ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Dinsdag 4 October 1892. Dl FISASCIEELE K Directeur-Uitgever J. WA ALE. Onze Afgevaardigde remt. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 4,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6216. Advertentiën, yan 13 regels 30 Cts. meerdere regelB 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, 'Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. op eiken Donderdag, tot de eerste helft van December a.s.op de Schuithaven. Toen verleden jaar in de Tweede Kamer de financiëele rede werd uitgesproken, was de belang stelling groot en algemeen. Men kon toch verwachten, dat er eenig licht zou ontstoken worden over de voornemens van den Minister van Financiën ten aanzien van de belasting-hervorming. In algemeene trekken werden die ook medegedeeld en thans, nu weder de begrooting ingediend werd, kon men terugzien op de gedeeltelijke verwezenlijking van wat toen in het verschiet werd gesteld en wist men, wat verder volgen zal. Tot het doen van mededeelingen omtrent belastingplannen was der halve nu geen aanleiding. Yan den anderen kant kon, daar de nieuwe belastingwetten nog niet ingevoerd? ja nog niet vastgesteld waren, omtrent de uitzichten, die de toekomst biedt, weinig gezegd worden. De Minister was dus wel genoodzaakt, zich te bepalen tot eene uiteenzetting van den financiëelen toestand van het land, zooals zich die op het oogen- blik aan hem voordeed. Juist omtrent dien toestand geeft de rede, echter, gelukkig een paar lichtpunten te zien, waarop wij gaarne de aandacht onzer lezers vestigen. Reeds nit de rede van verleden jaar viel op te maken, dat de Minister overhelde tot het door ons steeds verdedigd beginsel van beperking der leeningen voor buitengewone uitgaven. En ook nu kunnen wij wijzen op de blijkbare ingenomenheid, waarmee de Minister in het licht stelt, hoe gedurende de jaren 18821891, althans een deel der buiten gewone uitgaven uit de gewone middelen is gedekt. In die jaren zijn uitgegeven voor: Spoorwegen met inbegrip van den Ned. Rijn Spoorweg 98,142,135,20 Merwedekanaal19,930,689,71 Rotterd. Waterweg16,339,336,32s Verlegging Maasmond 12,081,001,88 Samen 146,493,163,116 Tegenover die uitgaven stond aan buitengewone ontvangsten 92,710,805,30, terwijl tevens de kasrekening in dien tijd 31,375,831,31 was achteruitgegaan, zoodat men rekenen kan, dat 22,406,536,50 uit de gewone middelen is besteed voor de genoemde vier posten, terwijl tevens aJ wat verder in die jaren als min of meer huiten- gewoon is uitgegeven, zonder leening werd voldaan. Onder de buitengewone inkomsten, die tot betaling van genoemde posten werden aangewend, komt ƒ62,803,607,88 voor uit geldleeningen, waar tegen over staat, dat 21,954,459,15» is besteed tot delging van schuld en derhalve, tegenover die 146,/s millioen aan groote werken eigenlijk slechts een schuld vermeerdering staat van nog geen 40 Y2 millioen. Dit mag met recht een gunstig verschijnsel genoemd worden, vooral als, naar men hopen mag, in die richting zal worden voortgewerkt. In de tweede plaats bljjkt uit 's Ministers mede deelingen, dat de diensten in de laatste jaren, voor zoover men daarover nu reeds oordeelen kan, mee gevallen zijn Het jaar 1889 was, zooals verleden jaar reeds medegedeeld werd, gesloten met een batig saldo van 481,000, het jaar 1890 leverde een tekort van 1,609,171,426 of 872,118,68 minder dan waarop gerekend was. Het nadeelig saldo van 1891 wordt nu begroot op 825,794,19s, of ruim 21/2 millioen minder dan verleden jaar werd geraamd, wat voor een groot deel is toe te schrijven aan de ruime opbrengst der successierechten. De dienst van 1892 belooft een overschot van 200,000, terwijl aanvankelijk op een niet onbelangrijk tekort was gerekend. Tot en met 1892 wordt er dientengevolge ge rekend op een tekort van 1,753,000, wat niet verontrustend mag genoemd worden. De financieele operatiën van 1890 en 1892 in verband met de