ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 26 November 1892. Eerste Blad. Radicalisms en Democratie. ADVERT EftlTi EN. Yer schijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 8239. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Yrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Anderhalf jaar geleden schreef de Nieuwe Rot ter damsche Courant//Als men spreekt van de //radicalen" dan wordt bedoeld die handvol mannen, //die indertijd te Amsterdam zich van Burgerplicht //hebben afgescheiden, en die er wel in geslaagd //zijn in de hoofdstad eenen kleinen aanhang om //zich heen te verzamelen, maar wien het niet z/schijnt te willen gelukken een.e partij in den z/lande te vormen". (Vgl. Be politiek der uRadi- caleti", April 1891). Twee en een half jaar geleden karakterizeerde genoemd dagblad het radicalisme aldus//Het //radicalisme onderzoekt niet Jiet beschuldigt; //het bewijst niet het stelt; het redeneert //niet het schreeuwt; het voert geen oppositie //met het doel om uit wrijving van gedachten z/zich zeiven en anderen licht te verschaffenhet //oefent crïtiek om critiek te oefenen", (25 Mei 1890). Dezer dagen schreef de Nieuwe Rotterdamsche Courant het volgende: //Bevordering van het een- //drachtig optreden van allen, die eene herziening //van het Staatswezen in democratischen geest //zijn toegedaan, zou het doel zijn van den //Radi- z/calen" Bond. Maar de eendracht bleek helaas z/ver te zoeken!//De //Radicale" //Bond is tot stand gekomen, maar slechts voor //een jaar, met een voorloopig" program en een z/voorloopig" bestuur. Na omkomst van dat jaar zal z/men nog eens beproeven, of het gelukken kan, z/de //radicale" geesten tot overeenstemming te //brengen en de overige punten van het program z/vast te stellen. Dat zijn nu de mannen, die zulk eenen hoogen //toon voerden bij de stembus, toen de liberale' //partij als afgeleefd, eu tot niets meer bruikbaar //moest worden ter zijde gesteld, en er eene//her- z/vormingsgezinde" partij moest worden opgericht, //die het Nederlandsche volk tot den heilstaat //voeren zou Wat zou er van het hervormjngs- z/werk zijn terechtgekomen, wanneer de kiezers naar z/de leidslieHep die zich aldus kwamen opwerpen, //geluisterd, hunnen raad gevolgd hadden Harde woorden zeker, maar in ieder geval ware woorden die harde waarheden bevatten, al zijn ze natuurlijk minder aangenaam voor hen die ze aangaan, en al zullen ze daarom door dezen, als on waarheid en laster "worden uitgekreten. Het Algemeen Handelsblad liet zich kortelings iu gelijken geest uit en schreef onder anderen het volgende //Het verwijt dat van radicale zijde tot de libe- z/ralen wordt gericht, dat dezen onderling het zoo //weinig eens zijn, is nu duidelijk gebleken niet //weinig op de ïadic&ièn van toepassing te zijn. //Men kan er wel zeker van wezen, dat, nu de z/heeren Treub, Gerritsen enz. door de andere //radicalen als reactionairen of conservatieven zullen //worden uitgekreten, evenals de //evolutionaire" //socialisten in de schatting der revolutionairen z/valsche broeders zijn. //Dat deze wereldhervormers reeds bij de eerste //poging tot formuleering hunner beginselen zoo //verdeeld zijn gebleken, is een nieuwe aanmoedi- z/ging voor de liberalen om langs den geleidelijken //Weg naar verbetering te streven". Het orgaan der radicalen, het dagblad de Am sterdammerlaat zich natuurlijk geheel anders uit. Yolgens dit blad voorspelt de geboorte van den Radicalen Bond //iets goeds". Deze uitdrukking klinkt zeker bescheiden, geheel anders dan de Amsterdammer gewoon is te spreken. Aan den anderen kant kan men echter ook de opmerking makendat iemands bescheidenheid minder be- teekent, naarmate zijn eigen beteekenis tot het nulpunt nadert. En dat aan de bescheidenheid van het radicale dagblad dan ook geen te groote waarde moet gehecht worden, blijkt uit de wijze waarop