ZIKRIkZKCSCIIt: NIEUWSBODE. Zaterdag 16 Juli 1892. Directeur-Uitgever J. WA ALE. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste Blad. RECLAMES. 1,25 Gld. de flacon. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-Amerika, Transvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 8182. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot <3 Maandags, "Woensdags en Yrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend. 15 regels 95 Cts. Elke regel meer X5 Cts. Getuigschrift van een Machinist. Het volgende attest toont het door honderden lijders bekende geval aan, dat eene goede inwrijving met SeRuahfl Olie» rhumatische pijnen op somtijds zeer merkwaardige wijze verdrijft. Ten einde eene volkomene genezing te bekomen moet het bloed gezuiverd worden door een natuurlijk en zeker werkend geneesmiddel, zooals Setguali's Prairiebloeni. Dit wonderbare geneesmiddel bevat geene vergiftige bestanddeelen en heeft een door de gansche wereld bekende reputatie ver worven, door de oogenblikkelijke genezing, welke zij veroorzaakt. Het is van groot belang er op te letten wanneer ge deze geneesmiddelen koopt, dat de naam >SEQUAH" in het fleschje gegoten is. De Heer P. J. COOLENARS, Machinist, wonende te Rozendaal, verklaart dat hij twaalf maanden aan Asthma geleden had. Hij kon des nachts niet slapen en is te vergeefs onder behandeling van verschillende Doctoren geweest. Mijn besten dank, zoo schrijft hij, ben ik verschuldigd aan Sequah's wonderbare geneesmiddelen, aan dewelke ik mijne gansche herstelling te danken heb. Indien deze geneesmiddelen bij Uwen Apotheker niet verkrijgbaar zijn, schrijft aan: Den Heer T. M. POLAK, Nieuwe Hoogstraat 28, Amsterdam, Hoofd-Depöthouder en C. T. W. SNA- BILIÉ, Steiger, Rotterdam. De strijd tusschen vorst Bismarck en de Duitsche regeering is thans een ander stadium ingetreden. Had Caprivi reeds vroeger op een persoonlijke beschuldiging, als zou hij vóór zijn optreden als Rijkskanselier reeds lang een staatkundige loopbaan hebben gewenscht en getracht deze te verkrijgen, geantwoord, thans heeft hij het noodig geacht twee geheime stukken openbaar te maken over de verhouding van de tegenwoordige regeering tot den ex-kanselier. Het eerste dier ge- publiceerde stukken is een schrijven van 23 Mei 1890, drie maanden na den val van Bismarck, gezonden aan de Duitsche en Pruisische legatiën en het buitenland. Het luidt als volgt: »Het zal u niet ontgaan zijn, dat tegenwoordig meer malen de stemming en de beschouwingen van vorst Bismarck, hertog van Lauenburg, door de pers openbaar gemaakt worden. Ofschoon de regeering van Zijne Majesteit, in de volste waardeering der onsterfelijke verdiensten van den grooten staatsman, hierover zonder bedenken kon zwijgen, zoolang deze uitlatingen zich beperkten tot persoonlijke verhoudingen en binnen- landsche politiek, moest zij zich toch, sedert ook de buitenlandsche politiek daarbij betrokken werd, de vraag stellen, of eene dergelijke reserve ook in het vervolg zou zijn te rechtvaardigen en of zij niet in het buiten land aanleiding zou kunnen geven tot onjuiste op vattingen. Zijne Majesteit de Keizer is intusschen overtuigd, dat óf weder eene rustiger stemming zal intreden, óf dat de feitelijke waarde van het door de pers medegedeelde mettertijd ook in het buitenland steeds juister zal worden beoordeeld. Men behoefde niet te vreezen, dat door de verspreiding van subjectieve, meer of minder juist opgevatte, hier en daar onge twijfeld opzettelijk vervalschte en door personen, wier vijandschap tegen Duitschland bekend was, gedane uitlatingen, een blijvend nadeel zou kunnen ontstaan. Zijne Majesteit maakt onderscheid tusschen vorst Bismarck in vroegeren