PIK 4 UUK J Iemand die naar 't Loo by Duiven ovorkwam om de begrafenis in orde te brengen van een dezer dagen verdronken familielid, gebruikte zooveel sterken drank, dat hy te water geraakte en eveneens verdronk. DE INFLUENZA. Uit Grave wordt gemeld Evenals in de omstreken, begint ook hier de influenza sterk te woeden. De bijzondere school by de fraters i8 heden gesloten en de inwonende leerlingen en kost gangers gaan naar kuis, omdat het geheele personeel broeders, op een enkele uitzondering na, ziek ligt. Nu en dan hoort men van een sterfgeval. De militaire arts Offerhaus uit Utreoht is hier aan gekomen, om hulp te verleenen. De ziekte begint een ernstig karakter aan te nemen. RECHTSZAKEN. Ziei'ikzee, 22 Jan. Ter terechtzitting van de arrondissements-rechtbank van 15 Januari 11. stonden terecht 1°. N. K., landbouwer te Stavenisse, beklaagd van overtredingen van de wet tot regeling van het vee- artsenykundig staatstoezicht. Beklaagde was door den kantonrechter te Tholen van een feit vrijgesproken en voor het andere veroordeeld tot eene boete van 5. De ambtenaar van het openbaar ministerie by het kantongerecht te Tholen, die gevorderd had 2 boeten elk van 50, kwam van dit vonnis in hooger beroep. Als gemachtigde vau den beklaagde trad op Mr. A. J. F. Fokker. De subst. officier van justitie, Mr. Horch, vorderde met vernietiging van het vonnis van den kantonrechter, dat beklaagde zou worden veroordeeld tot 2 boeten elk van 50, by niet-betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis voor elke boete. By vonnis van heden werd beklaagde ontslagen van alle rechtsvervolging, de kosten te dragen door den Staat. 2". C. de J., arbeider te Brouwershaven, beklaagd in den nacht van 5 op 6 December 11., moedwillig P. D. met een scheermes eene bloedende wonde op den rug te hebben toegebracht, na van te voren het voornemen te hebben opgevat deze mishandeling te plegen en met dat doel, bedoeld scheermes te hebben by zich gestoken. Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeye trad voor beklaagde als verdediger op. De 8ubst.-officier van justitie vorderde 2 maanden gevangenisstraf. De rechtbank veroordeelde heden beklaagde wegens mishandeling tot vier maandeD gevangenisstraf, met vrijspraak van het meerder te laste gelegde. 3°. M. G., arbeider te St. Maartensdyk, beklaagd van diefstal van stroo. Beklaagde bekende ten nadeele van C. v. d. W., drie bossen stroo te hebben weg genomen voor strooisel onder zyn varken. Overeenkomstig de vordering van het O. M. werd beklaagde veroordeeld tot één week gevangenisstraf. 4°. J. H. H., yzergieter, wonende te Zwolle, thans gedetineerd in het huis van bewaring alhier, be klaagd ter zake van bedelary in de gemeente Sint- Maartensdyk. De ambtenaar van het O. M. vorderde 12 dagen en de rechtbank veroordeelde heden den beklaagde tot 6 dagen hechtenis. In de zitting van het Kantongerecht te Zierikzee van 20 Januari 1892, zijn de navolgende vonnissen gewezen. Wegens jachtovertreding J. A. v. H. Jz. te Oosterland tot 10, subs. 4 dagen met verbeurd verklaring van het niet in beslag ge nomen geweer, met bevel dit uit te leveren of te betalen 6, subs. 2 dagen. K. L. te Haamstede tot 2 maal 7 dagen met verbeurd verklaring van het niet in beslag genomen geweer, met bevel dit uit te leveren of te betalen 2, subs. 2 dagen. W. Z. te Burgh tot 7 dagen hecht, met verbeurd verklaring der in beslag genomen wildstrikken. J. J. S.Rz. te Renesse tot 20, subs. 4 dagen, met verbeurd verklaring der in beslag genomen wildstrikken. J. v. L. Cz. te Zierikzee tot 5, subs. 4 dagen. L. v. d. W. te Duivendyke tot 10, subs. 4 dagen. Rapen van schelpdieren op de werken