ZIERIKZEESChE NIEO
WS
BODE.
I
Maandag 2 Januari 1893.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
Van het oude in het nieuwe.
NIEUWSTIJDINGEN.
Zierikzee en Rotterdam
ADVERTENTiEN.
4
J. Gun ter, /f
jA
FEUILLETON.
1
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG e«
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
49ste JAARGANG. No. 6254.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter mordt naar plaatsruimte berekend
Wanneer men bij het einde van een jaar nog
kortelijk het doorleefde in eigen omgeving en het
gehoorde van elders voor den geest wil roepen, is
zulks bij den overstelpenden rijkdom van feiten
bepaald onmogelijk, tenzij men door het, trekken
van eenige ruime concentrische kringen die feiten
dwingt ons nader te komen. En ook dan nog ver
mogen slechts zaken van beslissende beteekenis
onze aandacht bezig te houden.
Onze herinnering hield uit dan. voorraad.u'-ouwa,-,
die de wereldgeschiedenis in 1892 eiken dag op
leverde, voor het meerendeel feiten vast van zeer
ongunstigen aard, en wanneer we niet zielsovertuigd
waren, dat de menschbeid steeds vooruit gaat in
ontwikkeling, zouden er in het afgeloopen jaar
bepaald oogenblikken geweest zijn, waarin we aan
allen vooruitgang hadden gewanhoopt.
Wie toch is vergeten welke rol het dynamiet
gespeeld heeft te Parijs en te Luik, wie heeft den
naam van Ravachol niet geplaatst op de helaas
reeds zoo lange lijst dergenen, die in ruwe ver
nieling hun kracht zoeken? Wie ook heeft niet,
om iets uit de laatste weken op te halen, met
treurige verbazing het Panama-schandaal vernomen,
bij welke zaak personen gemoeid zijn, wier naam
wereldberoemd is?
Dat het geld, 't zij ten goede of ten kwade, van
vele zaken de drijfveer was, zagen we herhaaldelijk
bevestigd. Denk aan de crisis der Portugeesche
schuld, aan den rijkaard Jay Gould, aan honderd
andere dingen.
En naast het bovengenoemde staan de ongelukken
van enormen omvang, rampen als 't ware bestemd
om een tegenwicht der aangroeiende aardbevolking
te zijnde cholera, die nu van nabij bekende ziekte,
welke zooveel angst voor zich uitstuwde en zooveel
jammergeklag achter zich liet; haar voorgangster,
wellicht haar wegbereidster, de influenza; de vul
kanische verwoesting van het eiland Sangir in ons
Indië, waardoor duizenden verzonken in de diepte der
wateren; de rampen op het meer van Genève en
bij de bergstorting in Savoie.
Wierpen deze donkere wolken alom beur schaduw
uit, ook de politieke hemel bleef in vele landen
niet helder.
De wisseling der Kabinetten in Frankrijk o. a.
duidde op weinig inwendige rust, en ook in
Engeland zagen we het Ministerie vallen, om plaats
te maken voor een van den 84-jarigen, hoewel
nog jeugdig gebleven, Gladstone.
Voorts ontvielen in laatstgenoemd land twee
mannen van wereldbekenden naam en groote be
teekenis, n.l. Kardinaal Manning en de redenaar
Spurgeon aan bun volk.
Wenden wij ons naar Amerika, dan valt daar
het oog op de tentoonstelling te Chicago en de
reusachtige Culumbus-feesten, het eenige grootsche
werk des vvedes, dat de wereld in 1892 zag.
Maar wanneer wij den kring enger trekken en
ons bepalen bij het Vaderland, dan vallen op even
redig kleiner schaal toch dezelfde verschijnselen
waar te nemen.