tijd en thans, en wenschte van de zijde der regeering alles vermeden te zien, wat zou kunnen bijdragen om voor de Duitsche natie het beeld van haren grootsten staatsman te verduisteren. Terwijl ik u hiermede in kennis stel en u machtig, u, wanneer het noodig mocht blijken, in dezen geest uit te laten, voeg ik er gaarne aan toe, dat ik de hoop koester, dat ook van de zijde der regeering, bij welke gij geaccrediteerd zijt, aan de uitlatingen van de pers, met betrekking tot de zienswijze van vorst Bismarck, geen actueele waarde zal worden toegekend." Het tweede document is eene dépêche, op 9 Juni ge richt aan den Duitschen gezant te Weenen, Prins Reusz. Het is van den volgenden inhoud: »Met het oog op het aanstaande huwelijk van graaf Herbert Bismarck te Weenen, heb ik de eer, na hierover met Z. M. den Keizer te hebben geconfereerd, u mede te deelen: ten opzichte van de geruchten over eene toe nadering van vorst Bismarck tot Z. M. den Keizer ontbreekt allereerst de onmisbare veronderstelling, dat van de zijde van den gewezen rijkskanselier eene eerste schrede zou zijn gedaan. De toenadering zou echter, zelfs wanneer die schrede gedaan werd, nooit zoover gaan, dat de openbare meening het recht verkreeg om aan te nemen, dat vorst Bismarck weder eenigen invloed op de leiding der zaken verkrijgen zou. Voor het geval, dat de vorst of zijne familie zich met het huis van Uwe Doorluchtigheid in betrekking zou willen stellen, verzoek ik u, u te beperken tot het beantwoorden der conventioneele vormen, maar u aan eene eventueele uitnoodiging voor de bruiloft te onttrekken. Deze ge dragslijn behoort ook te worden gevolgd door het personeel der ambassade. Ik voeg hierbij, dat Z. M. van het huwelijk geen notitie zal nemen. Aan Uwe Doorluchtigheid wordt opgedragen, hiervan onmiddellijk mededeeling te doen aan Graaf Kalnoky, in den vorm die U het meest gepast voorkomt." Beide stukken zijn onderteekend door den rijkskanselier von Caprivi. Het blijkt dus te duidelijk, dat de Keizer den vroegeren rijkskanselier sedert diens aftreden wil beschouwd zien als een man, die noch in het tegenwoordige, noch in de toekomst eenigen invloed meer mag of kan hebben op politiek gebied en op den gang van zaken. Voor Bismarck eene grievende beleediging, die velen hem gaarne zouden hebben bespaard. Maar wie kaatst moet den bal verwachten, en zonder twijfel heeft hij alles wat gebeurd is, uitgelokt. De nieuwe minister-president Trikoupes, heeft in de Griebflche Kamer eene uitvoerige rede gehouden tegen Delyannes, wiens onbekwaamheid de tusschen- komst van den Koning noodzakelijk maakte en rechtv vaardigde. De Minister verklaarde echter, dat de financieele toestand wel ernstig was, maar geenszins hopeloos. De regeering zal bezuinigingen aanbrengen tot een bedrag van 7 millioen, door de getalsterkte van het leger te verminderen en door het afschaffen van onnoodige betrekkingen. Ook zal zij nieuwe be lastingen heffen tot een bedrag van 40 millioen, waarvan de Kamer echter reeds onder Delyannes vijf millioen heeft ingewilligd. Men zal naar de middelen zoeken om geleidelijk een gedwongen koers in te voeren. Het overschot der begrooting zal 3 millioen bedragen. De heer Trikoupes sprak de kwaadwillige geruchten tegen omtrent den financieelen toestand van Griekenland en verklaarde dat Griekenland om zijn eer en waar digheid aan alle verplichtingen zal voldoen. In Zweden en SToorwegen is het vrij rumoerig. Men weet, dat de Noren eigen consuls vrageü en dat de Kamer het wetsontwerp dienaangaande heeft aan genomen, doch de Koning blijft er zich krachtig tegen verzetten. Daarna werd een adres tot den Koning gericht, waarin verzocht werd het ontslag, dat de Ministers