ZlllllkZIISÜII NIEUWSBODE. Zaterdag 13 Angustus 1893. bekendmaking" De Veemarkt Geen verbetering. nieuwstijdingen. FEUILLETON. DE DESERTEUR. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-Amorika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 6194. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiën, van 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Iloogere Burgerschool. De COMMISSIE VAN TOEZICHT op het Middelbaar Onder wijs te Zierik7.ee maakt beleend, datde Her-examens en het tweede Ad inissie-exanion voor de Hoogere Burgerschool, zullen plaats hebben op Vrijdag <leu Q September e.lï., des morgens ten 9 ure. Zij, die dit examen wenschen af te leggen, moeten zich daartoe mondeling of schriftelijk aanmelden bij den Voor zitter der Commissie Dr. J. K. DE BRUYNE, vóór of op 89 Augustus e.lc. Namens de Commissie, RÖELL, Secretaris. Vrijwillige oefeningen in den wapenhandel. De BURGEMEESTER van Zierik7.ee Gelet op het schrijven van den Generaal-Majoor, Bevel hebber in de lilde Militaire Afdeeling te Breda van 9 Augustus 1892, No. 2; Brengt bij dezen ter openbare kennis, dat jongelieden van den ouderdom van 17, 18 en 19 jaar, die zich gedurende het tijdvak van 1 October a.s. tot 1 Maart 1893 vrijwillig in de gemeente willen oefenen in den wapenhandel, uit sluitend voor den dienst der Infanterie, züeli voor «ton Won Augustus 1898 op werli- «lageu tusschen <lcs yoormiddags ÏO on dos ïiamiildags 1 uur ter ge- ïneente-Scerotario belmoren aan te iii4>l<len» In liet bijzonder worden op do gfologenheid tot l»et Ie el nemen aan de Iiier voor genoemde oefeningen gewezen de jongeliedeii, <lle inge- schroven ziju vooi* de licliting» «lei* Natïoiiale Militie voor 181)3. Nadere inlichtingen zijn ter gemeente-secretarie te bekomen. Zterïkzee, don 10 Augustus 1892. De Burgemeester voornoemd, Cu. W. VERMEIJS. De BURGEMEESTER van ZiERni7.EE brengt ter kennis van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben, dat de Schietoefeningen in de Schoorlsché- en Bergerduinen zijn geëindigd. Zierik7.ee, den 12 Augustus 1892. De Burgemeester voornoemd, CII. W. V E R M E IJ S. te Z i e r i k 7. e e zal worden gehouden voor het eerst op Donderdag; don IS Augustus e.lc. en voorts op el leen Donderdag; in de maanden AugustusSeptember OctoberNovember en de eerste helft van Decemberop de Schuithaven. In hot Sociaal Weekblad van Zaterdag G Augustus, komt de volgende merkwaardige mededeeling voor »Mr. A. Kerdijk zal de redactie van dit weekblad wnederleggen en door Mr. M. W. F. Troub worden opgevolgd. Tot 1 October e.k. blijft »Mr. B. II. Pekelharing te Delft, de redactie «waarnemen." Het is zeer droevig, dat Mr. Kerdijk, de man der progressieve liberale richting, zich wegens gezondheids redenen genoodzaakt ziet, als redacteur af te treden van een weekblad, dat vijf en een half jaar aan zijne uitstekende leiding was toevertrouwd. De vuige laster, van sociaal-democratische zijde uitgestrooid, als zou de ongesteldheid van den heer Kerdijk slechts een voor wendsel zijn geweest, en zijn vertrek naar het buitenland niet veel anders dan een politieke uitvlucht, wordt hierdoor wel geheel en al te niet gedaan; maar dit neemt niet weg, dat het feit zeer treurig is, dat de redactie van het Sociaal Weekblad in andere handen overgaat, vooral nu deze verandering geen verbetering is, maar beslist achteruitgang genoemd moet worden. Vaste medewerkers van het Sociaal Weekblad waren tot op hedenMr. Goeman Borgesius, Prof. Buys, Prof. Drucker, de heer G. Emants, Prof. van Hamel, Dr. Mouton, Prof. Quack en Dr. Zaaijer, alle mannen van onverdacht liberale richting. Nevens hen werkten