ZIERIKZEESCIIE EI W SIIOII E.
Zaterdag 4 Juni 1892.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
B E RICH T.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Schipper A. v. d. HUCHT,
Yersch^nt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is /1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. S165.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cta.
meerdere regels 10 Cta.kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend
Met het Pinksterfeest sal de Nieuws
bode op aanstaanden Maandag avond
niet worden uitgegeven
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter
kennis van de ingezetenen, dat de Secretarie der
gemeente op den tweeden Pinksterdag
zal zjjn gesloten, met uitzondering van des middags
12 tot des namiddags 12l/j uur, voor het doen van
aangiften, don Bnfgerljjken Stand Iretrcffende.-
Zierikzee, den 3 Juni 1892.
De Burgemeester voornoemd,
Ch. W. VERMEIJS.
Verkiezing van een lid voor den
Gemeenteraad.
Do BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend,
dat de verkiezing van een lid voor den Raad dezer
gemeente, ter vervulling van de plaats, openeevallen
door het overlijden van den heer Mr. J. M00LEN-
BURGH, zal plaats hebben op Dinsdag den
Juni e.k., van des morgens 9 tot des
namiddags 5 uur, in de bovenzaal op het Raadhuis,
waartoe aan iederen kiezer een gesloten brief van
oproeping, een stembriefje bevattende, zal worden te
huis bezorgd, en dat de opening der stembriefjes zal
geschieden op Woensdag den 2Ï> Juni
daaraanvolgende, des morgens te 9 uur.
Zierikzee, den 3 Juni 1892.
De Burgemeester voornoemd,
Ch. W. VERMEIJS.
De Beschrijvingsbrief van Volksonderwijs.
Oj) Dinsdag den 7den Juni wordt te Amsterdam
de algemcene vergadering gehouden van de ver-
eeniging //Volksonderwijs." De beschrijvingsbrief
voor deze vergadering bevat negentien punten,
waarvan enkelen uitsluitend van beteekenis zijn
voor hen die de vergadering van de vereeniging
//Volksonderwijs" gaan bijwonen, maar anderen de
aandacht waard zijn van allen, die belang stellen
in het onderwijs van ons volk, en wèl in zulk
onderwijs, dat niet onder voogdij staat van de eene
of andere kerk. Zonder toch tegenstander te zijn
van -eenig kerkgenootschap, -ja mei volle waar
deering van de goede bedoelingen der kerkgenoot
schappen, is de voorstander van Volksonderwijs
toch altijd een tegenstander van de heerschappij
van den clerus op schoolgebied; zijn deleden van
Volksonderwijs niet te zoeken onder de katholieken
of anti-revolutionairen, maar onder hen, die be-
hooren tot de liberalen en tot hen die voorstanders
zijn van het radicalisme, of van welke richting
ook die anti-clericaal is.
Bestaat er al sinds eenigen tijd spanning tusschen
de voorstanders van het Christelijke onderwijs,
doordien een deel van hen, dat onderwijs drijven
wil in een meer bepaald kerkelijke richting, met
name in het keurslijf der doleerendenterwijl een
ander deel hiervan niets weten wil, maar het
algemeen-christelijke, op den voorgrond stelt
een dergelijke verdeeldheid schijnt ons toe ook
op til te zijn onder de mannen van Volksonderwijs.
Aan den eenen kant toch zij, die zuiver liberaal
zijn en de school willen gehandhaafd zien volgens
de grondbeginselen van het libevalisme aan den
anderen kant zij, die veel verder willen gaan en
de school tot een fac-totum willen maken, waarbij
liet huisgezin overbodig wordt en de ouders tot
niet veel anders d§ugen dan tot voortbrenging van
het nageslacht. Dat bij laatstgenoemden, de naam
//Volksonderwijs" niet meer aan de bedoeling be
antwoordt, springt dadelijk in het oog, maar
waarschuwt ons dan al ook tevens: dat de ver
eeniging bij overheersching van liet laatste element
haar naam veranderen moet, of zich schuldig zal
gaan maken aan karakterloosheid.
Het. hoofdbestuur van Volksonderwijs bestaat nog
uit mannen van eerstgenoemde richting; maar
terwijl volgens het reglement, twee leden moeten
aftreden en het hoofdbestuur twee dubbeltallen ter
voorziening in genoemde vacaturen aanbeveelt,
beveelt de afdeeling I van Amsterdam als dubbeltal
aan de heeren A. H. Gerhard en II. W. J. A.
