politiek leidde, en zich, nu eens met den steun van deze, dan met dien van gene partij wist te handhaven. De vernietiging der oud- Czecbische partij bij de vorige verkiezingen bracht echter de anti-Duitsche meerderheid, waarmede de Minister regeerde, geheel in de war. Sedert de opkomst der radicale jong-Czechische partij, die de oud-Czechische geheel' verdrong, moest graaf Taaffe steun zoeken bij de liberale Duitschers en bij de Polen. Gedurende korten tijd gelukte het den Minister zich met deze beide partijen tev verstaan, maar een duurzaam verbond tusschen deze zoo geheel uiteenloopende elementen was niet te verwachten; en het kiesrecht-ontwerp heeft den Minister-President nu van zijn laatsten steun beroofd. Een crisis is niet langer te vermijden. Yelen kunnen nog niet gelooven, dat de Keizer graaf Taaffe zal laten gaan, en houden vol, dat het gansche Ministerie zal aftreden en dat dan aan graaf Taaffe de vorming van een ander kabinet zal worden opgedragen op anderen grondslag. Eerst indien deze poging mislukt, zou de Keizer er toe overgaan de samenstelling van een Ministerie aan een anderen staatsman op te dragen. Als de eerste, die daarvoor in aanmerking komen zou, wordt nu reeds genoemd graaf Stanislaus Perdeni, die dan zou trachten met behulp der liberale Duitschers een kabinet samen te stellen. Hoe dat ook zijn moge, in elk geval is de beslissing spoedig te verwachten. Keizer Frans Jozef is met het oog op de aanhangige crisis, terstond met een extra- trein van Pest naar Weenen vertrokken en zal in overleg met de toongevende partijleiders, ver moedelijk reeds dezer dagen, een besluit ter oplossing van den crisis nemen, en wanneer Vrijdag het huis der afgevaardigden weder zal bijeengekomen zijn, is waarschijnlijk de beslissing reeds genomen. Naar aanleiding van eene redevoering van den eersten Minister van ItaliëGiolitti, heeft de oud-Minister Di Rudini een rondschrijven aan zijne kiezers gericht, waarin hij zijn bezwaren inbrengt tegen de plannen door den tegenwoordigen premier ontwikkeld. De heer Di Rudini bestrijdt in zijn open brief ten sterkste de militaire politiek, zoowel als de verhooging der successie-rechten, de invoering eener progressieve belasting en het betalen der douane-rechten in goud. Hij verklaart, dat het onmogelijk is de financiëele quaestie te regelen, als men niet terugkeert tot het programma, dat een eind moest maken aan de staatsschuld en als men niet tegelijkertijd tracht bezuinigingen op de begrootingen te vinden en verminderingen der ontvangsten tot stand te brengen. Beperkingen van uitgaven acht de heer di Rudini, vooral voor het leger, en vermindering van het aantal ambtenaren, dringend noodig. Het evenwicht op de begrooting moet gebaseerd zijn op verbetering van den toe stand der schatkist en van den muntomloop; men zou ons kunnen verwijten, zegt hij, dat wij een militaire organisatie gehandhaafd hebben, die bij gebrek aan middelen langzamerhand schipbreuk lijdt. Indien wij den moed missen om ons heil te zoeken in eene logische oplossing, zouden wij gedrongen kunnen worden onze toevlucht te nemen tot territoriale legervorming of tot vermindering van den diensttijd, hetgeen het innerlijke gehalte van het leger in gevaar zou brengen. Onmogelijk is het, het leger te redden, indien men het budget niet redt. De hondgenootschappen, die ons den vrede verzekeren, zijn voor ons een onschatbare weldaad. Door dezen aanval van den oud-premier wordt de positie van het kabinet Giolitti weder aanmerkelijk verzwakt. Er schijnt ernstig sprake te zijn van het aftreden van den heer Giolitti, terwijl dan het Ministerie zou worden gereconstrueerd onder voorzitterschap van den heer Zanardelli. De groote strijd, die in Italië tusschen de beide boven genoemde staatslieden gestreden wordtkomt voornamelijk hierop neer: kan en mag Italië jaar op jaar zijn legeruitgaven zien stijgen ten koste van het bondgenootschap met Duitschland en Oostenrijk? en zoo ja, hoe dan de middelen te vinden om die kosten voortdurend te kunnen