genoemd blad de radicalen stelt tegenover de liberalen Dan werpt het al zijn bescheiden heid van zich en schrijft brutaal weg: //De //stichting toch der radicale partij; is wel de //krachtigste veroordeeling van het liberalisme, zooals dit in zijn nadagen zich den volke ver- toont". Het trof ons, dat op den vooravond van den stichtingsdag van den Radicalen Bond, door Mr. Treub in eene vergadering gezegd werddat de liberale partij geen partij meer is. Dit is eene variatie op zijn bekende oude thema: dat de liberale partij eeue oude-jongejuffrouw of oude vrijster is. Alle beeldspraak van dit soort ter zijde gesteld, zoo is het begrijpelijk, dat, waar de partijen tegenover elkander staan, de eene van de andere verklaart: dat zij met onvruchtbaarheid geslagen is en niets voor de toekomst belooft. Zulke voorspellingen zijn echter vrij goedkoop, maar eveneens zeer oppervlakkig. Zal een poli tieke partij iets meer dan een dagvlinder zijn, dan verandert zij ook maar niet onophoudelijk, en waar de radicalen indertijd de vrijheid hebben genomen om zich van de liberalen af te scheiden, gaat het daarom niet aan dat de radicalen eischen dat de liberalen hunne gehoorzame volgelingen zullen worden. Wat de toekomst der radicale partij zal zijn, laten wij daarom daar; waarom de liberalen zich nooit in de radicale partij zullen oplossen echter van groot belang om met eenige trekken aan te geven. In de vergadering, die te Amsterdam onder leiding van den heer Gerritsen gehouden werd tot behandeling van het concept-reglement van den Radicalen Bond, werd het voorstel van een der aanwezigen, om den naam te doen luiden: Bond van de democratisch-liberale partijverworpen. De heer Gerritsen voerde toen onder anderen aan dat alle liberalen zich tegenwoordig: democraten noemen. Dat laatste ontkennen wij ten sterkste. Liberalisme en Democratie zijn niet hetzelfde. Zijn er misschien liberalen, die zullen bewerenwij zijn democraten dan hangt er in dezen alles van af: wat men met dien naam bedoelt. In Amerika staat bijvoorbeeld //democraat" tegen over //republikein", is een democraat geen republikein, en een republikein geen democraat. In ons vaderland is het daarentegen niet maar alleen van de sociaal democraten, maar ook van alle soort van democraten eene eigenaardigheid, dat zij //republikeinen" zijn. Een Nedèrlandschén democraat moet het onmogelijk zijn of ten minste groote moeite kostenOranje bovente roepen. Nietgoed geregeerd te worden maar: zelf mee te regeeren is zijn idéaal. En waar hij het druk heeft over //volksregeering" en //algemeen stemrecht", heeft men hierin niet zoo zeer de liefde voor het volk te zoeken, dan wel de lust van hem, die in eigen oogen niet hoog genoeg staat, om met behulp der lagere volks klassen het standpunt te bereiken, dat men zich zelf waard keurt. Kort en krachtig drukte Professor Buijs het uit in zijn gids-artikel van November: //Wel verre, dat algemeen stemrecht het laatste //woord zou zijn van de democratie, zoo is het //niet -anders dan hare eerste nog zeer onvolkomen //levensuiting. Haar laatste woord is, dat de sou- z/vereine staatsgemeenschap, dus het geheele volk, zelf de leiding van 's lands zaken aanvaarde". Nu beweren wij, dat er duizende bij duizende liberalen hier te lande zijn, die in het minst niet begeerig zijn om deel der regeering uit te maken, maar zeer tevreden zijn wanneer zij leven onder eene goede en rechtvaardige regeering. Bij de radicalen is deze soort van tevredenheid echter evenmin te vinden als bij de sociaal-democraten. //Herziening van ons staatswezen in democratischen //geest", dat de hoofdleuze 'is der radicalé partij, heeft in hunnen mond heel wat te beteekenen. De term is vaag en rekbaar genoeg om er alles van te maken wat men wil. Men kan met die leuze kómen tót een republiek, tot een sociale republiek, ja tot een sociaal-democratische