ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 4 October 1892.
Dl FISASCIEELE K
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Onze Afgevaardigde remt.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 4,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
49ste JAARGANG. No. 6216.
Advertentiën, yan 13 regels 30 Cts.
meerdere regelB 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, 'Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
op eiken Donderdag, tot de eerste helft
van December a.s.op de Schuithaven.
Toen verleden jaar in de Tweede Kamer de
financiëele rede werd uitgesproken, was de belang
stelling groot en algemeen. Men kon toch verwachten,
dat er eenig licht zou ontstoken worden over de
voornemens van den Minister van Financiën ten
aanzien van de belasting-hervorming. In algemeene
trekken werden die ook medegedeeld en thans, nu
weder de begrooting ingediend werd, kon men
terugzien op de gedeeltelijke verwezenlijking van
wat toen in het verschiet werd gesteld en wist
men, wat verder volgen zal. Tot het doen van
mededeelingen omtrent belastingplannen was der
halve nu geen aanleiding.
Yan den anderen kant kon, daar de nieuwe
belastingwetten nog niet ingevoerd? ja nog niet
vastgesteld waren, omtrent de uitzichten, die de
toekomst biedt, weinig gezegd worden.
De Minister was dus wel genoodzaakt, zich te
bepalen tot eene uiteenzetting van den financiëelen
toestand van het land, zooals zich die op het oogen-
blik aan hem voordeed. Juist omtrent dien toestand
geeft de rede, echter, gelukkig een paar lichtpunten
te zien, waarop wij gaarne de aandacht onzer lezers
vestigen.
Reeds nit de rede van verleden jaar viel op te
maken, dat de Minister overhelde tot het door ons
steeds verdedigd beginsel van beperking der leeningen
voor buitengewone uitgaven. En ook nu kunnen
wij wijzen op de blijkbare ingenomenheid, waarmee
de Minister in het licht stelt, hoe gedurende de
jaren 18821891, althans een deel der buiten
gewone uitgaven uit de gewone middelen is gedekt.
In die jaren zijn uitgegeven voor:
Spoorwegen met inbegrip van
den Ned. Rijn Spoorweg 98,142,135,20
Merwedekanaal19,930,689,71
Rotterd. Waterweg16,339,336,32s
Verlegging Maasmond 12,081,001,88
Samen 146,493,163,116
Tegenover die uitgaven stond aan buitengewone
ontvangsten 92,710,805,30, terwijl tevens de
kasrekening in dien tijd 31,375,831,31 was
achteruitgegaan, zoodat men rekenen kan, dat
22,406,536,50 uit de gewone middelen is besteed
voor de genoemde vier posten, terwijl tevens aJ
wat verder in die jaren als min of meer huiten-
gewoon is uitgegeven, zonder leening werd voldaan.
Onder de buitengewone inkomsten, die tot betaling
van genoemde posten werden aangewend, komt
ƒ62,803,607,88 voor uit geldleeningen, waar tegen
over staat, dat 21,954,459,15» is besteed tot
delging van schuld en derhalve, tegenover die 146,/s
millioen aan groote werken eigenlijk slechts een
schuld vermeerdering staat van nog geen 40 Y2
millioen. Dit mag met recht een gunstig verschijnsel
genoemd worden, vooral als, naar men hopen mag,
in die richting zal worden voortgewerkt.
In de tweede plaats bljjkt uit 's Ministers mede
deelingen, dat de diensten in de laatste jaren, voor
zoover men daarover nu reeds oordeelen kan, mee
gevallen zijn
Het jaar 1889 was, zooals verleden jaar reeds
medegedeeld werd, gesloten met een batig saldo
van 481,000, het jaar 1890 leverde een tekort
van 1,609,171,426 of 872,118,68 minder dan
waarop gerekend was. Het nadeelig saldo van 1891
wordt nu begroot op 825,794,19s, of ruim 21/2
millioen minder dan verleden jaar werd geraamd,
wat voor een groot deel is toe te schrijven aan de
ruime opbrengst der successierechten. De dienst
van 1892 belooft een overschot van 200,000,
terwijl aanvankelijk op een niet onbelangrijk tekort
was gerekend.