spoorwegovereenkomsten, zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Voor het overige komt er op de begrooting genoeg aan buitengewone werken voor om te mogen verklaren, dat tot 1892 toe de gewone uitgaven ruimschoots door de gewone middelen worden Zal die toestand zoo blijven? Die vraag brengt ons tot de cijfers voor 1893. Uit den aard der zaak moeten wij ons bij de behandeling van dat punt tot de uitgaven bepalen, daar de invloed der belastinghervorming op de ontvangsten kwalijk voor een eenigszins juiste raming vatbaar is. En wat de uitgaven betreft, is maar al te zeer be vestigd, wat verleden jaar voorzien werd, dat de te verwachten toeneming der uitgaven grooter zou moeten zijn, dan de Minister zich voorstelde. De uitgaven worden op 4,968,535,14 meer geraamd dan voor 1892 met de reeds toegestane verhoogingen. De uitgaven zijn geraamd op 136,240,027,78, de middelen daarentegen op 127,926,490. Dat maakt een verschil van f 8,313,537,78. Zóó groot schat de Minister echter het tekort niet. Hij trekt vooreerst 3 millioen af, die de uitgaven gewoonlijk onder de raming blijven. Zoo te rekenen is in de laatste jaren gewoonte geworden, en wij willen daar dus geen bedenking tegen maken, al moeten wij er toch weder op wijzen, dat evenzeer elk jaar nieuwe aanvragen komen, en er geen reden is, die voor 1893 niet te verwachten. Niet zonder bevreemding echter hebben wij ge zien, dat er nog l1/# millioen afgetrokken wordt, ae vermindering die het Hoofdstuk Marine zou kunnen ondergaan, tengevolge van de voor gedragen wijziging der Indische comptabiliteitswet. Het doel daarvan is, zooals de Minister herinnert, wettelijke sanctie te geven aan het beginsel, dat het Rijk van de geldmiddelen, die de Indische belastingschuldigen opbrengen, geen bijdragen moet vorderen tot dekking van uitgaven in het belang van het Rijk, doch alleen vergoeding van uitgaven, die door het Rijk rechtstreeks ten behoeve van Indië worden gedaan. Mocht dit ontwerp tot wet worden verheven, zoo is de Minister van Koloniën bereid om mede te werken tot herziening van het Kon. Besluit van 16 November 1866, no. 80, regelende de verdeeling van de kosten der Marine in Indië. Deze herziening zal tengevolge hebben, dat hoofdstuk VI der begrooting (Marine) ver minderd wordt met eene som, die naar eene voor- loopige raming ongeveer 1,500,000 bedraagt". Dit wil met andere woorden zeggen, dat die som ten laste van Indië zal worden gebracht. Wij willen gaarne ons oordeel daarover op schorten tot wij meer licht omtrent deze zaak hebben ontvangen, maar ontveinzen niet, dat het geen aangenamen indruk maakt, te ontwaren, dat het eerste gevolg der nieuwe regeling van de geldelijke verhouding tusschen Nederland en Indië weder zijn zal, dat Indië meer te betalen krijgt. Trekt men die 4.500.000 af van hetgeen de geraamde uitgaven meer bedragen dan de geraamde middelendan komt men tot een tekort van f 3.800.000. Daar tegenover staan weer 5.013.000 aan uitgaven voor spoorwegen, Merwedekanaal, Rotterdamschen waterweg en Maasmond, zoodat men rekenen kan, dat die voor 1.200.000 uit gewone middelen kunnen worden gedekt. Laat men de 1.500.000, die aan Indië in rekening gebracht zullen worden, buiten beschouwing, dan is er buiten die ruim 5 millioen nog een tekort van 3 ton. Verontrustend is die toestand niet, maar men moet toch met den Minister hopen, dat de op brengst der middelen zal blijven toenemen. Behalve de omstandigheid, dat de opbrengst in de laatste jaren weder geregeld stijgt, geeft de omzichtigheid, die bij de beraming der uitkomsten van de nu ook door de Eerste Kamer aangenomen belasting wijzigingen in acht genomen is, grond om in deze goede verwachtingen te koesteren. Maar willen wij niet financieel achteruit gaan, dan is met het oog op de hoogere uitgaven, die voor een groot deel althans duurzaam de begrooting zullen drukken, ruimer opbrengst der middelen noodig en is het dus onvermijdelijk weerstand te bieden aan den aandrang om belastingen af te