ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Zaterdag 3 Juni 1893. Directeur-Uitgever J. WAALE. BEKENDMAKING. Uitvoer van Vee. Niet te langzaam, niet te snel. NIEUWSTIJDINGEN. Ver schijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post t 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6316. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Betalingen van Abonnements- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de Administratie Zierihzeesche Nieuwsbode". De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- EIKZEE, Gelet op de circulaire van den Commissaris der Koningin in deze provincie van den 19 Mei 1893, A, No. 1378, 3e afdeeling, (Prov. blad No. 57); Vestigt de aandacht van belanghebbenden op het in de Staatscourant van 18 Mei 1893, No. 115, opge nomen Ministerieel besluit, houdende bepaling der voorwaarden, onder welke invoer van vee in België wordt toegelaten, en noodigt hen ten ernstigste uit, de door de Belgische regeering gegeven voorschriften, welke voor belanghebbenden ter gemeente-secretarie ter inzage zyn nedergelegd, stiptelijk in aoht te nemen. Zierikzee, den 31 Mei 1893. De Burgemeester voornoemd, Ch. W. VERMEIJS. Niet te langzaam, niet te snel, zij de beweging desgenen, die een belangrijk doel bereiken wil. Een weinig beteekenende zaak kan men in de gauwigheid afdoenmen kan ook haar zonder groot bezwaar eenigen tijd uit het oog verliezen, maar wie zaken van gewicht tot stand wil brengen, moet in gestadigen pas, doch onverpoosd naar de eindpaal zjjn schreden richten. Zoo vatte de Minister van Binnenlandsche Zaken het ook op, toen hij de hervorming van het kies recht ter hand nam. Wy hebben daarop herhaaldelijk de aandacht gevestigd en meer dan eens in dien zin den gang van zaken verdedigd. De Minister doet dat zijnerzijds in den aanhef zijner Memorie van antwoord en daarin herinnert hij, hoe reeds kort na haar optreden de Regeering verklaarde, dat, »waar zij geroepen was, om de hervormingen ter hand te nemen in wetgeving en Staatsbestuur, waarvan de noodzakelijkheid is erkend en waartoe de grondwetsherziening den weg heeft geopend, in de eerste plaats aan artikel 80 der grondwet uit voering moest worden gegeven". Doch zjj voegde er dadelijk bij: »dat eenig oponthoud hierbij onvermijdelijk zoude wezen. Daar alles nog voor die regeling moest worden voorbereid, zoude er noodzakelijk een geruimen tijd moeten verloopen, alvorens een wetsontwerp tot regeling van het kiesrecht de Kamer kon bereiken". Over dat oponthoud klaagde de Regeering niet, en evenmin werd zij gejaagd door de zenuwachtige haast van sommigen, die meenden dat de zaak zelve uit het oog verloren werd, omdat zij er niet alle dagen van hoorden. Zij gebruikte den tijd, die ter voorbereiding der kiesrechtontwerpen noodig was ter afdoening van zaken, welke rijp waren voor beslissing". Dat is de houding van menschen, die niet alleen werkkracht en werklust, maar ook verstand van werken, hebben. De mannen, die wat uitvoeren, die veel tot stand brengen, dat zijn die rustige, kalme arbeiders, die geen noodeloozen ophef en geen overbodige beweging maken, maar die met vasten tred op hun doel afgaan. Maar al gaf de Regeering zich niet over aan een ongewenschte gejaagdheid; toen de Minister, rustig voortarbeidende, zijn kiesrecht-ontwerpen gereed had, diende hij ze in. Natuurlijk, zou men zeggen, want het was op den voorgrond gesteld, dat de kiesrechthervorming in de eerste plaats noodig was. Neen, zeggen sommigen; neen, wordt ook in het