van een water- keerenden dyk langs de Ooster-Schelde, zonder vergunning: J. v. d. B., E. T. en A. W., allen te Zierikzee, ieder 0,50, subs. 1 dag voor elk hunner. Straatschenderij W. M. te Zierikzee tot 5, subs. 2 dagen. J. Y. te Zierikzee tot 3, subs. 2 dagen. Overtreding der gemeente-verordening van Brouwershaven A. van S. tot 3, subs. 2 dagen. Openbare dronkenschap: W. K. te Bruinisse tot 3, Bubs. 2 dagen. C. K. te Zierikzee tot 1, subs. 1 dag. G. L. te Zierikzee tot 2 maal 3, subs. 2 maal 2 dagen. Dronkenschap by eerste herhaling: E. F. te Zierikzee tot 3 dagen hechtenis, terwijl A. v. d. H. te Zierikzee is vrijgesproken, beklaagd wegens overtreding der drankwet. Door H. M. de Koningin-RegenteB is de levenslange gevangenisstraf, waartoe M. D. in 1871 door het ge rechtshof van Friesland wegens medeplichtigheid aan een te Oudega (Sm bedreven moord werd veroordeeld, veranderd in gevangenisstraf van 25 jaar. LANDBOUW. Door de centrale tentoonstellingsvereeniging iLand bouwbelang" te Zierikzee zal alhier in de zaal der Sociëteit Landbouw en Handel" op Donderdag 18 Februari, van des voormiddags 11 tot des namiddags 3 uur, eene tentoonstelling worden gehouden. Daarvoor worden gevraagd monsters van zomerzaai- granen, peulvruchten, pootaardappelen, uien- en lynzaad, klaver- en graszaden en verzamelingen gedroogde grassen en planten. De volgende prijzen worden uitgeloofd voorchevalier gerst 10 en J 2 50 met diploma's en getuigschrift, Maartsche gerst, zomergerst ieder ƒ2.50 met diploma en getuigschrift, kortstroo zaaierwten, blauwbloem, revelaar, lynzaad en pootaardappelen ieder ƒ2.50 met diploma, diploma en getuigschrift en voor paarden- boonen ƒ2.50 met diploma en getuigschrift. De uitgeloofde prijzen worden niet uitgereikt, vóór door het uitgezaaide gebleken is, dat het product zuiver van soort is en aan de gestelde eischen voldoet. By de beoordeeling van het gewas zal vooral gelet worden op opbrengst en zuiverheid. Bovendien worden voor alle niet genoemde soorten zomerzaaigranen, zaden en verzamelingen klaver-, graszaden, gedroogde grassen en planten als eerste en tweede prijzen getuigschriften beschikbaar gesteld. Om op deze tentoonstelling te kunnen mededingen, moeten de inzenders vóór of op 10 Februari 1892 by den Secretaris, den heer M. C. Mulock Houwer te Zierikzee, een schriftelijke opgaaf inzenden van: Het product, dat zy wenschen in te zenden; b. de hoeveelheid die zy van het in te zenden graan of zaad ten verkoop beschikbaar hebben; c. den prys, franco Zierikzee en met inbegrip van emballage; d. het netto gewicht per hectoliter, de streek waar, en de soort grond waarop het verbouwd is; e. de namen van drie personen, door hen geschikt geacht en gewenscht als leden der jury. De inzendingen moeten vrachtvry by den secretaris zyn aangekomen vóór 1G Februari 1892. De monsters moeten verpakt zyn in linnen of katoenen zakken of in fl?s8chen, waarop naam en woonplaats van den inzender, en moeten de hoeveelheid bevatten bij iedero groep gevraagd. Die van granen, lynzaad en poot- aardappelen moeten 2 liter groot zijn, die van zaden Vs liter. KERKNIEU W S. Beroepen by de Ned. Herv. Kerk te 's Heer Hendriks- kinderen, ds. G. F. Haspels te Kolmschate, (Overysel). De gemeente is vacant sedert 16 Mei 1880. Ds. P. F. van den Berg, hoopt Zondag 6 Maart zijne intrede te Zierikzee te houden; als bevestiger zal optreden zijn vader ds. P. T. van den Berg te Nieuwkoop. Zondag 24 Januari treedt in de Kleine Kerk op, ds. Iogelse van Schiedam, beroepen predikant te Wil- helminadorp. Gemengde Berichten. 