werden 300000 Zeeaweche oesters en 3000000 Fransche oesters. De vereeniging »de kolen bond de Voorzorg" alhier vermeerderde in 1892 met 22 nieuwe leden. De ge zamenlijke leden verdeelden 5566 H.L. steenkolen. De pryzen varieerden van 75 tot 58 ct., doch waren ge middeld niet hooger dan G3 ct. per H L. franco aan hais uit het schip. Zierikzee, 6 Maart. De gehouden verloting ten behoeve der Dorcas-Vereeniging alhier heeft zuiver opgebracht 267,55. Bjj beschikking van den Minister van Binnen- landsche Zaken zjjn benoemd in de commissie, in 1893 belast met het afnemen der examens, ter verkrijging van de akte van bekwaamheid, bedoeld in art. 56, onder a, van de wet tot regeling van het lager onder wijs, in Zeeland: a. tot lid en voorzitter: de inspecteur van het lager onderwijs in de tweede inspectie; tot leden: de schoolopzieners in het district Goes en in de arrondissementen OoBtburg, Zierikzee en Tholen; c. tot leden plaatsvervangers: de schoolopzieners in de arrondissementen Middelburg, Aksel en Goes. Bjj kon. besluit is o. a. toegekend de rang van brigadier-titulair, aan den rjjksveldwachter J. Kunst te St. PhilipBland. De opzichter van de genie, 2e klasse, J. Ohlhardt te Terneuzen ontving dezer dagen de zilveren medaille voor 24-jarigen trouwen militairen dienst. Tot ontvangers der registratie zjjn benoemd: te Goes A. E. J. Bertlicg, thans te Ngkerk; teHarlingen PI. Posthnmus, thans te Oostburg; te Woerden J. A. P. Levenkamp, thans te Tholen en te Hulst R. de Brugn Oaboter, thaus te Lemmer. Ziorikzeo, 6 Maart. Naar wg vernemen hebben de gemeenteraden van Kerkwerve, Serooskerke en Eikerzee aan het tramcomité de gevraagde subsidies toogezegd voor den tjjd van 20 jaar, voor elk jaar dat do tramweg Brouwershaven—Steenbergen in exploitatie wordt gebracht. Donderdag is de justitie van uit Middelburg naar Vlissingen vertrokken, teneinde een onderzoek in te stellen omtrent het vermoedelijk verduisteren van goederen, behoorende tot den faillieten boedel van Ij. Mieremet en J. L. G. Kingmans, vennooten der volksbroodbakkerjj «de Volharding" te Vlissingen. Beide verdachten zjjn gevangen genomen en naar het huis van bewaring te Middelburg overgebracht. Bijjkens het verslag van de in 1819 door het departement Middelburg der «Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" aldaar opgerichte spaarbank werd gedurende het jaar 1892 aan de inbrengers eene rente vergoed van 4, 3, 204/loo en 2 pet. Ingebracht werd een som van 121.853.44 tegen 107.442 90 in 1891; aan rente werd bijgeschreven 23.430.29; en terugbetaald werd 130.716.78 tegen 154.340.93 in het vorige jaar. Op 31 December was aan de inbrengers verschuldigd een kapitaal van 673.349.535, terwjjl de waarde der bezittingen 822.447 besomde. Het vorige jaar waren die cjjfers respectievelijk 658.782 58s en ƒ803 886.295. Aan rente werd ontvangen 27 969.85s. Het waarborgfonds bedraagt thans 149.097.46s, zjjnde 22.14 °/0 over het kapitaal aan de inbrengers verschuldigd. Het aantal ingebrachte posten was 4290, dat der terugbetaalde 2692. Nieuwe inbrengers waren er 566 en 439 rekeningen werden afgesloten. Het getal inbrengers op 31 December waB 5392 tegen 5265 in het vorige jaar. Het tegoed dier inbrengers op 31 December was verdeeld als volgtvan 5 en minder 808, 5 tot 20 781, 20 tot ƒ50 815, ƒ50 tot 100 786, ƒ100 tot 500 1993, 500 tot ƒ1000 202 en boven ƒ1000 7. Het gemiddeld tegoed per inbrenger, dat in 1891 125.125 bedroeg, was in 1892 124 88. Volgens het le ontwerp der Zomerdienstregeling op do Staats-Spoorwegen, die met 1 Mei a. s. in werking treedt, komt er, wat betreft den dienst op de ljjn Vlissingen—Roozendaal, geen verandering. Naar men verneemt zal de Greenwichtjjd gehand haafd bljjven. De bekende pastoor van Bovenkerk onder N.