Door bot overlijden der overate van het pensionaat der Urselinen te Poaterholt, dat zelfstandig beheerd werd, ie men tot de ontdekking gekomen, dat er eene schuld van ruim 57,000 op die inrichting rust. Daar dit pensionaat geen levensvatbaarheid schijnt te be zitten en er niets anderB voorhanden is dqn 't gebouw en de meubels, zal een en ander publiek geveild worden. Dronken Sinterklaas 1 Een juffertje te Nieuwediep, wier man in den vreemde de eer der vlag hielp ophouden, wilde hare beide kinderen gaarne eens verrassen. In 't geheim werd een buurman uitgenoodigd zioh in een provisiekast te verschuilen, een gelegenheidspak aan te trekken en dan de kleinen op 't een en ander te onthalen. De kinderen werden even verwijderd en de buurman in een kast gelaten. Bg 't nachtlichtje dat daar brandde, zag de man een flesch staan. Een papiertje er op prijkte met het woord >cognac". Allereerst ging de man eens onderzoeken ol de kwaliteit van dat vocht goed was. Het proefje scheen zoo te voldoen, dat hg bleef doordrinken, totdat do flesch bjjna geledigd was. De gevolgen bleven niet uit. Spoedig verveelden zioh de kinderen in het voorvertrek en de moeder in de keuken. Eindeljjk ging zg naar de kast en vroeg fluisterend: »ben je nog niet klaar, buurman?" Door die woorden een weinig tot bezinning gebracht, sohrikte de man op, doch smeet tevens borden, schotels, enz. van de planken. Toen de juffrouw er lucht van had wat or geschied was, werd buurman zoo ODzacht de buitenlucht ingedreven, dat hg er zioh voorloopig wel niet meer toe zal leenen in dat huis voor St.-Nicolnas te spelen. Te Hoogwoud heeft iemand getracht zgne vrouw te vergiftigen door middel van phosphorbrgdie gebruikt wordt om ratten en muizen te dooden. Hjj had het mengsel op een boterham gesmeerd, maar de vrouw bemerkte onraad door don sterken reuk van het phosphor. Het onderzoek heelt aan het licht gebracht, dat de man het vergif had gekocht in een apotheek te Hoorn. Vier jongens, werkzaam op de sigarenfabriek «Java" te Oud-Beierland, hebben zich aan belangrgbe diefstallen ten nadeele der eigenaars dier fabriek schuldig gemaakt. Gedurende meer dan 9 maanden begaven zg zich geregeld na werktjjd naar de fabriek en opende dien met een vaUchen sleutel, waarna zg dief stal pleegden van koffie, thee, chocolade, tabak, sigaren, eaa-de-cologne enz., welke zg dan bg verschillende personen verkochten; reeds zgn een 30-tal opkoopers door den aldaar gestationneerden majoor dtr rgks- veldwacht W. Vonk opgespoord, terwjjl het onderzoek nog voortduurt. De jongens hebben volledig bekend. L AN D BO U W. "VVoltaartsciyic, 8 Dec. De dorpsvereeniging «Landbouw en Veeteelt" alhier hield Maandag eene ver gadering, waarin de drie aftredende bestuursleden, de hh. C. Koert, M. de Kater en J. M. Paschen werden herkozen. In -1893 zullen twee proeven genomen worden omtrent den invloed van kunstmeststoffen op 5 soorten van suiker bieten. Gesteund door eene rijksbijdrage zullen de heeren J. van der Voorde en G. de Jager ieder een proefveld aan leggen. De heer C. Zuidweg werd benoemd tot afgevaar digde naar de algemeene vergadering van den Bond van Suikerbietenteelders, welke Vrijdag 16 December gehouden zal worden in de «Prins van Oranje" te Goes. In het vervolg zullen alleen leden der vereeniging mogen deel nemen aan den gemeenschappelgken inkoop van kunst meststoften en zaaigranen. Uit het rapport omtrent den uitslag, verkregen op hot proefveld van 20 soorten suikerbieten, aangelegd op een akker van den heer J. van der Voorde Sr., blijkt, dat voor iedere soort genomen was eene oppervlakte van 10 Blooische roeden, op elke lap waren gegroeid 17 rijen, ieder