ZIERIOEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 30 Juni 1893. Directeur-Uitgever J. WAALE. RECLAMES. M. C. van der VLIET, Zierikzee, Bandelaar in WIJNEN, GEDISTILLEERD, enz. KOLENMETER. AFKONDIGING. BEKENDMAKING. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prije per 3 maanden ia ƒ1,30, franoo per poet ƒ1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië ens. verzending eens per week10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 8175. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cta.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. 1—5 regels 35 Cts. Elke regel meer T5 Cts. UATEKPLE1K, A 389, Meisjesdie na de Zorner- vaeantie op de Meisjesschool (School D) wensehen te komen, gelieven zich daartoe aan te melden bij Mej. T. VISSER, op Woensdag 6 Juli tusschen 2 en 4 uur. De Secretaris der Plaatselijke Schoolcommissie J. A. DE BRUYNE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zeerikzeb maken bekend, dat door ben op heden tot Kolenmoter is benoemd ADRIAAN ANKER Cz. Zierikzee, den 27 Juni 1892. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Het HOOFD van het Gemeentebestuur te Zierikzee maakt bekend, dat door den heer Provincialen Inspec teur der Directe Belastingen te Middelburg is executoir verklaard het kohier voor de belasting op het Personeel dezer gemeente, dienstjaar 1892/93 (wjjk B), dat op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier wordt ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verplicht is zjjn aanslag op den by de wet bepaalden voet te voldoen. Zierikzee, den 28 Juni 1892. Ch. W. VERMEIJS. Uitslag verkiezing Lid van den Gemeenteraad. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- eikzee maken bekend, dat by de verkiezing, die op den 28sten dezer heeft plaats gehad voor een lid van den Gemeenteraad, ter vervulling van de plaats, open gevallen door het overlyden van den heer Mr. J. MOOLENBURGH, de volstrekte meerderheid van stemmen heelt verkregen en alzoo is gekozen de heer Mr- A. N. Baron DE VOS VAN STEENWIJK. Zierikzee, den 29 Juni 1892. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Opmerkelijk is het, hoe by Bismarck de regel niet opgaat, dat een afgetreden staatsman een vergeten burger wordt. Tijdens hij aan 't bewind was, critiek aan alle zijden, aan op- en aanmerkingen geen gebrek en toen hij aftrad, werd deze daad door velen beschouwd als eene verademing voorDuïtsch- land. De nieuwe koers, door Caprivi aangekondigd, zou nieuw leven wekken, zou aan eene beele massa dingen, die men verkeerd achtte, een einde maken, en de nieuwe boers werd gevolgd, de man van Fridricbsruhe liet zijn afkeuring hooren en allen luisterden naar de critiek; angstvallig ging men na wat gesproken werd door hem, wat door hem werd gedaan. Zoowel tijdens zijn rijkskanseliers schap, als tijdens zijne gedwongen rust, wordt er rekening met Bismarck gehouden, en afgetreden als staatsman hecht men nog altijd een gewicht aan zijne woorden en handelingen, grooter dan aan die van menig souverein. Het valt dan ook niet te ontkennen, dat het bezoek van den Koning van Italië met zijne gemalin aan het Duitsche hof, hoe innig hartelijk de ontmoeting tusschen de beide souvereinen moge geweest zijn en in welke harte lijke bewoordingen de Duitsche Keizer zijn Itali- aanscben gast verwelkomde, dat dit bezoek minder de aandacht trekt, dan de reis van vorst Bismarck naar Weenen. Ieder is er van overtuigd, dat al werd de reis ook ondernomen onder voorwendsel van tegenwoordig te moeten zijn by het huwelijk van zijn zoon Herhert met gravin Hoyos, de klein dochter van den rijken Engelschman "Whitehead, die te Frume eene groote torpedofabriek heeft, toch de werkelijke oorzaak school in de politiek. Klaarblijkelijk heeft hij de proef willen nemen, hoe na zijnen geruchtmakenden val en zijne in 't oog- loopende oppositie tegen het tegenwoordige regime in Duitschland, de ontvangst zijn zou bij de officiëele personen in binnen- en buitenland. De