-Amstel de heer J. W. Brouwers, ridder van de orde van den «Eiken kroon" (geb. te Margraten bjj Maastricht, 1 Jan. 1891) is Zaterdag overleden te Maastricht, waar hjj tjjdeljjk vertoefde. De cursus in handenarbeid (huisvlijt) ten gevolge van eene lezing van ds. Haverkamp van Bergen-op-Zoom dezen winter door het departement WeBtlandsche dorpen der Maatschappjj Tot Nut van 't Algemeen te Naald wijk in het leven geroepen, is thans geëindigd. Een 7-tal personen woonden trouw de lessen bjj, die werden geleid door den heer L. A. Valstar, onderwijzer te Monster, Van de vervaardigde voorwerpen zal binnen kort eene tentoonstelling worden gehouden. Deze eerste proef mag uitstekend geslaagd heeten en men meent met grond te mogen verwachten, dat in den volgenden winter het aantal deelnemers aanzienlek grooter zal zjjn. Te Assen is eene Vereeniging tot stand gekomen, ten einde de prijzen van brood en andere levensmiddelen ver laagd te krijgen. Het brood was aldaar tot heden 21 a 22 ets. de 3 K.G., doch nu hebben twee bakkers aldaar aan geboden het voor 16 a 16'/a ets. per 3 K.G. te leveren. De heer Van 't Lindenhout, directeur der wees inrichting te Neerbosch, deelt in het laatste nummer van «Het Oosten" mede, dat door hem een som van f 1000 is ontvangen voor de emigratie naar Canada en van f 500 voor de bedelaars en landloopers. Deze giften zijn geschonken door één persoon. Zierikzee, 0 Maart. In de heden namiddag ge houden vergadering van den Gemeenteraad, die door eenige belangstellenden, zoowel van hier als uit de buitengemeenten gedeeltelijk werd bijgewoond, waren afwezig de heeren S. J. Ochtman en de Crane. De voorlezing der notulen van het verhandelde in de vorige twee vergaderingen wordt aangehouden. Voor kennisgeving worden aangenomen: 1°. drie brieven van Gedep. Staten, houdende goedkeuring der raadsbesluiten van 13 Febr. 1.1. tot af- en overschrijving van - en op posten der gemeentebegrooting voor 1892 en tot onderhandsche verpachting van een perceel bouwland aan A. Fondse; 2°. een brief van den heer J. E. Roorda, houdende be richt, dat hij zijne benoeming tot leeraar in de Natuur kunde enz. aan de Hoogere Burgerschool aanneemt. De ingekomen verslagen van het Middelbaar en het Lager Onderwijs over 1892, worden ter visie van de leden gelegd en zullen worden gedrukt en als bijlagen aan het gemeente verslag worden toegevoegd. Bij monde van den heer Houwer, wordt namens de Com missie, benoemd tot onderzoek der rekening van het pensioen en weduwenfonds der gemeente-ambtenaren over 1892, verslag uitgebracht van haar onderzoek omtrent die rekening, bedragende in ontvangf 648,885 uitgaaf.587,40s sluitende met een goed slot van f 61,48 Het advies strekt tot goedkeuring dier rekening, zooals zij is ingediend, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De Voorzitter brengt ter tafel, een voorstel van Burgem. en Weth., om ingevolge gedaan verzoek van het tram comité aan de op te richten Stoomtrammaatschappij Brou wershaven—Steenbergen voor den tijd van twintig jaren eene jaarlijksche subsidie van f 500 te verleenen, en zulks voor elk jaar dat de lijn in exploitatie gebracht wordt. Na eenige beraadslaging tusschen de heeren de Looze, Fokker, Boeije, Röell, W. A. Ochtman en den Voorzitter, wordt met 7 tegen 4 stemmen, die van de heeren Röell, van den Bout, van der Vliet en W. A. Ochtman, aan genomen een amendement van den heer Fokker, om aan het slot van het voorstel in plaats van den laatsten volzin te lezen«en zulks voor elk jaar dat de lijn behoorlijk in exploitatie is gebracht, voor het dagelijksch vervoer van personen en goederen". Het aldus geamendeerde voorstel van Burgem. en Weth., wordt vervolgens aangenomen met algemeene stemmen. Daarna komt in behandeling het in de vorige vergadering gedaan voorstel van den heer