van 64 stuks. Het onderzoek naar het suikergehalte heeft plaats gehad aan het proefstation te Breda. Het suikergehalte wisselde af van 14,1 pCt. (verbeterde kleine Wanzleben elite B) tot 11 pCt. (witte veredelde imperial van Al. Grashofl). De opbrengst in K.G. per 10 Blooische roeden van 969 K.G. (verbeterde kleine Wanz leben A van G. Wesche) tot 707 K.G. (Zückerreichste van A. Strandes. KERKNIEUWS. Op het drietal van predikanten bij de Herv. Gem. te Assen, komt o. a. voor dr. J. Helder, pred. te Zierikzee. Tot ouderlingen te Ooatorland zgn herbenoemd Jb. Kloote en D. Viergever en tot diaken J. J. Hendrikae. Bruinisse, 8 Dec. Door het kiescollege der Ned. Herv. kerk alhier, is ook als ouderling herkozen de heer Anth. de Koning.- GEMENGDE BERICHTEN Een Prins te zoek. Het is de 18 jarige Prins Earel van Beieren, broeder van den vermoedelgken troon opvolger. De avontunrlgke zin, aan joogelieden eigen, heeft hem voor een oogenblik doen vergeten, dat hjj een Prins is, en daarom is hij er, als een gewoon meuscb, eens stilletjes van doorgegaan, en wel, naar men zegt, naar de bergen. Een later bericht meldt, dat hg reeds terug is. De burgemeester van Franeber wil zjjne gemeentenaren waarborgen, dat bun on- vervalschte melk zal worden verkocht. De gezondheids commissie heeft de door verschillende tappers en alyters geleverde molk onderzocht en te waterzuchtig bevonden, 't Is nu nog bjj eene waarschuwing gebleven, maar binnenkort zal een tweede onderzoek worden ingesteld, en wie er dan te royaal met het water mocht zijn geweest, zal als vervalscher worden bekend gemaakt en strafrechtelijk vervolgd. Zou dat te Zierikzee ook niet wenschelgk zgn? Waoneer een arme drommel 100 of 200 ter leen vraagt sL 5 pCt., wordt bg niet geholpen, maar dat eenige besturen in onsland tegen eene zeer minne rente niet alleen geholpen, maar overdadig worden gesteund, blykt uit bet feit dat de gemeente Leeuwarden ten deel viel. Aldaar zou worden aangegaan eene geldleening van f47,000 ad 31/* pCt. Haar is ruim 7 maal zooveel aangeboden. Ook een arme dief. Presi dent tot den veldwachter, die tot heden_voor het publiek in dit schandaal-proceB geheel onzichtbaar is gebleven. Maar veldwachter! daar de beblaagdo juist voor zgn eerlgk- en rondborstigheid goed bekend sta t, vind ik de zaak vreemd, zeer vreemd, en begin te gelooven, dat gjj de ware schuldige zjjt. Veldwachter. Maar bedenk toch EdelAohtb. dat ik mezelven moest redden voordat de arme dief klapte uit de schandzaab, en dit kon ik, omdat mjjne getnigenis geldt voor twee; en waur ik do maebt heb, pas ik die toe, gedachtig aan het echoone gezegde v&n Vorst Bismarck«Macht gaat bovtn recht". Eene juffrouw uit het midden van Schouwen, die r>aar het verre land wil gaan om daar in het hnweljjk te treden, werd.dezer dagen op haar gerezen lastertongetje gewezen, met de mededceling, dat zg niet naar Amerika behoefde te gaaD, want dat hg al was voorzien. Wel, wel, zegt men te Kr., de meisjes zjjc ook al niet meer beschaamd. Dat ziet men aan Pierje, die laat zich ook al keuron bjj den dokter. Zg zal zeker denken, dat zg wntorznehtig is, maar zjj zal het water hebben van te veel bg Jacob in den timmermanswinkel te loopen. Nu zegt zg: Beelden uit mjjn kinderjaren, Uit mjjn jeugd zoo vrjj en bljj, Trekken somtyds kalm en rustig, Aan mjjn peinzend oog voorbjj. 'k Denk nog dikwerf aan die dagen, Vol geluk en stille vreê, Hoe verheugd ik steeds ontwaakte, In ons hutje bg de zee. Mjjp verbeelding zien de bloemen, Voor hot needrig vonBter staan, En 't strand waar ik schelpen gaarde, Glanzend in het licht der maan. 