schaffen of te ver minderen zonder equivalent. De Regeering acht het niet noodig, bijzondere maatregelen voor te stellen voor de dekking van het geraamd tekort. Daarvoor is te minder reden omdat er nog middelen tot dekking van een mogelijk tekort voorbanden zijn. De tekorten van 1885 1890, met inbegrip van de uitgaven voor de spoor wegovereenkomstenbedragen 34.640.040.235. Daarvoor is beschikbaar nog 2.369.343.48 uit de leening van 1884, 481.313.61 van het batig slot der rekening van 1889, terwijl daarbij gevoegd kan worden 31.789.383.145 van de leening van 1892 ad f 44.932.591.35, zoodat van deze leening nog 13.143.208.205 ter nadere beschikking blijft. Is derhalve de tegenwoordige toestand goed te noemen, de toekomst, voor zoover daarover nu te oordeelen is, laat zich niet ongunstig aanzien. Zij vordert alleen wijs beleidom de met moeite verkregen goede verhouding tusschen middelen en uitgaven niet weder te verbreken. Al wonen wij Schouwenaars ook op een eiland, waar geen spoortrein te zien is, noch zelfs een stoomtram of paardentram; die wat meer in hun leven gezien hebben dan Schouwen en Duiveland, en onze nieuwer- wetsche vervoermiddelen kennen, weten allen ook wat »remmen" is. In de oude dagen kende men die kunst evenzeer, maar sprak men vanergens een stokje voor steken, of een spaak in 't wiel steken. Als zoo'n stokje of zoo'n spaak niet sterk genoeg was om de kracht van voortgang te breken, dan gaf het natuurlijk niets, evenmin als onze spoortreinen tot staan worden gebracht als er iets aan de Westinghouse-rem mankeert. Het nut van zoo'n toestel zal echter door niemand betwijfeld worden, die er van overtuigd is dat altijd doorhollen, alles voorbijhollen is, en derhalve gelijk staat met volkomen stilstand, Ook op staatkundig gebied is uremmen" nu en dan zeer gewenscht, met name dóór, waar de politieke stoomketel hard gestookt wordt en een deel van het publiek dat niet aan de Regeering of Volksvertegen woordiging deelneemt, dagelijks luider roepen om: harder stoken. In zulke omstandigheden tot de kalme toeschouwers te behooren, is waarlijk een voorrecht. En bovendien is het een genot als men bemerkt dat de Volksvertegenwoordiger van het district waar men woonachtig is, ongelukken in de politiek tracht te voorkomen en tijdig zal medewerken om te remmen. Dat deed dezer dagen onze geachte Afgevaardigde, de heer van Kerkwijk, en waar wij hierboven schreven Onze Afgevaardigde remtwillen wij daarom aanstonds verklaren dat wij die uitspraak bedoelen in den gunstigen, niet in den ongunstigen zin van het woord. Bij de besprekingen over het adres van antwoord op de Troonrede, was de prioriteit der Kieswetbehandeling aan de orde. De heer van Kerkwijk merkte daarbij op, dat slechts een deel der Kieswet door de Regeering bij de Kamer is ingediend, te weten alleen dat deel, dat be trekking beeft op de verkiezingen voor de Tweede Kamer en de Provinciale Staten. Van de verkiezingen voor de Gemeenteraden was geen sprake en daarom achtte de heer Kerkwijk het van zijn ':ant onmogelijk het ingediende onderwerp te behandelen. *ran radicale zijde heeft men deze redeneering den heer van Kerkwijk zeer kwalijk genomen, en geen wonder, 't radicale wacht woord luidt toch dag in dag uit: vóór alles, algemeen stemrechtWie zich daartegen verklaren doen kort en goed aan imrnoreele politiek, volgens Radicalen en Socialen. De Liberalen nemen de vrijheid hierover anders te denken. Zij sollen niet met de zedelijkheid en kennen zich zelf niet het monopolie der moraliteit toe, maar aan den anderen kant zien zij evenmin in een politieken zelfmoord het doelwit dat de Liberale partij moet bereiken. Hoe dwaas de Liberalen in de oogen van velen ook zijn mogen, zóó dwaas zijn zij nog niet, en daarom is hun eerste vraag ook niet: wat moeten wij doen om ons zelf Regeeringspartij af, te maken, en onze tegenstanders er boven op te helpen. Als de zaligheid van Nederland er van af hangt dat het aantal kiezers van 300,000 