Schook. Door de afdeeling Rotterdam wordt laatst
genoemde aanbevolen. Daaruit ziet men dat de
sociüfil-democratie ook haar aandeel in het hoofd
bestuur wil hebben. Gelijk de afdeeling van
Volksonderwijs te 's Gravenhage reeds in sociaal
democratische handen is, zoo ook is het begrijpelijk
dat van dezen kant pogingen worden aangewend
om het hoofdbestuur in gelijken geest *rom" te
krijgen.
De afdeelingen Utrecht en Nieuw-Beerta dringen
beiden bij liet hoofdbestuur aan, om alles te doen
wat mogelijk is om van de Regeering leerplicht
te verkrijgen. Utrecht gaat in dezen nog verder en
zou de ouders, van kinderen die de lagere school
bezocht hebben, willen dwingen om hun kroost
nog een driejarigen cursus van herhalingsonderwijs
te doen afloopen. Wij voor ons wachten van deze
voorgestelde dwangmaatregelen niets geen heil,
als zij wet mochten worden schijnt het ons toe
dat zij meermalen maatregelen van papier zouden
blijken te zijn.
Door de afdeelingen Hengeloo en Groningen zijn
voorstellen ingediend die de positie der onderwijzers
raken. Rengeloo is in dezen uitvoeriger dan Gro
ningen en dringt bij de Regeering aan nop ver
betering van den algemeenen toestand der
//onderwijzers door:
Ka. ze te verdeelen in onderwijzers, hoofd-
//onderwijzers en hoofden van scholen, met verhoogde
//minima der jaarwedden voor die drie klassen, en
z/varieerende naar de toestanden en grootte der
//verschillende gemeenten;
ub. verplichte verhoogingen, geregeld naar
//capaciteit en dienstjaren
uc. uitbreiding der pensioensregeling voor onder-
z/wijzers, tot hunne weduwen en weezen
nd. eene betere regeling van de wijze waarop
z/in bestaande vacature moet worden voorzien."
Dat er onderscheid besta in de financieële be-
looning voor degenen, die door het bezit van een of
meer acten van elkander onderscheiden zijn, dunkt
ons niet alleen rechtvaardig, maar ook aanmoedigend
voor hen die na de noodige inspanning zich wederom
de eene of andere acte verworven hebben. Hield
de regeling der jaarwedden meer voeling met den
ijver voor en het succes op de studieën, dan
dunkt ons, dat de stemming van vele hulponder
wijzer?-'opgewekter zou zijn. Aanmoedigend is het
toch zeker, dat men bij de verhooging van het
peil der verstandelijke ontwikkeling, daarmede ver
betering van financieëlen toestand gepaard ziet
gaan. Daarom dunkt het ons ook zeer in het belang
van het onderwijs te zijn, zoo de onderwijzers niet
gebukt gaan onder financieële zorgen, en zoo zij
met gerustheid hun ouden dag te gemoet mogen
gaan, wetende welk pensioen hen wacht. Alles wat
hierin degelijke en blijvende verbetering aanbrengt,
juichen wij van harte toe.
Met het voorstel van de afdeeling Amsterdam 1
om er bij de Regeering op aan te dringen dat
Artikel 4-fi der Wet op het Lager Onderwijs zoo
gewijzigd wordedat het onderwijs geheel kosteloos
worde, gaan wij volstrekt niet mede. Waarvoor
kunnen en zullen rechtgeaarde ouders toch liever
iets uitgeven dan voor het welzijn van hunne
kinderen? Zijn bedeelden, nu reeds van schoolgeld-
heffing geheel vrij, en bedraagt het minimum
schoolgeld voor minvermogenden vijf centen per
week, dan dunkt ons dat laatstgenoemde som
waarlijk niet te hoog is, allerminst wanneer men
bedenkt dat menigeen, die volstrekt geen dronkaard
is, maar geregeld zijn borreltje gebruikt, vrij wat
meer in de week uitgeeft voor sterken drank. Is
kosteloos onderwijs tot op lieden, een gunst voor
die ouders, die het ongeluk hebben kinderen te
bezitten voor wie ze geen vijf cents schoolgeld
per week kunnen betalen, men verandere die gunst
niet in een recht, allerminst voor hen die school
geld kunnen en willen betalen.
Het voorstel van de afdeeling 's Gravenhage 1
en Amsterdam I dat de algemeene vergadering
van Volksonderwijs de wenschelijkheid uitspreke,
dat de verschillende gemeentebesturen voedsel en
schoeisel zullen geven aan die schoolkinderen,
welke zulks verlangen, schijnt ons de ongerijmdheid
zelve Joe en is volbloed sociaal-democratisch..
