Middelburg, Zierikzee v.v.
TUSSCHEN VEEUEN v.v.
Schipper A. v. d. 1IUCHT,
Nieuw wielryderslied.
Wat is 't heerlyk op 't wielrad langs 't eenzame veld
Als geen
stoornis
de kalmte
u ontrooft
Maar 't genoegen is weg als je stuit op een steen
En je komt
ooz
uebjs o*
do
•pjooq ef
Dit voorbeeld vinde navolging! Door een rustend Zuid-
Bevelandsch landbouwer werd bij gelegenheid van een der
laatste dorpskermissen aan elk van zijn 13 kinderen twee
duizend gulden als kermisgeld geschonken. Daar waren zij
beter raeê als met andere moppen. Nu gaan we van de
eene kermis naar de andere. Sinjeur te Baarveld heeft het
met de kermis beter overlegd dan verleden jaar, want toen
is hij uit geweest met een jonge meid en het is slecht uit
gekomen; daarom heeft hij nu kermis gehouden met eene
getrouwde vrouw. Mocht het nu weer verkeerd uitloopen
dan heeft hij het niet op zijn neefje te schuiven, wat toch
door nietnand wordt geloofd dan door zijn moeder, die hij
nog al veel met leugens wijs kan maken.
Dus meisjes wacht u voor dien klant,
Want hij is listig en galant
Om maar zijn zin te krijgen.
En als je maar wilt zwijgen
Geeft hij u wel een goede looi,
Maar 't staat hem toch volstrekt niet mooi,
Om voor zijn lusten en genot
Er and'ren aan te wagen,
En naar zoo iets te jagen.
Het was dus beter dat hij wat
Voor Jane en Dir.a over had.
Te Wissendorp wordt Kaatje van den timmerman
beleefd verzocht haar mondje wat dicht te houden van
twee jongens waar niets van te zeggen valt. Een werk
vrouw te B., wonende naast een kastelein, moest zooveel
verbeelding niet van zich hebben, daar zij wel een te groote
mond heeft. Koos te St. moest niet zooveel laster uit
strooien, want van haar aanstaanden neef Marien valt
waarlijk niets te zeggen; bovendien past het niet voor een
boerendochter, die zich zoo groot wil voordoen en aan
Jantje heeft ze bepaald genoeg. Haar vriendin wordt in haar
eigen belang aangeraden zooveel omgang niet met haar
te hebben.
Dus Koosje met uw grof gezicht,
Houdt voortaan uw mondje dicht,
Want ieder die U kent en ziet
Zegt Koosje ik begeer u niet.
De schijnheilige Izak van St.-M. wordt dringend gewaar
schuwd ziju vrouw wat meer binnen te houden, in plaats
van op laster en leugentaal uit te laten gaan. Het was
beter dat zij haar huishouden niet zoo boven haar stand
oppronkte.
Brieven uit Oost-Indië.
De voeding bestaat uit maïs (djagong), schildpad, visch,
cocosnoot, pisang en groenten, wat in tegenstelling van de
Key-bewoners, steeds met zout bereid woidt, waaraan het
misschien is toe te schrijven, dat huidziekten bij eerst-
genoeraden, talrijk bij de laatsten niet voorkomen. Het zout
wordt bèreid uit zeewater, wat zij in de zon laten ver
dampen en daarna zuiveren.
Rooken zag ik niemand doen, doch daarentegen waren de
meesten voorzien van een pruim sirik of tabak, wat zicht
baar tusschen de lippen gedragen wordtik zou echter niet
durven beweren, dat er niet gerookt wordt, er was althans
een onder hen, die mij wat te rooken vraagde.
