PIK 4
UUK J
Iemand die naar 't Loo by Duiven ovorkwam
om de begrafenis in orde te brengen van een dezer
dagen verdronken familielid, gebruikte zooveel sterken
drank, dat hy te water geraakte en eveneens verdronk.
DE INFLUENZA.
Uit Grave wordt gemeld
Evenals in de omstreken, begint ook hier de influenza
sterk te woeden. De bijzondere school by de fraters i8
heden gesloten en de inwonende leerlingen en kost
gangers gaan naar kuis, omdat het geheele personeel
broeders, op een enkele uitzondering na, ziek ligt. Nu
en dan hoort men van een sterfgeval.
De militaire arts Offerhaus uit Utreoht is hier aan
gekomen, om hulp te verleenen. De ziekte begint een
ernstig karakter aan te nemen.
RECHTSZAKEN.
Ziei'ikzee, 22 Jan. Ter terechtzitting van de
arrondissements-rechtbank van 15 Januari 11. stonden
terecht
1°. N. K., landbouwer te Stavenisse, beklaagd van
overtredingen van de wet tot regeling van het vee-
artsenykundig staatstoezicht. Beklaagde was door den
kantonrechter te Tholen van een feit vrijgesproken en
voor het andere veroordeeld tot eene boete van 5.
De ambtenaar van het openbaar ministerie by het
kantongerecht te Tholen, die gevorderd had 2 boeten
elk van 50, kwam van dit vonnis in hooger beroep.
Als gemachtigde vau den beklaagde trad op Mr.
A. J. F. Fokker.
De subst. officier van justitie, Mr. Horch, vorderde
met vernietiging van het vonnis van den kantonrechter,
dat beklaagde zou worden veroordeeld tot 2 boeten
elk van 50, by niet-betaling te vervangen door 10
dagen hechtenis voor elke boete.
By vonnis van heden werd beklaagde ontslagen van
alle rechtsvervolging, de kosten te dragen door den
Staat.
2". C. de J., arbeider te Brouwershaven, beklaagd
in den nacht van 5 op 6 December 11., moedwillig
P. D. met een scheermes eene bloedende wonde op
den rug te hebben toegebracht, na van te voren het
voornemen te hebben opgevat deze mishandeling te
plegen en met dat doel, bedoeld scheermes te hebben
by zich gestoken.
Jhr. Mr. J. W. D. Schuurbeque Boeye trad voor
beklaagde als verdediger op.
De 8ubst.-officier van justitie vorderde 2 maanden
gevangenisstraf. De rechtbank veroordeelde heden
beklaagde wegens mishandeling tot vier maandeD
gevangenisstraf, met vrijspraak van het meerder te
laste gelegde.
3°. M. G., arbeider te St. Maartensdyk, beklaagd
van diefstal van stroo. Beklaagde bekende ten nadeele
van C. v. d. W., drie bossen stroo te hebben weg
genomen voor strooisel onder zyn varken.
Overeenkomstig de vordering van het O. M. werd
beklaagde veroordeeld tot één week gevangenisstraf.
4°. J. H. H., yzergieter, wonende te Zwolle, thans
gedetineerd in het huis van bewaring alhier, be
klaagd ter zake van bedelary in de gemeente Sint-
Maartensdyk.
De ambtenaar van het O. M. vorderde 12 dagen en
de rechtbank veroordeelde heden den beklaagde tot
6 dagen hechtenis.
In de zitting van het Kantongerecht te Zierikzee
van 20 Januari 1892, zijn de navolgende vonnissen
gewezen.
Wegens jachtovertreding
J. A. v. H. Jz. te Oosterland tot 10, subs. 4 dagen
met verbeurd verklaring van het niet in beslag ge
nomen geweer, met bevel dit uit te leveren of te
betalen 6, subs. 2 dagen.
K. L. te Haamstede tot 2 maal 7 dagen met verbeurd
verklaring van het niet in beslag genomen geweer,
met bevel dit uit te leveren of te betalen 2, subs.
2 dagen.
W. Z. te Burgh tot 7 dagen hecht, met verbeurd
verklaring der in beslag genomen wildstrikken.
J. J. S.Rz. te Renesse tot 20, subs. 4 dagen, met
verbeurd verklaring der in beslag genomen wildstrikken.
