ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Zaterdag 10 September 1892. BLOEDWRAAK. Directeur-Uitgever J. WAALE. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. KENNISGEVING. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. - r Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. S206. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Lyst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, over de le helft der maand Angnetns 1892: Yan Zierikzee: 1. Mej. van den Hoek, 's Gravenhago. 2. M. v. Dyke, Kralingen. Van Burg: 3. M. Boot, Bergambacht. Van Viane: 4. Stompe, Scbeveningen. Buitenland: Van Zierikzee: 1. F. vnn den Bont, New-York. De BURGEMEESTER der gemeente Zierikzee; Gelet op de circulaire vau den heer Com missaris der Koningin in deze provincie van den 8 dezer (Provinciaal blad No. 89); Brengt ter openbare kennis de volgende beschikking van ZE. den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 7 September 1892, L». A, afdeeling M. P. De Minister van Binnenlandsche Zaken; «Gelet op art. 8 van het Kon. besluit «van 4 September 1892 (Staatsblad No. «215) tot vaststelling van buitengewone «maatregelen tot afwending der Aziatische «Cholera en tot wering harer uitbreiding «en gevolgen"; «Heeft goedgevonden te bepalen dat «genoemd artikel zal worden toegepast «ten aanzien van personen komende uit «Rusland, Hamburg, Ai.tona, Antwerpen «of HavRE, zoodat ieder die een of meer «personen, komende uit Rusland, IIam- «burg, Altona, Antwerpen of HavRE in «zijne woning huisvest, verplicht is on- «middellijk na aankomst van dien persoon «of die personen daarvan kennis te geven «aan den Burgemeester en evenzoo ken- «nis te geven aan den Burgemeester van «elk verdacht ziektegeval in zijne woning, «mitsgaders van het vertrek van boveu- «bedoekle personen en van de plaats, «waarheen zij alsdan vertrokken zijn." Zierikzee, den 9 September 1892. De Burgemeester voornoemd, CH. W. VERMEI.TS. Veeartsenijkundige dienst en politie. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, overwegende, dat het mond- en klauwzeer onder het rundvee in Walcheren is uitgebroken en ook buiten de provincie voorkomt; dat alzoo, op grond van art. 24 van het Provinciaal Reglement betredende de veeartsenijkundige dienst en politie (Provinciaal blad no. 70 van 1880), wijziging behoort te worden gebracht in het besluit van 12 Juli 1889, no. 80, (Provinciaal blad no. 76); gezien het bericht van den Provincialen Veearts der le klasse van 31 Augustus II. no. 64; BESLUITEN: 1°. voor Walcheren met Nieuw- en St. Joosland en Zuid- Beveland met Wolfaartsdyk in te trekken: de ontheffing van de verplichting tot keuring alvorens vergunning wordt verleend tot het vervoeren van rundvee uit dat gedeelte der provincie naar een der andere in art. 20 van het Reglement genoemde onder- deelen der provincie; 2°. voor de geheele provincie in to trokkende ontheffing van de verplichting om het uit andere provinciën des Rijks ingevoerde rundvee overeenkomstig art. 19 van het Reglemcit afgezonderd te houden; 3°. Burgemeester en Wetlioi: 'ers uit te noodigen, dit besluit in hunne gemeeme door aanplakking ter al- gemeene kennis te brengen. Gedaan te Middelburg, 2 September 1892. De Gedeputeerde Staten voornoemd, DE BRAUW, Voorzitter. W. POLMAN KRUSEMAN, Griffier. De BURGEMEESTER van Zierwzee Overwegende, dat het is voorkomen dat bekendmakingen door hem gedaan, gedeeltelijk zijn afgescheurd of onleegbaar gemaakt; Herinnert allen, wie zulks aangaat, aan de bepaling van art. 187 van het Wetboek van Strafrecht, waarbij op het wederrechtelijk afscheuren, onleesbaar maken of beschadigen van bekendmakingen, van wege het bevoegd gezag in het openbaar gedaan, met het oogmerk om de kennisneming daarvan te beletten of te bemoeilijken, eene gevangenisstraf is bedreigd van ten hoogste ééne maandof geldboete van ten hoogste drie honderd gulden. Zierikzee, den 9 September 1892. De Burgemeester voornoemd Cu. W. VER ME IJS. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Maandag; den IS September e.k., des namiddags te 2 uur, op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal gehouden worden. Zierikzee, den 9 September 1892. De Burgemeester, CH. W. VERMEIJS. ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN: Mededeeling van ingekomen stukken. Voorstellen van Burgem. en Wetli. tot het verleenen van afschrijving van hoofdelijken omslag, tot voorloopige vaststelling van de wijziging van den ligger der wegen en voetpaden in deze gemeente, tot vaststelling eener instructie voor de gemeente- genees-, heel- en verloskundigen en tot benoeming van een tijdelijk leeraar in de scheikunde enz. aan de Hoogere Bur gerschool en Burger-Avondschool, enz. Italië. Heden (Donderdag) beginnen te Genoa de fees!en ter eere van Colnmbas en tevenB ter eere van den Koning en de Koningin. De Koning komt te water nit Spezzia, de Koningin te land uit Monza. Zoodra de Koning ter reede komt, zullen de Italiaansche en vreemde oorlogs bodems hem uit hunne vuurmonden begroeten. De Italiaansche vaartuigen zyn 12 in getal, onder welke de grootste gepantserde, zooals de »Duilio"en »Lepanto" Engeland heeft 3 oorlogsbodems gezonden, Frankryk 4, Spanje 3, Amerika 2, de Argentynsche republiek 2, Nederland 1 (de »Johan Willem Friso"), Rumenië 2, Griekenland, Portugal en Mexico elk 1, eDz. De vorst van Monaco is zelf met zyn jacht ïPrinseB Marie" naar Genna gekomen. In het geheel znllen er een veertig vreemde oorlogsschepen zyn vereenigd. Voegt men hierby de tallooze particuliere vaartuigen, die in het gezicht zyn, dan kan men zich een denkbeeld vormen van het levendige schouwspel dat er te genieten valt. De Nederlandsche gezant bevindt zich, geljjk vele andere bnitenlandsche diplomaten, te Genna. Het Fransche eskader is by zyne komst levendig begroet. De bladen, die gewoon zyn een scherpen toon tegen Frankryk nan te slaan, laten nn hiervan niets merken. Dit is te begrijpen; maar zy gaan verder en geven de hoop te kennen, dat de komst dier vaartuigen de voorbode zal zyn van het herstel der hartelijke be trekkingen, die vroeger tnsschen de heide landen bestaan hebben. Oostenrijk. Nog geen veertien dagen na de berichten over de groote hitte komen nit dezelfde streken klaohten over de konde. In de Oostenryksche Alpen heoft hot gesneeuwd. Een actrice van het hoftheater te Weenen, die Ty'.tardag met twee andere dames en twee gidsen don Sonnblik besteeg is in de Alponhut daar boven inge sneeuwd. Duitschland. In de Köln. Zeiltuig komt een .ingezonden stnk voor met het opschrift: »Hoe de cholera geheim gehouden wordt in Frankryk". De inzender deelt mede, hoe hy, den 15den Augustus j.l. voor zaken te Parys gekomen, den volgenden dag toevallig te Sarcelle8 kwam, een by St. Denis gelegen dorpje van 1000 inwoners. Daar vond hy alles in opschndding en verwarring; de cholera waB daar uitgebroken, de burgemeester gevlucht en de gansche bevolking scheen zyn voorbeeld te willen volgen. Hoewel hy in gezelschap van een Fransch journalist Sarcellea op dien dag bezocht, was deB avonds in de Parijsche bladen geen woord te lezen van de paniek, aie vlak onder de muren der hoofdstad