hadden gevraagd, niet aan te nemen en te voldoen aan den wensch der Noren. Op dit adres werd niet onmiddellijk geantwoord, maar thans is een schrijven des Konings openbaar gemaakt, waarin hij mededeelt niet te kunnen voldoen aan den wensch om het besluit der Kamer goed te keuren eene afzonderlijke consulaire vertegenwoordiging van Noorwegen en Zweden acht hij onnoodig. Dientengevolge heerscht er groote opgewondenheid. De bevolking verklaart zich krachtig voor wijziging van bet bestaande stelsel en voor behoud van het ministerie—Steen. Hoe dit zal afloopen valt moeilijk te zeggen. Of de band tusschen Zweden en Noorwegen nog lang zal duren is een open vraag. Meer en meer komt de eisch van een onafhankelijk Noor wegen op den voorgrond en vroeg of laat zal die eisch moeten worden ingewilligd. De verkiezingen in Engeland zijn nog steeds niet geëindigd. Tot hiertoe winnen de Gladstonianen maar zoolang de geheele verkiezing niet is afgeloopen, valt niets met zekerheid te zeggen. (Zie telegram.) Engeland. Londen, 14 Juli. Tot dusver werden gekozen 228 conservatieven, 40 unionisten, 214 Gladstonianen, 7 Parnellieten en 42 anti-Parnellieten. De conserva tieven wonnen 14, de unionisten 7, de Gladstonianen 65 zetels. Oostenrijk. Te Triest vond men deze week het ljjk van een 21-jarig meisje, dat bjj de te Tarjjn gehouden sohoon- heidstentoonstelling een prjjs behaald had. Het bleek, dat zij met 2 schoten en 7 messteken gedood was, terwjjl haar gezicht met een steen, dien men bjj het ljjk vond, geheel misvormd was. Zwitserland. De ramp in Savoio. Omtrent de ramp, die de bad-etablissementen van Sint Gervais in Savoie trof, worden nog de volgende bijzonder heden medegedeeld. Het benedenstuk van den Bionnay- gletscher raakte los van den Mont Blanc en stortte naar beneden, het kleine dorpje van dien naam in zijn val medeslepend. De massa's ijs en de bouwvallen van het dorp vormden een oogenblik een dam, die het water tegen hield, totdat dit met geweld deze hinderpaal verbrak en een waterval gelijk in den bergstroom Bonn Nant, die lang St. Gervais les Bains loopt, stroomde. De gorge, waarin het bad-elablissement is gepluutst, is zeer nauwhet hotel be staat uit vijf afzonderlijke gebouwen. Te kwart over twee in den nacht werden de menschen in het hotel wakker door den kletterenden stroom van het water. Tegelijk blies er een orkaan door de gorge. Dadelijk daarop kwam een watervloed met rotsstukken, boomen en bouwvallen tegen het hotel aan. Van de vijf gebouwen werden drie geheel vernield, een ander bijna verwoest, terwijl het vijfde bleef staan. Zich een weg banend door de vallei verwoestte de stroom nu het dorp Le Fayet. De overblijfselen der huizen werden uren ver door den stroom medegesleept. Gendarmen waren op geregelde afstanden van de rivier de Arve bezig de lijken op te visschen, die het water medevoerde. Het moet thans vastgesteld zijn dat 440 personen bij deze ramp het leven verloren. Alle verongelukten waren in een vreeselijken toestand, sommigen zonder hoofd, anderen zonder armen of beenen. Er wordt voortdurend naar de vermisten gezocht, want Woensdag waren nog slechts de helft der verongelukten gevonden. De inwoners der om liggende plaatsen kwamen dadelijk toegesneld om te helpen redden. De meeste slachtoffers moeten door het water in hun slaap zijn verrast en zoo door den vloed zijn medegesleept. Slechts 9 van de 54 geëmployeerden van de badinrichting werden gered. In het hospitaal te Sallanches liggen 45 lijken, die niet meer herkenbaar zijn. Zjj werden allen uit de Arve opgevischt, vreeselijk verminkt en bijna geheel naakt. Vijftien badgasten hadden hun redding te danken aan de kloekheid van geest van den baddokter. Zoodra