W. A. Ochtman, om het bezwaar tegen de richting van den aan te leggen tramweg bij de Nobelpoort op te heffen. De Voorzitter deelt daarbij mede, dat het in een vorige vergadering door den Raad geopperd bezwaar tegen de richting door het Zeiketerrein, volgens bericht van Gedep. Staten niet tijdig genoeg is ingediend, om nog te kunnen worden behandeld. Bij de hierop volgende beraadslaging verklaart de heer Boeije, bij zijn vroeger medegedeelde bezwaren te blijven. De heer W. A. Ochtman verdedigt nader zijn voorstel. De heer Fokker motiveert zijne stem. Z. i. is de Raad over veel grootere bezwaren heengestapt en nu wil Spr. ook over dit bezwaar heenstappen en voor het voorstel van den heer Ochtman stemmen, doch hij doet dit onder protest tegen de wijze waarop de Voorzitter in de vergadering, waarin de bezwaren moesten worden uitgesproken, de leden heeft voorgelicht. De Voorzitter verdedigt wat hij vroeger in den Raad omtrent het indienen van bezwaren heeft te kennen gegeven. Hij herinnert aan het toen door- hem gesprokene en is nog bij zijn gevoelen daaromtrent gebleven. Van zijn kant protesteert hij tegen de wijze waarop de heer Fokker over zijne houding een oordeel heeft uitgesproken. Het voorstel van den heer W. A. Ochtman, in stemming komende, wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen, die van de heeren Houwer, De Clercq, De Looze en Boeije. Het bezwaar van het innemen der gracht is daardoor opgeheven. Aan R. van Meerendonk wordt, ingevolge zijn verzoek, eervol ontslag verleend als stadsomroeper, in te gaan met de in functie treding van zijn opvolger, terwijl Burgem. en Weth. worden gemachtigd eene oproeping van sollici tanten te doen. Het vroeger medegedeelde adres van eenige schippers en vischhandelaars om een anderen stadsomroeper te benoemen, wordt vervolgens op voorstel van Burgem. en Weth. aan genomen voor kennisgeving. Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming aan de Onderl. Waarborg-Vereeniging voor arbeiders en werklieden eene toelage uit de gemeentekas verleend van f 93, te vinden uit den post voor O. U. der gemeente-begrooting voor 4893, welk voorstel in de vorige vergadering is aangehouden, terwijl besloten wordt, daarbij aan het Bestuur der Vereeniging te kennen te geven, dat, wil het Bestuur uitzicht op subsidie van de gemeente blijven behouden, het reglement behoort te worden herzien. De openbare vergadering gaat daarop over fn eene zitting met gesloten deuren. De openbare vergadering heropend zijnde,, stelt de Voor zitter naar aanleiding van een ingekomen brief van den Inspecteur voor het Middelb. Onderwijs namens Burgem. en Weth. voor, dat de Raad zal verklaren, dat er van ontslag van den heer Roorda, benoemd leeraar in de Natuur kunde enz., als niet in het bezit der volledige bevoegdheid, geen sprake kan zijn, en dat de Raad er dus niet toe wenscht over te gaan, dien heer ontslag te verleenen en een ander in zijne plaats te benoemen. Aan de orde is, de behandeling van de door Burgem. en Weth. ontworpen verordeningen op de heffing en invorde ring eener belasting op de honden. De beraadslagingen over de verordening in het algemeen geopend zijnde, stelt de heer de Vos van Steenwijk op verschillende gronden voor, Burgem. en Weth. uit te noodigen, de thans aanhangige ontwerpen in te trekken, waartoe na beraadslaging tusschen de heeren de Vos, Franse, Boeije, Fokker en den Voorzitter, wordt besloten met 8 tegen 3 stemmen, die van de heeren Röell, Ochtman en Boeije. De heer Boeije verklaarde, dat het voorstel van den heer de Vos, hoewel hij als lid van het Dagelijksch Bestuur er tegen zou stemmen om verschillende redenen, zijn sympathie wegdroeg. De ontwerp-verordeningen worden daarop ingetrokken. In handen van de Commissie voor de strafverordeningen wordt