Tot en met 1892 wordt er dientengevolge ge
rekend op een tekort van 1,753,000, wat niet
verontrustend mag genoemd worden.
De financieele operatiën van 1890 en 1892 in
verband met de spoorwegovereenkomsten, zijn hierbij
buiten beschouwing gelaten. Voor het overige komt
er op de begrooting genoeg aan buitengewone
werken voor om te mogen verklaren, dat tot 1892
toe de gewone uitgaven ruimschoots door de gewone
middelen worden
Zal die toestand zoo blijven? Die vraag brengt
ons tot de cijfers voor 1893. Uit den aard der zaak
moeten wij ons bij de behandeling van dat punt
tot de uitgaven bepalen, daar de invloed der
belastinghervorming op de ontvangsten kwalijk
voor een eenigszins juiste raming vatbaar is. En
wat de uitgaven betreft, is maar al te zeer be
vestigd, wat verleden jaar voorzien werd, dat de
te verwachten toeneming der uitgaven grooter zou
moeten zijn, dan de Minister zich voorstelde. De
uitgaven worden op 4,968,535,14 meer geraamd
dan voor 1892 met de reeds toegestane verhoogingen.
De uitgaven zijn geraamd op 136,240,027,78,
de middelen daarentegen op 127,926,490. Dat
maakt een verschil van f 8,313,537,78. Zóó groot
schat de Minister echter het tekort niet. Hij trekt
vooreerst 3 millioen af, die de uitgaven gewoonlijk
onder de raming blijven. Zoo te rekenen is in de
laatste jaren gewoonte geworden, en wij willen
daar dus geen bedenking tegen maken, al moeten
wij er toch weder op wijzen, dat evenzeer elk jaar
nieuwe aanvragen komen, en er geen reden is, die
voor 1893 niet te verwachten.
Niet zonder bevreemding echter hebben wij ge
zien, dat er nog l1/# millioen afgetrokken wordt,
ae vermindering die het Hoofdstuk Marine
zou kunnen ondergaan, tengevolge van de voor
gedragen wijziging der Indische comptabiliteitswet.
Het doel daarvan is, zooals de Minister herinnert,
wettelijke sanctie te geven aan het beginsel, dat
het Rijk van de geldmiddelen, die de Indische
belastingschuldigen opbrengen, geen bijdragen moet
vorderen tot dekking van uitgaven in het belang
van het Rijk, doch alleen vergoeding van uitgaven,
die door het Rijk rechtstreeks ten behoeve van
Indië worden gedaan. Mocht dit ontwerp tot wet
worden verheven, zoo is de Minister van Koloniën
bereid om mede te werken tot herziening van het
Kon. Besluit van 16 November 1866, no. 80,
regelende de verdeeling van de kosten der Marine
in Indië. Deze herziening zal tengevolge hebben,
dat hoofdstuk VI der begrooting (Marine) ver
minderd wordt met eene som, die naar eene voor-
loopige raming ongeveer 1,500,000 bedraagt".
Dit wil met andere woorden zeggen, dat die
som ten laste van Indië zal worden gebracht.
Wij willen gaarne ons oordeel daarover op
schorten tot wij meer licht omtrent deze zaak
hebben ontvangen, maar ontveinzen niet, dat het
geen aangenamen indruk maakt, te ontwaren,
dat het eerste gevolg der nieuwe regeling van de
geldelijke verhouding tusschen Nederland en Indië
weder zijn zal, dat Indië meer te betalen krijgt.