reis ging over Berlijn en Dresden naar de Oostenrijksche hoofd stad en vandaar, na een oponthoud van enkele dagen, over Salzburg naar München, vanwaar de oud-kanselier zich naar Kissingen begeeft, om daar de baden te gebruiken. De houding van het volk was overal, waar hij doortrok of verblijf hield, zeer geestdriftvol. De menigte verdrong zich aan de stations; de toejuichingen waren uitbundig, maar van de zijde der officiëele personen was de ont vangst koel, de meesten lieten zich niet zien. Te Weenen niet eens een audiëntie bij den Keizer, geen enkel bezoek van een der talrijke aartshertogen. Van al de ministers en hoogwaardigheidsbekleeders verscheen alleen graaf Kalnoky, maar zoo bevreest was men, dat dit enkele bezoek reeds iets zou gelijken op een officiëele begroeting, dat men zich haastte deze ontmoeting als een gewone beleefd heidsvisite te qualificeeren. Het belangrijkste van de gansche reis zal dan ook wel te vinden zijn in een gesprek, dat de vorst had met een reporter, die Bismarck schijnt te hebben kunnen bewegen zijn gevoelens nit te spreken over den politieken toestand. Vorst Bismarck zei dan dat Duitschland naar geen uitbreiding van grondgebied streeft, evenmin als Rusland; deze mogendheid denkt er niet aan, inbreuk te maken op Duitsch gebied. Toen indertijd een hondgenootschap gesloten werd met Oostenrijk, wilde hij de goede verstandhouding tusschen Duitschland en Rusland niet opofferen; integendeel, de vriendschappelijke verhouding tot laatstgenoemde mogendheid dienstbaar maken aan dé Oostenryksehe politiek, die slechts den vrede be oogt. Maar de stand van zaken schijnt verandering gebracht te hebben in de verhoudingen, want Duitsch land oefent geen invloed meer uit op de Russische staatkunde. Volgens Bismarck vindt dit zijn oor zaak hierin, dat het vertrouwen der wereld en het persoonlijk gezag nog aan zijn opvolger ontbreken. Van daar dat de stand van zaken in Europa, waar door Rusland zich tot Duitschland voelde aan getrokken, verbroken ia. Naar zijne meening moet het hoofddoel van de tegenwoordige politiek zijn: de handhaving van den vrede. Want wat zou er ge beuren na een met goeden uitslag bekroonden oor log met Rusland? Dan zou Duitschland immers tusschen twee buren zitten, die het gedurig met een revanche-oorlog bedreigen. Het is mogelijk, aldus vervolgde hy, dat een oorlog met Frankrijk onvermijdelijk is. Daartoe behoeft slechts één man op te staan, die de lont in 't kruit werpt. Doch dit is een toestand, waarvan het einde is te voor zien. Duitschland en Rusland daarentegen hebben er geen enkel belang bij, elkander den oorlog aan te doen. Zooals we zien, is hier de gewone rede neering gevolgd der bladen, die op de hand van Bismarck zijn: de regeering moet een oorlog met Rusland voorkomen; die met Franbrjjk moet zij afwachten. In Engeland staan thans de verkiezingen voor de deur. Het Parlement is Dinsdag jl. ontbonden, dienzelfden avond moeten aan de officiëele stem- opnemers de zoogenaamde writs gezonden worden. Den volgenden dag bereiken deze writs hunne bestemming, en dus zullen de verkiezingen in de steden den vierden Juli beginnen om den negenden Juli geëindigd te zijn. Immers de wet bepaald, dat de verkiezingen moeten plaats hebben tusschen den 5den en den 9den dag na de ontvangst der orders. Die op het platteland en in de graaf schappen duren van den 8sten dag tot den I7den na dien datum, terwijl voor heide tijdvakken de zon- en feestdagen niet meetellen. Daar het Parle ment niet bijeenkomen kan voor er 35 dagen ver- loopen zijn na de ontbinding, zal het dus wel midden Augustus worden eer de zittingen in het Lagerhuis weer beginnen. Onder de candidaten komt o. a. de bekende reiziger Stanley voor als candidaat voor de liberaal-unionisten, en staat dus tegenover de Gladstonianen. Gladstone zoowel als de minister Balfour, hebben hunne manifestatie aan de kiezers reeds openbaar gemaakt. De verkiezingen in België zijn nu geheel af- geloopen. De liberale