bestrijden en zonder de bevolking, die reeds zoo zwaar wordt gedrukt, nog meer uit te zuigen. On tegenzeggelijk zal Italië door zijne ligging bij een eventueel uit te breken oorlog, een groote rol spelen, en het bezoek van het Engelsche eskader aan Italië is het bewijs, zij dan ook al niet van een toetreding van Engeland tot de triple alliantie, dan toch voorzeker van het feit, dat Engeland begrijpt, welke groote waarde het hebben kan met Italië op goeden voet te staan. In frankrijk komt men ook weer tot rust. De Russische gasten zijn vertrokken; men heeft alkander over en weer hartelijk vaarwel en tot weerziens toegeroepen, en voorzeker hebben de Russen reden te over om de gastvrijheid der Franschen te loven. Thans, nu men tot rust komt, komen de nabetrachtingen. En dan wijzen wij op het oordeel van een Duitsch blad, dat zeker in dezen opmerkelijk ia. Nu, dan merkt dit blad in de le plaats op, dat de Fransche Regeering soms zelf het enthousiasme van het volk zocht te beteugelen en dat het volk naar die beteugeling luisterde. Ten tweede wijst het blad op het uitmuntende gedrag der manifesteerende volksmassa. Wel zijn er kleine onregelmatigheden voorgevallen, maar geheel op zich zelf en zonder eenige beteekenis, vooral wanneer men rekening houdt met de gelegenheid tot het begaan van ongeregeldheden en met de tal van onrustige elementen, die eene stad als Parijs van zelf herbergt. In plaats van demonstraties tegen de Duitschers, zooals men verwacht had, werd leve de vrede geroepen, een kreet, die anders op de Boulevards zelden gehoord wordt. En ieders houding gaf blijk, dat men ver heugd was omdat er feest gevierd kon worden ter eere van den vredeen ten derde vestigt het blad de aandacht op het feit, dat het feest gevierd werd door alle staatkundige partijenzonder onderscheid, met een eenheid, die men niet had verwacht in een land, waar anders de partijen zoo scherp tegenover elkaar staan. Populariteit, vredelievendheid en eensgezindheid, aldus besluit het blad, ziju dus de voornaamste uitingen geweest der laatste dagen. Er zijn wel vele zonderlinge en belachelijke manifestation gehouden, maar daarom mag men den algemeenen grond der feesten niet voorbijzien. Zoolang die nationale geestdrift vrede lievend blijft, heeft Europa allen grond met de wijze, waarop het bezoek der Franscbe vloot aan Kroonstadt wordt beantwoord, tevreden te zijn. Transvaal. De Stand, bevat een schrgven uit Transvaal, waarin wordt gezegd, dat de Hollanders er bijzonder in min achting zjjn; de achryver verzekert, dat er geen natie op de wereld is, die dieper en meer door den Transvaler wordt veracht dan de Hollandeche natie. Onlangs schreef zelfs een courant, handelend over eene paardenziekte: >En waerom bezoek di live God ons thans zoo bange swaar; waerom stuur Hg ni livers een ziekte onder die Hollandera ni, dat ons van die pest verlos wor". En op een andere plaats las men: »Ach lieve God ons weet: jy heb menschen geschapen en ossen en paardon en schapen, maar vanwaar zgn toch die verd.mde Hollandsohe platpooten gekomen?" Amerika. In den kleinen staat Delaware, in Noord-Amerika, bestaan voor dieven nog de straffen van te pronk staande lichamelijke tuchtiging. Naar uit Wiemington wordt bericht, werden daar gelgktydig twaalf beschuldigden wegens diefstal, tot een aantal zweepslagen en gevangenis straf van verscheidene maanden veroordeeld. Drie hunner moesten bovendien een uur te pronk staan. Daar hot vonnis aan de gevangenen altgd op Zaterdag na de veroordeeling moet worden voltrokken, had men den 28en September van 1s morgens tien tot 's middags drie uur, handen vol werk, om de bestraffing der twaalf personen te doen plaats vinden. Eerat moesten vior zondaren, twee aan twee, ten aansohouwe van het publiek, elk een uur te pronk staan. Toon dit deel van de straf geboet was, begon de ranaelpartg. De twaalf gevangenen werden, uit hun cellen, naar de binnenplaats van de gevangenis gebracht en spoedig daarop daalde de zweep neder op de naakte ruggen der arme