republiek. Het hangt' er al te maal maar van af hoever men in dezen weer gaan wil met de //gelijkstelling der //meerderjarige Nederlanders ten aanzien van de //uitoefening van staats-burgerlijke rechten". //Ge lijkheid" is toch een ideaal, waarnaar de radicalen streven zoo lang hunne macht nog niet gelijk is aan die der libéralen. Er zijn nu echter al sporen genoeg1 voorhanden/ die er op wijzendat zoo het gelijkheidsbeginsel der radicalen de zege mocht behalen, het vrijheidsbeginsel der liberalen jammer lijk geschonden zal worden, en daarom moeten de liberalen op hun tellen passen, en de radicalen overal waar het noodig is bestrijden. Bij de stichting van den Radicalen Bond heeft zich het merkwaardige verschijnsel voorgedaan dat het Tweede Kamerlid Tydens en zijn 25 aanhangers zijn weggeloopen omdat de radicalen het privaat bezit in hun program wilden handhaven. Droevige ironie van het lot! Toen indertijd het radicale gemeenteraadslid Heineken eens verklaarde dat de radicale partij niet door den heer Tydens in de Tweede Kamer vertegenwoordigd werd, trok het dagblad de Amsterdammer aanstonds van leér en hield het tegendeel vol. Door het afscheid van den heer Tydens aan de radicale partij, blijkt er dus minstens tweeërlei radicalisme en tweeërlei opvatting van de partij der radicalen te bestaan. Ook verdient het opmerking, dat de heer Oroil, de vroegere vurige, sociaal-democraat en gewezen vereerder van Domela Nieuwenhuis, zich wilde aansluiten bij de radicalen en het radicalisme als een soort van toevluchtsoord beschouwde voor hen die zich noch bij de liberalen noch bij de sociaal democraten te huis gevoelen. Dat laatste ver schijnsel is vooral bedenkelijk. Als de grens tussehen de evolutionaire socialisten en de radi calen zóó gering is, dat de eersten maar bij de laatsten hebben over te stappen, dan bewijst deze verhouding wel dat het radicalisme allerminst anti-socialistisch is, zooals men het wel eens heeft voorgesteld om het smakelijk te maken. Te rekenen naar de bestuursleden van den Radicalen Bond en hunne woonplaatsen, zetelt het radicalisme in Amsterdam, Rotterdam, Groningen, Utrecht, Delft, Leeuwarden, Alkmaar en Hoorn. De Schijn bedriegt hiér echter; menige afgevaar digde op de algemeene vergadering der radicalen in de hoofdstad had toch, gedachtig aan de ge meente waarvan hij was opgegaan, kunnen zeggen het radicalisme ben ikDe eenige plaatsen toch, die indertijd door het uitbrengen van stemmen op radicale kamercandidaten eenige bekendheid als zetels van het radicalisme hebben verkregen, zijn AmsterdamZaandam, Hoorn, Beverwijk en Win schoten. Zelfs al bestond er proportioneele ver tegenwoordiging hier te lande, zou de partij nog 4/5 te klein zijn om in aanmerking te komen voor een afgevaardigde in de Tweede Kamer. Zij heeft zich dus niet te beklagen, ook nu de geachte afgevaardigde Tydens niet meer voor de afgevaar digde der radicalen kan doorgaan. Men zal misschien opmerken dat de jeugdige politieke partij voorloopig tevreden is en kan zijn, nu de heer Gerritsen is opgetreden als politieke leider, en de heer Treub als hoofd-redacteur van het Sociaal Weekblad de sociale leidsman der radicalen is geworden. Dat tweetal vertegenwoor digt zoodoende toch gemeenschappelijk //de sociale politiek", en heeft niet een eminente persoonlijk heid als Professor Quack, toén hij zeven jaar ge leden over Sociale Politiek schreef, gezegd: of z/men het zich wil ontveinzen of niet, de rnaat- schappelijke vraagstukken staan op den voorgrond". Ongetwijfeld de maatschappelijke vraagstukken staan op den voorgrond eu hunne oplossing hangt stellig af van superieure persoonlijkheden, niet van volksmenners en volksvleiers, niet van poli tieke tinnegieters. NIEUWSTIJDINGEN. Frankrijk. Rothschild heeft wederom aan de 20 maires te Pargs 100,000 frea. gezonden voor de armen, die hnn huishuur niet kunnen betalen. België. Brussel, 23 Nov. Heden heeft de correctioneele rechtbank twee socialisten, die bjj de bloedige botsing met de politie op 7 November 11. in hechtenis genomen waren, tot 31/2 en tot 3 maanden gevangenisstraf ver oordeeld, wegens het toebrengen van verwondingen en wegens verzet tegen de politie. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. L A N D B O U W. Een veehouder schrijft aan het Ned. Landbouw weekblad: «Voor plm. 30 jaren kre9g ik mond- en klauwziekte onder mg a vee. Die van den len stal, 2 ossen, kregen ze het eerst, 2 dagen later de 2e Btal en zoo giDg het door. Toen die van den 5 a stal, een paar koeien, ze kregen, begonnen de eerste 2 ossen klauwziek te worden en een paar dagen later de 2 volgende ossen. Ik besloot toen tot een béroïek middel en dat hielp. Het vee, dat blgken gaf van tODgblaar door weigering van voedsel, werd de mooti geheel en al nitgewasschen met het volgende mengsel: */3 liter moBterd, 1 liter azjjn en een flinke handvol keukenzout. Dit dooreen- geroerd, werd met een stok, waar aan het einde linnen lappeu waren gebonden, zoodat het een kwast vormde, het vee in de mondholte, op de tong enz. flink in- gewasBchen (men make zich volstrekt niet baog), wat in een oogenblik is volbracht, als êéa het rund den kop onder den arm neemt en een ander het mengsel insmeert. «Zjj die 's morgeDa weigerden te eten namen dan 's avonds reeds weer voedsel tot zich, als met water gemengd gersteomeel eriz. en niet zelden den volgenden dag weer hooi. Daar het mjj voorkwam, dat het klauw zeer een gevolg was van sljjm, dat uit de mondholte afvloeit op de klauwen, ging ik ze de klauwen 3 maal daags met traan (olie of vet zal misschien even goed zjjn) besmeren tot aan het kniegewricht, en de achter- klauwen tot het onderkoutgewricht, en met zooveel succes, dat de 4e stal geen klauwziekte kreeg. «Van de 30 stuks vee hebben 18 tongblaar gehad en 6 slechts, als gevolg daarvan, klauwzeer. «Ik zou wenschen, nu mjj dezer dagen dat recept in handen viel, dat er overal proeven mede worden ge nomen, in hoeverre het in andere gevallen resultaat zal geven". Het middel is eenvoudig en te probeeren. RECHTSZAKEN. In haar vonnis tot vrijspraak der drie gewezen opzichters in het krankzinnigengesticht te 's Hage overwoog de rechtbank omtrent den hoofdopzichter W. K. en den opzichter J. P. F. G., dat het bewps van hnn schuld niet is geleverd. Omtrent den derden beklaagde P. C. v. G. overwoog de rechtbank dat alleen gebleken is, dat beklaagde enkele malen in den zomer een patiënt op de open plaats heeft gereinigd door hem emmers water over het bloote lichaam te werpen, doch dat dit niet langer gedaan werd dan voor de reiniging noodig was; dat, hoe afkeurenswaardig dergelpke manier van reiniging ook moge zjjn, zjj niet als mishandeling kan worden beschouwd. Saimenspraike tussehen Jilles Krukel en Stoffel Bieze. XXVI. Jilles. Goeijen aivend buurt, et werk is nog wel niet an de kant, mar ik komme je tog weer is opzoeke, 'n mens eit soms beoefte om is te praiten, in m'n bin jairen erwairs an mekandere gewent, zoodat m'n vertrouwelik kunne weze in onverdeeld de zaiken bespreke. Stoffel. Ja buurt, dat is 'n groat voorrecht, want dat aipert tegenwoordig nog al veel. Sommege praite mar nair je mond, in as ze van je vandaine binne, dan is 't krek anders omme, 't is of ze d'r eil in scheppen om kwaid van je te praiten. Jilles. Laite m'n die boasdoeners dan mar op zie zette, want ze bin te gevairlik om te ontmoeten. Ik wil liever de zaikjes bespreke. Ik vernome, dat je suukerpeeën eindejik an de kant bin, dat eit van 't jair nog al ejoekstairt, om ze van 't land te ailen. Gelukkig bin 'k er oak deur. De opbriengste is bizonder goed, mar toch nipt ik zegge, dat m'n lucernklaovers meer opëbrocht Ik kreeg van de twee sneeën, vuuf voer ooi van 't met, in verkocht et voor f 38 et