ZIEBIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 15 October 1892. I DE KETELTROM. Eerste Blad. ADVERTENT1EN. FEUILLETON. Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6221. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van Zieiukzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Maandag- den 17 Oetober e.k., des namiddags te 2 uur, op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal gehouden worden. Zierikzee, den 14 Oetober 1892. De Burgemeester, Cu. W. VERMEIJS. ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN: Mededeeling van ingekomen stukken. Behandeling van het plan van aanleg van het gedempte gedeelte der Oude Haven, enz. De nieuwe Redactie van het Sociaal Weekblad. Toen officieel bekend werd gemaakt, dat Mr. Ker dijk als redacteur van het Sociaal Weekbldd zou aftreden, en worden opgevolgd door Mr. M. W. P. Treubhebben wij dat openlijk geen verbetering genoemd in een hoofdartikel van 13 Augustus j.l. Nu Mr. Treub met 1 Oetober j.l. als redacteur is opgetreden, willen wij eenige regelen wijden aan de nieuwe redactie van het Sociaal Weekblad, en aan den éénen medewerker, die is afgevallen, en de negen nieuwe medewerkers, die zijn opgetreden. Mr. Treub vangt zijn werk als redacteur met een woord vooraf aan. Hij schrijft daarin onder anderen bet volgende: Het Sociaal Weekblad was tot nog tóe Kerdijk's «blad. Van de eerste tot de laatste bladzijde sprak »uit elk door hem geredigeerd nummer Kerdijk's »Dit gaat nu anders worden. Maar de lezers «van bet Sociaal Weekblad zullen bet zeker niet minder dan de nieuwe redacteur op prijs stellen, »dat de beer Kerdijk zijne handen niet geheel van «zijn kind aftrekt. Onder de nieuwe medewerkers begroet ik niet >ééu met zooveel ingenomenheid, als Kerdijk zelf. »Niet omdat ik bet in alle opzichten met mijn voorganger eens ben. Maar omdat wij, jongeren, >al zouden wij hem nu en dan met wat sneller »pas willen zien marcheeren, volmondig erkennen, «dat hij, ook en niet het minst door hetgeen hij «als redacteur van dit blad deed, in vele opzichten >onze leermeester geweest is". Dat alles klinkt op den eersten indruk waarlijk heel lief, al moet men bij nader inzien ook erkennen, dat bet minder lief is van Mr. Treub, om den heer Kerdijk, nu bij van voorganger tot medewerker is afgedaald, te willen forceeren om den versnelden pas aan te nemen. Daaruit blijkt alweer, dat een progressieve liberaal in de oogen van een radicaal nog altijd te langzaam voorwaarts schrijdt. Behalve de heer Kerdijk, zijn nu als nieuwe medewerkers opgetreden: Mr. Z. van den Berg, de heeren H. J. Biederlack en C. V. Gerritsen, Professor Cort van der Linden en de heeren P. Nolting, H. W. J. A. Schook, P. L. Tak en F. M. Wibaut. Van de vroegere twaalf medewerkers hield Dr. J. Zaaijer op, zijn vertrouwen in den nieuwen redacteur te stellen. Wij kunnen ons dit laatste zeer wel begrijpen, wanneer wij ons voor den geest roepen, hoe eenigen tijd geleden in de Tweede Kamer Dr. Zaaijer zich uitte tegenover het radicale kamerlid Tijdens. Dat Dr. Zaaijer de medewerker van de Nieuwe Rotter- damsche Courant weinig lust gevoelt om met radi calen samen te werken, is even natuurlijk als dat de redactie van het Algemeen Handelsblad en die van de Amsterdammer nooit compagnons zullen worden. Het verwondert ons dan ook nog minder, dat Dr. Zaaijer als medewerker van het Sociaal Weekblad bedankt heeft, dan dat mannen als de hoogleeraren Buijs, Drucker, van Hamel en