was ODtBtaaD. Hjj (de inzender) zond daarom naar Duitschland een telegram van dezen inhoud: *In het dorp Sarcelles by St. Denis zyn in de laatste acht dagen 51 menschen aan cholera ge storven, Sarcelles heeft omstreeks 800 A 1000 inwoners; naar die verhouding zouden te Parys 51,000 menschen hebben moeten sterven. De maire van Sarcelles is met 300 inwoners gevlncht. Alle bladen van Parys zwjjgen over het voorval". Dat telegram is niet in Duitsch land aangekomen; dus blykbaar niet uit Parys verzonden, omdat de Fransche overheden de waarheid niet bekend gemaakt wilden hebben. Wel kwam den volgenden dag een beambte der prefeotuur van politie den afzender in zyn logement opzoeken om hem te vragen, of hjj zelf te Sarcelles was geweest en zeker wist, dat de burgemeester gevlucht was. Na een bevestigend antwoord ontvangen, te bebbeo, ging de beambte onder beleefde dankzegging heen. Belgïi e. Te Koocke vond Maandag een treurig drama plaats. Eene dame uit Brussel, mevrouw Lemoine, nam 'b middags om 5 nren een baddaar de zee zeer onstuimig was, liet ze uit voorzichtigheid een badknecht haar vergezellen; of deze niet nuchter was, of zioh te ver had gewaagd, men weet het niet, maar de badenden sloegen geen acht op de trompet, die hen steeds waarschuwde terug te keeren. Eensklaps verdwenen ze in de golven, en alle pogingen om hen te redden waren vruchteloos; de zee had hen reeds te ver mee gevoerd. Het lyk van mevrouw Lemoine vond men den volgenden morgen op het strand, dat van den hadknecht was Woensdag nog niet aangespoeld. Mevrouw Lemoine was sedert eenige dagen met haar dochtertje in Knocke en wachtte dienzelfden dag haar man. Nederland. *s Gravenhage, 7 Sept. Thans is by de Tweede Kamer ingekomen het vroeger aangekondigde wetsontwerp tot wyziging van de Indische Compta biliteitswet, waarin het beginsel is nedergelegd (art. 4), dat het Ryk van de geldmiddelen, die de Indische belastingschuldigen opbrengen, geen bydragen moet vorderen tot dekking van uitgaven in het belang van het Ryk, doch alleen vergoeding voor uitgaven, die door het Ryk rechtstreeks ten behoeve van Indië worden gedaan. Ia de Haagsche correspondent van de N. Gron. Ct. foed ingelicht, dan zal het Ministerie de Tweede amer gedurende de komende campagne wel in het gareel houden. Hy schryft: Thans is men aan byna alle departementen zeer druk in de weer om do belangryke voorstellen, die in de door H. M. de Koningin-Regentes persoonlijk uit te spreken troonrede zullen worden aangekondigd, spoedig gereed te hebben: vervolg van de belasting voorstellen, defensie-wet, kiesrechthervorming, leer plicht en onderscheiden belangryke zaken op 't gebied van rechtswezen en sociale wetgeving. Men kan zich op een welvoorzienen parlementairen disch voor 1892—93 voorbereiden. Naar men meldt is op de begrooting voor 1898 door den minister van marine de bouw van een paar groote oorlogsschepen gebracht. Wat gisteren als gerucht werd vermeld, heeft zich heden bevestigdde bnrgemeester heeft geen ver gunning verleend voor het houden eener meeting op een weiland aan den Loosdninschenweg van den Bond voor algemeen kies- en stemrecht op 18 dezer. De weigering ia gegrond op het advies van de ge neeskundige autoriteit, die door den burgemeester op het verzoek is gehoord, en de beslissing is eerst genomen, nadat het beBtuur van den Bond den burgemeester had medegedeeld, dat de vergadering door 10,000 A 20,000 personen zou bezocht worden. Do geneeskundige ambtenaar achtte groote volks verzamelingen in dezen tyd onraadzaam. Hare Majesteiten zullen, na de opening der zitting