voer, in dat koste m'n niks as et maoien in opooien plus et mennen, dat is toch veel voordeeliger. Stoffel. Ja, dat is wair, mar ieder kan geen lucern kweeke, ofschoon onze gronden er goed voor bin, je mot er verstomt van stai, dat et duunzand zoaveel kan geven. Jilles. Prait noe niet van duunzand, dair is toch nog 'n laigje grond op dat et goed maikt. As 'n vrimde dat oirde, zouwe ze dienke dat enkel zand zukke miraikels gaive. Stoffel. Dat is zoa mar, je mot et toch be wondere, dat er zoa nai bie de duunen zukke goeije gronden bin. Jilles. M'n wone in 'n gelukkige streke Stoffel. Je eit ier aoles wat je verlange kunt, goeije grond, veel goeije mensen, die aoles doe om je 't angenaira te maiken. Je eit ier ruum zoaveel as in Zurkzee. In de zomer mooie wandeliengen, 'n zweminrichtinge, kermisse zonder opstoatjes. In de winter iesclub, jacht op onschaidelik gedierte, muziek- uutvoeringen, wat wil je nog meer? Stoffel. Wat of de mensen toch meer wete te leven as toe willie kinders waire, toe wiste m'n van toeten of blaizen, in noe wete m'n van diengen dair in die tied de grootste eeren niks van wiste, Jilles. Dienk je dan buurt, dat er voor niemendaole drie of vier onderwiezers in de durpsscholen stai. In m'n kunne ze mar niet meer misse, ik oirde v.in de weke nog zegge: gelukkig, dat m'n zoa gauw 'n anderen onderwiezer züïle kriege. Stoffel. M'n zulle nog al veel verlieze an onze goeije meziek-direeteur, 't is jammer, mar gelukkig dat ie in beter kondisie komt. Jilles. Ja man, m'n magge niet verlange dat 'n oppassend mens aoltied dezelde knecht bluutt. Stoffel. Dat is wair, al kit ons durp wat achterof, toch maike de mensen ier nog al avancement. Jilles. Ik zou er de stad niet voor wille ruile. Stoffel. As je dair noe is 'n duuzend gulden te verteeren aode, in vrie uusuure op de ouvye aivende? Jilles. Dan nog niet buurt, want wairschienlik zou ik zoaveel lasten motte betaile, dat ik beter op Aimstie kon bluuve. Ik oirde Kloas Babbelair zegge, dat ze jairliks motte veroage in den omslag, want de uutgaiven worre gedurig groater, ie aode oirt, dat er meer peliesie most komme, in dat et nieuwe aivenplem oak 'n onderd gulden of drie boven de begroatinge zou komme, in dan aod ie nog oire prevele van de Duuvelandse brugge dat ja dat dat wist ie niet best, 't was zooies van oplappen zeit ie. Stoffel. Eije nog edocht om is te vraigen nair dat gebouw in de Poststraite, dair m'n mit kermisse nair stai kieken Jilles. Jao, dat ek net. Dat is 'n uus van 'n segarre- fabrikant. Je weet wel, 't liekte wel 'n kasteel zooas bie ons in 't bos stait, mit 'n toren d'r op. Mar Klaos wist niet of 't 'n toren of 'n euninkbiekurf most worrè. Mar 't zal toch 'n toren weze, docht ie, want in de manuusstraite aode ie oirc praite, dat ze bie de raid 'n adres wouwe indiene om die straite 'n anderen nairn te geven, omdat er toch geen ouwe mannen meer in woonde, in dairom mar nair et oekuus te noemen: de Kasteel- of de Torenstraite. Stoffel. Oe kun ze d'r eige toch mit zukke flauwe diengen inlaite? Mar ik kan et goed begrieppe, dair bin zoaveel mannen in vrouwen in de stad, die eel den dag niks uutvoere as praite, in wat motte ze toch aoltied verandele? 't Was te wenschen dat er voor die niksdoeners 'n werk- inrichtinge was, dair ze d'r broad in konne in moste verdiene, dat zou beter uutkomme as de soepketel, wairmee ze nog zelden tevreê bin. Jilles. Jie wordt nog Menister van Finanties, ik kan merke dat je vooruut gait in je dienkverraogen, dat komt zeker omdat je de Nieuwsbode leest. S t o f fe I. Dat is te zeggen, as je nooit ietwat leest as erten in boonen, dan raike je gedachten op sokkel, in je gait geliek op mit de kaolvers, die op stal stai. Jilles. Dat is zoo, mar eije lest kaolvers op de mart ekocht? Dair ek zoawat van oirt. Stoffel. Nee, ik niet in stad eweest, mar Beije eit ze bie m'n ebrocht. Jilles. Ouw