gesteld om praeadvies, een door den heer de Clercq ingediend voorstel, betreflende het laten losloopen van honden. Bij de daarop volgende omvraag vraagt de heer Fokker, of de heer de Crane, behalve de in het verslag opgegeven reden, dat het voor hem in zijne betrekking, moeilijk aan gaat zijn medeburgers voor den hoofdelijken omslag te taxeeren, nog niet eene andere reden heeft opgegeven. De Voorzitter antwoordt, dat hij heeft gezegd, dat de lieer de Crane heeft opgegeven, ontslag te nemen, omdat hij de vergaderingen meestal niet van den beginne af aan kan bijwonen, maar hoofdzakelijk^, omdat hij het van be zwaar achtte, om zijne medeburgers in den Hoofdelijken omslag te taxeeren. Hoewel enkele leden dit misschien niet hebben verstaan, weet de Voorzitter zeker, dit toch ook te hebben gezegd. Op eene daarop gevolgde vraag van den heer van den Bout, antwoordt de Voorzitter met vrij groote zekerheid te kunnen mededeelen, dat de brug buiten de Zuidhavenpoort a.s. Maandag weder voor alle verkeer zal kunnen worden opengesteld. Daarna sluit hij de vergadering. WEÊRKUNDIGE WAARNEMINGEN by 's Rjjks-kustverlichting te Westenschouwen, gedurende Februari 1893. Op vjjf-en-twintig dezer viel er regen, in 18 af tappingen werd 72 m.M. water verzameld; de Bannen ontvingen dus 1339200 M3., en ze staan dras of onder water. Sneeuw werd 2 maal, hagel eenmaal genoteerd; vorat kwam achtmaal voor, waarvan viermaal in vrjj hevige mate. Driemaal zag men een ring rond de mpan, eenmaal weerlicht, eenmaal dauw. De luchtgesteldheid was: 16 maal helder, 1 maal licht bewolkt, 5 maal bewolkt, 19 maal zwaar bewolkt en 19 maal betrokken. De windrichting varieerde volge^derwjjze5 maal Noord, 3 maal N O., 5 maal Oost, 6 maal Z.O., 12 maal Zuid, 17 maal Z.W., 16 maal W6st en 4 maal N.W., 10 malen was de winddrukking vrg sterk. AanbestedingenVerkoopingen, enz. Stavenisse. Bg de heden alhier gehouden aanbesteding van grint ten behoeve van de gemeente, was ingeschreven door de H.H. A. Visser en J. Berre- voets. Toor de Pruisische grint waren de inschrijvings sommen re8p. 2.05 en 1.98, terwjjl ze voor de Njjmeegsche grint waren 1.75 en 1.69, allen per M3. Bg de op 3 Maart gehouden aanbesteding van de leverantie van 1100 M3. grint, behoeve den polder »de Vier Bannen van Duiveland", werd ingeschreven door Gebrs. PeterB, Ngmegen, voor 1,63 per M3. B. de Witte, Ouwerkerk, 1,62 C. Bakker, Sliedrecht, 1,51 G. v. d. Berg, Vianen, 1,44s J. Berrevoets, Vianen, 1,44 H. Berrevoets, Zierikzee, 1,44 Aan beide laagste inschrgvers is de levering gegund. Te Heinkenszand werd ten overstaan van den notaris de Ronde Bresser geveild: een woonhuis met erf en tuiD, groot 41 A. 32 c.A. Het werd voorloopig toegewezen aan mr. J. H. Liebert te Goes, voor ƒ710. L A N D B O W. Bruinisso, 4 Maart. In deze gemeente werden in 1892 verbouwd: 132 H.A. tarwe opbrengs t 5280 H.L. 10 rogge 400 4 wintergerst 220 24 zomergerat 1056 30 haver 1650 16 paardenboonon 288 29 erwten 725 39 aardappelen 7800 105 suikerbieten 4707325 K.G. 8 karweizaad 6 meekrap 1900 10 vlas 4800 26 ajuin 7800 H.L. 20 mangelwortelen 50000 K.G. 18 roode klaver V 4000 24 lucerne 5000 19 kunstweiden KERK NIEUWS. Bedankt voor het beroep bij de Herv. Gern. te Hoek (bij Terneuzen), door ds. K. Loggers te Westkapelle. Haagsche Brieven. 