De oproerige bewegingen in 't Noorden van ons
land, de moord te Rotterdam op den politie-agent
van den Berg bij eene socialisten-vergadering
gepleegd, de sohandalen van het Haagsche Krank
zinnigengesticht, de reeds vermelde epidemie3 enz.
ter eene; maar gelnkkig ook ter andere zijde, de
goede vruchten op wetgevend gebiedde ernstige
pogingen van invloedrijke weidenkenden ter oplossing
van de brandende sociale kwestie; de aanhankelijk
heid en het vertrouwen van ons volk in zijn
Vorstenhuis, ook daar nog blijkende, waar tot vrij
postigheid gedreven armoe zich persoonlijk tot de
Koningin-Regentes wendt; de doodsverachting van
mannen, die de veege lichamen van schipbreukelingen
of door 't vuur bedreigden aan de vernielende
elementen ontrukken.
En wanneer we ons ten slotte beperken tot onze
eigen omgeving iff deze stad êu eilanden, dan zijn
de gewaarwordingen over het afgeloopen jaar ook
zeer gemengd.
Ging het den landbouwer beter dan vorige jaren,
de gedrukte toestand vau handel en nijverheid werd
niettemin 9terk gevoeld.
Ook moest de gemeente zich groote uitgaven
voor kostbare werken getroosten, om nog grootere
te voorkómen.
En bleven we eenerzijds gelukkig van de cholera
bevrijd, anderzijds heeft de influenza in de eerste
maanden van 1892 zoovele dierbaren, lieven en
goeden voor altjjd weggenomen, dat de afgeloopen
tijdkring als een zeer rampspoedige in weemoed zal
herdacht blijven.
Kan onze slotsom van 1892 dus niet bevredigend
zijn, des te vuriger hopen we op een beteren tijd
en vertrouwen dat 1893, waarvan we nu op den
drempel staan, veel zal vergoeden van wat het
vorige jaar ons onthield.
Mogen we dan, wanneer deze nieuwe tijdkring
afgeloopen zal zijn, en wij er op terugzien als op
een vreeselijk groot dagwerk, ons gestemd gevoelen
te getuigen, dat 1893 ons een jaar des heils is
In dit blij moedig vertrouwen dan, wenschen wij
al onzen lezers van harte een recht gelukkig
nieuwjaar" toe.
Amerika.
Een klein pleisierjacht, met 23 personen bemand, ia
Maandag in de haren van Sydney omgeslagen. Dertien
perBonen verdronken.
Engeland.
Een noodlottige dag was de eerste Kerstdag voor
Jamas Hayes te Sloterftald. De man zat aan tafel,
toen hom eensk'ape een beertje vaa een gansebout in
de keel bleef zitten, met het gevolg, dat hjj er in
stikte.
Ook voor Simpson, iemand in 't Kendal, die met
zjja vrouw op reis was naar Leicester,^wSVdie dag
een noodlottige Simpson had een stevig^maal gebruikt
thuis en had zich toen al te zeer moeteD haasten om
den trein te halen. Toen de trein in Leicester aan
kwam, had de ongelukkige den geest gegeven.
Italië.
Te Pisa werden twee oade, alleen wonende dames,
Marianna en Caneria Menici met verschillende mes
steken overdekt dood in haar woning gevonden. Iets
verder lag het vreeselyfc verminkte ljjk der dienstbode.
Overal beerschte de grootste wanorde in het buis en
wat van waarde was, was meegenomen. Ook een aan
zienlek bedrag aan contanten was verdwenen. De
bloedsporen liepen over de daken om te verdwjjnen in
de woning van zekeren Vertozzi, die sedert spoorloos
is verdwenen.
Zjjn gezin, bestaande uit zes personen, werd in
hechtenia genomen.
Rusland.
Ten aanzien vao ddu moord op lnitenant-kolonel
Davidoff te Poltawa, i« gebleken, dat het drie moorde
naars zjja geweest, die zjja woning zjjn binnengedrongen
en hem met dolksteken hebben afgemaakt. Daarna
hebben zjj zicU verwjjderd, zonder iets mede te nemen.
Tot nog toe i9 hun spoor niet ontdekt.
Frankrijk.
