ZIERIKZEESChE NIEO WS BODE. I Maandag 2 Januari 1893. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste Blad. Van het oude in het nieuwe. NIEUWSTIJDINGEN. Zierikzee en Rotterdam ADVERTENTiEN. 4 J. Gun ter, /f jA FEUILLETON. 1 Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG e« ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6254. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter mordt naar plaatsruimte berekend Wanneer men bij het einde van een jaar nog kortelijk het doorleefde in eigen omgeving en het gehoorde van elders voor den geest wil roepen, is zulks bij den overstelpenden rijkdom van feiten bepaald onmogelijk, tenzij men door het, trekken van eenige ruime concentrische kringen die feiten dwingt ons nader te komen. En ook dan nog ver mogen slechts zaken van beslissende beteekenis onze aandacht bezig te houden. Onze herinnering hield uit dan. voorraad.u'-ouwa,-, die de wereldgeschiedenis in 1892 eiken dag op leverde, voor het meerendeel feiten vast van zeer ongunstigen aard, en wanneer we niet zielsovertuigd waren, dat de menschbeid steeds vooruit gaat in ontwikkeling, zouden er in het afgeloopen jaar bepaald oogenblikken geweest zijn, waarin we aan allen vooruitgang hadden gewanhoopt. Wie toch is vergeten welke rol het dynamiet gespeeld heeft te Parijs en te Luik, wie heeft den naam van Ravachol niet geplaatst op de helaas reeds zoo lange lijst dergenen, die in ruwe ver nieling hun kracht zoeken? Wie ook heeft niet, om iets uit de laatste weken op te halen, met treurige verbazing het Panama-schandaal vernomen, bij welke zaak personen gemoeid zijn, wier naam wereldberoemd is? Dat het geld, 't zij ten goede of ten kwade, van vele zaken de drijfveer was, zagen we herhaaldelijk bevestigd. Denk aan de crisis der Portugeesche schuld, aan den rijkaard Jay Gould, aan honderd andere dingen. En naast het bovengenoemde staan de ongelukken van enormen omvang, rampen als 't ware bestemd om een tegenwicht der aangroeiende aardbevolking te zijnde cholera, die nu van nabij bekende ziekte, welke zooveel angst voor zich uitstuwde en zooveel jammergeklag achter zich liet; haar voorgangster, wellicht haar wegbereidster, de influenza; de vul kanische verwoesting van het eiland Sangir in ons Indië, waardoor duizenden verzonken in de diepte der wateren; de rampen op het meer van Genève en bij de bergstorting in Savoie. Wierpen deze donkere wolken alom beur schaduw uit, ook de politieke hemel bleef in vele landen niet helder. De wisseling der Kabinetten in Frankrijk o. a. duidde op weinig inwendige rust, en ook in Engeland zagen we het Ministerie vallen, om plaats te maken voor een van den 84-jarigen, hoewel nog jeugdig gebleven, Gladstone. Voorts ontvielen in laatstgenoemd land twee mannen van wereldbekenden naam en groote be teekenis, n.l. Kardinaal Manning en de redenaar Spurgeon aan bun volk. Wenden wij ons naar Amerika, dan valt daar het oog op de tentoonstelling te Chicago en de reusachtige Culumbus-feesten, het eenige grootsche werk des vvedes, dat de wereld in 1892 zag. Maar wanneer wij den kring enger trekken en ons bepalen bij het Vaderland, dan vallen op even redig kleiner schaal toch dezelfde verschijnselen waar te nemen. De oproerige bewegingen in 't Noorden van ons land, de moord te Rotterdam op den politie-agent van den Berg bij eene socialisten-vergadering gepleegd, de sohandalen van het Haagsche Krank zinnigengesticht, de reeds vermelde epidemie3 enz. ter eene; maar gelnkkig ook ter andere zijde, de goede vruchten op wetgevend gebiedde ernstige pogingen van invloedrijke weidenkenden ter oplossing van de brandende sociale kwestie; de aanhankelijk heid en het vertrouwen