'k Hoor mjjn moeder zacht vermanen, Als zjj mg in 't bedje lee, En ik voel weer 'elevens morgen, In ons hutje bjj de zee. Te Renesse zegt men: Sienlje van het dorp is 2 December al 19 jaar geworden en ia bjj veelal geluk nog ongetrouwd gebleven. Miria te Ouw. moet zooveel praats niet hebben van meisjes waar niets van te zeggen valt, want dat past niet voor een meisje dat zich nog al fatsoeDljjk noemt. Maria met je vuil gezicht, Houdt voortaan je mond wat dioht, Want ieder die u kent en ziet, Zegt meisje, ik begeer u niet. Te O-V. zal eerstdaags voor de tweede maal een schip worden gelost. De mottige Trui te N. uit den zoeten inval heeft zich eindeljjk met hare voelhorens vastgeklampt aan Piet den bakker, tot groote vreugde van haar kokette en behaagzieke moeder. Ingezonden stukken. Aan mijn vriend WITTE! Tot mjjn leedwezen moet ik je vertellen amice, dat je achteruit gaat in je mededeelingeu aan onzen Bode en ik kan niet nalaten, je daarop als oud vriend eens attent te maken, misschien wekt je dat wel con bee!je op voor 't vervolg. Eerst dacht ia: Witte zal liet te diuk hebben met de suikei^eên, doch die zjjn aan den kant en de morgenstond ia aangebroken en nog is het nacht, daarom dacht ik, waarom slecLts onnoozele rjjmpjes of een verslagje, wat heb je daaraan, 'k ben dus wel gedwongen om over eenige punten, die je wellicht (per ongeluk moedwillig) vergobn hebt en die je als verslaggever had behooren te melden. Ten eerste is er van de epuit van Coljjnepln&t bjj den laatsten brand enkel gezegd, dat ze nog al eens defect was, ziel als ik dat berichtje ingezonden bad, dan had ik zeker mjjne verwoudering te kennen ge geven, dat eene gemeente, die altjjd zoo tracht de eersto te zjjn, nu bljjkbaar de laatste was; daarbjj had ik de lezers van den Bode stellig in herinnering gebracht het versje van: Als apen eens hoog klimmen willen, enz. Ik had ook gemeld Witte, dat de spuit van Cort- gene, de constructie in aanmerking genomen, zeer wel had voldaan, wanneer de orde er niet had ontbroken, en vooral had ik spuit A van Wissenkerke met hare manschappen meer eere gegeven, want hunne brand- bluschmiddelen zjjn zeker verre verheveu boven vele plattelands gemeenten. Verdiend is verdiend, Witte, en openbaarheid daarvan is niet meer dan plicht, zoowel in 't goede als in 't kwade. Beviel me dus de houding der spuitgasten vau Wissenkerke en de spuit best, zooveel te minder beviel me een berichtje in de Goesche Courant van 22 Nov. 11., waarin nu wjjlon je oud-Burgemeester eens zoo iu 't zonnetje word gezet van wege do daden die zoo groot moeten hoeten, dat ik, waarheidlievend als ik ben, niet kon nalaten, dit berichtje eens te herzien, want jjj doet het niet en toch kun je weteD, dat cr wel een steekje of wat aan los was. Ik lees dan o. e.: Dat hij als burgemeester tevens de betrekking van secre taris vervullende, een zeer werkzaam leven aan den dag legde en hij daarbij gesteund door krachtige medewerking van ivethouders en raadsleden, de belangen zijner gemeente sletds op den voorgrond stelde Zio Witte, nu had ik aohter de woorden «gesteund" en «medewerking" öf een vraagteeken geplaatst, ül ze heelemaal weggelaten. Onder zijn bestuur was W. de eerste gemeente, die hare hoofd- of communicatiewegen naar hare veren en naar de aangrenzende gemeenten door grint heeft verbeterd. Daar zou ik op kunnen antwoorden, dat zulks wel inoeat, omdat men woikelyk vóór de begrinting gevaar scheen te loopen den nek te breken, wat soms nu ook wel eens kan, (ik kom daar strakjes op terug); daarbjj geloof ik zeker wel met veleD, dat ieder burgervader dit zou hebben gedaan. Met samenwerking ffer overige gemeentebesturen van dit eiland is de aanlegplaats voor stoombooten en de