op 800,000 wordt gebracht dan mogen zij die aan deze uitbreiding moeten medewetten toch wel eens even stilstaan en zich zelf en anderen afvragen: is dit nu inderdaad een volks- wensch of een volkswaanmogen wij hier de zaak van alle kanten bekijken en dus ook naar den samenhang vragen van gemeente, provincie en land, of moeten wij maar voorthollen, altijd maar voorthollen, al snelden wij ook een afgrond tegemoet? De heer van Kerkwijk is een te bezadigd man, dan dat hij zich ooit zou te goed doen aan holle theorieën en hollende praktijken. Maar juist daarom mogen wij onzen geachten Afgevaardigde een woord van waar deering en hulde niet onthouden. Tegenover de dollemans theorieën dat onze Tweede Kamer, die op wettige wijze is gekozen en samengesteld, onbevoegd zou zijn tot regeeren zoolang het kiesrecht niet is uitgebreid, is het voldoende te verwijzen naar de Middelburgsche Courant die dezer dagen zeer ter snede heeft opgemerkt: dat een Kamer, die niet bevoegd is om een wet te maken, evenmin bevoegd is om de Kieswet te wijzigen. Het alles of niets geldt hier dan ook ten volle! Zijn de kiezers niet bij machte het Kamerpersoneel te ver anderen, dan is de Kamer volkomen bevoegd, zelfs met hooghartige minachting van hen die haar onbevoegd achten, datgene te behandelen wat zij nuttig en noodig oordeelt. Al had onze geachte Afgevaardigde alleen even geremd om ons daarop attent te maken, dan zouden wij hem van verre nog willen toeroepen: gij hebt flink gehandeld! Engeland. Op aandringen van hunne geloofsgenooten te Liverpool hebben omstreeks 25 van de Israëlitische landverhuizers aldaar het aanbod der Cunardmaatschappij aangenomen om naar Rotterdam te worden teruggebracht, terwijl een gelijk aantal het reisgeld, dat de maatschappij wil teruggeven, zal aannemen, en te Liverpool tot het voorjaar zal blijven, om dan hun reis naar New-York voort te zetten. Waar schijnlijk zullen eenige anderen naar huis terugkeeren, als zij zien dat dc 'Cunard-maatschappij blijft weigeren hen te vervoeren. België. In het Handelsblad van Antwerpen lezen wg het volgende: Op de grenzen. De Antwerpsche correspondent der Gazette klaagde dezer dagen over de maatregelen van quarantaine, die de schepen opgelegd zjjn, welke uit de Hollandsche havens komen. Maar hg weet wellicht niet dat onze stadgenooten die naar Holland reizen, er nog veel erger aan toe zgn en behandeld worden als kwamen zg uit een tweede Hambnrg. Tot voorbeeld dienen de kwellende maatregels, waaraan men te Vlissingen onze loodsen onderwerpt, alsook de volgende geschiedenis: Drie Antwerpenaars moesten naar Zierikzee voor zaken. Te Rozendaal mochten al de reizigers doorgaan zonder de minste pleegvormen; maar onze drie, die van Antwerpen kwamen, moesten hunne namen opgeven 6d de plaats aanduiden waar zg heen reisden en langs waar. Te Dordrecht, waar zg moesten afstappen om hnnne reis per Btoomboot voort te zetten, werden zij door eenen politieman opgewacht, welke hen een gezondheids onderzoek wilde doen ondergaan. Maar onze stadgenooten, die maar juist tjjd'genoeg hadden om aan de boot te komen, sprongen op den tram en redeD naar de kaai. Doch te Zierikzee, nieuwe aangename verwelkoming. Hun correspondent aan boord komende, verwittigde hen dat zg, indien zg wilden ontschepen, eene quarantaine van vjjf dagen moesten doen. De wethouder was zelfs daar, om hen naar hun hotel te vergezellen, waar zg in observatie zouden worden gehouden. Hartelijk dank! was hun antwoord. Zg bleven aan boord tot 's anderdaags, ontvingen tweemaal het bezoek van den dokter en vertrokken 's anderendaags terug. Niettemin hadden zg hunne zaken kunnen verrichten, namelgk onderzoek doen van een schip dat een honderdtal meters van daar gemeerd lag, en waar zg onder het oog der overheden met een roeibootje naar toe vaarden. Dit is eene vergissing of liever eene bepaalde onwaarheid. (Red. Nieuwsbode.) Nederland. Rotterdam, 30 Sept. Beden nacht omstreeks 3 uren is door het omvallen van eene petroleumlamp, die op een stoel geplaatst was, binnenbrand ontstaan in eene achterkamer van het benedenhuis van pand No. 32 aan de Vierwindenstraat, bewoond door den water- en vuurbaas B. 