J. v. L. Cz. te Zierikzee tot 5, subs. 4 dagen.
L. v. d. W. te Duivendyke tot 10, subs. 4 dagen.
Rapen van schelpdieren op de werken van een water-
keerenden dyk langs de Ooster-Schelde, zonder
vergunning:
J. v. d. B., E. T. en A. W., allen te Zierikzee, ieder
0,50, subs. 1 dag voor elk hunner.
Straatschenderij
W. M. te Zierikzee tot 5, subs. 2 dagen.
J. Y. te Zierikzee tot 3, subs. 2 dagen.
Overtreding der gemeente-verordening van
Brouwershaven
A. van S. tot 3, subs. 2 dagen.
Openbare dronkenschap:
W. K. te Bruinisse tot 3, Bubs. 2 dagen.
C. K. te Zierikzee tot 1, subs. 1 dag.
G. L. te Zierikzee tot 2 maal 3, subs. 2 maal
2 dagen.
Dronkenschap by eerste herhaling:
E. F. te Zierikzee tot 3 dagen hechtenis, terwijl
A. v. d. H. te Zierikzee is vrijgesproken, beklaagd
wegens overtreding der drankwet.
Door H. M. de Koningin-RegenteB is de levenslange
gevangenisstraf, waartoe M. D. in 1871 door het ge
rechtshof van Friesland wegens medeplichtigheid aan
een te Oudega (Sm bedreven moord werd veroordeeld,
veranderd in gevangenisstraf van 25 jaar.
LANDBOUW.
Door de centrale tentoonstellingsvereeniging iLand
bouwbelang" te Zierikzee zal alhier in de zaal der
Sociëteit Landbouw en Handel" op Donderdag 18
Februari, van des voormiddags 11 tot des namiddags
3 uur, eene tentoonstelling worden gehouden.
Daarvoor worden gevraagd monsters van zomerzaai-
granen, peulvruchten, pootaardappelen, uien- en lynzaad,
klaver- en graszaden en verzamelingen gedroogde
grassen en planten.
De volgende prijzen worden uitgeloofd voorchevalier
gerst 10 en J 2 50 met diploma's en getuigschrift,
Maartsche gerst, zomergerst ieder ƒ2.50 met diploma
en getuigschrift, kortstroo zaaierwten, blauwbloem,
revelaar, lynzaad en pootaardappelen ieder ƒ2.50 met
diploma, diploma en getuigschrift en voor paarden-
boonen ƒ2.50 met diploma en getuigschrift.
De uitgeloofde prijzen worden niet uitgereikt, vóór
door het uitgezaaide gebleken is, dat het product zuiver
van soort is en aan de gestelde eischen voldoet.
By de beoordeeling van het gewas zal vooral gelet
worden op opbrengst en zuiverheid.
Bovendien worden voor alle niet genoemde soorten
zomerzaaigranen, zaden en verzamelingen klaver-,
graszaden, gedroogde grassen en planten als eerste en
tweede prijzen getuigschriften beschikbaar gesteld.
Om op deze tentoonstelling te kunnen mededingen,
moeten de inzenders vóór of op 10 Februari 1892 by
den Secretaris, den heer M. C. Mulock Houwer te
Zierikzee, een schriftelijke opgaaf inzenden van:
Het product, dat zy wenschen in te zenden; b. de
hoeveelheid die zy van het in te zenden graan of zaad
ten verkoop beschikbaar hebben; c. den prys, franco
Zierikzee en met inbegrip van emballage; d. het netto
gewicht per hectoliter, de streek waar, en de soort
grond waarop het verbouwd is; e. de namen van drie
personen, door hen geschikt geacht en gewenscht als
leden der jury.
De inzendingen moeten vrachtvry by den secretaris
zyn aangekomen vóór 1G Februari 1892. De monsters
moeten verpakt zyn in linnen of katoenen zakken of
in fl?s8chen, waarop naam en woonplaats van den
inzender, en moeten de hoeveelheid bevatten bij iedero
groep gevraagd. Die van granen, lynzaad en poot-
aardappelen moeten 2 liter groot zijn, die van zaden
Vs liter.
KERKNIEU W S.
Beroepen by de Ned. Herv. Kerk te 's Heer Hendriks-
kinderen, ds. G. F. Haspels te Kolmschate, (Overysel).
De gemeente is vacant sedert 16 Mei 1880.