partij heeft niet die over winningen hij de herstemming behaald, waarop zy had gehoopt, maar toch bestaat de nieuwe Kamer nu uit 92 katholieken en 60 liberalen en de nieuwe Senaat uit 46 katholieken en 30 libe ralen. De vereischte t/s heeft dus de regeerings- party niet behaald en bij de aanstaande grondwets herziening zal zij rekening dienen te houden met de eischen der liberale minderheid. In Griekenland is het nieuwe ministerie op getreden, noodig geworden door den uitslag der onlangs daar gehouden verkiezingen. Zooals hekend is behaalde daar de partij van den heer Trikoupes de overhand, zoodat het niet meer dan billijk was, dat de Koning hem de vorming van een ministerie opdroeg. Zoo heeft na een korte tusschenpoos de oude wisseling weer plaats genomen en is Trikoupes weer Delyanus opgevolgd, om na korteren of langeren tijd weer plaats te maken voor laatst genoemden staatsman. Amerika. Uit de Yereenigde Staten komt de goede tyding dat de heer Cleveland, de ex-president, tot candidaat van de democratische party verkozen is. Zoover men thans oordeelen kan, Btaan zyu kansen beter dan die van den heer Harrison. Hy is een gematigder, wjjzer man dan deze, zjjn buitenlandsche staatkunde is minder aanrandend, terwyl zyn party niet ultra-protectionistisch is en Mac Kinley's-tarief een onheil acht. Frankrijk. Maandag kwam in de Kamer het tweegevecht tusschen den markies de Morés en den kapitein Mayer, dat voor dezen een zoo noodlottigen afloop had, te berde. De heer Camille Dreyfus voelde zich gedrongen eene vraag deswege tot den minister van oorlog te richten. Hy verklaarde dat de Kamer begrypen zal, dat hy onder den indruk eener diepe ontroering is. Israëliet van oorsprong, van ouds tegenstander van den man, wiens naam by deze discussie noodzakelijk genoemd moet worden, zou hy gewenscht hebben dat een ander dan hy de zaak in de Kamer te berde had gebracht. Maar het kwam hem niet mogelyk voor, zonder protest zekere woorden te laten voorbygaan, die gebezigd zyn in geschrifte; woorden, waar by joodsche degens gesteld zyn tegenover Frausche degens. Hy vraagt of de minister van oorlog dergel jjke uitdrukkingen zal dolden of er tweeërlei degens zyn in het Franache leger, waar allen hun bloed veil hebben voor bet vaderland. Met vertrouwen verwacht hy het antwoord des ministers op zyn vragen. De minister van oorlog, de heer de Freycinet, antwoordde: De ontroering, die zich meester heeft gemaakt van den heer Dreyfus, hebben wy allen ge voeld, de minister van oorlog in bet byzonder, daar hy in den bloei der jaren een officier het leven ziet verliezen, die aan het vaderland groote verwachtingen van zich gaf. (Algemeene byval). De heer Dreyfus heeft gevraagd, of de minister van oorlog kan toelaten, dat er tusschen de officieren in het Jeger onderscheid wordt gemaakt van wege den godsdienst. Sprekers antwoord luidt: Wy kennen in het leger noch protestanten, noch katholieken, noch joden. Wy kennen slechts Franschen. (Opnieuw byval). Wy verklaren aan de joodsche officieren, die niet in het minst door dergelyke uittartingen in hunne eer aangetast zyn, dat wy zulk beroep op de hartstochten van een vervlogen tydperk, op de vooroordeelen, waarmede de Fransche Revolutie heeft afgerekend, hoogelyk afkeuren. (Heel juist!) Wjj zeggen hun: die collectieve beleedigingen kunnen u niet deren. Gjj moet u er boven verheven achten. Gy wordt gesteund door de regeering, door het parle ment, door de openbare meening; zy allen dekken u. De minister van oorlog waakt, en zoo de uittartingen zich herhalen, zal by maatregelen nemen om ze tegen te gaan. Wy zullen niet dulden, dat er een beroep gedaan worde op den burgeroorlog, zooals men heeft durven zeggen. (Daverende byval). De heer Paul de Cassagnac zeide tot den minister: Gy hebt geljjk. Maar ook katholieke officieren zyn beleedigd. Ik heb, antwoordde de minister, geen onderscheid gemaakt tusschen officieren van welken godsdienst ook. Ik herhaal het, er zyn slechts Fransche