's Gravenhage 4 Maart 1893. Dertig jaar Kamerlid! Waarlijk, de heer VAN KERKWIJK, de Zierikzeesche afgevaardigde, die heden dit zeldzaam jubilé herdenkt, heeft recht om het heuglijk feest te vieren met een groot diner, aangeboden aan zijn medeleden. Dertig jaar hetzelfde kiesdistrict te vertegenwoordigen, telkens bij eerste stemming herkozen te zijn, pleit voor de kiezers evenzeer als voor den gekozene. Het getuigt voor een onverzwakt wederkeerig ver trouwen, zoo zeldzaam in den tegenwoordigen tijd, nu zoo vaak de volkswil bij den dag verandert. Een zetel in het Parlement is inderdaad geen bed van rozen. De volksvertegenwoordiger is meer en meer geworden het mikpunt van de kiezers en het publiek. Elke daad, elk votum moet hij kunnen verantwoorden niet alleen voor zich zelf, maar ook tegenover hen, die hem afvaardigden. Aan aller wensch te voldoen is hem allerminst gegeven. Er komen in de politiek oogenblikken voor, waarin de vertegenwoordiger alleen naar eigen inzicht kan en moet handelen en hoe vaak wordt zijn stem dan niet verkeerd uitgelegd of verdacht ge maakt. Eerlijk mag worden erkend dat de Zierik zeesche jubilaris er steeds naar gestreefd heeft, zonder onderscheid des persoons, de vrijzinnige beginselen te belijden en te verdedigen. Kwam hij in strijd soms met zijne vrienden, hij ging zijn eigen weg en goed- en afkeuringen deerden hem niet. Juist daardoor heeft hij zich een eigenaardige plaats in de Kamer veroverd en weten voor- en tegenstanders dat zij met hem rekening moeten houden. Dertig jaar achtereen heeft hij de belangen des lands voorgestaan en waar het pas gaf ook die van zijn district. Doch hoeveel illusiën moet de heer Van Kerkwijk niet verloren hebben, na zoolang meegeleefd te hebben met de staatkunde, en achter de schermen gezien te hebben hoeveel eerzucht en ijdellicid in de politiek een rol spelen. Inderdaad er behoort moed toe om zoolang onder wisselende regeeringen en omstandigheden op zijn post te volharden, maar het is tevens te hopen dat de tegenwoordige jubilaris de geestkracht zal blijven bewaren om zijn taak te vervullen, naar plicht en geweten, zooals hij het tot heden heeft gedaan. Plichtvervulling: die eere komt ongetwijfeld ook toe aan den man, die in de afgeloopen week uit het land der levenden is weggeroepen. De directeur- generaal van het Kurhaus, de heer Reiss, was niet wat men noemt een sympathiek mensch. Hij had iets aristocratisch in zijn optreden, dat velen afstootte en zijn optreden kenmerkte zich niet altoos door die fijnheid van manieren, die men onwillekeurig te meer van iemand verlangt, naar mate hij meer heeft in te brengen. Doch ontegen zeggelijk heeft hij voor de vennootschap, aan het hoofd waarvan hij geplaatst was, wonderen gedaan door zijn buitengewone toewijding en had hij een scherpen blik op hetgeen de zaak, waarvoor hij stond, kon bevoordeelen of benadeelen. Het is zeer te betwijfelen of, indien een man als Reiss niet aan het hoofd gestaan had, de badplaats Scheve- niiigen reeds zulk een ontwikkeling zou hebben bereikt, 't Is waar, de vraag blijft open of het kalme, eenvoudige leven van vroeger niet de voorkeur verdiende boven het woelige, bewegelijke leven dat tegenwoordig in de zomermaanden te Scheveningen wordt gevoerd, maar eenmaal dat men afstand had gedaan van het oude Badhuis met zijn primitieve inrichting en huiselijk verkeer, en een wereldbadplaats verkoos te worden, had niemand het waarschijnlijk zoo spoedig reeds zoo ver kunnen brengen als de overleden chef. Nu de zaak eenmaal op deze hoogte is gebracht, is l^gt natuurlijk niet zoo moeieüjk haar daarop te houden, vooral daar een vroegeren commissaris, die de rechterhand was van den overledene, thans voor loopig de teugels zal voeren. Een ander man gaat dezer dagen ook ver dwijnen uit de residentie, doch gelukkig niet uit het leven, n.l. de heer S. de Lange, broeder van den pas geridderden Daniël de Lange. Sedert eenige jaren heeft Samuel den dirigeerstaf gevoerd in de Toonkunst-afdeeling en hij is er in geslaagd deze afdeeling, die tamelijk in verval was geraakt, op te beuren. Doch in muzikale kringen in de residentie is alles ook niet rozengeur: er zijn zooveel coteriën en persoonlijke verschillen dat men een dubbele pantserplaat behoeft om niets