Hun regeeringsvorm is zuiver constitutioneel, de Radjah
regeert, bijgestaan door een Kamer, die onder de aan
zienlijken belmoren en door de stemgerechtigden gekozen
worden. De troon is erfelijk, doch het komt ook voor, dat
er na het overladen van een vorst, iemand door de Kamer
uit een ander geslacht benoemd wordt, welke benoeming
door den resident wordt bekrachtigd. De huwelyken worden
na toestemming van betrokken partyen voltrokken, door het
betalen van geschenken, welke soms een waarde hebben van
f 2000, aan de moeder der bruid, doch ceremoniën hebben
daarbij niet plaats. De jonggetrouwden komen weer bij de
ouders van het meisje inwonen, waardoor de arbeidskrachten
in dat huisgezin toenemen, zoodat zij, die dochters bezitten,
rijker zijn dan de bezitters van zoons. Nooit komt het echter
voor, dat iemand van minder stand huwt met een aan
zienlijk meisje, want heeft men opgemerkt, dat er eenige
liaison op die manier bestaat, wordt de verliefde jongeling
eenvoudig onthoofd, waarvan hij soms te redden is, als bij
bijv. in bizondere gunst staat bij een der raadsleden, of de
Radjah, in welk geval hij er met een aanzienlijke boete
afkomt, mits hij zweert nimmer meer pogingen in het werk
te zullen stellen zyn geliefde te naderen, terwijl bij meineed
zijn ondergang zeker is.
Indien er overspel gepleegd wordt, betaalt de bedrijver
een boete aan de beleedigde echtgenoot, wat bij weigering
wordt weggehaald, waarmede gewoonlijk het geschil is op
gelost.
Geld is bij hun totaal onbekend, en zij hechten er ook
niet de minste waarde aan. De handel bestaat in ruilen,
waarbij rnen veel ontvangt, voor hetgeen zij gaarne hebben,
wat echter moeielijk is uit te maken.
Zoo gaf men voor een oude uniformknoop 4 cocosnooten,
en toen ik dezelfde persoon uit aardigheid een nikkel horloge
presenteerde, bood hij mij daar 3 cocosnooten voor, wat ik
natuurlijk weigerde, wat hem blijkbaar aangenaam was;
zoo werd ik onder andere eigenaar van een boog met pijlen,
waaraan stalen punten, voor een oude, voor ons onbruik
bare vyl.
Toen ik bij een andere gelegenheid naar hun stond te
kyken, wezen zij op mijn jas en boden daar verschillende
artikelen voor aan, doch denkende, dat mijn horloge met
ketting hun oog bekoorde, toonde ik die voorwerpen, wat
in hooge mate hun verontwaardiging opwekte, terwijl zij
de goederen later ruilden voor een oud matrozen baadje.
Het is anders een vermakelijk gezicht, die lui met kleeding-
stukken te zien omspringentoen o. a. een der matrozen
een oud werkhemd gaf, werd er bijna raad belegd, op hoe
manier, dat aan te trekken zou zijn, want voor een gedeelte
dichtgenaaid zijnde, kon het natuurlyk niet als een jas
worden behandeld; groot was dan ook de vreugde, toen er
een op het idee kwam, het eerst over het hoofd te werpen
en daarna de armen in te steken, terwyl de gelukkige
bezitter zyn vreugde te kennen gaf, door verschillende ges
ticulaties, die hoofdzakelijk beteekenden, dat men ook hier
met ontvangen bizonder veel opheeft.
Men besloot derhalve hem totaal te kleeden en ook een
broek werd zijn deel, doch in minder dan geen tijd had hij
die met een natuurlijke bevalligheid om het hoofd geslingerd,
wat, zooals men begrijpt, in hooge mate de lachlust opwekte.
Van Sera stoomden wij naar Adout, wat wij echter later
weer zouden bezoeken en de nacht daarop werd koers
gezet naar Oli-liet, waar men zich schuldig gemaakt had
aan verzet tegen de Nederlandsche macht, beleediging van
de regeerende personen en het vermoorden van inwoners
van andere kampongs.
Op Zondag morgen naderden wij de kust by Oli-liet, dat
vandaag zou gestraft worden voor zijn verzet.
De kuil en dekbatterij werd bemand, de ammunitie was
voorhanden en langzaam stoomden wij voort, met de voor
steven naar den wal, ten einde zoo weinig mogelyk zicht op
het schip te geven. Men had namelijk hoop, dat men ons,
omdat de schepen van de Indische Militaire Marine allen
wit zijn en »H. M. Emma" zwart, niet als oorlogsschip zou
herkennen en dus met een aantal prauwen naar boord zou
komen, waardoor zij dan natuurlyk gemakkelijk te gronde
gericht zouden hebben kunnen worden.
Het bleek echter, dat hun scherpzinnigheid zich verder
uitstrekte, want wel vertoonde er zich een hoop volk op den
wal, maar niemand waagde zich in een vaartuig.
