ZIKRIkZKCSCIIt: NIEUWSBODE.
Zaterdag 16 Juli 1892.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
RECLAMES.
1,25 Gld. de flacon.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 8182.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot <3
Maandags, "Woensdags en Yrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend.
15 regels 95 Cts. Elke regel meer X5 Cts.
Getuigschrift van een Machinist.
Het volgende attest toont het door honderden
lijders bekende geval aan, dat eene goede inwrijving
met SeRuahfl Olie» rhumatische pijnen op
somtijds zeer merkwaardige wijze verdrijft. Ten
einde eene volkomene genezing te bekomen moet
het bloed gezuiverd worden door een natuurlijk
en zeker werkend geneesmiddel, zooals Setguali's
Prairiebloeni. Dit wonderbare geneesmiddel
bevat geene vergiftige bestanddeelen en heeft een
door de gansche wereld bekende reputatie ver
worven, door de oogenblikkelijke genezing, welke
zij veroorzaakt. Het is van groot belang er op
te letten wanneer ge deze geneesmiddelen koopt,
dat de naam >SEQUAH" in het fleschje gegoten
is. De Heer P. J. COOLENARS, Machinist, wonende
te Rozendaal, verklaart dat hij twaalf maanden
aan Asthma geleden had. Hij kon des nachts niet
slapen en is te vergeefs onder behandeling van
verschillende Doctoren geweest. Mijn besten dank,
zoo schrijft hij, ben ik verschuldigd aan Sequah's
wonderbare geneesmiddelen, aan dewelke ik mijne
gansche herstelling te danken heb.
Indien deze geneesmiddelen bij Uwen Apotheker
niet verkrijgbaar zijn, schrijft aan:
Den Heer T. M. POLAK, Nieuwe Hoogstraat 28,
Amsterdam, Hoofd-Depöthouder en C. T. W. SNA-
BILIÉ, Steiger, Rotterdam.
De strijd tusschen vorst Bismarck en de Duitsche
regeering is thans een ander stadium ingetreden. Had
Caprivi reeds vroeger op een persoonlijke beschuldiging,
als zou hij vóór zijn optreden als Rijkskanselier reeds
lang een staatkundige loopbaan hebben gewenscht en
getracht deze te verkrijgen, geantwoord, thans heeft
hij het noodig geacht twee geheime stukken openbaar
te maken over de verhouding van de tegenwoordige
regeering tot den ex-kanselier. Het eerste dier ge-
publiceerde stukken is een schrijven van 23 Mei 1890,
drie maanden na den val van Bismarck, gezonden aan
de Duitsche en Pruisische legatiën en het buitenland.
Het luidt als volgt:
»Het zal u niet ontgaan zijn, dat tegenwoordig meer
malen de stemming en de beschouwingen van vorst
Bismarck, hertog van Lauenburg, door de pers openbaar
gemaakt worden. Ofschoon de regeering van Zijne
Majesteit, in de volste waardeering der onsterfelijke
verdiensten van den grooten staatsman, hierover zonder
bedenken kon zwijgen, zoolang deze uitlatingen zich
beperkten tot persoonlijke verhoudingen en binnen-
landsche politiek, moest zij zich toch, sedert ook de
buitenlandsche politiek daarbij betrokken werd, de vraag
stellen, of eene dergelijke reserve ook in het vervolg
zou zijn te rechtvaardigen en of zij niet in het buiten
land aanleiding zou kunnen geven tot onjuiste op
vattingen. Zijne Majesteit de Keizer is intusschen
overtuigd, dat óf weder eene rustiger stemming zal
intreden, óf dat de feitelijke waarde van het door de
pers medegedeelde mettertijd ook in het buitenland
steeds juister zal worden beoordeeld. Men behoefde
niet te vreezen, dat door de verspreiding van subjectieve,
meer of minder juist opgevatte, hier en daar onge
twijfeld opzettelijk vervalschte en door personen, wier
vijandschap tegen Duitschland bekend was, gedane
uitlatingen, een blijvend nadeel zou kunnen ontstaan.
Zijne Majesteit maakt onderscheid tusschen vorst
Bismarck in vroegeren tijd en thans, en wenschte
van de zijde der regeering alles vermeden te zien, wat
zou kunnen bijdragen om voor de Duitsche natie het
beeld van haren grootsten staatsman te verduisteren.
