ZIERIKZEESCIIE EI W SIIOII E. Zaterdag 4 Juni 1892. Directeur-Uitgever J. WAALE. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste Blad. B E RICH T. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING. NIEUWSTIJDINGEN. Schipper A. v. d. HUCHT, Yersch^nt DINSDAGDONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is /1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per weekf 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. S165. Advertentiënvan 13 regels 30 Cta. meerdere regels 10 Cta.kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groots letter wordt naar plaatsruimte berekend Met het Pinksterfeest sal de Nieuws bode op aanstaanden Maandag avond niet worden uitgegeven De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Secretarie der gemeente op den tweeden Pinksterdag zal zjjn gesloten, met uitzondering van des middags 12 tot des namiddags 12l/j uur, voor het doen van aangiften, don Bnfgerljjken Stand Iretrcffende.- Zierikzee, den 3 Juni 1892. De Burgemeester voornoemd, Ch. W. VERMEIJS. Verkiezing van een lid voor den Gemeenteraad. Do BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat de verkiezing van een lid voor den Raad dezer gemeente, ter vervulling van de plaats, openeevallen door het overlijden van den heer Mr. J. M00LEN- BURGH, zal plaats hebben op Dinsdag den Juni e.k., van des morgens 9 tot des namiddags 5 uur, in de bovenzaal op het Raadhuis, waartoe aan iederen kiezer een gesloten brief van oproeping, een stembriefje bevattende, zal worden te huis bezorgd, en dat de opening der stembriefjes zal geschieden op Woensdag den 2Ï> Juni daaraanvolgende, des morgens te 9 uur. Zierikzee, den 3 Juni 1892. De Burgemeester voornoemd, Ch. W. VERMEIJS. De Beschrijvingsbrief van Volksonderwijs. Oj) Dinsdag den 7den Juni wordt te Amsterdam de algemcene vergadering gehouden van de ver- eeniging //Volksonderwijs." De beschrijvingsbrief voor deze vergadering bevat negentien punten, waarvan enkelen uitsluitend van beteekenis zijn voor hen die de vergadering van de vereeniging //Volksonderwijs" gaan bijwonen, maar anderen de aandacht waard zijn van allen, die belang stellen in het onderwijs van ons volk, en wèl in zulk onderwijs, dat niet onder voogdij staat van de eene of andere kerk. Zonder toch tegenstander te zijn van -eenig kerkgenootschap, -ja mei volle waar deering van de goede bedoelingen der kerkgenoot schappen, is de voorstander van Volksonderwijs toch altijd een tegenstander van de heerschappij van den clerus op schoolgebied; zijn deleden van Volksonderwijs niet te zoeken onder de katholieken of anti-revolutionairen, maar onder hen, die be- hooren tot de liberalen en tot hen die voorstanders zijn van het radicalisme, of van welke richting ook die anti-clericaal is. Bestaat er al sinds eenigen tijd spanning tusschen de voorstanders van het Christelijke onderwijs, doordien een deel van hen, dat onderwijs drijven wil in een meer bepaald kerkelijke richting, met name in het keurslijf der doleerendenterwijl een ander deel hiervan niets weten wil, maar het algemeen-christelijke, op den voorgrond stelt een dergelijke verdeeldheid schijnt ons toe ook op til te zijn onder de mannen van Volksonderwijs. Aan den eenen kant toch zij, die zuiver liberaal zijn en de school willen gehandhaafd zien volgens de grondbeginselen van het libevalisme aan den anderen kant zij, die veel verder willen gaan en de school tot een fac-totum willen maken, waarbij liet huisgezin overbodig wordt en de ouders tot niet veel anders d§ugen dan tot voortbrenging van het nageslacht. Dat bij laatstgenoemden, de naam //Volksonderwijs" niet meer aan de bedoeling be antwoordt, springt dadelijk in het oog, maar waarschuwt ons dan al ook tevens: dat de ver eeniging bij overheersching van liet laatste element haar naam veranderen moet, of zich schuldig zal gaan maken aan