't Hart. De brand werd spoedig door politie-agenten en burgers met emmers water gebluscht onder toezicht van een brandspuitmeester. Toen de brand ontdekt en de bewoners, gewaarschuwd, de wijk genomen hadden, miste de moeder een 4 jarig kind. Eene onbekende vrouw begaf zich terBtond in de brandende binnenkamer en had het geluk het kind te redden, dat rustig in bed lag te Blapen. Omstreeks een half uur later ontdekte een agent wederom brand in hetzelfde benedenhuis, vermoedeljjk doordien de eerste blussching niet goed had plaats ge vonden en de veeren van eene peluw wederom aan het branden waren gegaan. Thans herkreeg de brand in een ommezien een ernstiger aanzien, zoodat men de brandweer alarmeerde en weldra een aantal spuiten en eene stoomspuit aanwezig waren. Ook nu echter was de brand spoedig gebluscht door middel van eene slang van spuit 8, die op de waterleiding werd geschroefd. Tusschen beide branden in bevond zich niemand in dat benedenhuis, doch men had zich teruggetrokken in de daarnaast gelegen water- en vuurnering, bjj dezelfde lieden in gebruik. De inboedel is tegen brandschade verzekerd, de achterkamer nagenoeg uitgebrand en de waterschade het aanzienlijkst. Heden ochtend vermiste de vrouw des huizes het zilveren cylinder-horloge van haren man, dat in de bedstede, welke niet uitgebrand is, gehangen had, en een linnen zakje met ƒ47, hetwelk op eene kast had gelegen, welk.-, kast eveneens niet geheel verbrand is, terwjjl de andere daarop gestaan hebbende voorwerpen zich er nog op bevinden. Bergen op Zoom, 30 Sept. In de gisteren avond gehouden zitting van den gemeenteraad werd besloten, de najaarskermis te doen doorgaan, onder nader vast te stellen bepalingen voor de houders van kramen, spellen, enz. Vlissingen, 2 Oct. Gedurende het afgeloopen badseizoen werden in het geheel 3075 baden genomen en wel 2248 door heeren en 827 damesbaden. MiO<l ell>urg, 2 Oct. Hier ter stede doen zich verschillende gevallen van roodvonk voor, waaronder reeds enkelen met doodelgken afloop, zelfs zgn reeds enkele scholen. Hjdelgk gosloter om ontsmet te worden. Misschien zgn velen het wel met mg eens, wanneer ik verklaar den gemeenteraad te Zierikzee niet goed te begrijpen. Wat toch deed bg? In het begin van Sep tember de kermis uitstollen, toen het wel voorzichtig heidshalve was aan te raden en ook dan alleen van dien kant was goed te keuren, dat toch volstrekt nog niet noodzakelijk was. En thans, vier weken later, hecht diezelfde raad met algemeene stemmen zjjne goedkeuring aan een voorstel die heden (Maandag) te doen aanvangen; thanB, nu zich zeker wel op vjjftig verschillende plaatsen, er verschillende besmettelijke ziekten hebben voorgedaan. Men denke slechts aan cholera asiatica, cholera nostras, cholerine, nu weer roodvonk te Middelburg, enkele gevallen van mazelen te Vlissingen, pokken te Delft en diphtheritis te Maastricht, gaat de kermis door, die toch wel niet heel veel bijzonders zal wezen, omdat volstrekt geen personen worden toegelaten uit plaatsen, waar zich besmettelijke ziekten hebben voorgedaan. Ik geloof zeer zeker, dat de raad besloten heeft de kermis door te laten gaan, omdat hg weer bevreesd was voor verstoring der orde, doch als het hiervoor gelaten is, dan is dit weer een toegeven aan de zjjde der sociaal-democraten. Als de vos zgn passie preekt enz., kwam mg on willekeurig in de gedachte bg het lezen van het besluit van den gemeenteraad. Als de gemeenteraad het aanbod van den heer W. P. van Pagé aanneemt, zal vóór het einde van 1895 het open terrein tusschen de thans reeds gebouwde woonhuizen op de Loskade, ook bebouwd zgn. Mocht dit zoo zgn dan zal dit weer een sieraad te meer zgn voor onze stad, waar in den laatsten tgd veel nienwe huizen zgn bjjgebouwd of andere geheel