De politie te ParjG heeft thans de zekerheid dat
bjj de laatste ontolrflu?. ja de stedelijke ^kazerne
gëen dynamiet maar ömóórzunr kruit in het spel is.
De aanslag was gemunt op het gemeenteljjk laboratorium.
De pot was in een houten kist geplaatst, onmiddellijk
achter de ontvangzaal van het laboratorium en de
drukkerjj der politie. De schade heeft niet veel
te beteekenen. Yan den dader heeft men nog geen
spoor ontdekt.
De H. Antonius voor de reohtbank. Te Rjjssel
was dezer dagen de vierschaar plechtig vergaderd.
Toen de deurwaarder den delinquent Hauw opriep,
weerklonk een krachtig »hier" en voor de bank der
rechters trad een 22-jarige jonge man, die op de vraag
van d9n president, hoe hg heette, het verrassende
antwoord gaf: »Ik ben de Hsilige Antonius en gjj
allen zjjfc mjjne zwjjnen." Op de terechtwijzing van den
president zich te matigen en te bedenken wat bjj
zeide, verklaarde de beschuldigde: >Ik behoef niet na
te denken. Sedert 10 jaar werk ik; ik had wat op
gespaard, en dat heeft het Panama-kanaal verslonden,
ik ben zjjn slachtoffer. Kleine dieven hangt men,
groote laat men loopen."
Nogmaals tot kalmte aangespoord, herhaalde hjj
opnieuw de H. Antooius te zjjn.
De voorzitter liet in de gevangenis onderzoeken of
er twjjfel bestond aan de toerekenbaarheid van den
beklaagde. Men had niets bjjsonders aan hem opgemerkt,
zoodat ten slotte de H. Antonius tot drie jaar ge
vangenisstraf werd veroordeeld wegens beleediging van
den magistraat en tevens tot 14 dagen gevangenis voor
het feit, oplichterjj, waarvoor hjj terecht stond.
De Fransche pakketboot »Amazone" kwam Woens
dag uit Madagascar te Marseille aan. Een passagier wist
de volgende historie te vertellen, waarvan de overheid
en de inwoners van Réunion het slachtoffer werden.
Onlangs kwam te St. Dónis een man aan, die
verklaarde Welson te heeten en zich nitgaf voor
admiraal der Nederlandsche Marine. Hjj werd ontvangen
met al de aan zjjn rang verschuldigde eerebewjjzen
officieele recepties werden georganiseerd en de troepen
moesten zelfs voor hem defileeren.
Overal bewees men hem de grootste onderscheiding
en een der hooggeplaatste personen stemde er zelfs in
toe, hem te vergezellen op reis naar Tamative.
Het verbljjf van den Hollander scheen gerekt te
zullen worden. Het scheen, dat de admiraal belast
was met onderhandelingen over een leening voor een
spoorweg in Transvaal. Hjj stond zelfs op het punt in
't huweljjk te treden met een meisje uit do hoogste
kringen, toen een noodlottig toeval oorzaak was, dat
men in den Nederlandschen admiraal een Bchurk van
bet eerste water ontdekte, een Hollander, Jansen
genaamd, die reeds als graaf Paulo door de rechtbank
te Honkong tot 2 jaren gevangenisstraf was veroor
deeld. Men oordeele over de opgewondenheid, die er
heerschte, toen meD dit nieuws vernam, doch de vogel
was inmiddels met rjjken buit verdwenen.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
DIENST
EN TUSSCHENGELEGEN PLAATSEN.
•Jan. Amst. tijd.
Van Zierikzee:
Dinsdag 3 'smorg. 7,u.
Vrijdag 6 7,20
Zondag 8 8,
Dinsd. 10 7,20
Vrijdag 13 7,20
Van Rotterdam:
Maand. 2
Woens. 4
Zaterd. 7
Maand. 9
Woens. 11
9,— u.
9,
9,30»
10,—
Verminderd Passagierstarief.