afdeelingsverslag gezegd; er had nog zooveel kunnen gebeuren, eer de indiening en behandeling der kieswetten en de daaruit waar schijnlijk voortvloeiende staatkundige gevolgen, een spaak in het wiel komen steken. Had de Regeering tüe ontwerpen nog maar wat teruggehouden! Toch niet. De Minister spreekt over die klacht terecht bevreemding uit. De indiening der ontwerpen geschiedde in overeenstemming met de meermalen door de Regeering gedane toezegging, zoodra de voorbereiding was afgeloopen en de Raad van State, volgens het grondwettig voorschrift, was geraadpleegd. Langer uitstel ware kwalijk verdedig baar geweest, waar zoovele noodzakelijke voor zieningen en verbeteringen op de regeling van het kiesrecht wachten". Dat de Regeering ook nu nog geen vertraging wil, leert ons niet alleen de indiening der Memorie van antwoord binnen een niet al te langen tijd na de verschijning van het afdeelingsverslag, maar zegt de Minister ook uitdrukkelijk in zijne Memorie: •Wel verre van den gang der parlementaire werk zaamheden te komen verstoren, zal de nieuwe kieswet een uitgangspunt zjjn van vruchtbaarder parlementairen en wetgevenden arbeid, dat zoo spoedig mogelijk dient te worden bereikt. Nu de herziening onzer organieke wetten, en daarmede ook de blijvende regeling der gemeente-financilin, eerst na de afdoening der kieswet mogelijk is, kon eene vertraagde indiening der voordracht tot regeling van het kiesrecht in geen geval aan eene bespoedigde voorziening op het stuk der gemeente- financiön ten bate komen. En de omvang der maatregelen van wetgeving, welke gedurende de voorbereiding en afdoening der kieswet konden worden tot stand gebracht, moest van de beschik bare tijdruimte en het verloop van den wetgevenden arbeid afhankelijk zijn. Dien omvang te vergrooten door uitstel van de vaststelling der kieswet, ware in strjjd te achten met 's lands belang". Geen vertraging dus. Men moet wèl letten op hetgeen zij, die uitstel pleiten, eigenlijk beoogen. In den regel behooren zjj tot hen, die tegen de kiesrecht-uitbreiding op zien en die haar liever in het geheel niet zouden willen, en daarom, dewjjl zjj niet is tegen te houden, haar zoo laat mogeljjk willen zien komen. Maar zij, die met de Regeering in de uitbreiding van het kiesrecht »een uitgangspunt" zien van vruchtbaarder parlementairen en wetgevenden arbeid", waarom zouden zij uitstel verlangen? Misschien omdat de eerste verkiezingen na de hervorming van het kiesrecht eene andere meerder heid kunnen geven? Omdat dan de zaken in een andere richting gestuurd zullen worden? Wij kunnen ons begrijpen dat de vrees voor zulke gebeurlijkheden iemand doet huiveren met de kiesrechtvoorstellen in het geheel mee te gaan, maar als men met ons van hun noodzakelijkheid overtuigd is, wat men dan met uitstel denkt te winnen, is ons onverklaarbaar. Het overgangstijd perk, waartegen men alzoo dan opziet, moet in elk geval komen, en hoe eer het komt, hoe eer het achter den rug is. Als de vrijzinnige party aanspraak wil blijven maken op het vertrouwen der nieuwe kiezers, dan moet zij na de gelukkig aangevangen en krachtig door te zetten belasting-hervorming ook zonder vertraging de aanhangige kiesrecht-uitbreiding tot stand brengen. Zonder vertraging, maar ook nu nog zonder overhaasting. Zonder overhaasting in de eerste plaats met het oog op de zooeven genoemde belasting-hervorming. De door den Minister van Binnenlandsche Zaken voorgestelde invoering der Kieswet op l Januari 1894 laat, wij wezen er reeds op, vóór en