ZIERIKZEESdlIE NIEUWSBODE. Dinsdag 23 Augustus 1892. Directeur-Uitgever J. WAALE. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. DE DESERTEUR Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 49ste JAARGANG. No. 6198. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend. Engeland. Het Lagerhuis vergaderde Donderdag ora 3 uur, waarby de Gtladstonianen en de Unionisten van plaatsen verwisselden. Alleen de Tersche nationaliston, van beide groepen, behielden hunne plaatsen links van des voorzitters stool. De geheelo zitting bepaalde zich tot deze bloote vormelijkheid, en het Parlement ging hierop tot Vrydag 4 November uiteen. Tegelykertjjd waren do ministers, oude en nieuwe, allen op weg tusschen London on Osborne. De aftre denden leverden hunne zogels in handen van Hare Majesteit in, terwjjl hunne opvolgers ze uit diezelfde banden in ontvangst namen, en daarna de Solent weder overstaken onder eeno donderbui, die in eeno minder verstnndige eeuw als do onze ongetwijfeld, als een slecht voorteeken zou hebben gegolden. Het nieuwe Kabinet wordt door de Times ingehaald met de verzekering, dat bet hoegenaamd geen politiek kapitaal bezit, dan Gladstone's autoriteit, sd dat die autoriteit getuige de uitslag der verkiezing in Midlothian niet alleen, maar in geheel Engeland ook zichtbaar in alle richtingen ondermijnd is. Rusland. In het Russischo gouvernement Perm stierf on langs een der zonderlingste vorsten, die ooit in het aan excentrieke mannen zoo rjjke Rusland geleefd hebben. Vorst Dubrosow was eenB een der flinkste cavaliers aan het hof van Potersburg; men noemde hem wegens zjjn spreekwoordelijk geworden rijkdom slechts den Europeeschen nabob. Toen bij zich echter in het geheel niet vrijwillig uit hot openbare leven terugtrok, had hjj van al zjjn bezittingen slechts zooveel over gehouden, dat hjj niet van honger behoefde te sterven. WegenB zjjn dolle streken, die vaak zelfs aan krank zinnigheid grensden, wa6 vorst Dubrosow in geheel Rusland bekend en gevreesd. Eens zwoer by bjj kris en kras, dat hjj luitenant Paul Iwanowisch, een ridder zonder vrees en blaam, eens zou doen schrikken. Hjj bereikte dit doel volkomen, doordien hjj den luitenant een bak met warm water over het hoofd goot, zoodat de arme officier van pjjn brulde, terwjjl Dubrosow zich vergenoegd de handen wreef. Een anderen keer deed hy een zjjner vrienden, die stomdronken was, geheel kaal scheren, daarna deed hjj hem in een klooster brengen en een monnikspij aantrekken, om veertien dagen lang boete te doen. De abt van het klooster beval op last van Dubrosow, dat de nieuwe klooster broeder dagelyks 100 slagen met de roede moest ontvangen, zoodat de monnik tegen wil en dank, ten slotte nog bljj was, dat bjj heelhuids van zjjn gevangenschap afkwam. Dubrosow echter werd, omdat hjj zich zulk een grap had durven veroorloven, naar Siberië verbannen. Vóór hjj vertrok, zette hjj de kroon op zjjn heldendaden. Hjj gaf aan al zjjn intieme vriendinnen en vrienden een afscheidsfeest en behalve over den maaltijd, ontving hjj uit menig scboonen mond een woord van lof over een reuzenpastei, die als »pièce de résistance" op de tafel prjjkte. »Daar ze n zoo good smaakt kinderen, wil ik u wel mededeelen, dat myn lievelingshond »Hardi" en eenige jonge ratten my het vleesch daartoe hebben verschaft". En op een wenk van hem bracht een dienaar op een gouden schaal het vel van den hond en de ratten binnen. Daarop nam bjj afscheid van zjjn verbaasde discb- genooten en vertrok naar Perm. Zwitserland. Zware branden worden gemeld uit Grindelwald en St. Stephan, een dorp in