mede de volgende heeren, wiér richting óf radicaal genoemd moet worden, óf tenminste naar het radicalisme overhelt, te wetende heer I. C. van Marken Jr., Mejuffrouw Helena Mercier, Prof. Pekelharing en de heer D. Stigter. De liberale medewerkers van het Sociaal Weekblad staan dus tot de radicale mede werkers, als twee staat tot éën. Met het oog op dit feit zou men verwacht hebben, dat een der eerst- genoemden, of tenminste een liberaal man, de opvolger van Mr. Kerdijk zou geworden zijn. Maar jawel, deze gedachte blijkt geheel en al misrekening te zijn. In plaats van een radicalen liberaal, in plaats van een vertegenwoordiger der meerderheid, treedt iemand op, die niet maar de minderheid vertegenwoordigd, maar die in Nederland bekend staat als de radicaal bij uit nemendheid. Van de radicalen als Gerritsen, Hugo Muller, Wijnand Heinelcen, Calisch, Jhr. Tyndal en Tydens, is de heer Treub toch stellig de bekwaamste en tevens, zooals gewoonlijk gaat, de man die de minste drukte maakt. Juist daarom is hij echter gevaarlijker dan zijne geestverwanten. Eenmaal versprak de heer Treub zich en noemde hij het liberalisme: eene oude jonge juffrouw, waarin geen vuur meer te brengen is. Later was hij voorzichtiger. Maar steeds bleef hij volhouden buiten de liberale partij te staan, en is hij een dergenen, die veeleer anti-liberaal dan liberaal verdiend genoemd te worden. Hoe deze redactie-verandering tot stand is gekomen, schuilt in het duister en zal misschien nimmer aan het licht komen. Is het de wensch geweest van den heer Kerdijk dat Mr. Treub zijn opvolger zou worden Of heeft wellicht de uitgever van het Sociaal Weekblad de heer Tjeenk Willink, dit aldus begeerd Heeft soms Mr. Treub zich als zoodanig aangeboden Wij weten het niet en zullen ons ook geen moeite geven het te weten te komen. Dit alleen weten wij wel, "dat met het optreden van Mr. Trenb als redacteur van het Sociaal Weekblad dit den weg op zal worden gestuurd, dat medewerking van liberalen uitzondering - en die van radicalen regel zal worden, en het ook hier zal gelden alle verandering is geen verbetering. De uitvlucht, dat maatschappelijke toestanden en hunne verbetering niets met de politieke partijen uit staande hebben, gaat nergens op en hier allerminst. Evenmin als eigen belang en algemeen belang te scheiden zijn, evenmin is dat het geval met den Staat en de maatschappij, met staatkundige en maatschappelijke belangen. Maar buitendien, al ware deze scheiding mogelijk, dan heeft het Sociaal Weekblad deze grenzen tot op heden niet getrokken en is Mr. Treub er de man niet naar om de verwachting op te wekken, dat hij in deze riehting verandering zal brengen. De voor stander van algemeen stemrecht, van kindervoeding op staats- en gemeentekosten, van staats-armenzorg, van den achturigen werkdag, de man, die indertijd de directie der Amsterdamsche gasfabriek dwingen wilde een knecht in dienst te nemen die zij ontslagen had - deze hian wekt door zijn verleden geenszins de ver wachting op, dat hij de lijn tusschen radicalisme en socialisme scherp zal trekken en doet ons de toekomst in dezen donker inzien. Wij hebben van het eerste nummer en van den eersten jaargang af aan het Sociaal Weekblad steeds met groote belangstelling gelezen en meestal met onverdeelde instemming. Zoo men ons vragen zou: waar is de grens tusschen socialisme dat bevorderd en sociaal-democratie die weerstaan moet worden, dan zouden wij willen wijzen op het Sociaal Weekblad. Als Mr. Treub redacteur is gewordenzal hierin verandering komen. Want al is Mr. Treub ook geen sociaal-democraat, als radicaal staat hij dichter bij de