na de behandeling der kieswetten tijd genoeg, maar ook niet te veel, om althans nóg de herziening van het personeel zij het dan partieel af te doen, die een onmisbare aanvulling moet vormen van vermogens- en bedrijfsbelasting. Zonder wijziging van het personeel is het eerste gedeelte van de belastinghervorming onvolledig, gebrekkig, en het is uit den aard der zaak wenschelijk dat die aan vulling van het aangevangen werk geleverd worde door hen, die de beide andere eerste gedeelten tot stand brachten i Maar voor de kiesrechtontwerpen is het ook goed zich niet te overhaasten. Want naar mate uit de voortgezette gedachtenwisseling over de voor stellen tot beperking van het voorgedragen kiesrecht het onpractische daarvan meer en meer in het licht treedt en van den anderen kant allen die eerst terugschrikten van het zoover als de grondwet toelaat", tijd hebben gehad zich aan de denkbeelden die in de ontwerpen neergelegd zijn te wennen, krimpt het aantal tegenstanders in en neemt dat der voorstanders toe. Dat proces is reeds in gang. En hoewel de voorgenomen kiesrecht-uitbreiding, ook al werd zij met niet groote meerderheid aan genomen, goed genoeg is om zich zelve te recht vaardigen, voor den indruk dien zij maken zal, maken zal vooral op de weifelende en de vreesachtige naturen, is het wenschelijk dat de meerderheid zoo groot mogelijk zij. En daarom nog eensde Regeering en de Vertegenwoordiging mogen zich bewegen met vasten tred, vooral niet te maar toch ook niet te snel. Transvaal. .Johannesburg-, 30 Mei. In eene talrjjke alhier gehouden vergadering der Nationale Vereeniging zyn met algemeene stemmen besluiten genomen t6n gunste van vrjj kiesrecht voor alle burgers in steden; geheime stemming; vermindering van belastingen. Tadhope, gewezen lid van het Kaapscbe ministerie, verzekerde dat de burgeroorlog onvermjjdeljjk is wan neer aan de uitlanders de verlangde rechten niet worden toegestaan. De2e verklaring verwekte groote sensatie. Er is eene députatie benoemd, om den eisch tot toekenning van volle burgerrechten aan de uit landers aan het oordeel der regeering te onderwerpen. Engeland. Londen, 1 Juni. Het spoorwegongeluk te Altona in PennBylvaniS, waarbjj een trein die een circuö- gezelschap vervoerde, van een dertig voet hoogen heuvel is afgevallen, bljjkt in zyn nu bekend geworden ganschen omvang een zeer ernstige ramp te zjjn geweest. Zeven personen en 49 circuspaarden zyn gedood, vele personen en dieren zyn g9wond, talrjjke wilde beeBten zyn ontsnapt. Onder deze waren leeuwen, tjjgers, krokodillen en slangen; de meeste leeuwen en tygers zyn weder gevangende krokodillen en de slangen, onder welke er giftige waren, maken daarentegen de streek waar de ramp heeft plaats gehad, nog onveilig. Zwitserland. In Zwitserland duurt de droogte nog steeds voort; de oudste boeren herinneren zich niet een zoo droog voorjaar beleefd te hebben. De toestand is er alles behalve rooskleurig: het veevoeder raakt op; slechts tegen buitensporig hooge pryzen is het nog te bekomen. In de Zwitsersche Jura moeten de bewoners uren ver loopen voor eene kleine hoeveelheid water. Bovendien hebben de wynstokken en zelfs de graangewassen veel van de nachtvorsten geleden. Geheel Zwitserland ondervindt de gevolgen van de schade, die de landbouwers lyden: hoewel het vee goedkoop wordt, stygen èa melk èa vleesch zeer in PX bevolking is beangst; gedurende een dag of veertien worden overal pogingen in het werk gesteld om het kwaad te genezen. De landbouwers hebben de hulp der