karakterloosheid. Het. hoofdbestuur van Volksonderwijs bestaat nog uit mannen van eerstgenoemde richting; maar terwijl volgens het reglement, twee leden moeten aftreden en het hoofdbestuur twee dubbeltallen ter voorziening in genoemde vacaturen aanbeveelt, beveelt de afdeeling I van Amsterdam als dubbeltal aan de heeren A. H. Gerhard en II. W. J. A. Schook. Door de afdeeling Rotterdam wordt laatst genoemde aanbevolen. Daaruit ziet men dat de sociüfil-democratie ook haar aandeel in het hoofd bestuur wil hebben. Gelijk de afdeeling van Volksonderwijs te 's Gravenhage reeds in sociaal democratische handen is, zoo ook is het begrijpelijk dat van dezen kant pogingen worden aangewend om het hoofdbestuur in gelijken geest *rom" te krijgen. De afdeelingen Utrecht en Nieuw-Beerta dringen beiden bij liet hoofdbestuur aan, om alles te doen wat mogelijk is om van de Regeering leerplicht te verkrijgen. Utrecht gaat in dezen nog verder en zou de ouders, van kinderen die de lagere school bezocht hebben, willen dwingen om hun kroost nog een driejarigen cursus van herhalingsonderwijs te doen afloopen. Wij voor ons wachten van deze voorgestelde dwangmaatregelen niets geen heil, als zij wet mochten worden schijnt het ons toe dat zij meermalen maatregelen van papier zouden blijken te zijn. Door de afdeelingen Hengeloo en Groningen zijn voorstellen ingediend die de positie der onderwijzers raken. Rengeloo is in dezen uitvoeriger dan Gro ningen en dringt bij de Regeering aan nop ver betering van den algemeenen toestand der //onderwijzers door: Ka. ze te verdeelen in onderwijzers, hoofd- //onderwijzers en hoofden van scholen, met verhoogde //minima der jaarwedden voor die drie klassen, en z/varieerende naar de toestanden en grootte der //verschillende gemeenten; ub. verplichte verhoogingen, geregeld naar //capaciteit en dienstjaren uc. uitbreiding der pensioensregeling voor onder- z/wijzers, tot hunne weduwen en weezen nd. eene betere regeling van de wijze waarop z/in bestaande vacature moet worden voorzien." Dat er onderscheid besta in de financieële be- looning voor degenen, die door het bezit van een of meer acten van elkander onderscheiden zijn, dunkt ons niet alleen rechtvaardig, maar ook aanmoedigend voor hen die na de noodige inspanning zich wederom de eene of andere acte verworven hebben. Hield de regeling der jaarwedden meer voeling met den ijver voor en het succes op de studieën, dan dunkt ons, dat de stemming van vele hulponder wijzer?-'opgewekter zou zijn. Aanmoedigend is het toch zeker, dat men bij de verhooging van het peil der verstandelijke ontwikkeling, daarmede ver betering van financieëlen toestand gepaard ziet gaan. Daarom dunkt het ons ook zeer in het belang van het onderwijs te zijn, zoo de onderwijzers niet gebukt gaan onder financieële zorgen, en zoo zij met gerustheid hun ouden dag te gemoet mogen gaan, wetende welk pensioen hen wacht. Alles wat hierin degelijke en blijvende verbetering aanbrengt, juichen wij van harte toe. Met het voorstel van de afdeeling Amsterdam 1 om er bij de Regeering op aan te dringen dat Artikel 4-fi der Wet op het Lager Onderwijs zoo gewijzigd wordedat het onderwijs geheel kosteloos worde, gaan wij volstrekt niet mede. Waarvoor kunnen en zullen rechtgeaarde ouders toch liever iets uitgeven dan voor het welzijn van hunne kinderen? Zijn bedeelden, nu reeds van schoolgeld- heffing geheel vrij, en bedraagt het minimum schoolgeld voor minvermogenden vijf centen per week, dan dunkt ons dat laatstgenoemde som waarlijk niet te hoog is, allerminst wanneer men bedenkt dat menigeen, die volstrekt geen dronkaard is, maar geregeld zijn borreltje gebruikt, vrij wat meer in de week uitgeeft voor sterken drank. Is kosteloos onderwijs tot op lieden, een gunst voor die ouders, die het ongeluk hebben kinderen te bezitten voor wie ze geen vijf cents schoolgeld per week kunnen