't Is zoo donker als de nacht, wanneer men de Zie- rikzeesche straten doorwandelt. Het gas, dat nogallyd even duur blyft, verspreidt in het geheel geen licht. Dit is ook de ondervinding in verschillende woningen en in verschillende werkplaatsen. De oorzaak hiervan is die gelegen aan de kolen of aan de leiding der buizen? Doch in elk geval behoorde de leverancierster van het gas, dat ia de gasfabriek, te zorgen dat men tegen goede betaling ook goed licht verkrijgt. De rooverbenden in Rusland nemen toe. By Lotz, in Rus sisch Polen, worden geregelde gevechten geleverd tusschen grondbezitters en boeren. Bij Batoum werd een trein door roovers aangevallen en geplunderd. Twaalf boeren werden daarbij neergeschoten. Volgens Dalziel heeft Edison een aardig uitvindinglje gedaan. Hy zou n.l. een machinetje hebben gemaakt, waarmede bet mogelyk is dat een met 25 man gewapend fort een geheel vijandelijk leger eventjes met een electnacheh stroom opruimt! Iu de gevangenis te Posen ver moordde een gevangene den cipier en ontvluchtte in diens uniform. Vrouw A. Hoe breng je de lange winteravonden door? Vrouw B. Met lezen. Vrouw A. Wat lees je dan Vrouw B. Ik lees erwten. Een boerenjongen komt eene boodschap doen op een kantoor, waar eenige klerken aan 't schrijven zijn. Deze heeren, meenende dat ons boertje er niet al te snugger uitziet, noodigen hem uit te gaan zitteo, terwijl er geen enkele stoel ledig is. Dank u zeer, antwoordt ons boertje. Maar als ik deze kamer zoo eens rondzie, dan moet ik denken aan den stal van mijn vader. Zoo, mijn jongen, zegt een der heeren, en hoe ziet de stal van je vader er dan wel uit? Wel, zegt het boertje, er zijn ook net zooveel plaatsen als er ossen zyn. In een winkel zegt eene dame tegen den bediende: Hoe kun je my toch zulk een ouderwetech patroon laten zien. Ja, zegt de bediendeantiek is tegenwoordig modern. Verzachting van een echtgenoot, vader van veie dochters: In de lente verjongt alles, alleen de damestoiletten van het vorige jaar verouderen. Lafaards! Lafaards! is het werk van hen, welke bij slechte vrouwen hun geld laten, en vrouw en kinderen zonder brood laten zitten en mishandelen. Wel, wel, wat zal dat Zondag tegenloopen dat Betje te Tholen niet geroepen kan worden bij een schrale heer, die meer wind bezit als geld. Al wilt ge ook hooge mouwen dragen Zou dat alleen by hem bevallen, Komen er dan nog geen kragen bjj. En wat zullen dan zyn de gevallen? Een zeker dienstmeisje te O. V. wordt aangeraden geen laster uit te strooien van anderen, want als zij op zich zelf ziet heeft ze meer dan genoeg. Zo moest S. M. en R. maar laten rusten, omdat zij genoeg heeft aan hare holle kiezen. Het is een joodsche varkens slager te St. M. bitter tegengevallen. Hy dacht met al zyn geld een aai dig meisje in den val te krijgen, maar dat is mislukt. Dus Jacob, beter opgepast, En houdt voortaan uw meisje vast, Want ieder die u kent en ziet Zegtaapje, ik begeer u niet. Betje te O. V. behoeft in het geheel niet te denken dat zy door anderen buiten de gemeente besproken is, maar dat hare eigene honden zelfs het meest hebben gebeten. Onder de gemeente Colynsplaat is onlangs door vier reizigers een spook ontdekt, dat zich bezig hield by een waterput met riet begroeid. Het Toorwerp waar hij mee werkzaam was, bleek voor hen onken baar. Het spook is echter bekend geworden en aangesproken. Ofschoon het zaakje aardig was inge richt is het doel toch niet bereikt. Men vraagt echter of men op deze wijze als spook kan dienendoet by dat nog eens dan zal het hoofddeksel worden opge zonden naar hooger bestuur, al draagt hij ook een sabel. Op het voormalige oesterdorp zegt men: D.e dienstmeid uit een groot calé Was teleurgesteld door P. de W., Zij had gedacht, met