hij het water hoorde, wekte hij de gasten in de omgeving van zijn kamer en liet hen door een venster ontvluchten naar een plaats, waar zij in veiligheid waren. De kappers van het hotel impróviseerden een brug, waarover twintig personen naar een veilige plaats ontkwamen. De badgasten waren voor het meerendeel Zwitsers en Franschen. Tragisch is het lot van een Deen, die na onverlet gebleven te zijn bij de ramp, Zaterdag op den Mont Bianc op het meer van Genève, te St. Gervais eën der eerste slachtoffers was. Het zal nog dagen duren alvorens alle lijken uit de rivier zijn opgevischt. In het dorp Le Fayet werd een huis 500 M. door het water medegesleept toen het in hèt slijk bleef steken. Het dak en de eerste verdieping waren slechts nog zichtbaar. Een vrouw, die het huis bewoonde, werd daarbinnen onge deerd teruggevonden, maar slechts met moeite gered, daar het huis altijd dieper in het slijk zakte. Een achttienjarige jongman uit Sallanches, die juist den vorigen dag in de badinrichting in dienst was getreden, werd opgenomen en kwam van de hoogte van twee ver diepingen neer op een plaats, waar hij zich in gezelschap zag van den kameraad, waarmede hij op dezelfde kamer sliep. Een jong meisje werd gered, na drie uur in het slijk te hebben gelegen. Er bestaat vrees, dat er nog meer van den gletscher naar beneden zal komen. Het dorp Houches aan den oever der Arve wordt bedreigd. Gidsen uit Chamounix zijn naar den gletscher gezonden om een onderzoek in te stellen. De uitslag daarvan was nog niet bekend. Duitschland. Een Duitsch blad beweert dat thans de grootste os te Muhlendorf te zien is. De bierbrouwer Koibl aldaar kocht in Tyrol een vjjf-jarigen os, Pins-gauer-slag, lichtrood gevlekt, voor f 1000. Deze os weegt 1625 kilo en is 2 M. 8 cM. hoog. De lengte van den kop tot het begin van den staart bedraagt 3 M. 90 cM., de breedte van den rug van het eene been tot het andere, 1 M., zjjn lichaamsomvang 3 M. 20 cM. Zjjn voormalige eigenaar loofde een Bom van 1000 uit aan dengene, die in staat waB, een exemplaar van geljjke zwaarte te toonen. Niemand heeft zich echter aangemeld. Uit Mannheim wordt gemeld, dat uit de Neckar zjjn opgehaald de ljjken van een oppassend arbeider, Koenraad Eick en een dienstmeisje, Elisabeth Kaffen- berger. Beiden hadden met elkander liefdesbetrekkingen aangeknoopt en zouden weldra gaan huwen, toen Koenraad Eick opgeroepen werd om in 's lands dienst te treden. België. Eene manifestatie, zooals er wellicht weinige gezien werden, zegt het Antwerpensche Ilandelsbl., heeft te Antwerpen plaats gehad. Op het Scheldeken, in het koffiemagazjjn van Yan A., werken ongeveer 250 koffieraapsters, onder het toezicht van zekere vrouw G. uit de Ridderstraat, bjj genaamd Filleken. Die vrouw wint haar vast week loon en heeft daarenboven elke week nog tien centiemen per raapster, om haar dageljjks een kom koffie te bezorgen. Na was er om geldzaken twist ontstaan tnsschen Filleken en een werkster, die den schoonen bjjnaam heeft van Mie de Slons. De andere raapsters spanden natnurljjk één ljjntje met de laatste en de twiBt liep zoo hoog, dat Filleken op straat vloog en al de werksters 'a middags naar de woning van Filleken gingen om te manifesteeren. Met de klompen en ai wat haar onder de hand viel, werd nu eene charivari gehouden, zooals men misschien nog nooit gehoord heeft. Men schreeuwde, floot, stak de woordvoerster in de hoogte en zong Vivat Mie de slons, ze mag er wezen!" tot eindeljjk de politie kwam en het hoog tjjd werd voor de vrouwen, om nog even eenen beet te gaan eten en naar het werk te snellen. Geheel den namiddag duurde toch het kabaal voort, daar de buren zich na de zaak aantrokken en vóór of tegen Filleken party trokken. 