van ons volk in zijn Vorstenhuis, ook daar nog blijkende, waar tot vrij postigheid gedreven armoe zich persoonlijk tot de Koningin-Regentes wendt; de doodsverachting van mannen, die de veege lichamen van schipbreukelingen of door 't vuur bedreigden aan de vernielende elementen ontrukken. En wanneer we ons ten slotte beperken tot onze eigen omgeving iff deze stad êu eilanden, dan zijn de gewaarwordingen over het afgeloopen jaar ook zeer gemengd. Ging het den landbouwer beter dan vorige jaren, de gedrukte toestand vau handel en nijverheid werd niettemin 9terk gevoeld. Ook moest de gemeente zich groote uitgaven voor kostbare werken getroosten, om nog grootere te voorkómen. En bleven we eenerzijds gelukkig van de cholera bevrijd, anderzijds heeft de influenza in de eerste maanden van 1892 zoovele dierbaren, lieven en goeden voor altjjd weggenomen, dat de afgeloopen tijdkring als een zeer rampspoedige in weemoed zal herdacht blijven. Kan onze slotsom van 1892 dus niet bevredigend zijn, des te vuriger hopen we op een beteren tijd en vertrouwen dat 1893, waarvan we nu op den drempel staan, veel zal vergoeden van wat het vorige jaar ons onthield. Mogen we dan, wanneer deze nieuwe tijdkring afgeloopen zal zijn, en wij er op terugzien als op een vreeselijk groot dagwerk, ons gestemd gevoelen te getuigen, dat 1893 ons een jaar des heils is In dit blij moedig vertrouwen dan, wenschen wij al onzen lezers van harte een recht gelukkig nieuwjaar" toe. Amerika. Een klein pleisierjacht, met 23 personen bemand, ia Maandag in de haren van Sydney omgeslagen. Dertien perBonen verdronken. Engeland. Een noodlottige dag was de eerste Kerstdag voor Jamas Hayes te Sloterftald. De man zat aan tafel, toen hom eensk'ape een beertje vaa een gansebout in de keel bleef zitten, met het gevolg, dat hjj er in stikte. Ook voor Simpson, iemand in 't Kendal, die met zjja vrouw op reis was naar Leicester,^wSVdie dag een noodlottige Simpson had een stevig^maal gebruikt thuis en had zich toen al te zeer moeteD haasten om den trein te halen. Toen de trein in Leicester aan kwam, had de ongelukkige den geest gegeven. Italië. Te Pisa werden twee oade, alleen wonende dames, Marianna en Caneria Menici met verschillende mes steken overdekt dood in haar woning gevonden. Iets verder lag het vreeselyfc verminkte ljjk der dienstbode. Overal beerschte de grootste wanorde in het buis en wat van waarde was, was meegenomen. Ook een aan zienlek bedrag aan contanten was verdwenen. De bloedsporen liepen over de daken om te verdwjjnen in de woning van zekeren Vertozzi, die sedert spoorloos is verdwenen. Zjjn gezin, bestaande uit zes personen, werd in hechtenia genomen. Rusland. Ten aanzien vao ddu moord op lnitenant-kolonel Davidoff te Poltawa, i« gebleken, dat het drie moorde naars zjja geweest, die zjja woning zjjn binnengedrongen en hem met dolksteken hebben afgemaakt. Daarna hebben zjj zicU verwjjderd, zonder iets mede te nemen. Tot nog toe i9 hun spoor niet ontdekt. Frankrijk. De politie te ParjG heeft thans de zekerheid dat bjj de laatste ontolrflu?. ja de stedelijke ^kazerne gëen dynamiet maar ömóórzunr kruit in het spel is. De aanslag was gemunt op het gemeenteljjk laboratorium. De pot was in een houten kist geplaatst, onmiddellijk achter de ontvangzaal van het laboratorium en de drukkerjj der politie. De schade heeft niet veel te beteekenen. Yan den dader heeft men nog geen spoor ontdekt. De H. Antonius voor de reohtbank. Te Rjjssel was dezer dagen de vierschaar plechtig vergaderd. Toen de deurwaarder den delinquent Hauw opriep, weerklonk een krachtig »hier" en voor de bank der rechters trad een 22-jarige jonge man, die op de vraag van d9n