Z1EBIKZEESGHE NIEUWSBODE. Zaterdag 5 Maart 1892. Directeur-Uitgever J. WAALE. BEKENDMAKING. BEKENDMAKING." NATIONALE MILITIE. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 6127. Advertentiënvan 13 regels 30 Cis. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend Lpat van brieven, geadresseerd aan onbekenden, over de le helft der maand Februari 1892: 1. Sater, Amsterdam. Van Brouwershaven: 2. Mej. U. Geelhoed, Amsterdam. 3. H. van der Vliet, Rotterdam. Van Noordgouwe: 4. A. Marijs, Oostburg. Briefkaart. 1. F. Costdjjk, Rotterdam. Verzonden geweest naar Zuid-Afrika: 1. G. van Prooje, Pretoria. School ver zuirn De BURGEMEESTER en WETHOUDERS »an Zierikzee maken bekend, dat door hen, ter voldoening aan Art. 81 der wet op het lager onderwijs, is opgemaakt en ter Secre tarie voor een ieder ter lezing redergelegd, een staat van kinderen boven de zos en beneden de twaalf jaar, die zich op den 1 Januari 1.1. in de gemeente bevonden, en die niet gevonden zijn op de lijsten van schoolgaande kinderen, ingezonden door de hoofden der openbare en bijzondere scholen voor lager onderwijs, noch op de lijsten der kinderen, die huisonderwijs ontvangen. Zij vestigen voorts de aandacht van belanghebbenden op de wetsbepaling: »dat ouders of verzorgers van op «dien staat voorkomende kinderen geene ondersteuning »vun wege de gemeente verkrijgen (geneeskundige hulp «uitgezonderd), tenzij zij aantoonen, dat hunne kinderen »ten onrechte op dien staat zijn gebracht, of het niet «schoolgaan van deze aan hen niet is te wijten". Zirr!K7.f.e, den 29 Februari 1892. De Burgemeester en Wethouders, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Eerste zitting van den Militieraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Gemeente ZlERIKZEE Brengen ter kennis van de lotelingen dezer gemeente, behoorende tot de lichting van het jaar '1892, dat de militie raad op Maandag den 21 Maart 1892 des voormiddags te 10 uur te Middelburg in de Abdij aldaar zitting zal houden, om uitspraak te doen omtrent de verschenen vrijwilligers voor de militie, en de lotelingen, die redenen van vrijstelling hebben ingediend, op grond van de bepalingen der wet van ■19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 72); alsmede omtrent de lotelingen, die, volgens de artt. 55 en 56 der wet, niet tot den dienst der militie kunnen worden toegelaten, en om trent alle overige lotelingen; voorts, dat bij art. 54 dier wet is bepaald, dat geene vrijstelling, aangevraagd wegens ziekelijke gesteldheid of gebreken of wegens gemis aan lengte, wordt verleend, wanneer de be trokken loteling niet voor den militieraad is verschenen, zijnde dit evenwel niet toepasselijk op den loteling, die wegens ziekte of gebreken buiten staat is voor den militie raad te verschijnen, daar deze, volgens art. 89 der wet, geneeskundig zal kunnen worden onderzocht op de plaats, waar hij zich bevindt; en dat de lotelingen, die om bovengemelde redenen vrjj- stelling van den dienst der militie verlangen, en zij, die zich als vrijwilligers voor de militie hebben aangeboden, mitsdien worden aangemaand, om op den bepaalden tijd voor den militieraad te verschijnen en zich niet te verlaten op het ontvangen van een oproepingsbiljet, daar het niet ontvangen van dit biljet niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor dien raad. ZreitiKZEE, den 1 Maart 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Cu. W. VERMEIJS. De Secretaris, JAN SNELLEN. Er is weinig kunst voor noodig om iets af te breken, dat gaat in den regel gemakkelijk genoeg, vooral wan neer men in de keuze der middelen daartoe niet zoo heel kiesch is. Maar om in de plaats van het omver- geworpene iets