's_Avonds wilden de vrouwen haar spel van 's middags opnieuw beginnen, doch het werd haar belet door de politie. Toen ging men voort met rondloopen tot eindeljjk eene buurvrouw het alarm gaf. Zjj zag door het venster, dat Filleken zich verhangen had. Hnlp daagde aanstonds op en de vrouw werd bjjtjjds afgesneden. Het kabaal heeft den geheelen nacht voortgeduurd, zoodat geen enkele bnnr een oog heeft kunnen toedoen. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. LAND BOU W. Goes, 12 Juli. Heden vergaderde de afdeeling Heinkenszand van de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw, onder voorzitting van den heer E. van den Bosch. Veertig leden, waaronder 8 bestuursleden, woonden de vergadering bjj. De voorzitter bracht verslag uit van het verhandelde te Schuddebenrs en te Dordrecht. De heer A. Padmos werd benoemd tot lid der pro vinciale commissie voor de proefvelden. Voor de stierenkenringen is de afdeeling gesplitst in 4 kenringsdistricten, de gemeenten zjjn bjj de districten ingedeeld en voor ieder dorp een lid der commissie aangewezen om zoo noodig handelend op te treden. In het district Kloetinge zjjn commissieleden van Goes D. Ronw, voor Kapelle A. Nyssen, voor Katten- djjke W. van Lier, voor 's Gravenpolder J. "Woutersen, voor Kloetinge en 's Heer-Abtskerke A. Padmos. In het district 's Beer-Arendskerke voor Heinkenszand M. van Iwaarden, voor Wolfaartsdjjk G. de Jager, voor Baarsdorp M. van Iwaarden, voor de Kraajjers en Nisse M. Acda. In het district 's Heerenhoek voor 's Heerenhoek en Borsele J. Rottier, voor Nienwdorp, Baarland, Kwaden- damme M. Acda. In het district Oudelande voor Driewegen, Ellewouts- djjk, Ovezande en Ondelande H. Mol. Tot aanmoedigingsprijzen werden voor ieder kenrings- district uitgeloofd 2,50 voor een éénjarigen en 5 voor een tweejarigen stier, benevens eervolle vermel dingen. Aan het hoofdbestuur zal eene subsidie van f 250 worden aangevraagd om een deskundig keurmeester, den heer Zegers, te kannen beloonen. Door de Stoomvaartmaatschappij Zeeland was een schrijven ingezonden, er op wjjzende hoe door de hande laars in granen, vrnchten enz. in Holland zeer veel doch door die in Zeeland bjjna geen gebruik wordt gemaakt van de ljjn Londen—Queensborongh. Er werd op het voordeelig tarief dezer maatachappjj gewezen, alsook de namen van solide makelaars opgegeven. De onderlinge verzekering tegen hagelschade telt thans 36 leden. De voorzitter wekte de leden op tot deelneming. De musschen en spreenwen, die anders eene ware plaag voor de pachters van kersenboomgaarden zjjn, zoodat zjj door schreeuwende jongens, geweerschoten, brandend stroo en andere middelen deze ongewenschte bezoekers en brntale dieven moeten verwjjderen, hebben dit jaar wat anders te doen. Zjj laten de boomen met rast en vallen des te gretiger aan op de met rupsen bedekte akkers. Daarmee is het bewjja geleverd, dat men verkeerd doet de vogels door de mnsschengilden te laten ver delgen. Een boer, die een party prachtig vlas by zjjne hof stede had staan, heeft al zjjne kippen, ten getale van ruim honderd, in dat vlas gejaagd en een groot deel der rupsen is verdwenen. Stavenisse, 14 Juli. Van uit deze gemeente kan gemeld worden, dat de gevreesde aardappelziekte zich in enkele tninen vertoont, echter niet in die mate, dat 't tot ernstige bezorgdheid aanleiding geeft. Op 't veld bespeurt men tot nu toe niets van de ziekte. Naar het Duitsch. Slot. Dus in Koningsbergen zat Oswald. Dat was lang zoo erg niet, als het had kunnen zijn. Maar zeker is zeker, dacht Stahl, en hij ging reeds den volgenden dag op reis om den gevallen held machtig te worden. Brengt gij uw ouden vriend uit Singapore