ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 15 December 1892. Directeur-Uitgever J. WAALE. KENNISGEVING. Eea slechte üaanciëels troost. Algemeen Overzicht NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6247. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Sluiting der jacht op klein wild. De COMMISSARIS der KONINGIN in ZEELAND gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 9 De cember '1892, No. 86; gelet op art. '11 der wet van '13 Juni 1857 (Staatsblad No. 87); maakt bekend, dat de sluiting der jacht op klein wild met uitzondering van die op houtsnippen, ook met schiet geweer, in de provincie is bepaald op Zaterdag 31 December d892. met zons-ondergang, en dat het tijdstip van de sluiting der jacht op houtsnippen en waterwild nader zal worden vastgesteld. Middelburg, 10 December 1892. De Commissaris der Koningin voornoemd, DE BRAUW. De heer F. M. Wibaut te Middelburg heeft zich in het Sociaal Weekblad van 19 Nov. jl. op geworpen als trooster op financiëel gebied. Nu laten de financiën van menigeen zeker meermalen veel te wenschen over, en vooral wanneer men niet weet hoe zich uit zijn financiëele zorgen te redden, is troost een heerlijke zaak en een licht punt in de duisternis. Maar dan moet het een goede en geen slechte troost zijn. En ongelukkig is de heer Wibaut in zake schoolgeld geen goede, maar een slechte financiëele trooster gebleken te zijn. Men oordeele slechts naar hetgeen hieronder volgt. De heer Wibaut schrijft: s>Zoo nu blijkt dat een aantal ouders hun kinderen niet voldoende kunnen voedenzoo tevens blijkt dat onvoldoend eten der kinderen leidt tot onvoldoend leeren, dan moet dus »het verschaffen van voldoend eten, waar dit »noodig is, samengaan met het verschaffen van wonderwijs. Zoo het de gemeente is die aan hen die het niet betalen kunnen kosteloos onderwijs verschaft, moet het ook de gemeente zijn die de daarbij noodige voeding kosteloos verschaft, aan j>hen die ze thuis niet krijgen kunnen; het eene zoowel als het andere is dan gemeentebelang en s>dus ook gemeentezorg, en in de eene uitgave zoowel als in de andere zal de gemeente moeten voorzien". De heer Wibaut had korter kunnen schrijven: de rijken zijn mijns inziens verplicht aan de armen niet alleen kosteloos onderwijs, maar ook kosteloos voedsel te geven. Zij moeten voor dat doel dan maar meer belasting betalen. «Meer belasting", menigeen trekt daarbij een leelijk gezicht, omdat hij werkelijk niet meer kan betalen, en nu reeds een deel aan belastingpenningen offert, wat hen inderdaad te zwaar is. Daarnaar vraagt de heer Wibaut echter niet, hij slaat uit sluitend het oog op hen, die in het geheel geen belasting betalen, die niets in de gemeentekas inleggen niet alleen, maar die er zooveel mogelijk geld uit willen halen, die, in het kort gezegd, leven willen op andermans kosten. Toch is de heer Wibaut niet meer de advocaat der minder gegoeden, maar ook de trooster der meergegoeden. Hij schrijft toch het volgende: «Voor de welgestelden, die, als gevolg van deze uitbreiding van gemeentezorg, >meer belasting moeten betalen, is er één groote troost". Die troost bestaat dan in een statistisch overzicht, aangevende de kosten van het openbaar onderwijs in de gemeente Middelburg in het jaar 1891. En naar aanleiding van dit overzicht maakt de heer Wibaut dan deze gevolgtrekkingen: Kin sderen van on vermogenden kosten dus aan ge- smeente en Rijk te zamen 24,50 aan onderwijs, skinderen van minvermogenden 21,50, en naar- smate de ouders vermogender worden en 30, f 40, 60 en 100 schoolgeld kunnen betalen, skosten de kinderen aan gemeente en Rijk te zamen s47, 87, 176 en 257. »Zoo men nu rekent dat het verstrekken van seen middagmaal aan behoeftige schoolkinderen 35 per jaar en per kind zou kosten (280 sschooldagen ad 12l/a cent per dag), dan wordt shet bedrag der kosten van onderwijs en voeding ste zamen op de scholen der onvermogenden nog sslechts 60 per jaar; zoodat drie kinderen dan »nog maar evenveel