Terwijl ik u hiermede in kennis stel en u machtig, u,
wanneer het noodig mocht blijken, in dezen geest uit
te laten, voeg ik er gaarne aan toe, dat ik de hoop
koester, dat ook van de zijde der regeering, bij welke
gij geaccrediteerd zijt, aan de uitlatingen van de pers,
met betrekking tot de zienswijze van vorst Bismarck,
geen actueele waarde zal worden toegekend."
Het tweede document is eene dépêche, op 9 Juni ge
richt aan den Duitschen gezant te Weenen, Prins
Reusz. Het is van den volgenden inhoud: »Met het
oog op het aanstaande huwelijk van graaf Herbert
Bismarck te Weenen, heb ik de eer, na hierover met
Z. M. den Keizer te hebben geconfereerd, u mede te
deelen: ten opzichte van de geruchten over eene toe
nadering van vorst Bismarck tot Z. M. den Keizer
ontbreekt allereerst de onmisbare veronderstelling, dat
van de zijde van den gewezen rijkskanselier eene eerste
schrede zou zijn gedaan. De toenadering zou echter,
zelfs wanneer die schrede gedaan werd, nooit zoover
gaan, dat de openbare meening het recht verkreeg om
aan te nemen, dat vorst Bismarck weder eenigen invloed
op de leiding der zaken verkrijgen zou. Voor het
geval, dat de vorst of zijne familie zich met het huis
van Uwe Doorluchtigheid in betrekking zou willen
stellen, verzoek ik u, u te beperken tot het beantwoorden
der conventioneele vormen, maar u aan eene eventueele
uitnoodiging voor de bruiloft te onttrekken. Deze ge
dragslijn behoort ook te worden gevolgd door het
personeel der ambassade. Ik voeg hierbij, dat Z. M.
van het huwelijk geen notitie zal nemen. Aan Uwe
Doorluchtigheid wordt opgedragen, hiervan onmiddellijk
mededeeling te doen aan Graaf Kalnoky, in den vorm
die U het meest gepast voorkomt." Beide stukken zijn
onderteekend door den rijkskanselier von Caprivi. Het
blijkt dus te duidelijk, dat de Keizer den vroegeren
rijkskanselier sedert diens aftreden wil beschouwd zien
als een man, die noch in het tegenwoordige, noch in
de toekomst eenigen invloed meer mag of kan hebben
op politiek gebied en op den gang van zaken. Voor
Bismarck eene grievende beleediging, die velen hem
gaarne zouden hebben bespaard. Maar wie kaatst moet
den bal verwachten, en zonder twijfel heeft hij alles
wat gebeurd is, uitgelokt.
De nieuwe minister-president Trikoupes, heeft in de
Griebflche Kamer eene uitvoerige rede gehouden
tegen Delyannes, wiens onbekwaamheid de tusschen-
komst van den Koning noodzakelijk maakte en rechtv
vaardigde. De Minister verklaarde echter, dat de
financieele toestand wel ernstig was, maar geenszins
hopeloos. De regeering zal bezuinigingen aanbrengen
tot een bedrag van 7 millioen, door de getalsterkte
van het leger te verminderen en door het afschaffen
van onnoodige betrekkingen. Ook zal zij nieuwe be
lastingen heffen tot een bedrag van 40 millioen,
waarvan de Kamer echter reeds onder Delyannes vijf
millioen heeft ingewilligd. Men zal naar de middelen
zoeken om geleidelijk een gedwongen koers in te voeren.
Het overschot der begrooting zal 3 millioen bedragen.
De heer Trikoupes sprak de kwaadwillige geruchten
tegen omtrent den financieelen toestand van Griekenland
en verklaarde dat Griekenland om zijn eer en waar
digheid aan alle verplichtingen zal voldoen.
In Zweden en SToorwegen is het vrij rumoerig.
Men weet, dat de Noren eigen consuls vrageü en dat
de Kamer het wetsontwerp dienaangaande heeft aan
genomen, doch de Koning blijft er zich krachtig tegen
verzetten. Daarna werd een adres tot den Koning
gericht, waarin verzocht werd het ontslag, dat de
Ministers hadden gevraagd, niet aan te nemen en te
voldoen aan den wensch der Noren. Op dit adres werd
niet onmiddellijk geantwoord, maar thans is een
schrijven des Konings openbaar gemaakt, waarin hij
mededeelt niet te kunnen voldoen aan den wensch om
het besluit der Kamer goed te keuren eene afzonderlijke
consulaire vertegenwoordiging van Noorwegen en Zweden
acht hij onnoodig. Dientengevolge heerscht er groote
opgewondenheid. De bevolking verklaart zich krachtig
voor wijziging van bet bestaande stelsel en voor behoud
van het ministerie—Steen. Hoe dit zal afloopen valt
moeilijk te zeggen. Of de band tusschen Zweden en
Noorwegen nog lang zal duren is een open vraag. Meer
en meer komt de eisch van een onafhankelijk Noor
wegen op den voorgrond en vroeg of laat zal die eisch
moeten worden ingewilligd.