beters tot stand te brengen, iets dat meer voldoet aan de gestelde eischen, dat is een lastiger zaak en wordt vaak nagelaten. Het Ministerie in Frankrijk, dat ruim twee jaar den loop der zaken daar had geleid, is, zooals we de vorige maal reeds zagen, moeten aftreden. De vraag was dus nu maar, een nieuw Ministerie samen te stellen. De eerste poging daartoe werd beproefd door den heer Rouvier, wiens combinatie niet kon worden doorgezet, doordat de radicalen hunne medewerking weigerden. Wat was nu natuurlijker dan dat bun thans de vorming van een Ministerie werd toevertrouwddoch de pogingen daar toe door den heer Bourgeois gedaan, leden eveneens schipbreuk. Eindelijk, op het oogenblik dat de publieke opinie vrijwel ongeduldig begon te worden, werd de heer Loubet uitgenoodigd zich met de samenstelling te belasten en deze is geslaagd. Niet minder dan zes Ministers uit het pas afgetreden Ministerie zullen in het nieuwe zitting nemen en de Ministers van Marine, van Binnenlandscbe Zaken, van Openbare Werken en van Justitie zullen door anderen worden vervangen. De heer Coiistans zal dus ook aftreden en dit is de groote kwestie in dezen; al het andere blijft vrijwel by het oude. In samenstelling verschilt dit Ministerie niet van het vorige Kabinet. Ook bier zijn alle groepen der republikeinsche partij vertegenwoordigd. Daarin ligt eene kracht, maar ook eene groote mate van zwakheid. Het heeft veel voor, elke groep tevreden te hebben ge steld, niemand te hebben voorbijgegaan, maar het vorige Ministerie heeft de groote moeielijkheid ondervonden om het allen naar den zin te maken. Zal de nieuwe Minister-president voor deze zware taak berekend zijn Dit zal de tijd nog moeten leeren. Zooveel is zeker: de nieuwe Minister-president is een handig man, die als lid van den Senaat en voorzitter der Financieele commissie aller achting heeft verworven. Eene groote staatkundige rol heeft hij tot hiertoe niet gespeeld, maar misschien is hij juist hierdoor meer dan iemand anders geschikt om de partyen bij elkander te brengen. Laat ons voor Frankrijk hopen, dat dit Ministerie evenals het voorgaande, veel moge doen tot het be vorderen van den welvaart en de rust, zoowel in het binnen- als in het buitenland. Daltschlaiid trekt thans wederom buitengewoon de aandacht. In de eerste plaats door de redevoering, die de Keizer gehouden heeft aan het jaar)ijks<!h diner van den Brandenburgscben Landdag. Hij zeide daar ongeveer ditHet is helaas thans gebruikelijk geworden alles wat van den kant der Regeering geschied, te be dillen en te bevitten. Op de nietigste gronden wordt de rust van lieden gestoord en hun welgevallen in hun eigen bestaan en in de ontwikkeling en het leven van ons gezamenlijk groote Duitsche Vaderland vergald. Uit de bedillingen en die ophitsing ontstaat ten slotte by menigeen de gedachte, dat ons land het aller ongelukkigste en het slechtst geregeerde land der wereld is en dat hot een ramp is in dit land te leven. Dat dit niet zoo is, weten wij allen natuurlijk beter. Maar ware het dan niet beter, dat de ontevreden be dillers het Duitsche stof van hunne pantoffels afschudden en zich aan onzen ellendigen en jammerlijken toestand ten spoedigste onttrokken? Men ziet het, de Keizer houdt van afdoende maatregelen. Ieder die moppert, moet maar met den eersten sneltrein de beste de grenzen over, want die hoort daar niet thuis, de Keizer en de Keizer alleen weet het. «Mijne koers is de juiste", heeft hij nog verklaart, weg dus met allen, die niet daaraan gelooven. Men zou waarlijk meenen, dat men hier wederom te doen had met een dier toasten van den vurigen jongen Keizer, die later worden herroepen; maar dit is thans