aan voeding en onderwijs s kosten als nu één kind op de meisjesschool Gr. sYoor meer uitgebreid lager onderwijs enz., vier skinderen maar evenveel als nu één leerling van shet Gymnasium, enkel aan onderwijs. sYoor andere steden zullen deze verhoudingen sanders zijn, en hier en daar beter; wijl het echter shier niet om de juiste cijfers te doen is, doch om >de algemeene richting waarin de verschillen liggen, smeen ik deze cijfers van Middelburg als voorbeeld ste mogen gebruiken. Niemand behoeft dus ongerust te wezen, dat, szoo de gemeenten kosteloos voedsel gaan geven saan de arme schoolkinderen, er reeds bevoorrechting szal wezen van de armen boven de rijken; dit is >de troost, dien ik hierboven bedoelde". De beer Wibaut is misschien een goede zieken trooster, maar een goede financiëele trooster is hij stellig niet. Want al hapert er niets aan zijn statistiek, al is geheel zijn redeneering logisch en al valt er schijnbaar niets op aan te merken, men boude in het oog dat het werkelijk schijn en niets anders is. Men heeft wel eens van de statistiek beweert, dat men met haar bewijzen kan al wat men wil en zij handig aangewend, evengoed kan dienen om het pro dan wel het contra te bewijzen, maar die redeneering achten wij onjuist. Wij schromen niet de statistiek eene exacte wetenschap te noemen, mits men acte neme van alle gegevens, waarmede men rekening moet houden. Dit laatste nu doet de heer Wibaut niet. Hij verzwijgt hetzij opzettelijk, hetzij onopzettelijk, dit laten we daar het voor naamste waarop het aankomt* Wie vullen de ge meentekas en de Rijksschatkist? Ziedaar een vraag, die vóór alle anderen moet beantwoord worden. De indirecte belastingen kunnen wij terzijde stellen, die gelden toch gelijkelijk voorarmen en rijken beiden; met de directe belastingen is het anders gesteld. Juist de armen, die kosteloos onderwijs ontvangen, betalen geen directe belastingen. En waar niets ingebracht wordt heeft men niets te eischen; alleen voor wat hoort wat. Goed bekeken kunnen de armen dus nooit tot de rijken zeggenwij ontvangen pro portioneel veel minder uit de gemeenschappelijke kas dan gij, en daarom moeten wij er wat bij hebben voor voedsel, kleeding enz. Neen, acte nemende van de nuchtere feiten, kunnen alleen de belastingplichtigen, die geen kinderen hebben, of bijv. niet voor hunne kinderen gebruik maken van het Gymnasium, kunnen zij alleen zeggen: wij betalen ook mede voor het onderwijs van anderen. Wie echter in het geheel geen belasting betalen, be talen ook in 't geheel niet mede in de onderwijskosten, en waar hunne kinderen kosteloos onderwijs ont vangen, hebben zij dus allerminst recht om te roemen op het weinig kostbare van dat onderwijs, is het eenvoudig in strijd met alle waarheid om dezulken toe te roepen: gij krijgt nog lang niet genoeg, anderen krijgen toch, evenredig genomen, veel meer. Die redeneering berust op een geheel verkeerden grondslag, en waar de laatste verkeerd is, moge de statistiek, die er op* gezet is, nog zoo juist zijn, het geheel valt in duigen, omdat het leven en de waarheid er aan ontbreekt en niet veel anders is dan een opgezet dood voorwerp, dat dood is en dood blijft, al gelijkt het van verre ook nog zoo op iets dat leeft. Of wij dan geen medelijden hebben met de kinderen, die slecht of geen voedsel krijgen en wier intellectueele ontwikkeling noodzakelijk schade moet lijden, omdat de physieke ontwikkeling niet genoeg bevorderd wordt Wij wenschen in mede lijden niet achter te staan bij den heer Wibaut maar zouden toch op den voorgrond willen stellen, dat de toestand van genoemde kinderen niets beter zal worden, zoo hunne ouders niet allereerst meer medelijden met hen en liefde voor hen hadden; Ondoordachte huwelijken en geboorten van kinderen, die men een last in het leven moet achten, dunken ons daarom misdaden toe, en geven blijk van groote onbarmhartigheid en liefdeloosheid. De ouders toch zijn de aangewezen personen om hunne kinderen, te voeden en op te