betalen, men verandere die gunst niet in een recht, allerminst voor hen die school geld kunnen en willen betalen. Het voorstel van de afdeeling 's Gravenhage 1 en Amsterdam I dat de algemeene vergadering van Volksonderwijs de wenschelijkheid uitspreke, dat de verschillende gemeentebesturen voedsel en schoeisel zullen geven aan die schoolkinderen, welke zulks verlangen, schijnt ons de ongerijmdheid zelve Joe en is volbloed sociaal-democratisch.. Volksonderwijs wordt zoodoende uitgebreid tot volks voeding en volkskleeding, en gaat geheel haar perken te buiten. Wel wijst deze ongerijmde eisch echter op de behoefte aan havelooze scholen, vooral in groote steden. Zijn er ouders, die nooit //ouders" hadden moeten worden, omdat zij niet in staat zijn hunne kinderen te voeden en te kleeden, zullen er misschien altijd onder de armen, ouders gevonden worden, die zich niets om hunne kinderen bekommeren en dezen in het wild laten opgroeien; dan is het ook uit een oogpunt van veiligheid, wenschelijk dat dergelijke kinderen schoolgaan en onderwijs genieten. Zoo leerplicht daarom vroeg of laat wet wordt hier te lande, schijnt het ons toe, dat de oprichting van havelooze scholen daarmede gepaard zal moeten gaan. Wie zich, als de leerplicht in het land komt, dan toch verontschuldigen mochtendat zij geen kleeren of schoenen hebben voor hun kinderen om ze ter school te zenden, kunnen in dit geval naar de havelooze school verwezen worden. De Regeering van stad en land echter niet verlaagd tot eene dienstmaagd, die aan de eischeu van iedereen maar voldoet. Een Regeering werpt toch haar prestige weg, zoo zij de gehoorzame dienares wordt der sociaal democraten. Deze zijn en blijven toch ontevreden tot ze zelf de Regeering uitmaken, en dit laatste te verhinderen is mede een der plichten van de liberalen. Geheel in tegenovergesteld en richting van die der sociaal-democraten is het voorstel van de afdeeling Nijmegen: om een onderzoek in testellen of het niet wenschelijk ware yde zwakken van //geest in afzonderlijke klassen te vereeuigen." De sociaal-democraten immers, die niets weten willèn van een klassen-regeering, en van klassen-onder wijzers, moeten consequent doorredeneerende ook niet van klassen op school willen weten. In allen ernst wilde de sociaal-democratische hoofdonder wijzer Teunissen te Amsterdam dan ook alle hoofden van scholen afschaffen, al moet men niet vergeten dat hij eerst tot deze zienswijze kwam, toen hij bij eene benoeming tot hoofd van een school, als zoodanig door den Amsterdainschen gemeenteraad gepasseerd, was. Wordt de leuze dus: alle leer meesters gelijk, en alle leerlingen gelijk, dan verbiedt het evangelie der gelijkheid van //zwakken van geest" te spreken, en is eene afzonderlijke klasse voor die soort van leerlingen dus wel zeerongewenscht. Toch kunnen wij ons, met het oog op de feiteljie ongelijkheid in aanleg des geestes bij kinderen, het voorstel Nijmegen zeer wel begrijpen. Er is te 's Gravenhage zelfs een idiotenschool, en terecht; want de regeling van het onderwijs en de gang der lessen die gegeven worden, kan moeielijk de zwakste leerlingen tot maatstaf nemen. Een en ander ten bewijze dat eenvormigheid een vloek voor het onderwijs is, en hier allerminst heil te verwachten is van wetten, maar geheel alleen van lessen aan de ervaring ontleend, in en door het onderwijs opgedaan. Iedere kunstmatige gelijkheid toch die men kweeken wil, komt ten nadeele van het onderwijs. De aanleg der kinderen, hunne omstandigheden, hun toekomst en wat al niet meer, werkt mede om waar men //algemeene ont wikkeling" in het oog houdt, de vele ongelijkheden niet over het hoofd te zien. 1 Wij willen eindigen met den wensch dat de algemeene vergadering der vereeniging //Volks- j onderwijs" die onder voorzitting van den heer j Goemans Borgesius zal gehouden worden ten bate zal komen van