het geval niet. De rede was zorg vuldig voorbereid en in druk gegeven vóór zij uitge- gesproken werd. Het was dus geen improvisatie in een oogenblik van opwelling, waarbij men een vurig spreker altoos wel het een of ander moet ten goede houden, wanneer hij de maat eens te buiten gaat. Het was eene vooraf overlegde manifestatie, waaruit blijkt, welk eene diepe klove er bestaat tusschen den Keizer en de overgroote meerderheid van het Duitsche volk in de opvatting van den monarchalen staatsvorm in Duitschland. De meerderheid der ontwikkelden in Duitschland ziet bij alle vereering jegens de monarchie in den regeerenden Vorst een oppersten aanvoerder en leidsman, die bij al de verhevenheid van zijne positie, toch slechts vleesch van hun vleesch en bloed van hun bloed is; een aanvoerder, dien men wel eene groote, maar geene absolute macht en geene goddelijke vereering wil toekennen. De Keizer daarentegen verklaart zich als de door God uitverkorene en gezalfde, wiens verstand en wil voor allen het richtsnoer moeten zijn, boven alles verheven zijn en op grond van goddelijke zending alles aan zich hebben te onderwerpen. Dit is het groote ver schil; een verschil, dat zijn oorsprong vindt in twee verschillende wereldbeschouwingen en dat vroeg of laat een conflict zal veroorzaken tusschen Kroon en Volk. Ook op een ander gebied trekt Duitschland de aan dacht. Te Berlijn hebben ernstige ongeregeldheden plaats gehad. Werkloozen verzamelden zich, ten einde betoogingen te houden en werden onderling oneenig, geraakten aan het vechten en werden door de politie uiteengedreven. Dit is op zichzelf niet veel beteekenend, maar opvattend is het, dat dit te Berlijn gebeurd. Tot dusver kwamen daar dergelijke dingen niet voor; de politie wist de werkloozen in bedwang te houden, bijna zou men zeggen te verbergen. Amerika. De campagne voor het presidentaohap der Vereenigde Staten van Noord-Amerika zal over korten tjjd in vollen gang zjjn. Republikeinen en democraten rusten zich reeds ten Btijjde, doch eensgezindheid heerscht er in beide partyen niet en dus is van een krachtig optreden vooralsnog geen sprake. Wel is Blaine, de staatssecretaris, vrijwillig terug getreden, doch 't schijnt dat Harrisson, de tegenwoordige president der republiek, do opvolger van Cleveland aan het bewind, het veld toch nog niet vry zal hebben. Ondertusschen hebben de democraten van den staat New-York, Maandag der afgeloopen week, met voorbij gaan van Grover Cleveland, deD vroegeren gouverneur Hill candidaat gesteld voor het presidentschap. Nu willen Clevelands aanhangers 31 Mei te Syracuse een contra-meeting houden. Dat is een belangrjjk en veelbeteekenend feit, het is eeu bewjje, dat de democratische party een ernstige crisis doormaakt. Voor enkele maanden had de democra tische party de beste kansen; Grover Cleveland had de hervorming der douanerechten in zjjn programma opgenomen en reeds had hjj by de staatsverkiezingen van het vorige jaar uitstekende resultaten verkregen. Zoo meende men dus te mogen aannemen, dat Cleveland en geen anderen de man zou zyn naar 't hart der democraten. Doch er zyn machtige factoren in 't spel, die Cleveland niet den rechten man achten, omdat by recht door zee gaat, omdat hjj doet wat goed ia en geen rekening wil houden met den machtigen Tammany-ring van New-York. Hill is de man voor hen, wier eigen belangen gaan boven die van 't alge meen belang en Harrisson's kansen kunnen by dat alles niet anders dan winnen. Toch is 't laatste woord in deze nog lang niet gesproken: in Juni komt te Cüicago de democratisohe oonventie bjjeen en die zal Cleveland tot candidaat proclameeren en niet Hill. Dat die verdeeldheid in 't kamp