ZIERIKZEESdlIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 23 Augustus 1892.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
DE DESERTEUR
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
49ste JAARGANG. No. 6198.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend.
Engeland.
Het Lagerhuis vergaderde Donderdag ora 3 uur,
waarby de Gtladstonianen en de Unionisten van plaatsen
verwisselden. Alleen de Tersche nationaliston, van
beide groepen, behielden hunne plaatsen links van
des voorzitters stool. De geheelo zitting bepaalde zich
tot deze bloote vormelijkheid, en het Parlement ging
hierop tot Vrydag 4 November uiteen.
Tegelykertjjd waren do ministers, oude en nieuwe,
allen op weg tusschen London on Osborne. De aftre
denden leverden hunne zogels in handen van Hare
Majesteit in, terwjjl hunne opvolgers ze uit diezelfde
banden in ontvangst namen, en daarna de Solent
weder overstaken onder eeno donderbui, die in eeno
minder verstnndige eeuw als do onze ongetwijfeld, als
een slecht voorteeken zou hebben gegolden.
Het nieuwe Kabinet wordt door de Times ingehaald
met de verzekering, dat bet hoegenaamd geen politiek
kapitaal bezit, dan Gladstone's autoriteit, sd dat die
autoriteit getuige de uitslag der verkiezing in
Midlothian niet alleen, maar in geheel Engeland ook
zichtbaar in alle richtingen ondermijnd is.
Rusland.
In het Russischo gouvernement Perm stierf on
langs een der zonderlingste vorsten, die ooit in het
aan excentrieke mannen zoo rjjke Rusland geleefd
hebben.
Vorst Dubrosow was eenB een der flinkste cavaliers
aan het hof van Potersburg; men noemde hem wegens
zjjn spreekwoordelijk geworden rijkdom slechts den
Europeeschen nabob. Toen bij zich echter in het
geheel niet vrijwillig uit hot openbare leven terugtrok,
had hjj van al zjjn bezittingen slechts zooveel over
gehouden, dat hjj niet van honger behoefde te sterven.
WegenB zjjn dolle streken, die vaak zelfs aan krank
zinnigheid grensden, wa6 vorst Dubrosow in geheel
Rusland bekend en gevreesd. Eens zwoer by bjj kris
en kras, dat hjj luitenant Paul Iwanowisch, een ridder
zonder vrees en blaam, eens zou doen schrikken. Hjj
bereikte dit doel volkomen, doordien hjj den luitenant
een bak met warm water over het hoofd goot, zoodat
de arme officier van pjjn brulde, terwjjl Dubrosow zich
vergenoegd de handen wreef. Een anderen keer deed
hy een zjjner vrienden, die stomdronken was, geheel
kaal scheren, daarna deed hjj hem in een klooster
brengen en een monnikspij aantrekken, om veertien
dagen lang boete te doen. De abt van het klooster
beval op last van Dubrosow, dat de nieuwe klooster
broeder dagelyks 100 slagen met de roede moest
ontvangen, zoodat de monnik tegen wil en dank, ten
slotte nog bljj was, dat bjj heelhuids van zjjn
gevangenschap afkwam. Dubrosow echter werd, omdat
hjj zich zulk een grap had durven veroorloven, naar
Siberië verbannen. Vóór hjj vertrok, zette hjj de kroon
op zjjn heldendaden. Hjj gaf aan al zjjn intieme
vriendinnen en vrienden een afscheidsfeest en behalve
over den maaltijd, ontving hjj uit menig scboonen
mond een woord van lof over een reuzenpastei, die
als »pièce de résistance" op de tafel prjjkte. »Daar ze
n zoo good smaakt kinderen, wil ik u wel mededeelen,
dat myn lievelingshond »Hardi" en eenige jonge ratten
my het vleesch daartoe hebben verschaft". En op een
wenk van hem bracht een dienaar op een gouden
schaal het vel van den hond en de ratten binnen.
Daarop nam bjj afscheid van zjjn verbaasde discb-
genooten en vertrok naar Perm.
Zwitserland.