onderwijs en volk beiden. Als de uitslag anders mocht zijn, is dit waarlijk niet te wijten aan deii uitstekenden voorzitter. Amerika. Te New-Yort is onlangs het dikste paar uit de Vereenigde Staten aangekomen. Het p3ar is pas ge- getrouwd en bevindt zich op de huwelijksreis. De heer en mevr. Tarlow komen van Chicago en wegen samen 1311 pond. De vrouw ia het zwaarst, zjj weegt 685 pond. De man is minder weinig zwaar, hg weegt 625 pond. Toen de trein, waarmede zij reisden, te Pitsburg aankwam, lokte het gezicht van dit stevige paar een gemakkelijk te verklaren uit. Daar de portieren der personen-rjjtuigen niet breed genoeg waren om hen door te laten, reisden de echt- genooten in een goederenwagen. Eng-eland. rLoiicleii. 1 Juni. De werkstaking der mijn werkers is afgeloopeo, nadat zjj twaalf weken had geduurd. De mijneigenaars hebben de loonsvermindering van IS1/» op 10 pCt. teruggebracht. De arbeid zal onmiddellijk hervat worden. Oostenrijk. Praag;, 1 Juni. In de grootste en rjjkste zilver mijn te Birkenberg bjj Prziöram, een eigendom van den staat, is gistermiddag brand ontstaan, op een oogenblik, dat zich vijfhonderd mjjnwerkers in de diepte bevonden. Het aantal slachtoffers is nog niet bekend, maar zal, naar men meent, groot zjjn. Te Birkenberg worden 200 personen vermist. Reeds zjjn 25 dooden en 15 gekwetsten opgehaald uit de brandende mjjnschacht «Maria". De oorzaak van het onheil is onbekend. Men vreest voor de arbeiders, die nog beneden zgn. Frankrijk. De Parjjsche commissaris van politie Dresch, dwaalt tegenwoordig als een daklooze om. Zgn huisheer heeft den commissaris, die Ravachol in hechtenis nam, de huur opgezegd; maar daar deze een nog eenige jaren geldig huurcontract heeft, maakt hij geen haast zgn woning te verlaten. De heer Dresch heeft nu echter zgn familie naar buiten gezonden; hjj zelf eet iederen dag in een ander restaurant en slaapt iederen nacht in een andere woning, om ten minste tjjdeljjk veilig te zgn. Dagelgks komen op zgn commissariaat dreig brieven; Vrjjdag ontving hjj er een, die met de volgende woorden eindigt: Thans heb ik de eer, u in kennis te stellen met de aanstaande pntploffing van uw commissariaat. Wjj hebben dit aan een man opgedragen, die onzen vriend Ravachol nog in vermetelheid over treft. In afwachting van uwe begrafenis groeten wij u! De vrienden van Ravachol!" Duitschland. Bozdjju, 1 Juni. Tetwjjl de gisteren gehouden groote wapenschouwing op bet Tempelhofer veld Blechts de gewone voorjaarsparade was, werd heden te Potsdam eene kleinere parade, bepaaldelijk ter eere van de Nederlandsche Koninginnen, gegeven. Deze bood een wonderschoon schouwspel aan, niet alleen voor den militairen toeschouwer, maar ook voor de kleine Koningin. Alles had plaats op eene kleine, gemakkeljjk overzienbare ruimte vóór het koninklijke Stadtschloss te Potsdam, groot genoeg om indrukwekkend en schitterend te zgn, maar niet zoo ontzagljjk dat het oog van eene vrouw en van een kind het niet goed overzien kon. De vorstelijke dames zaten met hare kinderen voor de open boogvensters en konden rustig alles zien, terwjjl Keizer Wilhelm, omringd van de prinsen, daar buiten in de heete zon zich alle moeite gaven om het militaire schouwspel zoo glanzend mogeljjk te doen zgn en hnnne gasten de hoogste eer aan te doen, die er naar Pruisische begrippen bestaat. Toen de Keizer in kurassiers-uniform, met zwart kuras en blinkenden vergulden helm bet plein opreed, traden de vorstelijke toeschouwsters op het balkon, vooraan Koningin Emma, weder in het zwart. De Keizerin droeg een lichtgroen zjjden kleed en had Koningin Wilhelmina, in een eenvoudig geelachtig kleedje, aan hare rechterhand. De kleine zag er vrooljjk en vergenoegd uit en bewoog zich heden veel vrijer, naar alle kanten heen vriendelijk lachend en knikkend, waardoor zij op ieder den indruk maakt van een lief