het Simmerthal, aan den weg van Thun naar Sion over de Rawyl. Een woeste Föhn-wind wakkerde op beide plaatsen de vlammen aan. Te Grindel wald werden het bekende hotel »Zum Baren" met de bijgebouwen, een twintigtal dorpswoningen, het telegraaf kantoor, de Engelsche kerk, enz. vernield. Een BOOtal toeristen hebben met moeite een deel hunner bagage kun nen redden. Vijfhonderd dorpelingen zijn zonder dak. Het oostelijke gedeelte van het dorp is nagenoeg ongedeerd gebleven. Te St. Stephan woedde het vuur nog voort toen er reeds 20 huizen in asch lagen. Blijkens nadere berichten omtrent de ramp te Grindelwald, in Zwitserland, is de brand, die van 's namiddags omstreeks 3 ure tot na middernacht heeft geduurd, ontstaan in het hotel »Zum Biiren", alwaar op dat oogenblik een paar honderd personen aan tafel zaten. Er woei een hevige zuidoosten wind, waardoor de brand zoo snel werd aan gewakkerd, dat er geen kans bestond om den voortgang te stuiten. Niet alleen sloegen de vlammen terstond over op andere gebouwen, maar van daar werden de vonken zoo ver naar andere kanten verspreid, dat tot op grooten afstand verscheidene chalets werden aangetast en de vlammen ook in het geboomte begonnen te woeden. Vele logeergasten, en daaronder verscheidene dames, zijn bij de pogingen tot blussching ijverig behulpzaam geweest. Toen er gebrek aan water kwam, zijn zij op rijen gaan staan, om zoo elkaar ten dienste der brandweer emmers water aan te geven, hetwelk uit de Lutschine werd geschept. Reeds is er gemeld, dat vele reizigers door den brand hunne bagage nebben verloren; maar hoeveel reizigers dit zouden kunnen zijn, daaromtrent loopen de telegrafische berichten te zeer uiteen, daar in het eene van 300, in het andere van 500, in een derde zelfs van 1500 wordt gesproken. Volgens bericht aan een der Engelsche bladen hebben vele reizigers hunne goederen gered door ze uit de ramen te werpen en zijn alle waarden, welke de logeer gasten bij den houder van het hotel «Zuni Biiren" gedé- poneerd hadden, insgelijks behouden gebleven. Daarentegen is er meer overeenstemming omtrent de vernieling in haar geheel. Niet alleen liet hotel »Zum Baren", maar ook het café «National", het hotel «Bellevue", het pension «Alpenruh", de restauratie «Helvetië", het telegraafkantoor, de geheele rij huizen van het station tot de Tuftgraben, in het geheel ruim tachtig gebouwen, zijn een prooi der vlammen geworden. Omtrent den brand te Grindelwald schrijft de Zvvit- sersche correspondent der N. R. Cl. onder dagteekening van 19 dezer het volgende: Bij de vele rampen, waardoor het Alpenland sinds een jaar is getroffen, komt nu nog de brand te Grindelwald, het groote dorp, hetwelk wegens zijne ligging in de keten der Berner Alpen zich in den loop van jaren tot eene der schoonste vreemdelingen-koloniën heeft kunnen ontwikkelen en sinds korten tijd door een spoorweg met Interlaken is verbonden. Gelukkig zijn er bij de nieuwe ramp geene menschen omgekomen. Het onheil overviel de logeergasten in het zomerhotel »Zum Biiren," terwijl zij 's middags omstreeks 3 uren aan tafel zaten. De brand was nauwelijks ontstaan of zonder tijdverlies was men reeds aan het werk om te blusschen en te reddenmaar binnen vijf minuten stond het dakwerk reeds in volle vlam en drongen de vlammen niet slechts met volle snelheid door het geheele gebouw heen, maar ook door de daarbij belioorendc stallen en schuren, terwijl tegelijkertijd de Engelsche kerk werd aan getast. Veertien dagen geleden was er in het hotel brand in een schoorsteen ontstaan, en die was toen wel dadelijk gebluscht, maar het was