officieren in ons leger, en wy zullen ben allen in dezelfde mate doen eerbiedigen. (Langdurige toejuichingen). De heer Dreyfus betuigde den minister zyn dank voor deze woorden, die alle recht laten wedervaren aan zyne geloofsgenooten in het leger. De heer Cunéo d'Ornano vroeg nu het woord om de vraag des heer en Dreyfus ijlden vorm eener inter pellatie in de Kamer te brengen. Er werd tot onmiddellijke discussie besloten. De heer d'Ornano verklaarde, dat het hier de twee grootste gevoelens der menschheid geldt: den gods dienst en het vaderland. Spreker is vry van eiken hartstocht tegen eenigen godsdienst; maar hy verlangt dat men denzelfden geest van verdraagzaamheid toont, als het den katholieken godsdienst betreft, en in Bommige bladen is dit niet het geval. Nadat er nog een kort debat was gevoerd, werd de volgende motie aangenomen: >De Kamer, de ver klaringen der regeering goedkeurende, gaat over tot de orde van den dag". Duitschland. De vorstin van Waldeck, geboren prinses Louise van Glückaburg, tweede gemalin van den vader der Koningin-Regentes van Nederland, is Zondag van een zoon bevallen. Koningin Wilhelmina verheugt zich dus in het bezit van een oom van drie dagen. Nederland. Assen, 27 Juni. Naar men verneemt is bepaald, dat H. M. de Regentes met H. M. de Koningin in het volgende jaar in Mei of Juni Assen zullen bezoeken. Naar de localiteit in het hotel van den commissaris iB een onderzoek ingesteld, evenals naar de gelegenheid tot stalling der paarden, het bergen der rytuigen, enz. Amsterdam, 27 Juni. Trein No. 60 van Haar lem, die te 9.13 alhier behoort aan te komen, veroor zaakte gistermorgen niet weinig opschudding aan het Centraalstation. Trein No. 60 is een lokaaltrein en wordt niet met een Westinghouse rem, maar met een gewoon remtoestel tot staan gebracht. Toen de trein gisteren het station naderde en de machinist wilde remmen, bemerkte deze dat de toestel defect was en gaf onmiddellijk met de fluit aan de treinbeambten het sein tot remmen met de handrem, van den bagagewagen. Het oogenblik was spannend. Aan de andere zjjde van het station toch stond trein 206 gereed om in de richting Hilversum te vertrekken, en op hetzelfde spoor, waarop de trein van Haarlem in volle vaart kwam binnenrollen. De conducteur van trein 60 riep al zyn krachten te hulp om den trein met de handrem tot staan te brengen. H,et mocht hem niet gelukken; .de machine, een tender- locomotief, kwam met een krachtigen schok in botsing met den laatsten wagen, een bagagewagen, van trein 206. Op het laatste oogenblik was de vaart echter in zooverre verminderd, dat de machinist en zyn leerling op het perron konden springen. De conducteur bleef op zyn post en heeft geen letsel gekregen. De stationschef, die juist trein 206 inspecteerde en zich aan de andere zyde bevond, zag de botsing zelve niet, maar vloog, op het hooren van den schok, natuurlyk onmiddellyk naderby. Men zag toen de machine van trein 60 met gebroken stootbuffers en ingedeukte bekapping buiten de rails geworpen en den bagagewagen van trein 206 met het achterste gedeelte omhoog geworpen en zwaar be schadigd. Ook een derde-klasse-rytuig van trein 206 was beschadigd. Na onderzoek bleek Bpoedig, dat slechts een achttal personen licht gewond waren, en wel twee passagiers van den trein uit Haarlem, vier reizigers, die in den trein naar Hilversum hadden plaats genomen, en twee stadgenooten, die waarschynlyk reizigers van trein 206 uitgeleide deden, en door de dichtslaande portieren gewond werden. Terwyl het stationspersoneel onmiddellijk alle moge lijke hulp verleende om de gekwetsten by te staan, werd een geneesheer, dr. Coenen, geroepen, die reeds te 9.45 ter plaatse was en de lichte kwetsuren verbond. Een heer, die aan het aangezicht verwond werd, begat zich per rytuig naar huis, en eene dame, die door den schrik ontsteld was, werd in de woning van den stationschef eenige oogenblikken verpleegd, voor ook zy pet rytuig zich huiswaarts begaf. De overigen