duivels, telkens bloedige striemen achter latende. Honderden woonden het afschuwelijk schouw spel met klaarblijkelijk groot welbehagen bij en men was des te meer in zgn schik, naarmate de zweep harder op een blooten rug terecht kwam. De veroordeelden, op twee na allen zwartjes, onder gingen de straf met het onverschilligste gelaat van de wereld en geen spiertrekking verried, welke pijnen zg leden. Een kippendief, die tot dertig zweepslagen was veroordeeld, kreeg die in termijnen en wel op drie achtereenvolgende Zaterdagen telkens tien. De wereldtentoonstelling is Dinsdag 1.1. officieel gesloten, zonder eenige feestelijkheid, tengevolge van het tragische einde van burgemeester Harrison. Het totale aantal betalende bezoekers is in de 183 dagen, dat de tentoonstelling geopend geweest is, 21.458.910 geweest, terwgl er te Parjjs in 1889 meer dan 25 mil- lioen geweest zgn. Het financieele resultaat wordt zeer verschillend besproken doch alleen in zoover, dat do een beweert, dat de uitgaven door de inkomsten gedekt worden, terwgl de ander van een groot tekort spreekt. Winst is er in geen geval behaald. Vreeselgke onthullingen over de jongste Arneri- kaansche spoorwegroovergen komen uit de stad dor wereldtentoonstelling. Het vermoeden der Amerikaan- sche politie, dat de hoofschuldigen in deze in de laatste weken gezocht moeten worden onder het spoorweg personeel, is helaas reeds bevestigd. Onder 13 gevangen genomen spoorwegbeambten bevinden er zich niet minder dan negen, die onder zware verdenking staan. Twee hunner moeten zelfs bg Keazler, alsmede bg Hankock zich onder de gemaskerde roovers bevonden hebben. Interessant zgn de opgaven, welke thans eerst door verschillende reizigers gedaan worden, die zich bevonden in den bg Keszler en in de nabgheid van Chicago overvallen trein. Volgens dezen was reeds lang voor de plaats, waar de aanval geschiedde een in 't oog vallende vermindering waar te nemen in de vaart van den trein, hoewel volstrekt geen station of halte in de nabgheid was. Het staat vast, dat de trein zeer zacht reed voor de eerste schoten vielen. De bg Keszler gedoode machinist wordt door de politie een der hoofdschuldigen geacht en men neemt aan, dat zgn verwonding, waaraan hg later overleed zonder weer tot bewustzjjn te zgn gekomen, aan een verdwaalden kogel is te wjjten. Uit Washington wordt gemeld, dat met het oog op het toenemend aantal aanslagen door het gansche land, de wacht in het Witte Huis uitgebreid ia, en dat president Cleveland niet uitgaat, dan bewaakt door detectives. Acht krankzinnigen werden Maandag te New-York en vgf in Brooklyn gearresteerd door detec tives. Van deze personen waren er tien, zes mannen en vier vrouwen, die gedreigd hadden een moord te begaan, terwgl drie reeds pogingen tot moord gedaan hadden. III. 't Was in de maand Maart en het weder eenigs- zins onstuimig, en toen Mr. Deer den wind zoo door den schoorsteen hoorde bulderen, dankte hij God, die den menschen het heerlijk denkbeeld had ingegeven tot het oprichten van maatschappijen ter verzekering tegen zeeschade. Annie's gedachten volgden dezelfde richting, maar alleen in zooverre, als ze wenschte, dat er inderdaad een wezenlijke maatschappij van levensverzekering werd opgericht. Maar zij gevoelde het te diep, het arme kind, dat er geen verzekeringsmiddel is voor zulk een broos ding als het menschelijk leven, voornamelijk wanneer het is toevertrouwd aan de genade van wind en golven. Haar dagelijksche wandeling was naar den top van den kleinen heuvel, die een vergezicht aan bood over de uitgestrekte, onafzienbare zee, en ten laatste ontdekte zij in de verte een schip, dat door storm en golven geweldig voortgezweept werd en eindelijk zijn toevlucht in hunne kleine baai kwam nemen, om kalmer weder af te wachten. Omstreeks half vier in den middag bedaarde de wind, maar draaide meer naar het zuidwesten, zoodat het schip de bocht veilig om kon komen. Toen Annie om half vijf uit het venster der woon kamer keek, zag zij iets, dat naar een boot geleek, die