ZlllllkZIISÜII NIEUWSBODE.
Zaterdag 13 Angustus 1893.
bekendmaking"
De Veemarkt
Geen verbetering.
nieuwstijdingen.
FEUILLETON.
DE DESERTEUR.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-Amorika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 6194.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiën, van 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Iloogere Burgerschool.
De COMMISSIE VAN TOEZICHT op het Middelbaar Onder
wijs te Zierik7.ee maakt beleend, datde Her-examens
en het tweede Ad inissie-exanion voor de
Hoogere Burgerschool, zullen plaats hebben op Vrijdag
<leu Q September e.lï., des morgens ten 9 ure.
Zij, die dit examen wenschen af te leggen, moeten zich
daartoe mondeling of schriftelijk aanmelden bij den Voor
zitter der Commissie Dr. J. K. DE BRUYNE, vóór of op
89 Augustus e.lc.
Namens de Commissie,
RÖELL, Secretaris.
Vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel.
De BURGEMEESTER van Zierik7.ee
Gelet op het schrijven van den Generaal-Majoor, Bevel
hebber in de lilde Militaire Afdeeling te Breda van 9 Augustus
1892, No. 2;
Brengt bij dezen ter openbare kennis, dat jongelieden
van den ouderdom van 17, 18 en 19 jaar, die zich gedurende
het tijdvak van 1 October a.s. tot 1 Maart 1893 vrijwillig
in de gemeente willen oefenen in den wapenhandel, uit
sluitend voor den dienst der Infanterie, züeli voor
«ton Won Augustus 1898 op werli-
«lageu tusschen <lcs yoormiddags
ÏO on dos ïiamiildags 1 uur ter ge-
ïneente-Scerotario belmoren aan te
iii4>l<len»
In liet bijzonder worden op do
gfologenheid tot l»et Ie el nemen aan
de Iiier voor genoemde oefeningen
gewezen de jongeliedeii, <lle inge-
schroven ziju vooi* de licliting» «lei*
Natïoiiale Militie voor 181)3.
Nadere inlichtingen zijn ter gemeente-secretarie te
bekomen.
Zterïkzee, don 10 Augustus 1892.
De Burgemeester voornoemd,
Cu. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER van ZiERni7.EE brengt ter kennis
van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben, dat
de Schietoefeningen in de Schoorlsché- en Bergerduinen
zijn geëindigd.
Zierik7.ee, den 12 Augustus 1892.
De Burgemeester voornoemd,
CII. W. V E R M E IJ S.
te Z i e r i k 7. e e zal worden gehouden voor het eerst op
Donderdag; don IS Augustus e.lc. en
voorts op el leen Donderdag; in de maanden
AugustusSeptember OctoberNovember en de eerste
helft van Decemberop de Schuithaven.
In hot Sociaal Weekblad van Zaterdag G Augustus,
komt de volgende merkwaardige mededeeling voor
»Mr. A. Kerdijk zal de redactie van dit weekblad
wnederleggen en door Mr. M. W. F. Troub
worden opgevolgd. Tot 1 October e.k. blijft
»Mr. B. II. Pekelharing te Delft, de redactie
«waarnemen."
Het is zeer droevig, dat Mr. Kerdijk, de man der
progressieve liberale richting, zich wegens gezondheids
redenen genoodzaakt ziet, als redacteur af te treden
van een weekblad, dat vijf en een half jaar aan zijne
uitstekende leiding was toevertrouwd. De vuige laster,
van sociaal-democratische zijde uitgestrooid, als zou de
ongesteldheid van den heer Kerdijk slechts een voor
wendsel zijn geweest, en zijn vertrek naar het buitenland
niet veel anders dan een politieke uitvlucht, wordt
hierdoor wel geheel en al te niet gedaan; maar dit
neemt niet weg, dat het feit zeer treurig is, dat de
redactie van het Sociaal Weekblad in andere handen
overgaat, vooral nu deze verandering geen verbetering
is, maar beslist achteruitgang genoemd moet worden.