Volksonderwijs wordt zoodoende uitgebreid tot volks
voeding en volkskleeding, en gaat geheel haar
perken te buiten. Wel wijst deze ongerijmde eisch
echter op de behoefte aan havelooze scholen,
vooral in groote steden. Zijn er ouders, die nooit
//ouders" hadden moeten worden, omdat zij niet
in staat zijn hunne kinderen te voeden en te
kleeden, zullen er misschien altijd onder de armen,
ouders gevonden worden, die zich niets om hunne
kinderen bekommeren en dezen in het wild laten
opgroeien; dan is het ook uit een oogpunt van
veiligheid, wenschelijk dat dergelijke kinderen
schoolgaan en onderwijs genieten. Zoo leerplicht
daarom vroeg of laat wet wordt hier te lande,
schijnt het ons toe, dat de oprichting van havelooze
scholen daarmede gepaard zal moeten gaan. Wie
zich, als de leerplicht in het land komt, dan toch
verontschuldigen mochtendat zij geen kleeren of
schoenen hebben voor hun kinderen om ze ter school
te zenden, kunnen in dit geval naar de havelooze
school verwezen worden. De Regeering van stad
en land echter niet verlaagd tot eene dienstmaagd,
die aan de eischeu van iedereen maar voldoet.
Een Regeering werpt toch haar prestige weg, zoo
zij de gehoorzame dienares wordt der sociaal
democraten. Deze zijn en blijven toch ontevreden
tot ze zelf de Regeering uitmaken, en dit laatste
te verhinderen is mede een der plichten van de
liberalen.
Geheel in tegenovergesteld en richting van die
der sociaal-democraten is het voorstel van de
afdeeling Nijmegen: om een onderzoek in testellen
of het niet wenschelijk ware yde zwakken van
//geest in afzonderlijke klassen te vereeuigen." De
sociaal-democraten immers, die niets weten willèn
van een klassen-regeering, en van klassen-onder
wijzers, moeten consequent doorredeneerende ook
niet van klassen op school willen weten. In allen
ernst wilde de sociaal-democratische hoofdonder
wijzer Teunissen te Amsterdam dan ook alle hoofden
van scholen afschaffen, al moet men niet vergeten
dat hij eerst tot deze zienswijze kwam, toen hij
bij eene benoeming tot hoofd van een school, als
zoodanig door den Amsterdainschen gemeenteraad
gepasseerd, was. Wordt de leuze dus: alle leer
meesters gelijk, en alle leerlingen gelijk, dan verbiedt
het evangelie der gelijkheid van //zwakken van
geest" te spreken, en is eene afzonderlijke klasse
voor die soort van leerlingen dus wel zeerongewenscht.
Toch kunnen wij ons, met het oog op de feiteljie
ongelijkheid in aanleg des geestes bij kinderen,
het voorstel Nijmegen zeer wel begrijpen. Er is
te 's Gravenhage zelfs een idiotenschool, en terecht;
want de regeling van het onderwijs en de gang
der lessen die gegeven worden, kan moeielijk de
zwakste leerlingen tot maatstaf nemen. Een en
ander ten bewijze dat eenvormigheid een vloek
voor het onderwijs is, en hier allerminst heil te
verwachten is van wetten, maar geheel alleen van
lessen aan de ervaring ontleend, in en door het
onderwijs opgedaan. Iedere kunstmatige gelijkheid
toch die men kweeken wil, komt ten nadeele van
het onderwijs. De aanleg der kinderen, hunne
omstandigheden, hun toekomst en wat al niet
meer, werkt mede om waar men //algemeene ont
wikkeling" in het oog houdt, de vele ongelijkheden
niet over het hoofd te zien.
1 Wij willen eindigen met den wensch dat de
algemeene vergadering der vereeniging //Volks-
j onderwijs" die onder voorzitting van den heer
j Goemans Borgesius zal gehouden worden ten bate
zal komen van onderwijs en volk beiden. Als de
uitslag anders mocht zijn, is dit waarlijk niet te
wijten aan deii uitstekenden voorzitter.
Amerika.
Te New-Yort is onlangs het dikste paar uit de
Vereenigde Staten aangekomen. Het p3ar is pas ge-
getrouwd en bevindt zich op de huwelijksreis. De heer
en mevr. Tarlow komen van Chicago en wegen samen
1311 pond. De vrouw ia het zwaarst, zjj weegt 685
pond. De man is minder weinig zwaar, hg weegt 625
pond. Toen de trein, waarmede zij reisden, te Pitsburg
aankwam, lokte het gezicht van dit stevige paar een
gemakkelijk te verklaren uit.