Ds. P. F. van den Berg, hoopt Zondag 6 Maart
zijne intrede te Zierikzee te houden; als bevestiger
zal optreden zijn vader ds. P. T. van den Berg te
Nieuwkoop.
Zondag 24 Januari treedt in de Kleine Kerk op,
ds. Iogelse van Schiedam, beroepen predikant te Wil-
helminadorp.
Gemengde Berichten.
't Is zoo donker als de nacht, wanneer men de Zie-
rikzeesche straten doorwandelt. Het gas, dat nogallyd
even duur blyft, verspreidt in het geheel geen licht.
Dit is ook de ondervinding in verschillende woningen
en in verschillende werkplaatsen. De oorzaak hiervan
is die gelegen aan de kolen of aan de leiding der
buizen? Doch in elk geval behoorde de leverancierster
van het gas, dat ia de gasfabriek, te zorgen dat men
tegen goede betaling ook goed licht verkrijgt. De
rooverbenden in Rusland nemen toe. By Lotz, in Rus
sisch Polen, worden geregelde gevechten geleverd
tusschen grondbezitters en boeren. Bij Batoum werd
een trein door roovers aangevallen en geplunderd.
Twaalf boeren werden daarbij neergeschoten. Volgens
Dalziel heeft Edison een aardig uitvindinglje gedaan.
Hy zou n.l. een machinetje hebben gemaakt, waarmede
bet mogelyk is dat een met 25 man gewapend fort
een geheel vijandelijk leger eventjes met een electnacheh
stroom opruimt! Iu de gevangenis te Posen ver
moordde een gevangene den cipier en ontvluchtte in
diens uniform. Vrouw A. Hoe breng je de lange
winteravonden door? Vrouw B. Met lezen. Vrouw A.
Wat lees je dan Vrouw B. Ik lees erwten. Een
boerenjongen komt eene boodschap doen op een kantoor,
waar eenige klerken aan 't schrijven zijn. Deze heeren,
meenende dat ons boertje er niet al te snugger uitziet,
noodigen hem uit te gaan zitteo, terwijl er geen enkele
stoel ledig is. Dank u zeer, antwoordt ons boertje.
Maar als ik deze kamer zoo eens rondzie, dan moet
ik denken aan den stal van mijn vader. Zoo, mijn
jongen, zegt een der heeren, en hoe ziet de stal van
je vader er dan wel uit? Wel, zegt het boertje, er
zijn ook net zooveel plaatsen als er ossen zyn. In
een winkel zegt eene dame tegen den bediende: Hoe
kun je my toch zulk een ouderwetech patroon laten
zien. Ja, zegt de bediendeantiek is tegenwoordig
modern. Verzachting van een echtgenoot, vader
van veie dochters: In de lente verjongt alles, alleen
de damestoiletten van het vorige jaar verouderen.
Lafaards! Lafaards! is het werk van hen, welke bij
slechte vrouwen hun geld laten, en vrouw en kinderen
zonder brood laten zitten en mishandelen. Wel,
wel, wat zal dat Zondag tegenloopen dat Betje te
Tholen niet geroepen kan worden bij een schrale heer,
die meer wind bezit als geld.
Al wilt ge ook hooge mouwen dragen
Zou dat alleen by hem bevallen,
Komen er dan nog geen kragen bjj.
En wat zullen dan zyn de gevallen?
Een zeker dienstmeisje te O. V. wordt aangeraden
geen laster uit te strooien van anderen, want als zij
op zich zelf ziet heeft ze meer dan genoeg. Zo moest
S. M. en R. maar laten rusten, omdat zij genoeg heeft
aan hare holle kiezen. Het is een joodsche varkens
slager te St. M. bitter tegengevallen. Hy dacht met
al zyn geld een aai dig meisje in den val te krijgen,
maar dat is mislukt.
Dus Jacob, beter opgepast,
En houdt voortaan uw meisje vast,
Want ieder die u kent en ziet
Zegtaapje, ik begeer u niet.