Zware branden worden gemeld uit Grindelwald en
St. Stephan, een dorp in het Simmerthal, aan den weg van
Thun naar Sion over de Rawyl. Een woeste Föhn-wind
wakkerde op beide plaatsen de vlammen aan. Te Grindel
wald werden het bekende hotel »Zum Baren" met de
bijgebouwen, een twintigtal dorpswoningen, het telegraaf
kantoor, de Engelsche kerk, enz. vernield. Een BOOtal
toeristen hebben met moeite een deel hunner bagage kun
nen redden. Vijfhonderd dorpelingen zijn zonder dak. Het
oostelijke gedeelte van het dorp is nagenoeg ongedeerd
gebleven. Te St. Stephan woedde het vuur nog voort toen
er reeds 20 huizen in asch lagen.
Blijkens nadere berichten omtrent de ramp te
Grindelwald, in Zwitserland, is de brand, die van 's namiddags
omstreeks 3 ure tot na middernacht heeft geduurd, ontstaan
in het hotel »Zum Biiren", alwaar op dat oogenblik een paar
honderd personen aan tafel zaten. Er woei een hevige
zuidoosten wind, waardoor de brand zoo snel werd aan
gewakkerd, dat er geen kans bestond om den voortgang
te stuiten. Niet alleen sloegen de vlammen terstond over
op andere gebouwen, maar van daar werden de vonken
zoo ver naar andere kanten verspreid, dat tot op grooten
afstand verscheidene chalets werden aangetast en de
vlammen ook in het geboomte begonnen te woeden.
Vele logeergasten, en daaronder verscheidene dames, zijn
bij de pogingen tot blussching ijverig behulpzaam geweest.
Toen er gebrek aan water kwam, zijn zij op rijen gaan
staan, om zoo elkaar ten dienste der brandweer emmers
water aan te geven, hetwelk uit de Lutschine werd
geschept.
Reeds is er gemeld, dat vele reizigers door den brand
hunne bagage nebben verloren; maar hoeveel reizigers
dit zouden kunnen zijn, daaromtrent loopen de telegrafische
berichten te zeer uiteen, daar in het eene van 300, in
het andere van 500, in een derde zelfs van 1500 wordt
gesproken. Volgens bericht aan een der Engelsche bladen
hebben vele reizigers hunne goederen gered door ze uit
de ramen te werpen en zijn alle waarden, welke de logeer
gasten bij den houder van het hotel «Zuni Biiren" gedé-
poneerd hadden, insgelijks behouden gebleven.
Daarentegen is er meer overeenstemming omtrent de
vernieling in haar geheel. Niet alleen liet hotel »Zum
Baren", maar ook het café «National", het hotel «Bellevue",
het pension «Alpenruh", de restauratie «Helvetië", het
telegraafkantoor, de geheele rij huizen van het station
tot de Tuftgraben, in het geheel ruim tachtig gebouwen,
zijn een prooi der vlammen geworden.
Omtrent den brand te Grindelwald schrijft de Zvvit-
sersche correspondent der N. R. Cl. onder dagteekening
van 19 dezer het volgende:
Bij de vele rampen, waardoor het Alpenland sinds een
jaar is getroffen, komt nu nog de brand te Grindelwald,
het groote dorp, hetwelk wegens zijne ligging in de keten
der Berner Alpen zich in den loop van jaren tot eene der
schoonste vreemdelingen-koloniën heeft kunnen ontwikkelen
en sinds korten tijd door een spoorweg met Interlaken is
verbonden.
Gelukkig zijn er bij de nieuwe ramp geene menschen
omgekomen. Het onheil overviel de logeergasten in het
zomerhotel »Zum Biiren," terwijl zij 's middags omstreeks
3 uren aan tafel zaten. De brand was nauwelijks ontstaan
of zonder tijdverlies was men reeds aan het werk om te
blusschen en te reddenmaar binnen vijf minuten stond
het dakwerk reeds in volle vlam en drongen de vlammen
niet slechts met volle snelheid door het geheele gebouw
heen, maar ook door de daarbij belioorendc stallen en
schuren, terwijl tegelijkertijd de Engelsche kerk werd aan
getast. Veertien dagen geleden was er in het hotel brand
in een schoorsteen ontstaan, en die was toen wel dadelijk
gebluscht, maar het was ook juist op een oogenblik van
windstilte. Thans echter werd alle blussching belemmerd,
doordien er juist een hevige wind achter het Wetterhorn
was komen opzetten, en zijne verderfelijke macht over den
vuurgloed ontwikkelde. Ware dit niet het geval geweest,
dan zou men ongetwijfeld het onheil gemakkelijk hebben
kunnen te keer gaan.