ook juist op een oogenblik van windstilte. Thans echter werd alle blussching belemmerd, doordien er juist een hevige wind achter het Wetterhorn was komen opzetten, en zijne verderfelijke macht over den vuurgloed ontwikkelde. Ware dit niet het geval geweest, dan zou men ongetwijfeld het onheil gemakkelijk hebben kunnen te keer gaan. De brand is ontstaan in een nieuw gebouwden massieven schoorsteen, die bestemd was voor twee reusachtige keuken- i haarden, welke van 's morgens tot 's avonds voor 500 a 600 personen in werking waren. Bij de onbewolkte lucht in de laatste dagen was die schoorsteen te meer voortdurend blootgesteld aan eene zeer hooge temperatuur, terwijl ook het grootendeels houten dakwerk onder den langdurige» invloed der zonnehitte zoodanig was uitgedroogd, dat het geen vuur kon vatten zonder dadelijk geheel in vlam te staan. Den hotelhouder wordt van alle kanten de eer gegeven, dat hij op het eerste teeken van gevaar hoogst bedaard en krachtig doortastend alle maatregelen nam om zooveel mogelijk den loop van het vuur te stuiten en ongelukken te voorkomen. Onder de werking van den storm was dit echter te vergeefs. En al wat in de richting van den wind lag, was binnen een half uur na het uitbreken van den brand mede aangetast. Woedend blies de ufohn" in den spattenden gloed en slingerde brandende stukken hout op de droge daken, altoos maar vonkenwolken voor zich uit drijvende. Menschen en dieren namen verbijsterd de vlucht. De reizigers poogden van hunne goederen te redden.wat er gered kon worden, maar de meesten die hierin waren ge slaagd, hebben toch later weder alles zien vernielen; want te gelijk met hen hadden de bedienden en het verder hotel personeel wel zeer veel bagage naar buiten gebracht en ook tot liet hötel behoorende dingen aan den brand onttrokken, maar er waren geen voertuigen om dit dadelijk ver uit den weg te ruimen. Het lag daar, in alle haast op een afstand van slechts 300 meter opeengeworpen, en eer men verdere moeite er aan kon doen, speelde de vlam reeds door den geheelen berg van koffers, kisten, huisraad enz. enz. henen. Veel had men bij het station nedergelegd, maar ook dit gebouw, met de goederenloodsen en andere opstallen, viel met al wat er in was den gloed ten offer. De spoortrein, die te half 4 uit Interlaken moest aankomen, was gelijk mij door een ooggetuige werd medegedeeld, wegens dea gloed en het wilde rondvliegen van klompen vuur moeten blijven staan. De trein werd letterlijk over vallen door een vuurregen, waarbij de vonken tot binnen vele waggons doordrongen. Een oogenblik was het alsof de geheele trein in brand stond. Gelukkig dat de machinist genoeg tegenwoordigheid van geest behield om alle krachten in te spannen, ten einde de locomotief op eene draaischijf te brengen, hetgeen hem ten laatste ook gelukte, met liet gevolg dat hij, verder met volle stoomkracht werkende, den trein uit de gevaarlijke omgeving kon doen heengaan. Eensklaps ging er een schrille kreet op: uit den achtersten wagen (een goederenwagen) sloeg eene vlam naar buiten. De machinist liet den trein stilstaan, ijlde naar den bran denden wagen, dien hij zelf loshaakte, zoodat hij voor de tweede den trein ''odde. Ten behoeve van blussching en redding hebben zeer vele vreemdelingen, Engelschen, Duitsehers, Nederlanders en van andere nationaliteiten, trouw geholpen. Ook hunne dames deden mede, door op rijen staande elkaar emmers en andere voorwerpen met water gevuld te reiken om het voor de brandblusschers gemakkelijker te maken. Aan die mede werking is het te danken, dat de brand zich niet over het