ZIEEIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Zaterdag 4 Maart 1893.
VERGETEN?
Directeur-Uitgever J. WA, ALE.
BEKENDMAKING.
kennisgeving]
Algemeen Overzicht
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
♦9ste JAARGANG. No. 6279.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Betalingen van AbonnemenU- of Advertentie-gelden gelieve men te zenden aan de „Administratie ZieriJtzeesche Nieuwsbode"
Ds BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zibrikzee
maken bekend, dat de jaarlijksche Halfvasten-
markt op Donderdag den 9 Maart
e.k. alhier zal gehouden worden, en dat de standplaats
voor kramen zal zijn op het Kraanplein.
Zif.rik7.ee, den 2 Maart 1893.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C h. W. V E R M E IJ SBurgemeester.
J. G. BET HE, l.o Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Mmiudno; «leu O
Maart e.k., des namiddags te 1% nm., op het
Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad
zal gehouden worden.
ZiERrK7.EE, den 3 Maart 1893.
De Burgemeester,
Cu. W. VERMEIJS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken. Voorstel van
Burgem. en Weth. om aan de op te richten Stoomtram-
maatschappij BrouwershavenSteenbergen voor den tijd
van 20 jaren eene jaarlijksche subsidie van f 500 te
verleenen. Behandeling van het voorstel tot opheffing
van het bezwaar tegen de richting van den aan te leggen
tramweg bij de Nobelpoort. Behandeling der ontwerp
verordeningen op de heffing en invoering eener belasting op
de honden, enz.
der vorige week.
Dat men zich vooral in de politiek over niets
moet verwonderen is al lang bekend. Maar toch,
wie eenige weken geleden den moed zou gehad
hebben om te voorspellen, dat de Tonkinees Ferry
binnen kort uit zjjne vergetelheid zou gerukt
worden en geroepen zou zijn om de tweede plaats
in de Republiek in te nemen, hem had men waar
lijk niet geloofd. En toch is ook dit weer gebeurd.
Zooals men zich herinneren zal, haalde Ferry zich
den haat der clericalen met zijn schoolwet op den
hals, en ondervond hij in zoo hevige mate de
woede der radicalen, die hem de nederlaag in
Tonkin niet konden vergeven, dat hij toen moest
aftreden, bij de Presidents-verkiezing het onderspit
moest delven en hij de algemeene verkiezingen
niet eens herkozen werd. En thans, na een poos
van bijna vergeten-zijn, wordt diezelfde verguisde
Jules Ferry gekozen tot President van den Senaat in
jFrankrijk. De vorige Voorzitter, de heer le Royer,
had om gezondheidsredenen bedankt en de Tonkinees
werd met 148 van de 229 geldige stemmen (20
waren in blanco) tot Voorzitter van den Senaat
geproclameerd. Schitterend is deze uitslag voor de
gekozene niet, maar toch is de keuze uit tweeërlei
oogpunt zeer belangrijk. Vooreerst voor den persoon
van Jules Ferry zelf, die in deze (,benoeming eene
poging kon zien, van het veel te strenge vonnis
over hem in dien tijd geveld, te verzachten, maar
ten andere ook voor de republiek. Wanneer de
radicalen en hunne aanhangers gemeend hebben,
de Panama-gebeuvtenis9en te kunnen benutten, ten
einde hunne staatkundige inzichten te verwezen
lijken, dan zullen zij door de voorvallen in de
laatste weken wel ontnuchterd zijn.
Het schjjnt of in Frankrijk meer en meer de
overtuiging zich gaat vestigen, dat er gebroken
moet worden met de halfslachtigheid, die de op
volgende Ministeriën steeds vertoondenmet de
zncht om te schipperen en te modderen, een zucht,
die bleek uit de samenstelling van bijna elk
Ministerie der laatste jaren. En zooals altijd, zoo
ging het ook hier: Vielen gefallen ist schlimm.