Vaste medewerkers van het Sociaal Weekblad waren
tot op hedenMr. Goeman Borgesius, Prof. Buys,
Prof. Drucker, de heer G. Emants, Prof. van Hamel,
Dr. Mouton, Prof. Quack en Dr. Zaaijer, alle mannen
van onverdacht liberale richting. Nevens hen werkten
mede de volgende heeren, wiér richting óf radicaal
genoemd moet worden, óf tenminste naar het radicalisme
overhelt, te wetende heer I. C. van Marken Jr.,
Mejuffrouw Helena Mercier, Prof. Pekelharing en de
heer D. Stigter. De liberale medewerkers van het
Sociaal Weekblad staan dus tot de radicale mede
werkers, als twee staat tot éën. Met het oog op dit
feit zou men verwacht hebben, dat een der eerst-
genoemden, of tenminste een liberaal man, de opvolger
van Mr. Kerdijk zou geworden zijn. Maar jawel, deze
gedachte blijkt geheel en al misrekening te zijn. In
plaats van een radicalen liberaal, in plaats van een
vertegenwoordiger der meerderheid, treedt iemand op,
die niet maar de minderheid vertegenwoordigd, maar
die in Nederland bekend staat als de radicaal bij uit
nemendheid. Van de radicalen als Gerritsen, Hugo
Muller, Wijnand Heinelcen, Calisch, Jhr. Tyndal en
Tydens, is de heer Treub toch stellig de bekwaamste
en tevens, zooals gewoonlijk gaat, de man die de
minste drukte maakt. Juist daarom is hij echter
gevaarlijker dan zijne geestverwanten. Eenmaal versprak
de heer Treub zich en noemde hij het liberalisme:
eene oude jonge juffrouw, waarin geen vuur meer te
brengen is. Later was hij voorzichtiger. Maar steeds
bleef hij volhouden buiten de liberale partij te staan,
en is hij een dergenen, die veeleer anti-liberaal dan
liberaal verdiend genoemd te worden.
Hoe deze redactie-verandering tot stand is gekomen,
schuilt in het duister en zal misschien nimmer aan
het licht komen. Is het de wensch geweest van den
heer Kerdijk dat Mr. Treub zijn opvolger zou worden
Of heeft wellicht de uitgever van het Sociaal Weekblad
de heer Tjeenk Willink, dit aldus begeerd Heeft soms
Mr. Treub zich als zoodanig aangeboden Wij weten
het niet en zullen ons ook geen moeite geven het te
weten te komen. Dit alleen weten wij wel, "dat met
het optreden van Mr. Trenb als redacteur van het
Sociaal Weekblad dit den weg op zal worden gestuurd,
dat medewerking van liberalen uitzondering - en die
van radicalen regel zal worden, en het ook hier zal
gelden alle verandering is geen verbetering.
De uitvlucht, dat maatschappelijke toestanden en
hunne verbetering niets met de politieke partijen uit
staande hebben, gaat nergens op en hier allerminst.
Evenmin als eigen belang en algemeen belang te
scheiden zijn, evenmin is dat het geval met den Staat
en de maatschappij, met staatkundige en maatschappelijke
belangen. Maar buitendien, al ware deze scheiding
mogelijk, dan heeft het Sociaal Weekblad deze grenzen
tot op heden niet getrokken en is Mr. Treub er de
man niet naar om de verwachting op te wekken, dat
hij in deze riehting verandering zal brengen. De voor
stander van algemeen stemrecht, van kindervoeding op
staats- en gemeentekosten, van staats-armenzorg, van
den achturigen werkdag, de man, die indertijd de
directie der Amsterdamsche gasfabriek dwingen wilde
een knecht in dienst te nemen die zij ontslagen had -
deze hian wekt door zijn verleden geenszins de ver
wachting op, dat hij de lijn tusschen radicalisme en
socialisme scherp zal trekken en doet ons de toekomst
in dezen donker inzien.
Wij hebben van het eerste nummer en van den
eersten jaargang af aan het Sociaal Weekblad steeds
met groote belangstelling gelezen en meestal met
onverdeelde instemming. Zoo men ons vragen zou:
waar is de grens tusschen socialisme dat bevorderd en
sociaal-democratie die weerstaan moet worden, dan
zouden wij willen wijzen op het Sociaal Weekblad.
Als Mr. Treub redacteur is gewordenzal hierin
verandering komen. Want al is Mr. Treub ook geen
sociaal-democraat, als radicaal staat hij dichter bij de
sociaal-democratie dan de liberalen, van welke zelfs de
meest vooruitstrevenden altijd de sociaal-democratie
tegenstreven, wat van de radicalen volstrekt niet
getuigd kan worden.