De brand is ontstaan in een nieuw gebouwden massieven
schoorsteen, die bestemd was voor twee reusachtige keuken- i
haarden, welke van 's morgens tot 's avonds voor 500 a 600
personen in werking waren. Bij de onbewolkte lucht in de
laatste dagen was die schoorsteen te meer voortdurend
blootgesteld aan eene zeer hooge temperatuur, terwijl ook
het grootendeels houten dakwerk onder den langdurige»
invloed der zonnehitte zoodanig was uitgedroogd, dat het
geen vuur kon vatten zonder dadelijk geheel in vlam te staan.
Den hotelhouder wordt van alle kanten de eer gegeven,
dat hij op het eerste teeken van gevaar hoogst bedaard en
krachtig doortastend alle maatregelen nam om zooveel
mogelijk den loop van het vuur te stuiten en ongelukken
te voorkomen. Onder de werking van den storm was dit
echter te vergeefs. En al wat in de richting van den wind
lag, was binnen een half uur na het uitbreken van den
brand mede aangetast. Woedend blies de ufohn" in den
spattenden gloed en slingerde brandende stukken hout op
de droge daken, altoos maar vonkenwolken voor zich uit
drijvende.
Menschen en dieren namen verbijsterd de vlucht. De
reizigers poogden van hunne goederen te redden.wat er
gered kon worden, maar de meesten die hierin waren ge
slaagd, hebben toch later weder alles zien vernielen; want
te gelijk met hen hadden de bedienden en het verder hotel
personeel wel zeer veel bagage naar buiten gebracht en ook
tot liet hötel behoorende dingen aan den brand onttrokken,
maar er waren geen voertuigen om dit dadelijk ver uit den
weg te ruimen. Het lag daar, in alle haast op een afstand
van slechts 300 meter opeengeworpen, en eer men verdere
moeite er aan kon doen, speelde de vlam reeds door den
geheelen berg van koffers, kisten, huisraad enz. enz. henen.
Veel had men bij het station nedergelegd, maar ook dit
gebouw, met de goederenloodsen en andere opstallen, viel
met al wat er in was den gloed ten offer.
De spoortrein, die te half 4 uit Interlaken moest aankomen,
was gelijk mij door een ooggetuige werd medegedeeld,
wegens dea gloed en het wilde rondvliegen van klompen
vuur moeten blijven staan. De trein werd letterlijk over
vallen door een vuurregen, waarbij de vonken tot binnen
vele waggons doordrongen. Een oogenblik was het alsof de
geheele trein in brand stond. Gelukkig dat de machinist
genoeg tegenwoordigheid van geest behield om alle krachten
in te spannen, ten einde de locomotief op eene draaischijf
te brengen, hetgeen hem ten laatste ook gelukte, met liet
gevolg dat hij, verder met volle stoomkracht werkende, den
trein uit de gevaarlijke omgeving kon doen heengaan.
Eensklaps ging er een schrille kreet op: uit den achtersten
wagen (een goederenwagen) sloeg eene vlam naar buiten.
De machinist liet den trein stilstaan, ijlde naar den bran
denden wagen, dien hij zelf loshaakte, zoodat hij voor de
tweede den trein ''odde.
Ten behoeve van blussching en redding hebben zeer vele
vreemdelingen, Engelschen, Duitsehers, Nederlanders en van
andere nationaliteiten, trouw geholpen. Ook hunne dames
deden mede, door op rijen staande elkaar emmers en andere
voorwerpen met water gevuld te reiken om het voor de
brandblusschers gemakkelijker te maken. Aan die mede
werking is het te danken, dat de brand zich niet over het
oostelijke gedeelte van het dorp heeft uitgebreid.