der democraten ernstige vrees moet doen ontstaan voor hun overwinning, ljjdt echter geen twyfel. De grootste poppenwoning werd voor een paar jaar besteld door een rjjk heer te Chicago, die er zyn vierjarig doobtertje op haar verjaardag mede wilde verrassen. Dit miniatuur-huis kostte niet minder dan 700 pond sterling (8400 gulden). Het is gebouwd van baksteen en versierd met een toren en koepel, waar door het op een oud kasteel geljjkt. De deur in den voorgevel is 5 voet hoog en bevat op een koperen plaat den naam der jeugdige eigenares. De deur is voorzien van een electrische schel, die in de keuken kan gehoord worden. De verlichting van dit kinder paleis geschiedt door gas, waarvoor in iedere zaal en kamer fraaie koperen miniatuur-kronen zyn aan gebracht. Al de ramen zyn voorzien van jalousieên en gordynen, terwjjl de kamers zyn belegd met de kostbaarste tapijten. De zeer mooie meubelen zyn bekleed met wit brakaat. De jeugdige Koningin van Holland bezit een dergelyk poppenhuis met 22 kamera, dat 550 p. st. (6600 gulden) gekost heeft. Al de kamera zyn fraai gemeubeld en gestoffeerd; het is in één woord een behoorlijke, kleine residentie. Engeland. Men berekent, dat ongeveer 460,000 mijnwerkers van Noord- en Midden-Engeland en Schotland aan de groote werkstaking, die op den 12en dezer zal aan vangen, deel zolleu nemen. In sommige wjjken van Londen is de prjjs der steenkool reeds met 5 shillings per ton gestegen; op de markt rees de prjjs sinds Vrjjdag 2 shilling per ton. Volgens een schryven aan do Daily News zou 't de Mijawerkeisbond vooral te doen zyn, om te bomen tot een overeenkomst met de myneigenaars, waardoor zou worden belet, dat de kolenprjjssen beneden zeker minimum zouden dalen. Frankrijk. Dinsdagmorgen is te Parjjs een dynamiet-bom ont ploft, in de Rue Saint Dominiqae, voor het huis der Prinses van Sagan. De concierge, die de straat veegde, zag in een hoek by de deur een blikken doos of bus; hjj nam het ding op en zette het, na het bekeken te hebben, in de goot en een oogenblik later volgde een hevige ontploffing. De concierge werd in het aangezicht gewond, maar niet bedenkeljjk; zyn bezem vloog in duizend stukken, waarvan eenige op 30 meter afstand teruggevonden werdeD. Van de ruiten van het huis aan de voorzyde bleef geen enkele heel. Men vermoedt, dat de aanslag gemunt was op het Spaansohe Gezantsohap, dat vroeger eenige huizen van het hotel der Prinses van Sagan verbljjf hield. Duitschland. Dr. Mezger, die thans uit St. Petersburg waar hjj de Keizerin van Rusland behandeld heeft te Wiesbaden is teruggekeerd, heeft van den Czaar de Stanislaus-orde met briljanten ontvangen. Nederland. Haarlem, 2 Maart. Een lid der redactie van het Haarl. Dgbl. heeft aan de werkster der vermoorde weduwen een bezoek gebracht en verhaalt daarvan het volgende: Wjj zochten de werkster, juffrouw Ochsler, in haar woning op en vernamen van haar, dat zjj de beide vrouwen in volkomen welstand heeft verlaten. Zjj had een boterham met de beide vrouwen gegeten en was iets langer gebleven dan gewoonlyk. Zelve had zjj, met behulp van éen der vrouwen, de luiken van de voorkamer gesloten, de achterdeur gegrendeld en was uitgelaten door een der bewoonsters. Dit laatste ge schiedde kwartier over zevenen. Ook zjj scheen niet af keerig van de meeniag dat de dader in huis geweest kan zyn vóór zjj de woning verliet. Boven de woonkamer bevindt zich een klein zoldertje, waarop mea uit den aard der zaak zelden komt. Zoo ergens, dan zon de moordenaar zioh hier verscholen kunnen hebbeD. 