natuurljjk kind te zjjn. Eene in bijzonderheden tredende beschrijving van het bekende schouwspel der militaire parade behoeft niet te worden gegeven. Maar een aardig tafereel kunnen wjj mededeelen. Terwjjl de reusachtige man schappen van de eerste garde ljjfcompagnie op de zandige paradevlakte langs het venster marcheerden, waarvoor de vorsteljjke dames waren gezeten, en aller blikken op deze compagnie gevestigd waren, zag men naast deze rjjzige mannen, den kleinen 10-jarïgen Kroonprins, den jongsten luitenant loopen. Hij kon natuurlijk niet in den pas bljjven met de lange beenen zjjner gardieten, en toen hjj het bedoelde venster naderde, waarvoor alle vorstinnen stonden, die op militaire wjjze gegroet moesten worden, zette de Duitsche Kroonprins het in een huppeldrafje en huppelde zoo, om in de voorgeschreven afstanden voorbjj het venster te komen, naa3t den troep. Hierin scheen Koningin Wilhelmina bjjzonder schik te hebben, want zjj lachte met haar gansche gezicht, en zjj boog zich voorover uit het venster, om dit grappig tafereeltje nauwkeurig en zoolang mogeljjk te kunnen zien. Natuurljjk amuseerden de beide vorsteljjke moeders zich over de vreugde barer kinderen. Zeer schoon was ook de dames- groep, toen de Koningin-Regentes, te midden van een ijverig ondèrhoud met de Keizerin, den allerjongsten spruit der Keizerljjke familie van den schoot der vrouwelijke bediende nam, het gezonde kindje op den arm nam en liefkoosde, terwjjl te geljjkertgd de Duitsche Keizerin hare beide handen met vriendelijke teederheid legde op de schouders der kleine Koningin Wilhelmina, die zich met kinderljjke aanhankelijkheid tegen haar aandrong, terwjjl de aardige blonde Duitsche Prinsjes zich rondom beiden verdrongen, om zoo ver mogelgk uit het venster te kunnen zien. Dit alles ging zoo ongedwongen mogelgk toe en vormde een bevallig tafereel, waar alle toeschouwers behagen in Bchepten. Na afloop der parade namen de vorsteljjke personen deel aan het groote parade-dejeuner, waar achthonderd personen aanzaten. Hier behoorde ook Koningin Wilhelmina tot de gasten, evenals het oudste zoontje van den Keizer, de troonsopvolger, die zelf de parade medegemaakt had. Berljjn, 1 Juni. Bg het gala-diner op gisteren stelde de Keizer uit de volheid van zgn hart een taost in en sprak diep geroerd: Uwe Majesteit en Uwer Majesteits dochter de dank der Keizerin en van mg dat Uwe Majesteiten hier gekomen zgn en de ver moeiende reis niet geschroomd hebben. Nog levendig herinneren wjj ons de vriendschappelijke ontvangst, die wjj in het vorige jaar Uwerzjjas genoten hebben en van het gezamenlijke Nederlandsche volk, dat trouwe, i brave, arbeidzame volk, dat zoo vast en innig met het j Koningshuis vereenigd is. Uwe Majesteiten zullen hier i overal herinneringen aan verbintenissen uit vroeger tijd gevonden hebben. De naam, die ons geslacht met dien van Uwe Majesteit verbindt, heet Oranje. Met hooge achting, met diepen eerbied wordt de naam Oranje in mijn Huis genoemd. Van het groot© geslacht der Oranjes hebben mjjne voorvaderen geleerd. Wjj staan nog heden verbaasd over hetgeen deze hooge personen eeDs vermocht en gewrocht hebben. Ik eindig met den wensch, dat God de zegenende hand moge uitstrekken over Uwe Majesteit, over Uw land en over die hooge spruit van den Oranjestam, waaraan het geheele Nederlandsche volk verknocht is. Ik drink op het welzjjn Uwer Majesteit en op Hare Majesteit Koningin Wilhelmina. __De Koningin-Regentes antwoordde: Voor de harte lijke woorden, die Uwe Majesteit gesproken heeft, mijn oprechten dank. De vriendschappelijke ontvangst, die mjjne dochter en mg hier ten deel gevallen is, vervult mg met groote vreugde. Met warme erkentelijkheid vervuld, gelieve Uwe Majesteit onze allerhartelijkst© wenechen voor uw welzjjn in ontvangst te nemen. Ik drink op het welzjjn van Uwe majesteit den Keizer en van Hare Majesteit de Keizerin. 