Quack, om enkele der oude medewerkers te noemen, er in bewilligd hebben, zich te onderwerpen aan de controle van den privaat-docent Treub. Als gemeente raadslid van de hoofdstad, heeft de heer Treub toch al eens eene vergeefsche poging gedaan om een hoogleeraar voor hetgeen hij als rector magnificus der Universiteit gesproken had, tot de orde te roepen, zoodat wij ons, daaraan gedachtig, begrijpen kunnen: dat het niet weinig streelend voor zijn zelfgevoel is, omdat, wat hoogleeraren in het Sociaal Weekblad schrijven willen, aan zijn controle onder worpen te zien. Mr. Treub verklaartdat hij de zware taak, die tot nog toe op den heer Kerdijk had gerust", niet «aan durfde zonder aan de oude garde nieuwe krachten toe te voegen". En hij vervolgt dan «De eenige reden, waarom door mij naar nieuwe medewerkers werd uitgezien, was dit evenwel niet. «Een zoo persoonlijken stempel op dit blad te «willen drukken, als het onder de redactie van «zijnen eersten redacteur droeg, zou voor mij eeu «ijdel streven zijn". De heer Treub heeft daarom naar medewerkers gezocht, tn zich, zooals hij be weert, niet angstvallig bepaald tot personen, die over sociale onderwerpen in hoofdzaak eenstemmig met hem denken. Integendeel" zoo schrijft hij «ik heb juist gezocht naar verschil in richting". Nu, die verklaring klinkt kostelijk, wij zouden bijna zeggen: belachelijk, als wij de lijst der nieuwe medewerkers even nauwkeurig nagf Daargelaten nu eens, dat bij de keuze der mede werkers deze hoogst eenzijdig zich tot de Amster dammers heeft bepaald de heer Tak woont toch te Bussum, gelijk zoovele Amsterdammers, alleen de heer Yan den Berg woont te Delft en de heer Wibaut te Middelburg; daargelaten nu eens deze locale eenzijdigheid, die toch al een grove fout is, wanneer wij bedenken dat het Sociaal Weekblad een blad is voor geheel Nederland; dan mogen wij niet vergetendat met uitzondering van den heer Cort van der Linden, die liberaal is, al de overige heeren radicalen of socialisten zijn. Nu noemt Mr. Treub hen allen, wel «overtuigde voor standers van den vooruitgang", maar wij vragen, wat beteekent dat groote woord? Vooruitgang" is toch een groot woord, waarvan een ieder zich bedient, wanneer hij op weg is naar het doel, dat hij zich voorstelt te bereiken. Met zulke groote woorden wordt feitelijk niets gezegd, daar er wel niemand zijn zal op politiek of sociaal gebied, die beweren zal dat hij een voorstander is van den stilstand of van den achteruitgang. Ons resultaat is daarom dat de radicalen en socialen zullen zeggen: dat het Sociaal Weekblad door de verandering van redactie is vooruitgegaan, terwijl van liberale zijde veeleer van achteruitgang moet gesproken worden. Wij zijn het volmaakt met de redactie eens waar deze schrijftMaatschappe lijke onderwerpen te willen behandelen en buiten «het terrein der staatkunde te blijven, is dan ook even ondoenlijk als een politiek blad te redigeeren zonder maatschappelijke toestanden aan te roeren." Maar zoodoende is dan ook uitgesproken: dat het Sociaal Weekblad voortaan op politiek gebied radicaal zal zijn. Of de liberalen daarmede op den duur vrede zullen hebben, moet de toekomst leeren. Toen eenige jaren geleden sprake was van de overname van het Sociaal Weekblad door de Maat schappij tot Nut van t Algemeenweigerde de laatste die overname bij meerderheid van stemmen barer Departementen. Of zij hetzelfde zou gedaan hebben als zij de redactie-verandering van heden had kunnen voorzien, is