By het vallen van het eerste schot, met een snelvuur
kanon op een afstand van 2000 M. gericht, bleven zy ook
bedaard kijken, omdat die kogel te water kwam, doch by
het 2e schot, wat het strand bereikte, achtte men het blijk
baar raadzaam een weinig op zijde te gaan, wat echter
overging in een overhaaste vlucht, toen het battery-vuur
geopend werd.
Granaat op granaat vloog op den wal, een gat borende in
alles wat licht gebouwd was, om later by het ontmoeteu
vau grooten weerstand met donderend geraas in stukken te
springen en dood en verderf te verspreiden onder hen, die
in de nabijheid zijn. Na een overstelpend vuur van gewone
spring- en brandgranaten, werd de landings-divisie gereed
gemaakt, de sloepen bemand, de stoomsloep gestreken en
het sloepgeschut op de sloepen geplaatst.
De stoomsloep, waarin o.a. ook mijn persoon zich bevond,
kwam vóór de sloepen, die in linie in de lengte aan elkaar
verbonden waren en voort ging bet walwaarts. Na '15
minuten stoomens kwamen wij onder Jen wal, de sloepen
kwamen in linil in de breedte en het sloepsgeschut werd
op den wal gericht, ten einde, zoo er soms tegenweer mocht
zijn, het landen te vergemakkelijken. Een kwatier daarna
stond de landings-divisie, onder bevel van den luitenant ter
zee 4e klasse Buitendijk op den wal en maakte men zich
gereed de kampong binnen te dringen.
Alhoewel er zich geen menschelijk wezen vertoonde,
werden alle voorzorgsmaatregelen in acht genomen tegen
een onverhoedschen aanval, terwyl liet sloepsgeschut bemand
bleef om de toenadering van vijanden te beletten, waartoe
blijkbaar niet veel lust bestond.
Een gedeelte van de landings divisie rukte nu de kam
pong binnen, die, zooals al deze negoryen, omringd was door
paalwerk met punten, dienende ter bescherming bij de
inlandsehe oorlogen en de brandstichters toegevoegd aan
de divisie, begonnen hun vernielingswerk.
Alles getuigde van een overhaaste vlucht en niemand
bevond zich meer ter plaatse, zoodat ook in de kampong
zeer spoedig de roode haan victorie kraaide. De vlam deelde
zich aan de belendende huizen mede en in een korten tijd
stond alles in lichter laaie.
Inmiddels was het water gewassen en kon ook de stoom
sloep het strand bereikenhet sein van verzamelen werd
geblazen en daarop rukte 3/,t van de divisie, die in 4 secties
verdeeld was, meer liet binnenland in, waar echter geen
levend wezen te bespeuren was, terwijl de vlam, die hoog
boven de boomen uitstak en zich daaraan mede deelde, de
plaats aanduidde waar rnen zich bevond.
Na een verblyl van 6 uur werd er embarkeeren geblazen
en alles naderde het strand, de een met een varken, tie
ander met een bok, weer een derde met kippen, afgods
beelden, haar van gesnelde koppen enz.
Nadat alles in de sloepen geladen was, werd er met
omzichtigheid geëmbarkeerd, omdat men dien tijd dikwijls
benut tot het doen van een aanval, wat nu echter niet
gebeurde en 20 minuten daarna waren wij weer aan boord
terug, niets achterlatende dan half verbrande prauwen en
rookende overblijfselen van een groote kampong, als Ceeken
van de Nederlandsche macht en als waarschuwend voor
beeld voor de overige bevolking van de Tenimber- Eilanden.
Den daaropvolgenden dag zetten wij weer koers, naar
Adout, terwyl wij ook Namataboeng zouden bezoeken, die
onderling in oneenigheid leefden, wat de handel dergenen,
die hierop varen belet en den bloei van dit land tegenhoudt.
Op welke manier dit in liet reine gebracht werd, hoop
ik u de volgende maal te melden, waardoor ik ook weer in
de gelegenheid zal zyn, eenige eigenaardige gebruiken mede
te deelen, bij dit volk in zwang. J. T. C.
Inge/ouden StuUliou.
Zierikzee, 21 Juli 1892.