De verkiezingen in Engeland zijn nog steeds niet
geëindigd. Tot hiertoe winnen de Gladstonianen maar
zoolang de geheele verkiezing niet is afgeloopen, valt
niets met zekerheid te zeggen. (Zie telegram.)
Engeland.
Londen, 14 Juli. Tot dusver werden gekozen
228 conservatieven, 40 unionisten, 214 Gladstonianen,
7 Parnellieten en 42 anti-Parnellieten. De conserva
tieven wonnen 14, de unionisten 7, de Gladstonianen
65 zetels.
Oostenrijk.
Te Triest vond men deze week het ljjk van een
21-jarig meisje, dat bjj de te Tarjjn gehouden sohoon-
heidstentoonstelling een prjjs behaald had. Het bleek,
dat zij met 2 schoten en 7 messteken gedood was,
terwjjl haar gezicht met een steen, dien men bjj het
ljjk vond, geheel misvormd was.
Zwitserland.
De ramp in Savoio.
Omtrent de ramp, die de bad-etablissementen van Sint
Gervais in Savoie trof, worden nog de volgende bijzonder
heden medegedeeld. Het benedenstuk van den Bionnay-
gletscher raakte los van den Mont Blanc en stortte naar
beneden, het kleine dorpje van dien naam in zijn val
medeslepend. De massa's ijs en de bouwvallen van het
dorp vormden een oogenblik een dam, die het water tegen
hield, totdat dit met geweld deze hinderpaal verbrak en een
waterval gelijk in den bergstroom Bonn Nant, die lang St.
Gervais les Bains loopt, stroomde. De gorge, waarin het
bad-elablissement is gepluutst, is zeer nauwhet hotel be
staat uit vijf afzonderlijke gebouwen. Te kwart over twee
in den nacht werden de menschen in het hotel wakker
door den kletterenden stroom van het water. Tegelijk
blies er een orkaan door de gorge.
Dadelijk daarop kwam een watervloed met rotsstukken,
boomen en bouwvallen tegen het hotel aan. Van de vijf
gebouwen werden drie geheel vernield, een ander bijna
verwoest, terwijl het vijfde bleef staan. Zich een weg
banend door de vallei verwoestte de stroom nu het dorp Le
Fayet. De overblijfselen der huizen werden uren ver door
den stroom medegesleept. Gendarmen waren op geregelde
afstanden van de rivier de Arve bezig de lijken op te
visschen, die het water medevoerde.
Het moet thans vastgesteld zijn dat 440 personen bij
deze ramp het leven verloren. Alle verongelukten waren in
een vreeselijken toestand, sommigen zonder hoofd, anderen
zonder armen of beenen. Er wordt voortdurend naar de
vermisten gezocht, want Woensdag waren nog slechts de
helft der verongelukten gevonden. De inwoners der om
liggende plaatsen kwamen dadelijk toegesneld om te helpen
redden.
De meeste slachtoffers moeten door het water in hun
slaap zijn verrast en zoo door den vloed zijn medegesleept.
Slechts 9 van de 54 geëmployeerden van de badinrichting
werden gered. In het hospitaal te Sallanches liggen 45
lijken, die niet meer herkenbaar zijn. Zjj werden allen uit
de Arve opgevischt, vreeselijk verminkt en bijna geheel
naakt.
Vijftien badgasten hadden hun redding te danken aan
de kloekheid van geest van den baddokter. Zoodra hij het
water hoorde, wekte hij de gasten in de omgeving van zijn
kamer en liet hen door een venster ontvluchten naar een
plaats, waar zij in veiligheid waren. De kappers van het hotel
impróviseerden een brug, waarover twintig personen naar
een veilige plaats ontkwamen.
De badgasten waren voor het meerendeel Zwitsers en
Franschen. Tragisch is het lot van een Deen, die na
onverlet gebleven te zijn bij de ramp, Zaterdag op den
Mont Bianc op het meer van Genève, te St. Gervais eën
der eerste slachtoffers was.