Enkele reisRetour 3, maanden geldig
Isic-fflasss - r 4,25, f 2, -,
2de Klasse - -,50, ,75.
De Directeur,
A. van GASTEL.
Heden overleed, zacht en kalm, na een kort
stondig lijden, onze geliefde Moeder en Behuwdmoeder
MARIA FRANCINA van ETTINGER, Weduwe van
W. Klos, in den ouderdom van ruim 71 jaren.
H. D. KLOS.
G. KLOS—Jansens.
J. van ZORGE.
W. C. van ZORGE—Klos.
Scherpenisse, 25 December 1892.
Algemeene kennisgeving.
J. Gloude, Vleeschhouwer,
wenscht het Heil van den Dag
aan zijne geachte begunstigers
vrienden en bekenden.
Zierikzee, 1 Januari 1893.
A. VAN OOST, Gareel- en Schoenmaker te
Zierikzee, wenscht zijne stad- en landgenooten een
heilrijk jaar toe en beveelt zich opnieuw beleefd
aan, belovende eene solide bediening.
Wed. P. VAN DER VALK wenscht hare ge-
eerde begunstigers, zoowel binnen als buiten de
stad een gelukkig Nieuwjaar.
JACQUES FRANK
en
B A. FRANK
Geluk en voorspoed toegewenscht aan al mjjue
vrienden en begunstigers.
P. R. PHERNAMBUCQ,
Schilder en Glazen makel
P. C. DE WINTER, Vleeschhouwer, felicitel
bij den aanvang van dit jaar zijne vrienden I
begunstigers binnen en buiten deze stad.
Wed. M. K. VAN DE STOLPE
wenscht een gelukkig Nieuwjaar aan hare begun
stigers en bekenden, zoo buiten als binnen d§
stad.
H. v. d. VALK P.Cz., Schoen-en Laarzeumakei
brengt zijne hartelijke gelukwenscheh aan zijni
geëerde begunstigers en vriendem
SALOMON B. VAN KLOETEN
eó Echtgenooté.
Breda. p.
mooté. T3"
Het jaar 1893 zij voor al mijne vrienden eu
begunstigers, zoo binnen als buiten de stad, eem
jaar.
A. SCHELL, Vleeschhouwer.
LION PRENK, in Manufacturen, Maarstraatje
wenscht zijne vrienden en begunstigers, zoo binnei
als buiten de stad, een gelukkig Nieuwjaar.
Aan familie, vrienden en bekenden het he
van den dag.
C. L. KOSTENSE en Vrouw,
W estenschouwen.
Veel heil en zegen in het nieuw begonnen jaar.,
Stavenisse. J. KOSTENSE en Familie,
p. f.
Heilgroet aan vrienden en bekenden.
J. ORNÉE, Schoen- en Laarzenmaker,
Korte St. Jansstraat.
F. P. SMITS, Korte St. Jansstraat.
Aan al mijne begunstigers, zoo binnen als
buiten deze stad, het Ileil van den Dag.
P. DE BIE, Spekslager in de St. Domusstraat,
brengt het Compliment van den Dag aan zijne
vrienden en begunstigers binnen en buiten de stad.
Het heil van den dag aan vrienden en bekenden.
J. M. KLOET,
Schilder en Handelaar in Stempels. 1
Bruinisse.
i
Hofmeester Spoorboot No. 1.
Heilwensch aan familie, vrienden, bekenden e*
begunstigers.
Brouwershaven. L. VAN SLUIS, Vrachtrijder.
Heil, zegen en voorspoed wordt mijne vriende* j
en begunstigers toegewenscht.
Wed. M. R. JONG MANS, "j
Gedel. der Staatsloterij.
Alle mijne doipsgenooten, vrienden en bektfidetf,
wensch ik een gelukkig jaar.
HÜBRECHT VAN DEN BOUT, 1
Logementhouder, Zonnemaire.