oprichting van een telegraafkantoor tot stand gekomen. Das voor 7* deel is bum dunk verschuldigd voor iets dat ieder ander gaarne had helpen bewerkstelligen. Een open bare school met onderwijzerswoning werd op Geersdijk gesticht. Maar hemeltje lief, zon dat soms ook uitgesteld worden? neen immers, dat was dringend noodzakelijk en daarom is 't ook als iets <1at moest gebeurd. Het heffen van schoolgeld op de openbare scholen is afgescha/t. Edoch, dat zal zeker ook maar aan enkelen een betrekkelyk klein voordeel hebben opgeleverd. De kaai en haven te Camperland zijn onder'hel beheer der gemeente genomen. Wat dat betreft Witte, zou ik u willen vragen: ia daardoor do hemel voor Camperland of zgne achippere geopend 1 Bjj voorbeeld is het dan zoo'n ellende aau de haven te Geersdijk, omdat die aan den polder en niet aan de gemeente behoort? Meerdere en doelmatiger bluschmiddelen zijn aan geschajt. 't Is waar, Witte, doch zon het geen schande zgn geweest, dat men Camperland met meer dan 1000 inwonerB geen (afgedankte) spuit van Wissenkerke gegeven had. Dat de nieuw aangeschafte doelmatiger waren 't zou nonsens zgn om een oud Bysteem aan te schaffeD, als er nieuwere zgn. Het oude uurwerk uit de dorpskerk als 't ware geheel vernieuwd te Camperland in gebruik genomen, terwijl een nieuw uurwerk in den dorpstoren is aangebracht, Bjj 't Deerschrjjven van dit laatste punt moet ik harteljjk lachen Witte, omdat ik u een paar jaar geleden, eens iets op de wjjze van «O mjjn Suzanna" hoorde voordragen wat betrekking daarop had en dat genoeg bewjjst, hoe dat uurwerk is. 'k Hoor u nog zingen Een torenuurwerk heeft men toch, Zoo zegt de vreemdeling, 't Is waar, doch slechts een heel klein deel, Kan hooren slaaa dat ding. Als men er dicht bjj staat, Dan hoort men slaan het aar, En men zegt dan: «nu is 't zoo laat", Doch 'k dankje voor die kuur. Het politiepersoneel is vermeerderd. Ik vraag ja Witte, was het niet broodnoodig, dat er een veldwachter op Camperland kwam, dat zooals ik daareven zei, meer dan 1000 zielen telt en een uur van Wissenkerke ligt, waar men ook maar één dienaar van den heiligen Hermandad telde? Dan nog lees ik, dat de straatverlichting in de dorpskom en op de gehuchten Camperland en Geersdgk is ingevoerd en een nieuwe begraafplaats is aangelegd, maar wordt bet niet wat al te belacheljjk Witte, die vermeldingen, van welke men niet anders kan zeggen, dan dat die door iederen burgemeester werden gedaan op andere plaatsen? Ook wordt nog gemeld, dat een nieuwen achterweg is aangelegd, de modderslooten in de dorps kom door riolen zjjn vervangen (waarom niet alle?) en dat de gemeente eigenares geworden is van een gemeentehuis (wat de gemeente centen genoeg gekost heeft, zou ik denken). Als president-kerkvoogd werd door hem een nieuw orgel in de kerk geplaatst en ook een nieuwe predik stoel. Jammer dat de verslaggever der Goesche Courant er niet bjj kon zetten, dat dit uit eigen beurs go- gegeven werd. Ten slotte wordt nog gezegd, dat bjj van 14 ver schillende polders ontvanger-griffier was; is dat esn eer Witte? Was 't niet beter geweest, dat die postjes verdeeld waren geworden onder 14 personen, die dan ook wat zouden hebben verdiend, iets dat bg in 't geheel niet noodig had. En nu Witte, laat ik 't aan jou oordeel over, of al die roem wel vermeld zou zgn, als 't niet een ontzagljjk persoon was, waarvan dit kon worden gezegd. En nu nog iets over den toestand van den grint weg te Camperland en Geersdjjk, die ie zoo ellendig, dat de vrienden denken en de vjjanden zeggen, dat het nergens naar geljjkt. De hoofdwegen dier beide plaatsen zgn meer dkn j slecht. Wat doet men echter nu? In plaats