van tijd tot tijd in de hoogte geslingerd werd door de nog zoo vreeselijk onstuimige baren. Een half uur later omklemden haar de armen van William Stanhope, en werden nog twee of drie uren van reine zaligheid toegevoegd aan die, welke zij reeds in elkanders bijzijn hadden gesmaakt. Om tien uur des avonds nam hij afscheid, maar op dat oogenblik was de maan, ofschoon zij scheen, rood en betrokken, en verkondigde dat de tegenwoordigheid van den gezagvoerder misschien spoedig noodig zou zijn. Dadelijk daarna begaf Annie Deer zich naar hare kamer; niet om te rusten, integendeel, om de weinige oogenblikken van gesmaakt genot met heete tranen te betalen. Zij bad lang en vurig, niet zonder vertrouwen op de kracht des gebeds, maar toch met die bevende vreesachtigheid, dje twijfeling aangaande hare eigen waardigheid, onder het gewicht, waarvan de voetstappen van een apostel weifelden, ofschoon de Almacht hem wilde steunen. Alles bleef kalm, en omstreeks elf uur in den avond bespeurde zij, dat de wolken, die voorbij de maan trokken, eene andere richting dan des morgens volgden, en dacht zij, dat hij, dien zij beminde, reeds eenige mijlen zou hebben af gelegd van de reis, die hun geluk of onafhankelijk heid zou schenken, of hen voor altijd van elkander scheiden. Zij legde zich ter ruste neder; maar omstreeks middernacht begon de wind weder op te stekenhij groeide van oogenblik tot oogenblik aan en ging eindelijk over in een wilden orkaan. De vensterluiken kraakten, de glazen rinkelden, en het huis schudde op zijne grondvesten. Terwijl de storm rondom zijn stem deed hooren, scheen hij aan iedere deur te kloppen en om toegang te vragen. Hij kon gehoord en verstaan worden, terwijl hij door de takken van de boomen gierde, men kon hem duidelijk onderscheiden, terwijl hij met verwoestende kracht door de meer dan half vergane bouwvallen van het kasteel vloog. Men kon hem voelen, terwijl hij met een treurig eu zuchtend geluid het zand van den oever wegvaagde, waarin hij nu en dan verhinderd werd door de witte schuimende golven. Annie Deer stond van haar leger op, en luisterde en weende en bad dien ganschen in haar oog eindeloozen nacht Maar waartoe eene lange en droevige geschie denis, wanneer men met weinig woorden alles zeggen kan? Met het aanbreken van den morgen zag Annie Deer haar venster uit, maar het schip was verdwenen en de storm hield aan, en terwijl zij zoo naar buiten staarde en naar zijn gebulder luisterde, trof haar de dreun van een verwijderd kanon, door den wind flauw maar toch hoorbaar tot haar overgedragen, om haar het hart in den boezem te doen wegzinken. De orkaan hield den ganschen dag in volle kracht aan. Den daarop volgenden nacht verhief hij zich nog meer en met het aan breken van den volgenden morgen vond men op verschillende plaatsen langs de kust wrakhout van een grooten koopvaarder, benevens een naambord, waarop: //Lord Spencer" stond. De zeepost ver meldde het vergaan van een naar China bestemden bodem. De reeders van de //Lord Spencer" ver- wenschten hun noodlot, dat hun zulk een heerlijk vooruitzicht had benomen, en wendden zich tot de assurantie-maatschappij, en de bestuurders dier maatschappij verwenschten hun ongeluk nog méér, maar betaalden niettemin hun geld. Mr. Deer dankte den Hemel, dat hij de door hem voor geschoten som tot het volle bedrag had verzekerd, en Annie Deer zat in hare kamer met gewaar wordingen, die het hart eener jeugdige weduwe vervullen moeten, met de gedachte, om de overige dagen haars levens door te brengen zonder in iets belang meer te stellen. Hare moeder bespeurde de zoozeer veranderde kleur van haar gelaat, de matheid van haar blik en de zoo dikwerf rood bekreten oogen, en als zij haar dan zocht te troosten en met moederlijke teederheid omhelsde, viel er een traan op het bleeke voorhoofd van haar kind. Annie Deer ondervond sympathie van een dierbaar wezen onder het lijden, dat haar ter neder drukte, en dit was alles wat zij hoopte en vroeg voor de rest van hare dagen. Aldus was het