ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Zaterdag 10 September 1892.
BLOEDWRAAK.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
- r
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
49ste JAARGANG. No. S206.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Lyst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, over
de le helft der maand Angnetns 1892:
Yan Zierikzee:
1. Mej. van den Hoek, 's Gravenhago.
2. M. v. Dyke, Kralingen.
Van Burg:
3. M. Boot, Bergambacht.
Van Viane:
4. Stompe, Scbeveningen.
Buitenland:
Van Zierikzee:
1. F. vnn den Bont, New-York.
De BURGEMEESTER der gemeente
Zierikzee;
Gelet op de circulaire vau den heer Com
missaris der Koningin in deze provincie
van den 8 dezer (Provinciaal blad No. 89);
Brengt ter openbare kennis de volgende
beschikking van ZE. den Minister van
Binnenlandsche Zaken d.d. 7 September
1892, L». A, afdeeling M. P.
De Minister van Binnenlandsche Zaken;
«Gelet op art. 8 van het Kon. besluit
«van 4 September 1892 (Staatsblad No.
«215) tot vaststelling van buitengewone
«maatregelen tot afwending der Aziatische
«Cholera en tot wering harer uitbreiding
«en gevolgen";
«Heeft goedgevonden te bepalen dat
«genoemd artikel zal worden toegepast
«ten aanzien van personen komende uit
«Rusland, Hamburg, Ai.tona, Antwerpen
«of HavRE, zoodat ieder die een of meer
«personen, komende uit Rusland, IIam-
«burg, Altona, Antwerpen of HavRE in
«zijne woning huisvest, verplicht is on-
«middellijk na aankomst van dien persoon
«of die personen daarvan kennis te geven
«aan den Burgemeester en evenzoo ken-
«nis te geven aan den Burgemeester van
«elk verdacht ziektegeval in zijne woning,
«mitsgaders van het vertrek van boveu-
«bedoekle personen en van de plaats,
«waarheen zij alsdan vertrokken zijn."
Zierikzee, den 9 September 1892.
De Burgemeester voornoemd,
CH. W. VERMEI.TS.
Veeartsenijkundige dienst en politie.
DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,
overwegende, dat het mond- en klauwzeer onder het
rundvee in Walcheren is uitgebroken en ook buiten de
provincie voorkomt;
dat alzoo, op grond van art. 24 van het Provinciaal
Reglement betredende de veeartsenijkundige dienst en
politie (Provinciaal blad no. 70 van 1880), wijziging behoort
te worden gebracht in het besluit van 12 Juli 1889, no. 80,
(Provinciaal blad no. 76);
gezien het bericht van den Provincialen Veearts der le
klasse van 31 Augustus II. no. 64;
BESLUITEN:
1°. voor Walcheren met Nieuw- en St. Joosland en Zuid-
Beveland met Wolfaartsdyk in te trekken:
de ontheffing van de verplichting tot keuring alvorens
vergunning wordt verleend tot het vervoeren van
rundvee uit dat gedeelte der provincie naar een der
andere in art. 20 van het Reglement genoemde onder-
deelen der provincie;
2°. voor de geheele provincie in to trokkende
ontheffing van de verplichting om het uit andere
provinciën des Rijks ingevoerde rundvee overeenkomstig
art. 19 van het Reglemcit afgezonderd te houden;
3°. Burgemeester en Wetlioi: 'ers uit te noodigen, dit
besluit in hunne gemeeme door aanplakking ter al-
gemeene kennis te brengen.
Gedaan te Middelburg, 2 September 1892.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
DE BRAUW, Voorzitter.
W. POLMAN KRUSEMAN, Griffier.
De BURGEMEESTER van Zierwzee
Overwegende, dat het is voorkomen dat bekendmakingen
door hem gedaan, gedeeltelijk zijn afgescheurd of onleegbaar
gemaakt;
Herinnert allen, wie zulks aangaat, aan de bepaling van
art. 187 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij op het
wederrechtelijk afscheuren, onleesbaar maken of beschadigen
van bekendmakingen, van wege het bevoegd gezag in het
openbaar gedaan, met het oogmerk om de kennisneming
daarvan te beletten of te bemoeilijken, eene gevangenisstraf
is bedreigd van ten hoogste ééne maandof geldboete van
ten hoogste drie honderd gulden.