misschien te betwijfelen. Yelen zouden het Sociaal Weekblad toch liever in handen van het hoofdbestuur van het Nut hebben gezien, dan zooals nu in de macht van den leider der radicalen, en onder den invloed van twee redacteuren van de Nieuwe Gids, van leden der kiesvereeniging Amsterdam en van de oppositie-club van den Amster- damschen gemeenteraad. Het ergste van alles is échter, dat onder de nieuwe redactie van het Sociaal Weekblad ook de sociaal-democraat Schook als medewerker is opgetreden. Met die keuze heeft de heer Treub al zeer verkeerd gedaan. Waar het Sociaal Weekblad toch nu van liberale in radicale handen is overgegaan, zou het zeer wel mogelijk zijn dat het na een korter of langer tijd een zuiver sociaal-democratisch weekblad zal worden, met den heer Schook of iemand anders als redacteur, en dat men zoo iets bij de oprichting van genoemd blad heimelijk had bedoeld, durven wij zelfs niet te veronderstellen. NIEUWSTIJDINGEN. Transvaal. Pretoria, 12 Oct. President Ktüger zeide in ine toespraak te Boksbnrg besloten te zjjn om voortaan geen vreemdelingen meer uit te sluiten van de voorrechten van het staatsburgerschap, en by de eerstvolgende bijeenkomst van den Volksraad te zullen aanbevelenom den in de wet voorgeschreven termyn van inwoning voor de toekenning van het kiesrecht aanmerkelijk korter te maken. De president voegde er bfi, dat hjj er naar wilde streven om het Eogelsche en HollandBche element te doen samensmelten, over tuigd als hjj was, dat, indien het mogeljjk was dit tot stand te brengen, er iu de toekomst ook eeo eensgezind Zuid-Afrika zou kannen ontstaan, met de vrjjheid tot wachtwoord. Amerika. De presidentsverkieziDgs-campagne neemt een on gewoon stil verloop en loopt zoo fatsoenlyk van stapel, als.man.eigenlijk in Amerika in 't geheel niet gewoon is. Er zjjn nog slechts ongeveer zes weken voor de ver kiezingen én''tot uu toe is nog aan geen der candidaten voor het presidentschap of vjce-preBidentschap door de tegenpartij verweten, ^dat -hjj: igne schoonmoeder ver moord, een dozjjn slechte kinderen rondloopen, eenen diefstal gepleegd of de eene of andere zware misdaad begaan heeft. In één woord de politici van beroep hebben tot nu toe, tot tevredenheid van alle fatsoenlijke menschen, nagelaten het vuile linnen der candidaten in 't openbaar te wasschen. Alles gaat zoo gemoedelijk en kalm toe iu de politiek, dat men geneigd zou kunnen zijn, te meenen, dat het volk geheel on verschillig is, wie van de verschillende candidaten de overwinning behaalt. Deze aan beide zijden aangenomen kalme houding is intusschen slechts een schjjnbare, want in stilte, d. i. zonder dat het groote publiek er iets van bemerkt, ontwikkelen de leiders der beide groote partyen eene waarljjk koortsachtige werkzaamheid en zjj doen ai het mogelyke, om den verkiezingsslag te winnen. Voor- loopig wordt van de zjjde der politieke hoofdkwartieren het land letterljjk overstelpt mer circulaires en brochu res van allerlei aard. «De protectie en centralisatie" aan de eene, «de tarief hervorming en statenrechten" aan de andere zjjde, dat zjjn de hoofdbeginselen, waarom de verkiezingsstrijd ditmaal draait en die in woord en geschrift tegenwoordig in alle richtingen verspreid worden. Engeland. Een jong Engelsch romanschrijver, Morley Roberts, die io een zyner werken het leven van de sjouwers in Londen wil schetsen,, heeft geen ander middel gevonden, om zich niet aan onjuistheden schuldig te maken, dan