van de Staten-Generaal, in de tweede helft van September, naar »Het Loo" vertrekken. Delft, 7 Sept. Maandag is aan de Ned. gist- en spiritusfabriek alhier een brutale diefstal gepleegd. Terwjjl des avonds omstreeks acht uur in het gebouw »De Gemeenschap" in het Agnetapark eene vergade ring werd gehouden en de parkwachter zich aan de voorzyde van het gebouw bevond, haalden eenige personen aan de achterzijde uit den kelder drie zakken, gevuld met koperen persplatenwelke in de fabriek by de vervaardiging van gist worden gebruikt en zonder voorkennis der directie in genoemden kelder waren geborgen. De dieven die zich met hun buit in de richting der schietbaan achter de tent verwijderden, werden evenwel achterhaald door den parkwaohter. Maar voor dat deze een der personen kon herkennen, ontving hy zulk een slag voor het hoofd dat by in de sloot geraakte. Toen by zich weder op den kant had gewerkt en in staat was om hulp te roepen, waren de vogels gevlogen met achterlating van een tweetal zakken. De zaak is in onderzoek by de politie, aan wie indien het verhaal van den park wachter juist iB het zeker wel niet moeielyk zal vallen de daders te ontdekken. Rotterclara, 8 Sept. Een heer, die gistermorgen met zyn demi-saison over den arm uit een koffiehuis in de HoofdBteeg kwam, verloor uvt een der zakken van do heen en weer bengelende jas zyn portefeuille. Een jongen raapte het voorwerp op en ging er mede aan den haal; bjjtyds echter werd hy nog door een man tegengehouden, die de vondst had opgemerkt. De heer kwam weer in het bezit van zyn portefeuille en gaf 25 aan den man, die den jongeD, welke zoo weiöig blyken had gegeven een eerlyke vinder te willen zyn, by zyn kraag had gepakt. De knaap werd met een pak slaag beloond. Hellevoetsliïis. In verband met het onlangs vermelde, dat de postboot, kort geleden in de vaart gebracht, niet voldoende malen op de treinen Vlaar- dingen- Schiedam correspondeert, kunnen wy melden, dat de maatschappij >Maasnymph" te Rotterdam, hier weder drie nieuwe diensten in het leven heeft geroepen, correspondeerende op die treinen. Hen verhaal van den Ooslerschen spoorweg. II. {Slot). Drie tunnels waren wij reeds gepasseerd. Daar toen wij uit den vierden tunnel kwamen, kort voor het dorp Katchanik, zie ik op de spoorbrug, welke wij na weinige seconden moesten overgaan, drie Albaneesche vrouwen. Ik verschrik doodelijk, rem onmiddellijk, fluit en geef alle mogelijke noodsignalen. Als zij zeer snel loopen, kunnen zij het einde der brug nog bereiken en zijn gered. Vol angst kijk ik naar hen. Maar do arme schepsels werden door schrik verlamd, toen zij het snuivende stoomgevaarte zagen komenals vastgeketend blijven zij staan. Ik roep hen met alle krachten toe: «Vliedt! Vliedt!" maar wat vermag de menschen- stem, zelfs in de wanhoop, tegen het snuiven en stampen der terugwerkende machine. Tegenstoom als een laatst wanhopig hulpmiddelMaar te vergeefsch, reeds pakt de locomotief de eene, nu ook de tweede en in eene seconde zijn beiden verpletterd. De derde vlucht met vreeselijk angst gehuil voor de snuivende, maar steeds langzamer rijdende locomotief, haar mantel fladdert in den windzij heeft hare armen uitgebreid. O God, als zij maar niet. glijdt of struikelt, als hare krachten haar maar niet begeven. NeenGod lof! Zij heeft het einde der brug bereikt, springt op zijde en snelt, steeds vreeselijk schreeuwende, naar het dorp toe. De trein hield stilWij trokken afgerukte ledematen van tusschen de wielen der locomotief, zochten op de plaats van het on geluk de stukken der lijken bij