Ondergeteekende brengt zijn' hartelijken geluk- i
wensch aan zijne begunstigers, zoowel binnen als
buiten Brouwershaven. Blijft de aandacht vestigen
op zijne steeds voorhanden zijnde
MEELMACHINES.
Brouwershaven, 1 Jan. 1893. A. SMALHEER.
III.
Immers, toen Martha terugkwam, bracht zij,
ouder gewoonte, het sinds jaren onveranderlijk
herhaalde bericht, dat de beslagpot gebroken was,
en, tot naamlooze blijdschap van juffrouw Wibbel,
tevens de boodschap, >dat zij om haar ellendigen
beslagpot meer geschreeuw maakte dan noodig was",
met bovendien nog de ironische en, wij kunnen
het niet ontveinzen, opzettelijk om te beleedigen
or bijgevoegde aanmaning, >ze had er in 't vervolg
maar niet meer over te zaniken, want men zou
haar een vol dozijn potten er voor in de plaats
zenden".
Heb ik van* mijn leven ooit onbeschaamder
schepsel gezien!" zei juffrouw'Wibbel, toen baar
dochter uitgepraat was. Ongehoord", vervolgde
zij dan, terwijl zij, met de handen in de zijde
geplaatst, een verpersoonlijking der beleedigde on
schuld scheen. Eerst is zij mijn pot komen leenen,
on toen heeft zij hem gebroken, en nu ik er om
la.it vragen, laat zij mij weten, dat ik meer ge
schreeuw maak, dan noodig is! Kijk, dat noem
ik een stalen voorhoofd hebben. Dat oude op
geschikte stokvischvel! Ik zal ze wel slaapmutsen
ik!" De lezer zal bemerken, dat juffrouw Wibbel
in dit laatste gedeelte barer rede eenigermate van
't k propos raakte, doch zich dit licht kunnen
verklarenvooreerst omdat de vrouw in drift
sprak, wat, men weet het, tot velerlei ongerijmd
heid leidt, en vervolgens, omdat in dit geval de
beslagpot bloot een bij-, maar de slaapmuts daaren
tegen de hoofdzaak was; en wat het zwaarste is,
moet ook het zwaarste wegen.
Pas had juffrouw Wibbel in de bovenstaande
philippica haar hart aanvankelijk eenigermate lucht
gegeven, of zij trad haastig voor den spiegel, zette
hare muts recht, streek haar boezelaar glad en
stevende met een opgestoken zeil de voordeur uit,
ten einde in eigen persoon den bewnsten pot te
gaan opvragen en tevens voldoening voor de ge
leden beleediging te erlangen. Om hare veront
waardiging yoldoende op de hoogte der aanstaande
ontmoeting te brengen, hield zij niet op met
onderweg voor haar zelve te betuigen, dat zij het
grootste geljjk van de wereld had en haar buur
vrouw het non plus ultra aller ongemanierdheid
was; en toen zij aan de deur van den gebaten
Dribbel stond, belde zjj op die eigenaardig korte,
schelle, bijna zon ik zeggen zenuwachtige wijze,
welke beteekent, dat men onmiddellijk wenscht te
worden toegelaten. Eu de deur werd open
en juffrouw Jane met de mee9t mogelijke
beleefdheid naar het woonvertrek gebracht.
Juffrouw Dribbel", begon al aanstonds juffrouw
Wibbel met voorgewende bedaardheid, welke echter
droevig werd ontmaskerd door hare kwalijk ver
borgen woede; »ik wilde maar eens even komen
vragen, of ik mijn beslagpot ook terug zou kunnen
krijgen".
»Uw beslagpot, juffrouw Wibbel?" riep juffrouw
Dribbel, terwijl zij een halven duim grooter werd
en reeds voorteekenen van toorn begon te ver-
toonen. >Uw beslagpot, juffrouw Wibbel?" her
haalde zij vervolgens met tergende verheffing van
stemmaar wat maakt ge miserabel veel lawaai
om dien voddigen beslagpot 1 't Is wel de moeite
waard, daar zoo om te lamenteeren. Maar ik
heb u immers al, de hemel weet hoeveel maal,
verteld, dat ik uw pot bij ongeluk heb gebroken,
en hoe kunt ge er dan nu nog gedurig weer
naar vragen? Ook wil ik het vod immers wel
betalen
Betalen?" vroeg juffrouw Jane met opgehaalden
neus, terwijl zij het hoofd trotsch in den nek wierp.