Het zal nog dagen duren alvorens alle lijken uit de rivier
zijn opgevischt.
In het dorp Le Fayet werd een huis 500 M. door het
water medegesleept toen het in hèt slijk bleef steken. Het
dak en de eerste verdieping waren slechts nog zichtbaar.
Een vrouw, die het huis bewoonde, werd daarbinnen onge
deerd teruggevonden, maar slechts met moeite gered, daar
het huis altijd dieper in het slijk zakte.
Een achttienjarige jongman uit Sallanches, die juist den
vorigen dag in de badinrichting in dienst was getreden,
werd opgenomen en kwam van de hoogte van twee ver
diepingen neer op een plaats, waar hij zich in gezelschap
zag van den kameraad, waarmede hij op dezelfde kamer sliep.
Een jong meisje werd gered, na drie uur in het slijk te
hebben gelegen.
Er bestaat vrees, dat er nog meer van den gletscher
naar beneden zal komen. Het dorp Houches aan den oever
der Arve wordt bedreigd. Gidsen uit Chamounix zijn naar
den gletscher gezonden om een onderzoek in te stellen. De
uitslag daarvan was nog niet bekend.
Duitschland.
Een Duitsch blad beweert dat thans de grootste os te
Muhlendorf te zien is. De bierbrouwer Koibl aldaar
kocht in Tyrol een vjjf-jarigen os, Pins-gauer-slag,
lichtrood gevlekt, voor f 1000. Deze os weegt 1625 kilo
en is 2 M. 8 cM. hoog. De lengte van den kop tot het
begin van den staart bedraagt 3 M. 90 cM., de breedte
van den rug van het eene been tot het andere, 1 M.,
zjjn lichaamsomvang 3 M. 20 cM. Zjjn voormalige
eigenaar loofde een Bom van 1000 uit aan dengene,
die in staat waB, een exemplaar van geljjke zwaarte
te toonen. Niemand heeft zich echter aangemeld.
Uit Mannheim wordt gemeld, dat uit de Neckar
zjjn opgehaald de ljjken van een oppassend arbeider,
Koenraad Eick en een dienstmeisje, Elisabeth Kaffen-
berger. Beiden hadden met elkander liefdesbetrekkingen
aangeknoopt en zouden weldra gaan huwen, toen
Koenraad Eick opgeroepen werd om in 's lands dienst
te treden.
België.
Eene manifestatie, zooals er wellicht weinige gezien
werden, zegt het Antwerpensche Ilandelsbl., heeft te
Antwerpen plaats gehad.
Op het Scheldeken, in het koffiemagazjjn van Yan
A., werken ongeveer 250 koffieraapsters, onder het
toezicht van zekere vrouw G. uit de Ridderstraat,
bjj genaamd Filleken. Die vrouw wint haar vast week
loon en heeft daarenboven elke week nog tien centiemen
per raapster, om haar dageljjks een kom koffie te bezorgen.
Na was er om geldzaken twist ontstaan tnsschen
Filleken en een werkster, die den schoonen bjjnaam
heeft van Mie de Slons.
De andere raapsters spanden natnurljjk één ljjntje
met de laatste en de twiBt liep zoo hoog, dat Filleken
op straat vloog en al de werksters 'a middags naar de
woning van Filleken gingen om te manifesteeren.
Met de klompen en ai wat haar onder de hand viel,
werd nu eene charivari gehouden, zooals men misschien
nog nooit gehoord heeft.
Men schreeuwde, floot, stak de woordvoerster in de
hoogte en zong Vivat Mie de slons, ze mag er wezen!"
tot eindeljjk de politie kwam en het hoog tjjd werd
voor de vrouwen, om nog even eenen beet te gaan
eten en naar het werk te snellen.
Geheel den namiddag duurde toch het kabaal voort,
daar de buren zich na de zaak aantrokken en vóór
of tegen Filleken party trokken.
's_Avonds wilden de vrouwen haar spel van 's middags
opnieuw beginnen, doch het werd haar belet door de
politie. Toen ging men voort met rondloopen tot
eindeljjk eene buurvrouw het alarm gaf. Zjj zag door
het venster, dat Filleken zich verhangen had.
Hnlp daagde aanstonds op en de vrouw werd bjjtjjds
afgesneden.
Het kabaal heeft den geheelen nacht voortgeduurd,
zoodat geen enkele bnnr een oog heeft kunnen toedoen.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
LAND BOU W.