't Is wel vreemd, dat dezelfde vrouwe», die zoo zorgvuldig de deuren des avonds gesloten hielden, minder voorzorgen schenen te nemen voor de vensters. Het raam, dat op het erf uitkomt, was slechts door een pen gesloten, een ander venster aan den achterkant, dat, zoo wjj ons niet vergissen, toegang tot het zoldertje geeft, slechts door een jjzeren staaf, zooals men dat by schuine dakvensters vindt. Yeel bezoeken ontvingen de oudjes niet. De werkster noemde de vrouwen «zoo'n beetje kindschziet u, ze waren erg bly met een bonten lapje voor -ie dekens, die ze maakten." Volgens de werkster was er nooit veel geld in huis; alles wat er in kwam, werd gestuurd of gebracht door Van der Plas, den neef, die de bezittingen van vrouw Bekkers beheerde, en het gebeurde wel, dat de werkster eens een stuiver minder ontviog dan haar loon eigenljjk bedroeg. «'tZit er van de week uiet an, Befje", zei dan vrouw Bekkers, «als neef Freerk van de week geen geld brengt, ben ik heelemaal hard." Den ontbrekenden stuiver kreeg ze dau later. Ia het kamertje staat een meubel, dat een soort van geheime bergplaats bevat. Het is de linnenkast, die een hollen poot heeft, welke met een klein sleuteltje in een zeer klein gaatje wordt geopend en dan eenige kleine laadjes te aanschouwen geett. Vroeger bewaarde Bekkers daarin zijn effecten, maar die waren.er al lang uit, en ot de weduwe daarin nu geld borg, is niet bekend. Wel heeft de werkster gezien, dat de be woonsters wel eens kruidenierswaren in die laadjeB Bloten. De moordenaar heeft óf van het bestaan van die bergplaats geen kennis gedragen, óf hjj heeft ge weten dat daarin toch niets te vinden was, want terwjjl alles in de kamer is opengescheurd en onderzocht, is aan den poot geen spoor van braak to ontdekken. By de begrafenis der beide slachtoffere verdrong zich tegen half drie in den namiddag aan het gasthuis en de straten daarby gelegen een groote menigte en bleef daar ondanks het gure weder, tot dat te drie uur de ljjken in de twee koetsen waren geplaatst. Elke baar was versierd met een krans. Op de linten van den eenen Btond: «Lieve Grootmoeder, rust in vrede", en op die van den anderen«Lieve Tante, rust in vrede". De stoet werd door een groote menigte naar het Roomsch-Katholiek kerkhof begeleid, waar zich reeds tal van personen hadden verzameld. De lykdiecst werd verricht door den kapelaan Hafkenscheid. Als een byzonderheid kan nog worden gemeld dat een nichtje der vermoorde vrouwen, juffrouw Kops, die gewoon was haar 's avonds de courant te komen voorlezen, Vrijdagavond te laat klaar was met haar huiswerk en dus niet is gegaan. Dat kan een geluk en een ongeluk zyn geweest, daar óf ook zjj zou zyn vermoord gevonden, óf de moordenaar zyn plan zou hebben opgegeven. Het eerste is het waaracbjjnljjkste, af te gaan altbaDB op de koelbloedig heid, waarmede de misdaad bljjkbaar is gepleegd. Omtrent de misdaad zelve is nog geen verder nieuws mede te deelen. De justitie zet, geljjk vanzelt spreekt, haar onderzoek krachtig voort en heeft ook onder scheidene personen gehoord, die Vrydagavond in de buurt van den Raamsingel waven geweest, maar tot dusver zonder resultaat. Amsterdam, 2 Maart. Door de familie van S., in de bocht van de Heerengracht, zyn de dag van gisteren en de afgeloopen naoht in de grootste ont steltenis doorgebraoht. Gisterenmorgen 9 uren waren twee kinderen uit dat gezin, jongens van 7 en 11 jaren, als gewoonlyk door de gouvernante naar school gebracht: de School vereniging op de Keizersgracht bjj de Relugiersgraoht, van welke inrichting het hoofd, de heer A. L. Roest, juist dien dag zyn vjjf en twintigjarig jubileum vierde. Die dag zou ook voor de leerlingen een feestdag zyn, tengevolge waarvan de knapen zy hadden dit uitdrukkelijk thuis verteld wat later zouden gehaald worden dan gewoonlyk. Toen de knecht