Die politiek van schipperen leidde slechts tot in
wendige verzwakking en thans heeft het volk er
genoeg van en eischt eene krachtige hand aan de
ls. De verkiezing van de heer Casimir Perier
tot Voorzitter der Kamer, de aanneming der door I
Godefroy Cavaignac voorgestelde motie en niet het
minst het weder optreden van Jules Ferry als
politiek leider, zijn daarvoor bewijzen. Deze drie
mannen zijn ongetwijfeld de drie mannen voor de
naaste toekomst in Frankrijk; en zij hebben allen
dit groote voordeel, dat geen der drie genoemden
rechtstreeks of zijdelings iets met de jammerlijke
Panama-schandalen te maken heeft. Wanneer dan
ook, zooals te verwachten is, binnen niet al te
langen tijd, het Fransche volk geroepen zal worden,
om te verklaren of het zich aan de leiding dezer
drie mannen wil toevertrouwen, d. w. z. hun in
eene nieuwe Kamer eene meerderheid wil bezorgen,
dan gelooven wij, dat de uitslag hen niet zal
teleurstellen. Moeilijk is het denkbaar, dat na al
het gebeurde de Kamer zal blijven tot haar man
daat is geëindigd, en dat eene eventuëele kamer
ontbinding niet zou gevolgd worden door eene
nieuwe Presidentskeuzewaarbij Cavaignac als
candidaat zal optreden. Er staan dus belangrijke
gebeurtenissen te wachtengebeurtenissendie,
wanneer zij loopen zooals wij verwachten, er toe
zullen leiden om den bloei en de rust in de
Republiek weder te bevestigen.
Ziet men dus in Frankrijk reeds het begin van
het einde der moeilijkbeden door de Panama
geschiedenis ontstaan, in Italië is men zoo
gelukkig nog niet. Terwijl gansch Italië en de
gansche Katholieke wereld met baar feest vierde
ter herinnering van bet vijftigjarig bisschops
jubileum van Paus Leo XIII, hield de Kamer zich
nog altijd bezig met het onderzoek der knoeierijen
der banken of meer direct met het aandeel, dat
enkele regeeringspersonen in die onregelmatig
heden hadden. Steeds heftiger worden de beschuldi
gingen tegen het Ministerie Gioletti en zijne
vrienden, en openlijk trad thans ook Crispi als
beschuldiger daarvan op. Toen de tegenwoordige
Minister-President Gioletti in 1890 Minister van
de Schatkist was, was hij zooals Crispi verklaart,
reeds ingelicht omtrent het door de Banca Romana
gepleegde bedrog, maar heeft hij daarover gezwegen.
Wel heeft de Minister-President getracht dit
beweren in de Kamer te niet te doen door vele
woorden, maar aan stukboudende bewijzen ontbrak
het. De positie van het Ministerie wordt zwakker
en zwakker en zijne dagen schijnen geteld. Wie
de boedel dan aanvaarden zal, is nog onbekend.
Eenigen meenen, dat de beschuldiging door Crispi
thans openbaar gemaakt, eene poging zou zijn om
de teugels van bewind weer in handen te krijgen.
Het zou de vraag zijn of bet Italiaansche volk
met een Ministerie van Crispi thans veel vooruit
zou zijn.
In Portugal i3 wederom eene ministeriëele
crisis geweest. De Minister-President gaf als oor
zaak van het aftreden van het Ministerie op de
oneenigheid, die tusscben de verschillende leden
van het Kabinet beerscbte over de opzegging van
bet contract tusschen de Regeering en de alcohol-
fabrieken. Reeds bij de samenstelling van dit
syndicaat moeten onregelmatigheden zijn voor
gekomen en bij de voldoening der aan de schatkist
verschuldigde accijnzen is sterk de hand gelicht,
zoodat het rijk hierdoor veel schade heeft ondervonden.
Toch is de bedoelde oneenigheid slechts de aauleidende
oorzaak geweest van het aftreden van het Ministerie.
De eigenlijke reden is de zwakheid der Regeering
en de weigering des Konings om de ontbinding
der Cortes nog langer uit te stellen. Thans is een
nieuw Ministerie onder presidium van Ribecro opge
treden en heeft zijn program reeds in de Cortes
medegedeeld. Het Ministerie, dat zich bewust is van
de moeilijkheden van den tegenwoordigen stand
van zaken, zal kwijtschelding van straf verleenen
aan allendie wegens politieke misdrijven of
persdelicten zijn veroordeeld; voorts eene hervorming
voorstellen van de perswet, waardoor de persvrijheid
wordt verzekerd, benevens eene herziening van de
Bankwet, waardoor het toezicht der
verscherpt wordt. Wat de regeling der buiten-
landsche schuld betreft, het Ministerie is voornemens
zooveel te betalen als maar eenigszins de schatkist
gedoogt. De zaak zal zorgvuldig worden onderzocht.