elkaar, legden die aan den kant der spoorbaan en reden verder. Hoe en in welken toestand ik hier aangekomen ben ik weet het niet ik zie nog steeds dat verschrikkelijke voor mijne oogen". Uitgeput zweeg hijook zijne vrouw kon geen woorden vinden; zij drukte slechts stom zijne hand en zag tot hem op met oogen, waarin hij duidelijk hare innige, onveranderde liefde en haar diep medegevoel lezen kon. Na eene poos vroeg zij «En wat nu?" «Morgen zal ik aan het hoofdbestuur uitvoerig verslag doenvan het voorval zelf heb ik heden reeds kennis gegeven". Daarna gingen zij zwijgend en zeer aangedaan ter rust. Den volgenden dag gaf Baumert nogmaals kennis van het ongeluk, er werd een onderzoek ingesteld en tot op den dag, dat hem de uitslag daarvan kon medegedeeld worden, was Baumert van dienst ontheven. Ofschoon hij zich niets te verwijten had, was hij niettemin bang voor de uitspraak. Hoe nu, als hij uit den dienst werd ontslagen, juist nu, nadat hij zich een eigen haard had gevestigd. Van zijne vrees mocht hij zijne vrouw niets zeggen, maar zij stemde hem zeer droevig. In het Albanische dorp was intussclien een geweldig gejammer over het gebeurde ongeluk los gebarsten. De vrouwen hieven, zoodra zij door de geredde het voorval vernamen, een luid gehuil aan en snelden gemeenschappelijk naar de velden om hare mannen te halen en hen tot wraak uit te dagen. De gansche stoet bewoog zich naar de plaats van het ongeluk. Alle vrouwen bedekten onder luide weeklagen haar gelaat, verscheurden .hare kleederen en trokken hare haren uit; de vrouwelijke bloedverwanten wierpen zich snikkend en luid jammerend op de bloedige slachtoffers; alleen de mannelijke bloedverwanten stonden droef geestig en stom ter zijde, in hunne woeste aan gezichten stond duidelijk een bloedig besluit geschreven. Nog denzelfden avond begroef men de beide verongelukten zonder gebeden, zonder plechtigheden. Zij waren zoo verminkt, dat aan hen de voorgeschreven wasschingen niet verricht konden worden. Over een ongewasschen lijk mag evenwel niet gebeden wordenderhalve waren die dooden ook beroofd van de Paradijsche. vreugden. Wee echter dengene, die de beide slachtoffers niet alleen van het aardsche leven, maar ook van de vreugden aan gene zijde had beroofd. In den nacht kwamen de mannen van het Albanische dorp bij elkaar en hielden raad, hoe zij de wraak zouden uitvoeren. «Waarom heeft de man aan de machine deze niet terstond laten stilhouden, waarom heeft hij onze vrouwen niet gespaardHaar bloed kome over hem". Na eenige dagen ontving Baumert van het Bestuur het bericht, dat bij het onderzoek zijn onschuld gebleken was en dat hij den volgenden dag zijn dienst weder kon hervatten. «Neem mij morgen mee; ge hebt me onlang3 beloofd, dat ik je op de eerstvolgende reis ver- gezeljen mag", bad en smeekte de jonge vrouw. «Een ander maal, Anna, maar morgen niet". «Juist morgen, Herman; er kan je een ongeluk overkomen, gij zelf houdt het niet voor onmogelijk, dat de Albaneezen wraak bedenken, dan beli ik ten minste bij je. Geloof mij, ik zou, indien ik alleen moest achterblijven, van angst sterven". Hij deed nog eenige vruchtelooze pogingen om haar van haar voornemen af te brengen; eindelijk gaf hij toe. Anna zou in Mitrovilz bij eene Duitsche familie overnachten en den volgenden dag weder met haar man terugkeeren. Zoo wandelden zij dan den volgenden morgen zeer vroeg samen naar het station. De heenreis was zoo schoon, dat Anna haar angst bijna vergat. Op elk station keek Baumert bij haar in de coupé, steeds had hij een vriendelijk woord en een teederen blik voor