echter te 1 uur de jongens van school kwam halen, hoorde hjj tot zjjn verbazing, dat deze dien dag er nog niet geweest waren, 't Bleek dat de juf aan de brug voor de Reguliersgracht van hen afscheid genomen bad, niet anders denkende dan dat de knapen, zooals dat altyd gebeurde, het schoollokaal zouden binnengaan. De jongens verzuimden nooit en vooral dezen dag was er geen reden om aan het tegenovergestelde te denkeD, omdat, zooals wjj reeds zeiden, het geen gewonen achoolgang maar een feestje betrof. Had men echter alles geweten, dan zou 't duidelyk geweest zyn, dat voor het plan, 't welk in de joDge gemoederen broedde, j uist die feestdag hun het geschiktste tjjdstip moest voorkomen om het te kunnen ten uitvoer brengen. Zy hadden samelyk niets meer of minder in den zin dan de wjjde wereld in te gaan. Een betere gelegenheid dan zoo'n feestje, waarop, geljjk zy slim overlegden, minder dan gewoonlyk op het doen en laten van de jongeren gelet zou worden en dat hun bovendien een uur voorgaf op den tyd waarop het snood bedryf ontdekt zou worden, een mooiere gelegen* heid was wel niet denkbaar. Dooh van dat alles wist men op het uur van bun vermissing nog niets; de knapen waren weg en niemand wist waarheen. 't Spreekt van zelf, dat men 't eerst aan een ongeluk of aan een misdaad dacht. Hoewel 't vry onwaarscbynlyk was, dat op klaar lichten dag twee kinderen in een drukke omgeving als die van de genoemde school zouden verdronken g']n, zonder dat dit was opgemerkt, werd toch in de eizersgracht, tusschen de Regnliersgracht en de Utreohtsohestraat, eenige aren gedregd, terwjjl inmiddels de politie naar alle kanten nasporingen liet doen. Bjj de stalhouders, de rytuigondernemingen, aan de stations en aan de uitgangen van de stad, overal werd geïnformeerd en overal vruchteloos. Toen kwam men op het idee, dat de knapen misschien in hun onbezonnenheid ervan door waren gegaan. Daar zy familie in Haarlem hadden wonen en het duinenland op de meeste jongens een groote aantrekking uitoefent, werd op raad van de politie eerst in die richting het onderzoek ingesteld en begaven twee der onderwjjzers van de sohool, vergezeld van een rechercheur, zioh per rjjtuig derwaarts. Het was inmiddels aoht uren geworden. Langs den geheelen weg werd niets bespeurd en ook bjj de familie was van de knapen niets bekend. Op den terugtooht vernam men aan het tolhek bjj Halfweg, dat aldaar des middags te ongeveer 4 uren twee jongens, waarvan een een Bchooltasch droeg, gezien waren, maar alle verdere naricht ontbrak. Nog behoedzamer dan op den heenweg werd nu naar alle richtingen uitgekeken, maar met geen ander gevolg dan dat het rjjtuig des nachts te 3 uren onverrichter- zake weder alhier aankwam. Men besloot echter op dezelfde wjjze werkzaam te bljjven en, zoodra 't dan ook dag werd, begaven zich opnieuw twee rechercheurs laDgs de Haarlemmer trek vaart op weg. Ea eindelyk daar werden de deug nieten, vermoeid en afgemat en verkleumd van koude, in de diepte aan de kromming van den dyk bjj Halfweg gevonden! De elfjarige had zjjn mantel beschermend over het jongere broertje uitgespreid, en zoo lagen ze bibberend tegen elkander. Ondanks de weinig beDydens- waardige positie waarin het tweetal verkeerde, weigerde de oudste de kleine was schier te versutt om iets te zeggen op hoogen toon met de rechercheurs mede te gaan, die niets met zyn zaken te maken hadden, beweerde hjj. Maar niettemin werden ze bij een boer onder dak gebracht, en na wat versterkt te zjjn door boterhammen en warme melk do jongens hadden sedert het ontbjjt niets genuttigd werden ze zoo gauw mogeljjk op een overdekten boerenwagen geladen en «ventre üb-terre" naar de doodelyk