Trekt men die 4.500.000 af van hetgeen de
geraamde uitgaven meer bedragen dan de geraamde
middelendan komt men tot een tekort van
f 3.800.000. Daar tegenover staan weer 5.013.000
aan uitgaven voor spoorwegen, Merwedekanaal,
Rotterdamschen waterweg en Maasmond, zoodat
men rekenen kan, dat die voor 1.200.000 uit
gewone middelen kunnen worden gedekt. Laat
men de 1.500.000, die aan Indië in rekening
gebracht zullen worden, buiten beschouwing, dan
is er buiten die ruim 5 millioen nog een tekort
van 3 ton.
Verontrustend is die toestand niet, maar men
moet toch met den Minister hopen, dat de op
brengst der middelen zal blijven toenemen. Behalve
de omstandigheid, dat de opbrengst in de laatste
jaren weder geregeld stijgt, geeft de omzichtigheid,
die bij de beraming der uitkomsten van de nu
ook door de Eerste Kamer aangenomen belasting
wijzigingen in acht genomen is, grond om in deze
goede verwachtingen te koesteren. Maar willen wij
niet financieel achteruit gaan, dan is met het oog
op de hoogere uitgaven, die voor een groot deel
althans duurzaam de begrooting zullen drukken,
ruimer opbrengst der middelen noodig en is het
dus onvermijdelijk weerstand te bieden aan den
aandrang om belastingen af te schaffen of te ver
minderen zonder equivalent.
De Regeering acht het niet noodig, bijzondere
maatregelen voor te stellen voor de dekking van
het geraamd tekort. Daarvoor is te minder reden
omdat er nog middelen tot dekking van een mogelijk
tekort voorbanden zijn. De tekorten van 1885
1890, met inbegrip van de uitgaven voor de spoor
wegovereenkomstenbedragen 34.640.040.235.
Daarvoor is beschikbaar nog 2.369.343.48 uit de
leening van 1884, 481.313.61 van het batig slot
der rekening van 1889, terwijl daarbij gevoegd
kan worden 31.789.383.145 van de leening van
1892 ad f 44.932.591.35, zoodat van deze leening
nog 13.143.208.205 ter nadere beschikking blijft.
Is derhalve de tegenwoordige toestand goed te
noemen, de toekomst, voor zoover daarover nu te
oordeelen is, laat zich niet ongunstig aanzien. Zij
vordert alleen wijs beleidom de met moeite
verkregen goede verhouding tusschen middelen en
uitgaven niet weder te verbreken.
Al wonen wij Schouwenaars ook op een eiland, waar
geen spoortrein te zien is, noch zelfs een stoomtram
of paardentram; die wat meer in hun leven gezien
hebben dan Schouwen en Duiveland, en onze nieuwer-
wetsche vervoermiddelen kennen, weten allen ook wat
»remmen" is. In de oude dagen kende men die kunst
evenzeer, maar sprak men vanergens een stokje voor
steken, of een spaak in 't wiel steken. Als zoo'n stokje
of zoo'n spaak niet sterk genoeg was om de kracht
van voortgang te breken, dan gaf het natuurlijk niets,
evenmin als onze spoortreinen tot staan worden gebracht
als er iets aan de Westinghouse-rem mankeert. Het
nut van zoo'n toestel zal echter door niemand betwijfeld
worden, die er van overtuigd is dat altijd doorhollen,
alles voorbijhollen is, en derhalve gelijk staat met
volkomen stilstand,
Ook op staatkundig gebied is uremmen" nu en dan
zeer gewenscht, met name dóór, waar de politieke
stoomketel hard gestookt wordt en een deel van het
publiek dat niet aan de Regeering of Volksvertegen
woordiging deelneemt, dagelijks luider roepen om:
harder stoken. In zulke omstandigheden tot de kalme
toeschouwers te behooren, is waarlijk een voorrecht.
En bovendien is het een genot als men bemerkt dat
de Volksvertegenwoordiger van het district waar men
woonachtig is, ongelukken in de politiek tracht te
voorkomen en tijdig zal medewerken om te remmen.
Dat deed dezer dagen onze geachte Afgevaardigde, de
heer van Kerkwijk, en waar wij hierboven schreven
Onze Afgevaardigde remtwillen wij daarom aanstonds
verklaren dat wij die uitspraak bedoelen in den gunstigen,
niet in den ongunstigen zin van het woord.