van den veerweg te Camperland en den grintweg op Geersdgk (ware modderpoelen) te gaan begrinten, begint men van af Wissenkerke nu naar Camperland, waar 't niet noodir, ja zelfs nog hinderljjk is, omdat de weg van Wissenkerke at, op vele gedeelten ligt als een kegelbaan. Is dat de belangen behartigen? Ik zeg neen Wittp, dat is plagen, dat is iyrannie en ik vind je o zoo flauwhartig, dat je zoo iets niet durft melden on ik dat weer maar moet doen onder den naam van je vriend CARAMBOL. P.S. Wat zit je nu weer wel in den duts, als je w'u brief in den Bode leest, want ik weet het wel dat er zjjn die donken dat jij schrjjfh wat Carambol denkt, maar dan zeg ik Witte, 't ia je eigenschuld. Waarom stel je je zolven niet aau zooals 't hoort? Doet zooals ik, schrjjf de tvaarheid en dan zal ik nooit meer een letter plaatsruimte in don Bode verzoeken. VERSCHEIDEN II K I I>. (Vrij vertaalde) wijsgeerige gedachten over de vrouwen, van Otto Spielberg. O, (He vrouwen! Ach, die vrouwen! riep mistroostig Rector Kleine uit. (Het dienstmeisje van de familie van het bovenhuis had water gestort op den stoep, welke naar des Rectors apparte menten leidde, en verzuimd het op te nemen. Een anderen lieer had de maagd kolen naar boven gehaald, waarvan eenige resten op de voormelde stoep achterbleven). «Reeds tienmaal zeide mijne vrouw heb ik gezegd, dat zooiets onordelijk is, en telkens antwoordt me de meid, »zoo", de laatste maal voegde zij me snibbig toe, dat ik niets over haar te zeggen had". Daarover in woede geraakt, wilde mijn Lientje, dat ik in mijn ehambreclaoc en op pantoffels zeer ongegeneerd dus me naar de bovenburen zou begeven om den meester der dienstmaagd over een en ander te onderhouden. Mijne vrouw moet ge weten heeft de onhebbelijke hebbelijkheid, ine zoolang op te hitsen tot m'n bloed gaat koken, ik in woede ïaak. »Je bent geen man", zegt ze in dergelijke gevallen, met een blik vol verachting; iemand die karakter heeft, laat zich zooiets niet welgevallen, «niemand heeft respect voor jou". Als ik denk sist ze hoe krachtig de man van Marie is maar jij! Wat ze nog meer wil zeggen houd ze wijselijk binnen. Antwoord ik, onder dergelijke omstandigheden, welnu, wat zou dat? Ga zelve naar de familie, gij zjjt vrouw, ik man, dergelijke zaken behooren niet tot mijn departement, dan steekt ze de magere armen omhoog, slaat de handen samen en jammert op wanhopigen toon: »dat had ik gewacht; wij arme vrouwen moeten overal zijn, overal het spit afbijten, opdat ieder zal kunnen beweren dat de vrouw een Xantippe, de man een lieve goede man is". Mijne vrouw kan zoo venijnig zijn, dat ik ongesteld wordt, me naar bed moet begeven. «Ga je naar bed wat scheelt je? vraagt ze dan nog leukweg. Wat daarop te antwoorden, als b.v. ik heb drukking in ile maagstreek. Nog nauwelijks zijn die noodlottige woorden me ontsnapt, of ze knoopt m'n vest open, en voelt en drukt zoo hefiig op de aangegeven plaats, dat ik het uitschreeuw van pijn, en smeekend verzoek: Lientje, geef ine wat pepermunt- droppels. Dat moet ik zeggen, als ze me zoo schaakmat heeft gezet, dan wijkt ze niet van m'n zijde voordat ik weer hersteld ben Nauwelijks ben ik echter uit het bed, of zij maakt een waarlijk triiimphantelijke beweging. Menigmaal zegt ze ook: we zullen voortaan niet meer kibbelen, 'k krijg dan een ferme kus; neen, zeker niet, maar Mijn liefste, wat dan, maar? Natuurlijk ben ik wel iels schuldig als er oorlog is? «Lientje, ik ga weer naar bed. Die vrouwen, ach, die vrouwen Nu, hoe is het nu vroeg ze, toen ik van de bovenburen terugkwam. «Ik moet zeggen, antwoordde ik, dat de vrouw des huizes zeer aardig, zéér net, beminnenswaardig