president, hoe hg heette, het verrassende antwoord gaf: »Ik ben de Hsilige Antonius en gjj allen zjjfc mjjne zwjjnen." Op de terechtwijzing van den president zich te matigen en te bedenken wat bjj zeide, verklaarde de beschuldigde: >Ik behoef niet na te denken. Sedert 10 jaar werk ik; ik had wat op gespaard, en dat heeft het Panama-kanaal verslonden, ik ben zjjn slachtoffer. Kleine dieven hangt men, groote laat men loopen." Nogmaals tot kalmte aangespoord, herhaalde hjj opnieuw de H. Antooius te zjjn. De voorzitter liet in de gevangenis onderzoeken of er twjjfel bestond aan de toerekenbaarheid van den beklaagde. Men had niets bjjsonders aan hem opgemerkt, zoodat ten slotte de H. Antonius tot drie jaar ge vangenisstraf werd veroordeeld wegens beleediging van den magistraat en tevens tot 14 dagen gevangenis voor het feit, oplichterjj, waarvoor hjj terecht stond. De Fransche pakketboot »Amazone" kwam Woens dag uit Madagascar te Marseille aan. Een passagier wist de volgende historie te vertellen, waarvan de overheid en de inwoners van Réunion het slachtoffer werden. Onlangs kwam te St. Dónis een man aan, die verklaarde Welson te heeten en zich nitgaf voor admiraal der Nederlandsche Marine. Hjj werd ontvangen met al de aan zjjn rang verschuldigde eerebewjjzen officieele recepties werden georganiseerd en de troepen moesten zelfs voor hem defileeren. Overal bewees men hem de grootste onderscheiding en een der hooggeplaatste personen stemde er zelfs in toe, hem te vergezellen op reis naar Tamative. Het verbljjf van den Hollander scheen gerekt te zullen worden. Het scheen, dat de admiraal belast was met onderhandelingen over een leening voor een spoorweg in Transvaal. Hjj stond zelfs op het punt in 't huweljjk te treden met een meisje uit do hoogste kringen, toen een noodlottig toeval oorzaak was, dat men in den Nederlandschen admiraal een Bchurk van bet eerste water ontdekte, een Hollander, Jansen genaamd, die reeds als graaf Paulo door de rechtbank te Honkong tot 2 jaren gevangenisstraf was veroor deeld. Men oordeele over de opgewondenheid, die er heerschte, toen meD dit nieuws vernam, doch de vogel was inmiddels met rjjken buit verdwenen. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. DIENST EN TUSSCHENGELEGEN PLAATSEN. •Jan. Amst. tijd. Van Zierikzee: Dinsdag 3 'smorg. 7,u. Vrijdag 6 7,20 Zondag 8 8, Dinsd. 10 7,20 Vrijdag 13 7,20 Van Rotterdam: Maand. 2 Woens. 4 Zaterd. 7 Maand. 9 Woens. 11 9,— u. 9, 9,30» 10,— Verminderd Passagierstarief. Enkele reisRetour 3, maanden geldig Isic-fflasss - r 4,25, f 2, -, 2de Klasse - -,50, ,75. De Directeur, A. van GASTEL. Heden overleed, zacht en kalm, na een kort stondig lijden, onze geliefde Moeder en Behuwdmoeder MARIA FRANCINA van ETTINGER, Weduwe van W. Klos, in den ouderdom van ruim 71 jaren. H. D. KLOS. G. KLOS—Jansens. J. van ZORGE. W. C. van ZORGE—Klos. Scherpenisse, 25 December 1892. Algemeene kennisgeving. J. Gloude, Vleeschhouwer, wenscht het Heil van den Dag aan zijne geachte begunstigers vrienden en bekenden. Zierikzee, 1 Januari 1893. A. VAN OOST, Gareel- en Schoenmaker te Zierikzee, wenscht zijne stad- en landgenooten een heilrijk jaar toe en beveelt zich opnieuw beleefd aan, belovende eene solide bediening. Wed. P. VAN DER VALK wenscht hare ge- eerde begunstigers, zoowel binnen als buiten de stad een gelukkig Nieuwjaar. JACQUES FRANK en B A. FRANK Geluk en voorspoed toegewenscht aan al mjjue vrienden en begunstigers. P. R. PHERNAMBUCQ, Schilder en Glazen makel P. C. DE WINTER, Vleeschhouwer, felicitel bij den aanvang van dit jaar zijne vrienden I begunstigers binnen en buiten deze stad. Wed. M. K. VAN DE STOLPE wenscht een gelukkig Nieuwjaar