»Ik verlang geen betaling, maar mijn pot wil ik
hebben! Hoort ge. mijn potl" en hierbij sloeg
juffrouw Wibbel met de gebalde rechterhand driftig
in de geopende linker, gelijk zulks ouder zekere
omstandigheden bij zekere dames gebruik schijnt
te wezen. »En", liet zij er eindelijk nog op volgen,
»daar het er nu toch toe ligt, moet ik u nog
eventjes vertellen, dat ik het al vrij impertinent
vind, mij te zeggen, dat mijn pot een vod was, als
men hem eerst heeft gebruikt en gebroken".
>Wat!" siste juffrouw Dribbel, terwijl zij hare
buurvrouw, ziedende van toorn, eeu paar schreden
naderde; meent ge, dat ik zoo iets zal verdragen
in mijn eigen huis?"
»Ja, in uw eigen huis", snauwde hare tegen
partij, met vast op elkander gedrukte tanden,
juffrouw Dorothea van zeer nabij stijf in het gezicht
ziende. >In uw eigen huis, en waar ge maar
wiltl" ging zij voort, zonder te bemerken, dat de
drift haar weer tot het bezigen vau weinig samen
hangende vplzinnen verleidde. »Als ge er lust in
hebt, zal ik het nog eens zeggen, dat ge een
onbeschaamde feeks zijt ombeschaamd, begrijpt
ge? Hebt ge niet uw man een roode slaap
muts gekocht?"
>Hoe meent ge dat?" hernam juffrouw Dribbel
met een blik, die van den triomf haars harten
getuigde. Mij dunkt, dat ik het even goed kan
betalen als gij, en 't kan wel zijn van nog een
beetje beter; maar dat zoo'n flodder-madam,
zoo'n slet
>Flodder-madam! slet!" snikte, op het punt
van te stikken, juffrouw Wibbel, en snel al9
de gedachte voeren haar beide handen in de muts
en de haren van juffrouw Dorothea Dribbel; nog
een oogwenk en de muts vloog aan flarden
door de kamer. De vijandelijkheden hadden een
aanvang genomen, en er volgde een reeks van
schitterende feiten, zoo offensieve als defensieve,
waarvan de eerste was, dat juffrouw Dribbel door
een welberekenden greep op hare beurt zich meester
maakte van het hoofdsieraad harer kampioene,
zoodat ook deze muts hetzelfde droevige lot onder
ging als de eerste. Dan volgden er velerlei andere
feiten, te veel om op te noemen, en vergezeld
van een zoo doordringend krijschen en lamenteeren,
dat deze vreemdsoortige oorlogsmuziek, of beter
strijdkreten, alomme werden vernomen in de be
lendende huizen, wier bewoners dan ook onmiddel-
i lijk toeschoten en tusschenbeide kwamen. Maar
I juist terwijl zij hun best deden, om de strijdende
partijen tot bedaren te brengen doorgaans een
uiterst netelig en ondankbaar werk, behalve voor
i heeren pleitbezorgers misschien verscheen daar
aan den ingang van het vertrek Abel Dribbel, en
bijna gelijktijdig met dezen, zijn buurmau Thomas
Wibbel, wien eerst zoo even wa9 ter oore gekomen,
dat zijn dierbare wederhelft met die van Dribbel
een vuistgevecht hield; en daar beide heeren toe
vallig juist huuue nagelnieuwe, maar noodlottige
roode slaapmutsen droegen, kon men hen vrij
eigenaardig met den naam van standaarddragers
Wat is hier te doen? riep in navolging van
wijlen Rinaldoroofzuchtiger gedachtenis. Abel
Dribbel, terwijl hij zich ruim baau maakte door
de menigte, die om de vechtende vrouwen een
kring had gevormd.