zelf het baantje bjj de hand te nemen. Men ziet hem nu eiken dag op de kaaien langs de Theems, in eene sjouwersplunje en steeds plichtmatig zware lasten overbrengen. Zjjne vrienden vinden dit zoo bewonderenswaardig, dat zjj aanmoedigende woorden tot hem spreken/voordat zjj naar hunne club gaan. Frankrijk. Op een opkamertje in de roe de Ménilmontant te Parjjs woonde sedert eenigen tjjd een slager met zjjn vrouw en hun eenigat zoontje. Reeds vroeger had de man bljjk gegeven dat zjjn geestvermogens gekrenkt waren. In den laatsten tjjd echter gedroeg hjj zich zeer kalm tot hij Dinsdagnacht tegen 1 uur thuis kwam en in een vlaag van dolle razerny zijn vrouw by de keel greep en haar eenige ernstige verwondingen met een groot slagersmes toebracht. Daarna wilde hjj ook het kind vermoorden, doch, op het hulpgeroep van zijn vrouw kwamen de buren en de concierge opdagen. Toen deze laatste den man tot bedaren wilde brengen, greep de slager hem b{j de keel en beet hem het rechteroog nit de oogholte. Met moeite werd men den woesteling meester. Hg giDg vreeseljjk te keer en beet alleD, die hem te na kwamen. De worsteling daurde een half uur, toen viel de slager in onmacht. Duitschland. De Rhein und Ruhrzeitung meldt uit Duisburg het volgende geval. Den 25 September was aldaar een schipper aan cholera overleden,' wiens uitwerpselen men in de haven had gewovpen. Twee dagen na genoemden datum heeft prof. Frankel te Marburg, eene hoeveelheid water uit die haven bacteriologisch onderzocht en geconstateerd dat hjj cholera-bacterieën er in bad gevonden. Nadat er toen eene grondige ontsmetting der haven was verricht, is hem den 4 dezer andermaal eene hoeveelheid tot onderzoek toe gezonden. Daarop is ten antwoord ontvangen dat er geen cholera-bacterieën in gevonden zjjn. Het lot eener uit Hamburg naar Wi6mar gevluchte familie verwekt groote deelneming. In het laatste van Aug. arriveerde te Wismar uit Hamburg een zekere vronw Meier, die met hare vier kinderen in de woning harer bedaagde ouders werd opgenomen. Drie dagen later waren de vader, die spoorwegarbeider is, de oude moeder en twee kinderen, door de cholera aangetast. De beide kinderen en de grootvader bezweken, de grootmoeder ligt nog doodziek in de cholerabarak, terwjjl vrouw Meier zelve slechts in zeer lichten graad door de ziekte werd aangetast en na zes dagen als volkomen hersteld werd ontslagen. Yrgdagavond kwam haar echtgenoot uit Hamburg hjj was in Hamburg als ljjkendrager werkzaam geweest en moest hjj zich van het station naar de gemeenteschool begeven, waar bg gedurende enkele dagen in quarantaine moest verbljjven. Hij mocht zijne vrouw niet dan op een afstaod zien. In het schoolgebouw beproefde hg een waker om te koopen, doch deze was niet te bewegen hem te laten gaaD, '8 nachts om 1 uur opende Meier het venster en bond daaraan een touw, langs hetwelk hg wilde ontsnappen. Halverwege echter liet het touw los, zoodat de ongelukkige op straat viel en zjjn nek brak. De arme vroaw, die met twee jonge kinderen alleen in de woning harer moeder achterblijft, heeft binnen enkele weken dus een vreeselijke lijdensgeschiedenis doorgeworsteld. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. dier gemeente in het geheugen ligt. Het was mij alzoo aangenaam, driemaal op één dag voor die gemeente op te treden. En nu, M. de R., zullen wij overgaan tot het wereldsehe. Zoolang er geen steiger te Borsele wordt gemaakt, is het bij stormachtig weer het reizend publiek niet aan te raden om gebruik te maken van de stoomboot VlissingenTer- neuzen, daar heb ik Zaterdag middag met de boot, die 3,25 van Vlissingen afvaart, ondervinding van. Maandag konden de passagiers niet af- of aangezet worden. De kapitein, van de boot en de veerman van Borsele zijn mannen, die ongetwijfeld een woord van lof toekomen, die naast God, hun leven wagen tot behoud van zichzelven en de passagiers. Mag ik de H.H. Prov. Staten van Zeeland beleefd verzoeken hunne aandacht te willen schenken aan het bovenstaande. Aanvaardt mijn dank voor uwe onpartijdigheid. P. SIEMENSE, Pred. te Oosterland. VER SCHEIDEN HEI D. Ingezonden stukhen. Mijnheer de Redacteur! Geestelijke en wereldsehe zaken zijn ten nauwste aan elkaar verbonden. Ik verzoek U beleefd opname van het onderstaande. In Uw bericht onder het kerknieuws in den Nieuwsb. van Donderdag 13 dezer wordt vermeld, dat ik voor een halve eeuw te Borsele heb gepreekt. Dit bericht is waar en onwaar. Ik heb in die gemeente niet gepreekt, maar alleen mijne ervaringen medegedeeld, wat nog bij verschillende inwoners Een E ri g e 11 j e Iedereen zei, gedurende zijn eerste jaar, dat hij een snoes was, en ik geloof, dat iedereen gelijk had. Mevr. P. had hem gewoonlijk op den arm, als zij over den tuinmuur een buurpraatje met mij hield, en vroeg me altijd steevast: «is 'tgeen engèl?" Maar toen ik eenmaal antwoordde, dat ik zelf vader was van zes dito engeltjes, die langzamerhand duivels waren geworden, werd ze boos en kwam niet terug. Ik voor mg geloof, dat de kleine Jan een dood gewoon kleintje was, maar hij was hun eersteling en daarom nam ik 't mijnheer en mevrouw P. niet kwalijk, dat ze zich wat dwaas met hem aanstelden. Jantje was nog geen twee maanden oud, toen zijn vader reeds een sabel, een harmonica, een schooltasch, een trom en een ganzenbord voor hem had gekocht en de oude heer trok daarbij gedurig gezichten tegen Jan, die hem als clown een fortuin zouden hebben bezorgd. 't Duurde niet lang, of ik hoorde 's nachts hoe Jantjes pa, boven mijn hoofd, op en neer liep, tegen de kachel of de tafel aanbonsde en de buurt met zijn basstem, die allerlei liefelijke slaapdeunen bromde, uit den slaap hield. Over dag begon P. er ernstiger uit te zien dan vroeger. Achter eenvolgens kwamen schoonmoeder, broers, zusters en verdere familie Jantje zien en iedereen vertrok met de overtuiging, dat hij een cherub was maar een cherub met buiten gewoon ontwikkelde longen. Een paar maanden later begon de buikpijnperiode. P. keek nog ernstiger en Jan sliep overdag als een aligator op een zandbank, maar 's nachts, als 't dagelijksche voedsel werkte, gilde hij in alle toonaarden. Pa en ma legden hem voorover op zijn buikje, maakten zijn goed los, wreven hem op zijn rugje en lieten hem vènkelwater drinken tot dat hij er misselijk van werd. Vader en moeder werden bleek van 't waken en de buren staken de hoofden bijeen en bromden«Dat wurm van P. is niet te verdragen", en ik geloof dat niemand een rouwband om zyn hoed zou hebben gedaan, als hjj had gehoord, dat de jonge Jan inderdaad een engeltje was geworden. Toen hij een jaar oud was en alleen zitten kon, kreeg hij op een keer moeders tornmesje te pakken. Mevrouw zag, dat hij 't in zijn mondje stak en voor zij er iets aan kon doen, was 't verdwenen. Jantje werd rood als een kalkoensche haan en schreeuwde uit alle machtsloeg met de armen, trapte met de beentjes en mama gilde! Ogoede hemelde lievert heeft het doorgeslikt Pa werd van 't kantoor gehaald, zag nergens het mesje, naar wel hoe rood en blauw Jantje's gezicht werd, toen hij hem oppakte, en terwijl de kleine schreeuwend, slaand en trappend op moeders schoot lag, holde P. naar den dokter, dien hij gelukkig thuis vond. 