Nieuwe belastingen zullen niet worden voorgesteld,
zonder voorafgaand onderzoek der begrooting en
zonder herziening en betere verdeeling der tegen
woordige belastingen. In geen geval zal echter het
Ministerie, dat de uitgaven aanmerkelijk zal
verminderen, voornemens zijn, die belastingen te
verhoogen, welke drukken op de arbeidende klasse.
Tijdens de Carnavalsfeesten te Bazel, was in den
gehouden optocht een persoon te zien, die President
Carnot voorstelde en zeer speelde op diens houding
de TAiatwazaair. De Fransche gezant nam dit
zeer euvel, en ofschoon de politie onmiddellijk de
valsche Carnot uit den optocht verwijderde en de
Zwitsersche bondsregering hare verontschuldiging
bij de Fransche aanbood, de zaak werd door de
laatste Regeering hoog opgenomen. Toch was dit
onbillijk. Immers toen eenige jaren geleden
Bismarck bij de Zwitsersche Regeering aandrong
op de vervolging van een Zwitser, die ook hij een
Carnavalsfeest een lied had gezongen, dat voor
Duitschland beleedigend wasen de schuldige
veroordeeld werd tot een boete van 800 frs.,
noemden de Fransche bladen deze vervolging klein
geestig. Wellicht heeft men zich deze geschiedenis
ook in Frankrijk herinnerd, althans de Fransche
Regeering heeft medegedeeld, dat zij de veront
schuldiging der Zwitsersche Republiek aanneemt
en de vervolging van den schuldige niet wenscht.
Inderdaad is dit de beste oplossing voor eene wel
is waar misplaatste aardigheid, maar die toch niet
schijnt gepleegd te zijn, met het doel om Frankrijk
en den persoon van zijn President te beleedigen.
Engeland.
Het hof vaa appèl te Londen deed uitspraak in zake
het proces, waartoe aanleiding is gegeven door de
aanvaring tusschen de Nederlandsche atoomboot
»P. Caland" en het Engelsohe stoomschip »Clamorgann
in het kanaal. Het hof bevestigde het vonnis der
admiraliteitsrechtbank en sprak den gezagvoerder dfjr
»Clamorgan" vrij van schuld aan de aanvaring.
Italië.
Rome, 1 Maart. Graaf Dumonceau van Berg en Dal
heeft heden aan Z. H. den Paus de gelukwenschen
overgobracht van de Koningin der Nederlanden.
Rusland.
Een ontzettende ontploffing heeft, naar eerst thans
bekend is geworden, den dertienden Februari 1.1. te
Warschau plaats gevonden. Over een lengte van veertig
voet werd de Skelawajastraat vernield en dat wel
juist op het oogenblik toen een sterke afdeeling
militaire troepen, die het lyk van een jongen officier
grafwaarts brachten, zich op de plek bevond. Ongeveer
honderd personen werden slachtoffers van het onheil;
sommigen werden dadeljjk gedood en anderen zwaar
gekwetst. Over de aanleiding van de ramp kan nog
niets met zekerheid bericht worden. Velen beweren,
dat sprake is van eene opzetteljjk teweeggebrachte
dyoamiet-ontplofficg, terwyl anderen volhouden, dat
enkel een toeval in bet spel is geweest, dat met eene
groote opeenhooping van gas in verband staat.
Die laatste lezing schijnt alles behalve geloofwaardig.
Als enkel eene gas-ontploffiog had plaats gevonden,
zouden de te Warschau verschonende bladen wel van
het geval melding hebbea gemaakt en zouden de af
zenders van telegrammen aan buitenlandsche couranten,
niet zoo uiterst voorzichtig zyn geweest om het
gebeurde te verzwijgen.
Hongarije.
De Donau wast met groote snelheid in Hongarye
en richt veel onheil en nadeel aan. Te Gergely, een
dorp van 1600 inwoners, nabjj Paks en ongeveer 60
rnjjlen ten Zuiden van Badapest steeg de vloed zoo
snel, dat het geheele plaatsje in eeu oogenblik was
overstroomd. De bewoners vluchtten in de school cn
in de kerk, de twee eenige steenen gebouwen in bet
dorp. Weldra stond ieder huis diep onder water.