Bij de besprekingen over het adres van antwoord op
de Troonrede, was de prioriteit der Kieswetbehandeling
aan de orde. De heer van Kerkwijk merkte daarbij op, dat
slechts een deel der Kieswet door de Regeering bij de
Kamer is ingediend, te weten alleen dat deel, dat be
trekking beeft op de verkiezingen voor de Tweede
Kamer en de Provinciale Staten. Van de verkiezingen
voor de Gemeenteraden was geen sprake en daarom
achtte de heer Kerkwijk het van zijn ':ant onmogelijk
het ingediende onderwerp te behandelen. *ran radicale
zijde heeft men deze redeneering den heer van Kerkwijk
zeer kwalijk genomen, en geen wonder, 't radicale wacht
woord luidt toch dag in dag uit: vóór alles, algemeen
stemrechtWie zich daartegen verklaren doen kort en
goed aan imrnoreele politiek, volgens Radicalen en
Socialen. De Liberalen nemen de vrijheid hierover
anders te denken. Zij sollen niet met de zedelijkheid
en kennen zich zelf niet het monopolie der moraliteit
toe, maar aan den anderen kant zien zij evenmin in
een politieken zelfmoord het doelwit dat de Liberale
partij moet bereiken. Hoe dwaas de Liberalen in de
oogen van velen ook zijn mogen, zóó dwaas zijn zij
nog niet, en daarom is hun eerste vraag ook niet:
wat moeten wij doen om ons zelf Regeeringspartij
af, te maken, en onze tegenstanders er boven op te
helpen. Als de zaligheid van Nederland er van af hangt
dat het aantal kiezers van 300,000 op 800,000 wordt
gebracht dan mogen zij die aan deze uitbreiding moeten
medewetten toch wel eens even stilstaan en zich zelf
en anderen afvragen: is dit nu inderdaad een volks-
wensch of een volkswaanmogen wij hier de zaak van
alle kanten bekijken en dus ook naar den samenhang
vragen van gemeente, provincie en land, of moeten wij
maar voorthollen, altijd maar voorthollen, al snelden
wij ook een afgrond tegemoet?
De heer van Kerkwijk is een te bezadigd man, dan
dat hij zich ooit zou te goed doen aan holle theorieën
en hollende praktijken. Maar juist daarom mogen wij
onzen geachten Afgevaardigde een woord van waar
deering en hulde niet onthouden. Tegenover de dollemans
theorieën dat onze Tweede Kamer, die op wettige wijze
is gekozen en samengesteld, onbevoegd zou zijn tot
regeeren zoolang het kiesrecht niet is uitgebreid, is het
voldoende te verwijzen naar de Middelburgsche Courant
die dezer dagen zeer ter snede heeft opgemerkt: dat
een Kamer, die niet bevoegd is om een wet te maken,
evenmin bevoegd is om de Kieswet te wijzigen. Het
alles of niets geldt hier dan ook ten volle! Zijn de
kiezers niet bij machte het Kamerpersoneel te ver
anderen, dan is de Kamer volkomen bevoegd, zelfs
met hooghartige minachting van hen die haar onbevoegd
achten, datgene te behandelen wat zij nuttig en noodig
oordeelt. Al had onze geachte Afgevaardigde alleen even
geremd om ons daarop attent te maken, dan zouden
wij hem van verre nog willen toeroepen: gij hebt
flink gehandeld!
Engeland.
Op aandringen van hunne geloofsgenooten te Liverpool
hebben omstreeks 25 van de Israëlitische landverhuizers
aldaar het aanbod der Cunardmaatschappij aangenomen om
naar Rotterdam te worden teruggebracht, terwijl een gelijk
aantal het reisgeld, dat de maatschappij wil teruggeven,
zal aannemen, en te Liverpool tot het voorjaar zal blijven,
om dan hun reis naar New-York voort te zetten. Waar
schijnlijk zullen eenige anderen naar huis terugkeeren, als
zij zien dat dc 'Cunard-maatschappij blijft weigeren hen te
vervoeren.