je die noe wel goed apart,want de Ollandse beesten motte vier weken ofëzonderd stat. Stoffel. Worre dan die beesten niet ekeurd deur de veearst? Jilles. Ja zeker, dair mankeert niks an, as de boat 's aivens in den donker ankomt mit ?n 60 beesten, dan begint de veearts eest aol de tongen te bekieken, dan de poise voele in dairnai de poatjes, dat is 'n groat werk, mar de vecouwers bin d'r deur gedekt, dat ze geen zieke beesten kriege. Ten overvloede kriege ze 'n papier mee, 'n soort veruusbiljet, in zoa komme ze bie de veeouwers op stal, om dair onder streng toezicht 30 daigen buuten aole anraikinge te bluuven mit je eige vèe. De pelisie out dair streng toezicht op. Stoffel. Ik wel 'n papier ekrege, mar ik. docht dat et de rekenienge was, in dair was ik niet ineer benieuwd nai. Mar ik zal is d'r nai zoeke, in dan merge 'n vloerzeiltje tussehen de beesten ange. Jilles. 't Bin zeker mooie beesten, want ik mot zegge, de koapluu d'r eere van, zooas ze wekelijks inarte. Stoffel. Ja, 't bin mooie beesjes, twee vairsjes, ik plan om er koeijen van te laite maiken, in dan stier ik m'n melk nair de fabriek, want ik oire, dat er zeker in vast 'n tram komt, die van Zurkzee over Aimstie nair Brouwersaiven zoa rond ried nair de stad. Jilles. As je toch de rekenienge uut de Nieuwsbode naigait, in die juust is, dan vrees ik voor dat zaikje. Stoffel. Och Jilles, 't komt net uut zooas ik edocht je kunt op aolerlei wiezen rekenen, je eit toch wel eleze wat of de Voorzitter in de Secretaoris van den tram d'r van eschreven dat stong op poaten, die eeren bin beter op de oagte. Jilles. Dat is wair, mar die bin zoa slim, dat ze aoles niet zegge, in die zulle laiter komme mit 'n verrassinge, dair m'n aolemaile verstomt van zulle stai. Stoffel. Ik bin mooi in m'n schik, dat die mannen zoa deurwerke, want ik zegge mar, d'n cram kan ruum zoa goed bestai as de boatwaigen van Buigii, want ik zal d'r zeker 'n keer mee rieje. Jilles. Ik wil je gaim geliek geve, mar vergeet niet dat er geld voor nuodig is, in dat meest aole gemeenten zitten te zuchten, onder vroegere schulden i.. edendaigse lasten, in je weet et, as et er niet anzit, dan waig je niet om ies bizonders op 't spil te zetten. Stoffel. Dat is tenminste verstandig, want as je varder wilt sprienge as je stok lank is, dan kom je lichtvairdig in de slik terechte. Jilles. Dat is tegenwoordig zoa erg niet as vroeger, de mensen weete er 'n kunsje op. As ze b.v. failiet slai, dan gai ze laiter van d'r renten leve, in dairom wordt et zoa nauw niet enome, 't wordt zoo'n soort gewoonte, in de geleerde zegge: gewoonte is 'n tweede nature. Stoffel. Oir is Jilles, je mot niet te geleerd worre, ik kenne mar eene nature, in dat is m'n Griette as ze boas is, dan probeer ik om ze wat te bedairen, mar dan zeit ze: zwieg mar, dat zit in m'n nature. Noe kuije wel begrieppe wairom ik niet nature-achtig bin. Jilles. As je in dien zin mar is kennisse emaikt ao mit goeije naturen, dan zou je wel anders praite, dat eije wel oirt op de vergaiderienge van de iesclub, dair bin veel goeije mensen, dairom eije aoltied geen geld te bezitten, 'n ermen tobbert kan, deur mee te werken in het goeije, oak al veel nut dóe, die geld eit natuurlik meer. Stoffel, Ik lest oirt, dat er 'n belastingekomt, dat de rieke voor ons betaile, dan zulle m'n beter bie kas weze as tegenwoordig. Jilles. As de priezen van de Landbouw-opbriengsten nog eenigen tied zoa bluuve, dan zal je ondervinde dat je in 't geëei geen kasse meer eit, in dan kunne de geldmannen aoles voor ons betaile. Stoffel. Jao buurt, dat loapt glad verkeert, ik bin blie dat 'k de duiten van de suukerpeeën binne anders kon ik niks betaile. Jilles. 