Verscheidene menschen verdronken, o. a. een moeder
met haar vyf kinderen. Alle overige bewoners vluchtton
naar Paks. De Donau staat meer dan 25 voet boven
het gewone peil. Zeshonderd menschen verkeerden io
levensgevaar.
Frankrijk.
Parijs, 1 Maart. De Temps ontving een telegram
uit Rome, volgens hetwelk de afgevaardigden van allo
liberale vereenigingen te Rome uitgenoodigd zjjn, hot
eens te worden over de aanrichting van eene grooto
anti-clericale betooging, in antwoord op do gebeur
tenissen aan het Vaticaan.
De regeering beraamt de noodige maatregelen
harerzijds.
Naar de Figaro verneemt znllen Charles do Lpaaèpa
en Cottu hun straftyd op Sint Marguérite doorbrengen
en zekere vrjjheden genieten.
Duitschland.
Een vreeseljjke ontdekking is te Bayreuth gedaan.
In 1878 nl. stierf daar zekere barones Von Ammori
of althans zy werd begraven; de familie vermoedde
dat zy slechts in een toestand van schyndood verkeerde,
maar tot de begrafenis word besloten met zeer
lage oogmerken. Onlangs werden daarvoor nieuwe
aanwijzingen verkregen en 't gerecht gelastte een op
graving van het lyk en onderzoek. Bjj die gelegenheid
bleek, dat de schyudoode zich in de kist omgekeerd
en pogingen aangewend had om uit haar graf te komen,
zoodat de kist zelfs aan eene zyde stuk gedrongen
was. De justitie zet nu de instructie voort.
Nederland.
Arnhem, 1 Maart. In den nacht van Zondag op
Maandag is alhier ingebroken in school XVI bjj Klaron-
bsek, en in dien van Maandag op Dinsdag in school
IV op het Roermondsplein. De dieven hebben zich
meester gemaakt van de schoolspaarkas der leerlingen.
Die van school IV was eerst kort te voren geledigd
en bevatte slechts ongeveer vyf-en-twintig gulden; eeu
gering bedrag dus, maar veel voor de arme kleinen
misschien zal er wel de eene of andere milde hand
zich over hen ontfermen.
Gisteren reeds werd door de politie eene bende
jongenB van 9 tot 14 jaar aangehouden, welke behalve
van andere diefstallen in het vorige jaar, ook verdacht
worden van de inbraken in genoemde scholen.
Amsterdam, 1 Maart. Iu de afgeloopen week
zyn de volgende hoeveelheden porties koffie en brood
aan behoeftigen uitgereikt in de inrichting op den
Singel by den Heiligenweg: Maandag 2556, Dinsdag
2434, Woensdag 2668, Donderdag 2616, Vrydag 2507,
Zaterdag 2654, Zondag 1154, te zamen 16589.
Goedereede, 1 Maart. By de gisteren gehouden
herstemming voor een lid van den Raad dezer gemeente,
zyn ingeleverd 68 biljetten. Uitgebracht zjjn op do
heeren: F. C. Goekoop 36 stemmen en Adr. de Reus
31 st., zoodat de heer Goekoop, als hebbende de meeste
stemmen bekomen, tot lid van den Raad is verkozen.
Vlïssingen, 1 Maart. De afdeeling hier ter
stede van hetNederl. Werkliedenverbond Patrimonium"
telt thans 200 leden, zjjnde eeu van het grootste
aantal leden in de geheele provincie.
Vlissiugen, 1 Maart. Aanstaande week zal door
den heer Prins, aannemer te Sliedrecht, een aanvang
worden gemaakt met het maken van een Dieuw hoofd
voor zeewering, dat geplaatst zal worden tusschen hot
thans bjjna waardeloos zoogenaamd Lengenaarshoofd
en den bomvryen toren. Naar wjj vernemen, bedraagt
de aannemingssom ongeveer 35,000.
Met ingang van 1 Maart 11. is te Vlissingen
als ambtenaar voor het der meteorologische waarne
mingen aldaar aangesteld een naamgenoot van den
grooten admiraal, nl. de heer Michiel Adriaan de
Ruyter, geboren te Yeere en laatsteljjk wonende te
Tholen.