nieuwejaar Eens prettig met hem uit te gaan. Maar deze gissing viel niet mee Ofschoon by my toch eerst nog schreef, Daar ik te laat was aan het spoor Ben ik gebleven op 't kantoor. Ze zei: toch ben ik uitgegaan Al was hij niet zoo hoog van staat, Hy liet my vragen door een persoon Aau de deur van myne woon Had ik het nu niét naar myn zin Toch deed ik het voor mijn vriendin, Die toch zoo zelden wordt gevraagd, En zij dacht het kan toch geen kwaad. Maar ik vraag het nog eene keer Misschien doet by zoo iets nooit weer, Daar ik het eerst nu openbaar, Omdat het is een schrikkeljaar Ingezonden Stukkon. An de Meneer van de Niesbode. Meneer Ik kan wel niet best in de krante schrieve, mer m'n vrouwe hieuw nie op, of ik moste 's 'n vraege an je doewe. (Je mot wete, meneer, dat ICa van mien in d'r jongen tied bie onzen Burgemeester heit gewoont, waerom dat zie beter mit kranten en die diengen bekend is as ik.) Mer om noe tot m'n vraege te kommen, 't is over de nieuwe jaer, dat ik je spreke wouwaer ik je tussen twee haekjes oak mee filisteer. Mer genog, je mot wete meneer, ik schrieve niet veel, want ik bin daer daenig benauwd vanik kan beter mit m'n delfspae omsprienge, as mit de penneik stiere daerom niet veel briesen of pampieren mit de post mee. Mer, mit de nieuwe jaer, meneer, kiek, dan bin ik aoltied in m'n knollentuun, dan oor ik zoo 's van m'n kennisse en van m'n fermielje. M'n vrouwe stiert dan van te vore een beetje nieuwejaerswensen weg, mer ik krieg er toch altied meer, as ik er wegstiere. Noe rocht ik mit deze nieuwejaere heelemaele in de warre, want wat gebeurde er noeYriedag hadden m'n nieuwe jaer, zoo as je weet, en Woensdagmiddag al, net sint dat m'n vrouwe bie Kee buure op 'n bakje tee was, ontvieng ik 'nnieuwe- jaersbrief van m'n vriend Kees Plak, die tegenwoordig ergens In Braebant woont en mit wie ik saeme soldaot geweest bin. Kees die doet dat alle jaere, dus ik was weer al blie, dat ik wat van die ouwe jongen hoorde. Onderdiehand kwam m'n vrouwe tuus, die ik dat vertelde. Mer Ka, zei ik, noe mo'k twee vraegen an je doewe I Kiek, daer staet deur m'n naem heen 'n kruus, dat komt zeker omdat Kees onder zooveel roamse mensen woont, en dan mot ik nog an je vraege, oe komt dat noe tog, dat dien brief van daege al komt, 'tis belange nae nog geen nieuwejaer, of zou we ze in Braebant eerder nieuwe jaer houwe as bie ons. Wat zei m'n wuuf toe, bin je noe heelemael beteutert, Hannes, 't is overal op den eigensten dag nieuwejaer, mer ik begriepe 't al, ik zal je 's uut den droam elpe, dat heije d'r noe van as je de Niesbode zoa weinig leest, zoa as jie, dan weet je van toeten of blaezen. Wat dat kruus beteikent za'k je zeggedat komt niet dat Kees bie zoaveel roamse mensen woont, want met eerbied gesproke over die mensen d'r geloaf, die zette d'r kruus rechte, mer niet schuins, zooas op je brief, mer ik zal je 's zegge oe of dat komt De opperbaezen van de post gezeid, 't is voor onze knechts toch mit de nieuwejaer altied zoa druk mit die brieven en kacrtjes, vooreest motte die mensen die allemaele op eenen dag ontvange, mer oak tuus brienge. Weet je wat m'n noe doe zullede mensen die de brieven wegstiere, zulle m'n daer noe 'n lieele weeke tied voor geve, dan hoeve onze knechts al die pampieren niet op éénen dag te ont vangen en ze 't mer eene keer 'n beetje druk om ze tuus te briengen. Noe zulle m'n dat in alle kranten zette en schrieve daerbie, dat de mensen dan op die brieven en kaertjes voor de nieuwejaer, 'n kruus zette, niet rechte, mer schuins, in dan zegge m'n tegen al onze knechts, dat zullie die brieven, al komme die vroeger, mer op nieuwejaer motte bezurge, dan is dat