aan hare begun stigers en bekenden, zoo buiten als binnen d§ stad. H. v. d. VALK P.Cz., Schoen-en Laarzeumakei brengt zijne hartelijke gelukwenscheh aan zijni geëerde begunstigers en vriendem SALOMON B. VAN KLOETEN eó Echtgenooté. Breda. p. mooté. T3" Het jaar 1893 zij voor al mijne vrienden eu begunstigers, zoo binnen als buiten de stad, eem jaar. A. SCHELL, Vleeschhouwer. LION PRENK, in Manufacturen, Maarstraatje wenscht zijne vrienden en begunstigers, zoo binnei als buiten de stad, een gelukkig Nieuwjaar. Aan familie, vrienden en bekenden het he van den dag. C. L. KOSTENSE en Vrouw, W estenschouwen. Veel heil en zegen in het nieuw begonnen jaar., Stavenisse. J. KOSTENSE en Familie, p. f. Heilgroet aan vrienden en bekenden. J. ORNÉE, Schoen- en Laarzenmaker, Korte St. Jansstraat. F. P. SMITS, Korte St. Jansstraat. Aan al mijne begunstigers, zoo binnen als buiten deze stad, het Ileil van den Dag. P. DE BIE, Spekslager in de St. Domusstraat, brengt het Compliment van den Dag aan zijne vrienden en begunstigers binnen en buiten de stad. Het heil van den dag aan vrienden en bekenden. J. M. KLOET, Schilder en Handelaar in Stempels. 1 Bruinisse. i Hofmeester Spoorboot No. 1. Heilwensch aan familie, vrienden, bekenden e* begunstigers. Brouwershaven. L. VAN SLUIS, Vrachtrijder. Heil, zegen en voorspoed wordt mijne vriende* j en begunstigers toegewenscht. Wed. M. R. JONG MANS, "j Gedel. der Staatsloterij. Alle mijne doipsgenooten, vrienden en bektfidetf, wensch ik een gelukkig jaar. HÜBRECHT VAN DEN BOUT, 1 Logementhouder, Zonnemaire. Ondergeteekende brengt zijn' hartelijken geluk- i wensch aan zijne begunstigers, zoowel binnen als buiten Brouwershaven. Blijft de aandacht vestigen op zijne steeds voorhanden zijnde MEELMACHINES. Brouwershaven, 1 Jan. 1893. A. SMALHEER. III. Immers, toen Martha terugkwam, bracht zij, ouder gewoonte, het sinds jaren onveranderlijk herhaalde bericht, dat de beslagpot gebroken was, en, tot naamlooze blijdschap van juffrouw Wibbel, tevens de boodschap, >dat zij om haar ellendigen beslagpot meer geschreeuw maakte dan noodig was", met bovendien nog de ironische en, wij kunnen het niet ontveinzen, opzettelijk om te beleedigen or bijgevoegde aanmaning, >ze had er in 't vervolg maar niet meer over te zaniken, want men zou haar een vol dozijn potten er voor in de plaats zenden". Heb ik van* mijn leven ooit onbeschaamder schepsel gezien!" zei juffrouw'Wibbel, toen baar dochter uitgepraat was. Ongehoord", vervolgde zij dan, terwijl zij, met de handen in de zijde geplaatst, een verpersoonlijking der beleedigde on schuld scheen. Eerst is zij mijn pot komen leenen, on toen heeft zij hem gebroken, en nu ik er om la.it vragen, laat zij mij weten, dat ik meer ge schreeuw maak, dan noodig is! Kijk, dat noem ik een stalen voorhoofd hebben. Dat oude op geschikte stokvischvel! Ik zal ze wel slaapmutsen ik!" De lezer zal bemerken, dat juffrouw Wibbel in dit laatste gedeelte barer rede eenigermate van 't k propos raakte, doch zich dit licht kunnen verklarenvooreerst omdat de vrouw in drift sprak, wat, men weet het, tot velerlei ongerijmd heid leidt, en vervolgens, omdat in dit geval de beslagpot bloot een bij-, maar de slaapmuts daaren tegen de hoofdzaak was; en wat het zwaarste is, moet ook het zwaarste wegen. Pas had juffrouw Wibbel in de bovenstaande philippica haar hart aanvankelijk eenigermate lucht gegeven, of zij trad haastig voor den spiegel, zette hare muts recht, streek haar boezelaar glad en stevende met een opgestoken zeil de voordeur uit, ten einde in eigen persoon den bewnsten pot te gaan opvragen en tevens voldoening voor de ge leden beleediging te erlangen. Om hare veront waardiging