oostelijke gedeelte van het dorp heeft uitgebreid. Onder de vreemdelingen in een der hotels van het dorp waren er 120, die dien dag een uitstapje hadden gedaan en eerst 's-avonds laat vernamen dat al hunne bagage verbrand was. Een Engelsch geestelijke had eene belangrijke som in bankbiljetten in zijn koffer geborgen, die mede door liet vuur is verzwolgen. Een dame had een aantal antieke zilveren voorwerpen op reis medegenomen, opdat ze tegen dieven beveiligd zouden zijn, en ook daarvan kon niets worden gered. Maar vooral zijn de gidsen en andere dorpelingen er ongelukkig aan toe, die letterlijk alles hebben verloren. Voor hen zal de openbare liefdadigheid vooreerst moeten zorgen. Frankrijk. Alengon en omstreken zijn Donderdag door hagel geteisterd geworden. Te Doujon is sedert menscbenheugenis zulk een onweder niet bijgewoond. De oogst is in stukken gehageld; de hoornen hebben geen blad meer aan hun takken. De vogels werden door de hagelsteenen als gemi trailleerd. De hagel heeft zelfs kalveren gedood. Te Laro- quebron werden kiekensganzenvarkens-schapen en kalveren, ten getale van 500, door de hagelsteenen gedood. De herders moesten hun kudden verlaten, en zij die geen onderkomen hadden, werden in bezwijming teruggevonden. Te Saint-Etienne werd de graaf van Valence erg aan het hoofd gekwetst door den hagel. Alles, alles is verwoest. De schade, in Frankrijk aangericht, wordt op millioenen francs geschat. Duitschland. De meer dan 800 jaar oude »krooneik" te Arolsen, waarvan de stam door 12 man nauwelijks kon worden omspannen, is moedwillig in brand gestoken, zoodat de prachtige boom moest worden geveld. De Vorst van Wal deck heeft een aanzienlijke belooning uitgeloofd voor hem die den dader helpt vinden. Bij de groote parade Donderdag hadden de Berlijners iets «nieuws11 te zien. Te midden van alle vorstelijke en hooggeplaatste personen, van het .corps diplomatique in allerlei schitterende uniformen merkten zij een rijtuig met twaalf Helgolandsche visschers op, gasten van den Keizer. België. Het schepencollege van Antwerpen heeft den dood van den heer De Wael ter kennis van de burgery ge bracht in eene publicatie, waarin gezegd wordt dat de overledene gedurende de twintig jaren, dat hy aan het hoofd van het stedelyke bestuur gestaan heeft, zich een voorbeeld heeft getoond van burgerdeugd, weshalve zijne medeburgers aan hem zullen blyven denken als aan eenen vader. Het college heeft verder bepaald dat van alle open bare gebouwen de vlaggen tot na de begrafenis half- Btoks uitgestoken zullen worden, dat er geen muziek op straat geoorloofd wezeu zal, en dat eiken avond van aebt tot negen uur de groote klok der hoofdkerk het doodsgelui zal doen hooren. Leopold de Wael is Zaterdag van uit het Ant- werpsch stadhuis begraven. Een groot aantal militairen en de geheele burgerwacht waren onder de wapens. Iu het stadbnis werden vier redevoeringen gehouden. Daarna werd het lfjk naar de kathedraal overgebracht, waar een lykdienst plaats had. Een zeer talrjjk publiek was op de been. Te Antwerpen zyn de vorige week Zondag, Maandag en Dinsdag aan de stations van bet Zuiden, van Stuivenborg en van het Waes-land in bet geheel 255,000 reizigers aangekomen. Aan het Vlaamsche Hoofd werden er bovendien 45,000 van de overzyde der Schelde aan land gezet. Het aantal dergenen, die langs andere wegen de stad in zyn gekomen, is niet bekend. Er is geen enkel ongeluk gebeurd. Er zjjn spoorwegbeambten en machinisten geweest, die achttien en twintig uren achtereen dienst hebben moeten doen. Een Brusselsch luchtreiziger, Georges Thiol en zyne bruid, Madeleine Bailly, hebben hun huwelyk ingewijd met een reisje in de wolken. 