Zierikzee, den 9 September 1892.
De Burgemeester voornoemd
Cu. W. VER ME IJS.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Maandag; den IS
September e.k., des namiddags te 2 uur, op het
Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad
zal gehouden worden.
Zierikzee, den 9 September 1892.
De Burgemeester,
CH. W. VERMEIJS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken. Voorstellen van
Burgem. en Wetli. tot het verleenen van afschrijving van
hoofdelijken omslag, tot voorloopige vaststelling van de
wijziging van den ligger der wegen en voetpaden in deze
gemeente, tot vaststelling eener instructie voor de gemeente-
genees-, heel- en verloskundigen en tot benoeming van een
tijdelijk leeraar in de scheikunde enz. aan de Hoogere Bur
gerschool en Burger-Avondschool, enz.
Italië.
Heden (Donderdag) beginnen te Genoa de fees!en ter
eere van Colnmbas en tevenB ter eere van den Koning
en de Koningin. De Koning komt te water nit Spezzia,
de Koningin te land uit Monza. Zoodra de Koning ter
reede komt, zullen de Italiaansche en vreemde oorlogs
bodems hem uit hunne vuurmonden begroeten. De
Italiaansche vaartuigen zyn 12 in getal, onder welke
de grootste gepantserde, zooals de »Duilio"en »Lepanto"
Engeland heeft 3 oorlogsbodems gezonden, Frankryk 4,
Spanje 3, Amerika 2, de Argentynsche republiek 2,
Nederland 1 (de »Johan Willem Friso"), Rumenië 2,
Griekenland, Portugal en Mexico elk 1, eDz. De vorst
van Monaco is zelf met zyn jacht ïPrinseB Marie" naar
Genna gekomen. In het geheel znllen er een veertig
vreemde oorlogsschepen zyn vereenigd. Voegt men
hierby de tallooze particuliere vaartuigen, die in het
gezicht zyn, dan kan men zich een denkbeeld vormen
van het levendige schouwspel dat er te genieten valt.
De Nederlandsche gezant bevindt zich, geljjk vele
andere bnitenlandsche diplomaten, te Genna.
Het Fransche eskader is by zyne komst levendig
begroet. De bladen, die gewoon zyn een scherpen toon
tegen Frankryk nan te slaan, laten nn hiervan niets
merken. Dit is te begrijpen; maar zy gaan verder en
geven de hoop te kennen, dat de komst dier vaartuigen
de voorbode zal zyn van het herstel der hartelijke be
trekkingen, die vroeger tnsschen de heide landen
bestaan hebben.
Oostenrijk.
Nog geen veertien dagen na de berichten over de
groote hitte komen nit dezelfde streken klaohten over
de konde. In de Oostenryksche Alpen heoft hot
gesneeuwd.
Een actrice van het hoftheater te Weenen, die
Ty'.tardag met twee andere dames en twee gidsen don
Sonnblik besteeg is in de Alponhut daar boven inge
sneeuwd.
Duitschland.
In de Köln. Zeiltuig komt een .ingezonden stnk
voor met het opschrift: »Hoe de cholera geheim
gehouden wordt in Frankryk". De inzender deelt
mede, hoe hy, den 15den Augustus j.l. voor zaken
te Parys gekomen, den volgenden dag toevallig te
Sarcelle8 kwam, een by St. Denis gelegen dorpje van
1000 inwoners. Daar vond hy alles in opschndding
en verwarring; de cholera waB daar uitgebroken, de
burgemeester gevlucht en de gansche bevolking scheen
zyn voorbeeld te willen volgen. Hoewel hy in gezelschap
van een Fransch journalist Sarcellea op dien dag
bezocht, was deB avonds in de Parijsche bladen geen
woord te lezen van de paniek, aie vlak onder de
muren der hoofdstad was ODtBtaaD. Hjj (de inzender)
zond daarom naar Duitschland een telegram van dezen
inhoud: *In het dorp Sarcelles by St. Denis zyn in
de laatste acht dagen 51 menschen aan cholera ge
storven, Sarcelles heeft omstreeks 800 A 1000 inwoners;
naar die verhouding zouden te Parys 51,000 menschen
hebben moeten sterven. De maire van Sarcelles is met
300 inwoners gevlncht. Alle bladen van Parys zwjjgen
over het voorval". Dat telegram is niet in Duitsch
land aangekomen; dus blykbaar niet uit Parys
verzonden, omdat de Fransche overheden de waarheid
niet bekend gemaakt wilden hebben. Wel kwam den
volgenden dag een beambte der prefeotuur van politie
den afzender in zyn logement opzoeken om hem te
vragen, of hjj zelf te Sarcelles was geweest en zeker
wist, dat de burgemeester gevlucht was. Na een
bevestigend antwoord ontvangen, te bebbeo, ging de
beambte onder beleefde dankzegging heen.