is". Zoo zoooo zeker heb je de zaak niet in orde kunnen maken. Zeer aardig, beminnenswaardig. Die dame bevalt je zeker beter dan ik je beval? Wat ben je toch een prachtexemplaar van een mant Waarschijnlijk heb je niet eens over de zaak gesproken, en blijft het oude leventje voortduren, niet waar? «Neen, dat niet, de zaak was in een moment in orde". Natuurlijk, bij zulk een nette vrouw niet anders denkbaar. «Lientje, houdt toch op!" Wie begint er nu weer te twisten, ik of jij? «Wil toch niet altijd het laatste woord hebben". Ik vind liet opmerkenswaardig, dat je andere vrouwen, die je nauwlijks eenige oogenblikken gezien hebt, direct net vindt, en mij, je vrouw, heb je nimmer dat compliment gemaakt. Zij schreit tranen met tuiten, frommelt aan haar schort. «Maar Lientje 1" Ze wendt haar hoofd af. «Lieve Lientje!" Ze verlaat het vertrek, slaat de deur maai'toe, doch keert, na een oogenblik, als een ftirie terug, hare armen zwaaiende als molenwieken bij hevigen wind. En ik wil die lui daarboven toonen, dat ik de vrouw ben, mij is het onverschillig of ze denken, dat ik een Xantippe ben. Ik laat me niet meer die vuilheid wel gevallen, ik zal de hulp der politie inroepen. «Maar beste Lientje, wordt toch kalm; de meid zal eene schrobbeering ontvangen, en de zaak is daarmee afgehandeld". Afgehandeld? bij jou? ja, bij jou is alles afgehandeld, weet je wat je zijt? je zijt Ze stormt opnieuw de kamer uit en ik hoor dat de kat hare veelgeliefde rooie kater, vreeselijk miauwt. Had ik maar niet gezegd, dat de dame boven zulk eene nette vrouw wasl Ach, lieve God, men denkt niet altijd aan alles, aan dwaasheden. Allicht komt, na broeiende hitte, plotseling onweêr en stormde hemel wordt zwart. Wat je een moment te voren om den hals hing, vliegt het volgend oogenblik het huis uit; de echtelijke hemel verandert in een oogwenk, de temperatuur daalt van kookhitte op ijskoude, men doet dus wijselijk, als men altijd dik in de kleeren blijft, 't is beter het enkele malen het even te heet te hebben als influenza te krijgen, die van zoo langen duur is. In den echt zijn de temperamenten als water wat bijna kookt; oppassen is dus de boodschap, anders kookt het over. Een steenworp in het water teekent eerst een klein, dan een iets grooter kringetje, er komen al meer en meer, al grooter om grooter kringen, een wereldzee zou ten slotte nog te klein zijn, om den laatsten lering te omvatten. Met een onjuist gesproken woord in het huishouden gaat het ook alzooeen nietig ondoordacht woord verstoort den huiselijken vrede vaak voor weken, somtijds voor het geheele leven. Men begrijpt niet, hoe twee, die elkander hebben trouw gezworen, elkander zonder spreken kunnen voorbijgaanhoe zij te ruste kunnen gaan zonder elkander goeden nacht te wenschen; en toch zijn het ontwikkelde, beschaafde lieden die zóó handelen, als dwazen, als beesten. Schaam u, zegt het rustige deel, en het onrustige antwoordt, dat het zich niet behoeft te schamen't ligt in de lucht bij broeiend weêr moet het onweer losbarsten, het kan niet anders; eerst als de razernij voorbij is, komt de onmacht. Ik gal'mijne vrouw slechts in geringe, zeer geringe mate aanleiding tot heftigheid; 't heeft gedonderd,gebliksemd, gestormd, geregend, ergo er moet mooi weêr komen en het kwam, doch was van korten duur; reeds den volgenden dag was de lucht weer zwaar bewolkt. Je nette dame heeft je gisteren aardig met een kluitje in het riet gestuurd. «Hoe zoo?" Wel, de meid heeft heden het tafelkleed over onze bloemen uitgeschud, en hoor je wel hoe hard ze loopt? Dat doet dat schepsel om me te plagen. Ik open de tuindeur; waarachtig, al de rommel der kinderen ligt op en