sociaal-democratie dan de liberalen, van welke zelfs de meest vooruitstrevenden altijd de sociaal-democratie tegenstreven, wat van de radicalen volstrekt niet getuigd kan worden. Indië. In de Minahassa wordt het onrustig. Het onderzoek der regeering naar de grieven der bevolking aldaar heeft op velen den indruk gemaakt dat het dienen moest niet om de grieven kenbaar te maken, maar om ze te ignoreeren. De schryver van het Ind. mail overzicht in het Bat. Tlbld. gewaagt dan ook van een verbitterde stemming, en zegt, naar aanleiding van het bericht uit Menado dat de gouvernementsschool te Tondano voor kinderen van hoofden en aanzienlijke inlanders der Minahassa was in brand gestoken. Ziedaar de poppen aan het dansen, er behoeit maar weinig by te komen en de geprojecteerde expeditie naar Lombok zal gedecideerd wezen naar de Minahassa, sedert jaren het land van rust, orde en trouw aan de Neder- landscbe regeering. Zooals het nu in de Minahassa geschapen staat, is, volgens den schrijver van het mailoverzicht, een opstand slechts te voorkomen door overplaatsing van den resident en van die controlenrs, tegen wie de haat der bevolking zich gekeerd heeft. Aan een brief van een Europeaan uit de Minahassa, dd. 21 Juni jl. te Batavia ontvangen, ontleent hetzelfde blad de volgende zinsneden: »We verwachten elk oogenblik het bericht, dat de huizen der controlenrs hoven hun hoofden in brand zjjn gestoken. >'t Is vreeselyk zooals wjj Nederlanders hier gehaat raken. Vroeger werden we door alle inlanders bjj don weg begroet; thans mompelen zy vorwonschingon in het voorbijgaan". Engeland. De rekening van verkiezings-ODkosten, door Glad stone aan zyn agent in Midlothian betaald, bedraagt 780 pd. st., behalve de 150 pd. st., die de «returning officer" (de ambtenaar die de verkiezing regelt en als voorzitter van het stembureau fungeert) hem reeds in rekening bracht. Toch was de verkiezing dos II.tf. Gladstone nog niet de dnnrste. Er zyn parlementsleden, die voor hun zetel meer dan 1000 en zelfs 1200 pd. st.. moeten betalen. In vroeger tyd klom deze som wel eens tot vier en zelfs zes duizend pond, maar sedert, elk gekozen lid en ook zyn niet geslaagde tegen- candidaat verplicht zyn een opgave te doen van hetgeen hnn werd in rekening gebracht en wat zy uitgaven tot voorbereiding hunner verkiezing, zjjn deze sommen zeer verminderd. Men weet dat 1 pd. st. 12 is. Het Engelsche oorlogschip «Foudroyant", dat in menig zeeslag onder admiraal Nelson als admiraal schip heeft dienst gedaan en meer dan 100 jaren telt, is eindeljjk overgegaan in de handen eens sloopeis. Het tegenwoordig te Plymouth liggende vaartuig, eon vjjfdekker, dat 507a voet breed is, een diepgang heeft van 217s voet, en in zyn glorieryke dagen met 180 kanonnen bewapend was, is overgegaan in handen van een ondernemer te Stettin, voor 80,000 mark, en zal binnenkort naar Swinemunde worden gesleept om aldaar te worden gesloopt. Aan boord van de »Foudroyant" streed Nelson in het jaar 1793 voor Napels tegen de Franschen en nam dit oorlogschip ook deel aan de verovering van de Fransche linieschepen »Genereux" en sGuillauuie Teil". De kosten van sloopen, waarvoor wellicht een jaar noodig zal zijn, zullen zeker nogal helangryk zyn. Londen, 11 Aug. De door Aequith gestelde motie van wantrouwen in het Kabinet-Salisbnry werd heden nacht in het Lagerhuis met 350 tegen 310 stommen aangenomen. De zitting is tot a.s. Donderdag verdaagd. Frankrijk. In Frankryk wordt over de herbenoeming van Cavnot als president drnk geschreven. In de Figaro zegt Magnard, naar aanleiding daarvan, dat een President onnoodig is, dat zyn rechten slechts illusoir