yoldoende op de hoogte der aanstaande ontmoeting te brengen, hield zij niet op met onderweg voor haar zelve te betuigen, dat zij het grootste geljjk van de wereld had en haar buur vrouw het non plus ultra aller ongemanierdheid was; en toen zij aan de deur van den gebaten Dribbel stond, belde zjj op die eigenaardig korte, schelle, bijna zon ik zeggen zenuwachtige wijze, welke beteekent, dat men onmiddellijk wenscht te worden toegelaten. Eu de deur werd open en juffrouw Jane met de mee9t mogelijke beleefdheid naar het woonvertrek gebracht. Juffrouw Dribbel", begon al aanstonds juffrouw Wibbel met voorgewende bedaardheid, welke echter droevig werd ontmaskerd door hare kwalijk ver borgen woede; »ik wilde maar eens even komen vragen, of ik mijn beslagpot ook terug zou kunnen krijgen". »Uw beslagpot, juffrouw Wibbel?" riep juffrouw Dribbel, terwijl zij een halven duim grooter werd en reeds voorteekenen van toorn begon te ver- toonen. >Uw beslagpot, juffrouw Wibbel?" her haalde zij vervolgens met tergende verheffing van stemmaar wat maakt ge miserabel veel lawaai om dien voddigen beslagpot 1 't Is wel de moeite waard, daar zoo om te lamenteeren. Maar ik heb u immers al, de hemel weet hoeveel maal, verteld, dat ik uw pot bij ongeluk heb gebroken, en hoe kunt ge er dan nu nog gedurig weer naar vragen? Ook wil ik het vod immers wel betalen Betalen?" vroeg juffrouw Jane met opgehaalden neus, terwijl zij het hoofd trotsch in den nek wierp. »Ik verlang geen betaling, maar mijn pot wil ik hebben! Hoort ge. mijn potl" en hierbij sloeg juffrouw Wibbel met de gebalde rechterhand driftig in de geopende linker, gelijk zulks ouder zekere omstandigheden bij zekere dames gebruik schijnt te wezen. »En", liet zij er eindelijk nog op volgen, »daar het er nu toch toe ligt, moet ik u nog eventjes vertellen, dat ik het al vrij impertinent vind, mij te zeggen, dat mijn pot een vod was, als men hem eerst heeft gebruikt en gebroken". >Wat!" siste juffrouw Dribbel, terwijl zij hare buurvrouw, ziedende van toorn, eeu paar schreden naderde; meent ge, dat ik zoo iets zal verdragen in mijn eigen huis?" »Ja, in uw eigen huis", snauwde hare tegen partij, met vast op elkander gedrukte tanden, juffrouw Dorothea van zeer nabij stijf in het gezicht ziende. >In uw eigen huis, en waar ge maar wiltl" ging zij voort, zonder te bemerken, dat de drift haar weer tot het bezigen vau weinig samen hangende vplzinnen verleidde. »Als ge er lust in hebt, zal ik het nog eens zeggen, dat ge een onbeschaamde feeks zijt ombeschaamd, begrijpt ge? Hebt ge niet uw man een roode slaap muts gekocht?" >Hoe meent ge dat?" hernam juffrouw Dribbel met een blik, die van den triomf haars harten getuigde. Mij dunkt, dat ik het even goed kan betalen als gij, en 't kan wel zijn van nog een beetje beter; maar dat zoo'n flodder-madam, zoo'n slet >Flodder-madam! slet!" snikte, op het punt van te stikken, juffrouw Wibbel, en snel al9 de gedachte voeren haar beide handen in de muts en de haren van juffrouw Dorothea Dribbel; nog een oogwenk en de muts vloog aan flarden door de kamer. De vijandelijkheden hadden een aanvang genomen, en er volgde een reeks van schitterende feiten, zoo offensieve als defensieve, waarvan de eerste was, dat juffrouw Dribbel door een welberekenden greep op hare beurt zich meester maakte van het hoofdsieraad harer kampioene, zoodat ook deze muts hetzelfde droevige lot onder ging als de eerste. Dan volgden er velerlei andere feiten, te veel om op te noemen, en vergezeld van een zoo doordringend krijschen en lamenteeren, dat deze vreemdsoortige oorlogsmuziek, of beter strijdkreten, alomme werden vernomen in de be lendende huizen, wier bewoners