't Kind brulde letterlijk, toen ze samen terugkwamen en marna riep snikkend: »OI o! 'tsnijdt hem zeker in zijne lieve ingewandjes 1" P. beefde, een paar buurdames, die op 't gerucht toe schoten, schreiden en de meid viel in de keuken ilauw. «Hou 't kind vooroverriep de een. «Sla hem op zijn rugje", raadde een ander. Onderste boven houden 1" gilde een derde. Én ze deden alles wat ze konden; ze keerden Jantje om, hielden hem aan één been, met 't hoofd omlaag, sloegen hem op den rug, rolden hem op de canapé heen en weèr en Jantje brulde bij al die oefeningen voort als een bezetene de geheele buurt kwam in huis, want juffrouw Adams, die er 'teerst was bijgeweest, had dadelijk rondverteld, dat Jantje P. een scherp mes had ingeslikt. Eindelijk kwam de dokter, trachtte 't kind den pols te voelen, kneep zijn buik te samen, stootte hern in de ribben en zei eindelijk, met zijn hand op Jantje's maag: shier voel ik 't mes". »Niet drukken dokter, anders snijdt het!" gilde mama. u Braak wijn, ipecacuanha", kommandeerde de arts. De meid, die bijgekomen was, holde al naar de apotheek. «Geef maar vast lauw water met zout", riep de dokter, n hou 't kind stevig vast". Jantje kreeg zyn rnaag vol en maakte hem oogenblikkelijk weer leeg, vlak in 't gezicht van den dokter, die zich af- wischte en ernstig zei: «dat is minder, spoed is hier alles; »ef nog een glas vol". Een buurdame, die negen kinderen had, ried een heete mostaardpap aan op de maag, en verbood intusschen haar Pietje, die maar niet bij haar blijven wou en door de kamer dribbelde. «Zul je hier komen, rakker!" riep ze eindelijk en greep Pietje bij de hand. »Wat heb je daar jongen!" »'n Mesje, 't lag onder de canapé", grinnikte de krullebol. De dokter werd vuurrood in 't gezicht. P. sprong over de tafel, om naar 't mesje te grijpen, en al de dames riepen met mama in koor: «Och! ja, we wisten ook wel, dat Onze Lieve Heer zoo'n engel niet zou opeischen!" Burgerlykü Stand van Zierikzee. geboren: 9 Oct. Eene dochter van J. C. Trijselaar en M. van der Have. 13 dito. Eene dochter van J. J. Vermeule en M. J. Flikweert. gehuwd: 12 Oct. J. Bodegom, 29 j., j.m. en A. Adriaanse, 26 j., j.d. J. Hogerheijde, 23 j., j.m. en N. J. Feijen, 19 j., j.d. overleden: 8 Oct C. de Blok, 47 j., man van C. Tabbernee. 10 dito. M. v. d. Ploeg, 94 j., weduwn. 12 dito. A. Leeuwe, 3 j., z. 13 dito. J. den Dekker, 61 j., man van W. Smit. Weekmarkt te Zierikzee, 13 Oetober 1892. Boter prijzen: De Boter is verkocht voor 60, 65 en 67 y2 Ct. de 5 Hectogram. Kip-eieren: De Kip-eieren zijn verkocht vo<>r f 1,30, f 1,37 en f 1,50 per 25 stuks. STOOMBOOTDIENST Middelburg en Zierikzee. October 189S. Tijd van. Greenwich. (Spooktijd). Van MiddelburgVan Zierikzee 'smidd, Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag sraorg. 15 7,15 •16 7,15 47 7,15 48 7,15 Woensdag 19 7,15 Donderdag 20 7,15 Vrijdag 21 7,15 'sraorg. 'smidd. 