Indië.
In de Minahassa wordt het onrustig. Het onderzoek
der regeering naar de grieven der bevolking aldaar
heeft op velen den indruk gemaakt dat het dienen
moest niet om de grieven kenbaar te maken, maar
om ze te ignoreeren. De schryver van het Ind. mail
overzicht in het Bat. Tlbld. gewaagt dan ook van een
verbitterde stemming, en zegt, naar aanleiding van
het bericht uit Menado dat de gouvernementsschool te
Tondano voor kinderen van hoofden en aanzienlijke
inlanders der Minahassa was in brand gestoken. Ziedaar
de poppen aan het dansen, er behoeit maar weinig
by te komen en de geprojecteerde expeditie naar
Lombok zal gedecideerd wezen naar de Minahassa, sedert
jaren het land van rust, orde en trouw aan de Neder-
landscbe regeering.
Zooals het nu in de Minahassa geschapen staat, is,
volgens den schrijver van het mailoverzicht, een
opstand slechts te voorkomen door overplaatsing van
den resident en van die controlenrs, tegen wie de haat
der bevolking zich gekeerd heeft.
Aan een brief van een Europeaan uit de Minahassa,
dd. 21 Juni jl. te Batavia ontvangen, ontleent hetzelfde
blad de volgende zinsneden: »We verwachten elk
oogenblik het bericht, dat de huizen der controlenrs
hoven hun hoofden in brand zjjn gestoken.
>'t Is vreeselyk zooals wjj Nederlanders hier gehaat
raken. Vroeger werden we door alle inlanders bjj
don weg begroet; thans mompelen zy vorwonschingon
in het voorbijgaan".
Engeland.
De rekening van verkiezings-ODkosten, door Glad
stone aan zyn agent in Midlothian betaald, bedraagt
780 pd. st., behalve de 150 pd. st., die de «returning
officer" (de ambtenaar die de verkiezing regelt en
als voorzitter van het stembureau fungeert) hem reeds
in rekening bracht. Toch was de verkiezing dos II.tf.
Gladstone nog niet de dnnrste. Er zyn parlementsleden,
die voor hun zetel meer dan 1000 en zelfs 1200 pd. st..
moeten betalen. In vroeger tyd klom deze som wel
eens tot vier en zelfs zes duizend pond, maar sedert,
elk gekozen lid en ook zyn niet geslaagde tegen-
candidaat verplicht zyn een opgave te doen van
hetgeen hnn werd in rekening gebracht en wat zy
uitgaven tot voorbereiding hunner verkiezing, zjjn
deze sommen zeer verminderd.
Men weet dat 1 pd. st. 12 is.
Het Engelsche oorlogschip «Foudroyant", dat in
menig zeeslag onder admiraal Nelson als admiraal
schip heeft dienst gedaan en meer dan 100 jaren telt,
is eindeljjk overgegaan in de handen eens sloopeis.
Het tegenwoordig te Plymouth liggende vaartuig, eon
vjjfdekker, dat 507a voet breed is, een diepgang heeft
van 217s voet, en in zyn glorieryke dagen met 180
kanonnen bewapend was, is overgegaan in handen van
een ondernemer te Stettin, voor 80,000 mark, en zal
binnenkort naar Swinemunde worden gesleept om
aldaar te worden gesloopt.
Aan boord van de »Foudroyant" streed Nelson in
het jaar 1793 voor Napels tegen de Franschen en nam
dit oorlogschip ook deel aan de verovering van de
Fransche linieschepen »Genereux" en sGuillauuie Teil".
De kosten van sloopen, waarvoor wellicht een jaar
noodig zal zijn, zullen zeker nogal helangryk zyn.
Londen, 11 Aug. De door Aequith gestelde motie
van wantrouwen in het Kabinet-Salisbnry werd heden
nacht in het Lagerhuis met 350 tegen 310 stommen
aangenomen.
De zitting is tot a.s. Donderdag verdaagd.
Frankrijk.