Onder de vreemdelingen in een der hotels van het dorp
waren er 120, die dien dag een uitstapje hadden gedaan
en eerst 's-avonds laat vernamen dat al hunne bagage
verbrand was. Een Engelsch geestelijke had eene belangrijke
som in bankbiljetten in zijn koffer geborgen, die mede door
liet vuur is verzwolgen. Een dame had een aantal antieke
zilveren voorwerpen op reis medegenomen, opdat ze tegen
dieven beveiligd zouden zijn, en ook daarvan kon niets
worden gered.
Maar vooral zijn de gidsen en andere dorpelingen er
ongelukkig aan toe, die letterlijk alles hebben verloren. Voor
hen zal de openbare liefdadigheid vooreerst moeten zorgen.
Frankrijk.
Alengon en omstreken zijn Donderdag door hagel
geteisterd geworden. Te Doujon is sedert menscbenheugenis
zulk een onweder niet bijgewoond. De oogst is in stukken
gehageld; de hoornen hebben geen blad meer aan hun
takken. De vogels werden door de hagelsteenen als gemi
trailleerd. De hagel heeft zelfs kalveren gedood. Te Laro-
quebron werden kiekensganzenvarkens-schapen en
kalveren, ten getale van 500, door de hagelsteenen gedood.
De herders moesten hun kudden verlaten, en zij die geen
onderkomen hadden, werden in bezwijming teruggevonden.
Te Saint-Etienne werd de graaf van Valence erg aan het
hoofd gekwetst door den hagel. Alles, alles is verwoest.
De schade, in Frankrijk aangericht, wordt op millioenen
francs geschat.
Duitschland.
De meer dan 800 jaar oude »krooneik" te Arolsen,
waarvan de stam door 12 man nauwelijks kon worden
omspannen, is moedwillig in brand gestoken, zoodat de
prachtige boom moest worden geveld. De Vorst van Wal
deck heeft een aanzienlijke belooning uitgeloofd voor hem
die den dader helpt vinden.
Bij de groote parade Donderdag hadden de Berlijners
iets «nieuws11 te zien. Te midden van alle vorstelijke en
hooggeplaatste personen, van het .corps diplomatique in
allerlei schitterende uniformen merkten zij een rijtuig met
twaalf Helgolandsche visschers op, gasten van den Keizer.
België.
Het schepencollege van Antwerpen heeft den dood
van den heer De Wael ter kennis van de burgery ge
bracht in eene publicatie, waarin gezegd wordt dat de
overledene gedurende de twintig jaren, dat hy aan het
hoofd van het stedelyke bestuur gestaan heeft, zich
een voorbeeld heeft getoond van burgerdeugd, weshalve
zijne medeburgers aan hem zullen blyven denken als
aan eenen vader.
Het college heeft verder bepaald dat van alle open
bare gebouwen de vlaggen tot na de begrafenis half-
Btoks uitgestoken zullen worden, dat er geen muziek
op straat geoorloofd wezeu zal, en dat eiken avond
van aebt tot negen uur de groote klok der hoofdkerk
het doodsgelui zal doen hooren.
Leopold de Wael is Zaterdag van uit het Ant-
werpsch stadhuis begraven. Een groot aantal militairen
en de geheele burgerwacht waren onder de wapens. Iu
het stadbnis werden vier redevoeringen gehouden.
Daarna werd het lfjk naar de kathedraal overgebracht,
waar een lykdienst plaats had. Een zeer talrjjk publiek
was op de been.
Te Antwerpen zyn de vorige week Zondag,
Maandag en Dinsdag aan de stations van bet Zuiden,
van Stuivenborg en van het Waes-land in bet geheel
255,000 reizigers aangekomen. Aan het Vlaamsche
Hoofd werden er bovendien 45,000 van de overzyde
der Schelde aan land gezet. Het aantal dergenen,
die langs andere wegen de stad in zyn gekomen, is
niet bekend. Er is geen enkel ongeluk gebeurd. Er
zjjn spoorwegbeambten en machinisten geweest, die
achttien en twintig uren achtereen dienst hebben
moeten doen.
Een Brusselsch luchtreiziger, Georges Thiol en
zyne bruid, Madeleine Bailly, hebben hun huwelyk
ingewijd met een reisje in de wolken.