'Woensdag, by de plechtigheid ton stadhuize, meende de burgemeester, de heer Buis, aan zyn waardigheid niets te kort te doen door eene toespeling op do omstandigheden waaronder bet huwelyk voltrokken werd. «Uw beroep zoide hy verheft u boven de narigheden des levenB. Ik wenscb u toe dat gij geen onweders op uwen weg ontmoeten zult." Des middags te drie uur nam het bruidjo, in een grjjs reisgewaad, gewapend met een grooten ruiker rozen, moedig met baron echtvriend in het schuitje plaats. Spoedig klonk het «Lachez tout"! en ging de ballon, »La lune de miel" geheeten, onder afscbeids- wuiven van bloedverwanten en gejuich van toeschouwers de lucht in, den kant van Leuven op. Den volgenden ochtend vroeg, na den nacht in hoogere sferen doorgebracht te hebben, is de ballon behouden neergekomen op een vruchtbaar stuk bouw land in de Kempen, bjj Meerhout. De boeren hebben het jonge paar hartelijk ontvangen. Te Spa zijn op 14 en 21 Augustus de Gymkana races gehouden. Het programma van deze origineele wedrennen was als volgt samengesteld: Wedren met eieren: Ieder deelnemer ontvangt een houten lepel waarop een ei is gelegd. Hij moet dezen lepel in de hand houden en nu het eindpunt bereiken zonder het ei te breken. Als liet ei valt, kan de deelnemer een nieuw krijgen en moet hij de wedren voortzetten van het punt af waar het ei is gevallen, of van het beginpunt. Het is verboden te stappen of te draven. Wedren met reiszak enparapluie: De deelnemers plaatsen zicli naast hunne paarden met een reiszak, waarin een nachthemd en een parapluie. Op het teeken van afgaan moeten zij de paarden bestijgen, en zij moeten het eindpunt bereiken, gekleed in het nachthemd, de parapluie op en de reiszak weder gesloten. Dressing race: Bij deze wedren worden de zaal van het paard en rok en vest van den berijder op den grond gelegd. Geheel alleen moeten nu de deelnemers onder het rennen het paard zadelen en zichzelf kleeden. Met toegeknoopteh rok en vest moesten zij het einddoel bereiken. Het vest moest minstens vijf knoopen, de rok drie knoopen hebben. Het slotnummer der wedrennen bestond in een race van poneys, niet grooter dan 1,50 M. Nederland. A.iiistor<lam, 21 Aug. Getrouw aan hun ge woonten om tegen het einde van Augustus een luid ruchtige propaganda op touw te zetten, trokken do socialisten ginter avond weder door de straten. Een tiental luid kryschende mannen liepen van af 8 uur door de drukste winkelstraten hun blad en eenige brochures te venten, terwjjl een man een groot verlicht transparant droeg met het opschrift: >Weg met de klassenjustitie". Midden in den troep bevond zich de socialist Bob, voor 1 '/a jaar tot een gevangenisstraf van 8 maanden veroordeeld, wegens het verspreiden van opruiende geschriften, en Vrydag, na een vrywillige verbanning, uit het buitenland teruggekeerd. Een talryke menigte volgde het troepje, dat her- haaldelyk een oorverdoovend geschreeuw deed hooren Vooral in de KalverBtraat ondervonden de wandelaars veel last van den troep, welke tot zooveel gedrang aanleiding gaf, dat in een der koffiehuizen een binnen het lokaal geplaatst tafeltje werd omvergeworpen. Omstreeks half tien werden de grootere tochten beperkt tot een wandeliüg in het gedeelte van de Kalverstraat tuBscben den Dam en de St. Luciënsteeg. Op enkele punten was het daardoor levendig, hoewel een groot deel van het wandelende publiek, dat anderB der Kalverstraat zulk een vroolijk aanzien geeft, reeds vroeg naar huis was gegaan. Uit het Duitsch. De uitputting doet zijn