ongeruste moeder gereden. (De heer S. is zee-officier en vertoeft op het oogenblik buitenslands). Om tien aren heden morgen waren ze weder in de ouderlyke woning. Men kan zioh de aandoening van de gemartelde moeder voorstellen toen ze de bengels weer in haar armen had! Ze werden natuurljjk zoo gauw mogeljjk in bed gestopt, waarna de dokter werd gehaald, die gelukkig hun gezondheidstoestand be vredigend kon noemeD, hetgeen wel hieruit bleek, dat ze weldra sliepen als rozen. Zoo goed en zoo kwaad als het inmiddels gelukt was iets omtrent bet ontvluchtingsplan uit hen te krygen was het volgende gebleken: De oudste had na de leziog van de beroemde ge schiedenis van Robinson CrusoS een vier dagen geleden het plan opgevat om ook eens zoo iets te ondervinden, en zyn broertje dadelyk voor het heerljjke denkbeeld gewonnen. Het rjjtuig hadden ze van uit hun schuil plaats heel goed opgemerkt, maar dit stilletjes laten pasaeeren. Ze hadden zich voor zoover zjj dit zonder hulp doen konden zich zoo goed mogeljjk op een lange reis voorbereid: overschoenen aangetrokken enz. Want er moest verbazend geloopen worden voor je aan de zee kwam, dachten ze. De elfjarige had geprobeerd vóór het vertrek, bjj een goudsmid hier ter stede zyn horloge te gelde te maken, maar de goudsmid had het, met het oog op de jeugd van 't ventje, niet willen accepteeren. Voorts had hjj nog de pas vernieuwde snaren van zjjn viool meegepakt, die zouden ook wel geld opbrengen dacht hjj. Contanten hadden ze hoe genaamd niet bjj zioh. 9sGravenhage, 3 Maart. Tweede Kamer. De heer Borgesius heeft verlof verkregen op een nader te bepalen dag den Minister van Binnenlandscbe Zaken te interpelleeren over den toestand van de krankzinnigengestichten en meer in bjjzonder van dat te's Graven hage. Aangenomen is de onteigeningswet voor de ver betering van Klarendal te Arnhem. De discussie over de onteigening voor een post- en telegraafkantoor te Amsterdam is aangevangen. De heer Hartog verdedigde Bterk de onteigening par zóue als hoodzakelyk en niet in Btrjjd met de onteigeningswet. De heer Levy bestreed den heer Hartog en achtte de onteigening par zóne niet toegelaten. Volgens het Dagblad wordt aan het Departement van Oorlog druk gearbeid aan de Legerwet. In die Wet zal, volgens dat blad, het beginsel van den persoonlyken dienstplioht worden opgenomen met vaststelling van den tjjd voor het eerste verbljjf onder de wapens op acht maanden. Rotterdam, 3 Maart. In den afgeloopen nacht herbergde de inrichting van het Leger des Heils aan de Eleonorastraat 91 personen, waaronder 10 vrouwen en 14 kinderen. Heden ochtend is men in het Westelyk gedeelte dezer gemeente begonnen met een wagen langs de huizen der ingezetenen te gaan, om afgedragen klee- dingstakken en schoenen, alsmede oud kinderspeelgoed op te halen. Aan dat alles is groote behoefte. De wagen wordt door 2 dakloozen gereden onder geleide van een «soldaat" van het Heilsleger, die in het bezit is van eene schriftelijke vergunning, door den hoofd commissaris van politie alhier voor dat doel afgegeven. Van den heer Koene in de Hoofdsteeg werd ontvan gen een zak bruine boonen en een paar Btukken spek. Gisteren werd een groot bad ten geschenke ontvangen. Een «oud-roest" kocht kort geleden een party van 200 boksbeugels. Deze heeft daarop last gegeven aan een ander om ze tegen eiken prjjs te verkoopen. Gelastigde heeft ze nu met een ruime winst verkocht aan personen, die des nachts op straat moeten zyn, teneinde zioh tegen nachteljjke aanvallen te verdedigen. De van ouds bekende Place des Pays-Bas van Doon en Pfl§.ging aan Kruiskade en Helmersstraat te

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1