Goes, 12 Juli. Heden vergaderde de afdeeling
Heinkenszand van de Zeeuwsche Maatschappij van
Landbouw, onder voorzitting van den heer E. van
den Bosch. Veertig leden, waaronder 8 bestuursleden,
woonden de vergadering bjj.
De voorzitter bracht verslag uit van het verhandelde
te Schuddebenrs en te Dordrecht.
De heer A. Padmos werd benoemd tot lid der pro
vinciale commissie voor de proefvelden.
Voor de stierenkenringen is de afdeeling gesplitst
in 4 kenringsdistricten, de gemeenten zjjn bjj de
districten ingedeeld en voor ieder dorp een lid der
commissie aangewezen om zoo noodig handelend op te
treden.
In het district Kloetinge zjjn commissieleden van
Goes D. Ronw, voor Kapelle A. Nyssen, voor Katten-
djjke W. van Lier, voor 's Gravenpolder J. "Woutersen,
voor Kloetinge en 's Heer-Abtskerke A. Padmos.
In het district 's Beer-Arendskerke voor Heinkenszand
M. van Iwaarden, voor Wolfaartsdjjk G. de Jager,
voor Baarsdorp M. van Iwaarden, voor de Kraajjers
en Nisse M. Acda.
In het district 's Heerenhoek voor 's Heerenhoek en
Borsele J. Rottier, voor Nienwdorp, Baarland, Kwaden-
damme M. Acda.
In het district Oudelande voor Driewegen, Ellewouts-
djjk, Ovezande en Ondelande H. Mol.
Tot aanmoedigingsprijzen werden voor ieder kenrings-
district uitgeloofd 2,50 voor een éénjarigen en 5
voor een tweejarigen stier, benevens eervolle vermel
dingen.
Aan het hoofdbestuur zal eene subsidie van f 250
worden aangevraagd om een deskundig keurmeester,
den heer Zegers, te kannen beloonen.
Door de Stoomvaartmaatschappij Zeeland was een
schrijven ingezonden, er op wjjzende hoe door de hande
laars in granen, vrnchten enz. in Holland zeer veel
doch door die in Zeeland bjjna geen gebruik wordt
gemaakt van de ljjn Londen—Queensborongh. Er werd
op het voordeelig tarief dezer maatachappjj gewezen,
alsook de namen van solide makelaars opgegeven.
De onderlinge verzekering tegen hagelschade telt
thans 36 leden. De voorzitter wekte de leden op tot
deelneming.
De musschen en spreenwen, die anders eene ware
plaag voor de pachters van kersenboomgaarden zjjn,
zoodat zjj door schreeuwende jongens, geweerschoten,
brandend stroo en andere middelen deze ongewenschte
bezoekers en brntale dieven moeten verwjjderen, hebben
dit jaar wat anders te doen. Zjj laten de boomen
met rast en vallen des te gretiger aan op de met
rupsen bedekte akkers.
Daarmee is het bewjja geleverd, dat men verkeerd
doet de vogels door de mnsschengilden te laten ver
delgen.
Een boer, die een party prachtig vlas by zjjne hof
stede had staan, heeft al zjjne kippen, ten getale van
ruim honderd, in dat vlas gejaagd en een groot deel
der rupsen is verdwenen.
Stavenisse, 14 Juli. Van uit deze gemeente
kan gemeld worden, dat de gevreesde aardappelziekte
zich in enkele tninen vertoont, echter niet in die
mate, dat 't tot ernstige bezorgdheid aanleiding geeft.
Op 't veld bespeurt men tot nu toe niets van de ziekte.
Naar het Duitsch.
Slot.
Dus in Koningsbergen zat Oswald. Dat was
lang zoo erg niet, als het had kunnen zijn.
Maar zeker is zeker, dacht Stahl, en hij ging
reeds den volgenden dag op reis om den gevallen
held machtig te worden.
Brengt gij uw ouden vriend uit Singapore
niet weer eens mede, papa?" vroeg Toni acht
dagen later.
•Ik zou het gaarne doen, al3 ik slechts wist,
waar hij is", antwoordde hjj. »Maar hij is ver
dwenen. Die Oost-Indiërs zijn ongestadige gasten
zoolang zij hier blijven, gevoelen zij zich vrij en
blij en storen zich aan niemand. Van hem had
ik evenwel iets beters verwacht".
•Ik ook", stemde Toni toe. Waarschijnlijk
komt hij spoedig terug. Hij is op uw huwelijks
feest geweest; hij moet toch uw zilveren feest
ook medevieren".