't Is voor mien 'n raidsel oe de mindere man van de winter an de kost mot komme. Ik mot gul bekenne, dat ik m'n errebeijer niet kan ouwe. As eel de opbriengste van m'n land bie raekaore is, dan kan ik ternauwernood m'n pacht in de ambachtsluu betaile, zoadat er om te verwerken niks overschiet. Stoffel. Ik mit m'n errebeijer dair oak al over eprait, dat, as ie bie m'n wilt bluuve, z'n daggeld minder wordt, 't is wel erg, mar 't kan niet anders. Jilles. Dat bin noe de gevolgen van den goedkoapen tied, in dairvoor wone m'n in 't vrieë Nederland, dair aoles vrie inëvoert wordt. Van aole kanten roepe zede landbouw motte m'n zoaveel mogelik voorstai, de mensen bin bver- tuugt, dat ons landje in 't bijzonder van de landbouw mot leve. Mar as 't op een andelen komt, dan ange ze de stief moeder uut, zoowel in de Generale- as in de Provinciale Staiten. Den eenen is tegen de bescherminge in den anderen is 't er niet voor. Ik oirde 'n lid van de Staiten zegge, dat er 'n eer uut Ontenisse an de Provinciale Staiten vriedom van tol evraigd aode voor de melk nair in van de butterfabriek te ver voeren. Ze waire et aolemaile ens om de boerestand voor te stain, mar de meerdereid was er toch tegen om vrieeid van tol te geven. De mensen wille mar niet begrieppe, dat et wemigje tolgeld in de Provinciale kas onmerkbair is, ia voor et belang van 'n fabriekje zoaveel tegemoete komt. Stoffel, 'tis in sommige diengen nog net as in den ouwen tied, ze ouwe de boerestand in de mindere man liefst nog wat in toam, net as wildei de pairden: op de stuitreepe zette. Jilles. Soms is dat wel goed. omdat sommige mensen anders te ard zouwe zeile, mar m'n motte niet vergete om voor 't algemeen belang wat toe te geven. As de nievere^stand niet vortgeolpe wordt, dan kan er geen bloeijende "rnait- schappie bestai. In de meeste oage vergaideriengen zitte ze te redekaivelen over belastingwetten, stemrecht of polder- regleinenten, dat niet veel airde an den diek briengt. Wairoin praite ze niet om werk te verschaffen. Wair schienlik eit et riek nog wel gronden te ontginnen, de provincie wel iets te verbeteren, in de polders wegen rond te leggen, dat vooraol in Schouwen noodig is. Stoffel. Weet je wel dat die wegen verpacht bin om te beweijen. Jilles. Dat is wair, dair mot rekenienge mee geouwe worre voor 't aolgeineen belang, want et beetje gras an de kanten is meer waird dan *n goeije wegt. Perjaobel buurt, 't is laiter eworre as ik docht, m'n Saore zal mit ongeduld zitte wachte, wel te rusten. Ingezonden stukken. Bedenkingen tegen Algemeen Kiesrecht. Mijnheer de Redacteur 1 Naar aanleiding van hetgeen door X. en A. in uw blad geschreven werd over Algemeen Kiesrecht, verzoek ik u vriendeljjk het onderstaande op te nemen. Het is ontleend aan wat de heer J Verslwjs in dit jaar over Het Algemeen Kiesrecht en Het Kiesrecht van Mr. Tak van Poortvliet schreef. De heer Versluys is geen Rus, maar een Nederlander. Hjj is noch dom noch onbeschaamd, maar in ons geheele vaderland als Bchrjjyer bekend. Vooral in de onderwijzerswereld kent ieder deh heer Versluys. Hij nu schrjjft onder anderen het volgende Werkelijk, wie oor en hoofd heeft om te hooren «en in derdaad hoort, wie oogen heeft om te zien en »inderdaad ziet, moet wel overtuigd zjjD, dat de tjjd «voor Algemeen Kiesrecht nog niet gekomen is." Waar de beteekenis van het Kiesrecht wordt over-, «schat, gaat de kiezer ook 2|jn eigen gewicht over schatten en hiervan ondervindt het huisgezin de «nadeelige gevolgen. Nu zit reeds menigen avond een «aantal arbeiders te luisteren naar de wgsheid van «een politieken tinnegieterterwjjl een groot deel «van hen beter op hun plaats zou zijn aan den huise- «ljjken haard bjj vrouw en kinderen." «Willen veel onbevoegden Kiesrecht, dan gaat het «toch niet aan het hun te verleenen, alleen omdat ze «het verlangen. Met zulk een grond komt men dus «geen stap verder. Toon aan, als ge kunt, dat Algemeen «Stemrecht noodig- is of gawenscht et; dan moet het «verleend worden, onverschillig of het verlangd wordt «of niet. Is het verkeerd of