niet weer eens mede, papa?" vroeg Toni acht dagen later. •Ik zou het gaarne doen, al3 ik slechts wist, waar hij is", antwoordde hjj. »Maar hij is ver dwenen. Die Oost-Indiërs zijn ongestadige gasten zoolang zij hier blijven, gevoelen zij zich vrij en blij en storen zich aan niemand. Van hem had ik evenwel iets beters verwacht". •Ik ook", stemde Toni toe. Waarschijnlijk komt hij spoedig terug. Hij is op uw huwelijks feest geweest; hij moet toch uw zilveren feest ook medevieren". Lindhorn fronste het voorhoofd. Begint gij daarmede ook al? Hebt gij dat zelf uitgerekend of heeft uwe moeder u den datum in 'toor geblazen "Mama? Ach neenmama verzet zich tegen het feit, evenals gij, papa, maar niet met zoo'n grimmig gelaat. O, gij zijt beiden zoo komisch!" Zij legde haar arm om haars vaders hals en vleide onder met moeite in gehouden tranen: Denkt gij er dan niet aan, dat gij kinderen hebt, die u blijde en dankbaar zouden willen omhelzen, wanneer de groote dag er is? Wij laten ons dat feest niet ontnemen, Otto en ik. Onze. liefde tot u laat zich niet gebieden stom te zijn en zich te verbergen, als zij behoefte gevoelt zich uit te drukken. Zegt wat gij wilt, papa; wij zullen feestvieren. Otto komt van Göttingen; hij rekent er vast op ons geliefd jubelpaar thuis te vinden. Dus geene vlucht, hoort gij Houdt u stil en zet een aardig gezicht. Om onzentwille 1" De warme toon, de angstige bede der dochter maakten den vader week. >Kind gij weet niet, wat gij verlangt!" riep hij besluiteloos uit. Daar zag hij tranen in Toni's oogen. »Ik schijn hard en ongevoelig, niet waar Toni?" zeide hij aangedaan. »Wat in uwe ziel omgaat, gis ik, maar ik moet daarover zwijgen. Weenen zult gij evenwel niet over mij. Om uwentwille alzoo goed: ik schik mij er in. Doet wat uw gevoel u zegt!" Toni juichte. Toen zij hare moeder onder vier oogen weder zag, jubelde zij: »Nu zal er toch iets van komen, mamal" »Waarvan spreekt gij, kind?" vroeg Franciska. Natuurlijk van uwe zilveren bruiloft. Papa heeft zijne toestemming gegeven; wij zullen feestvieren". •Zoo? En daaraan moet ik meedoen? Moet ik mij wellicht als zilveren bruid door u laten optooien? En o Toni! gij weet niet, wat moeilijks gij mij oplegt! Een leugen verlangt gij van mij het zal een vreeselijken dag voor mij worden". Bedroefd keek Toni voor zich. Maar spoedig kryam er in bet jeugdige hart eene blijde hoop o$. Gij zult zien, mama, dat er iets onverwachts gebeurt", zeide zij met vertrouwen. »Wat zou dat kunnen zijn?" zuchtte Franciska. Wat gij u heimelijk toewenscht". Franciska lachte smartelijk. Dat dwaze, onwetende kind geloofde nog aan wonderen. Zij niet meer. En toch, acht dagen vóór den gevreesden datum, kwam zij tot het inzicht, dat Toni juist voorspeld zou kunnen hebben. Karei Stahl was plotseling teruggekomen en had haar een bezoek gebracht, dat langer dan een uur duurde. Daarna liet zij Toni roepen. »Er is een vriend gevonden, die u zal helpen", zeide zij met eene uitdrukking in haar gelaat, welke Toni's hart verheugd deed kloppen. Mynheer Stahl wenscht met u te beraadslagen over de voorbereidselen, welke een zekere dag noodzakelijk maakt. Mij is alles goed wat gij zult beschikken; alleen wil ik er niets van weten. Ik zal stil in ver wachting blijven". Stahl en Toni hadden veel te verhandelen. Dagelijks hadden er samenkomsten plaats. Wat was er al niet te bedenken, daar het gold een langen stoet van gelukwenschenden, volgens de beteekenis van den dag, feestelijk te ontvangen 1 De behangers kwamen met kleeden, vlaggen en guirlandesde tuinlieden brachten wagens vol planten in houten bakken; eene wilde chaos ontstond er, welke ten. laatste tot eene vroolijke schoonheid werd