Mynheer de Redacteur 1
Ter voorkoming van verder misverstand, acht ik iuy
geroepen in uw blad mede te deeleu, dat door den
Commissaris van Politie namens den heer Burgemeester
alhier aan het Muziekgezelschap i Knust en Eer" ver
gunning was verleend om 11. Maandag avond na
aankomst der Zierikzeesche Stoomboot met muziek door
de stad te marcheeren, doch dat daarvan wegens do
duisternis, die het lezen der muziek bemoeilijkte, geen
gebruik kon worden gemaakt. Van een verbod ot be
letsel in deze vanwege de overheid, ie geen sprake
geweest.
Met de opneming dezer regelen zult U verplichten,
Uw Dienaar,
D. H. EZERMAN,
Muziekdirecteur.
(Wij nemen bovenstaand stukje op verzoek van den ge-
achten inzender op, doch blijven bij onze meening
dat het veel beter ware geweest, deze zaak (die toch
bijna vergeten is) te laten rusten. Men moet niet te
veel roeren in een pot met brij). Red.
De notulen van het verhandelde in de vorige ver
gadering voorgelezen en goedgekeurd zjjnde, doet de
Voorzitter mededeeling
lo. dat zyn ingekomen:
a. een brief van Gedep. Staten, houdende toezending
van een exemplaar van het door hen goedgekeurd
raadsbesluit tot wijziging der gemeente-begrooting
voor 1892;
b. een sohrjjven van den heer M. Boogaart, houdende
keunisgeving, dat by zjjne benoeming tot lid der
Commissie voor het fonds van den gewapenden dienst
in de Nederlanden, aanneemt;
2o. dat het exercitieterrein achter de Kleine Kerk
als bleekveld voor een jaar, den 27 Juni 1.1., in het
openbaar is verhuurd aan den heer D. Mulder, voor 31
3°. dat de tienden der gemeente over den oogst
van dit jaar, mot op- en blokgeld hebben opgebracht
1868,55, zjjnde een hooger bedrag dan de raming.
Deze mededoelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
By monde van den heer de Crane wordt namens de
daartoe benoemde Commissie verslag uitgebracht
omtrent do in bare haudou gestelde rekening van het
Harmonie-Gezelschap Kunst en Eer" over 1891.
Overeenkomstig het advies dier Commissie wordt
die rekening goedgekeurd iu ontvang op 590,
in uilgaaf op 889,22
Meneer de Redacteur I
In den Nieuwsbode van nn Diesendag ok wee de
gemeinteraed8-zittinge van Wiskerke geleze, aoltied uiè
voo m'n eige, wan Koo is me de leste keer nie beval Ie,
'k ao werelik gedocht, dat ze van die griend weg wè
wat gepraet zou geworren doch misl d'r is dan
ontzettend weinig verandeld en 't eenigste di'k «m
lache most, was om die stoel, die ze aè nie wille geve
aan Witte, zoo 't schient.
Afeio, anders was 't verslag nie eel vee bezonders,
en as ik Witte was, zou 'k in zoo'n geval vee meer
schrieve, nie van de gemeinteraed, mè van andere
diengen, wan d'r is nog zoo vee te bepraeten.
Waerom dat 'n ok nie is praet of scbrieft over die
schouwienge van wegen en voetpaeden en waeter-
leidingen, om dat uot te leggen oe dat dat ier gaet,
is misschien ok wel is van belang voor Schonwenaera
of Tolenaers.
Je mot dan begriepe, dat 'r verecheie polders en
polderijes binne, die d'r in mee doeë om twimal in
't jaer de diekgraeven en gezworene rond te laete riejen,
waerom, dat weette ze misschien zelf nie mè. Zoo as
't eet worre dan de duiven en de wegen geschouwd,
mè eigelik is di niks van an, ze rieje eigelik mè om
ier en daer nn borreltje te drienken en 'k weet nie
beter of zelfs erme poldertjes, zoons de Sophia bij
voorbeeld, mot di naevenant jaerlyks nog un eel cenlje
an elpe betaele.