voeden, en als zij het eerste niet eens vermogen, zullen zij tot het laatste niet in staat zijn, en is het kortweg schandelijk en onverantwoordelijk dat zulke lieden ouders zijn. Maar moeten de onschuldige kinderen dan om hunne ouders lijden; moeten zij, die niet om het leven vroegen, dan boeten voor hen, die hun den toegang tot het leven ontsloten? Ook dat willen wij niet. Maar evenmin willen wij, dat gewetenlooze ouders gesterkt worden in de gedachte voor onze kinderen wordt wel gezorgd, wij zullen er ons niet druk over maken. Daarom dunkt ons in dezen de eenige weg, die tot oplossing leidt, te zijn, de oprichting van havelooze scholen. Zoo leer plicht vroeg of laat wordt ingevoerd, zal men dan ook tot de oprichting van havelooze scholen moeten komen; tot inrichtingen waar kosteloos onderwijs niet alleen wordt gegeven, maar ook kosteloos voedsel en kleeding. De havelooze school moet echter zijn en big ven een veiligheidsmaatregel te midden der maatschappelijke orde en een blijvende afschrik voor alle ouders, die het zich tot plicht en eer rekenen, zelf voor hunne kinderen te zorgen. der vorig-© week. In een geestige plaat van de Amsterdammer stelt de heer Braakensiek den val van het oude en de optreding vanhetnieuwe ministerie in Frankrijk voor als het bekende kegelspel, waarin zoodra eenige kegels door den bal zijn omvergeworpen, deze, door aan een touwtje te trekken, weder on middellijk worden op de been geholpen. En waarlijk, een juister beeld ware moeilijk te vinden geweest, om het verloop van den jongsten ministeriëelen crisis te karakteriseeren. Geen noemenswaardige verwisseling van personen heeft plaats gehad; geen andere politiek zal worden, gevolgd; alleen de regeering, die bij haar aftreden een zoo hoogen toon aansloeg, ze keert terug, bereid om te voldoen aan de eischen der enquöte-commissie, die ze eerst zoo hooghartig weigerde in te willigen. Het heeft niet aan pogingen ontbroken, om aan de oplossing een anderen vorm te geven. Brisson, door wiens votum het vorige Kabinet viel, werd het eerst belast met de vorming van een nieuw ministerie, doch moest, zooals we reeds de vorige week meldden, die opdracht neerleggennog anderen werden uit- genoodigd, die met hetzelfde gevolg te werk togen, totdat de heer Ribot eindelijk de opdracht aanvaardde, en zelf Minister uit het vorige Kabinet, al zijne vroegere collega's als medeleden deed optreden, uitgezonderd twee, de heeren Ricard en Jules Rocke, die vervangen werden door Jules Siegfried en Ernest Diepuy, waarvan de eene nota bene bij de beslissende stemming voor en de andere tegen had gestemd. Ook de rolverdeeling is bijna dezelfde gebleven: de heer Leribet is echter afgetreden als Minister-President en zal zich tevreden moeten stellen met de portefeuille van binnenlandsche zaken. Natuurlijk was men ten zeerste benieuwd naar de «verklaring", waarmede dit Kabinet zou optreden, vooral met het oog op hare houding tegenover de enquête-commissie. En, ofschoon in die verklaring nu duidelijk werd uitgesproken, dat, hoewel de regeering den volstrekten wil had het parlement en de justitie behulpzaam te zijn in het verspreiden van licht, het haar niet minder vasten wil was, getrouw te blijven aan het beginsel van scheiding van bevoegdheden, toch werd onmiddellijk aan den eiscb der enquête-commissie voldaan tot opgraving van het lijk van Baron de Reinach en het instellen van een gerechtelijk onderzoek naai de oorzaken van diens dood. Deze toegevendheid stemde de Kamer reeds dadelijk gunstig voor de regeering, maar toch acht men het niet onmogelijk, dat de President der Panama-commissie, de heer Brisson, het ministerie nog heel wat moeilijkheden kan berokkenen. Alles hangt echter ook hier af van de Kamers, die met de behandeling der be grootingen werk genoeg zullen hebben en wier ten eiude spoedend mandaat hen misschien wel zal bewegen, deze regeering eenigszins te ontzien. Ook in Spanje is wederom eene ministeriëele crisis uitgebroken. Hoewel de