Betje te O. V. behoeft in het geheel niet te denken
dat zy door anderen buiten de gemeente besproken
is, maar dat hare eigene honden zelfs het meest hebben
gebeten. Onder de gemeente Colynsplaat is onlangs
door vier reizigers een spook ontdekt, dat zich bezig
hield by een waterput met riet begroeid. Het Toorwerp
waar hij mee werkzaam was, bleek voor hen onken
baar. Het spook is echter bekend geworden en
aangesproken. Ofschoon het zaakje aardig was inge
richt is het doel toch niet bereikt. Men vraagt echter
of men op deze wijze als spook kan dienendoet by
dat nog eens dan zal het hoofddeksel worden opge
zonden naar hooger bestuur, al draagt hij ook een
sabel. Op het voormalige oesterdorp zegt men:
D.e dienstmeid uit een groot calé
Was teleurgesteld door P. de W.,
Zij had gedacht, met nieuwejaar
Eens prettig met hem uit te gaan.
Maar deze gissing viel niet mee
Ofschoon by my toch eerst nog schreef,
Daar ik te laat was aan het spoor
Ben ik gebleven op 't kantoor.
Ze zei: toch ben ik uitgegaan
Al was hij niet zoo hoog van staat,
Hy liet my vragen door een persoon
Aau de deur van myne woon
Had ik het nu niét naar myn zin
Toch deed ik het voor mijn vriendin,
Die toch zoo zelden wordt gevraagd,
En zij dacht het kan toch geen kwaad.
Maar ik vraag het nog eene keer
Misschien doet by zoo iets nooit weer,
Daar ik het eerst nu openbaar,
Omdat het is een schrikkeljaar
Ingezonden Stukkon.
An de Meneer van de Niesbode.
Meneer
Ik kan wel niet best in de krante schrieve, mer m'n
vrouwe hieuw nie op, of ik moste 's 'n vraege an je doewe.
(Je mot wete, meneer, dat ICa van mien in d'r jongen tied
bie onzen Burgemeester heit gewoont, waerom dat zie
beter mit kranten en die diengen bekend is as ik.)
Mer om noe tot m'n vraege te kommen, 't is over de
nieuwe jaer, dat ik je spreke wouwaer ik je tussen twee
haekjes oak mee filisteer. Mer genog, je mot wete meneer,
ik schrieve niet veel, want ik bin daer daenig benauwd
vanik kan beter mit m'n delfspae omsprienge, as mit de
penneik stiere daerom niet veel briesen of pampieren mit
de post mee. Mer, mit de nieuwe jaer, meneer, kiek, dan
bin ik aoltied in m'n knollentuun, dan oor ik zoo 's van
m'n kennisse en van m'n fermielje. M'n vrouwe stiert dan
van te vore een beetje nieuwejaerswensen weg, mer ik
krieg er toch altied meer, as ik er wegstiere. Noe rocht ik
mit deze nieuwejaere heelemaele in de warre, want wat
gebeurde er noeYriedag hadden m'n nieuwe jaer, zoo as
je weet, en Woensdagmiddag al, net sint dat m'n vrouwe
bie Kee buure op 'n bakje tee was, ontvieng ik 'nnieuwe-
jaersbrief van m'n vriend Kees Plak, die tegenwoordig ergens
In Braebant woont en mit wie ik saeme soldaot geweest
bin. Kees die doet dat alle jaere, dus ik was weer al blie,
dat ik wat van die ouwe jongen hoorde. Onderdiehand kwam
m'n vrouwe tuus, die ik dat vertelde. Mer Ka, zei ik, noe
mo'k twee vraegen an je doewe I Kiek, daer staet deur
m'n naem heen 'n kruus, dat komt zeker omdat Kees
onder zooveel roamse mensen woont, en dan mot ik nog an
je vraege, oe komt dat noe tog, dat dien brief van daege
al komt, 'tis belange nae nog geen nieuwejaer, of zou we
ze in Braebant eerder nieuwe jaer houwe as bie ons. Wat
zei m'n wuuf toe, bin je noe heelemael beteutert, Hannes,
't is overal op den eigensten dag nieuwejaer, mer ik
begriepe 't al, ik zal je 's uut den droam elpe, dat heije
d'r noe van as je de Niesbode zoa weinig leest, zoa as jie,
dan weet je van toeten of blaezen. Wat dat kruus beteikent
za'k je zeggedat komt niet dat Kees bie zoaveel roamse
mensen woont, want met eerbied gesproke over die mensen