Belgïi
e.
Te Koocke vond Maandag een treurig drama plaats.
Eene dame uit Brussel, mevrouw Lemoine, nam
'b middags om 5 nren een baddaar de zee zeer
onstuimig was, liet ze uit voorzichtigheid een badknecht
haar vergezellen; of deze niet nuchter was, of zioh te
ver had gewaagd, men weet het niet, maar de badenden
sloegen geen acht op de trompet, die hen steeds
waarschuwde terug te keeren. Eensklaps verdwenen
ze in de golven, en alle pogingen om hen te redden
waren vruchteloos; de zee had hen reeds te ver mee
gevoerd.
Het lyk van mevrouw Lemoine vond men den
volgenden morgen op het strand, dat van den hadknecht
was Woensdag nog niet aangespoeld. Mevrouw Lemoine
was sedert eenige dagen met haar dochtertje in Knocke
en wachtte dienzelfden dag haar man.
Nederland.
*s Gravenhage, 7 Sept. Thans is by de
Tweede Kamer ingekomen het vroeger aangekondigde
wetsontwerp tot wyziging van de Indische Compta
biliteitswet, waarin het beginsel is nedergelegd (art. 4),
dat het Ryk van de geldmiddelen, die de Indische
belastingschuldigen opbrengen, geen bydragen moet
vorderen tot dekking van uitgaven in het belang van
het Ryk, doch alleen vergoeding voor uitgaven, die
door het Ryk rechtstreeks ten behoeve van Indië worden
gedaan.
Ia de Haagsche correspondent van de N. Gron. Ct.
foed ingelicht, dan zal het Ministerie de Tweede
amer gedurende de komende campagne wel in het
gareel houden.
Hy schryft:
Thans is men aan byna alle departementen zeer
druk in de weer om do belangryke voorstellen, die
in de door H. M. de Koningin-Regentes persoonlijk
uit te spreken troonrede zullen worden aangekondigd,
spoedig gereed te hebben: vervolg van de belasting
voorstellen, defensie-wet, kiesrechthervorming, leer
plicht en onderscheiden belangryke zaken op 't gebied
van rechtswezen en sociale wetgeving. Men kan zich
op een welvoorzienen parlementairen disch voor
1892—93 voorbereiden.
Naar men meldt is op de begrooting voor 1898
door den minister van marine de bouw van een paar
groote oorlogsschepen gebracht.
Wat gisteren als gerucht werd vermeld, heeft
zich heden bevestigdde bnrgemeester heeft geen ver
gunning verleend voor het houden eener meeting op
een weiland aan den Loosdninschenweg van den Bond
voor algemeen kies- en stemrecht op 18 dezer.
De weigering ia gegrond op het advies van de ge
neeskundige autoriteit, die door den burgemeester op het
verzoek is gehoord, en de beslissing is eerst genomen,
nadat het beBtuur van den Bond den burgemeester had
medegedeeld, dat de vergadering door 10,000 A 20,000
personen zou bezocht worden.
Do geneeskundige ambtenaar achtte groote volks
verzamelingen in dezen tyd onraadzaam.
Hare Majesteiten zullen, na de opening der zitting
van de Staten-Generaal, in de tweede helft van
September, naar »Het Loo" vertrekken.