Zoo ak daereven zei, un doel cit zoo'n rietoer nie,,
wan ze rieje 'a ochtends ier om 10 ure van Betje van
daen en dan nae Geersdiek, bie de Vlieger un borreltje
en dan nae de Geersdieksche kaoje, a wee un borrel, i
dan nae 't Camperlandsche veer en bie Broekoven koflie
mie broodjes en dan gae de zes of zeven rietnugo nae
Wiskerke en dan jongens, jongens, dan je 't nog
maer eest, etenl jongens, zoo'n eten, eest soep, dan
vleie, dan nog is vleis miet de noodige groentes en
aerappels en dan wien, net zoovee as ze laste, nog
ramandels en van aoles ok voo un naedessertje, net op
z'n eers, za'fe ma zegge.
Noe zouwe sommige messen wè dienke, da'k de
besturen zoo'n rietoer misgunne, mè da's mis, 'k zie
aae zoovee kwaed nie in, of 't zou motte weze dat er
noe 'n roem an gegeve wordt, die 't er nie an oort,
bievoorbeeld, di zou kunnen gezeid worre, den zoo
veesten zulle de besturen van de polders is rond gerieje.
Nog zou 'k niks gezeid of gosobieven memoe oor
ik, dit as de besturen van de verschillende polders
motte vergaedere om werkelik zaeken te doen, dat 'r in
die vergaedariengen, waer anders un broodje en un
glas wien wtZelik nie weggegooid was, mè wedegelik
un behoefte was, noe word algeschaft, omdat de polders
't nie mi kunne dr&ege. En daerom zeg ik, waerom die
rietoere nie wat bekort en de beboeiten, die op de
vergaederiengen toch wezelik voo vaiol weuiende uu
behoefte is, nie gelaete zooas 'twaa?
Waerom zet je dat ok zo nie is in de bode Witte,
't bin diengen die ielk wete mag en misschien gae ze
laeler d'r wè toe over om te doen zooas goed is.
Koa eit A zoo lange pruukig op me zitte kieke en
eindelienge vraegt ze, wat ol 'k locb zo zitte to schrieven,
aol dat geschrief eit niks te beteikenen, zeit ze, laet
dat mer over an Wit Age, mer un boer mot nae z'n
land kieke. 'k Zegge, wuuf, zwiegt asjeblieft, Witte
doet et nie, ie za d'r zeker nie om dienke en zegge
durf ik 't nie tegen z'n, wan as dat in 'tbreejekwam
zouwe me d'r misschien naedeel van asse we moBte
inpachte. Di gaf m'n wuuf me geliek in en noe schei
ik 'r uut toe laeter, as 't er wee is wat te zeggen is
dat Witte vergeet.
PIER.
GEMEENTERAAD VAN ZIERIKZEE.
Zierilrzee, 22 Juli. In de heden namiddag
gehouden vergadering van den gemeenteraad, gepresi
deerd door den Burgemeester, den heer Cb. W. Vermeys,
waren afwezig de heeren Houwer, als zynde buiten de
gemeente, en Franse wegens ambtsbezigheden, beiden
met kennisgeving.
De heer de Clercq kwam by de behandeling van het
laatste punt ter vergadering. (L vacature.)
en niet een nadeelig saldo van229,22
Op voorstel van Bnrgem. en Weth. wordt naar
aanleiding van ingekomen kennisgevingen, wegens ver
trek uit de gemeente, alschrjjving van hoofdelyken
omslag over 1892, verleend aan: F. C. de Roo voor
ƒ7,423, Mr. P. Josseling de Jong voor 39,37s, P. H. A.
vau der Plaat voor 13,50, P. K. de Graaf voor
7 20 en L. J. Gaillard voor 1,80.
Een verzoekschrift van den heer P. Way, om
afsohryving van hoofdeljjkeu omslag ten behoevo der
elders gevestigde erfgenamen van L. Boot, op 11
Januari II. alhier overleden, wordt ter zjjcle gelegd,
als zjjnde op ongezegeld papier gesteld.
Met algemeene stemmen worden zonder beraad
slaging aangenomen: 1°. een voorstel van Bnrgem. en
Weth., om de jaarwedde van de te benoemen onder
wijzeres aan school A to bepalen op 550, daar
ondanks herhaalde oproeping op 500, geen sollici
tanten zjjn opgekomen. Op eene jaarwedde van 550
hebben zich geschikte sollicitanten aangemeld;
2". een voorstel van Burgem. eu Weth., naar aan
leiding van een ingekomen verzoekschrift van M. Bak
ker Gz, pachter der visscherjj in de Brakke Gracht,
om de pacht dier visscherjj van 3G tot op 25 te
verminderen, wegens het plaatsen vau vaste dammen
in die gracht, waardoor de opbrengst der visscherjj
aanmerkeljjk is verminderd.