Middelburg, 1 Maart. Indertjjd is melding
gemaakt van een geschil tusschen Gedeputeerde Staten
van Zeeland en den gemeenteraad van Vlissingen in
zake de verhooging der jaarwedden van onderwjjzers
en onderwijzeressen bjj het verkrijgen van eene nieuwe
akte voor een verplicht gesteld vak van onderwjjs, in
casu voor vak j, vrjje- en ordeoefeningen der gymna
stiek. Nadat de gemeenteraad had geweigerd de uitgave
voor verhoogingen als bovenbedoeld op de begrootiDg
voor 1892 uit te trekken, gingen Gedeputeerde Staten
Naar het Duitseh.
11.
Eindelijk waren zij in.Köpenick.
//Hier, dat schenk ik u! riep zij en wierp hem
een klein pakje toe.
Hij had zijn werk met het vasthouden der
stoomboot; toen hij vrij was, hadden alle passa
giers, ook zijne kleine vriendin, de stoomboot
verlaten. Hij maakte het pakje los en eene appel
taart lag
//Voorzichtig! klonk het plotseling luide achter
hem. Verschrikt sprong hij op zijde. Bijna was
hij onder de wielen van een rijtuig geraakt, dat
eenigszins vlug om den hoek gebogen kwam. Ver
wonderd keek hij om zich heen. Daar was hij
reeds op het groote plein, van waar af de Molen
straat zoo smal werd als eene straat die blind
loopt.
Hij stapte het plein over en gaf zich weder
aan zijne droomerijen over, toen hij het tegen
overgestelde smalle trottoir had bereikt.
Het was avond. Hij stond weder bij zijne
bel. De stoomboot deed voor dien dag haar laatsten
tocht van Köpenick naar Berlijn. De hemel was
door de sterren verlicht, de lucht was eenigszins
zoel. Hij haalde de appeltaart voor den dag en
at liaar langzaam op. Zij smaakte uitmuntend.
Den ganschen dag had hij aan niets meer gedacht,
dan aan zijne kleine vriendin. Daarbij had hij
verscheidene malen vergeten te bellen, wat hem
vele berispingen van de zijde van den kapitein
had berokkend. Nu wilde hij echter oppassen. Hij
atak het laatste stuk in zijn mond en ging op
de kleine bank onder de bel zitten. Op hetzelfde
oogenblik klonk de fluit van den kapitein. Hij
belde snel. Wat donder, had hij in 't geheel niet
gezien, dat zij kort voor eene brug waren Nadat
zij door de brug waren, riep de kapitein hem bij
zich. Hij kreeg links en rechts een paar oorvijgen
en mocht daarna weder op zijne plaats terugkeeren.
Hij weende bitterlijk; hij zou het liefst in 't water
gesprongen zijn.
Daarna kwam het verschrikkelijkste. Toen hij,
nadat zij in het depot aangelegd hadden, naar
huis wilde gaan, zeide de kapitein hem, dat hij
niet weer behoefde te komen. Hij waggelde
naar huis, vertelde alles en kreeg heftige verwijten.
Den volgenden dag zocht hij zich andere bezig
heden. Hij wilde eerst naar Hamburg gaan om
zich als scheepsjongen te monsteren, maar zijne
ouders wilden, dat hij in Berlijn blijven en iets
verdienen zou. Hij kreeg eene plaats als loopjongen
bij een advocaat. Daar hij een dragelijk hand
schrift had en ook anders niet dom was, werd hij
spoedig met schriftelijk werk belast. Na driejaar,
toen hij met de werkzaamheden volkomen op de
hoogte was, verliet hij die betrekking en trad bij
een anderen advocaat als klerk in dienst op eene
bezoldiging van dertig gulden per maand. Ilier
was hij nog heden.
Nog heden hij streek met de hand over
zijne oogen. Het duurde eene geruime poos tot
hij zich in het tegenwoordige terugverplaatst had.
Ja, acht-en-twintig jaar geleden was hij bij den
advocaat in dienst getreden. Hoe toch de tijd
voorbijgegaan was!
Hij had nu het smalle gedeelte der Molenstraat
tot op de helft doorloopen. Hij ging nog een eindje
en bleef toen voor een kleinen tuin aan de linker
zijde der straat staan. Lang keek hij over de lage
schutting naar het kleine, half vervallen huisje
met den kleinen, weinig onderhouden tuin er voor.