Delft, 7 Sept. Maandag is aan de Ned. gist- en
spiritusfabriek alhier een brutale diefstal gepleegd.
Terwjjl des avonds omstreeks acht uur in het gebouw
»De Gemeenschap" in het Agnetapark eene vergade
ring werd gehouden en de parkwachter zich aan de
voorzyde van het gebouw bevond, haalden eenige
personen aan de achterzijde uit den kelder drie
zakken, gevuld met koperen persplatenwelke in
de fabriek by de vervaardiging van gist worden
gebruikt en zonder voorkennis der directie in
genoemden kelder waren geborgen. De dieven die zich
met hun buit in de richting der schietbaan achter de
tent verwijderden, werden evenwel achterhaald door
den parkwaohter. Maar voor dat deze een der personen
kon herkennen, ontving hy zulk een slag voor het
hoofd dat by in de sloot geraakte. Toen by zich weder
op den kant had gewerkt en in staat was om hulp te
roepen, waren de vogels gevlogen met achterlating van
een tweetal zakken. De zaak is in onderzoek by de
politie, aan wie indien het verhaal van den park
wachter juist iB het zeker wel niet moeielyk zal
vallen de daders te ontdekken.
Rotterclara, 8 Sept. Een heer, die gistermorgen
met zyn demi-saison over den arm uit een koffiehuis
in de HoofdBteeg kwam, verloor uvt een der zakken
van do heen en weer bengelende jas zyn portefeuille.
Een jongen raapte het voorwerp op en ging er mede
aan den haal; bjjtyds echter werd hy nog door een
man tegengehouden, die de vondst had opgemerkt.
De heer kwam weer in het bezit van zyn portefeuille
en gaf 25 aan den man, die den jongeD, welke zoo
weiöig blyken had gegeven een eerlyke vinder te
willen zyn, by zyn kraag had gepakt. De knaap werd
met een pak slaag beloond.
Hellevoetsliïis. In verband met het onlangs
vermelde, dat de postboot, kort geleden in de vaart
gebracht, niet voldoende malen op de treinen Vlaar-
dingen- Schiedam correspondeert, kunnen wy melden,
dat de maatschappij >Maasnymph" te Rotterdam, hier
weder drie nieuwe diensten in het leven heeft
geroepen, correspondeerende op die treinen.
Hen verhaal van den Ooslerschen spoorweg.
II. {Slot).
Drie tunnels waren wij reeds gepasseerd. Daar
toen wij uit den vierden tunnel kwamen, kort
voor het dorp Katchanik, zie ik op de spoorbrug,
welke wij na weinige seconden moesten overgaan,
drie Albaneesche vrouwen. Ik verschrik doodelijk,
rem onmiddellijk, fluit en geef alle mogelijke
noodsignalen. Als zij zeer snel loopen, kunnen zij
het einde der brug nog bereiken en zijn gered.
Vol angst kijk ik naar hen. Maar do arme schepsels
werden door schrik verlamd, toen zij het snuivende
stoomgevaarte zagen komenals vastgeketend blijven
zij staan. Ik roep hen met alle krachten toe:
«Vliedt! Vliedt!" maar wat vermag de menschen-
stem, zelfs in de wanhoop, tegen het snuiven en
stampen der terugwerkende machine. Tegenstoom
als een laatst wanhopig hulpmiddelMaar te
vergeefsch, reeds pakt de locomotief de eene, nu
ook de tweede en in eene seconde zijn beiden
verpletterd. De derde vlucht met vreeselijk angst
gehuil voor de snuivende, maar steeds langzamer
rijdende locomotief, haar mantel fladdert in den
windzij heeft hare armen uitgebreid. O God, als
zij maar niet. glijdt of struikelt, als hare krachten
haar maar niet begeven. NeenGod lof! Zij heeft
het einde der brug bereikt, springt op zijde en
snelt, steeds vreeselijk schreeuwende, naar het
dorp toe. De trein hield stilWij trokken
afgerukte ledematen van tusschen de wielen der
locomotief, zochten op de plaats van het on
geluk de stukken der lijken bij elkaar, legden die
aan den kant der spoorbaan en reden verder. Hoe
en in welken toestand ik hier aangekomen ben
ik weet het niet ik zie nog steeds dat
verschrikkelijke voor mijne oogen".