2,Zaterdag 15 7,30 3, Zondag 16 7,30 2,Maandag 17 7,30 2,30 2,Dinsdag 18 7,30 2,30 2,Woensdag 19 7,30 2,30 2,Donderdag 20 7,30 2,30 2,— Vrijdag 21 7,30 2,30 Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der Boot, (tijdig voor de oebtendreizen op den voorafgaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Cat- sche veer, zal om een bijwagen zoo noodig naar Goes worden getelegrafeerd. Schipper A. v. d. HUCHT, vertrekt Woensdag; van ZIERIKZEE naar MID DELBURG en des Vry dag-namiddags van MIDDELBURG naar ZIERIKZEE. rlQ'/5-jarig;e Echtvereeniging; op 15 Oetober 1892, van JJ J. POLDERMAN Jr. v. fp en H. GELUK. Jj St.-Annaland. fi Omlertrou-vvcl LEENDERT GELUK Jz. en NEELTJE ENGELVAART Ad. lste afkondiging: Zondag 16 Oetober 1892. St. Maartensdijk, 15 Oetober 1892. Geboren HENRIËTTE JOHANNA, Dochter van J. A. KLOEK en H. E. KLOEK Booms. Nijmegen, 12 Oetober 1892. Bevallen van een DOCHTER, HELENA LAU—-LENsiNGé' Rotterdam, 13 Oetober 1892. Heden werd ons hart opnieuw getroffen, door bet overlijden van ons veelgeliefd Zoontje ADRIAAN, in den jeugdigen leeftijd van 3% jaar. A. LEEUWE. D. LEEUWEMeulblok. Zierikzee, 12 Oetober 1892. De ondergeteekende maakt aan be langhebbenden bekenddat hij zijn Kantoor heeft overgeplaatst bij den Heer VAN METEREN boven de groote Sociëteit, op de Oude Haven en dat hij daar is te spreken eiken DONDERDAG van af 11 uur des morgens, te beginnen Don derdag 20 Oetober 1892. Zierikzee, 14 Oetober 1892. HEIJSE. Uit het Duitsch. Verstrooid liet hij zijue blikken in zijne omgeving ronddwalen. Geen haag, geen muur omsloot het tuintje, slechts eene fijne groene sleedoornomheining scheidde het van het vrije veld. Hier daalde de rots langzamerhand en steeg dan weder, steeg en daalde in wijde, kale; verheffingen tot in het on afzienbare. Heel in de verte, waar grijze wolken nevels den horizon bedekten, moest de Bro.cken, de fabelachtige berg der legenden liggen. S^Stephans oogen dwaalden in het uitgestrekte landschap rond. Menschen hier en menschen daar,, menschen in de dalen en op de bergen, onover zienbare, ondenkbare scharen van menschen. Ieder op zijne plaats, ieder bij zijn werk naar geschiktheid en vermogen, ieder eene werkzame, onontbeerlijke schakel van de lange, samenhangende keten. De een zoo goed en nuttig als de ander. //Ja", dacht hij, /ris bet in den grond niet hetzelfde, wat de enkele mensch doet? Als hij zijn werk slechts naar behooren volbrengt, zoodat het mooi met het geheel overeenstemt". En weder na eene poos sloeg hij zich voor het hoofd en riep: //Stephan, ge zijt een dwaas! Niet een ieder kan de eerste viool spelen, zoowel in het leven als in het orkest, ook de trommels en de pauken moeten bediend worden". Des namiddags van denzelfden dag vulde een schitterend gezelschap de groote eetzaal van het hotel //De Beer". Om de lange tafel verdrong zich lustig een bont mengelmoes van schitterende kurassiers- en iufanterie-uniformende eereplaats in het midden tusschen de beide oversten nam de generaal in, die nog kort voor tafel uit Hal- berstadt was aangekomen om aan den welberoemden maaltijd van het hotel deel te nemen. Het maal was dan ook werkelijk uitmuntend geweest, men had den vergenoegden waard met beleefdheden overstelpt en de keukenmeid als erkentenis harer kunst allerlei lekkernijen in de keuken gezonden. Nu knalden de champagne- kurken, de' vupige wijn maakte hoofd en hart warm. Zijne Excellentie was in de beste luim. De deuren naar den kleinen tuiu stonden open met de rozen- en resedageur drongen frissche, opgewekte wijzen de kamer binnendaarbuiten speelde de kapel van het en twintigste. Stephaiï zat weder met een zeer licht hart achter zijne keteltrom. Zooals hem uit de diepte van haar geweldig lichaam haar liefdevol gebrom tegen- klonk, scheen