voor allemaele maklijk. Noe, dat was goed overleid, docht ik zoa; mer Ka, zei ik toen, oe komt dat dan, dat rn'n noe dien brief van Kees zoa vroeg kriege, as dat tot gemak van onze postbaes is, dan zou je motte zegge, dat die man daermee in z'n nopjes zal weze, dat de meneeren van de post dat gezeit of zouwe die meneeren over onze post niks te zeggen Wat zei m'n vrouwe toe? je begriept noe toch wel Hannes, dat onze post oak an de groate post oort, dus ik gloave niet, dat onze post dat wel mag doewe, en z'n buurman niet. Zooas ik altied gewoon bin, gae ik altied nieuwejaer wense bie m'n broer Jilles, die op Nieuwerkerke woont, en bie Jilles was 't voor den koekoek nog mooier, die had 'n Diensdag al 'n kaertje gekrege, en Woensdag nog al 'n kaertje en nog al 'n brief derbie. Toe rocht ik heelemaele de klus kwiet, oeveel daegen houwe m'n noe wel nieuwejaer, zei ik tegen m'n broer? Toe ik dan 's aevens tuus kwam, docht ik zoa, noe mo'k toch voor de grap bie m'n buren 's vraege, of zullie oak al zoa vroeg van die wensen ekregen haddejadat was juustement oak 't geval. Weet je wat, zei ik tegen Ka, ik zal 's aan de mensen van de Niesbode vraege, of de postbaes bie ons dat noe zoa rner mag doewe. Mer, zeit zie toen tegen rne, as die meneer dat noe nie weet. Wel, wat drommel, zei ik toen weer, dienk je noe dat ik zoa bevroze bin, 'n Donderdag mot ik toch nae Zurkzee om 'n koapje hout te betaelen, dan gae ik eventjes an bie de meneer van de Niesbode, en weet die 't niet, dan vraeg ik kommende weeke an Joannes de post, as die verbie komt (ik bin dan toch dichte bie de straetpad an 't werk), waer de meneer in Zurkzee woont, die den baes is over aol de brieven, dan mag ik misschien wel mit Joannes meerieje, boven op z'n karretje oak, dan kom ik er vanzelvers, en dan weet ik persies oe den haek an de steele zit. Zeit die meneer noe, dat Jat bie onze brievebaes mag, dan zulle m'n an al onze brievestierders schrieveweet je wat, je mot je wensen laeter ofstiere oorwant anders dienk ik altied, dat ik 'n heele weeke nieuwejaer mag ouwe, en dat kan den blauwen niet trekke. Noe meneer, tot 'n Donderdag. Je Vriend en je Niesbodelezer, DuveLivnd. HANNES. E1N" P i k. Zelfs op de heeren-societeifc wist men de beteekenis niet van het woord Raout. Jij behoeft je dus niet te schamen dat niemand van jullie of moet ik van julder zeggen op de burger-societeit de afleiding van dit woord kende, en sommigen het met ragout verwarden. Je weet dat in het begin van liet jaar zoo'n raout ten hove gegeven werd, en door ruim zeven honderd geïoviteerden werd bygewoond. Puk. Ja, ja dat weet ik, dat is oud nieuws. De heeren waren in gala-costuum, de dames in licht rouwtoilet. Pik. «Dat tot de genoodigden ook behoord zouden hebben de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse wordt niet gemeld. Waarschijnlijk zijn deze, ouder gewoonte, vergeten". Zoo schreef het dagblad De Amsterdammer van 7 Januari j 1., klinkt dat niet erg democratisch- grappig Puk. Democratisch zeker, maar grappig volstrekt niet, omdat de grap niet opgaat. De arbeidersklasse was toch in het geheel niet vergeten. Ouder gewoonte immers, boden de lakeien ververschingen aan. En lakeien blijven tot de arbeidende klasse behooren, ook al zyn het arbeiders in gala-costuum. Brieven uit België. III. Dacht ik in mijn vorigen brief den liefhebbers van bloemen aangenaam te zijn, door wat nieuws over hunne lievelingen mede te deelen, thans wil ik de muziekliefhebbers gedenken en hun iets melden over de inhuldiging van het nieuwe orgel in de kathedraal te Antwerpen. Dat in de Scheldestad veel, zeer veel gedaan wordt op het gebied der schoone kunsten, is