hadden reeds lang de plaats des onheils verlaten. De geneesheer verzekerde, dat geen ernstige ver wondingen hadden plaats gehad. Aangaande bovenstaand ongeval meldt men nog het volgende: Het geraas was verschrikkelyk. In beide treinen werden een twaalftal personen gekwetst. De namen der gekwetsten zynde heer A. Tombrink uit Amsterdam, J. M. Donselaar en echtgenoote uit Haarlem, de heer H. Crassee uit Amsterdam, de heer Belgrave uit Amsterdam, mej. De Boer uit Amsterdam, de heer A. Hartmeyer uit Amsterdam, de heer Ph. M. Mak uit Haarlem. Nog een viertal gewonden begaven zioh buiten het station. Eenige werden op de Prins Hendrikkade in een café verbonden, terwyl een van hen, de heer Derkstra, door den schrik in hevig zenuwachtigen toe stand een huis binnenvloog, vooraan in de Warmoes straat, waar men den man greep en tot kalmte bracht. Alle verwondingen zyn aan het hoofd en enkelen aan de schouders, voornamelijk veroorzaakt door open- en dichtslaande deuren. Onmiddellyk werd ontboden dr. J. A. L. Coenen, die in de wachtkamers, geholpen door eenige andere zich aanbiedende heeren, de gekwetsten verbond. Eenigen tjjd na bet gebeurde bevond de burgemeester zich ter plaatse om zich op de hoogte te stellen van het ongeval. De schade aan het materieel is vry aanzienlyk. Amsterdam, 28 Juni. Heden nacht veroorzaakten de socialisten eenige opstootjes. Zij werden door de politie uiteengedreven. Een persoon geraakte te water, doch werd gered. Het huis van den burgemeester wordt door eene sterke politiewacht bewaakt. Gravenhoge, 28 Juni. Tweede Kamer). Aan de orde is voortzetting der beraadslaging over de vermogensbelasting. De heer Yan Velzen legde vooral nadruk op de bezwaren der anti-revolntionaire party: het treffen van het onroerend vermogen naast de kapitaalsbelasting en het niet bekend zyn van de bedrijfsbelasting. Verlaging van grondbelasting zou den landbouwer weinig baten. De anti-revolntionaire party zou niet ontrouw worden aan vroegere meening door dit ontwerp af te stemmen. De beer Poelman kende aan deze ontwerpen weinig invloed toe voor de verbetering der sociale toestanden. De Min. zou zich meer populair hebben gemaakt, in dien by de progressie sterker had doorgevoerd om met de hoogere opbrengst andere, den arbeider drukkende lasten af te schaffen. De heer Yan Karnebeek vond 's Ministers berekening, dat elk vermogen 4 pCt. afwerpt, te hoog; drong aan op aftrek van belasting wegens de talrjjkheid van het gezin en wenschte de vermogensbelasting tegelijk met de bedrijfsbelasting in te voeren, omdat zy naast de patentwet onbestaanbaar is. De heer Veegers beschouwt de ontwerpen als een goed begin voor belastinghervorming, als een deugdelijke grondslag voor verdere verbetering en zal er dan ook toe medewerken, ondanks de door hem ontwikkelde bezwaren. De heer Yeegens betoogde in het slot zyner rede, dat er geen reden bestaat om de belastinghervorming uit te stellen ter wille van het kiesrecht. Men moet de Kamer laten toonen een onrecht te willen doen ophouden. Voorts gaf hy den Minister in overweging om een overgangsbepaling te maken, waardoor zoolang de patentbelasting niet is herzien, geen winstgevende vermogensdeelen in de vermogens belasting te doen betalen. De heer Yan Delden was niet tegen de voorstellen der Regeering, maar had alleen bezwaar, dat het grondbezit in de vermogensbelasting zou worden ge troffen. Hy gaf in overweging voor het onroerend vermogen in plaats van hét 20-voud het 15-voud aan te nemen. Baarn, 27 Juni. Heden ochtend te 8x/4 uur vertrok prinses Elisabeth van Waldeck-Pyrmont weder naar Duitschland. H. M. de Koningin-RegenteB geleidde hare zuster tot aan het spoorwegrytuig, waar een hartelyk afscheid werd genomen. Een kwartier later kwam de Groothertogin van Saksen Weimar aan. Door de Koningin-Regentes begroet, begaven de vorstelijke personen met gevolg zich in gereedstaande rytuigen dadelyk naar Soestdyk, aan welks lustslot voor H. K. H. vele herinneringen aan eene