Daar de portieren der personen-rjjtuigen niet breed
genoeg waren om hen door te laten, reisden de echt-
genooten in een goederenwagen.
Eng-eland.
rLoiicleii. 1 Juni. De werkstaking der mijn
werkers is afgeloopeo, nadat zjj twaalf weken had
geduurd. De mijneigenaars hebben de loonsvermindering
van IS1/» op 10 pCt. teruggebracht. De arbeid zal
onmiddellijk hervat worden.
Oostenrijk.
Praag;, 1 Juni. In de grootste en rjjkste zilver
mijn te Birkenberg bjj Prziöram, een eigendom van
den staat, is gistermiddag brand ontstaan, op een
oogenblik, dat zich vijfhonderd mjjnwerkers in de
diepte bevonden. Het aantal slachtoffers is nog niet
bekend, maar zal, naar men meent, groot zjjn.
Te Birkenberg worden 200 personen vermist.
Reeds zjjn 25 dooden en 15 gekwetsten opgehaald uit
de brandende mjjnschacht «Maria". De oorzaak van
het onheil is onbekend. Men vreest voor de arbeiders,
die nog beneden zgn.
Frankrijk.
De Parjjsche commissaris van politie Dresch, dwaalt
tegenwoordig als een daklooze om. Zgn huisheer heeft
den commissaris, die Ravachol in hechtenis nam, de
huur opgezegd; maar daar deze een nog eenige jaren
geldig huurcontract heeft, maakt hij geen haast zgn
woning te verlaten. De heer Dresch heeft nu echter
zgn familie naar buiten gezonden; hjj zelf eet iederen
dag in een ander restaurant en slaapt iederen nacht
in een andere woning, om ten minste tjjdeljjk veilig
te zgn. Dagelgks komen op zgn commissariaat dreig
brieven; Vrjjdag ontving hjj er een, die met de volgende
woorden eindigt: Thans heb ik de eer, u in kennis
te stellen met de aanstaande pntploffing van uw
commissariaat. Wjj hebben dit aan een man opgedragen,
die onzen vriend Ravachol nog in vermetelheid over
treft. In afwachting van uwe begrafenis groeten wij
u! De vrienden van Ravachol!"
Duitschland.
Bozdjju, 1 Juni. Tetwjjl de gisteren gehouden
groote wapenschouwing op bet Tempelhofer veld Blechts
de gewone voorjaarsparade was, werd heden te Potsdam
eene kleinere parade, bepaaldelijk ter eere van de
Nederlandsche Koninginnen, gegeven. Deze bood een
wonderschoon schouwspel aan, niet alleen voor den
militairen toeschouwer, maar ook voor de kleine
Koningin. Alles had plaats op eene kleine, gemakkeljjk
overzienbare ruimte vóór het koninklijke Stadtschloss
te Potsdam, groot genoeg om indrukwekkend en
schitterend te zgn, maar niet zoo ontzagljjk dat het oog
van eene vrouw en van een kind het niet goed overzien
kon. De vorstelijke dames zaten met hare kinderen
voor de open boogvensters en konden rustig alles zien,
terwjjl Keizer Wilhelm, omringd van de prinsen, daar
buiten in de heete zon zich alle moeite gaven om het
militaire schouwspel zoo glanzend mogeljjk te doen
zgn en hnnne gasten de hoogste eer aan te doen, die
er naar Pruisische begrippen bestaat. Toen de Keizer
in kurassiers-uniform, met zwart kuras en blinkenden
vergulden helm bet plein opreed, traden de vorstelijke
toeschouwsters op het balkon, vooraan Koningin Emma,
weder in het zwart.
De Keizerin droeg een lichtgroen zjjden kleed en had
Koningin Wilhelmina, in een eenvoudig geelachtig
kleedje, aan hare rechterhand. De kleine zag er vrooljjk
en vergenoegd uit en bewoog zich heden veel vrijer,
naar alle kanten heen vriendelijk lachend en knikkend,
waardoor zij op ieder den indruk maakt van een lief
natuurljjk kind te zjjn.