vooruitzichten van het conservatieve Kabinet Canovas bij het begin van het zittingsjaar niet bijzonder gunstig waren, toch had niemand kunnen denken, dat de toestand reeds zoo spoedig zulk eene ernstige wending nemen zou. Hoewel men vermoedde, dat de opvolgers van den heer Sagasta in moeilijkheden zouden komen door de financieele quaestie; dat zich in degelederen der conservatieve partij zelve een crisis zou voor doen, had men niet verwacht. En toch is dit gebeurd naar aanleiding der houding van den Minister van Koloniën en Marine in de quaestie van het gemeente bestuur van Madrid. Zooals bekend is, werd de Burgemeester van Madrid ontslagen wegens verre gaande nalatigheid. De conservatieve regeering droeg nu den Markies De Cabas, een rijk en onaf hankelijk man, op, om den Augiusstal schoon te vegen en de nieuwe titularis begon met groote energie die moeilijke taak, waarbij hij echter reeds dadelijk maatregelen nam, volkomen in strijd met de gemeentewet. Reeds in een der zittingen van den gemeenteraad, verklaarde hij de hoogere stedelijke ambtenaren te zullen ontslaan. Maar een groot deel der raadsleden stond met die hoogere ambtenaren in betrekking en dus weigerden zij dien maatregel goed te keuren; toen dreigde de Burgemeester echter de regeering te verzoeken den Raad te ont binden, en door dit dreigement kreeg hij een meerderheid voor zijne plannen. De bedreigde ambtenaren lieten niets onbeproefd om hunne on schuld aan de gepleegde verzuimen te bewijzen; en er waren er zelfs, die dit konden, door te ver klaren, dat zij nooit op hunne bureau's waren geweestofschoon zij geregeld hun traktement hadden genoten; wel een bewijs voor de nood zakelijkheid der maatregelen van den Burgemeester, die het getal ambtenaren tot op de helft wilde verminderen. Nog een tweede ingrijpende maat regel nam hij. De bakkers, die overal hetzelfde schijnen te zijn, vroegen ondanks de lage graan prijzen, hooge prijzen voor hun brood. Hier schreef de Burgemeester voor, brood van hooger gewicht voor denzelfden prijs te leveren, en hadden de heeren daarin geen lust, dan zou de levering van brood van gemeentewege worden aanbesteed. In den boezem van het ministerie ontstond echter over deze maatregelen geschil. De Minister van Koloniën en van Marine, een vriend van den afgezetten Burgemeester, zinspeelde in den ministerraad er op, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken, die den vorigen Burgemeester gerechtelijk wilde ver volgen, bijbedoelingen had. Hij wilde het gewicht der aan het licht gekomen feiten niet erkennen, en vond dat de afgetreden Burgemeester niets ergers had gedaan dan zijne voorgangers. Tengevolge van dit geschil ontstond er een gedeeltelijke ministerieels crisis; maar Canovas, die blijkbaar de overtuiging had, dat hij voor zijn streven geen steun zou vinden bij het geheele Kabinet, provoceerde eene algeheele aftreding. Ofschoon een door hem voor gestelde motie in de Kamer de meerderheid ver wierf, diende hij toch zijn ontslag in, omdat enkele leden, op wier stem hij rekende, tégen hadden ge stemd. Sagasta is thans belast met de vorming van een nieuw Kabinet, en ofschoon hij nog niet is geslaagd, blijven toch Canovas en zijne volgelingen bij de Koningin-Regentes aandringen, dat een liberaal ministerie zal optreden. Wanneer ons bestek het toeliet, zouden we dit maal nog kunnen wijzen op de moeilijkheden, die het Italiaantche ministerie nu reeds weder bij de behandeling der begrooting ondervindt; op de weigering in den Oostenrijkschen Rijksraad om de «geheime fondsen" toe te staan, en de gevolgen, die daaraan waarschijnlijk zijn verbonden op het geruchtmakend proces, dat in DuitscJi- land werd gevoerd tegen den anti-semitischen Dr. Ahlwardt, een proces, dat met zijne veroordeeling eindigde, terwijl hij zelf ondertusschen tot lid van den Rijksdag werd gekozen. Op een en ander komen wij wellicht 'in ons volgend Overzicht terug. Engeland. Gedurende de laatste elf maanden bedroeg het getal landverhuizers, die