Uitgeput zweeg hijook zijne vrouw kon geen
woorden vinden; zij drukte slechts stom zijne hand
en zag tot hem op met oogen, waarin hij duidelijk
hare innige, onveranderde liefde en haar diep
medegevoel lezen kon. Na eene poos vroeg zij
«En wat nu?"
«Morgen zal ik aan het hoofdbestuur uitvoerig
verslag doenvan het voorval zelf heb ik heden reeds
kennis gegeven". Daarna gingen zij zwijgend en
zeer aangedaan ter rust.
Den volgenden dag gaf Baumert nogmaals kennis
van het ongeluk, er werd een onderzoek ingesteld
en tot op den dag, dat hem de uitslag daarvan
kon medegedeeld worden, was Baumert van dienst
ontheven. Ofschoon hij zich niets te verwijten had,
was hij niettemin bang voor de uitspraak. Hoe
nu, als hij uit den dienst werd ontslagen, juist
nu, nadat hij zich een eigen haard had gevestigd.
Van zijne vrees mocht hij zijne vrouw niets zeggen,
maar zij stemde hem zeer droevig.
In het Albanische dorp was intussclien een
geweldig gejammer over het gebeurde ongeluk los
gebarsten. De vrouwen hieven, zoodra zij door de
geredde het voorval vernamen, een luid gehuil
aan en snelden gemeenschappelijk naar de velden
om hare mannen te halen en hen tot wraak uit
te dagen. De gansche stoet bewoog zich naar de
plaats van het ongeluk. Alle vrouwen bedekten
onder luide weeklagen haar gelaat, verscheurden
.hare kleederen en trokken hare haren uit; de
vrouwelijke bloedverwanten wierpen zich snikkend
en luid jammerend op de bloedige slachtoffers;
alleen de mannelijke bloedverwanten stonden droef
geestig en stom ter zijde, in hunne woeste aan
gezichten stond duidelijk een bloedig besluit
geschreven. Nog denzelfden avond begroef men
de beide verongelukten zonder gebeden, zonder
plechtigheden. Zij waren zoo verminkt, dat
aan hen de voorgeschreven wasschingen niet verricht
konden worden. Over een ongewasschen lijk mag
evenwel niet gebeden wordenderhalve waren die
dooden ook beroofd van de Paradijsche. vreugden.
Wee echter dengene, die de beide slachtoffers niet
alleen van het aardsche leven, maar ook van de
vreugden aan gene zijde had beroofd. In den
nacht kwamen de mannen van het Albanische dorp
bij elkaar en hielden raad, hoe zij de wraak zouden
uitvoeren.
«Waarom heeft de man aan de machine deze
niet terstond laten stilhouden, waarom heeft hij
onze vrouwen niet gespaardHaar bloed kome
over hem".
Na eenige dagen ontving Baumert van het Bestuur
het bericht, dat bij het onderzoek zijn onschuld
gebleken was en dat hij den volgenden dag zijn
dienst weder kon hervatten.
«Neem mij morgen mee; ge hebt me onlang3
beloofd, dat ik je op de eerstvolgende reis ver-
gezeljen mag", bad en smeekte de jonge vrouw.
«Een ander maal, Anna, maar morgen niet".
«Juist morgen, Herman; er kan je een ongeluk
overkomen, gij zelf houdt het niet voor onmogelijk,
dat de Albaneezen wraak bedenken, dan beli ik
ten minste bij je. Geloof mij, ik zou, indien ik
alleen moest achterblijven, van angst sterven".
Hij deed nog eenige vruchtelooze pogingen om
haar van haar voornemen af te brengen; eindelijk
gaf hij toe.
Anna zou in Mitrovilz bij eene Duitsche familie
overnachten en den volgenden dag weder met haar
man terugkeeren.
Zoo wandelden zij dan den volgenden morgen
zeer vroeg samen naar het station. De heenreis
was zoo schoon, dat Anna haar angst bijna vergat.