regeering ingeroepen. In de meeBte kantons wordt nieuw voeder aangekocht, waarvoor de regeering een subsidie gegeven heeft, en de Groote Raad heeft het uitvoerend bewind onbeperkte macht en onbepaald crediet gegeven, om de noodzakelijke maatregelen te stielen en broodwinningen;, wier beoefenaars in de huizen der maatschappij wonen. Na de plechtigheid, waaraan Prins Albert en verscheidene hooge personen deelnamen, werd Z. M. namens de werklui, door den bewoner van het eerste huiB aangesproken. Sire, zegde de spreker, ik ben gelukkig en fier de bezitter te zjjo van het eerste huisdoor de samenwerkende maatschappij gebouwd, omdat die omstandigheid my de eer geeft H. M. deze herinneringsmedaille te overhandigen. »Iu naam van de maatschappij en als drukkersgezel roep ik uit ganBoher harte: Leve de Koning!" Een luid bravo beantwoordde dezen kreet. Toen sprak de Koning een drukker aan, zeggende: Ik dank u, gjj zyt wel goed. Gjj zjjt letterzetter, meen ik,? Ja Sire1. Hoeveel kinderen hebt gy Vier, Sire, drie jongens en een meisje. Dat ib eene goede evenredigheid. Men heeft my gezegd, dat gy een goed werkman zyt. Gy weet welk belang ik stel in de werkende klas. Wjj zullen te zamen haar lot trachten te verbeteren. Met eenen handdruk verliet de Koning den werkman, om de groepen die den stoet vormden in oogenschouw te nemen. Hoe heet gjj, vroeg Z. M. aan eenen der deel nemers, Zoo als gjj, Sire, was het antwoord. Toen naderde de Koning eene groep, die luidkeels lachte. 't Scbynt dat gjj hier plezier hebt, vroeg hjj. Ja, Sire, sprak een Waal, de Witte zegt dat hjj frank genoeg is om u de schoenen te vegen. Da Koning verstond het in 't eerst niet, doch toen men hem zegde dat »de schoenen vegen" van iemand die voor den eersten keer ergens binnen komt, eene uitnoodiging was om een rondeke te geven, sprak de Koning met eenen der ordonnancie-cfficiers en zegde toen tot den man: De schoenen zyn geveegd, en het rondeke is besteld. Nadat er nog eene gelegenheidscantate was gezongen, vertrok de Koning, tevreden over het bezoek dat bij in deze werkmanswyk had gebracht. Nederland. I-Iooru, 30 Mei. Nadat onder de geestdriftige toejuichingen eener onafzienbare menigte, Coen's stand beeld was onthuld en de gevierde feestredenaar, dr. Schaepman, geëindigd had met Bpreken, werd het »Wilhelmu9" gespeeld, waarna Minister Van Dadem België. De samenwerkende Maatschappij van Elsene, zegt het Hdbl. van Antwerpen, had Woensdag een feest ingericht ter gelegenheid van het honderdste werkmans- huis, dat zjj gaat bouwen en waarvan de eerste steen door den Ronirg zou gel gl worJ-.r. Geheel do wjjk was in feest. De Koning werd er vermal mpt ec^en aloet va' wf ikliedeo, allen iu werkpak. Men zag daar timmerlieden, metselaars, hove niers, melkvrouwen, groentoverkoopstetBenz., allen woord nam. Hjj dankte de hoofdcommissie voor het krachtig voorbeeld aan het Nederlandsche volk gegeven. Hjj bracht hulde aan de sub-commissie, het comité en zjjn eere-voorzitter, jhr. Schorer, dank aan den weisprekenden redenaar, die Coen's grootheid en kracht den hoorders voor de oogen heelt getooverd; dank aan den hoogbegaafden kunstenaar, die niet alleen _het hoofd maar ook.de ziel van Coenweergaf, dank aan de Nederlandsche zeemacht die het eerste eeresaluut was komen brengen. Dat de Hoornsche -burgery den stoot gaf voor de oprichting, achtte hjj de voldoening van een eereschuld. Hjj wenschte Hoorn geluk met het monument en ook het moederland en de koloniën; dit beeld zou den band met Indië