In Frankryk wordt over de herbenoeming van Cavnot
als president drnk geschreven. In de Figaro zegt
Magnard, naar aanleiding daarvan, dat een President
onnoodig is, dat zyn rechten slechts illusoir zjjn, dat
zyn veto eigenljjk niet bestaat, dat de voorzitter van
den Ministerraad heel goed de functies van don
President zou kunnen vervullen, of dat men jaarljjks,
evenals in Zwitserland, een matig bezoldigd President
zou kunnen aanstellen. Wil men echter de tegenwoordige
instelling handhaven, dan is er geen reden om Carnot
niet te herkiezen.
Duitschland.
Dinsdag voormiddag ten 874 ure heeft te Coblenz
eene aardschudding plaats gehad, die eenige seconden
duurde en in de richting van noordwest naar zuidoost,
liep. Men had den indruk zoo meldt de Coblentser
Zeitung alsof er onder den grond eene geweldige
uitbarsting was ontstaan. De schok, gepaard met een
dof geluid als van een rollenden donderslag, bracht
JJit het Duitsch.
II.
„Mama, ik zoude u aanraden 0111 op het dek
te komen", zeide de Luitenant von Darneck, de
hut zijner moeder binnentredend, „het is er zonnig
en frisch, en gedurende de morgenuren is men het
best, boven". Haar met kinderlijke bezorgdheid in
bet vriendelijke gelaat ziende, vervolgt hij hartelijk:
„Gij hebt heden nacht immers goed gerust?"
„O ja, uitstekend, en ik gevoel mij zeer wel".
Met een dankbaren glimlach steekt zij den jongen
man hare hand toe, die deze aan zijne lippen
brengt. Die hand is edel van vorm, en van een
bijna doorzichtige blankheid, eene hand, waarvan
men zegt, dat er eene ziel in ligt., en die van
veel en stilzwijgend geleden smart getuigt. Het is
eene hand, zooals wij die bij eene Mater Dolorosa
van Fran ei a of van Raphael aantreffen, en Miss
Lilly had nog niet zoo verkeerd gezien, toen zij
beweerde, dat Mevrouw Ewald haar aan eene
Madonna deed denken.
„Op het dek kunt gij kennis maken met onzen
schipbreukeling van gister avond, mama", zeide de
Luitenant, toen hij zijne mooder naar boven geleidde.
„Daarginder zit de arme kerel op een hoop
touwwerk, hij is nog zeer afgemat, en al de dames
aan boord maken hem tot het voorwerp barer
deelnemende nieuwsgierigheid. Maar hoe kan het
anders? De knappe vreemdeling, die onder zulke
romantische omstandigheden in ons midden is ver
schenen, moet aller sympathie opwekken, en een
liefdadigheids-bazar onder de directie van Miss
Lilly zou een even verrukkelijke als ongewone
afleiding zijn gedurende den overtocht".
„Ik gun den armen man van harte eenige
ondersteuning", antwoordde Mevrouw Ewald; „hoe
droevig dat dc redding te laat kwam voor zijn
makker".
Al sprekende hadden moeder en zoon de ijzeren
wenteltrap beklommen, en stonden thans voor de
groote met fraai snijwerk versierde glazen deur,
die toegang tot het achterdek verleende. Yoor
hunne oogen strekte de blauwe zee zich onmetelijk
ver uit, terwijl de heldere zonnestralen zich in de
dansende golven weerkaatsten.
Op het dek had zich een groep van dames en
heeren gevormd, in wier midden, den rug naar de
glazen deur gekeerd, de belangwekkende vreemdeling,
die eenigszins met zijn figuur verlegen scheen,
terneder/at.. De beide Franyaises, die den vorigen
avond het liederalbum voor Luitenant von Darneck
hadden gezocht, overlaadden thans den jongen
matroos met hare naïeve vragen, terwijl een Bra-
zilianer naast haar heeft plaats genomen met een
aanteekeningboek op de knieën en een potlood in
de hand met het kennelijk voornemen om een schets
van den armen man te maken.
Deze heeft het voor het oogenblik druk genoeg
om al de belangstellende vragen te beantwoorden,
die hem als uit één mond gedaan worden door een
donkeroogige plantersweduwe uit Veraz-Cruz en
door de muzikale Engelsche Gouvernante, terwijl
hij terzelfder tijd een scherp verhoor moet onder
gaan van een Duitschcn marine-schrijver, van wien
booze tongen verhalen, dat hij zijn leven doorbrengt
met het varen van Bremen naar Rio-Janeiro en
terug, ten einde aan boord der Atlantische stoom
schepen stof op te doen voor zijne romans.