genoegzaam bekend. Daarvoor immers pleiten de prachtige museums, de teeken-, schilder- en muziekscholen met hare duizenden leerlingen; dat bewijzen de veelvuldige tentoonstellingen van schilderijen en beeldhouwwerk; de talrijk voorkomende uitvoeringen van oratorio's en andere scheppingen onzer groote meesters. Er is dus hier heel veel gevoel voor het schoone en 't was dus niet te verwonderen, dat bij eene plechtigheid als die waarvan ik boven sprak, de groote kerk met een uitgelezen publiek was gevuld. Hoe zou dit trouwens ook anders kunnen zijn! Is het orgel niet het wonderbaarste muziekinstrument, dat den menschelijken geest heeft voort gebracht? Is het niet het machtigste, het meest majestueuze, het meest gevarieerde der speeltuigen? Hoe aangenaam klinken zijn lichte, opgewekte, bevallige tonen; hoe grootsch, hoe verheven, hoe majestueus rollen zijne volle, zware klanken onder de gewelven van 's Heeren tempel! Geen speeltuig is zoo geschikt om de stem van den raensch te begeleiden; maar doet men het alleen spreken en de menschelijke stem nabootsen, dan oefenen zijne klanken eene ware tooverkracht op ons uit. En be antwoordt het niet ten volle aan zijne bestemming: het opluisteren van den eeredienst? Het nieuwe orgel, waarmede wijlen mejuffrouw Kempeneers de hoofdkerk harer geboorteplaats begiftigde, werd in de werkhuizen van P. Scheijven en Co. te Mechelen vervaardigd. Van het oude orgel is niets behouden dan de kas, een waar kunststuk, naar eene teekening van Quellin in '1657 ge maakt. Het is onbetwistbaar een der grootste en prachtigste orgels der wereld; het telt niet minder dan 90 spelen, 6000 pijpen, 4 klavieren en daarbij nog een afzonderlijk pedaalspel. De blaasbalgen worden in beweging gebracht door een gasmachien van drie paardenkracht, dat uit voor zorg tegen brand in den kleinen toren geplaatst is. Volgens deskundigen is het een voortreffelijk instrument, zeer zuiver van toon en bezit het al de eigenschappen, die de kunst in den laatsten tijd aan dit speeltuig heeft weten toe te brengen. Het werd bespeeld door de heeren Callaerts, organist der berk en leeraar aan het Conservatorium alhier, Mailly, organist des konings te Brussel en Widor, organist der St. Sulpiciuskerk te Parijs, -- drie mannen van gekend talent. Met de grootste aandacht werden de compositiën van Callaerts aangehoord; overschoon was de symphonie door Widor uitgevoerd; maar geheel rnedegesleept werd het publick, wanneer Mailly de Paascjibloemen speelde, 't Was ons dan alsof die hemelsche zangen geheel uit de verte, van uit hoogere sfeeren tot ons kwamen Zijn heerlijke Invocation en zijn Marclie Solennelle brachten de toe hoorders in eene ware vervoering en alleen eerbied voor de plaats, waar zij zich bevonden, kon hen weerhouden luide hunnen bijval te kennen te geven. Vervolgens werden wij ook nog vergast op het prachtige Abcndlied van Schu mann,'op stukken van Bach, Handel, Mendelssohn, enz. en mogen wij dus met recht zeggen, nog zelden zulke genot volle uren in het aanhooren van degelijke orgelmuziek te hebben doorgebracht. 't Was dien dag St. Thomas, een dag waarop men in België de gewoonte heeft voor elkander de deur te sluiten en deze niet te openen, dan nadat men beloofd heeft het huisgezin te onthalen, iets ten geschenke te geven, enz. Op dien dag sluit de man zijne vrouw, de vrouw haren man, kinderen sluiten hunne ouders, dienst boden hunne meesters buiten en ieder komt daardoor in het vooruitzicht zich weldra te kunnen vergasten aan wafels, koekebak, worstebrood, chocolade of andere heerlijk heden, die van geen alledaagsch gebruik zijn. Kluchtig is het, als men ziet hoe ieder op zijn