tusschen onze bloemenik luister en hoor dat de deern den looper uitklopt op het portaal. Ik trek me weder 't harnas aaneen costuum waarin mijne vrouw me het liefst ziet, dan heeft ze me slechts het zwaard in de hand te geven en ik storm er op los. Nu ben ik een goede, een allerliefste vent, 'k word zelf omhelsd, zoodra zij ziet, dat ik den stoot zal geven waar haven tegenstander staat. Ik was voornemens naar boven te gaan, de meid den tapijtklopper uit de hand te slaan. Plotseling echter keerde de windthans is mijne vrouw koudbloedig, ze weerhoudt me; blijf hier, ik zal met den heer van de meid spreken; dien heer maakt op mij altijd een aan- genamen indruk. «Dien lieer op jou?" Waarom niet? Zijne vrouw maakte immers op jou ook een aangename» indruk? Hou je rnaar kalm, ik zal het wel met hem klaar spelen, hem wel beduiden, dat gebunrschap zóó niet kan en mag wezen. Nu, ik had er vrede mee, doch onwillekeurig dacht ik, zou ze ook zoo kalm gebleven zijn, als ik kalm gebleven was? Inconsequentie, uw naam is vrouw. Doch juist door te handelen zooals wij doen, beoordeelt het publiek ons geheel verkeerd. «Me man is zoo opvliegend, verhaalt me vrouw aan elk die het hooren wil, ik moet hem altijd kalmeeren". Wijs ik haar later op het spel wat zij met "de vrienden en met mij speelt, dan is liet antwoord: »'t publiek behoeft alles niet te weten". Nu, ga je gang, spreek met mijnheer boven. Lang sprak ze met hem, eindelijk keerde ze op 't aardrijk weder. «Maar kind sprak ik, wat heeft die conferentie lang geduurd, ook ik kan jaloersch worden". Hare pogen glinsterden. De zaak is in orde, zeide zo rustig en eenvoudig, alsof zooiets vanzeïve sprak. De huisvrede was hersteld, dacht mij, ik kon in'n uiltje gaan knappen, ik zet me in een gemakkelijke stoel, rek me welbehaaglijk uit, sluit m'n oogen Tingeling, tingeling. De meid gaat naar voren en keert met een brieft in de hand in de kamer terug. «Voor mij?" vraag ik. Voor mevrouw. «Lientje! er is een brief voor-je. Met oogen als een kat, die, op de melkkan loerend, zich houdt of ze slaapt, bespied ik m'n wederhelft, en met schrik bemerk ik, dat de inhoud van het epistel werkt als een kool vuur in een buskruitvat. «Zoo'n brutale feeks!" meer wil er niet uit. De brief wordt me in de hand gestopt en ik lees: «Mevrouw, als u gelooft met mijn man te kunnen spreken over huiselijke zaken, die mij, als vrouw des huizes, alleen aangaan, dan vergist u zich, en met deze verklaar ik n, dat de meid van mij last heeft ontvangen, ook in den vervolge, niet op andere lieden te letten. Clara Wespensteek". Dan verlaten we dit huis, proclameert mijne vrouw! Eerst eene andere woning zoekenis die gevonden, dan die verschrikkelijkste aller wagens behalve de rouwkoets de verhuiswagen. Reeds zie ik het inpakken; reeds hoor ik 't gevaarte wegrijdenreeds ontwaar ik, bij het uitpakken, dat het beddegoed in nauwe aanraking met de koekepan is geweest; de oliekruik een deel barer inhoud aan m'n boeken heeft geschonken; 'lc zie gebroken porselein en spiegels, een troep vreemd volk in huis. De vloerkleeden zijn te klein, de gordijnen te kort ofte smal, het denk beeld alleen aan zooveel ellende maakt me wanhopig. «Lientje, wees kalm, zeg ik zoetsappig, ik zal met den huisheer spreken". Ik ga daarheen, deel hem, in geuren en kleuren, de onaangenaamheden, die van boven komen, mede, verzoek hem tusschenbeide te komen. liet gaat niet, de man zoekt uitvluchten, en eindigt met de bloemzoete schimpscheid «Ja, m'n waarde heer, wat zal ik u zeggen, vrouwen zijn een raar volkjeook ik heb zoo'n product, kan er dus over oordeelenstaal en ijzer zijn hard, men kan die metalen niet gemakkelijk