dan ook onmiddel- i lijk toeschoten en tusschenbeide kwamen. Maar I juist terwijl zij hun best deden, om de strijdende partijen tot bedaren te brengen doorgaans een uiterst netelig en ondankbaar werk, behalve voor i heeren pleitbezorgers misschien verscheen daar aan den ingang van het vertrek Abel Dribbel, en bijna gelijktijdig met dezen, zijn buurmau Thomas Wibbel, wien eerst zoo even wa9 ter oore gekomen, dat zijn dierbare wederhelft met die van Dribbel een vuistgevecht hield; en daar beide heeren toe vallig juist huuue nagelnieuwe, maar noodlottige roode slaapmutsen droegen, kon men hen vrij eigenaardig met den naam van standaarddragers Wat is hier te doen? riep in navolging van wijlen Rinaldoroofzuchtiger gedachtenis. Abel Dribbel, terwijl hij zich ruim baau maakte door de menigte, die om de vechtende vrouwen een kring had gevormd. »Ha, goed, zijt gjj 't Abel?" riep zjjn vrouw. »Die slet hier dacht mij eeu relletje over uw i nieuwe slaapmuts te maken; eu dan over j haar ellendigen beslagpot; maar ik zal ze. en meteen klemde zij hare handen vast. in de haren van juffrouw Wibbel, die haar nochtans niets schuldig bleef. Die zinspeling op den bekenden beslagpot nu was voor Abel zoo helder als de dag, maar wat zijn vrouw over zjjn slaapmuts had gezegd hem tamelijk duister. Niettemin koos hij, gelijk j het een trouwen eu liefdevollen echtgenoot dan i ook betaamde, onverwjjld de zijde zijner vrouw en was juist voornemens uu beider tegenpartij maar min of meer onzacht in zijn armen te sluiten, toen hij zich geheel onverwacht van achteren bij den kraag voelde grijpen en, omziende, Thomas Wibbel ontwaarde, die, zooals natuurljjk was, zich onmiddellijk aan de zijde van zijne wederhelft lied geschaard, en nu de bedoelde hartelijke op haar gemeende omhelzing onmogelijk zocht te maken. >Pas op uw handen, Thomasriep Dribbel; maar Thomas hield wat hij had, en zoo ont stond, daar hun oude veete dit nieuwe twistvuur te heviger deed ontbranden, ook tusschen de beide mannen een duchtige kloppartij, waarbij beider vuisten bijna onophoudelijk in werking waren doch niet zonder dat de eerste telkens weder zijn »Pas op uw handen!" deed hooren, en ook Thomas herhaaldelijk zocht te parlementeeren door uit te roepen: »Maar wat is er dan toch eigenlijk wel gaande? Kunt ge mij niet zeggen, wat er gaande is?" En hoogst waarschijnlijk ware het nog wel tot een verklaring en bijgevolg licht tot een ver gelijk gekomen, had niet juffrouw Wibbel in blinde woede meermalen haren echtvriend toegeroepen: »Hou vast, Thomas! Raak hem! dien trotschen hondt" en vervolgens weder: »Toe, Thomas! Geen troef verzaken 1 Ze zeggen, dat ze 't beter kunnen betalen dan wij"; welke laatste woorden zij deed vergezeld gaan van een beweging, die bet juffrouw Dorothea deed uitschreeuwen van pijn eu welke deze dame woedend maakte, omdat haar schedel nu voortaan een aanmerkelijke hoeveelheid haren zou moeten missen. Ten gevolge van een en ander begon de strijd tusschen de beide mannelijke echtgenooten nu inder daad ernstig en geweldig te worden, tot groote ontzetting? neen, tot groot vermaak van de om standers, die zich, ouder gewoonte, in de dwaasheid en ellende hunner medemenschen van ganscher harte verheugden. Niettemin lieten do kampvechters, in harmonie met hunne vrouwea, meer moed dan behendigheid big ken, en was het hun wel aan te zien, dat zij nimmer onderricht in de bokskunst f hadden ontvangen. Dit kon evenwel niet beletten, dat Thomas zijn buurman Abel met de volle vuist derwijze op diens, reukorgaan raakte, dat het bloed er uitsprong, waarna Abel Thomas met het beste gevolg van de wereld recht iu het linkeroog sloeg, dat daardoor