De Voorzitter legt over, de door den gemeente
ontvanger ingezonden rekening wegens de inkomsten
en uitgaven dor gemeente over 1891 met de bjjlagen,
de verantwoording van Bnrgem. en Weth. en een
concept-besluit tot voorloopige vaststelling der rekening.
Als loden der commissie voor het onderzoek dier
rekening, bljjft dit jaar nog aaD, de heer van den
Bout, terwjjl als leden nog worden benoemd de H.H.
Rüsll en Franse, de eerste ter vervanging van den
heer Zuurdeeg, de laatste ter voorziening in de gewone
aftreding van een lid.
Ter visie van de ledon wordt gelegd, om iu eene
volgende vergadering te worden behandeld, het van
den heer Vervoorn te Rotterdam ingekomen plan,
omtrent den aanleg van het gedempte gedeelte der
Oude Haven.
Op voorstel van Burgem. en Weth. wordt op daartoe
gedaan verzoek, eervol ontslag verleend aan den beer
Dr. B. G. L. van der Meulen, als leeraar in de Scbt-i
kunde aan de Hoogere Burgerschool en Burgeravond
school, doch zulks met ingang vau 1 Augustus a.s. en
niet van 1 Sept. zooals adiessant verzoekt, daar kjj
slechts Ijjdeljjk leeraar iB en hem dus len allon tjjiie
onlslng kan worden gegeven. Burgem. en Wetb. achteo
het niet geweuBcht beur nog geduiende den vueantie-
tyd tractement uit te betalen en ook uit een oogpunt
van billjjkheid onnoodig.
De Voorzitter stolt den ingekomen geloofsbrief en
de daarby behoorendo stukken, van den heer Mr.
A. N. Biron de Vos van Steenwjjk, verkozen lid van
den Riad, in handen van de heeren van dor Vliet,
van den Bout en Röall, tot onderzoek en verslag en
schorst daartoe de vergadering.
De vergadering heropend zjjnde, brengt de G'oinmiasio
bjj monde van den heer van der Vliet verslag uit van
haar ondeizoek, mit advies den gekozene als lid van
den Raad toe te laten.
Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelyke stem
ming besloten.
De Voorzitter brengt ter tafel, eene voordracht van
Burgem. en Weth., ter benoeming eener onderwijzeres
aan school A, waarop zjjn geplaatst de dames: lo. P.
W. Keors te Hazerswoude; 2o. C. M. Brouwer te
Leeuwarden3o. J. Ridder te Kruinicgen.
Tot de benoeming overgegaan zjjnde, wordt mot
8 stemmen benoemd, Mej. Keeis. Mej. Ridder verkreeg
1 stem. De benoeming zal ingaan den 15 Augustus a b.
Op de aan den heer Commissaris der Koningin in
te zenden Ijjat van personen, die in aanmerking bunnen
komen om te worden benoemd tot zetters voor 's RjjkB
directe belastingen, ter voorziening in de plaatsen open
te vallen door de periodieke aftreding op 31 Dec. a.s.
van twee leden, worden geplaatst de heeren G. A. de
Loozo en M. C. Mulocb Houwer (aftredende leden) en
de heeren J. Franse en F. C. van der Vliet.
Nog brengt de Voorzitter ter tafel, een schrilfeljjk
voorstel van den heer van den Bout, lid van den Raad,
om op het raadsbesluit van 4 Juni 1.1., betreffende de
afsluiting der brug buiten de Zuidhavenpoorfc, in zoover
terug te bomen, dat het aan landbouwers, die land
in den Zuidhoek bebouwen, vergund zal zyn, om ge
durende den oogst- en suikerbietentjjd met losse paarden
en ledige voertuigen over de brug te rjjden.
De heer van den Bout licht dit voorstel toe en wijst
daarbij op het groote ongerief, namelijk het aanzienlijke
tijdverlies, dat de afsluiting der brug aan de landbouwers
veroorzaakt. Mocht men van oordeel zijn, dat de aan
neming van zijn voorstel gevaar kon opleveren, dat de brug
ook met geladen wagens zou worden bereden, dan zou hij
daarop behoorlijk toezicht willen doen houden en uit de
gemeentekas daarvoor eene som van f 150 willen beschik
baar stellen.