ontward. Stom en verwonderd liep Lindhorn rond, al het komende met hoofd schudden beschouwende. Wat het symbolisch verheerlijken moest: de vreugde over een vierde eeuw van liefde, de eigenlijke inhoud van al deze pronkende, prachtige teekens, waar was hij En niettemin, hoe nader de dag kwam, des te sterker nam in hem het gevoel toe, dat iets zich zacht voorbereidde, dat hem het ver loren geluk zou tei'ugbrengen. Te vergeefs vorschte hij, van waar het zou kunnen komen dit gevoel, dat hem steeds heviger opwond. Hij, de ver- standsmensch, die geene werking zonder verklaarbare oorzaak aannam wat overkwam hem toch Verdwenen de krachten van zijnen geest reeds op vijftigjarigen leeftijd? Des avonds vóór den feestdag zat hij in zijne werkkamer met zijn geest slechts half bij zijn werk, toen Stahl binnentrad. »Ha, zijt gij hetl" zeide hij verheugd, de pen op den lessenaar werpende. »Ik ben volstrekt niet in eene stemming om te werken". »Ik geloof het wel", antwoordde Stahl met een stillen glimlach. •Komende gebeurtenissen werpen hare schaduwen vooruit". Lindhorn zag hem getroffen aan. Alsof de vriend in zijne ziel las! Dadelijk ben ik tot praten gereed", ging Stahl voort, terwijl hij gemakkelijk plaats nam. Ik moet slechts in eene dringende aangelegenheid eerst uwe beslissing verzoeken". Lindhorn maakte eene afwerende beweging. Verschoon my van uwe plannen voor morgen! Ge hebt het tot nu toe gedaan wat ik dankbaar erken, blijft daar nu bij 1" »Dat willen wij ook, Gustaaf", zeide Stahl gemoedelyk. »Het betreft iets anders. Mij is namelijk een brief ter verzending aan uwe vrouw ter hand gesteld en wel door een heer. Nu is het bij de algemeen bekende ijverzucht der gehuwde mannen eene bedenkelijke zaak zich met de verzending van zulke schriftstukken te belasten. Eer ik het ding aflever, zou ik_ daarom gaarne willen, dat gij er eens een blik in slaat. Hier is de brief; hij is open". Hij reikte hem over, zonder eene spier te vertrekken. Bij den eersten blik herkende Lindhorn het schrift. Karei, wat hebt gij gedaan?" riep hij op springend. Lees!" antwoordde Stahl eenvoudig. Gy ver oorlooft wel, dat ik eene van uwe opsteek. Om mij bezig te houden weet ge", Lindhorn las: •Hoogvereerde Mevrouw! Met de gevoelens van •diepe, wanhopige schaamte grjjp ik de pen. Gy moet my toch voor een slecht mensch houden, •de hemelache goedheid, welke gy mjj hebt be lwezen, geheel onwaardig. Waoneer gy my niet •hadt geholpen, zon schande mjjn deel zjjn geweest of ik zon, wat my toenmaals de eenige uitweg •scheen te zjjn, een einde aan mjjn leven hebben •gemaakt. Eo nochtans heb ik tien jaren lang •niets van mjj laten hooren. O, geëerde mevrouw! •Toen gy my in Btaat hadt gesteld de door mjj ontvreemde sommen te vergoeden en ik voor myne •weldenkende medeburgers slechts als een door het ongeluk vervolgd koopman behoefde te ver- •eobynea, die gedwongen was zjjne betalingen te •staken, toen beloofde ik my plechtig niet te •rusten, voor ik, volgens myne belofte, weder voor »u had verworven, wat ik u schnldig was. En ik heb, God weet het, oprecht beproefd er boven op •te komen. Het heeft mjj niet willen gelukken. Geleefd heb ik, verder niets. Zoo arm als ik uwe •stad, myne vaderstad, verliet, ben ik ook heden •nog. En dat is de reden van mjjn zwjjgen geweest: •valsch eergevoel. Ik kon er niet toe besluiten u •te zeggen, dat het mjj slecht ging, dat ik een •ellendige broodarbeider geworden en gebleven was, in de menigte verloren gegaan ik, die in goede dagen met de voornaamsten op gelyken voet had verkeerd. Wanneer gy dit gevoel be- •grjjpten gy znlt het dan durf ik hopen, dat gy mjj vergeeft vergeeft, ofschoon ik waar ach jjnljjk levenslang uw schuldenaar zal •bljjven. Het bewnstzyn moet n voldoende zjjn, •hoogvereerde mevrouw, dat gy in myn aandenken de gedaante van eene engel van barmhartigheid draagt, die een benedenwaarts gljjdend menschen- kind, in het nar van den uitersten nood, de •reddende hand reikte. Ik hoor, dat gy weldra uw zilveren bruiloftsfeest viert. God zegene u en •de uwen en schenke u al de liefde, die gy in •zoo rjjke mate verdient! Neemt dezen wensch minzaam aan van een voormaligen kennis, uvr •dankbaren Oswald". Karei", zeide Lindhorn ontroerd, »nu zal er een zilveren bruiloftsfeest worden gevierd zooals het nog nooit is gebeurd!" Dat zou ik meenen", knikte Stahl tevreden. •Wat ik nog zeggen wilde: ik heb beneden mijn rijtuig laten wachten. Gij kunt er gebruik van maken, ik kom te voet na". Reeds was Lindhorn op weg naar de deur. »Ik wil u nu niet danken; dat moet Franciska met mij samen doen". Stahl wenkte hem met de hand. >Maar gaat toch, gaat! Of meent gy, dat zoo'n boerenpaard vleugels heeft?" Op zijn gemak wandelde Stahl den haastigen vriend achterna. >Dat is gelukt", zeide hij meesmuilend en wreef zich de handen. In het voorhuis stormde Toni hem tegemoet: Gij zijt een toovenaar, mijnheer Stahl! Welke too verkunst en hebt gy toch aangewend om mijne ouders weder te vereenigen?" Dat moet mijn geheim blijven, mejuffrouw Toni. En ik raad u als vriend: onderzoekt niet verder. Men moet in het leven het goede stil medenemen en blijde genieten; daarbij bevindt men zich het beste". Toni knikte nadenkend. „Ik zal uw raad volgen". Daarna zeide zij op levendigen toon: •Zoo even is ook Otto aangekomen; hij is binnen bij de oudelui. En denk eens welk eene verrassing! Zonder iets er van te zeggen, heeft hjj zijn examen als referendaris gedaan en is met glans geslaagd". Hal Dat stond niet op ons programma; maar het is een mooi nummer, dat wij bezwaarlijk kunnen overtreffen Zijn de muzikanten op hunne plaats?" Zeker, sedert tien minuten reeds. O, ik ben zoo opgewonden". Zij liep vooruit en opende de deur der huis kamer. Een oogenblik toefde Stahl op den drempel eu verlustigde zijne oogen aan het beeld der gelukkigen, die door de liefde verjongd waren. Daarna trad hij binnen en riep opgeruimd: »Gij ziet er zoo stralend uit als een bruidspaar!" Dat zijn wij ook", antwoordde Lindhorn geroerd. Alleen met het onderscheid, dat wij heden niet, zooals voor vijf-en-twintig jaar, in blindheid voor eene onzekere toekomst staan. Nu, nadat wij elkander hebben wedergevonden, zijn wij zeker van het geluk, zoolang Gods zon ons nog beschijnt". En zacht voegde hij er bij, de hand van zijn vriend drukkend: »Ik zal het mij niet weder verbeuren. Goede geesten, zooals gy, grijpen zelden in een zelfbedorven lot. in". De jonge referendaris, dien Stahl nu begroette, sloeg een lichteren toon aan. Men herkent dezen - Philistertempel nauwelijks in feestdooi riep hij uit. »Dat is uw werk, mijnheer Stahl, ik heb het reeds vernomen. Het was in Göttingen mijn geheime angst, dat er niets zou gebeuren en Toni bij wie ik navraag deed, weigerde ïuy iedere inlichting. Nu, ik ben daarom niet meer boos op haar, alleen verwondert het my, dat zij heeft kunnen zwijgen". •Hij is ondeugend, mynheer Stahl", zeide Toni. Maar is van zulk een geleerden broeder wel eerbied voor eene jongere zuster te verwachten 'i Otto nam haar lachend bjj het hoofd en kuste haar. Ondertusschen was Stahl naai- het venster gegaan en had het geopend. •Nu mag het feest, zjjn voortgang hebben - zeide hij en klapte in zjjne handen. Eene militaire kapel, in den tnin opgesteld,, hief aan: »Nu daukt alles God", Elkander sprakeloos omxathoadend» beterde hot golukkigo zilveren paar.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1