Eene in bijzonderheden tredende beschrijving van
het bekende schouwspel der militaire parade behoeft
niet te worden gegeven. Maar een aardig tafereel
kunnen wjj mededeelen. Terwjjl de reusachtige man
schappen van de eerste garde ljjfcompagnie op de
zandige paradevlakte langs het venster marcheerden,
waarvoor de vorsteljjke dames waren gezeten, en aller
blikken op deze compagnie gevestigd waren, zag men
naast deze rjjzige mannen, den kleinen 10-jarïgen
Kroonprins, den jongsten luitenant loopen. Hij kon
natuurlijk niet in den pas bljjven met de lange beenen
zjjner gardieten, en toen hjj het bedoelde venster
naderde, waarvoor alle vorstinnen stonden, die op
militaire wjjze gegroet moesten worden, zette de Duitsche
Kroonprins het in een huppeldrafje en huppelde zoo,
om in de voorgeschreven afstanden voorbjj het venster
te komen, naa3t den troep. Hierin scheen Koningin
Wilhelmina bjjzonder schik te hebben, want zjj lachte
met haar gansche gezicht, en zjj boog zich voorover
uit het venster, om dit grappig tafereeltje nauwkeurig
en zoolang mogeljjk te kunnen zien. Natuurljjk
amuseerden de beide vorsteljjke moeders zich over de
vreugde barer kinderen. Zeer schoon was ook de dames-
groep, toen de Koningin-Regentes, te midden van een
ijverig ondèrhoud met de Keizerin, den allerjongsten
spruit der Keizerljjke familie van den schoot der
vrouwelijke bediende nam, het gezonde kindje op den
arm nam en liefkoosde, terwjjl te geljjkertgd de
Duitsche Keizerin hare beide handen met vriendelijke
teederheid legde op de schouders der kleine Koningin
Wilhelmina, die zich met kinderljjke aanhankelijkheid
tegen haar aandrong, terwjjl de aardige blonde Duitsche
Prinsjes zich rondom beiden verdrongen, om zoo ver
mogelgk uit het venster te kunnen zien. Dit alles ging
zoo ongedwongen mogelgk toe en vormde een bevallig
tafereel, waar alle toeschouwers behagen in Bchepten.
Na afloop der parade namen de vorsteljjke personen
deel aan het groote parade-dejeuner, waar achthonderd
personen aanzaten. Hier behoorde ook Koningin
Wilhelmina tot de gasten, evenals het oudste zoontje
van den Keizer, de troonsopvolger, die zelf de parade
medegemaakt had.
Berljjn, 1 Juni. Bg het gala-diner op gisteren
stelde de Keizer uit de volheid van zgn hart een taost
in en sprak diep geroerd: Uwe Majesteit en Uwer
Majesteits dochter de dank der Keizerin en van mg
dat Uwe Majesteiten hier gekomen zgn en de ver
moeiende reis niet geschroomd hebben. Nog levendig
herinneren wjj ons de vriendschappelijke ontvangst, die
wjj in het vorige jaar Uwerzjjas genoten hebben en
van het gezamenlijke Nederlandsche volk, dat trouwe,
i brave, arbeidzame volk, dat zoo vast en innig met het
j Koningshuis vereenigd is. Uwe Majesteiten zullen hier
i overal herinneringen aan verbintenissen uit vroeger
tijd gevonden hebben. De naam, die ons geslacht met
dien van Uwe Majesteit verbindt, heet Oranje. Met
hooge achting, met diepen eerbied wordt de naam
Oranje in mijn Huis genoemd. Van het groot© geslacht
der Oranjes hebben mjjne voorvaderen geleerd. Wjj
staan nog heden verbaasd over hetgeen deze hooge
personen eeDs vermocht en gewrocht hebben. Ik eindig
met den wensch, dat God de zegenende hand moge
uitstrekken over Uwe Majesteit, over Uw land en over
die hooge spruit van den Oranjestam, waaraan het
geheele Nederlandsche volk verknocht is. Ik drink op
het welzjjn Uwer Majesteit en op Hare Majesteit
Koningin Wilhelmina.
__De Koningin-Regentes antwoordde: Voor de harte
lijke woorden, die Uwe Majesteit gesproken heeft, mijn
oprechten dank. De vriendschappelijke ontvangst, die
mjjne dochter en mg hier ten deel gevallen is, vervult
mg met groote vreugde. Met warme erkentelijkheid
vervuld, gelieve Uwe Majesteit onze allerhartelijkst©
wenechen voor uw welzjjn in ontvangst te nemen. Ik
drink op het welzjjn van Uwe majesteit den Keizer
en van Hare Majesteit de Keizerin.