hoede is om niet buitengesloten te worden en welke listen er van weerszijden worden uitgevonden om elkander in het net te krijgen. Zoo b.v. ziet men op dien dag niet zelden iemand langs het venster zijne woning verlaten, omdat hij in de voorkamer is opgesloten gesloten; een ander klimt bij zijnen buurman over den-muur en tracht langs achteren binnen te geraken, daar de weg langs de voordeur niet vrij is. Van de volgende grap was ik laatst getuige: Mr. Van- denhove, kleermaker en welhebbend man, was dien dag 's morgens vroeg door zijne vrouw op de slaapkamer ge sloten en niet vrijgelaten, dan nadat hij haar een nieuw kleed beloofd had. Nu poogde hij meermalen haar met dezelfde munt te betalen, maar het lukte hem niet. Van dan af scheen hij den moed op te geven en eerst laaf in den namiddag waagde hij nog eene poging, die met den besten uitslag bekroond werd«Sophie, zouden de hoenders niet gelegd hebben?" vroeg hij opeens met het ernstigste gezicht van de wereld. En het antwoord was: «ik zal eens gaan zien". Madam ging dan naar het kiekenkot en mijn heer volgde haar op den voet. De kiekens hadden niet gelegd, maar toch was er gezorgd, dat er eieren in de nesten lagen. «Ja, ze hebben gelegd", zeide de vrouw. «Wil ik de eieren er uit halen?" sprak de slimme kleer maker. «Wel neen", was het antwoord, «gij zoudt uw kleeren vuil maken en aan de mijne is niets meer te be derven". Zij kruipt dus het kiekenkot in, maar snel als de bliksem wordt de deur achter haar gesloten en madam zit gevangen in het donkere hok. «Kukelukul" roept de man, «wat beloof je, Sophie?" «NiemendalleI" roept de vrouw, woedend zich op die wijze te hebben laten beet nemen, «doe maar spoedig open!" «Als ge twee llesschen wijn geeft, laat ik u vrij!" «Nog geen twee llesschen bier geef ikOvertuigd dat zij wel tot andere gedachten zal komen, laat hij haar een kwartiertje alleen en gaat naar binnen. Zij mocht 'nu roepen, razen en tieren, op de deur bonzen zooveel zij wilde, zij won er niets bij, dan dat de kiekens, door dat rumoer opgeschrikt, haar om het hoofd vlogen en haren toestand nog onaangenamer maakten. Toch gaf zij niet toe en 't was eerst na anderhalf uur in liet hok te hebben doorgebracht, dat zij weenende van spijt er toe overging de twee llesschen te beloven. On middellijk werd het hok geopend en Sophie kwam er uit met het haar vol pluimen en de handen en den neus vol kiekenmest. Nog ruim een uur verliep eer zij het haar aangedane leed vergeven konmaar dan was ook alles vergeten en moest zij onder het ledigen van een der be loofde llesschen hartelijk lachen over de slimheid van haren echtvriend. Den 28en December, dag der Onnoozele Kinderenwordt hier ook op bijzondere wijze gevierd, maar voor zoover ik weet alleen te Antwerpen. Op dien dag, Vaderkensdag genoemd, trekken de knaapjes van 5 tot 10 jaar huns vaders vest aan, zetten zijn hoed op, maken zich met kool een baard en knevel en stappen met 's vaders stok in de hand de straat op. De meisjes kleeden zich met moeders jak en muts, nemen een korfje aan den arm en doen verder als de jongens. Men ontmoet er zoo gansche rijen, welke gearmd en al zingende langs de huizen gaan. Voor elk huis heffen zij in koor aan «Drij koningen, drij koningen, geef mij n'en nieuwen hoed, «Mijn ouden is versleten, «Mijn moeder mag 't niet weten, «Mijn vader heeft zijn geld «Al op de Bank verspeld." Onmiddellijk daarna zingen zij op een anderen toon: «Op eenen nieuwjaarsavond, «De bakker sloeg zijn wijf «Al met n'en dikken knuppel «Zoo deerlijk op haar lijf. «De knuppel wou niet breken, «Het wijf dat wou niet spreken, «De knuppel die brak, «Het wijf dat sprak, «Ze kroop