te gevoelen. Uit Duitschland hier gekomen, dacht hij zich gemakkelijk hier een vaste plaats te kunnen veroveren, doch, ofschoon het hem aan talent en energie niet ontbreekt, schijnt Samuel de Lange hier niet dien steun te hebben gevonden, dien hij zocht. Men heeft van hem 'afscheid ge nomen op het laatste Toonkunst-concert en de zangersbent heeft hem een bewijs van hulde aan geboden. Op kunstgebied ziet men trouwens hetzelfde als op muzikaal terrein. Er heerscht groot verschil van meening en heel veel persoonlijke vijandschap. Wanneer men de pas geopende tentoonstelling van leden van Pulchri ziet, kan men zich ook dit wel cenigszins verklaren. Ik heb mannen van leeftijd zich woedend hooren maken over staaltjes van schilderkunst van jongeren, die deden denken aan kinderprenten uit de oude doos. En er is o.a. een doek te zien, waarop een vrouw, stijf als een pop, loopt achtereen halve koe. Het voorste gedeelte van het beest is eenvoudig maar weggelaten en de lijst begrenst juist de achterhelft. Nu moge men twisten over stijl en kleur, wie ter wereld kan het achtereinde van een koe aesthetisch vinden. Zou dergelijke wansmaak, neen liever gezegd onbeschoftheid, den maker niet voor goed uit het heiligdom der kunst moeten weren? En toch zijn er jonge artisten, die juist door zulke uitmiddelpuntigheden uitblinken, furore maken en zich verbeelden nu eens iets te presteeren, waarover de geheele wereld verbaasd zal staan. En helaas! er zijn nog letterkundigen, die zulke artisten ophemelen en in de meest baroque be handeling of de allergekste voorstellingen schoon heden gaan opzoeken, bloemen op een mesthoop! Gaat men intusschen deze dingen ietwat nauw keuriger na, dan blijkt spoedig, dat deze buiten sporigheden eigenlijk liet gevolg zijn van natuurlijke oorzaken. Er zijn tegenwoordig veel te veel schilders. Ieder moet voor zijn fatsoen wat aan kunst doen. Teekent men, dan leert men wat schilderen en men gaat exposeeren. Tegenover tientallen vroeger, zijn er tegenwoordig honderdtallen, die zich ver dringen in de expositiezalen en al is ook de kooplust toegenomen, er is ten slotte geen plaats meer voor dien overvloed. Het gevolg is, dat er langzamerhand een kunstproletariaat bestaat, en de lui allerlei dingen bedenken, om ter spraak te komen. Scholen stichten, clubjes maken, afkeuren wat bestaat, de ouderen bespotten, zelf dwaasheden uithalen, het een vloeit uit het andere voort. Of de kunst werkelijk daardoor bevorderd wordt, valt zeer te betwijfelen. Doch ik vergat haast, dat deze brief bestemd was om u mededeelingen van politieken aard te doen. Ik had u willen spreken van het kiesrecht- verslag, dat zoo uitvoerig is, dat men een dag aan de lectuur kan doorbrengen eneven wijs blijft. Met buitengewone nauwkeurigheid zijn alle bezwaren ontleed en uiteengezet, maar van een bepaalde meening blijkt niet. Het eenige wat men zeggen kan is, dat de opeenstapeling van beden kingen doet vermoeden, dat men in de afdeelingen minder gunstig voor de zaak gestemd is. Maar dit wisten we zoo al tamelijk wel. De vraag is maar: wat zal men met de kieswet doen? Of men al opponeert, dit baat niet veel. De kieswet is er, en ze kan niet meer van den parlementairen ïdisch worden afgevoerd. Weet de Kamer haar niet te verorberen, dan bestaat er alle kans dat zij de Kamer zal opeten en dus zou het beste maar zijnto make the best of it, zooals de Engelschman zegt. Men zal door den zuren appel moeten heenbijten. Met allen eerbied voor de bedenkingen, heb ik tot dusver in het verslag geen enkel ander stelsel gelezen, dat zou voldoen aan den eisch van ruime kiesrechtuitbreiding, zonder af te dalen tot de negatieve eischen voor het kiezen door deze Regeering gesteld. Zoolang men geen beteren maatstaf kan aangeven, baat het tegenspartelen