'Woensdag, by de plechtigheid ton stadhuize, meende
de burgemeester, de heer Buis, aan zyn waardigheid
niets te kort te doen door eene toespeling op do
omstandigheden waaronder bet huwelyk voltrokken
werd. «Uw beroep zoide hy verheft u boven de
narigheden des levenB. Ik wenscb u toe dat gij geen
onweders op uwen weg ontmoeten zult."
Des middags te drie uur nam het bruidjo, in een
grjjs reisgewaad, gewapend met een grooten ruiker
rozen, moedig met baron echtvriend in het schuitje
plaats. Spoedig klonk het «Lachez tout"! en ging de
ballon, »La lune de miel" geheeten, onder afscbeids-
wuiven van bloedverwanten en gejuich van toeschouwers
de lucht in, den kant van Leuven op.
Den volgenden ochtend vroeg, na den nacht in
hoogere sferen doorgebracht te hebben, is de ballon
behouden neergekomen op een vruchtbaar stuk bouw
land in de Kempen, bjj Meerhout. De boeren hebben
het jonge paar hartelijk ontvangen.
Te Spa zijn op 14 en 21 Augustus de Gymkana races
gehouden. Het programma van deze origineele wedrennen
was als volgt samengesteld:
Wedren met eieren: Ieder deelnemer ontvangt een houten
lepel waarop een ei is gelegd. Hij moet dezen lepel in de
hand houden en nu het eindpunt bereiken zonder het ei te
breken. Als liet ei valt, kan de deelnemer een nieuw krijgen
en moet hij de wedren voortzetten van het punt af waar
het ei is gevallen, of van het beginpunt. Het is verboden
te stappen of te draven.
Wedren met reiszak enparapluie: De deelnemers plaatsen
zicli naast hunne paarden met een reiszak, waarin een
nachthemd en een parapluie. Op het teeken van afgaan
moeten zij de paarden bestijgen, en zij moeten het eindpunt
bereiken, gekleed in het nachthemd, de parapluie op en de
reiszak weder gesloten.
Dressing race: Bij deze wedren worden de zaal van het
paard en rok en vest van den berijder op den grond gelegd.
Geheel alleen moeten nu de deelnemers onder het rennen
het paard zadelen en zichzelf kleeden. Met toegeknoopteh
rok en vest moesten zij het einddoel bereiken. Het vest
moest minstens vijf knoopen, de rok drie knoopen hebben.
Het slotnummer der wedrennen bestond in een race van
poneys, niet grooter dan 1,50 M.
Nederland.
A.iiistor<lam, 21 Aug. Getrouw aan hun ge
woonten om tegen het einde van Augustus een luid
ruchtige propaganda op touw te zetten, trokken do
socialisten ginter avond weder door de straten.
Een tiental luid kryschende mannen liepen van af
8 uur door de drukste winkelstraten hun blad en eenige
brochures te venten, terwjjl een man een groot verlicht
transparant droeg met het opschrift: >Weg met de
klassenjustitie".
Midden in den troep bevond zich de socialist Bob,
voor 1 '/a jaar tot een gevangenisstraf van 8 maanden
veroordeeld, wegens het verspreiden van opruiende
geschriften, en Vrydag, na een vrywillige verbanning,
uit het buitenland teruggekeerd.
Een talryke menigte volgde het troepje, dat her-
haaldelyk een oorverdoovend geschreeuw deed hooren
Vooral in de KalverBtraat ondervonden de wandelaars
veel last van den troep, welke tot zooveel gedrang
aanleiding gaf, dat in een der koffiehuizen een binnen
het lokaal geplaatst tafeltje werd omvergeworpen.
Omstreeks half tien werden de grootere tochten beperkt
tot een wandeliüg in het gedeelte van de Kalverstraat
tuBscben den Dam en de St. Luciënsteeg.
Op enkele punten was het daardoor levendig, hoewel
een groot deel van het wandelende publiek, dat anderB
der Kalverstraat zulk een vroolijk aanzien geeft, reeds
vroeg naar huis was gegaan.
Uit het Duitsch.
De uitputting doet zijn opgewondenheid bedaren
en met zwakke stem gaat hij voort:
/•/Gij hebt een gelukkig leven gehad altijd
zoolang gij het u herinneren kunt. Hebt gij ooit
werkelijk verdriet, ooit ellende gekend? En ik?