onverbreekbaar makeD. Daarna droeg hy het beeld aan den burgemeester over. Coen's beeld, seide hjj, is veilig te midden uwer atadgenooten, die deze plek als heiligen groDd zullen eeren. Vervolgens werd, onder oen harteljjke toespraak, door den burgemeester, namens het gemeentebestuur, het standbeeld van Jan Pietersz. Coen van de stad Hoorn overgenomen. De officieele plechtigheid was hiermede afgeloopen. De genoodigden begaven zich naar het stadhuis, waar hun in de fraai versierde raadszaal een dejeuner werd aangeboden, terwjjl de feestvierenden zich begaven naar de Gedempte Turfhaven, waar vanwege de Hoornsche Harddravery-vereenigiog een groote harddraver jj ge houden werd. Dit echt Noordhollandsche volksvermaak had als steeds een groot aantal boeren en boerinnen, de laatsten meerendeels met het gouden jjzer op, naar de •baan" gelokt. Twaalf paarden van zessen klaar, aangespannen voor tweewielige rjj tuigen, hadden zich voor den wed strijd doen inschrijven. Na een kamp, die de belangstelling van het begin tot bet einde gaande hield, werd eindelyk de prjjs van 250 behaald door den zwarten hengst »Sador" van den heer D. J. Floryn te Rotterdam, beryder G. Koot; de eerste premie f 100 door den schimmelruin •Rejected", eigenaar de heer Th. J. Dop van Hilversum, beryder B. W. Schippers, en de tweede premie f 50 door de bruine merrie »Mirka", eigenaar de heer A. de Graaf te Bussum, beryder de eigenaar. Onderwyl waren de leden en geïntroduceerden saam- gekomen in den Parktuin, waar de kapel van het 7e regiment een concert gat. Deze kapel gaf later tusschen 5 en 7 uur wederom concert op den »Rooden Steen", waar velen zich verdrongen om het beeld van Coen thans wat beter te bekyken. De koffiehuizen om het plein maakten uitteraard den ganschen dag goede zaken. In enkelen gingen den ganschen dag vedel en piano en dansten boeren en boerinnetjes er lustig op los. Buiten op de reede was gisteravond het want der oorlogsbodems die op den dag gepavoiseerd waren, vol gehangen met lampions, en al die honderden lichtjes weerkaatsten zich in het gryskleurige water der onder een zacht windje zich rimpelende Zaiderzee. Kwam men by de Karperkuil, dan zag men een inderdaad phantastisch geheel. Daar bewogen zich in die groote ronde kolk, die door dicht geboomte wordt omgrensd, een groot aantal vaartuigen, alle »a giorno" verlicht. Langzaam, zeer laDgzaam, bewogen zjj zich onder de muziek der Beiersche Kapel; statig rees de maan aan den bjjna wolkeloozea hemel boven het geboomte. Daar gaat een vuurpyl omhoog, nog een, en nog een. Bengaalsch licht wordt op de vaartuigen ontstoken, waterrotten zonder tal vliegen over het water, kortom een tooverachtig geheel, een waterfeest dat inderdaad de kroon zette op den feestdag. Tegen tien uur vloog knetterend bjj de scheeps timmerwerf, waar de stukken vuurwerk door den heer Horsten waren opgesteld, de eerste vuurpyl omhoog, gevolgd door meerdere en met dit groote vuurwerk, van gemeentewege ontstoken, waren de feesten af geloopen behalve natuurlijk het bal, dat nog in het park werd gegeven en dat tot in den vroegen morgen voortduurde. Utrecht, 31 Mei. Zekere A., alhier woonachtig, kwim Dinsdagmiddag, hetgeen trouwens dagelyks plaats vond, weder in beschonken toestand thuis en was daacbjj als ge.wooiJyk wtd-r zoo opgewonden, dat de vrouw, haar echtvriend kennende, zich haastte om messen eu ar.dere bl ijlende voorwerpen te verstoppen. Nauwelyks was zjj biermede gereed of manlief waggelde al vloekende de kamer binnon en liet zich