onmiddellijk gesloten werd. Thans werd de kamp algemeen. De vrouwen, ziende hoe hare mannen elkander toetakelden, vlogen nu, na iustinctmatig elkander te hebben losgelaten, dezen te hulp eu zoo hingen zij alle vier op en aan en over elkander, en vormden eeu soort van waggelend tableau, een vreemdsoortigen mengelkop van hoofden, armen en beeaea. Maar terwijl de wevers er zoo blindelings en zonder bepaald doel op insloegen, hielden hunne respectieve wederhelften hare aandacht en haar streven meer op één bij zonder voorwerp gericht, natuurlijk de roode slaap muts eu wel in dier voege, dat beide er rusteloos op uit waven, om het vlammend hoofdtooisel aan de slapen van den buurman te ontrukken. De uitslag van deze worsteling was ten slotte, dat, na vrij wat trekken en tobben, beide er toch eindelijk in slaagden, de mutsen te bemachtigen; maar tevens met een goede hand vol haar uit de kruinen der rampzaligen, die elkander daar leverden, zonder evenwel nog recht te waarom. Men zegt, dat het zoo wel eens meer gebeurt. Niets is wel natuurlijker, dan dat het worste lend viertal onmogelijk op dezelfde plaats kon blijven, en hieruit volgt nu reeds van zelf, dat die levende massa her- en derwaarts schoof; naar gelang van omstandigheden. Uit het vervolg zal nu blijken, dat, moge vooruitgang steeds heil zaam wezen, zulks in geen geval kau gezegd worden van beweging in het algemeen gelijk het wellicht ook niet kan worden toegepast op algemeene beweging. Zoo gebeurde bet eens, dat de rollende groep, nu links dan weder rechtf gaande, met zooveel geweld tegen een deur aan landde, dat deze openvloog eu de strijders arm in arm eu iu hunne geheele lengte in de be lendende kamer terecht kwamen en daar, in onbeschrijfelijk schilderachtige verwarring, op en onder elkander lagen. Daarna stommelden zij, opgestaan zij ode, weder naar het woonvertrek, trapten in bet voorbijgaan op een kat, die hun van angst tusschen de voeten en vervolgens, uit gelijke beweegreden, door de ruiten sprong. Dan drongen zij, elkander innig omvat houdende, in den hoek, waar de haagklok hing, deden dez* haar rustpunt verliezen en kletterend ter aard# storten tot heimelijk genoegen vau den aan wezigen dorps-uurwerkmaker, die, op de gebroken deur wijzende, zija buur, dea timmerman, heime lijk een oogje gaf. Doch het ergste moest nog komen, en, toen de klok daar verbrijzeld ter aarde lag, gebeurde er een catastrophe, die, door hare groote hevigheid - en men heeft dit meer gezien eensklaps een eind* maakte aan het gevecht. Toen namelijk het wringend viertal opnieuw en ten zooveelsten mal* schuin ging marcheeren stiet het met dreigend en dreunend geweld tegen de maar eenigszins dunne eu zwakke pootea van een tafeltje, dat in gewoae omstaadighadea juist even genoeg sterkte bezat, om het theeservies te torschen, waarmede het thans ook beladen was, en ziet bijna, waard* lezer, ontzinkt de pen onze hand! want de ramp, die uwe verbeelding u reeds voor de oogen heeft getob ver d, zagen de toeschouwers van het drama, dat wij u schetsen, werkelijk plaats grijpen; ja, de pootea vielea vau huuue voeten, eu het blad van de pootea, ea het servies, het kostbaar servies, het alles vau juffrouw Dribbel, viel rammelend en ratelend vau het blad, eu scherven, niets dan scherven! Geen kopje was heel gebleven, geen schoteltje ongeschonden, een melkkan zonder oor, een trekpot zonder tuit, en daar enkel de suikerpot mocht ontsnappen aan de algemeene verdelging, len wij gerust te mogen aannemen, dat zulle onheil tot op dien dag zonder voorbeeld wa3 e jaarboeken der huishoudelijke jammeren. Wordt vervolgd. i

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1893 | | pagina 1