d'r geloaf, die zette d'r kruus rechte, mer niet schuins,
zooas op je brief, mer ik zal je 's zegge oe of dat komt
De opperbaezen van de post gezeid, 't is voor onze
knechts toch mit de nieuwejaer altied zoa druk mit die
brieven en kacrtjes, vooreest motte die mensen die allemaele
op eenen dag ontvange, mer oak tuus brienge. Weet je
wat m'n noe doe zullede mensen die de brieven wegstiere,
zulle m'n daer noe 'n lieele weeke tied voor geve, dan hoeve
onze knechts al die pampieren niet op éénen dag te ont
vangen en ze 't mer eene keer 'n beetje druk om ze tuus
te briengen. Noe zulle m'n dat in alle kranten zette en
schrieve daerbie, dat de mensen dan op die brieven en
kaertjes voor de nieuwejaer, 'n kruus zette, niet rechte,
mer schuins, in dan zegge m'n tegen al onze knechts, dat
zullie die brieven, al komme die vroeger, mer op nieuwejaer
motte bezurge, dan is dat voor allemaele maklijk. Noe, dat
was goed overleid, docht ik zoa; mer Ka, zei ik toen, oe
komt dat dan, dat rn'n noe dien brief van Kees zoa vroeg
kriege, as dat tot gemak van onze postbaes is, dan zou je
motte zegge, dat die man daermee in z'n nopjes zal weze,
dat de meneeren van de post dat gezeit of zouwe die
meneeren over onze post niks te zeggen Wat zei m'n
vrouwe toe? je begriept noe toch wel Hannes, dat onze
post oak an de groate post oort, dus ik gloave niet, dat
onze post dat wel mag doewe, en z'n buurman niet.
Zooas ik altied gewoon bin, gae ik altied nieuwejaer
wense bie m'n broer Jilles, die op Nieuwerkerke woont, en
bie Jilles was 't voor den koekoek nog mooier, die had 'n
Diensdag al 'n kaertje gekrege, en Woensdag nog al 'n
kaertje en nog al 'n brief derbie. Toe rocht ik heelemaele
de klus kwiet, oeveel daegen houwe m'n noe wel nieuwejaer,
zei ik tegen m'n broer?
Toe ik dan 's aevens tuus kwam, docht ik zoa, noe mo'k
toch voor de grap bie m'n buren 's vraege, of zullie oak al
zoa vroeg van die wensen ekregen haddejadat was
juustement oak 't geval. Weet je wat, zei ik tegen Ka, ik
zal 's aan de mensen van de Niesbode vraege, of de postbaes
bie ons dat noe zoa rner mag doewe. Mer, zeit zie toen
tegen rne, as die meneer dat noe nie weet. Wel, wat
drommel, zei ik toen weer, dienk je noe dat ik zoa bevroze
bin, 'n Donderdag mot ik toch nae Zurkzee om 'n koapje
hout te betaelen, dan gae ik eventjes an bie de meneer
van de Niesbode, en weet die 't niet, dan vraeg ik kommende
weeke an Joannes de post, as die verbie komt (ik bin dan
toch dichte bie de straetpad an 't werk), waer de meneer
in Zurkzee woont, die den baes is over aol de brieven, dan
mag ik misschien wel mit Joannes meerieje, boven op z'n
karretje oak, dan kom ik er vanzelvers, en dan weet ik
persies oe den haek an de steele zit. Zeit die meneer noe,
dat Jat bie onze brievebaes mag, dan zulle m'n an al onze
brievestierders schrieveweet je wat, je mot je wensen
laeter ofstiere oorwant anders dienk ik altied, dat ik 'n
heele weeke nieuwejaer mag ouwe, en dat kan den blauwen
niet trekke. Noe meneer, tot 'n Donderdag.
Je Vriend en je Niesbodelezer,
DuveLivnd. HANNES.
E1N"
P i k. Zelfs op de heeren-societeifc wist men de
beteekenis niet van het woord Raout. Jij behoeft
je dus niet te schamen dat niemand van jullie of
moet ik van julder zeggen op de burger-societeit
de afleiding van dit woord kende, en sommigen het
met ragout verwarden. Je weet dat in het begin
van liet jaar zoo'n raout ten hove gegeven werd, en
door ruim zeven honderd geïoviteerden werd bygewoond.
Puk. Ja, ja dat weet ik, dat is oud nieuws. De
heeren waren in gala-costuum, de dames in licht
rouwtoilet.