»Ha, goed, zijt gjj 't Abel?" riep zjjn vrouw.
»Die slet hier dacht mij eeu relletje over uw i
nieuwe slaapmuts te maken; eu dan over j
haar ellendigen beslagpot; maar ik zal ze. en
meteen klemde zij hare handen vast. in de haren
van juffrouw Wibbel, die haar nochtans niets
schuldig bleef.
Die zinspeling op den bekenden beslagpot nu
was voor Abel zoo helder als de dag, maar wat
zijn vrouw over zjjn slaapmuts had gezegd
hem tamelijk duister. Niettemin koos hij, gelijk j
het een trouwen eu liefdevollen echtgenoot dan i
ook betaamde, onverwjjld de zijde zijner vrouw en
was juist voornemens uu beider tegenpartij maar
min of meer onzacht in zijn armen te sluiten,
toen hij zich geheel onverwacht van achteren bij
den kraag voelde grijpen en, omziende, Thomas
Wibbel ontwaarde, die, zooals natuurljjk was, zich
onmiddellijk aan de zijde van zijne wederhelft lied
geschaard, en nu de bedoelde hartelijke op haar
gemeende omhelzing onmogelijk zocht te maken.
>Pas op uw handen, Thomasriep Dribbel;
maar Thomas hield wat hij had, en zoo ont
stond, daar hun oude veete dit nieuwe twistvuur
te heviger deed ontbranden, ook tusschen de beide
mannen een duchtige kloppartij, waarbij beider
vuisten bijna onophoudelijk in werking waren
doch niet zonder dat de eerste telkens weder zijn
»Pas op uw handen!" deed hooren, en ook Thomas
herhaaldelijk zocht te parlementeeren door uit te
roepen: »Maar wat is er dan toch eigenlijk wel
gaande? Kunt ge mij niet zeggen, wat er gaande
is?" En hoogst waarschijnlijk ware het nog wel
tot een verklaring en bijgevolg licht tot een ver
gelijk gekomen, had niet juffrouw Wibbel in blinde
woede meermalen haren echtvriend toegeroepen:
»Hou vast, Thomas! Raak hem! dien trotschen
hondt" en vervolgens weder: »Toe, Thomas! Geen
troef verzaken 1 Ze zeggen, dat ze 't beter kunnen
betalen dan wij"; welke laatste woorden zij deed
vergezeld gaan van een beweging, die bet juffrouw
Dorothea deed uitschreeuwen van pijn eu welke
deze dame woedend maakte, omdat haar schedel
nu voortaan een aanmerkelijke hoeveelheid haren
zou moeten missen.
Ten gevolge van een en ander begon de strijd
tusschen de beide mannelijke echtgenooten nu inder
daad ernstig en geweldig te worden, tot groote
ontzetting? neen, tot groot vermaak van de om
standers, die zich, ouder gewoonte, in de dwaasheid
en ellende hunner medemenschen van ganscher
harte verheugden. Niettemin lieten do kampvechters,
in harmonie met hunne vrouwea, meer moed dan
behendigheid big ken, en was het hun wel aan te
zien, dat zij nimmer onderricht in de bokskunst f
hadden ontvangen. Dit kon evenwel niet beletten,
dat Thomas zijn buurman Abel met de volle vuist
derwijze op diens, reukorgaan raakte, dat het bloed
er uitsprong, waarna Abel Thomas met het beste
gevolg van de wereld recht iu het linkeroog sloeg,
dat daardoor onmiddellijk gesloten werd. Thans
werd de kamp algemeen. De vrouwen, ziende hoe
hare mannen elkander toetakelden, vlogen nu, na
iustinctmatig elkander te hebben losgelaten, dezen
te hulp eu zoo hingen zij alle vier op en aan
en over elkander, en vormden eeu soort van
waggelend tableau, een vreemdsoortigen mengelkop
van hoofden, armen en beeaea. Maar terwijl de
wevers er zoo blindelings en zonder bepaald doel op
insloegen, hielden hunne respectieve wederhelften
hare aandacht en haar streven meer op één bij
zonder voorwerp gericht, natuurlijk de roode slaap
muts eu wel in dier voege, dat beide er rusteloos
op uit waven, om het vlammend hoofdtooisel aan
de slapen van den buurman te ontrukken. De
uitslag van deze worsteling was ten slotte, dat,
na vrij wat trekken en tobben, beide er toch
eindelijk in slaagden, de mutsen te bemachtigen;
maar tevens met een goede hand vol haar uit de
kruinen der rampzaligen, die elkander daar
leverden, zonder evenwel nog recht te
waarom. Men zegt, dat het zoo wel eens meer
gebeurt.