haar. Zij werd langzamerhand kalm en opgeruimd; alleen toen de trein over de bewuste brug reed, sidderde zij. Doch ook deze was gelukkig gepasseerd. Anna kon zich nu zonder zorg aan de vreugde van de schoone natuur overgeven, den aanblik der boschrijke bergen, welke vaderlandsche herinneringen in haar wekten, genieten. Tegen den avond kwam de trein in Mitrovitz aan. Anna vond bij de Duitsche vrienden van haar man de bereidwilligste ontvangst. Zij blikte dankbaar op den blij doorleefden dag terug en sliep een verkwikkenden slaap. Den volgenden morgen haalde haar man haar af. Zij was heden veel kalmer dan gisteren. Den vorigen dag toch was haar geliefden man geen leed geschied. God zou hem ook heden beschermen. Andermaal was de trein de drie tunnels door gegaan. De jonge vrouw keek door het raampje. Nu moest de brug komen. Juist, reeds was de locomotief op dezelve, nu ratelen ook de andere wagens er over. Anna keek vol angst naar buiten. O Godziet zij goedaan het einde der brug staan gewapende mannen! Albaneezen! De bloed- wrekersDe eene heft zijn geweer op krak krak; een dubbel schot. Zij ziet de mannen nog wegsnellen, daarna werd het haar zwart voor de oogen. Maar weldra kwam zij weder tot zich zelf. Zou haar man getroffen zijn? Neen, neen, dat zou God niet toelaten. En bovendien, was er niet juist geremd geworden? Zeker, het ging immers bergaf? Hij vervulde dus zijne plichten nog, hij kon nog werken. Maar misschien was hij gewond Oneindig lang kwamen haar de weinige minuten tot Katchanik voor. In doodelijken angst kijkt zij uit het venster. Daar duikt eindelijk het stationsgebouw op. God lof, nu eindelijk zou zij zich kunnen overtuigen, dat haar beminden man niets overkomen was. Maar wat was dat? Waarom hield de locomotief honderd pas voor het stationsgebouw op. Met de kracht der wanhoop opent zij de waggondeur en snelt naar de locomotief. Daar staat Baumert op zijne plaats, onbewegelijk, bleek, zijne hand aan het remtoestel. «Herman, zijt ge gewond, wat is er? Herman, om Gods wil, spreek toch!" Baumert beweegt zich niet. Met één sprong is zij naast hem. Maar zij krimt ineen. Geen woordje, geen teeken, dal hij haar verstaan heeft. Anna klampt zich aan hem vast Men maakte de jonge, bewustelooze vrouw van het lijk los. De trein was door een dooden machinist tot- Katchanik gebracht. Een welgericht schot had hem in het hart getroffen, juist op hetzelfde uur en op dezelfde plaats, waar de vrouwen verpletterd waren. Werktuigelijk had hij naar het handvatsel gegrepen en het teeken tot remmen gegeven. De trein was na eenige minuten dicht bij Katchanik tot staan gekomen. Dé hand, die krampachtig de hefboom omvat en daardoor in het sterven zoo velen het leven gered had, moest opengebroken worden, de vingers lieten zich anders niet openen. Na weinige weken keerde Anna langs denzelfden weg, waarop zij kort geleden zoo gelukkig, zoo vol hoop met haar man was binnengehaald, naar haar vaderland terug. Stoffelijk heeft zij geene zorgen, daar het spoorwegbestuur met het oog op den heldhaftigen dood vau Baumert, het lot zijner weduwe had verzekerd; maar haar hart was ge broken, haar geluk voor immer weg! De moordenaars werden opgespoord en als een waarschuwend voorbeeld voor de geheele Albanische bevolking opgehangen. Maar nog heden maakt de machinist op die noodlottige plaats het teeken des kruises, want ook hij is niet zeker voor de wraak van een der langstlevende leden dier familie. De kogels der Albaneezen treffen zeker en de bloedwraak sterft niet uit.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1