2 Juni. Het vertrek der Koninginnen had heden ochtend te halt tien plaats, bg heerlijk weder, in alle stilte, een half uur vroeger dan in de bladen aan gekondigd was, zoodat er in het geheel geen vijftig personen bjj tegenwoordig waren. De Keizer en de Keizerin met hunne drie oudste zoontjes deden de gasten uitgeleide. De Nederlandsche eezant en mevrouw van der Hoeven, en de heeren van Eys en van Citters waren aan het station. Allen werden door de Koningin- Regentes toegesproken en ook de Keizer gaf den gezant nogmaals zjjne groote ingenomenheid met het bezoek te kennen. Toen het oogenblik van vertrek daar was, omarmden de vorstelgke personen elkander, en zegden elkander vaarwel tot wederzieDs. De -Keizer kuste nogmaals, ridderljjk buigend, de hand der kleine Koningin; maar met de prinsjes ging het zoo deftig niet toe: die staken hun vriendinnetje al pratende de handen toe, en lachende en stoeiende ging het kleine volkje uit elkander. Koningin Wilhelmina droeg een grijs reispakje en een grooten stroohoed. In de hand had zij een ruiker zeldzame bloemen, en hare moeder eenen van witte rozen, beide eene persoonlijke beleefdheid van den Keizer. Honnef, 2 Juni. Onder harteljjke toejuichingen eener ontzagljjke menigte, waarin de Hollanders zich onderscheidden door het dragen van Oranje en de nationale kleuren, kwamen de Koninginnen te 7,20 aan. Aan het station werden zjj verwelkomt door de Koningin van Zweden, de Vorstin von Wied, den Erfgroothertog van Nassau en andere vorstelgke personen, waarna zg terstond naar de villa Adams reden. Het weder is prachtig. De kleine Koningin maakte eenen allerliefsten indruk. Zg ontving een bouquet van Hollandsche jonge dames uit Godesberg. België. Antwerpen, 1 Juni. Men zal zich herinneren het ongeval, dat plaats vond op den 9 December 11. op den Scheldestroom, waar de Nederlandsche tjalk «Maria Jantina" werd aangevaren door het Duitsche stoomschip >Benares", waardoor de tjalk onmiddelljjk zonk, met hot gevolg, dat schipper Meedendorp, gezag voerder van dien bodem, in de golven omkwam. Terwjjl de ongelukkige vrouw en haar kindje in het water tegen een gewissen dood worstelden, snelde op dat oogenblik kapitein Henri van OoBten, gezagvoerder van de sleepboot «Energie" van de Maatschappij der 8toomsleepbooten «Gerling", met zgn vaartuig toe, wierp Ijjnen uit en slaagde er in, de vrouw en haar kindje te redden en in zjjn vaartuig op te nemen, waar hjj hen op voorbeeldige wjjze verzorgde. Zoodra den consul-generaal der Nederlanden te Ant werpen deze edelmoedige daad van kapitein Van OoBten bekend werd, achtte hjj het zich ten plicht aan de Nederlandsche regeering daarvan kennis te geven onder toezending van een rapport over het gebeurde, met het gevolg, dat op voordracht vau den minister van buitenland8che zaken het aan H. M. de Koningin- Regentes heeft behaagd aan Henri van Oosten, ter belooning van zjjn menschlievend gedrag, een prachtigen marinekjjker, bevattende een zeer loffelijk opschrift op groote zilveren plaat, ten geschenke aan te bieden, vergezeld van een officieel uittreksel van het koninklijk besluit, aan Van Oosten een en ander toekende. Gisteren heeft de consul-generaal, in tegenwoordig heid van den gouverneur der provincie, onder eene passende toespraak, aan kapitein Van Oosten de hem toegekende onderscheiding overhandigd, terwjjl de gouverneur kapitein Van Oosten van harte geluk- wenschte en zjjne reeds vroeger bewezen diensten door het redden van verschillende drenkelingen deed uit komen, waarvoor de Belgische en Russische regeeringen hem hadden beloond. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. Ingezonden Stukken. 