eerste gedeelte van Annie Deer's historie. Wijl nu alle geschiedenissen, in hoeveel denkbeeldige afbeeldingen ze ook verdeeld mogen zijn, er althans twee moeten tellen, zoo kunnen wij ook hier de afscheiding niet vermijden tusschen begin en einde. Het eerste dan verhaald hebbende, zoo moeten wij overgaan tot het tweede, dat volgens ons plan nog korter zal zijn. Mr. Deer begaf zich naar Londen, werd door de waarborgmaatschappij schadeloos gesteld voor de door hem aangebrachte som en keerde toen naar zijn eigen haard terug, inderdaad bedroefd over het lot van dqn armen William Stanhope. Hij ging de kinderlooze weduwe opzoeken en trachtte haar te troosten; maar dat was vruchteloos. Hij sprak eenige bemoedigende woorden tot Annie, maar deze weende des te meer, en Mr. Deer begon dus te begrijpen, dat zij allen een verlies geleden hadden, dat met geen geld te herstellen was. Daar tehuis alles even treurig was, en alles in het dorp zelfs min of meer somber en bedrukt scheen na het vergaan van de //Lord Spencer" en den dood van den jongen Stanhope, maakte hij zich op zekeren dag, bloot ter ver strooiing, op en begaf zich naar de landstad, zijn vroegere woonplaats, met het voornemen, om, als het beste en nuttigste middel tot verandering van zinnen, eens de boeken en handelingen na te zien van de respectabele firma, onder wier beheer nog altijd het grootste gedeelte van zijn vermogen berustte. Zijn voormalige deelgenoot echter was niet tehuis, en terwijl hij doelloos de stad doorwandelde, ont moette hij Mr. Pococke's rentenierenden broeder John, het welsprekende lid vin <1p»i gespet»ter"ï^.L Mr. Deer nu en Mr. John Pococke waren beide reeds ver in de zestig gevorderd en veeten, welke op dien leeftijd ontstaan zijn of bestaan, zijn zeer gevaarlijke dingen. Mr. Deer derhalve was zeer geneigd, om Mr. John Pococke te ontwijken, maar deze klampte hem integendeel aanstonds aan boord, sprak hem op de beleefdste wijze aan en, het gesprek op de zaken van Mr. Deers' huis leidende, gaf hij dezen, natuurlijk met de allerbeste en menschlievendste bedoelingen, een zijdelingschen wenk, dat zijn compagnon wat al te zotte dingen ondernam en den boedel zeker den kreeftengang deed gaan. Mr. Deer was ontroerd, ontrust en vertoornd, en indien hij had gedaan wat zijn hart hem ingaf, dan had hij den ongevraagden raad gever zeker verzocht, zich met zijn eigen zaken en niet met die van anderen te bemoeien, omdat hij, John Deer, rijk genoeg was, om hem, John Popocke, en al zijne betrekkingen vast te zetten. Hij bedacht zich evenwel eu antwoordde zoo beleefd, als de aard der zaak zulks maar eenigszins toeliet, maar begaf zich niettemin dadelijk naar de woning van zijn compagnon en zette zich daar met ijver aan het onderzoek van boeken en winkel. Droevig en verontrustend was de uitslag daarvan. Ilij bevoud dat zijn compagnon, ofschoon deze wel steeds gezorgd had eene nette halfjaarlijksche rekening-courant af te leveren, slecht, allerslechtst met zijn zaken stond. Onmetelijke sommen had hij in de gewaagdste speculatiën gestoken en Mr. Deer zag zich diensvolgens in zaken gewikkeld, waarmede hij zich voor niets ter wereld uit eigen beweging zou hebben afgegeven. De gansche historie had een beloop, zoo een voudig als men zich maar eenigszins kan voor stellen. Zijn compagnon, ziende dat Mr. Deer overtuigd was, dat hij zich te ver had gewaagd en gedaan wat hij niet mocht, werd boos, weigerde de bemiddeling, welke was aangeboden, en die hem had kunnen redden, holde roekeloos voort, zijn verderf tegemoet, en eer er vier maanden voorbij waren, was het huis Deer Comp. bankroet voor eene verbazende groote som. Door de wijze maatregelen en inspanningen van Mr. Deer werd het mogelijk 50 pCt. te geven en alzoo hunne eer eenigszins te dekken; maar het bevallige huis onder het kasteel werd te koop aangeboden, de prachtige meubelen geveild en de familie Deer betrok eene kleine woning naast die van Mrs. Stanhope.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1893 | | pagina 2