Ik heb in de wijde wereld rondgezworven sedert
het onzalig oogenblik, dat ik mijne moeder verliet.
God weet hoe bitter die onbezonnen stap mij heeft
berouwd, en hoe zwaar ik daarvoor heb geboet;
maar nu wil ik het leven op nieuw beginnen, een
gansch ander leven, als wat ik tot nu toe heb
geleid en alles weder goed maken, want ik
heb mijne moeder, naar wie mijn hart al dien
tijd heeft verlangd, teruggevonden 1 Richard, weet
gij wat het voor mij zeggen wil mijne moeder
terug te hebben? Het is een beter, een ander
menscb te zijn. Neen ik wil leven!" roept de
ongelukkige met luide smeekende stem, //het leven
kan mij nog zooveel goeds schenken".
In hevige gemoedsbeweging verbergt hij zijn
gelaat in het kussen en snikt: //Zonder vrienden
heb ik rondgezworven ik heb niets dan tegenspoed
gekend, niemand die mij lief had, niemand
die zich om mij bekommerde! En wat ik genoot,
dat moest ik aan het leven ontwringen. En wat
wat heeft mij dat gebaat! Gelooft gij niet,
dat zulk een bestaan den mensch tot in zijn
binnenste treft? Eigen schuld. Ja, dat is
waar ik had nooit weg moeten loopen maar
was het geen straf genoeg, dat ik in het ruwe
zeemansleven een bittere teleurstelling vond van
mijn opgewonden jongensdroomen En nu zou
ik kunnen leven leven voor onze uioeder
maar gij wilt dat het voor mij te laat zal zijn
om haar nog deze vreugde te bereiden!"
Darneck zat met een doodelijk bleek gelaat op
den rand van het bed.
Wil ilc dat het voor u te laat zal zijn?
Werner, Werner, dat woord heb ik niet aan u
verdient", zegt hij met een toonlooze stem, die
van inwendige ontroering getuigt, maar na eenige
oogenblikken gaat hij kalmer voort:
//Een onzer moet wijken. Gij kunt blijven leven,
maar dan moet ik sterven, want de dood
.alleen kan mij verhinderen in de volvoering van
mijn plicht".
Met over de borst gekruiste armen leunt hij
thans tegen de deur, terwijl hij de oogen strak
op zijn broeder houdt gevestigd, die zich in een
geweldige gemoedsbeweging op zijn legerstede heen
en weder werpt.
In de beslissende stilte, die weder is ingetreden,
hoort men andermaal niets dan het eentonig
geklots der golven, dat overstemd wordt door het
onafgebroken gestamp der machine.
z/Laat het lot beslissen".
Als een stem van den Booze klonken deze
woorden van Werner door de kleine hut.
De Luitenant neemt een geldstuk uit zijn zak
met het voorkomen van volmaakte, doffe berusting.
//Is kruis of munt het doodelijk teeken?"
vraagt hij kalm.
//Munt".
Rinkelend valt het geldstuk op den grond en
rolt een eind ver weg.
//Richard! Richard!" roept eensklaps de deserteur
.met smeekende stem, //kijkt er nog niet naar",
en verwonderd over den veranderden toon, ziet
Darneck zijn broeder vragend aan. //Kom nog
even bij mij zitten", vervolgt deze. //Ja, geef mij
uwe hand, dat is goed. Heb dank mijn broeder!
Ik wil niet in twist van u scheiden. Gij zijt de
eerste die bereid is iets voor mij ten offer te
brengen. Ik heb u eigenlijk nooit gekend; toen
gij mij voor de laatste, maal zaagt, was ik ter
nauwernood negen jaar. Heugt u dat nog? Het
was bij het tweede huwelijk onzer moeder. En
nu nu zijt gij terstond bereid uw leven voor
mij ten offer te brengen. Eene. liefde, die tot zoo
iets in staat is, moet wel groot en innig wezen!
Broeder, heb dank voor deze liefde".
Tranen verstikten zijue stern, maar zich oprichtende,
sloeg hij zijne armen om den hals van den ouderen
broeder, die hem zwijgend en diep geroerd aan
zijn hart drukte.