zgn gerestau reerd. Middelburg heeft een lastige affaire bg de hand. Voor twee honderd en zestig duizend gulden heeft de gemeente een duinwaterleiding doen aanleggen. Het water zou komen van de »Oranjezon", waar de duinen breed en groot zgn. Men noemt het daar dan ook »Breezand". Dit voor jaar was de leiding gereed; het hoog reservoir was gebouwd, de leiding was in orde en het pompstation was in werking. En niemand reclameerde over het water. Maar de zomer komt en het water gaat kwaljjk rieken en krijgt een gele kleur. Misschien was de nieuwe buizenleiding wel de oorzaak, en het weinige verbruik, zoodat het water te lang stilstond. Men ging aan 't spuien. Maar geen beterschap. Het publiek meende te weten dat de prise d'eau in een veenlaag terecht was ge komen. De Gemeenteraad besloot een onderzoek te doen in stellen door dr. Koppeschaar, Directeur der Hoogere Burgerschool in den Haag, specialiteit in dit vak en zjjn rapport, deze week openbaar geworden, stelt vast dat gzeroer in het water wordt gevonden. Hg geeft als eenig afdoend middel tot herstel aan het verplaatsen van het prise d'eau. Een werk dat de gemeentekas waarschijnlijk op een halve ton zal te Btaan komen. Natuurljjk dat het publiek weinig gesticht is over deze aderlating in de gemeentekas, en even natuurlgk dat het publiek de schuldige zoekt. VolgenB mededeeling van »men" heeft reeds in '80 een bekend ingenieur alhier op het kleurverschil van het water in de duindalen gewezen de omwonende buren moeten bg het graven van het nu bestaande waterbekken gewaarschuwd hebben om verder zeewaarts te gaan. Dus, zoo is de conclnsie van »men", theorie is al weder boven practgk gegaan, en nu ziet men weder eens hoe men uitkomt. Naar de meening van onze adviseurs is hier van geen schuldige sprake. De droge zomer van '92 heeft aan 't licht gebracht wat niemand wist of weten kon. Indien de waterleiding in '91 in exploitatie ware ge komen zou op dit oogenblik nog niemand vermoeden dat aan de »Oranjezon" gzeroer in den bodem te vinden was. Om de eenvoudige reden dat er dan overvloed van hemelwater zou zgn om voortdurend water te leveren. De zuiging uit het duin heeft voor den dag gebracht wat zoo min een practicus als een theoreticus weten koD of te weten komen kon. Wg geven deze opinie zooals we ze ontvingen, onder de eenvoudige opmerking dat alzoo deze geschiedenis tot de onvoorziene ongelukken moet gerekend worden. En ongelukken zijn te allen tgde kwade kansen. De Z. Zuid-Bevelaud, 1 Oct. Hier en daar komt het nog al eens voor, o. a. te Ovezande en te Borsele, dat koeien barsten, waarBcbijnlgk door het eten van natte klavers. Te Kapelle viel, zonder waarschuwen, een der roeden uit den molen; het zware Btuk hout versplinterde geheel. Niemand ondervond letsel, want er was niemand bg. Op dezelfde plaats viel iemand van een voer hooi met den voet in eene griep. Te Ellewoutsdjjk maakte eene koe, die uit de weide gehaald werd, zich zoo driftig op een voorbgrgdenden wagen, dat zjj zich losrukte en tegen een boom doodliep. Het geval van cholera in die gemeente, blgkt een zeer hevige aanval van diarrhee geweest te zgn bg een persoon, die daaraan dikwgls Igdende is. De lgder is geheel hersteld. Gaat men hier in alle opzichten nog al met den tgd mee, ten opzichte der tractementen van onderwijzers en onderwijzeressen staat voor vele gemeentebesturen de klok stil. i Onder nadere goedkeuring" looft men te Nisse 400, te Ovezande zelfs 475 uitl »Onder nadere afkeuring" was misschien beter gezegd. Handwerken en vrjje- en orde-oefeningen voor ƒ400! Of die ^nadere goedkeuring" komen zal. We hopen dat Gedeputeerde Staten voor die goedkeuring vragende gemeentebesturen de klok wat zullen helpen verzetten. Een gezond dorp. Te Kloetinge is in de drie laatste maanden geen enkel persoon overleden, terwjjl men daar zeker uit dankbaarheid het tractement van den onderwijzer Kloosterman met ƒ50 heèft verhoogd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1