al zeer weinig. Ik voor mij geloof dan ook niet, dat de Minister Tak principieel veel zal veranderen aan zijn voordracht. Hoe minder hij er in wijzigt, hoe meer kans hij heeft voor aanneming. Of de behandeling nog dezen zomer zal geschieden, geloof ik niet. Er zijn er, die er sterk op aandringen, maar er is nog zooveel werk gekomen dat af moet, dat ik stellig geloof dat wij in April, Mei en Juni, faillissement, be drijfsbelasting en vele andere zaken zullen afhandelen, maar de kieswet eerst na September ter tafel zal komen, waartegen trouwens ook niets is in te brengen, daar ze toch niet dadelijk in toepassing kan worden gebracht. Ingebonden stukken. Mijnheer de Redacteur I Naar mgne meening kon het zgn Dut wel hebben, wanneer vreemdelingen hier vergunning aanvragen om hunne waren langs de huizen te koop aan te bieden, dat door de bevoegde autoriteit eens wat nauwkeuriger werd nagegaan, van welk gehalte die personen zjju. Deze opmerking is gegrond op de wgze van handelen van een drietal van die z. g. n. straatventers, die iu den loop der vorige week schgnbaar op zichzelf, maar klaarblgkelgk in vereeniging handelende, alle huis schellen in beweging brachten, en men niet zoodra de deur had geopend of hun kist met koopwaren tueschou de deur en het kozgn schoven, als een dwangmiddel om het prgzenswaardige hunner aan te bieden artikeleu aan te hooren. Gat men dan in vollen ernst te kennen, dat men van die zaken niet gediend wenschte te zgn, en door eene beweging aan de deur het hun duidelgk maakte, dat bun spoedig vertrek ons niet onaangenaam zou zgn, dan bleek het al aanstonds, waar zg tot het aanleeren der gepaste beleefdheidsvorm ter schole waren geweest en ging het sluiten der deur gepaard met oen stortbui van lage verwenBchingen, zooals men die van lieden van hun vak en voorkomen verwachten kan. Wg begrgpen zeer goed, dat de politie niet overal te geljjk kan zgn, maar we gelooven toch ook, dat het verleenen der nier bedoelde permissie niet voor alle mogelgke individuen gewenscht is, en dat men zulke verontwaardigingwekkende wezens hier maar liever geen entiée moest verleenen. Mochten de voorzeggingen, die hieromtrent zooal worden uitgesproken, dat, als de tram er eenmaal is, onze eilanden met soortgelijk volkje zal overstroomd worden, vertrouwbaar zgn, dan beware ons de homel voor dit middel van vervoer, daar er dan in ons isolement nog veel goeds ligt. U, Mgnheer de Redacteur 1 dankzeggende voor de verleende plaatsruimte, teeken ik mg achtend A. Zierikzee, Maart 1893. Hoe het komt Hoe komt het toch, vraagt menigeen, Dat j' in den laatsten tijd Zoo weinig aan den Bode doet, 't Is werk'lijk narigheid. Waarom houdt jij je toch zoo stil, Zelfs wanneer Carambol, Uw vrienden en uw kennissen De hoofden maakt op hol; Waarom schrijf je niet dit of dat. Waarover hindert niet, Want zie, ik weet dat menigeen Soms graag je stukjes ziet. Waarom? Zeg wil je dat ik 't zeg? Ik zwijg nu als een mof, Omdat het op dit oogenblik Mij ganscli ontbreekt aan stof, En Carambol gaat voor mijn part Naar 't land waar peper groeit, Dan weet ik dat er hier geen mensch, Meer met hem zich bemoeit. Maar 'k zou zoo gaarne in ons blad (En daarom heb ik 't land) Den lezers schrijven: Zie je, zoo Staat het nu met den brand. 'k Zou willen dat ik zeggen kon De oorzaak is bekend, Van d'eerst en van de laatste ook. Dan was ik eerst content. Doch daaromtrent hoort men maar niets In ons Noord-Beveland. Och dat ik toch eens schrijven kon Dat 's d'oorzaak van den brand. Wissenkerice, Maart 1893. WITTE HAGE. Zootjj<lhig;eii. Zierikzee, VERTROKKEN: 4 Maart. «Cynthia", kapt. Gentry, van Dussoldorf naar London. AANGEKOMEN. 5 «Queen Mab", kapt. Smith, van London naar Hochfeld.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1893 | | pagina 2