vereenigen. Natuurlijk houd ilc u liefst als huurder, maar ik kan mij niet in de twisten der huurders mengen, geen partij kiezen". Zeker ben ik, dat de man hetzelfde aan de buren van boven zal zeggen 1 't Is waar, de man moet laveeren als een schipper bij contrariewindhij moet rechts en links knikken. Jawel, jawel, ik begrijp den man, zijne huurders liggen hem allen even na aan zijn huisheerlijk hart, mits ze pront betalen. Verhoudingen, vooruitzichten, eigenbelangen vormen de karakters der menschenmen kan niet zeggen, niet doen, niet laten wat men wil. Met loome voeten keer ik in miju gezellig huis terug, verhaal m'n wedervaren, en besluit m'n oratie met: «Kom, lieve Lientje, laten we ons die nietigheden maar niet aan trekken". Daar gingen de poppen opnieuw aan het dansen. «Noem je dat kleinigheden Nou, blijf jij dan hier, ik blijf geen uur meer in dit huis, begrepen?" Ik ken m'n Lientjeals ze zoo spreekt, valt er met haar niets meer aan te vangen. Nu, dan in godsnaam maar verhuizen; rol voort, vreeslijke meubelwagen. Die vrouwen, ach, die vrouwen W.S.W. Bs. Burg;ei'l(jko Htand vau Ziorlk/ee. gebo ren: 6 Dec. Een zoon van A. J. Ribbens en A. Enzlin. Een zoon van J. Viergever en C. Hanse. gehuwd: 2 Dec. J. Geradts, 44 j. en W. de Jonge, 35 j. overleden: 2 Dec. J. Kloet, 23 j., ongeh. z. 7 dito. II. W. van der Have, 4 j., z. MARKTBERICHTEN. Dordreclit, 8 December. Tarwe. Jarige puike Z., VI. en Overm. f 6,a l 6,50 Dito goede f 5,30 a f O,— Nieuwe puike Zeeuwsche, VI. en Overm. f 6,50 a f 7,10 Dito goede f 6,— a f 6,40 Dito mindere en blauwe f 5,50 a f 6, D«to zomer f 5,50 a f 6, Dito Canada f 5,— a I 5,50 Rogge. Zeeuwsche, Vlaamsche en Overm. f 5,— a f 5,50 Gerst. Winter-, Zeeuwsche en Vlaainsehe f 4,50 a f 4,80 Dito dito gestort f 5,10 a f Dito dito Overmaassehe en Flakkeesche f 4,a f 4,30 Dito Zomer-, Zeeuwsche en Vlaamsche I 4,a f 4,30 Dito dito Overmaassehe en Flakkeesche f 3,80 a f 4, Chevaliergerst f 5,a f 5,50 Haver, (lange) f 2,80 a f 3,50 Dito (dikke) f 4,— a I 4,30 Paardenbooner. f 6,%a I 6,50 Duivenboonen f G,a f 7, Witteboonen f 7,a f 7,80 Bruineboonen f 6,50 a f 8,50 Erwten (kook-) f 7,50 a f 8,50 Dito (mesting) f 6,— a f 7,20 Kanariezaad f 15,a f 16, Oostburg;, 7 December. Ter Graanmarkt van lieden was de aanvoer weder ruim, doch de kooplust zeer klein, vooral voor Tarwe, die opnieuw lager moest worden afgeven. Van overige artikelen behielden de beste monsters omtrent prijs. Mindere soorten echter eveneens lager. Men besteedde heden voor: Nieuwe Tarwe f 5,—, f 5,50 a f 6,50 Nieuwe Rogge f 5,—, f 5,10 a f 5,25 Nieuwe Wintergerst f 4,f 4,50 a I 4,75 Nieuwe Zomergerst f 3,75, f 4,a f 4,10 Haver f 2,75, I 3,— a I 3,25 Paardenboonen f 5,50, f 5,75 a f G, Groene Erwten f 6,50, f 7,— a f 8, Middelburg, 8 December. Ter Graanmarkt van heden was, bij redelijken aanvoer, de kooplust voor de meeste artikelen vrij levendig. Nieuwe Tarwe f a f 6,50 Rogge f 5,50 a f Wintergerst f a f 4,75 Zomergerst f 4,40 a I Witteboonen f 7,90 a f 8,— Bruineboonen f 8,a f Paardenboonen f G,— a f 6,25 Tuinboonen f G,50 a f Kleine Groene Erwten f 9,— a f 9,50 Koolzaad f 9,a f Versche Boter per kilo. f 1,05 a I 1/15 Eieren per 100 stuks f 6 80 Goes, 6 December. De aanvoer van alle artikelen was vrij ruim, naar Winter gerst was veel vraag. Volgens noteering werd veel verkocht. Nieuwe Tarwe f 5,50 a f 6,25 Rogge f 4,90 af 5,15 Wintergerst f 4,a f 4,40 Zomergerst f 4,_ a f 4^10 Haver f 3,— a f 3,10 Kookertwen f 8,a f 8,80 Bruineboonen f 7,20 a f 8,25 Paardenboonen f 6,25 a f Boter per K.G. f 1,30 a f 1,54 Eieren per 100 stuks f 5,20 a f 6,40

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 2