2 Juni. Het vertrek der Koninginnen had heden
ochtend te halt tien plaats, bg heerlijk weder, in alle
stilte, een half uur vroeger dan in de bladen aan
gekondigd was, zoodat er in het geheel geen vijftig
personen bjj tegenwoordig waren. De Keizer en de
Keizerin met hunne drie oudste zoontjes deden de
gasten uitgeleide. De Nederlandsche eezant en mevrouw
van der Hoeven, en de heeren van Eys en van Citters
waren aan het station. Allen werden door de Koningin-
Regentes toegesproken en ook de Keizer gaf den gezant
nogmaals zjjne groote ingenomenheid met het bezoek
te kennen. Toen het oogenblik van vertrek daar was,
omarmden de vorstelgke personen elkander, en zegden
elkander vaarwel tot wederzieDs. De -Keizer kuste
nogmaals, ridderljjk buigend, de hand der kleine
Koningin; maar met de prinsjes ging het zoo deftig
niet toe: die staken hun vriendinnetje al pratende de
handen toe, en lachende en stoeiende ging het kleine
volkje uit elkander.
Koningin Wilhelmina droeg een grijs reispakje en
een grooten stroohoed. In de hand had zij een ruiker
zeldzame bloemen, en hare moeder eenen van witte
rozen, beide eene persoonlijke beleefdheid van den
Keizer.
Honnef, 2 Juni. Onder harteljjke toejuichingen
eener ontzagljjke menigte, waarin de Hollanders zich
onderscheidden door het dragen van Oranje en de
nationale kleuren, kwamen de Koninginnen te 7,20
aan. Aan het station werden zjj verwelkomt door de
Koningin van Zweden, de Vorstin von Wied, den
Erfgroothertog van Nassau en andere vorstelgke
personen, waarna zg terstond naar de villa Adams
reden. Het weder is prachtig. De kleine Koningin
maakte eenen allerliefsten indruk. Zg ontving een
bouquet van Hollandsche jonge dames uit Godesberg.
België.
Antwerpen, 1 Juni. Men zal zich herinneren
het ongeval, dat plaats vond op den 9 December 11.
op den Scheldestroom, waar de Nederlandsche tjalk
«Maria Jantina" werd aangevaren door het Duitsche
stoomschip >Benares", waardoor de tjalk onmiddelljjk
zonk, met hot gevolg, dat schipper Meedendorp, gezag
voerder van dien bodem, in de golven omkwam.
Terwjjl de ongelukkige vrouw en haar kindje in het
water tegen een gewissen dood worstelden, snelde op
dat oogenblik kapitein Henri van OoBten, gezagvoerder
van de sleepboot «Energie" van de Maatschappij der
8toomsleepbooten «Gerling", met zgn vaartuig toe,
wierp Ijjnen uit en slaagde er in, de vrouw en haar
kindje te redden en in zjjn vaartuig op te nemen,
waar hjj hen op voorbeeldige wjjze verzorgde.
Zoodra den consul-generaal der Nederlanden te Ant
werpen deze edelmoedige daad van kapitein Van OoBten
bekend werd, achtte hjj het zich ten plicht aan de
Nederlandsche regeering daarvan kennis te geven onder
toezending van een rapport over het gebeurde, met
het gevolg, dat op voordracht vau den minister van
buitenland8che zaken het aan H. M. de Koningin-
Regentes heeft behaagd aan Henri van Oosten,
ter belooning van zjjn menschlievend gedrag, een
prachtigen marinekjjker, bevattende een zeer loffelijk
opschrift op groote zilveren plaat, ten geschenke aan
te bieden, vergezeld van een officieel uittreksel van
het koninklijk besluit, aan Van Oosten een en ander
toekende.
Gisteren heeft de consul-generaal, in tegenwoordig
heid van den gouverneur der provincie, onder eene
passende toespraak, aan kapitein Van Oosten de hem
toegekende onderscheiding overhandigd, terwjjl de
gouverneur kapitein Van Oosten van harte geluk-
wenschte en zjjne reeds vroeger bewezen diensten door
het redden van verschillende drenkelingen deed uit
komen, waarvoor de Belgische en Russische regeeringen
hem hadden beloond.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
Ingezonden Stukken.
't PRAATJE VAN DEN DAG.
Vervolg.
Zoo was het dan Maandag vergadering tot oprichting
eener roomboterfabriek op ons eiland, en zooals 't meer
gebeurt, die ik wachtte waren er niet, en die ik in
de verste verte niet tegenwoordig had gedacht, deden
mede.
Erg weinig waren er opgekomen, meenden sommigen,
doch ik kon 't niet vinden't viel me mee, zeer mee.
De voorkamer van >de Kroon" was overvol.