België.
In het Handelsblad van Antwerpen lezen wg het
volgende:
Op de grenzen. De Antwerpsche correspondent
der Gazette klaagde dezer dagen over de maatregelen
van quarantaine, die de schepen opgelegd zjjn, welke
uit de Hollandsche havens komen.
Maar hg weet wellicht niet dat onze stadgenooten
die naar Holland reizen, er nog veel erger aan toe
zgn en behandeld worden als kwamen zg uit een
tweede Hambnrg.
Tot voorbeeld dienen de kwellende maatregels,
waaraan men te Vlissingen onze loodsen onderwerpt,
alsook de volgende geschiedenis:
Drie Antwerpenaars moesten naar Zierikzee voor
zaken. Te Rozendaal mochten al de reizigers doorgaan
zonder de minste pleegvormen; maar onze drie, die
van Antwerpen kwamen, moesten hunne namen opgeven
6d de plaats aanduiden waar zg heen reisden en langs
waar.
Te Dordrecht, waar zg moesten afstappen om hnnne
reis per Btoomboot voort te zetten, werden zij door
eenen politieman opgewacht, welke hen een gezondheids
onderzoek wilde doen ondergaan.
Maar onze stadgenooten, die maar juist tjjd'genoeg
hadden om aan de boot te komen, sprongen op den
tram en redeD naar de kaai.
Doch te Zierikzee, nieuwe aangename verwelkoming.
Hun correspondent aan boord komende, verwittigde
hen dat zg, indien zg wilden ontschepen, eene quarantaine
van vjjf dagen moesten doen. De wethouder was zelfs
daar, om hen naar hun hotel te vergezellen, waar zg
in observatie zouden worden gehouden.
Hartelijk dank! was hun antwoord. Zg bleven aan
boord tot 's anderdaags, ontvingen tweemaal het bezoek
van den dokter en vertrokken 's anderendaags terug.
Niettemin hadden zg hunne zaken kunnen verrichten,
namelgk onderzoek doen van een schip dat een
honderdtal meters van daar gemeerd lag, en waar zg
onder het oog der overheden met een roeibootje
naar toe vaarden.
Dit is eene vergissing of liever eene bepaalde
onwaarheid. (Red. Nieuwsbode.)
Nederland.
Rotterdam, 30 Sept. Beden nacht omstreeks
3 uren is door het omvallen van eene petroleumlamp,
die op een stoel geplaatst was, binnenbrand ontstaan
in eene achterkamer van het benedenhuis van pand
No. 32 aan de Vierwindenstraat, bewoond door den
water- en vuurbaas B. 't Hart. De brand werd spoedig
door politie-agenten en burgers met emmers water
gebluscht onder toezicht van een brandspuitmeester.
Toen de brand ontdekt en de bewoners, gewaarschuwd,
de wijk genomen hadden, miste de moeder een 4 jarig
kind. Eene onbekende vrouw begaf zich terBtond in de
brandende binnenkamer en had het geluk het kind te
redden, dat rustig in bed lag te Blapen.
Omstreeks een half uur later ontdekte een agent
wederom brand in hetzelfde benedenhuis, vermoedeljjk
doordien de eerste blussching niet goed had plaats ge
vonden en de veeren van eene peluw wederom aan het
branden waren gegaan. Thans herkreeg de brand in
een ommezien een ernstiger aanzien, zoodat men de
brandweer alarmeerde en weldra een aantal spuiten en
eene stoomspuit aanwezig waren. Ook nu echter was de
brand spoedig gebluscht door middel van eene slang
van spuit 8, die op de waterleiding werd geschroefd.