Tegenover liet voorwerp der algemeene belang
stelling heeft. Miss Lilly een plaatsje gevonden op
den rand der verschansing, waar zij zich rustig
in evenwicht weet te houden, haar bont terwijl
Japansch zonnescherm, dat grillige kleuren op
haar licht morgengewaad werpt, als balanceerstok
dienst doet.
„Knappe jongen, maar geweldig uitgeput", zegt
zij met bekoorlijke vrijmoedigheid tot haar Grafelijke
schaduw, „hij moet vreeselijk hebben geleden".
//Ongelooflijk", merkt zijne Genade diepzinnig
aan, terwijl hij een stofje wegblaast van zijn
onberispelijk kostuum.
ITet tweetal achter de glazen deur heeft eenige
oogenblikken naar het tooneeltje op het dek staan
kijken.
„U ziet onze Samaritanen druk aan het werk,
mama", zegt de Luitenant met een ondeugend
lachje. „Die „knappe jongen" in hun midden is
de schipbreukeling, die wij gister avond hebben
opgevischt".
Bij deze woorden licht hij de deurklink op, en
de frische zeelucht waait hen verkwikkend tegen.
Op dit oogenblik wendt de jonge matroos het
hoofd om, Mevrouw Ewald wordt doodsbleek en
klemt zich vast aan den arm van haar zoon.
„Wat is er mama?" vraagt von Darneck bezorgd.
Een zachte kreet ontsnapt aan hare lippen, en de
arme schipbreukeling knielt reeds aan hare voeten
en verbergt het gelaat in de plooien van haar kleed.
„Moeder! Moeder! Mijne moeder!"
Het gezelschap aan boord is buiten zich zelf
van verbazing.
„Ongelooflijk!" mompelt de Graaf.
„Arme drommel!" fluistert Miss Lilly, //hij is
dus een verloren zoon".
Ja, hij was een verloren zoon, haar eigen zoon,
die haar door eene wonderbare beschikking der
Voorzienigheid, in de. armen was teruggevoerd, nadat
het moederhart hem sedert jaren als een doode
had beweend.
Hij is haar zoon, en de passagiers van de
„Martha" verdiepen zich in de meest gewaagde
gissingen omtrent den samenhang van dit ernstig
familie-drama, waarvan zij een klein gedeelte hebben
bijgewoond.
Na het aangrijpend weerzien tusschen moeder
en zoon had men den uitgeputten jongen zeeman
een hut aangewezen, die vlak naast het verblijf
van Luitenant, von Darneck gelegen, en toevallig
tot nu toe nog onbezet was gebleven. Dienzelfden
dag had hij een hevige koorts gekregen, en zijn
toestand boezemde groote bezorgdheid in aan zijne
moeder en aan den scheepsdokter.
Miss Lilly ziet door deze ongedachte gebeurtenis
tot haar niet geringe teleurstelling bet schitterende
plan voor een liefdadigheidsbazar in duigen vallen,
en de sentimenteele Engelsche gouvernante ontlokt
eiken avond aan de piano in het groote salon een
aandoenlijk „long, long ago".
Het weder blijft bij voortduring gunstig; zonder
ongeval is de „Martha" de Kaap Verdische en
Kanarische eilanden gepasseerd, en via Plymouth
is men liet Kanaal van Dover ingestoomd, terwijl
de altoos in nevelen gehulde kust van Oud-Engeland
in de avondschemering verdwijnt.
De wateren der Noordzee beuken de kiel van
het reusachtige vaartuig, en de nacht breidt hare
schaduwen uit over menschen en golven.
Met eene kleine lamp in de hand, wier schijnsel
zij met hare blanke vingers tracht te temperen>
staat Mevrouw Ewald in de kleine hut voor het
bed van haar teruggevonden zoon. Een uur geleden
had de «dokter de verzekering gegeven, dat de koorts
overwonnen en het gevaar was geweken. Door de
houten wanden van het schip dringt het eentonig
gestamp der machine dof door tot de hut, die van
het verblijf van den Luitenant von Darneck slechts
door een dik gordijn was gescheiden.