ontijdig, dan moet het «niet verleend worden, al werd net alle dagen ge- «vraagd". «Onze Grondwet ie een belangrjjker stuk van den Nederlandschen Staat, dan eene heele meeting van «kiezers en niet-kiezers." «Ook ten onzent weet men vooruit van de meerder sheid der lieden, die luid om Algemeen Kiesrecht «vragen, dat ze niet zullen ophóuden met vragen en «eischen, voor zjj de vrjje beschikking hebben over de «beurs der meergegoeden." «Mannen als Mr. Treub betoogen nu reeds aan de «werklieden, dat het strjjdt met de wet om een werk- sman van een gasfabriek, die onder de overige werk lieden strooibiljetten verspreidt, o. a. door hem onder steekend, waarin de directie zonder goede gronden «wordt uitgemaakt voor alles wat leeljjk is, op grond «van een vergrjjp tegen de discipline een lageren rang «met lager loon te geven. (De verspreiding had plaats «buiten de fabriek. Bedoelde werkman genoot ƒ16,50 «in de week voor matig werk, zooals een collega van «hem meedeelde). Dat alles moet de directie ljjdeljjk «dulden. Zjj mag zoo'n werkman niet ontslaan, maar «de werkman mag heengaan wanneer hg wil." «En de heer Treub kan weten, dat de werklieden «tot wie hg aldus spreekt, het reeds vooruit met hem «eens zjjn. Hjj stjjft ze allen in hun ongergmde op- vatting en breidt het aantal aanhangers van zulke «onpraktische en voor de werkgevers on bill jjke eischen «wat uit". «En elk kiesrecht, waarbjj de belangen van allen «moeten behartigd worden door een enkelen stand, «die in ontwikkeling en welvaart het laagst staat, is «een nationale ramp". «In de wetsontwerpen van den heer Tak van Poort- vliet mist men eiken waarborg, dat de betalende «minderheid niet zal geplunderd worden door de niet- «betalende meerderheidEn dan is zeker wel «het domste wat men zou kunnen doen, aan de niet- bezitters alle 'macht te geven". «Men zegt wel, dat het volk om kiesrecht vraagt, «doch dit is Blechts een deel, en wel een deel waarvan «de meestén bewjjzen ongeschikt te zjjn. Ongeschikt «zjjn zjj, voor wie de woorden vaderland en vrjjheid «gdele klanken zjjn, die niet weten welke rechten «ons vorstenhuis heeft, die tegen het kapitaal achet- «teren". Weekmarkt te Zierikzee24 November 1892. Boterprijzen: De Boter is verkocht voor 60, 62ya, 70 en 75 Ct. de 5 Hectogram. Kip-eieren: De Kip-eieren zijn verkocht voor f 1,l,121/a, ƒ4,20, 1,25 en 1,50 per 25 stuks. STOOMBOOTDIEN ST Middelburg en Zierikzee. Tijd Nov.—Dec. 1893. van Greenwich. (Spoortijd). Van Middelburg: Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 30 7,15 Donderdag 1 7,15 Vrijdag smorg. 26 7,15 27 7,15 28 7,15 29 7,15 7,15 'smidd, 1,— 1,— 1,— 1,— 1,— 1.— Van Zierikzee: Zaterdag Zondag Maandag 26 7,30 27 7,30 23 7,30 29 6,40 Woensdag 30 7,30 Donderdag 1 7,30 Vrijdag 2 7,30 'smidd. 1,30 1,30 1,30 1,30 1,40 4,— Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der Boot, (tijdig voor de ochtendreizen op den voorafgaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Cat- sche veer, zal om een bijwagen zoo noodig naar Goes worden getelegrafeerd. Schipper A. v. n. HUCHT, vertrekt Woensdag: van ZIERIKZEE naar MID DELBURG en des Vrydng-uamiddaKS van MIDDELBURG naar ZIERIKZEE. Ge trouwd JOZEPHUS MATTHEUS PLAUM CORNELIA APPELS. FRANCISCUS WILHELMUS PLAUM en MARIA APPELS, die, ook nameos wederzjjdsche familie hunnen hartelijReii dank betuigen voor vele bewjjzen van belangstelling bij hun huweljjk ondervonden. Zierikzee, 22 November 1892. Voorspoedig bevallen van een Zoon P. VAN DER BIJLBËRMAN. Zonnemaire, 24 November 1892. van Burgh op Zierikzee. Aan het geachte publiek wordt kennis gegeven, dat er van af heden des Donderdags DJETOUD- HLAAB-XEUr worden afgegeven, geldig voor éép dag, a 1 ©ld. de persoon, mits vooraf plaats bespreken en voor zooveel als er plaats is. DE ONDERNEMERS. Burgh, 22 November 1892.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1