vervolgens op een stoel vallen om het middagmaal te gebruiken. De wjjze waarop hjj dit echter deed en de bedreigingen, die hjj daarbjj uitte, waren van dien aard, dat zoowel de vrouw als haar 14-jarig zoontje alle lust tot eten verging en zjj bljjde waren, toen hjj eindelyk naar den zolder toog om zyn roes uit te slapen. Na alles aldaar dooreen te hebben geworpen, scheen A. zyn woede te hebben gekoeld en zyn mandje te hebben opgezocht, althans alles werd stil; toch dunrde het nog eenige oogenblikken voordat zyn zoontje den moed had om eens naar zyn vader te gaan kjjken. Een angstig geroep om hulp deed de moeder echter al aanstonds vermoeden, dat er iets ernstigs moest gebeurd zjjn en dat was dan ook werkeljjk het geval, want zoodra zjj op den zolder kwam, zag zjj, dat haar man zich in zjjn bed had opgehangen. Hoewel ^de knaap' de tegenwoordigheid van goeet had om zyn vader terstond af te Bnjjden en onmiddellijk de hulp van een geneeskundige werd ingeroepen, bleek A. toch reeds te zjjn overleden. De man, die een goed weekgeld verdiende, laat eene vrouw en 5 kinderen in een hulpbehoevenden toestand aohter. Door burgemeester en wethouders van Utrecht is een voordracht ingediend tot opheffing van de bank van leening aldaar. Deze voordracht is ingediend naar aanleiding van het door commissarissen der bank tot den raad gericht verzoek, waarbjj, op grond van art. 6 van het reglement der inrichting, die opheffing wordt gevraagd, op grond van 't aanzienljjk verlies, op de exploitatie der bank geleden, en het gebrek aan geld om de zaken verder te drjjven. Donderdag a.s. zal de gemeenteraad bijeenkomen ter behandeliog dezer voordracht. De bank behoorde vroeger aan 't burger geref. wees huis, maar is later geworden een eigen instelling, doch onder toezicht van door den gemeenteraad te kiezen commissarissen, directeur en boekhouder. Sinds jaren reeds moet door de beide laatsten zoo geknoeid zjjn, dat er thans tegenover een actief van 40,000 een passief is van 140,000, een achteruitgang waarvan commissarissen niets schjjuen te hebben gemerkt. Te Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, enz., staan panden in aanzienlijke waarde beleend, die door de eigenaars oorspronkelijk te Utrecht in beleening waren gegeven. Aan de Ameterdamsche bank o.a. een pand van 3000. 's Grav<iiiliag;e, 31 Mei. Heden namiddag te 5 uren is, te raidden van zijne werkzaamheden, in een der lokalen van den Raad van State plotseling aan eene beroerte overleden de heer jhr. mr. G. C. J. van Reenen, minister van staat, vice-president van den Raad van State. De ontslapen staatsman was vroeger burgemeester van Amsterdam en trad in 1853, na de Aprilbeweging, als minister van binnenlandsche zaken op in het ministerie van Hall. Hij moest dit ambt opgeven ten gevolge van de oppositie tegen de door hem ontworpen schoolwet. Van Mei 1858 tot September 1875 was hij lid der Tweede Kamer, en gedurende verscheidene jaren haar voorzitter. In 1876 volgde hij baron A. Mackay van Ophemert op in de hooge betrekking van vice-president van den Raad van State, welke hij tot zijn dood vervulde. In 1889 werd hij benoemd tot minister van staat, na reeds te voren in den adelstand te zijn verheven. De ontslapene was in alle kringen der maatschappij hoog geachtzoowel door zijne welwillendheid als door zijnen vriendelijken en hartelijken omgang. De heer Van Reenen was in de zaal voor de bestuurs- geschillen, waar hjj de zitting had gepresideerd, in gesprek met den staatsraad jhr. Van Eysinga. De