De Voorzitter zegt, dat Burgem, en Weth. nog geen ge
legenheid hebben gehad dit lieden ingekomen voorstel rijpe
lijk te overwegen, doch dat bij hen twijfel is gerezen of
het wel -aangaat, aan sommigen het gebruik der brug toe
te staan, en dit aan anderen te verbieden. Hij noemt het
houden van toezicht, dat van het voorstel het noodzakelijk
gevolg zal zijn, een groot bezwaar en vraagt, of er geen
uitzicht bestaat, dat de belanghebbenden dit voor hunne
rekening willen nemen.
De heer Van den Bout moet hierop ontkennend ant
woorden en verdedigt nader zijn voorstel, waarbij de heer
de Looze, met een beroep op het gevoelen van den Ge
meentebouwmeester ten aanzien van den toestand der brug,
zich aansluit.
De heer Boeije erkent de bezwaren voor de landbouwers,
doch acht liet wenscfielijk liet voorstel, in afwachting van
het rapport van den heer Van der Vegt omtrent de hei-—-
stelling der brug, nog aan te houden.
De heer VV. A. Oclitman vraagt of de Raad, zonder on
billijk te zijn, wel aan sommigen kan toestaan van de brug
gebruik te maken en dit aan anderen beletten en betwijfelt
ook 's Raads bevoegdheid daartoe.
De heeren Fokker en Rüell verklaren zich tegen liet
voorstel, waardoor aan enkelen een gunst zou worden ver
leend en anderen uitgesloten.
De lieer Van der Vliet gevoelt dit bezwaar en stelt daar
om voor in liet algemeen verlof te geven om de brug met
ledige voertuigen en losse paarden te berijden.
Na nog eenige beraadslaging tusschen de heeren Fokker,
Boeije, Van den Bout, den Voorzitter en den lieer de Clercq,
welke laatste gedurende de behandeling dozer zaak ter ver
gadering kwam, wordt met algemeene stemmen aangenomen
het voorstel van den heer Boeije om de zaak nog aan te
houden.
Op eene vraag van den heer Van den Bout, die meende
dat door de aanbesteding veel tijd zou verloopen en van
den lieer de Clercq, gaf de Voorzitter te kennen, dat het
zijn bedoeling is, om, nadat het rapport van den heer Van
der Vegt omtrent de hei-stelling der brug met ijzer zal
zijn ingekomen, zoo spoedig mogelijk eene vergadering van
den Raad te beleggen.
Daarna doet de Voorzitter omvraag en daar niemand der
leden het woord verlangt, sluit hij de vergadering.
T E LEG RAMMEN.
*j5 Graveuliag;e, 22 Juli.
Tweede Kamer. De vermogensbelasting is aan»
genomen met 62 tegen 33 stemmen, alsmede de
vorhooging op het gedistilleerd met 51 tegen 44 at.
De overige belasting-ontwerpen zjjn goedgekeurd, ook
by het amendement verlaging zoutaccjjna tot 3.
Beooemd tot Notaris te Zierikzee de heer J.
Franse, candidaat- Notaris aldaar.
Breda, 22 Juli.
De oud-Minister van Bloemen Waandera is heden
alhier overleden.
Brussel, 22 Juli.
Bjj de uitreiking van het vaandel aan de jagers der
Garde Civique, drukte Z. M. den Koning den wensch
uit, dat de vrywillige korpsen in navolging van
Engeland zich zouden uitbreiden.
340" Staats-Loterij.
Collecten uit het 8e (listriet van '/.eeland»
4 e Klasse.
Prijzen van f 80.
1e L ij s t.
258 4735 1747 G7G0 8544 18454
2 e L ij s t.
1750 8502 8520 8528 18457
3 e L ij s t.
240 244 257 4732 1781 2G92 3979
398G 3994 3998 8509 8523 8525 19429
4 e L ij s t.
1715
MAKKTBERICIITEN.
Oostburg, 20 Juli. Ter Graanmarkt van lieden
was de aanvoer weder klein bij zeer weinig kooplust. De
beste monsters werden omtrent alsvoren betaald. Overige
qualiteiten lager.