Tusschen beide branden in bevond zich niemand in dat
benedenhuis, doch men had zich teruggetrokken in de
daarnaast gelegen water- en vuurnering, bjj dezelfde
lieden in gebruik. De inboedel is tegen brandschade
verzekerd, de achterkamer nagenoeg uitgebrand en de
waterschade het aanzienlijkst.
Heden ochtend vermiste de vrouw des huizes het
zilveren cylinder-horloge van haren man, dat in de
bedstede, welke niet uitgebrand is, gehangen had, en
een linnen zakje met ƒ47, hetwelk op eene kast had
gelegen, welk.-, kast eveneens niet geheel verbrand is,
terwjjl de andere daarop gestaan hebbende voorwerpen
zich er nog op bevinden.
Bergen op Zoom, 30 Sept. In de gisteren
avond gehouden zitting van den gemeenteraad werd
besloten, de najaarskermis te doen doorgaan, onder
nader vast te stellen bepalingen voor de houders van
kramen, spellen, enz.
Vlissingen, 2 Oct. Gedurende het afgeloopen
badseizoen werden in het geheel 3075 baden genomen
en wel 2248 door heeren en 827 damesbaden.
MiO<l ell>urg, 2 Oct. Hier ter stede doen zich
verschillende gevallen van roodvonk voor, waaronder
reeds enkelen met doodelgken afloop, zelfs zgn reeds
enkele scholen. Hjdelgk gosloter om ontsmet te worden.
Misschien zgn velen het wel met mg eens, wanneer
ik verklaar den gemeenteraad te Zierikzee niet goed te
begrijpen. Wat toch deed bg? In het begin van Sep
tember de kermis uitstollen, toen het wel voorzichtig
heidshalve was aan te raden en ook dan alleen van
dien kant was goed te keuren, dat toch volstrekt nog
niet noodzakelijk was. En thans, vier weken later,
hecht diezelfde raad met algemeene stemmen zjjne
goedkeuring aan een voorstel die heden (Maandag)
te doen aanvangen; thanB, nu zich zeker wel op vjjftig
verschillende plaatsen, er verschillende besmettelijke
ziekten hebben voorgedaan. Men denke slechts aan
cholera asiatica, cholera nostras, cholerine, nu weer
roodvonk te Middelburg, enkele gevallen van mazelen
te Vlissingen, pokken te Delft en diphtheritis te
Maastricht, gaat de kermis door, die toch wel niet
heel veel bijzonders zal wezen, omdat volstrekt geen
personen worden toegelaten uit plaatsen, waar zich
besmettelijke ziekten hebben voorgedaan.
Ik geloof zeer zeker, dat de raad besloten heeft de
kermis door te laten gaan, omdat hg weer bevreesd
was voor verstoring der orde, doch als het hiervoor
gelaten is, dan is dit weer een toegeven aan de zjjde
der sociaal-democraten.
Als de vos zgn passie preekt enz., kwam mg on
willekeurig in de gedachte bg het lezen van het
besluit van den gemeenteraad.
Als de gemeenteraad het aanbod van den heer
W. P. van Pagé aanneemt, zal vóór het einde van
1895 het open terrein tusschen de thans reeds gebouwde
woonhuizen op de Loskade, ook bebouwd zgn. Mocht
dit zoo zgn dan zal dit weer een sieraad te meer zgn
voor onze stad, waar in den laatsten tgd veel nienwe
huizen zgn bjjgebouwd of andere geheel zgn gerestau
reerd.
Middelburg heeft een lastige affaire bg de hand.
Voor twee honderd en zestig duizend gulden heeft
de gemeente een duinwaterleiding doen aanleggen. Het
water zou komen van de »Oranjezon", waar de duinen
breed en groot zgn.
Men noemt het daar dan ook »Breezand". Dit voor
jaar was de leiding gereed; het hoog reservoir was
gebouwd, de leiding was in orde en het pompstation
was in werking.
En niemand reclameerde over het water.
Maar de zomer komt en het water gaat kwaljjk
rieken en krijgt een gele kleur. Misschien was de
nieuwe buizenleiding wel de oorzaak, en het weinige
verbruik, zoodat het water te lang stilstond.