Zonder iets te willen afdingen op de capaciteiten van
den heer Van Langeraad, als voorzitter, waren er toch
betrekkeljjk velen, die liever hadden vergaderd onder
presidium van den heer G. J. v. d. Linden, die ver
hinderd was de vergadering bg te wonen. De heer
Van Langeraad opende da9 de vergadering en intro
duceerde den heer M. v. d. Linden van Zierikzee, die
door de commissie uitgenoodigd was om eenige op
helderingen omtrent eene boterfabriek te verschaffen.
ZEd. drukte zich volkomen naar 't genoegen der
toehoorders uit, zeidein eenvoudige taal wat verschillende
fabrieken, die hjj bad bezocht, voor de melk konden
geven en deelde zooveel mogeljjk de resultaten mede.
Wat het ophalen der melk betreft, werd o. a. gezegd,
dat dit werd aanbesteed en dat het natunrljjk veel
gemakkelijker was een aannemer voor 't vervoer te
nemen, die bjj ver af wonenden huiede, dan dicht bg
de fabriek. De heer Ch. v. d. Linde zegt nog op een
desbetreffende vraag, dat wat het afhalen der melk
op Zondag betreft, dit ieder gedaan kan krjjgen, en
ook niet, juist zooals men dat zelf zou willen; wanneer
men de melk niet levert, dan zou natuurljjk minder
room ontvangen worden, ergo zou 'teenigszins nadeel
zgn. De* melk, die echter 's Zondags wordt geleverd,
wordt eenvoudig afgeroomd, wat in een oogenblik is
gedaan, en dan 's Maandags tot boter gefabriceerd.
In één woord, men werkt dan niet af, men doet het
noodzakelijkste.
En wat na verder voorviel in die gemengde ver
gadering is moeiljjk te zeggen. Zjj, die tegenwoordig
waren, werden hoofd voor hoofd gevraagd of zjj ge
negen waren zich aan te sluiten en met hoeveel
koeien. Nadat dit was afgeloopen, ging men in aparte
I kamer en daar werd besloten bjj de eerstvolgend©
vergadering niemand meer toe te laten dan zjj, die
zich aansloten en degenen, die dit nog zouden willen
doen.
Ik onderscheidde op de vergadering drie soorten
van menschen, nameljjk: voorstanders, tegenstanders
en boomkijkers1. Wat de laatsten betreft, men kan ze
gemakkeljjk kennen aan hnn stereotiep lachje, dat
zeggen wil: haal jullie de kastanjes voor ons maar
eens nit 'tvuur; gaat het goed, dan doen wjj later
mee, doch nu er iD te springen, dankje wel, we zouden
niet graag geld verliezen. Maar, zeg ik dan, zg die
deelnemen, doen het om te winnen, maar niet om te
verliezen, en de kans- voor 't laatste is al zeer gering.
Ik noemde zooeven drie soorten op, die tegenwoordig
waren, doch alle drie soorten over 't algemeen genomen
waren m. i. te beschouwen als poppen.
'k Heb 't over een goede 20 jaar misschien op Veer-
sche kermis gezien, een echt ouderwetsch Jan Klaasen
spel. Als je daar voor stond, dan sprongen de poppetjes
net als levende menschen en Jan kreeg dikwjjls van-
moeder Katrjjn op z'n baatje. Keek men echter onder
dat spulleke, dan zag inon niets dan touwtjes en ds
persoon, die er onder zat, onzichtbaar voor allen be
halve voor de ingewijden, trok zjjne touwtjes naar
verkiezing enzoo ook hier.
'kBen bljj, dat ik op 't oogenblik geen boer ben,
want menigeen, die er tegen was, is er nu voor en
omgekeerd, zeker ten gevolge van de akelige bed
sermoenen, die moeder de vrouw te genieten gaf en
hun door sommige eigenaren werden ingefluisterd. Zie
daar gaan ze nn ter vergadering, doch geloof me,
't vrouwtje en anderen zjjn de personen van 't Jan
Klaasen spel en zjj zorgen wel, dat manlief geen ja
zal zeggen als zg willen dat het neen is. Dientengevolge
is het niet te verwonderen, dat er zgn, die met een
welgemeende verwensehing wenschen, dat die tjjd van
neen of ja zeggen voorbjj was.
En nu zou ik eindigen met mjjn verslag, wanneer
ik niet eerst nog de opmerking wilde maken, dat het
bevreemdend is, dat 18 van de 34 geen geboren Noord-
Bevelandsche boeren zich vóór de oprichting eener
boterfabriek verklaarden, terwjjl slechts 12 van de
overgebleven 100 geboren Noord-Bavelandsche boeren
zich met de ideeën van de 18 niet-Noord-Bevelanders
vereenigden.