Groot-Brittanje en Ierland verlieten, 201,867, d. i, 9251 minder dan in denzelfden tjjd over het vorig jaar. Rusland. Yoor verdedigers van de doodstraf. In September jl. werd te Ostrowo de kastelein Treciak uit Kucharki ter dood veroordeeld wegens moord, op den gendarme Kruger gepleegd. De man zou deze week worden op gehangen; doch juist nog bjjtjjds ontving men het bericht dat een voor 14 dagen te Kucharki overleden boer, Pormanczek, op zjjn sterfbed had bekend Ktüger uit wraak te hebben vermoord. Oostenrijk. In het Oostenrjjksche Hnis van Afgevaardigden is een rapport uitgebracht over het gevaar der over brenging van cholera uit Rasland. Daarin wordt gezegd dat thans nog 3 A 4000 ziektegevallen per week voorkomen, speciaal in Podolië, Batoum en aan de Kaspische zee. De cholera, runderpest en hongersnood, die elkander in Rasland opvolgden, maken voortdurende waakzaamheid, zegt 't rapport, voor nieuwe overbrenging van epidemieën noodig. Ook de Dui'Bche Rjjksdag ontving een cholera-rapport, waarin de autoriteiten worden aangemaand het oog te houden op de gevaren, dat de ziekte, na overwintering, uit Franbrjjk, Hon- garjje en Nederland in 't voorjaar van 1893 verder worde verspreid. Frankrijk. Rysel, 11 Dec. Te Fergnies zjjn heden bij acht reizigers, die uit Nederland kwamen, 860 Mauser patronen gevonden. De reizigers zjjn aangehouden en voor den Procareur der Republiek te Avesnes gebracht. Een werd in vrjjheid gesteld. Onder de aangehoudenen is een zoon van een wapenfabrikant te Maastricht of Luik, die beweert zjjn vader te St. Dénis de patronen te gaan brengen, noodig voor vergeljjkende proef nemingen. Reeds per telegram gemeld). JDuitschland. Aken, 13 Dec. WegenB de uitbreiding van het mond- en klauwzeer in Nederland is de invoer van rundvee uit Nederland hier van heden af verboden. Bljjkens bericht van den consul te Lubeck is de invoer uit Nederland in het Lubecksche staatsgebied van runderen, schapen, geiten en varkens verboden. Nederland. 's Graveuhage, 12 De z. Tweede Kamer. Bjj de heden voortgezette behandeling van de begrooting voor justitie is het amendement van den heer G. van Dedem, om de aanstelling van inspecteurs bjj de rjjks veld wacht te doen vervallen, sterk bestreden door den Miaister van Justitie, die de voorgestelde reor ganisatie der rjjksveldwacbt bepaald noodig achtte in het belang van gezag en veiligheid. De heeren Harte, G. van Dedem, Rnjjs en Bevers hielden vol, dat de tractements-verbetering wel, reor ganisatie niet noodig was. Het amendement van den heer G. van Dedem is hierop verworpen met 38 tegen 31 stemmen, zoodat tot tractements-verbetering en reorganisatie van de rjjksveldwacht is besloten. Bij de afdeeling gevangenissen klaagde de heer Hartogh over de accousstiek in de strafgevangenis te Nieuwer-Amatel, waardoor communicatie tusschen de gevangenen mogelijk is. De Minister beweerde, dat alle pogingen om dit euvel te voorkomen, tot dusver mislukt zjjn, maar het is een gebrek dat overal bestaat. Hoofdstuk Jastitie is daarop aangenomen. Hierna werd de behandeling van hoofdstuk Y (Binnen landsche Zaken) begonnen. De heeren Van Yljjmen en Van der Kun hebben heden zitting genomen. (Zie telegram.) In zjjn antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot wjjziging van art. 6, le lid der wet op het lager onderwjjs (vrjje- en orde-oefeningen), zegt de Minister dat geen zeker heid bestaat dat de bestaande moeiljjkheden op 1 Januari 1895 zullen zjjn opgehelderd, doch hg meent veilig te mogen onderstellen dat zjj zich niet in dezelfde mate zullen doen gevoelen als thans. Door de verlenging van den termjjn kan tevens opnieuw worden overwogen hoe 't best aan de bpzwaren is tegemoet te komen, terwjjl na 1 Januari 1895 weer een tjjdvak van 6 jaren volgt, gedurende hetwelk telkens voor 2 jaren ontheffiog kan worden verleend aan de scholen, waarvoor dat dan nog noodig bljjkt. Dat afzonderljjke lokalen voor de oefeningen noodig zullen zjjn, kan de Minister niet toegeven; nadere overweging dezer zaak is noodig, maar de Minister meent dat de vrjje- en orde-oefeningen de onderwijs kosten, ook voor zooveel de lokalen betreft, zoo min mogeljjk moeten opvoeren. Yoor zoover bekend, hebben thans in 't geheel de aanteekening verworven 4683 mannen en 1114 vrouwen. In geen geval acht de Minister de tjjd daar, voor een meer ingrjjpende wetswijziging ten aanzien der vrjje- en orde-oefeningen. De minister van binnenlandsche zaken brengt in de St.