Men ging aan 't spuien.
Maar geen beterschap. Het publiek meende te weten
dat de prise d'eau in een veenlaag terecht was ge
komen.
De Gemeenteraad besloot een onderzoek te doen in
stellen door dr. Koppeschaar, Directeur der Hoogere
Burgerschool in den Haag, specialiteit in dit vak en
zjjn rapport, deze week openbaar geworden, stelt vast
dat gzeroer in het water wordt gevonden.
Hg geeft als eenig afdoend middel tot herstel aan
het verplaatsen van het prise d'eau. Een werk dat de
gemeentekas waarschijnlijk op een halve ton zal te
Btaan komen.
Natuurljjk dat het publiek weinig gesticht is over
deze aderlating in de gemeentekas, en even natuurlgk
dat het publiek de schuldige zoekt.
VolgenB mededeeling van »men" heeft reeds in '80
een bekend ingenieur alhier op het kleurverschil van
het water in de duindalen gewezen de omwonende
buren moeten bg het graven van het nu bestaande
waterbekken gewaarschuwd hebben om verder zeewaarts
te gaan.
Dus, zoo is de conclnsie van »men", theorie is al
weder boven practgk gegaan, en nu ziet men weder
eens hoe men uitkomt.
Naar de meening van onze adviseurs is hier van
geen schuldige sprake. De droge zomer van '92 heeft
aan 't licht gebracht wat niemand wist of weten kon.
Indien de waterleiding in '91 in exploitatie ware ge
komen zou op dit oogenblik nog niemand vermoeden
dat aan de »Oranjezon" gzeroer in den bodem te vinden
was. Om de eenvoudige reden dat er dan overvloed
van hemelwater zou zgn om voortdurend water te
leveren.
De zuiging uit het duin heeft voor den dag gebracht
wat zoo min een practicus als een theoreticus weten
koD of te weten komen kon.
Wg geven deze opinie zooals we ze ontvingen, onder
de eenvoudige opmerking dat alzoo deze geschiedenis
tot de onvoorziene ongelukken moet gerekend worden.
En ongelukken zijn te allen tgde kwade kansen.
De Z.
Zuid-Bevelaud, 1 Oct. Hier en daar komt
het nog al eens voor, o. a. te Ovezande en te Borsele,
dat koeien barsten, waarBcbijnlgk door het eten van
natte klavers.
Te Kapelle viel, zonder waarschuwen, een der roeden
uit den molen; het zware Btuk hout versplinterde
geheel. Niemand ondervond letsel, want er was niemand
bg. Op dezelfde plaats viel iemand van een voer hooi
met den voet in eene griep.
Te Ellewoutsdjjk maakte eene koe, die uit de weide
gehaald werd, zich zoo driftig op een voorbgrgdenden
wagen, dat zjj zich losrukte en tegen een boom doodliep.
Het geval van cholera in die gemeente, blgkt een
zeer hevige aanval van diarrhee geweest te zgn bg een
persoon, die daaraan dikwgls Igdende is. De lgder is
geheel hersteld.
Gaat men hier in alle opzichten nog al met den tgd
mee, ten opzichte der tractementen van onderwijzers en
onderwijzeressen staat voor vele gemeentebesturen de
klok stil. i Onder nadere goedkeuring" looft men te
Nisse 400, te Ovezande zelfs 475 uitl »Onder
nadere afkeuring" was misschien beter gezegd.
Handwerken en vrjje- en orde-oefeningen voor ƒ400!
Of die ^nadere goedkeuring" komen zal. We hopen
dat Gedeputeerde Staten voor die goedkeuring vragende
gemeentebesturen de klok wat zullen helpen verzetten.
Een gezond dorp. Te Kloetinge is in de drie laatste
maanden geen enkel persoon overleden, terwjjl men
daar zeker uit dankbaarheid het tractement van
den onderwijzer Kloosterman met ƒ50 heèft verhoogd.