al onder den oven, «Ze was zoo zwart bestoven, «De bakker van hier, de bakker van daar, »'k Wensch u n'en zaligen nieuwejaar." Wordt hun nu eene kleine gift toegereikt, dan gaan zij aan het volgende huis hun gezang herhalen. Krijgen zij echter niets, dan zingen zij: «Daar is een gaatje in de deur,' «Daar zit een gierige kneut veur", en vervolgens «Daar hangt n'en zak met zemelen uit «En elke zemel kost een duit, »Z' hangt de gierige pin uit." In Hoogstraten en omstreken gaan de kinderen op den laatsten dag van het jaar rond en zingen voor de huizen «Nieuwjaarke zoete, «Het verken heeft vier voeten, «Vier voeten en n'en steert, »'t Is nog wel een wafel weerd." Is de ontvangst niet vriendelijk, dan zingen zij alvorens verder te gaan: «Boven aan de hemelen «Hangt een zak met zemelen, «Elke zemel kost een duit, «Schupt de gier'ge tik er uit!" 's Avonds gaan daar ook half volwassenen rond om te zingen en wafels te verzamelen, die dan overal gebakken worden. Na de gemeente doorkruist te hebben, worden de gekregene wafelen in de herberg onder het drinken van een malsche pint genuttigd. Eindelijk wordt hier het geheele land door, maar vooral in de groote steden, Verloren Maandag gevierd, zijnde dit de Maandag volgende op Driekoningen. Die dag is heel voordeelig voor de bakkers, daar dan zeer vele handwerks lieden door hunne bazen 's morgens op worstebrood ge- tracteerd worden en in de meeste huisgezinnen hetzelfde gerecht op de tafel komt. Gewerkt wordt er bijna niet. De werklieden beschouwen het als een verloren dag en drinken nog veel meer dan op gewone dagen. Met hoopen loopen mannen en vrouwen door de stad en maken zich dikwijls aan baldadigheden schuldig. Dien dag te Brussel zijnde, zag ik daar op den Boulevard Anspach een dertigtal vrouwen met verhakkelde en verscheurde kleederen aan, in zulken staat van dronkenschap, dat op zeker oogenblik bijna allen op de met slijk en natte sneeuw bedekte straat vielen en zich daar als dieren omwentelden. Weer op de been geraakt, was hun eerste gang naar eene kroeg' waar ieder een grooten borrel van dien afschuwelijken jenever dronk, die u aan vitriool deed denken, 't Was walgelijk om te zien en ik vroeg mij af hoe zulke feiten nog kun nen plaats hebbenniettegenstaande de drankwet, welke reeds sedert een paar jaar in voege is. Dienzelfden avond zaten de Amigo en al de politiebureelen stampvol dronkaards. Nog nooit heeft de politie van Brussel er zooveel moeten aanhouden als op den laatsten Verloren Maandag. En in Antwerpen ging het er niet minder erg toe. Is het niet droevig te moeten bestatigen, dat het over matig gebruik van sterken drank hoe langer hoe meer toeneemt? Volgens de laatste statistiek wordt in België per jaar 12 liters jenever per hoofd gedronken. De groote oorzaak van dien toestand is zeker het overgroot getal herbergen. Voor elke 37 inwoners, vrouwen en kinderen meegerekend, is hier eene herberg, terwijl men er in Ne derland slechts eene voor elke 175, in Engeland eene voor 220 inwoners vindt. BRABO. TELEGRAMM EN. 's C*ra.veul«atj©, 22 Januari. By kon. besluit zijn benoemd: lo. tot burgemeester van Hoek de heer H. Wolfert Hz. Sr.; 2o. tot directeur van het post- en telegraafkantoor to Bruinisse de heer F. Buwalda aldaar. Berlin, 22 Januari. Heden wordt alhier een comité gevormd tot be scherming der Portugeesche fondsenhouders. New-York, 22 Januari. In den afgeloopen nacht is te Indianapolis brand uitgebroken in het nationaal hospitaal. Vele zieken sprotgen uit vensters en velen kwamen in de vlam men om, waaronder vyf kinderen. Het reusachtige gebouw is geheel vernield,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 2