opgewondenheid bedaren en met zwakke stem gaat hij voort: /•/Gij hebt een gelukkig leven gehad altijd zoolang gij het u herinneren kunt. Hebt gij ooit werkelijk verdriet, ooit ellende gekend? En ik? Ik heb in de wijde wereld rondgezworven sedert het onzalig oogenblik, dat ik mijne moeder verliet. God weet hoe bitter die onbezonnen stap mij heeft berouwd, en hoe zwaar ik daarvoor heb geboet; maar nu wil ik het leven op nieuw beginnen, een gansch ander leven, als wat ik tot nu toe heb geleid en alles weder goed maken, want ik heb mijne moeder, naar wie mijn hart al dien tijd heeft verlangd, teruggevonden 1 Richard, weet gij wat het voor mij zeggen wil mijne moeder terug te hebben? Het is een beter, een ander menscb te zijn. Neen ik wil leven!" roept de ongelukkige met luide smeekende stem, //het leven kan mij nog zooveel goeds schenken". In hevige gemoedsbeweging verbergt hij zijn gelaat in het kussen en snikt: //Zonder vrienden heb ik rondgezworven ik heb niets dan tegenspoed gekend, niemand die mij lief had, niemand die zich om mij bekommerde! En wat ik genoot, dat moest ik aan het leven ontwringen. En wat wat heeft mij dat gebaat! Gelooft gij niet, dat zulk een bestaan den mensch tot in zijn binnenste treft? Eigen schuld. Ja, dat is waar ik had nooit weg moeten loopen maar was het geen straf genoeg, dat ik in het ruwe zeemansleven een bittere teleurstelling vond van mijn opgewonden jongensdroomen En nu zou ik kunnen leven leven voor onze uioeder maar gij wilt dat het voor mij te laat zal zijn om haar nog deze vreugde te bereiden!" Darneck zat met een doodelijk bleek gelaat op den rand van het bed. Wil ilc dat het voor u te laat zal zijn? Werner, Werner, dat woord heb ik niet aan u verdient", zegt hij met een toonlooze stem, die van inwendige ontroering getuigt, maar na eenige oogenblikken gaat hij kalmer voort: //Een onzer moet wijken. Gij kunt blijven leven, maar dan moet ik sterven, want de dood .alleen kan mij verhinderen in de volvoering van mijn plicht". Met over de borst gekruiste armen leunt hij thans tegen de deur, terwijl hij de oogen strak op zijn broeder houdt gevestigd, die zich in een geweldige gemoedsbeweging op zijn legerstede heen en weder werpt. In de beslissende stilte, die weder is ingetreden, hoort men andermaal niets dan het eentonig geklots der golven, dat overstemd wordt door het onafgebroken gestamp der machine. z/Laat het lot beslissen". Als een stem van den Booze klonken deze woorden van Werner door de kleine hut. De Luitenant neemt een geldstuk uit zijn zak met het voorkomen van volmaakte, doffe berusting. //Is kruis of munt het doodelijk teeken?" vraagt hij kalm. //Munt". Rinkelend valt het geldstuk op den grond en rolt een eind ver weg. //Richard! Richard!" roept eensklaps de deserteur .met smeekende stem, //kijkt er nog niet naar", en verwonderd over den veranderden toon, ziet Darneck zijn broeder vragend aan. //Kom nog even bij mij zitten", vervolgt deze. //Ja, geef mij uwe hand, dat is goed. Heb dank mijn broeder! Ik wil niet in twist van u scheiden. Gij zijt de eerste die bereid is iets voor mij ten offer te brengen. Ik heb u eigenlijk nooit gekend; toen gij mij voor de laatste, maal zaagt, was ik ter nauwernood negen jaar. Heugt u dat nog? Het was bij het tweede huwelijk onzer moeder. En nu nu zijt gij terstond bereid uw leven voor mij ten offer te brengen. Eene. liefde, die tot zoo iets in staat is, moet wel groot en innig wezen! Broeder, heb dank voor deze liefde". Tranen verstikten zijue stern, maar zich oprichtende, sloeg hij zijne armen om den hals van den ouderen broeder, die