gelukkige jeugd verbonden zyn. Rotterdam. Met de tjjdelyke waarneming der betrekking van adjunct-controleur by 'srjjkB belastingen alhier, is belast de adjunct-controleur te Schiedam J. Yan Hee, en te Schiedam de surnumerair jhr. C. Th. L. v. Kinschot. Goes, 28 Juni. De mededeeling dat »Hosannah" geen concert zou geven in de tent op de Groote Markt, is gebleken onjuist te zyn. Donderdag avond zal door dit gezelschap concert worden gegeven. Scherpenisse, 28 Juni. Op het examen voor vroedvrouw te Amsterdam is o. a. geslaagd mejuffrouw M. van Bezoojjen alhier. Bruinisse, 28 Juni. In de vorige week werden van hier verzonden ongeveer 400 ton mosselen naar België. Eenige schippers vertrokken weder naar de Zuiderzee tot het vangen van jonge mosselen ter uit zaaiing op de verschillende gronden. Oosterland, 29 Jnni. Tot lid van den ge meenteraad alhier is gekozen de heer S. de Rjjke met 72 van de 114 uitgebrachte stemmen. De heer Th. Brouwer Cz. verkreeg 42 stemmen. Zïeriltzee, 29 Juni. Tot lid van den gemeente raad alhier is met 175 van de 188 uitgebrachte geldige stemmen gekozen Mr. A. N. baron de Yos van Steenwyk. Omtrent het voorgevallene op de audiëntie, door de Koningin-Regentes te Leeuwarden verleend aan een drietal afgevaardigden van hfdeelingen van den Bociaal-democratischen bond en den bond voor Alg. kieB- en stemrecht, bevat de Klok een uitvoerig artikel. De afdeelingen haddenzooals men weet, een particulier onderhoud verzocht op Zondag jl., maar daaraan kon niet worden voldaan. Op de voor ieder toegankelijke andiëntie konden zy natuurlyk wel worden toegelaten. De Commissaris der Koningin deelde mede, dat zy, als zy 't een en ander wilden overhandigen en toelichten, by 't laatBte zeer kort moesten zyn. Men besloot toen een kort adres aan te bieden, maar als toelichting daarby te voegen maïsmeel gekookt in water, zooals de arbeiderB, die geen aardappelen hebben, dat eten, een vyfpondBbrood en een kwartje, de gewoDe gift der armvoogden. Tj. Stienstra van Harlingen, Zandstra van Leeuwarden en vrouw Weyer zouden een en aoder overhandigen. Toen zy ter audiëntie kwamen, had de Commissaris der Koningin volstrekt bezwaar hen met deze pakkage toe te laten. Zjj moesten het dus in de wachtkamer achterlaten. Vrouw Weyer, die de beschrijving in de Klok geeft, deelt van hetgeen voor H. M. voorviel, het volgende mede j> Stienstra sprak eerst, daarna ik. Ik zal trachten zooveel mogelyk woordelijk weer te geven wat wy hebben gezegd en ook wat de Koningin ons ant woordde. Stienstra: »Mevrouw, zooals u zeker bekend zal zyn, hadden de afdeeling van den bond voor A. K. en S. en die van den S.-D. bond hier te Leeuwarden u om een particulier gehoor verzocht, ten einde u door een deputatie van tien personen een adres te overhandigen en mondeling verder te doen toelichten, om u daardoor eenigszins een overzicht omtrent den toestand der arbeiders in Friesland te geven. Dit partionlier gehoor is geweigerd, alleen werd ons deze audiëntie toegestaan en daardoor is ons de aanbieding van het genoemde adres onmogelyk gemaakt, wjjl het voornaamste, nl. de mondelinge toelichting, niet volledig kan geschieden. Daarom, mevrouw, hadden wy een ander adres mee gebracht, namelyk het eten dat de arbeider 'b winters nuttigt; bet bestaat uit maïsmeel in water gekookt, het varken by den boer krjjgt er meestal karnemelk bij, doch dit kan de arbeider niet bekomen, en wanneer hjj dat ellendig voedsel ook niet meer kan krygen en hy ten einde raad naar de armvoogden gaat, geeft men hem een brood, zooals wy er ook een hebben meegebracht. Men heeft echter gemeend, dat u dat niet mocht zien en men heeft het ons dus afgenomen, doch wanneer u zulks wenscht, het staat in de kamer hiernaast en dus enkele schreden van ons verwijderd". De Koningin: »Ik verzoek u het hier te laten, dan zal ik het straks onderzoeken; u kan het dan later terughalen". Stienstra: >Het wonen der arbeiders, mevrouw, is zeker niet beter dan het eten, hierover wenBch ik