Pik. «Dat tot de genoodigden ook behoord zouden
hebben de vertegenwoordigers van de arbeidersklasse
wordt niet gemeld. Waarschijnlijk zijn deze, ouder
gewoonte, vergeten". Zoo schreef het dagblad De
Amsterdammer van 7 Januari j 1., klinkt dat niet erg
democratisch- grappig
Puk. Democratisch zeker, maar grappig volstrekt
niet, omdat de grap niet opgaat. De arbeidersklasse
was toch in het geheel niet vergeten. Ouder gewoonte
immers, boden de lakeien ververschingen aan. En
lakeien blijven tot de arbeidende klasse behooren, ook
al zyn het arbeiders in gala-costuum.
Brieven uit België.
III.
Dacht ik in mijn vorigen brief den liefhebbers van
bloemen aangenaam te zijn, door wat nieuws over hunne
lievelingen mede te deelen, thans wil ik de muziekliefhebbers
gedenken en hun iets melden over de inhuldiging van het
nieuwe orgel in de kathedraal te Antwerpen.
Dat in de Scheldestad veel, zeer veel gedaan wordt op
het gebied der schoone kunsten, is genoegzaam bekend.
Daarvoor immers pleiten de prachtige museums, de teeken-,
schilder- en muziekscholen met hare duizenden leerlingen;
dat bewijzen de veelvuldige tentoonstellingen van schilderijen
en beeldhouwwerk; de talrijk voorkomende uitvoeringen van
oratorio's en andere scheppingen onzer groote meesters.
Er is dus hier heel veel gevoel voor het schoone en
't was dus niet te verwonderen, dat bij eene plechtigheid
als die waarvan ik boven sprak, de groote kerk met een
uitgelezen publiek was gevuld. Hoe zou dit trouwens ook
anders kunnen zijn! Is het orgel niet het wonderbaarste
muziekinstrument, dat den menschelijken geest heeft voort
gebracht? Is het niet het machtigste, het meest majestueuze,
het meest gevarieerde der speeltuigen?
Hoe aangenaam klinken zijn lichte, opgewekte, bevallige
tonen; hoe grootsch, hoe verheven, hoe majestueus rollen
zijne volle, zware klanken onder de gewelven van 's Heeren
tempel! Geen speeltuig is zoo geschikt om de stem van
den raensch te begeleiden; maar doet men het alleen
spreken en de menschelijke stem nabootsen, dan oefenen
zijne klanken eene ware tooverkracht op ons uit. En be
antwoordt het niet ten volle aan zijne bestemming: het
opluisteren van den eeredienst?
Het nieuwe orgel, waarmede wijlen mejuffrouw Kempeneers
de hoofdkerk harer geboorteplaats begiftigde, werd in de
werkhuizen van P. Scheijven en Co. te Mechelen vervaardigd.
Van het oude orgel is niets behouden dan de kas, een waar
kunststuk, naar eene teekening van Quellin in '1657 ge
maakt. Het is onbetwistbaar een der grootste en prachtigste
orgels der wereld; het telt niet minder dan 90 spelen,
6000 pijpen, 4 klavieren en daarbij nog een afzonderlijk
pedaalspel. De blaasbalgen worden in beweging gebracht
door een gasmachien van drie paardenkracht, dat uit voor
zorg tegen brand in den kleinen toren geplaatst is. Volgens
deskundigen is het een voortreffelijk instrument, zeer zuiver
van toon en bezit het al de eigenschappen, die de kunst
in den laatsten tijd aan dit speeltuig heeft weten toe te
brengen.
Het werd bespeeld door de heeren Callaerts, organist
der berk en leeraar aan het Conservatorium alhier, Mailly,
organist des konings te Brussel en Widor, organist der
St. Sulpiciuskerk te Parijs, -- drie mannen van gekend
talent.
Met de grootste aandacht werden de compositiën van
Callaerts aangehoord; overschoon was de symphonie door
Widor uitgevoerd; maar geheel rnedegesleept werd het
publick, wanneer Mailly de Paascjibloemen speelde, 't Was
ons dan alsof die hemelsche zangen geheel uit de verte,
van uit hoogere sfeeren tot ons kwamen Zijn heerlijke
Invocation en zijn Marclie Solennelle brachten de toe
hoorders in eene ware vervoering en alleen eerbied voor
de plaats, waar zij zich bevonden, kon hen weerhouden
luide hunnen bijval te kennen te geven. Vervolgens werden
wij ook nog vergast op het prachtige Abcndlied van Schu
mann,'op stukken van Bach, Handel, Mendelssohn, enz. en
mogen wij dus met recht zeggen, nog zelden zulke genot
volle uren in het aanhooren van degelijke orgelmuziek te
hebben doorgebracht.