't PRAATJE VAN DEN DAG. Vervolg. Zoo was het dan Maandag vergadering tot oprichting eener roomboterfabriek op ons eiland, en zooals 't meer gebeurt, die ik wachtte waren er niet, en die ik in de verste verte niet tegenwoordig had gedacht, deden mede. Erg weinig waren er opgekomen, meenden sommigen, doch ik kon 't niet vinden't viel me mee, zeer mee. De voorkamer van >de Kroon" was overvol. Zonder iets te willen afdingen op de capaciteiten van den heer Van Langeraad, als voorzitter, waren er toch betrekkeljjk velen, die liever hadden vergaderd onder presidium van den heer G. J. v. d. Linden, die ver hinderd was de vergadering bg te wonen. De heer Van Langeraad opende da9 de vergadering en intro duceerde den heer M. v. d. Linden van Zierikzee, die door de commissie uitgenoodigd was om eenige op helderingen omtrent eene boterfabriek te verschaffen. ZEd. drukte zich volkomen naar 't genoegen der toehoorders uit, zeidein eenvoudige taal wat verschillende fabrieken, die hjj bad bezocht, voor de melk konden geven en deelde zooveel mogeljjk de resultaten mede. Wat het ophalen der melk betreft, werd o. a. gezegd, dat dit werd aanbesteed en dat het natunrljjk veel gemakkelijker was een aannemer voor 't vervoer te nemen, die bjj ver af wonenden huiede, dan dicht bg de fabriek. De heer Ch. v. d. Linde zegt nog op een desbetreffende vraag, dat wat het afhalen der melk op Zondag betreft, dit ieder gedaan kan krjjgen, en ook niet, juist zooals men dat zelf zou willen; wanneer men de melk niet levert, dan zou natuurljjk minder room ontvangen worden, ergo zou 'teenigszins nadeel zgn. De* melk, die echter 's Zondags wordt geleverd, wordt eenvoudig afgeroomd, wat in een oogenblik is gedaan, en dan 's Maandags tot boter gefabriceerd. In één woord, men werkt dan niet af, men doet het noodzakelijkste. En wat na verder voorviel in die gemengde ver gadering is moeiljjk te zeggen. Zjj, die tegenwoordig waren, werden hoofd voor hoofd gevraagd of zjj ge negen waren zich aan te sluiten en met hoeveel koeien. Nadat dit was afgeloopen, ging men in aparte I kamer en daar werd besloten bjj de eerstvolgend© vergadering niemand meer toe te laten dan zjj, die zich aansloten en degenen, die dit nog zouden willen doen. Ik onderscheidde op de vergadering drie soorten van menschen, nameljjk: voorstanders, tegenstanders en boomkijkers1. Wat de laatsten betreft, men kan ze gemakkeljjk kennen aan hnn stereotiep lachje, dat zeggen wil: haal jullie de kastanjes voor ons maar eens nit 'tvuur; gaat het goed, dan doen wjj later mee, doch nu er iD te springen, dankje wel, we zouden niet graag geld verliezen. Maar, zeg ik dan, zg die deelnemen, doen het om te winnen, maar niet om te verliezen, en de kans- voor 't laatste is al zeer gering. Ik noemde zooeven drie soorten op, die tegenwoordig waren, doch alle drie soorten over 't algemeen genomen waren m. i. te beschouwen als poppen. 'k Heb 't over een goede 20 jaar misschien op Veer- sche kermis gezien, een echt ouderwetsch Jan Klaasen spel. Als je daar voor stond, dan sprongen de poppetjes net als levende menschen en Jan kreeg dikwjjls van- moeder Katrjjn op z'n baatje. Keek men echter onder dat spulleke, dan zag inon niets dan touwtjes en ds persoon, die er onder zat, onzichtbaar voor allen be halve voor de ingewijden, trok zjjne touwtjes naar verkiezing enzoo ook hier. 'kBen bljj, dat ik op 't oogenblik geen boer ben, want menigeen, die er tegen was, is er nu voor en omgekeerd, zeker ten gevolge van de akelige bed sermoenen, die moeder de vrouw te genieten gaf en hun door sommige eigenaren werden ingefluisterd. Zie daar gaan ze nn ter vergadering, doch geloof me, 't vrouwtje en anderen zjjn de personen van 't Jan Klaasen spel en zjj zorgen wel, dat manlief geen ja zal zeggen als zg willen dat het neen is. Dientengevolge is het niet te verwonderen, dat er zgn, die met een welgemeende verwensehing wenschen, dat die tjjd van neen of ja zeggen voorbjj was. En nu zou ik eindigen met mjjn verslag, wanneer ik niet eerst nog de opmerking wilde maken, dat het