hem zwijgend en diep geroerd aan zijn hart drukte. Zich daarna opheffende, zocht de Luitenant het geldstuk op. //Munt", zeide hij kalm en met vaste stem. //Ik zal mijn woord gestand doen". Zonder meer te zeggen nam hij de lamp en verliet de hut. Een dichte, grauwe nevel had zich den volgenden morgen over de zee uitgespreid, hij onttrok de toppen der masten aau het gezicht eu bleef vochtig en kil tusschen liet touwwerk hangen. Boven op het dek was het kil en onbehagelijk, maar de meeste passagiers wandelden uit kracht der gewoonte op de helder geschuurde planken heen en weder. Met haar fijn besneden kopje in een ruigen Iiulischen shawl gewikkeld, schreed Miss Lilly aan den arm vau den Graaf op en neder, terwijl zij druk babbelde over Dresden, waar zij den winter bij eene tante dacht door te brengen, en over Parijs, waarheen zij zich later zou begeven. De Graaf, tot over de ooren in de kraag van zijn langen jas gestoken, beweerde dat zulk een mist //ongelooflijk" was, en maakte, voor zoover de spraakzame Amerikaansche hem hiertoe de gelegenheid gaf, zich vroolijk over de potsierlijke verschijning van sommige dames, die zich, niet tegenstaande de koude, op het dek hadden gewaagd, na zich als mummies te hebben ingestopt. Op het achterdek liep de jonge weduwe uit Vera-Cruz in gezelschap van Mevrouw Evvald op en neder, eu een groepje heeren, de handen in de zakken, stonden zoo dicht mogelijk bij den stoomketel, al pruttelend over het onaangename wcêr. Met. regelmatige tusschenpoozen deed de machine, een schel gefluit hooren, want er werd met halve kracht gestoomd. Eensklaps doet een doordringende kreet al de aanwezenden ontstellen: //Een man over boord! Een man over boord 1" Uit den nevel van liet voordek ziet men rappe matrozen met touwen en kurken gordels in de hand als het ware opdoemen, terwijl al de passagiers verschrikt naar de verschansing snellen. Mevrouw Ewald heeft ook het luide geroep vernomen en vragend wendt zij zich tot hare gezellen, maar eensklaps ziet zij hoe aller blikken' vol deernis en schrik op haar zelf zijn gevestigd, en treft, te midden van het verward gefluister van stemmen, een bekende naam haar oor. Het denkvermogen begeeft haar en werktuigelijk grijpt zij naar een steun om niet te vallen. Op hetzelfde oogenblik wordt de groote glazen deur met zulk een geweld open gerukt, dat de scherven rinkelend op het dek vallen, en de toe snellende Luitenant von Darneck vangt de be zwijmende vrouw in zijne armen op. Terwijl hij zich in zijn hut onledig had gehouden met het schrijven van eenige brieven en het maken van zijne laatste beschikkingen, was hem door een der bedienden een brief overhandigd. Driftig doorliep hij den inhoud, die aldus luidde //Broeder Richard! Ik wil niet dat gij uw woord zult gestand doen. Ilc zal u voorkomen. Uw leven is nuttiger en noodiger voor onze moeder dan het mijne. Den ganschen nacht heb ik wakker gelegen, en over alles nagedacht, en ik ben tot de overtuiging gekomen, dat ik uw offer niet raag aannemen. Sta onze moeder ter zijde en laat haar nimmer weten, dat ik ook uit het leven bengedeserteerd". Als een razende, was de Luitenant naar boven geijld, helaas hij kwam te. laat. Diep bedroefd zag hij neder op de bewustelooze vrouw, die hij in de armen hield. Als zij weder tot zichzelf komt, zal de arme moeder inaar één zoon bezitten, want de nevel en de golven geven hun prooi, die zich zoo vrijwillig aan hun overgaf, niet terug. Moge de arme deserteur in hun koelen schoot rust vinden na het lijden van zijn droevig beslaan. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1