-Ct. ter algemeene kennis, dat, volgenB bjj hem ingekomen ambstbericht, in de afgeloopen week als aan Aziatische cholera overleden, zjjn aangegeven in Zuid-Holland: te Capelle a/d. IJsel, 2 personen. De minister van buitenlandsche zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, blfikenB mede- deeling van den consul-generaal te New-York, aldaar geene lompen zullen worden toegelaten, afkomstig nit landen waar gedurende het laatste jaar cholera heeft geheerscht. Tholen. Maandagavond hadden de leden van de Maatschappij tot Nat van 't Algemeen het zeldzame voorrecht van eene uitvoering te Kunnen genieten van twee oud-leerlingen der tooneelschool, de heer Johan Mulder en mevrouw Aleida Molder-Roelofsen uit Rotterdam, hadden op verzoek van het Departe ment de uitnoodiging aangenomen om alhier op te treden. Hun programma bevatte het volgende: «Jean Marie", van A. Theuriet. «Liefdewraak", van Piet Paaltjes. «Klanknabootsing", van E Laurillard. «In de Smidse", van Marie Boddaert. «Rammelslag", van Maltatuli. «Doctores en Modemaker", Comedie in een bedrjjf, vertaald door Dr. J. de Jonge. «Kinderstem", van S. de Jonge. «Eerste Liefde", monoloog van P. Bilhaod. «Vertroostingh aan VosBius", van Yondel en «De Muis", bljjspel in een bedrjjf, van A. Des Roseaui. De uitvoering had plaats in het Hof van Holland voor een stampvolle zaal. De verwachting was groot en toch werd die nog verre overtroffen. Feiteljjk is niet te beschrjjven wat dien avond door ieder genoten is van de talenten van genoemde artisten. Nadat door den Voorzitter beiden op hartelijke wjjze waren toegesproken en hjj mevrouw Mulder-Roelofsen een prachtig bonquet had overhandigd, deelde hjj nog eeoige bizonderheden mede omtrent de tooneelschool en moedigde de niet-leden aan, om toch lid van het Departement te worden. De heer van Djjk, Voorzitter der Rederijkerskamer «Cats", bedankte den Voorzitter voor het genoegen dat hjj niet alleen hem, maar ook alle medewerkers van «Cats" dezen avond had doen genieten. Zjj hadden nu eens kunnen zien wat tooneel- Bpelen is. Hierna werden beide artisten in den vriendenkring opgenomen en nog een paar aangename uren doorgebraoht. Scherpenisse, 13 Dec. Als een bewjjs hoever iemand het soms onder voorwaarde van jjver en ge trouwe plichtsbetrachting in dé maatschappij kan brengen, diene het volgende: Vele jaren geleden woonde te Westkerke, een gehucht behoorende tot de gemeente Soherpenisse, zekere M. Ovendaal, een man die zich in scherpzinnigheid en ontwikkeling een weinig onderscheidde van zjjne des- tjjds al heel weinig ontwikkelde mede-gehuchtbewoners; hieraan had hjj het te danken, dat hem in den winter het baantje van schoolmeester toevertrouwd werd. Deze man had twee zonen, waarvan een loopjongen werd bjj den geneesheer «op het dorp" en die later naar de koloniën giDg als officier van gezondheid. De andere zoon werd boerenknecht en bleef dat tot na 1822, het jaar van zjjn loting; hg was toen 18 jaar oud; bjj trok een vrjj nummer, doch ging nogthans in hetzelfde of in het volgende jaar in dienst. Diezelfde boerenknecht nu, was in 1830 tweede luitenant bjj de 18e afd. infanterie en in 1853 werd bjj eerste luitenant bjj het 2e reg. van hetzelfde wapen, en nog eenige jaren later werd hjj tot den graad van kapitein bevorderd. Dezer dagen is hjj als gepension- neerd kapitein der infanterie en oud-strjjder van 1830 te Kujjk op 88-jarigen leef tgd heengegaan als een navolgenswaardig voorbeeld voor iedereen. Bruinisse, 13 Dec. In de vorige