Daarna ging hij verder.
Gelukkige herinneringen doortrilden hem nu.
Het was eeu heerlijke Meimorgen. Hij wilde zijn
twintigste verjaardag met eene voormiddagwandeling
naar Stralau vieren. Geheel in het nieuw gestoken
stapte hij door de Molenstraat. Ongeveer in het
midden derzelve aan de linkerzijde, werd hij voor
eene tuinhaag een jong meisje gewaar, dat naast
de deur tegen de schutting leunde. Hij zwenkte
vlug naar de linkerzijde over. Het jonge meisje
trad bij zijn naderbijkomeu in de deur terug,
maar zag hem, toen hij voorbijging, vlak in de
oogen. Beiden doorliep een schok. Zij stonden
eene heele poos stil en staarden elkander aan.
Daarna begon zij plotseling luide te lachen.
//Nu, wat wilt gij toch?" vroeg zij.
Hij stak haar zijne hand toe; zij legde de hare
er manmoedig in.
//Niet waar, wij kennen elkander, mejuffrouw?"
zeide hij.
//Natuurlijk! Heeft de appeltaart u gesmaakt?"
//Ja, uitstekend!"
z/Ha, ha, ha! Kunt gij dan nu beter praten?"
//Ja, nu gaat het beter," antwoordde hij.
//Hoe fijn ziet gij er uit!" vleide zij. //Zijt gij
nog matroos?
Hij vertelt haar kort het toenmaals voor
gevallene en dat hij nu kantoorklerk was. Ver
volgens noodigde hij haar uit hem een eindweegs
te vergezellen.
Zij was terstond bereid. Zij verzocht hem een
oogenblik te wachten, zij wilde alleen haar hoed
halen.
Na nauwelijks vijf minuten kwam zij, gereed om
uit te gaan, weder buiten.
z/Tot twee uur kan ik uitblijven," zeide zij.
//Dat is lief, dan gaan wij samen naar Stralau,
vindt gij dat goed?"
//Ja."
Ilij bood haar zijn arm. Zij nam dezelve
zonder complimenten en vlijde zich dicht aan hem.
Hem was het zonderling te moede. Het was de
eerste maal, dat hij met een jonge dame uitging.
Op den weg naar Stralau praatte zij aanhoudend.
Hij kwam er niet toe zich voor te stellen, hij
dacht er zelfs volstrekt niet aan. Het ging alles
zoo natuurlijk in zijn werk, de kleine behandelde
hem zoo vertrouwelijk, dat zijne aangeborene be
schroomdheid hem ook spoedig verliet.
Iu Stralau dronken zij in een theetuin een glas
melk. Daarna maakten zij een watertochtje. Zij
dreven eerst tusschen Stralau en Treptow een
poos rond, vervolgens roeiden zij rond de //Hoogte
van Stralau" in het Rummelsburgsche meer. De
kleine was zeer overmoedig. Zij hield de boot
voortdurend in eene schommelende beweging,
zoodat zij meermalen gevaar liep om te slaan. Zij
kon zwemmen, antwoordde zij op zijne vermaningen
tot voorzichtigheid.
Nadat zij het meer in verschillende richtingen
doorkruist hadden, verzocht zij hem toch eens naar
den oever in het riet te varen. Hij deed het. Zij
jubelde luide toen de ranke boot door de riet
halmen schoot en daarna plotseling in het dichte,
hooge riet bleef vastzitten.
Ilij naderde haar en vatte hare hand.
z/Weet gij mijn naam nog?" vroeg hij.
Zij greep, zonder te antwoorden, in haar zak en
haalde er een klein potlood uit.
//Zoo heet gij!" zeide zij, terwijl zij iets op den
witten rand der gondel schreef.
Hij keek er naar. //Frans" stond er. Hij nam
haar het potlood uit de hand en schreef vlug
//Elsje" boven zijn naam. Daarna trok hij vlug om
het geheel eene lijn in den vorm van een hart.
//Ach!" zuchtte zij en leunde zich tegen zijn schouder.
Eene gloeiende rilling overliep hem. Snel legde
hij zijn arm om haar en trok haar vast aan zich.
Zij keek tot hem op en hield hem hare bevende
lippen toe ontolbare kussen bezegelden liet
verbond.Slot volgt.