Niets is wel natuurlijker, dan dat het worste
lend viertal onmogelijk op dezelfde plaats kon
blijven, en hieruit volgt nu reeds van zelf, dat
die levende massa her- en derwaarts schoof;
naar gelang van omstandigheden. Uit het vervolg
zal nu blijken, dat, moge vooruitgang steeds heil
zaam wezen, zulks in geen geval kau gezegd
worden van beweging in het algemeen gelijk
het wellicht ook niet kan worden toegepast op
algemeene beweging. Zoo gebeurde bet eens, dat
de rollende groep, nu links dan weder rechtf
gaande, met zooveel geweld tegen een deur aan
landde, dat deze openvloog eu de strijders arm
in arm eu iu hunne geheele lengte in de be
lendende kamer terecht kwamen en daar, in
onbeschrijfelijk schilderachtige verwarring, op en
onder elkander lagen. Daarna stommelden zij,
opgestaan zij ode, weder naar het woonvertrek,
trapten in bet voorbijgaan op een kat, die hun
van angst tusschen de voeten en vervolgens, uit
gelijke beweegreden, door de ruiten sprong. Dan
drongen zij, elkander innig omvat houdende, in
den hoek, waar de haagklok hing, deden dez*
haar rustpunt verliezen en kletterend ter aard#
storten tot heimelijk genoegen vau den aan
wezigen dorps-uurwerkmaker, die, op de gebroken
deur wijzende, zija buur, dea timmerman, heime
lijk een oogje gaf. Doch het ergste moest nog
komen, en, toen de klok daar verbrijzeld ter
aarde lag, gebeurde er een catastrophe, die,
door hare groote hevigheid - en men heeft
dit meer gezien eensklaps een eind*
maakte aan het gevecht. Toen namelijk het
wringend viertal opnieuw en ten zooveelsten mal*
schuin ging marcheeren stiet het met dreigend
en dreunend geweld tegen de maar eenigszins
dunne eu zwakke pootea van een tafeltje, dat in
gewoae omstaadighadea juist even genoeg sterkte
bezat, om het theeservies te torschen, waarmede
het thans ook beladen was, en ziet bijna, waard*
lezer, ontzinkt de pen onze hand! want de
ramp, die uwe verbeelding u reeds voor de oogen
heeft getob ver d, zagen de toeschouwers van het
drama, dat wij u schetsen, werkelijk plaats grijpen;
ja, de pootea vielea vau huuue voeten, eu het blad
van de pootea, ea het servies, het kostbaar servies,
het alles vau juffrouw Dribbel, viel rammelend en
ratelend vau het blad, eu scherven, niets dan
scherven! Geen kopje was heel gebleven, geen
schoteltje ongeschonden, een melkkan zonder oor,
een trekpot zonder tuit, en daar enkel de suikerpot
mocht ontsnappen aan de algemeene verdelging,
len wij gerust te mogen aannemen, dat zulle
onheil tot op dien dag zonder voorbeeld wa3
e jaarboeken der huishoudelijke jammeren.
Wordt vervolgd.
i