Lindhorn fronste het voorhoofd. Begint gij
daarmede ook al? Hebt gij dat zelf uitgerekend
of heeft uwe moeder u den datum in 'toor
geblazen
"Mama? Ach neenmama verzet zich
tegen het feit, evenals gij, papa, maar niet met
zoo'n grimmig gelaat. O, gij zijt beiden zoo
komisch!" Zij legde haar arm om haars
vaders hals en vleide onder met moeite in
gehouden tranen: Denkt gij er dan niet aan,
dat gij kinderen hebt, die u blijde en dankbaar
zouden willen omhelzen, wanneer de groote dag
er is? Wij laten ons dat feest niet ontnemen,
Otto en ik. Onze. liefde tot u laat zich niet
gebieden stom te zijn en zich te verbergen, als
zij behoefte gevoelt zich uit te drukken. Zegt
wat gij wilt, papa; wij zullen feestvieren. Otto
komt van Göttingen; hij rekent er vast op ons
geliefd jubelpaar thuis te vinden. Dus geene
vlucht, hoort gij Houdt u stil en zet een
aardig gezicht. Om onzentwille 1"
De warme toon, de angstige bede der dochter
maakten den vader week. >Kind gij weet niet,
wat gij verlangt!" riep hij besluiteloos uit.
Daar zag hij tranen in Toni's oogen. »Ik schijn
hard en ongevoelig, niet waar Toni?" zeide hij
aangedaan. »Wat in uwe ziel omgaat, gis ik,
maar ik moet daarover zwijgen. Weenen zult
gij evenwel niet over mij. Om uwentwille alzoo
goed: ik schik mij er in. Doet wat uw
gevoel u zegt!"
Toni juichte. Toen zij hare moeder onder vier
oogen weder zag, jubelde zij: »Nu zal er toch
iets van komen, mamal"
»Waarvan spreekt gij, kind?" vroeg Franciska.
Natuurlijk van uwe zilveren bruiloft. Papa
heeft zijne toestemming gegeven; wij zullen
feestvieren".
•Zoo? En daaraan moet ik meedoen? Moet
ik mij wellicht als zilveren bruid door u laten
optooien? En o Toni! gij weet niet, wat
moeilijks gij mij oplegt! Een leugen verlangt
gij van mij het zal een vreeselijken dag
voor mij worden".
Bedroefd keek Toni voor zich. Maar spoedig
kryam er in bet jeugdige hart eene blijde hoop
o$. Gij zult zien, mama, dat er iets onverwachts
gebeurt", zeide zij met vertrouwen.
»Wat zou dat kunnen zijn?" zuchtte Franciska.
Wat gij u heimelijk toewenscht".
Franciska lachte smartelijk. Dat dwaze, onwetende
kind geloofde nog aan wonderen. Zij niet meer.
En toch, acht dagen vóór den gevreesden
datum, kwam zij tot het inzicht, dat Toni juist
voorspeld zou kunnen hebben. Karei Stahl was
plotseling teruggekomen en had haar een bezoek
gebracht, dat langer dan een uur duurde. Daarna
liet zij Toni roepen. »Er is een vriend
gevonden, die u zal helpen", zeide zij met eene
uitdrukking in haar gelaat, welke Toni's hart
verheugd deed kloppen. Mynheer Stahl wenscht
met u te beraadslagen over de voorbereidselen,
welke een zekere dag noodzakelijk maakt. Mij
is alles goed wat gij zult beschikken; alleen wil
ik er niets van weten. Ik zal stil in ver
wachting blijven".
Stahl en Toni hadden veel te verhandelen.
Dagelijks hadden er samenkomsten plaats. Wat
was er al niet te bedenken, daar het gold een
langen stoet van gelukwenschenden, volgens de
beteekenis van den dag, feestelijk te ontvangen 1
De behangers kwamen met kleeden, vlaggen
en guirlandesde tuinlieden brachten wagens
vol planten in houten bakken; eene wilde chaos
ontstond er, welke ten. laatste tot eene vroolijke
schoonheid werd ontward. Stom en verwonderd
liep Lindhorn rond, al het komende met hoofd
schudden beschouwende. Wat het symbolisch
verheerlijken moest: de vreugde over een vierde
eeuw van liefde, de eigenlijke inhoud van al
deze pronkende, prachtige teekens, waar was
hij En niettemin, hoe nader de dag kwam,
des te sterker nam in hem het gevoel toe, dat
iets zich zacht voorbereidde, dat hem het ver
loren geluk zou tei'ugbrengen. Te vergeefs vorschte
hij, van waar het zou kunnen komen dit gevoel,
dat hem steeds heviger opwond. Hij, de ver-
standsmensch, die geene werking zonder verklaarbare
oorzaak aannam wat overkwam hem toch
Verdwenen de krachten van zijnen geest reeds
op vijftigjarigen leeftijd?