week werden van hier verzonden 150 ton mosselen naar Rotterdam, 500 ton naar België, 600 balen naar Engeland en Duitschland. Aangevoerd werden 200 ton mosselzaad van Hellevoet, dat verkocht werd voor 70 et. per ton en een partijtje spiering, dat tot lagen prjjs op den afslag werd verkocht. ZieriLczee, 13 Dec. Yan den directeur der rijks postspaarbank ontvingen wjj het verslag aan de KoniDgin-WeduweRegentes van het Koninkrjjk, betr. ffonde den dienst dier bank over het jaar 1891. Wjj ontleenen daaraan het volgende: Onder den directeur was, aan het eind van 1891, ter directie werkzaam het navolgende personeel: 2 hoofdcommiezen, 7 adjunct-commiezen, 2 klerken der 18 klasse, en 15 der 2e klasse, 1 concierge (waar nemend), 24 ambtenaren op tjjdeljjken voet en 2 kantoorknechts, waarvan één als portier dienst doet. Het aantal op 1 Dec. 1881 in omloop zjjnde boekjes bedroeg 22,831, welk aantal op 31 Dec. 1891 klom tot 319,106. In Zeeland werden in 1891 ingelegd 1067 postzegels ▼an ƒ0,05 en 661 van 1 cent, in geld werd ingelegd door 1899 inleggers ƒ0,25, 3218, ƒ0,26 tot ƒ0,99, 13,223 van ƒ1 tot ƒ10, 5457 van ƒ10 tot ƒ100, 1455 van ƒ100 en hooger; het totaal der inlagen wa» voor die provincie 26,980 en voor het geheele rijk 562,549. In Zeeland werd in 1891 ingelegd ƒ573,278,091/» terugbetaald 487,600,18, het saldo met dat van vorige jaren klom tot 997,512,357.. Aan rente werd in die provincie bjjgeschreven ƒ110 810,86 en uit betaald 4382,74. Aan inleggers was op uit. Dec. 1891 dus verschuldigd 1,112,705,957,. In Zeeland waren 103 kantoren en bedroeg bet aan tal inleggers 14.421 met 26 980 inlagen tot een ge middeld bedrag van ƒ21.25. Het aantal terugbetalingen beliep 6165 gemiddeld van 79 09. Het gemiddeld goed op elk boekje was op 31 Dec. 1891 ƒ77,16. Wat aangaat het aantal werklieden tot het totaal der inleggers, vinden wjj een staat, waaruit bljjkt dat in Zeeland van de 2150 boekjes, die op 31 Dec. 1891 nog in omloop waren, 553 ten name stonden van werk lieden, das 25.7 pet; over het geheele rjjk bedraagt zjj 26.6 tegen 22.4 in 1890, das dit jaar een aanmerkelijk gunstiger percentage. Uit een andere opgave bljjkt, dat het aantal vereenigingen van allerlei aard, die hare kasgelden bij de rjjkspostapaarbarkbelegdeD, met 335 vermeerderde. In Zeeland bedroeg de vermeerdering 31. Yerder verdient de aandacht de geringe verhooging van het gemiddeld Bildo-tegoed der inleggers 75.39, tegen ƒ75 in 1890); uit welk feit in aanmerking genomen: de belangrjjke vermeerdering van het aantal inleggers in het thans besproken jaar (37236) mag worden afgeleid, dat de rijkspostspaarbank, bjj voortduring, voornameljjk die klassen der bevolking tot zich trekt, voor wie zjj, in de eerste plaats, werd in 't leven geroepen. Bjj het verslag zjj a gevoegd eenige graphische voorstellingen, waaruit o. a. bljjkt de toeneming van het gemiddeld saldo tegoed voor elke provincie af zonderlijk van 1882 tot 1892 en de verhouding tusschen het aantal inleggers en de bevolking, de laatste was in 1882 voor het rjjk 5.7 en in 1892 69.1 pet. voor de provincie Zeeland 8.2 in 1882 tegen 71 4 in 1892. Yerder voorstellingen van het getal boekjes uitgegeven geheel afbetaald en per saldo in omloop, het bedrag der inlagen, terugbetalingen en van het saldo te goed, het aantal in omloop zjjnde boekjes, benevenB het saldo te goed der inleggers en eindeljjk de vergeljjking per maand van het bedrag der inlagen met dat der terugbetalingen. Wjj stipten hier het een en ander aan uit het vrjj ljjvige boekdeel, dat bjj de gebroeders Van Cleef te 's Gravenhage uitgegeven en algemeen verkrjjgbaar gesteld is. Door A. W. van den Berge (van Brouwershaven), le machinist bjj den dienBt der Gouvernements-Marine in Nederlandsch- Oost-Iudië, is het verzoek gedaan om eervol ontslag uit 's Lands dienst, in te gaan op den 5 December 1892. De collecte van de Scholen met den bjjbel bracht dit jaar op te Arnemuiden (Ger. kerk) ƒ6.50, t« Brouwershaven (Ger. kerk) ƒ12 en te