Zich daarna opheffende, zocht de Luitenant het
geldstuk op.
//Munt", zeide hij kalm en met vaste stem.
//Ik zal mijn woord gestand doen".
Zonder meer te zeggen nam hij de lamp en
verliet de hut.
Een dichte, grauwe nevel had zich den volgenden
morgen over de zee uitgespreid, hij onttrok de
toppen der masten aau het gezicht eu bleef vochtig
en kil tusschen liet touwwerk hangen.
Boven op het dek was het kil en onbehagelijk,
maar de meeste passagiers wandelden uit kracht
der gewoonte op de helder geschuurde planken
heen en weder.
Met haar fijn besneden kopje in een ruigen
Iiulischen shawl gewikkeld, schreed Miss Lilly
aan den arm vau den Graaf op en neder, terwijl
zij druk babbelde over Dresden, waar zij den
winter bij eene tante dacht door te brengen, en
over Parijs, waarheen zij zich later zou begeven.
De Graaf, tot over de ooren in de kraag van
zijn langen jas gestoken, beweerde dat zulk een
mist //ongelooflijk" was, en maakte, voor zoover
de spraakzame Amerikaansche hem hiertoe de
gelegenheid gaf, zich vroolijk over de potsierlijke
verschijning van sommige dames, die zich, niet
tegenstaande de koude, op het dek hadden gewaagd,
na zich als mummies te hebben ingestopt. Op het
achterdek liep de jonge weduwe uit Vera-Cruz
in gezelschap van Mevrouw Evvald op en neder,
eu een groepje heeren, de handen in de zakken,
stonden zoo dicht mogelijk bij den stoomketel,
al pruttelend over het onaangename wcêr.
Met. regelmatige tusschenpoozen deed de machine,
een schel gefluit hooren, want er werd met halve
kracht gestoomd.
Eensklaps doet een doordringende kreet al de
aanwezenden ontstellen: //Een man over boord!
Een man over boord 1"
Uit den nevel van liet voordek ziet men rappe
matrozen met touwen en kurken gordels in de
hand als het ware opdoemen, terwijl al de passagiers
verschrikt naar de verschansing snellen.
Mevrouw Ewald heeft ook het luide geroep
vernomen en vragend wendt zij zich tot hare
gezellen, maar eensklaps ziet zij hoe aller blikken'
vol deernis en schrik op haar zelf zijn gevestigd,
en treft, te midden van het verward gefluister van
stemmen, een bekende naam haar oor.
Het denkvermogen begeeft haar en werktuigelijk
grijpt zij naar een steun om niet te vallen.
Op hetzelfde oogenblik wordt de groote glazen
deur met zulk een geweld open gerukt, dat de
scherven rinkelend op het dek vallen, en de toe
snellende Luitenant von Darneck vangt de be
zwijmende vrouw in zijne armen op.
Terwijl hij zich in zijn hut onledig had gehouden
met het schrijven van eenige brieven en het maken
van zijne laatste beschikkingen, was hem door
een der bedienden een brief overhandigd.
Driftig doorliep hij den inhoud, die aldus
luidde
//Broeder Richard! Ik wil niet dat gij
uw woord zult gestand doen. Ilc zal u
voorkomen. Uw leven is nuttiger en noodiger
voor onze moeder dan het mijne. Den
ganschen nacht heb ik wakker gelegen, en
over alles nagedacht, en ik ben tot de
overtuiging gekomen, dat ik uw offer niet
raag aannemen. Sta onze moeder ter zijde
en laat haar nimmer weten, dat ik ook
uit het leven bengedeserteerd".
Als een razende, was de Luitenant naar boven
geijld, helaas hij kwam te. laat.
Diep bedroefd zag hij neder op de bewustelooze
vrouw, die hij in de armen hield. Als zij weder
tot zichzelf komt, zal de arme moeder inaar één
zoon bezitten, want de nevel en de golven geven
hun prooi, die zich zoo vrijwillig aan hun overgaf,
niet terug.
Moge de arme deserteur in hun koelen schoot
rust vinden na het lijden van zijn droevig beslaan.
EINDE.