zjjn, dat zyn veto eigenljjk niet bestaat, dat de voorzitter van den Ministerraad heel goed de functies van don President zou kunnen vervullen, of dat men jaarljjks, evenals in Zwitserland, een matig bezoldigd President zou kunnen aanstellen. Wil men echter de tegenwoordige instelling handhaven, dan is er geen reden om Carnot niet te herkiezen. Duitschland. Dinsdag voormiddag ten 874 ure heeft te Coblenz eene aardschudding plaats gehad, die eenige seconden duurde en in de richting van noordwest naar zuidoost, liep. Men had den indruk zoo meldt de Coblentser Zeitung alsof er onder den grond eene geweldige uitbarsting was ontstaan. De schok, gepaard met een dof geluid als van een rollenden donderslag, bracht JJit het Duitsch. II. „Mama, ik zoude u aanraden 0111 op het dek te komen", zeide de Luitenant von Darneck, de hut zijner moeder binnentredend, „het is er zonnig en frisch, en gedurende de morgenuren is men het best, boven". Haar met kinderlijke bezorgdheid in bet vriendelijke gelaat ziende, vervolgt hij hartelijk: „Gij hebt heden nacht immers goed gerust?" „O ja, uitstekend, en ik gevoel mij zeer wel". Met een dankbaren glimlach steekt zij den jongen man hare hand toe, die deze aan zijne lippen brengt. Die hand is edel van vorm, en van een bijna doorzichtige blankheid, eene hand, waarvan men zegt, dat er eene ziel in ligt., en die van veel en stilzwijgend geleden smart getuigt. Het is eene hand, zooals wij die bij eene Mater Dolorosa van Fran ei a of van Raphael aantreffen, en Miss Lilly had nog niet zoo verkeerd gezien, toen zij beweerde, dat Mevrouw Ewald haar aan eene Madonna deed denken. „Op het dek kunt gij kennis maken met onzen schipbreukeling van gister avond, mama", zeide de Luitenant, toen hij zijne mooder naar boven geleidde. „Daarginder zit de arme kerel op een hoop touwwerk, hij is nog zeer afgemat, en al de dames aan boord maken hem tot het voorwerp barer deelnemende nieuwsgierigheid. Maar hoe kan het anders? De knappe vreemdeling, die onder zulke romantische omstandigheden in ons midden is ver schenen, moet aller sympathie opwekken, en een liefdadigheids-bazar onder de directie van Miss Lilly zou een even verrukkelijke als ongewone afleiding zijn gedurende den overtocht". „Ik gun den armen man van harte eenige ondersteuning", antwoordde Mevrouw Ewald; „hoe droevig dat dc redding te laat kwam voor zijn makker". Al sprekende hadden moeder en zoon de ijzeren wenteltrap beklommen, en stonden thans voor de groote met fraai snijwerk versierde glazen deur, die toegang tot het achterdek verleende. Yoor hunne oogen strekte de blauwe zee zich onmetelijk ver uit, terwijl de heldere zonnestralen zich in de dansende golven weerkaatsten. Op het dek had zich een groep van dames en heeren gevormd, in wier midden, den rug naar de glazen deur gekeerd, de belangwekkende vreemdeling, die eenigszins met zijn figuur verlegen scheen, terneder/at.. De beide Franyaises, die den vorigen avond het liederalbum voor Luitenant von Darneck hadden gezocht, overlaadden thans den jongen matroos met hare naïeve vragen, terwijl een Bra- zilianer naast haar heeft plaats genomen met een aanteekeningboek op de knieën en een potlood in de hand met het kennelijk voornemen om een schets van den armen man te maken. Deze heeft het voor het oogenblik druk genoeg om al de belangstellende vragen te beantwoorden, die hem als uit één mond gedaan worden door een donkeroogige plantersweduwe uit Veraz-Cruz en door de muzikale Engelsche Gouvernante, terwijl hij terzelfder tijd een scherp verhoor moet onder gaan van een Duitschcn marine-schrijver, van wien booze tongen verhalen, dat hij