Op elk station keek Baumert bij haar in de coupé,
steeds had hij een vriendelijk woord en een teederen
blik voor haar. Zij werd langzamerhand kalm en
opgeruimd; alleen toen de trein over de bewuste
brug reed, sidderde zij. Doch ook deze was gelukkig
gepasseerd. Anna kon zich nu zonder zorg aan
de vreugde van de schoone natuur overgeven, den
aanblik der boschrijke bergen, welke vaderlandsche
herinneringen in haar wekten, genieten.
Tegen den avond kwam de trein in Mitrovitz
aan. Anna vond bij de Duitsche vrienden van
haar man de bereidwilligste ontvangst. Zij blikte
dankbaar op den blij doorleefden dag terug en
sliep een verkwikkenden slaap.
Den volgenden morgen haalde haar man haar af.
Zij was heden veel kalmer dan gisteren. Den
vorigen dag toch was haar geliefden man geen
leed geschied. God zou hem ook heden beschermen.
Andermaal was de trein de drie tunnels door
gegaan. De jonge vrouw keek door het raampje.
Nu moest de brug komen. Juist, reeds was de
locomotief op dezelve, nu ratelen ook de andere
wagens er over. Anna keek vol angst naar buiten.
O Godziet zij goedaan het einde der brug
staan gewapende mannen! Albaneezen! De bloed-
wrekersDe eene heft zijn geweer op krak
krak; een dubbel schot. Zij ziet de mannen nog
wegsnellen, daarna werd het haar zwart voor de
oogen. Maar weldra kwam zij weder tot zich zelf.
Zou haar man getroffen zijn? Neen, neen, dat zou
God niet toelaten. En bovendien, was er niet juist
geremd geworden? Zeker, het ging immers bergaf?
Hij vervulde dus zijne plichten nog, hij kon nog
werken. Maar misschien was hij gewond Oneindig
lang kwamen haar de weinige minuten tot Katchanik
voor. In doodelijken angst kijkt zij uit het venster.
Daar duikt eindelijk het stationsgebouw op. God
lof, nu eindelijk zou zij zich kunnen overtuigen,
dat haar beminden man niets overkomen was.
Maar wat was dat? Waarom hield de locomotief
honderd pas voor het stationsgebouw op. Met de
kracht der wanhoop opent zij de waggondeur en
snelt naar de locomotief. Daar staat Baumert op
zijne plaats, onbewegelijk, bleek, zijne hand aan
het remtoestel.
«Herman, zijt ge gewond, wat is er? Herman,
om Gods wil, spreek toch!"
Baumert beweegt zich niet. Met één sprong is
zij naast hem. Maar zij krimt ineen. Geen woordje,
geen teeken, dal hij haar verstaan heeft. Anna
klampt zich aan hem vast
Men maakte de jonge, bewustelooze vrouw van
het lijk los. De trein was door een dooden machinist
tot- Katchanik gebracht. Een welgericht schot had
hem in het hart getroffen, juist op hetzelfde uur
en op dezelfde plaats, waar de vrouwen verpletterd
waren. Werktuigelijk had hij naar het handvatsel
gegrepen en het teeken tot remmen gegeven. De
trein was na eenige minuten dicht bij Katchanik
tot staan gekomen. Dé hand, die krampachtig de
hefboom omvat en daardoor in het sterven zoo
velen het leven gered had, moest opengebroken
worden, de vingers lieten zich anders niet openen.
Na weinige weken keerde Anna langs denzelfden
weg, waarop zij kort geleden zoo gelukkig, zoo
vol hoop met haar man was binnengehaald, naar
haar vaderland terug. Stoffelijk heeft zij geene
zorgen, daar het spoorwegbestuur met het oog op
den heldhaftigen dood vau Baumert, het lot zijner
weduwe had verzekerd; maar haar hart was ge
broken, haar geluk voor immer weg!
De moordenaars werden opgespoord en als een
waarschuwend voorbeeld voor de geheele Albanische
bevolking opgehangen. Maar nog heden maakt de
machinist op die noodlottige plaats het teeken
des kruises, want ook hij is niet zeker voor de
wraak van een der langstlevende leden dier familie.
De kogels der Albaneezen treffen zeker en de
bloedwraak sterft niet uit.