Des avonds vóór den feestdag zat hij in zijne
werkkamer met zijn geest slechts half bij zijn
werk, toen Stahl binnentrad.
»Ha, zijt gij hetl" zeide hij verheugd, de pen
op den lessenaar werpende. »Ik ben volstrekt
niet in eene stemming om te werken".
»Ik geloof het wel", antwoordde Stahl met
een stillen glimlach. •Komende gebeurtenissen
werpen hare schaduwen vooruit".
Lindhorn zag hem getroffen aan. Alsof de
vriend in zijne ziel las!
Dadelijk ben ik tot praten gereed", ging
Stahl voort, terwijl hij gemakkelijk plaats nam.
Ik moet slechts in eene dringende aangelegenheid
eerst uwe beslissing verzoeken".
Lindhorn maakte eene afwerende beweging.
Verschoon my van uwe plannen voor
morgen! Ge hebt het tot nu toe gedaan wat
ik dankbaar erken, blijft daar nu bij 1"
»Dat willen wij ook, Gustaaf", zeide Stahl
gemoedelyk. »Het betreft iets anders. Mij is
namelijk een brief ter verzending aan uwe vrouw
ter hand gesteld en wel door een heer. Nu is
het bij de algemeen bekende ijverzucht der
gehuwde mannen eene bedenkelijke zaak zich
met de verzending van zulke schriftstukken te
belasten. Eer ik het ding aflever, zou ik_ daarom
gaarne willen, dat gij er eens een blik in slaat.
Hier is de brief; hij is open".
Hij reikte hem over, zonder eene spier te
vertrekken.
Bij den eersten blik herkende Lindhorn het
schrift.
Karei, wat hebt gij gedaan?" riep hij op
springend.
Lees!" antwoordde Stahl eenvoudig. Gy ver
oorlooft wel, dat ik eene van uwe
opsteek. Om mij bezig te houden weet ge",
Lindhorn las:
•Hoogvereerde Mevrouw! Met de gevoelens van
•diepe, wanhopige schaamte grjjp ik de pen. Gy
moet my toch voor een slecht mensch houden,
•de hemelache goedheid, welke gy mjj hebt be
lwezen, geheel onwaardig. Waoneer gy my niet
•hadt geholpen, zon schande mjjn deel zjjn geweest
of ik zon, wat my toenmaals de eenige uitweg
•scheen te zjjn, een einde aan mjjn leven hebben
•gemaakt. Eo nochtans heb ik tien jaren lang
•niets van mjj laten hooren. O, geëerde mevrouw!
•Toen gy my in Btaat hadt gesteld de door mjj
ontvreemde sommen te vergoeden en ik voor myne
•weldenkende medeburgers slechts als een door
het ongeluk vervolgd koopman behoefde te ver-
•eobynea, die gedwongen was zjjne betalingen te
•staken, toen beloofde ik my plechtig niet te
•rusten, voor ik, volgens myne belofte, weder voor
»u had verworven, wat ik u schnldig was. En ik
heb, God weet het, oprecht beproefd er boven op
•te komen. Het heeft mjj niet willen gelukken.
Geleefd heb ik, verder niets. Zoo arm als ik uwe
•stad, myne vaderstad, verliet, ben ik ook heden
•nog. En dat is de reden van mjjn zwjjgen geweest:
•valsch eergevoel. Ik kon er niet toe besluiten u
•te zeggen, dat het mjj slecht ging, dat ik een
•ellendige broodarbeider geworden en gebleven
was, in de menigte verloren gegaan ik, die
in goede dagen met de voornaamsten op gelyken
voet had verkeerd. Wanneer gy dit gevoel be-
•grjjpten gy znlt het dan durf ik hopen,
dat gy mjj vergeeft vergeeft, ofschoon ik
waar ach jjnljjk levenslang uw schuldenaar zal
•bljjven. Het bewnstzyn moet n voldoende zjjn,
•hoogvereerde mevrouw, dat gy in myn aandenken
de gedaante van eene engel van barmhartigheid
draagt, die een benedenwaarts gljjdend menschen-
kind, in het nar van den uitersten nood, de
•reddende hand reikte. Ik hoor, dat gy weldra
uw zilveren bruiloftsfeest viert. God zegene u en
•de uwen en schenke u al de liefde, die gy in
•zoo rjjke mate verdient! Neemt dezen wensch
minzaam aan van een voormaligen kennis, uvr
•dankbaren Oswald".