zijn leven doorbrengt met het varen van Bremen naar Rio-Janeiro en terug, ten einde aan boord der Atlantische stoom schepen stof op te doen voor zijne romans. Tegenover liet voorwerp der algemeene belang stelling heeft. Miss Lilly een plaatsje gevonden op den rand der verschansing, waar zij zich rustig in evenwicht weet te houden, haar bont terwijl Japansch zonnescherm, dat grillige kleuren op haar licht morgengewaad werpt, als balanceerstok dienst doet. „Knappe jongen, maar geweldig uitgeput", zegt zij met bekoorlijke vrijmoedigheid tot haar Grafelijke schaduw, „hij moet vreeselijk hebben geleden". //Ongelooflijk", merkt zijne Genade diepzinnig aan, terwijl hij een stofje wegblaast van zijn onberispelijk kostuum. ITet tweetal achter de glazen deur heeft eenige oogenblikken naar het tooneeltje op het dek staan kijken. „U ziet onze Samaritanen druk aan het werk, mama", zegt de Luitenant met een ondeugend lachje. „Die „knappe jongen" in hun midden is de schipbreukeling, die wij gister avond hebben opgevischt". Bij deze woorden licht hij de deurklink op, en de frische zeelucht waait hen verkwikkend tegen. Op dit oogenblik wendt de jonge matroos het hoofd om, Mevrouw Ewald wordt doodsbleek en klemt zich vast aan den arm van haar zoon. „Wat is er mama?" vraagt von Darneck bezorgd. Een zachte kreet ontsnapt aan hare lippen, en de arme schipbreukeling knielt reeds aan hare voeten en verbergt het gelaat in de plooien van haar kleed. „Moeder! Moeder! Mijne moeder!" Het gezelschap aan boord is buiten zich zelf van verbazing. „Ongelooflijk!" mompelt de Graaf. „Arme drommel!" fluistert Miss Lilly, //hij is dus een verloren zoon". Ja, hij was een verloren zoon, haar eigen zoon, die haar door eene wonderbare beschikking der Voorzienigheid, in de. armen was teruggevoerd, nadat het moederhart hem sedert jaren als een doode had beweend. Hij is haar zoon, en de passagiers van de „Martha" verdiepen zich in de meest gewaagde gissingen omtrent den samenhang van dit ernstig familie-drama, waarvan zij een klein gedeelte hebben bijgewoond. Na het aangrijpend weerzien tusschen moeder en zoon had men den uitgeputten jongen zeeman een hut aangewezen, die vlak naast het verblijf van Luitenant, von Darneck gelegen, en toevallig tot nu toe nog onbezet was gebleven. Dienzelfden dag had hij een hevige koorts gekregen, en zijn toestand boezemde groote bezorgdheid in aan zijne moeder en aan den scheepsdokter. Miss Lilly ziet door deze ongedachte gebeurtenis tot haar niet geringe teleurstelling bet schitterende plan voor een liefdadigheidsbazar in duigen vallen, en de sentimenteele Engelsche gouvernante ontlokt eiken avond aan de piano in het groote salon een aandoenlijk „long, long ago". Het weder blijft bij voortduring gunstig; zonder ongeval is de „Martha" de Kaap Verdische en Kanarische eilanden gepasseerd, en via Plymouth is men liet Kanaal van Dover ingestoomd, terwijl de altoos in nevelen gehulde kust van Oud-Engeland in de avondschemering verdwijnt. De wateren der Noordzee beuken de kiel van het reusachtige vaartuig, en de nacht breidt hare schaduwen uit over menschen en golven. Met eene kleine lamp in de hand, wier schijnsel zij met hare blanke vingers tracht te temperen> staat Mevrouw Ewald in de kleine hut voor het bed van haar teruggevonden zoon. Een uur geleden had de «dokter de verzekering gegeven, dat de koorts overwonnen en het gevaar was geweken. Door de houten wanden van het schip dringt het eentonig gestamp der machine dof door tot de hut, die van het verblijf van den Luitenant von Darneck slechts door een dik gordijn was gescheiden. Gedurende de ziekte had men de lastige