Is het daarom wel te verwonderen, dat de grond
eigenaar liefst gaat verpachten aan vreemden, van wie
hg weten kan dat ze alles aanwenden om hun voordeel
te zoeken en ietB waarin voordeel zit om zoodoende
alles in het werk te ateUen wat mogelgk is om aan
hunne verplichtingen tegenover den verpachter te
kunnen voldoen.
Wissen kerke.
WITTE HAGE.
Wordt vervolgd.
Mijnheer de Redacteur I
Verleen mjj voor onderstaande een plaatsje in uw
veelgelezen blad s. v. p.
Het heeft sinds lang mjjn aandacht getrokken, dat
de morgenpoat, die omstreeks 6 uur Amst. tjjd en
12.15 uur van denzelfden tjjd alhier aankomt, nooit
of nimmer, althans hoogst zelden, vóór het hulppost-
kantoor, maar steeds op eene andere plaats in de
nabjjheid van het kantoor stilhoudt. Dit beteekent nu
op zich zelf beschouwd al zeer weinig, en toch is het
niet zooaL het behoort. Immers, ik heb vaak gezien
en anderen met mjj, wanneer pakkettan aangebracht
of verzonden worden, de adressen door den een of
anderen nieuwsgierigen voorbijganger in der haast
werden gelezen, iets wat niet zou geschieden, wanneer
ze vóór het kantoor in de kar werden geborgen en ze
niet op de straat werden neergezet, zooals somtjjds
wel eens plaats heeft. Dat dit mg vooral hindert, zal
u begrjjpen, Mijnheer de Redactenr, als ik n zeg, dat
ik menig pakket met de post verzend en ontvang.
Eens deelde ik het hoofd van dat kantoor boven
staande mede, maar werd gewezen op de moeiljjk te
berjjden straat, maar toch zon aan mjjne klacht
gehoor worden verleend. En in weerwil dat die post
ambtenaar zich steeds nauwgezet van zjjne verplichting
kwjjt, ja, zelfs het publiek ten opzichte van den duur
der openstelling van het kantoor zeer gerieft, meer
dan hem is voorgeschreven, en in de hand werkt,
schjjnt het wel of deze mjjn klacht bjj hem geen
ingang heeft gevonden, want ziet n, Mjjnheer de
Redactenr, sinds een jaar, is die moeiljjk te berjjden
straat, dank zjj de provincie, door eene keurige straat
van klinkers èn voor voetgangers én voor het rjjdend
publiek vervangen, maar nog steeds rijdt de morgenpost
door de achterwegen en wordt zjjne aankomst en ver
trek door belanghebbende gemeentenaren nimmer
Of, Mjjnheer de redacteurzou alleen de middag- en
avondpost den provincialen weg door de gemeente te
berijden hebben? Hjj wjjkt, ten minste hoogst zelden,
van dien regel af, want dag aan dag ziet men hem zgn
gitzwart en prachtig ros met juistheid en energie
bestoren.
Ik hoop, dat de bevoegde Postadministratie den
eersten zgn plicht onder de aandacht brenge.
EEN BELANGHEBBENDE.
Nieuwerkerk, Juni 1892.
339' Staats-Loterij.
Collecten uit bet 8e district van Zeeland.
5e Klasse.
13e L ij s t.
Prijzen van 70.
3729 4521 7342 7429 15495 17412 19616
Nieten.
3748 7346 7370 7391 7428 19604
6960 7354 7389 7403 49600
14e L ij s t.
Prijzen van JO.
3718 7353 7417
Nieten.
3719 4525 7330 7350 7399 7451 15499
3739 5591 7335 7397 7410 15493 17402
15e L ij s t.
Prijzen van f 70.
3714 7402 7441 7454 7455 7465 19608
Nieten.
3715 4515 7408 7467 17409
3717 4517 7416 7470 19590
4510 7369 7423 15502 19618
Burg-erljj ke Stand van Zierikzee.
g ebo ren:
26 Mei. Een zoon van W. Anker en P. de Keijzer.
29 dito. Eene dochter van E. Bakker en M. C. Matthijsse.
30 dito. Eene dochter van J. A. M. Verton en C. M.
Everwijn. 1 Juni. Een zoon van G. van Wanrooij en
W. C. de Smidt. Een zoon van K. A. Kohschulte en
H. D. Straatman. 2 dito. Een zoon van L. van Dongen
en C. Ringelberg.
vertrekt Woensdag van ZIERIKZEE naar MID
DELBURG en des Vrjjdag-namiddags va*
MIDDELBURG naar ZIERIKZEE.