Men besteedde lieden voor:
Jarige Tarwe f G,f 7,— a f 8,—
Jarige Rogge f G,f 0,25 a f 0,50
Jarige Wmtergerst 1 4,—, f 4,25 a f 4,00
Jarige Zomergerst f 3,50, f 3,75 a 1 3,90
Haver f 3,—, 1 3,25 a I 3,50
Paardenboonen f G,—f 0,25 a f 0,50
MRhlolburg, 24 Juli. Ter Graanmarkt van heden
was de aanvoer uit Walcheren weder gering en liet ge
passeerde in den handel van weinig beteekenis. In de
prijzen der Granen is geen verandering op te geven en ze
zijn als volgt:
Nieuwe Tarwe f 8,a f
Witteboonen f 7,50 a f
Bruineboonen f 8,50 a f
Paardenboonen f 6,75 a f
Versche Boter f 4,— a I 4,10 per kilo.
Eieren per 400 stuks f 3,40.
Goes, 49 Juli. Van Het vorige gewas werd alleen
Tarwe aangeboden en tot langzaam vorige prijzen verkocht.
Van Karwij- en Koolzaad werden enkele monsters ver
toond en als noteering verkocht.
Nieuwe Tarwe f 0,a f 7,50
Koolzaad f 8,75 a f
Kar wijzaad f 4025 a f
Versche Boter f 4,45 a f 4,20.
Eieren 1 3,— a f 3,20 per 400 stuks.
Ziin'ïlijesoo, 21 Juli. Het aanbod bestond groolen-
deels uit Tarwe, welke voor deze tijd van het jaar zeer
ruim aangeboden werd.
Daar er echter zoo goed als geen kooplust was bleef
bijna alles onverkocht.
Puike Nieuwe Tarwe f 7}a f 7,25
Mindere soort f 5,a y'_
f 5.50 a I c',—
Zomergerst f 3^0 a f 3,75
Puike Chevalier f 4,25 a f 4,50
Haver f 3,— a f 3,25
St. Maartensdijk, 21 Juli. Bij de heden ge
houden veemarkt alhier waren aangevoerd 40 stuks hoornvee
en 43 schapen. De handel was slap. Een schaap en twee
lammeren werden verkocht voor f 46,—, 2-jarige vaai-zen
werden verkocht voor 440,—, 3-jarige dito voor f 195,—.
Weekmarkt te Zierikzee, 24 Juli 4892.
Boterprijzen: De Boter is verkocht voor 50,
55 en 57'/^ Ct. de 5 Hectogram.
Kip-eieren: De Kip-eieren zijn verkocht voor
70, 75, 80 en 85 Ct. per 25 stuks.
STOOMBOOTDIE N8T
Middelburg eu Zierikzee.
•Juli 1SOS2.
TIJÜ VAN GREENWICH, (Sl'OORTIJD).
VAN MIDDELBURG
'smidd
4,30
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
smorg.
23 7,15
7,1
7,15
7,15
G,—
4,30
4,30
VAN ZIERIKZEE:
'smorg. 'smidd.
23 7,30 3,30
24 5,40
25 7,30
26 7,30
2G 11,30
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Dinsdag
6,—
3,30
Woensdag 27 7,15 4,30 Woensdag 27 7,30 3,30
Donderdag 28 7,15 4,30 Donderdag 28 7,30 3,30
Vrijdag 29 7,15 4,30 Vrijdag 29 7,30 3,30
Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij den
Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der Boot, (tijdig
voor do ochtendreizen op den voorafgaanden avond,
vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Cat-
sche veer, zal om een bijwagen zoo noodig naar Goe3
worden getelegrafeerd.
^es ®©ndags zullen IIKTOUR»
BIIJIüTTEIV worden afgegeven, geldig
voor de terugreis op denzelfden dag
le klasse f l,öO 2e klasse f X,
le klasse f 1,302e klasse f 0,80.
vertrekt Woensdag van ZIERIKZEE naar MID
DELBURG en des Vrjjdaif-iuimUldags vau
MIDDELBURG naar ZIERIKZEE.
ADVERTEIVTIEIM.
V Ondertrouwd
FRANS KOOPMAN
en
CORNELIA LKVINA GELUK.
Nieotverkekk, 21 Juli 1892.
Algemeene kennisgeving.