vice-president werd eensklaps ongesteld en viel in bewusteloozen toestand tegen den grond. Oogenblikkelijk werd beproefd hem met de eerste hulpmiddelen, die onder het bereik lagen, bij te brengen, terwijl inmiddels boden werden uitgezonden om geneeskundige hulp in te roepen. Na verloop van weinige minuten was het leven echter uitgebluscht, en de genees kundige kon slechts den dood constateeren. Het lijk bleef in het vertrek, waar de hooge staats dienaar stierf, tot 's avonds negen uur, toen het door de familie in ontvangst werd genomen en naar de woning des overledenen werd overgebracht. 's Gravenhage, 1 Juni. Als standplaatsen voor de inspecteurs der rijks-veldwacht zijn aangewezen's Her togenbosch, Arnhem, Zwolle, 's Gravenhage, Middelburg, Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden en Groningen. Tweede Kamer. Aan de ljjst van werkzaamheden zal worden toegevoegd de verkorting van den termjjn van afkondiging van bestuursmaatregelen, omdat men bjj het weer verschyuen der cholera der regeering de be voegdheid wenscht toe te kennen spoedig te handelen. In den aanvang van zjjne beantwoording der sprekers over art. 1 der bedrijfsbelasting sluit de minister van financiën zich, namens de regeering, aan by de holde aan Mr. Van Reenen, wiens diensten aan land en staat hy dankbaar erkende, gebracht. Na discussie over de amendementen kwam het tot stemming over art. 1. Het voorstel Van Karnebeek om coöperatieve ver- eenigingen, die enkel aan haar leden verkoopen, niet te belasten, werd verworpen met 81 stemmen tegen 1, die van den heer Van Karnebeek, dat van de heeren Kerdjjk, Yeegens en Levy om ze te belasten naar de winst, verkregen nit den verkoop aan niet-leden, werd afgestemd met 76 tegen 6 stemmen. Gehandhaafd is de belasting: a. de vertegenwoor digers van buitenland8che verzekeringsmaatschappijen, 5. van buitenlandsch gevestigden, die hier te lande langer dan drie maanden een bedryf uitoefenen en c. van bnitenlandsche magazynen, die aan particulieren hier te lande goederen verkoopen (Bon Marché, Louvre, enz.), alle welke de heer Hintzen wenschte vrjj te stellen, tenzjj de sub b genoemde vertegenwoordigd waren door gevestigde inrichtingen. Art. 1 werd zonder stemming onveranderd aan genomen. Bergen op Zoom, 31 Mei. Heden morgen werd de soldaat van Z., van het 3de reg. inf., door 2 maréchansseés naar de gevangenis te 's Bosch ge transporteerd. Hy wordt verdacht zich, de vorige week, te Oisendrecht te hebben schuldig gemaakt aan aan randing der eerbaarheid onder verzwarende omstandig heden, door n.l. het meisje eerst zand in hare oogen te hebben geworpen. Van Z. stond zeer ongunstig bekend en had reeds straffen in de gevangenis en in de klasse van discipline achter den rug. Bergen op Zoom, 1 Juni. Ook deze gemeente zal door den afgevaardigde der Sc quah-Maatschappjj, den heer Davenport bezocht worden. Deze heeft de zaal van >Thalia" tot het geven van eenige séinces afgehuurd en zal zyn intrek nemen in het hotel >Heb Hof van Holland". Door den kolonel dr. J. H. Gentis, hoofd in het 3e districbYoor den geneeskundigen dienst te Dordrecht, is eene 'nauwkeurige inspectie gehouden over de kazerne te Bergen op Zïom. Deze inspectie wordt ia veroand gebracht met de vele gevallen van keelziekte, welke onlangs voorkwamen in de Koorenmarkt-kazerne. Yaa het 3e Regiment Iufanterie te Bergen op Zoom, zullen 14 onderofficieren deelnemen aan het examen voor den hoofdcnrens to Kampen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1893 | | pagina 1