bevreemdend is, dat 18 van de 34 geen geboren Noord- Bevelandsche boeren zich vóór de oprichting eener boterfabriek verklaarden, terwjjl slechts 12 van de overgebleven 100 geboren Noord-Bavelandsche boeren zich met de ideeën van de 18 niet-Noord-Bevelanders vereenigden. Is het daarom wel te verwonderen, dat de grond eigenaar liefst gaat verpachten aan vreemden, van wie hg weten kan dat ze alles aanwenden om hun voordeel te zoeken en ietB waarin voordeel zit om zoodoende alles in het werk te ateUen wat mogelgk is om aan hunne verplichtingen tegenover den verpachter te kunnen voldoen. Wissen kerke. WITTE HAGE. Wordt vervolgd. Mijnheer de Redacteur I Verleen mjj voor onderstaande een plaatsje in uw veelgelezen blad s. v. p. Het heeft sinds lang mjjn aandacht getrokken, dat de morgenpoat, die omstreeks 6 uur Amst. tjjd en 12.15 uur van denzelfden tjjd alhier aankomt, nooit of nimmer, althans hoogst zelden, vóór het hulppost- kantoor, maar steeds op eene andere plaats in de nabjjheid van het kantoor stilhoudt. Dit beteekent nu op zich zelf beschouwd al zeer weinig, en toch is het niet zooaL het behoort. Immers, ik heb vaak gezien en anderen met mjj, wanneer pakkettan aangebracht of verzonden worden, de adressen door den een of anderen nieuwsgierigen voorbijganger in der haast werden gelezen, iets wat niet zou geschieden, wanneer ze vóór het kantoor in de kar werden geborgen en ze niet op de straat werden neergezet, zooals somtjjds wel eens plaats heeft. Dat dit mg vooral hindert, zal u begrjjpen, Mijnheer de Redactenr, als ik n zeg, dat ik menig pakket met de post verzend en ontvang. Eens deelde ik het hoofd van dat kantoor boven staande mede, maar werd gewezen op de moeiljjk te berjjden straat, maar toch zon aan mjjne klacht gehoor worden verleend. En in weerwil dat die post ambtenaar zich steeds nauwgezet van zjjne verplichting kwjjt, ja, zelfs het publiek ten opzichte van den duur der openstelling van het kantoor zeer gerieft, meer dan hem is voorgeschreven, en in de hand werkt, schjjnt het wel of deze mjjn klacht bjj hem geen ingang heeft gevonden, want ziet n, Mjjnheer de Redactenr, sinds een jaar, is die moeiljjk te berjjden straat, dank zjj de provincie, door eene keurige straat van klinkers èn voor voetgangers én voor het rjjdend publiek vervangen, maar nog steeds rijdt de morgenpost door de achterwegen en wordt zjjne aankomst en ver trek door belanghebbende gemeentenaren nimmer Of, Mjjnheer de redacteurzou alleen de middag- en avondpost den provincialen weg door de gemeente te berijden hebben? Hjj wjjkt, ten minste hoogst zelden, van dien regel af, want dag aan dag ziet men hem zgn gitzwart en prachtig ros met juistheid en energie bestoren. Ik hoop, dat de bevoegde Postadministratie den eersten zgn plicht onder de aandacht brenge. EEN BELANGHEBBENDE. Nieuwerkerk, Juni 1892. 339' Staats-Loterij. Collecten uit bet 8e district van Zeeland. 5e Klasse. 13e L ij s t. Prijzen van 70. 3729 4521 7342 7429 15495 17412 19616 Nieten. 3748 7346 7370 7391 7428 19604 6960 7354 7389 7403 49600 14e L ij s t. Prijzen van JO. 3718 7353 7417 Nieten. 3719 4525 7330 7350 7399 7451 15499 3739 5591 7335 7397 7410 15493 17402 15e L ij s t. Prijzen van f 70. 3714 7402 7441 7454 7455 7465 19608 Nieten. 3715 4515 7408 7467 17409 3717 4517 7416 7470 19590 4510 7369 7423 15502 19618 Burg-erljj ke Stand van Zierikzee. g ebo ren: 26 Mei. Een zoon van W. Anker en P. de Keijzer. 29 dito. Eene dochter van E. Bakker en M. C. Matthijsse. 30 dito. Eene dochter van J. A. M. Verton en C. M. Everwijn. 1 Juni. Een zoon van G. van Wanrooij en W. C. de Smidt. Een zoon van K. A. Kohschulte en H. D. Straatman. 2 dito. Een zoon van L. van Dongen en C. Ringelberg. vertrekt Woensdag van ZIERIKZEE naar MID DELBURG en des Vrjjdag-namiddags va* MIDDELBURG naar ZIERIKZEE.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 4