Kruiningen met Hansweert ƒ57.85. De kommies-verificateur 2e categorie der directe belastingen, invoerrechten en accjjnzen J. fl. Derex te Hansweert is met ingang van 1 Januari 1893 bevorderd tot de le categorie. Sedert 1 Januari dezes jaars is de betrekking van onderwjjzer met hoofdacte aan de openbare school te St. AnDaland vacant. Twee onderwjjzer* hebben voor hunne benoeming bedankt. De heer H. de Hullu te 's Grevelduin-Capelle zal nu met I Januari hier die betrekking aanvaarden. Sedert Joli is ook een plaats voor onderwjjzer of onderwijzeres vacant. De dagschool telt nu meer dan 400, de avondschool ongeveer 70 leerlingen. Zaterdag bracht een uit de handen van twe« boerenknechts uit Poortvliet ontsnapte stier heel wat angst onder de bewoners van St. Annaland. Het dier was niet te grjjpen, zelfs niet te naderen. Daarom werd besloten het af te maken, wat eerst gelukte nadat eenige geoefende schutterswaaronder drie heeren van een jachtgezelschap, jacht op den woedenden stier hadden gemaakt. De invallende duisternis had een en ander bezwaarljjk gemaakt. Een jachtopziener werd gewond. De verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Rotterdam, noodig door het overigden van den heer Mr. H. D. Levyssohn Norman, is bepaald op Dinsdag 3 Januari en herstemming zoo noodig op Dinsdag 17 Januari e.k. Aan de firma L. Smit Zoon te Kinderdjjk is opgedragen het leveren van een stoomboot, ten dienste der oestercultuur van de firma Wed. J. H. C. Kake- beeke Gz. te Iersekendam. De fabriek «De Schelde" to YliBsingen zal daarvoor gereed maken de stoommachine en de machinale korinrichting. Met het oog op de snelle verspreiding van het mond- en klauwzeer hebben Gedep. Staten van Noord- Brabant den Minister van Binnenlandsche Zaken ver zocht, het houden van veemarkten in geheel Nederland tjjdeljjk te verbieden. Onder, vee zjjn alleen te verstaan herkauwende dieren. Het schjjnt, dat markten als Rotterdam, Utrecht en ook Zwolle veel tot overbrenging der besmetting bjj dragen. Bjj het Sb. Nicolaasfeest was het aan de cadetten verboden (waarom?) eet- en drinkwaren te ontvangen- Wat er toch gestuurd werd, is dientengevolge aan arme kinderen afgestaan en daaronder bevonden zich. een blikje Bardioes en een busje Worcester saus. Maandag middag trokken ongeveer 100 werkelooze arbeiders uit verschillende dorpen weer naar het ge meentehuis van Sohoterland, om den burgemeester nogmaals te vragen, hun werk te verschaffen. Vier arbeiders werden door den burgemeester ontvangen; het onderhoud duurde meer dan een half uur. De burgemeester noemde den huidigen toestand hoogst treurig, zou gaarne èn als burgemeester da als particulier werk verschaffen, maar was daartoe niet in staat. De gemeeote-financiën lieten geen werkverschaffing van gemeentewege toe, als particulier kon hjj geea werk geven, wjjl hjj geen eigenaar van gronden wps. De arbeiders deden daarna hun beklag over de handelingen der sub-armvoogden in de dorpen, die hun geen ondersteuning wilden verstrekken en hen verwezen naar den president van het armbestuur, mr. Binnerts te Heerenveen. Toevallig was mr. Binnerts in het gemeentehuis aanwezig en bon hjj de werkloozen ant- -woorden. Hjj deelde hun mede, dat de dorpsarmvoogden wel degeljjk het recht hadden, hulp te verschaffen aan gezinnen waar gebrek heerschte, en ried hun aan, als dit laatste het geval was, zich opnieuw tot de dorpsvoogden te wenden. Mr. Binnerts vond den toestand aller treurigst, maar ook het armbestuur was niet bjj machte, daarin afdoende verbetering aan te brengen. De werk loozen trokken daarna af. Eenige jaren geleden kwam eens te Gorinchexn een trein aan met het noodige aantal conducteurs, doch zonder een enkelen passagier. Verleden week heeft men aldaar het tegenovergestelde kunnen zien; de trein kwam met een groot getal passagiers, echter zonder conducteurs, die allen aan het fltation Ar kei waren achtergebleven. Te ArkeL moesten nameljjk

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1