het woord te laten aan mjjne mede-afgevaardigde". Ik: Mevrouw, duizende huisgezinnen in Friesland wonen niet in huizen, maar in krotten. Ia de plaats waar ik woon, ken ik een gezin van een oppassend werkman, waarvan de vrouw byna drie maanden aan de pleuris lydt; ze deelt hare slaapplaats, een bouw vallige bedstede, met man en twee kinderen, terwyl op de andere bedstede vyf kinderen een plaats moeten zoeken. Dit ie een uit velen, mevrouw. Mocht u aan de waarheid twyfelen, ik ben bereid u deze met eigen oogen te laten zien, ge kunt u veilig achten onder de hoede der Friesche arbeiders". De Koningin: »Ik zal het onderzoeken en uwe bezwaren aan de Regeering overbrengen en ik verzoek u my alsnog het adres na te zenden". Daarmee was ons gehoor afgeloopen". Yoorte deelt vrouw Weyer nog mede, dat na haar de andere arbeiders kwamen. Beets protesteerde tegen de groote weeldewaarmede de Koningin werd ontvangen, terwyl er zooveel ellende in Friesland Seleden werder moest iets anders worden gedaan om en nood te lenigen dan geven. Ook Tjalleberd, Surhuisterveensterheide en Stiens overhandigden de Koningin een adres; de afgevaardigde van Stiens had als adres een vel papier, volgeplakt met toepasselijke motto's. Van Borssum Waalkes overhandigde de motie en eischte invrijheidstelling van Geel. Te Njjmegen is een doofstomme jonkman met een doofstomme jongedochter in 't huwelijk getreden. Beiden verstaan een goed handwerk, waardoor zy ruimschoots in staat zyn om in hun onderhoud te voorzien. Op Donderdag 4 Augustus zal het Leger des Heils in Nederland zyn vyfde jaarfeest vieren, en wel op het landgoed van jhr. R. A. E. Barnaart te Vogelenzang bjj Haarlem, hetwelk voor die gelegenheid door den eigenaar is afgestaan. Het feest zal het karakter hebben van eene soort van Leger des Heils-zendingsfeest of »Velddag", zooals men het zal noemen. Er zullen bijzondere schikkingen worden gemaakt om heilsoldaten en vrienden nit alle deelen van het land in de gelegenheid te stellen daarby tegenwoordig te zyn. De bijeenkomsten zullen worden geleid door ver schillende officieren, sommige alleen door vrouwen. Er zal voorts eene revue over de troepen worden ge houden; verder tentoonstellingen van het maatschappe lijk en ander werk; er zal muziek zyn, enz. enz. Ziorilczee, 28 Juni. Alhier zal Vrijdag a.s. de 48e algemeene vergadering der onderwijzers-vereeniging in dit arrondissement, in de sociëteit „Ons Genoegen" plaats hebben. In die vergadering zal o. a. geregeld worden een wed strijd voor onderwijzers (ook met hoofdakte) in het lezen van een ter vergadering op te geven stuk, verslag worden uitgebracht van den staat der onderwijzersgezelschappen in het arrondissement, eene keuze worden gedaan der plaats voor de volgende algemeene vergadering, waarvoor het bestuur Haamstede of Renesse voorstelt. Verder zal verslag worden uitgebracht van de boekerig en de hulpspaarbank, een voordracht worden gehouden door den heer Stam van Amsterdam over Slöjd; bovengenoemde wedstrijd werd gehouden met rapport der commissie van beoordeeling, en worden besproken de vraag: Aan welke eischen moet een lokaal voor de vrije- en orde-oefeningen voldoen? Deze vraag zal ingeleid worden door den heer P. van der Have, hoofd van school B alhier. De dames onderwijzeressen ia 't arrondissement Zierikzee zijn uitgenoodigd tot bijwoning der voordracht van den heer Stam. Na afloop der vergadering zal een rijtoer gedaan worden, daar het houden van een vriendschappelijken maaltijd te geringe deelneming geen voortgang zal hebben. Benoemd tot postbode op Duivendijke J. C. Cannoo alhier. Benoemd tot leeraar in de klassieke letteren aan het stedelijk gymnasium te Kampen, de heer A. J. Dronkers, littéraris doctorandus, van Middelburg. RECHTSZAKEN. Zierikzee, 28 Juni. Ter terechtzitting van Yrjjdag 1.1. stonden voor de arrondissements-rechtbank terecht 1°. M. de G., zonder beroep, wonende te Bruinisse, beklaagd dat hy op 25 April 1892 te Bruinisse moed willig