hem de gedachte, de oude vriendinnen te willen verlaten, als ontrouw en verraad. Hadden zij geen oudere rechten op hem dan elke andere geliefde, Doortje van het kloostergoed niet uitge zonderd? Behoorden zij niet onafscheidbaar bij hem en hij bij hen? Want zij waren immers Münzenbergers, evenals hij, Münzenbergers in het rijk der kunst? //Wel ja, dan willen wij toch eens zien, wat wij drieën te zamen kunnen uit voeren". Met dit voornemen spannen zich zijne spieren, schitteren zijne oogen; de gansche aardige jongen is één vuur, één beweging. //Mijn compliment over uwe muziek", wendt zich de generaal tot den commandant van het en twintigste. Uitmuntende lieden. In 't bij zonder de paukenist". Alle hoofden draaien zich om. //In 't bijzonder de paukenist; fameuse kerel l Brnin als een Zigeuner, vanwaar mag hij wel geboortig zijn?" //Van den Münzenberg, Excellentie", antwoordde de overste. De generaal zette zijn lorgnet op. //Münzenberg? wel, dat is hoogst interessant. Maar dat mensch is een waar paukengenie. Eeuwig jammer voor de trom. Zie slechts, mijne heeren, welk eene gestalte, welke bewegingenHeer overste", hij wendt zich tot den commandant der Seydlitz- kurassiers", als de man rijden kan, moest gij hem u niet laten ontgaan. Eene ware aanwinst voor uw paukenpaard". Toen het concert geëindigd was, sprak men in de zaal lang met den kapelmeester. Deze trad met een blij gelaat op Stephan toe. //Is de hoog vlieger nu tevreden? Je moet naar Halberstadt komen bij de kurassiers, weet je het reeds? Nu, je lief zul oogen opzetten, als zij je hoog boven op het paukenpaard ziet zitten, op louter zilver slaande. Ik gun het je van harte". Dora van het kloostergoed stond in vollen opschik aan de poort en wachtte op Stephan. Zij had hem van daag nog in 't geheel niet geziende dienst der arme soldaten is toch te hard en de gevoelens der vrouwen worden in het militaire leven weinig in aanmerking genomen. Als hij maar kwam Den ganschen dag had zij zich op den avond verblijd. Ja, die zal kunnen dansen, men ziet het hem terstond aan. Niet aartsvaderlijk eerbaar zooals de koetsier, bij wien men steeds denkt, dat hij ieder oogenblik zal gaan zitten, niet zwaar en stampend zooals de trompetter, wiens zware laarszolen met geweld aan den vloer blijven kleven, neen, zeker en licht en zwevend als den hemel in. Als hij nu toch maar kwam! Het is reeds laat; de keukenmeid gaat voorbij en roept haar mede, de koetsier biedt haar zijn geleide aan; zij slaat het af, zij wil wachten. De wind voert afgebroken klanken der dansmuziek tot haar over; het is eene wals, haar lievelingsdans. Waarom komt hij niet? De nauwelijks te beteugelen voeten stampen ongeduldig op den grond, de kleine handen ballen zich woest, de bovenlip trekt zich zoo hoog op, dat het aardige gezichtje geheel mismaakt schijnt en de witte tanden bijten kwaad in het vleesch. Als hij nu komt, mag hij zich hoeden! Maar Stephan komt niet. Met haastige sprongen beklimt hij de trappen van den Münzenberg, nogmaals in de hoogste opgewondenheid. Den dans op den Altenburg heeft hij vergeten, het blonde Doortje is niet meer op de wereld voor hem; niets heeft hij in zijne gedachten als het geluk, dat hem heden is t» beurt gevallen en de gunstbewijzen, M'aarmede zijne meerderen hem overladen hebben. yZou men liet kunnen denken", vraagt hij zich met verbazing af, //dat iemand achter de keteltrom tot eere kun komen SLOT

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1