Gedurende de ziekte had men de lastige tusschen-
deur, die de beide hutten verbond, weggenomen,
om daardoor de oppassing gemakkelijker te maken.
In de groote kajuit hoort men zooals gewoonlijk
op dit uur de weemoedige tonen van liet //long,
long ago".
Ja het is //lang, lang geleden", en in gedachten
doorleeft Mevrouw Ewald nog eenmaal het verleden.
In den geest bevindt zij zich weder op de bekende
villa, haar buitenverblijf in het Mecklenburgsche,
toen zij zich evenals thans voor de sponde van
haar ziek kind heenboog, terwijl de nachtwind
door de bladeren der beuken- en kastanjeboomen
voor het geopende venster ruischte.
Daar ligt hij neder voor haar, de zoon der
smarte, even hulpeloos als destijds, en toch zoo
geheel anders. De slapende rust met het hoofd op
'den ontblooten arm. Wat is die vermagerd!
ITet eertijds zoo blozend gelaat is thans ingezonken
en vervallen, en het komt haar voor, alsof de
sporen van kommer en uitputting, die hun droevig
stempel zoo diep in het jeugdig aangezicht hebben
gegrift, niet alleen veroorzaakt zijn door het zware
zeemansleven en de doorgestane ziekte.
Zijn het de gevolgen van een losbandig bestaan
Heeft het leven haar jongen, die zich in kinderlijken
overmoed onvoorbereid in den maalstroom van de
wereld heeft geworpen, geheel en al bedorven?
„Neen, neen", roept de stem van haar hart, en
een moederhart bedriegt zich niet licht, //hij mag
lichtzinnig wezen, maar slecht en verdorven is
hij niet".
Het is meer dan zes jaar geleden sedert hij
als knaap heimelijk liet ouderlijke huis verliet, met
achterlating van eene opgewonden, jongensachtigen
brief, waarin hij zijne moeder mededeelde, dat hij
naar zee moest gaan, dat hij dien lust niet langer
kon bedwingen, en waarin hij haar smeekte hem
dien stap te vergeven.
VergevenEen moeder kan immers alles ver
geven, al is het met een bloedend hart.
De zestienjarige knaap had gebruik gemaakt
van de drukte en verwarring van het verblijf zijner
ouders te Hamburg, dat aan hun vertrek naar
Brazilië voorafging, omzijnlanggekoesterdenwensc.il
te bevredigen.
Als een bangen droom herinnert Mevrouw Ewald
zich dien inoeielijken tijd, toen haar tweede man
door het bankroet van een aanzienlijk handelshuis
het grootste gedeelte van zijn vermogen had ver
loren, en na den verkoop zijner vaste goederen
door emigratie zijn verloren fortuin hoopte te
herwinnen.
Alle nasporingen, destijds in het werk gesteld
om den weggeloopen zoon terug te vinden, waren
vruchteloos gebleven, en de jonge vluchteling
scheen te denken dat zijne moeder na haar tweede
huwelijk geen verlangen meer naar hem zou
gevoelen,
Dat tweede huwelijk! De bloedverwanten van
den Overste von Darneck konden dezen alles
zins gewettigden stap nooit aan zijne weduwe
vergeven, en het was aan hun invloed te wijlen,
dat haar oudste zoon Richard, die zijn opleiding
aan de Cadettenschool ontving, en de toekomstige
Majoraatsheer der gezamenlijke Darbecksche be
zittingen was, een hoogst vijandige houding tegenover
zijn stiefvader aannam. Mevrouw Ewald wist, dat
zij haar oudsten zoon, met het oog op diens aan
staanden loopbaan, in liet vaderland moest achter
laten, maar dat zijn vijftienjarige broeder, haar
lieveling Werner,- haar ook zou worden ontnomen,
dat trof haar in de ziel. Nooit was zij dit verdriet
te boven gekomen, en het had haar aan bet hart
geknaagd al de jaren, die zij met haar echtgenoot
in Amerika had doorgebracht. Nu ongeveer drie
maanden geleden was zij voor de tweede maal
weduwe geworden. Een nieuwe groote smart, die
de zwaarbeproefde vrouw het voornemen depd
opvatten om naar het Duitsche vaderland b rug
te keeren.
Wordt vervolgd.