J. J.. C. met een stok verscheidene slagen op het hoofd 'toegebracht en L. C. vastgegrepen en aan de band verwond heeft. Beklaagde ontkende en beweerde zelf mishandeld te zyn. De substituut-officier van justitie, mr. Horcb, vorderde 10 boete, subs. 14 dagen hechtenis. De verdediger, mr. A. J. F. Fokker, meende dat beklaagde tegenover de getuigen uit noodweer had gehandeld en drong aan op vryspraak. Heden werd beklaagde tot de gevorderde straf veroordeeld; 2®. J. P., C. K, en J. H., arbeiders te St. Annaland, beklaagd van mishandeling van A. G., huisvrouw van J. den E. te St. Annaland. Na het hooren der getuigen, vorderde de officier van justitie voor No. 1 drie weken en voor Nob. 2 en 3 ieder 14 dagen gevangenisstraf. Yoor No. 1 trad als verdediger op mr. A. J. F. Fokker, voor No. 3 jhr. mr. J. W. D. Schuurbeque Boejje. De rechtbank veroordeelde heden No. 1 tot eene gevangenisstraf van 14 dagen, Nos. 2 en 3 ieder tot eene boete van 10, Bubs. 14 dagen hechtenis, met vryspraak van hetgeen hen meer was ten laste gelegd; 3°. K. van D., 10 jaar, wonende te Oosterland, beklaagd van diefstal. De officier van justitie vorderde, met het oog dat beklaagde voor diens jeugdigen leeftjjd zeer ongunstig bekend staat, zyne opzending naar een ryksopvoedingB- gesticht. Bjj vonnis van heden werd beklaagde ontslagen van alle rechtsvervolging, doch zyne plaatsing gelast in een rijksopvoedingsgesticht tot zyn 18e jaar. Het gerechtshof te 's Gravenhage heeft Maandag, met vernietiging van het vonnis der rechtbank te Zierikzee in zake G., landbouwer te Tholen, tegen een tweetal credi teuren in het faillissement van V., commissionair in effecten, uitgemaakt dat ten deze inpandgeving van schuldvorderingen en niet van titels van schuldvorderingen had plaats gehad en voorts dat de kennisgeving binnen de veertig dagen vóór het faillissement aan de oorspronkelijke debiteuren van den pandgever-failliet, niet nietig maakt de lang te voren tot stand gekomen pandovereenkomst (art 774 W. v. IC) De vordering van den appellant G. werd dus toege wezen met zijne toelating als preferent crediteur voor de aanzienlijke som, welke hij van den failliet te vorderen had. Voor den appellant was opgetreden mr. W. A. van Hoek, advocaat te Middelburg, en voor de geïntimeerden mr. W. Thorbecke, advocaat te 's Gravenhage. Het Openbaar Minis terie had, bij monde van den advocaat-generaal mr. Tel- ders, eene conclusie genomen, waarmede het gerechtshóf zich bij zjjn arrest geheel vereenigde. Indertyd hebben wy melding gemaakt van een door de rechtbank te Middelburg uitgesproken civiele zaak tusschen M. R., weduwe van den heer J. M., in leven landbouwer te Koljjnsplaat, contra P. M., koopman, wonende te Goes. Het betrof den verkoop van een rytuig, dat volgens de eischeres nimmer in Noord- Beveland mocht terugkeeren, welke bepaling door den gedaagde werd betwist. (Bjj vonnis der rechtbank d.d. 16 December 1Ö91 werd der eischeres hare vordering tot schadevergoeding ontzegd). In appèl werd bjj het gerechtshof te 's Gravenhage (arrest 20 Juni j.l.) het vonnis der rechtbank bevestigd. De eischereB heeft, naar men uit goede bron verneemt, van cassatie afgezien, zoodat het rytuig in kweBtie in Noord-Beveland mag blyven rjjden. Rotterdam, 28 Juni. Bjj vonnis van de recht bank alhier werd heden o. a. veroordeeld, H. J. W., predikant te Sommebdjjk, wegens het opzettelyk en wederrechtelijk beschadigen van eenig goed, geheel aan een ander toebehoorende (eene dnif van den burge meester) tot 25 boete. Aanbestedingen, Verkoopingenenz. Ten overstaan van den notaris Mr. J. C. van der Lek de Clercq, d.d. 27 Juni 1892, zyn verkocht: 86 Aren 10 Cent. weiland, onder Zierikzee, voor 625 per 41 Aren 68 Cent.; 2 Heet. 74 Aren bouwland in den Jonge Polder, onder Nieuwerkerk, voor 435 per 40 Aren 35 Cent. Een woonhuis en erve in de Venkebtraat te Zierikzee, voor 400; een pakhuis en erve in de Molenstraat aldaar, voor ƒ100.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1