Karei", zeide Lindhorn ontroerd, »nu zal er
een zilveren bruiloftsfeest worden gevierd zooals
het nog nooit is gebeurd!"
Dat zou ik meenen", knikte Stahl tevreden.
•Wat ik nog zeggen wilde: ik heb beneden mijn
rijtuig laten wachten. Gij kunt er gebruik van
maken, ik kom te voet na".
Reeds was Lindhorn op weg naar de deur.
»Ik wil u nu niet danken; dat moet Franciska
met mij samen doen".
Stahl wenkte hem met de hand. >Maar gaat
toch, gaat! Of meent gy, dat zoo'n boerenpaard
vleugels heeft?"
Op zijn gemak wandelde Stahl den haastigen
vriend achterna. >Dat is gelukt", zeide hij
meesmuilend en wreef zich de handen.
In het voorhuis stormde Toni hem tegemoet:
Gij zijt een toovenaar, mijnheer Stahl! Welke
too verkunst en hebt gy toch aangewend om mijne
ouders weder te vereenigen?"
Dat moet mijn geheim blijven, mejuffrouw
Toni. En ik raad u als vriend: onderzoekt niet
verder. Men moet in het leven het goede stil
medenemen en blijde genieten; daarbij bevindt
men zich het beste".
Toni knikte nadenkend. „Ik zal uw raad
volgen". Daarna zeide zij op levendigen toon:
•Zoo even is ook Otto aangekomen; hij is
binnen bij de oudelui. En denk eens welk eene
verrassing! Zonder iets er van te zeggen, heeft
hjj zijn examen als referendaris gedaan en is
met glans geslaagd".
Hal Dat stond niet op ons programma;
maar het is een mooi nummer, dat wij bezwaarlijk
kunnen overtreffen Zijn de muzikanten op
hunne plaats?"
Zeker, sedert tien minuten reeds. O, ik ben
zoo opgewonden".
Zij liep vooruit en opende de deur der huis
kamer.
Een oogenblik toefde Stahl op den drempel
eu verlustigde zijne oogen aan het beeld der
gelukkigen, die door de liefde verjongd waren.
Daarna trad hij binnen en riep opgeruimd: »Gij
ziet er zoo stralend uit als een bruidspaar!"
Dat zijn wij ook", antwoordde Lindhorn
geroerd. Alleen met het onderscheid, dat wij
heden niet, zooals voor vijf-en-twintig jaar, in
blindheid voor eene onzekere toekomst staan.
Nu, nadat wij elkander hebben wedergevonden,
zijn wij zeker van het geluk, zoolang Gods zon
ons nog beschijnt".
En zacht voegde hij er bij, de hand van zijn
vriend drukkend: »Ik zal het mij niet weder
verbeuren. Goede geesten, zooals gy, grijpen
zelden in een zelfbedorven lot. in".
De jonge referendaris, dien Stahl nu begroette,
sloeg een lichteren toon aan. Men herkent
dezen - Philistertempel nauwelijks in feestdooi
riep hij uit. »Dat is uw werk, mijnheer Stahl,
ik heb het reeds vernomen. Het was in Göttingen
mijn geheime angst, dat er niets zou gebeuren
en Toni bij wie ik navraag deed, weigerde ïuy
iedere inlichting. Nu, ik ben daarom niet meer
boos op haar, alleen verwondert het my, dat
zij heeft kunnen zwijgen".
•Hij is ondeugend, mynheer Stahl", zeide Toni.
Maar is van zulk een geleerden broeder wel
eerbied voor eene jongere zuster te verwachten 'i
Otto nam haar lachend bjj het hoofd en
kuste haar.
Ondertusschen was Stahl naai- het venster
gegaan en had het geopend.
•Nu mag het feest, zjjn voortgang hebben -
zeide hij en klapte in zjjne handen.
Eene militaire kapel, in den tnin opgesteld,, hief
aan: »Nu daukt alles God",
Elkander sprakeloos omxathoadend» beterde hot
golukkigo zilveren paar.