tusschen- deur, die de beide hutten verbond, weggenomen, om daardoor de oppassing gemakkelijker te maken. In de groote kajuit hoort men zooals gewoonlijk op dit uur de weemoedige tonen van liet //long, long ago". Ja het is //lang, lang geleden", en in gedachten doorleeft Mevrouw Ewald nog eenmaal het verleden. In den geest bevindt zij zich weder op de bekende villa, haar buitenverblijf in het Mecklenburgsche, toen zij zich evenals thans voor de sponde van haar ziek kind heenboog, terwijl de nachtwind door de bladeren der beuken- en kastanjeboomen voor het geopende venster ruischte. Daar ligt hij neder voor haar, de zoon der smarte, even hulpeloos als destijds, en toch zoo geheel anders. De slapende rust met het hoofd op 'den ontblooten arm. Wat is die vermagerd! ITet eertijds zoo blozend gelaat is thans ingezonken en vervallen, en het komt haar voor, alsof de sporen van kommer en uitputting, die hun droevig stempel zoo diep in het jeugdig aangezicht hebben gegrift, niet alleen veroorzaakt zijn door het zware zeemansleven en de doorgestane ziekte. Zijn het de gevolgen van een losbandig bestaan Heeft het leven haar jongen, die zich in kinderlijken overmoed onvoorbereid in den maalstroom van de wereld heeft geworpen, geheel en al bedorven? „Neen, neen", roept de stem van haar hart, en een moederhart bedriegt zich niet licht, //hij mag lichtzinnig wezen, maar slecht en verdorven is hij niet". Het is meer dan zes jaar geleden sedert hij als knaap heimelijk liet ouderlijke huis verliet, met achterlating van eene opgewonden, jongensachtigen brief, waarin hij zijne moeder mededeelde, dat hij naar zee moest gaan, dat hij dien lust niet langer kon bedwingen, en waarin hij haar smeekte hem dien stap te vergeven. VergevenEen moeder kan immers alles ver geven, al is het met een bloedend hart. De zestienjarige knaap had gebruik gemaakt van de drukte en verwarring van het verblijf zijner ouders te Hamburg, dat aan hun vertrek naar Brazilië voorafging, omzijnlanggekoesterdenwensc.il te bevredigen. Als een bangen droom herinnert Mevrouw Ewald zich dien inoeielijken tijd, toen haar tweede man door het bankroet van een aanzienlijk handelshuis het grootste gedeelte van zijn vermogen had ver loren, en na den verkoop zijner vaste goederen door emigratie zijn verloren fortuin hoopte te herwinnen. Alle nasporingen, destijds in het werk gesteld om den weggeloopen zoon terug te vinden, waren vruchteloos gebleven, en de jonge vluchteling scheen te denken dat zijne moeder na haar tweede huwelijk geen verlangen meer naar hem zou gevoelen, Dat tweede huwelijk! De bloedverwanten van den Overste von Darneck konden dezen alles zins gewettigden stap nooit aan zijne weduwe vergeven, en het was aan hun invloed te wijlen, dat haar oudste zoon Richard, die zijn opleiding aan de Cadettenschool ontving, en de toekomstige Majoraatsheer der gezamenlijke Darbecksche be zittingen was, een hoogst vijandige houding tegenover zijn stiefvader aannam. Mevrouw Ewald wist, dat zij haar oudsten zoon, met het oog op diens aan staanden loopbaan, in liet vaderland moest achter laten, maar dat zijn vijftienjarige broeder, haar lieveling Werner,- haar ook zou worden ontnomen, dat trof haar in de ziel. Nooit was zij dit verdriet te boven gekomen, en het had haar aan bet hart geknaagd al de jaren, die zij met haar echtgenoot in Amerika had doorgebracht. Nu ongeveer drie maanden geleden was zij voor de tweede maal weduwe geworden. Een nieuwe groote smart, die de zwaarbeproefde vrouw het voornemen depd opvatten om naar het Duitsche vaderland b rug te keeren. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1