't Was dien dag St. Thomas, een dag waarop men
in België de gewoonte heeft voor elkander de deur te
sluiten en deze niet te openen, dan nadat men beloofd
heeft het huisgezin te onthalen, iets ten geschenke te
geven, enz. Op dien dag sluit de man zijne vrouw, de
vrouw haren man, kinderen sluiten hunne ouders, dienst
boden hunne meesters buiten en ieder komt daardoor in
het vooruitzicht zich weldra te kunnen vergasten aan
wafels, koekebak, worstebrood, chocolade of andere heerlijk
heden, die van geen alledaagsch gebruik zijn.
Kluchtig is het, als men ziet hoe ieder op zijn hoede is
om niet buitengesloten te worden en welke listen er van
weerszijden worden uitgevonden om elkander in het net
te krijgen. Zoo b.v. ziet men op dien dag niet zelden
iemand langs het venster zijne woning verlaten, omdat hij in
de voorkamer is opgesloten gesloten; een ander klimt bij
zijnen buurman over den-muur en tracht langs achteren
binnen te geraken, daar de weg langs de voordeur niet
vrij is.
Van de volgende grap was ik laatst getuige: Mr. Van-
denhove, kleermaker en welhebbend man, was dien dag
's morgens vroeg door zijne vrouw op de slaapkamer ge
sloten en niet vrijgelaten, dan nadat hij haar een nieuw
kleed beloofd had. Nu poogde hij meermalen haar met
dezelfde munt te betalen, maar het lukte hem niet. Van
dan af scheen hij den moed op te geven en eerst laaf in
den namiddag waagde hij nog eene poging, die met den
besten uitslag bekroond werd«Sophie, zouden de hoenders
niet gelegd hebben?" vroeg hij opeens met het ernstigste
gezicht van de wereld. En het antwoord was: «ik zal eens
gaan zien". Madam ging dan naar het kiekenkot en mijn
heer volgde haar op den voet. De kiekens hadden niet
gelegd, maar toch was er gezorgd, dat er eieren in de
nesten lagen. «Ja, ze hebben gelegd", zeide de vrouw.
«Wil ik de eieren er uit halen?" sprak de slimme kleer
maker. «Wel neen", was het antwoord, «gij zoudt uw
kleeren vuil maken en aan de mijne is niets meer te be
derven". Zij kruipt dus het kiekenkot in, maar snel als
de bliksem wordt de deur achter haar gesloten en madam
zit gevangen in het donkere hok. «Kukelukul" roept de
man, «wat beloof je, Sophie?" «NiemendalleI" roept de
vrouw, woedend zich op die wijze te hebben laten beet
nemen, «doe maar spoedig open!" «Als ge twee llesschen
wijn geeft, laat ik u vrij!" «Nog geen twee llesschen
bier geef ikOvertuigd dat zij wel tot andere gedachten
zal komen, laat hij haar een kwartiertje alleen en gaat
naar binnen. Zij mocht 'nu roepen, razen en tieren, op de
deur bonzen zooveel zij wilde, zij won er niets bij, dan dat
de kiekens, door dat rumoer opgeschrikt, haar om het
hoofd vlogen en haren toestand nog onaangenamer maakten.
Toch gaf zij niet toe en 't was eerst na anderhalf uur in
liet hok te hebben doorgebracht, dat zij weenende van
spijt er toe overging de twee llesschen te beloven. On
middellijk werd het hok geopend en Sophie kwam er uit
met het haar vol pluimen en de handen en den neus vol
kiekenmest. Nog ruim een uur verliep eer zij het haar
aangedane leed vergeven konmaar dan was ook alles
vergeten en moest zij onder het ledigen van een der be
loofde llesschen hartelijk lachen over de slimheid van haren
echtvriend.
Den 28en December, dag der Onnoozele Kinderenwordt
hier ook op bijzondere wijze gevierd, maar voor zoover ik
weet alleen te Antwerpen.
Op dien dag, Vaderkensdag genoemd, trekken de knaapjes
van 5 tot 10 jaar huns vaders vest aan, zetten zijn hoed
op, maken zich met kool een baard en knevel en stappen
met 's vaders stok in de hand de straat op. De meisjes
kleeden zich met moeders jak en muts, nemen een korfje
aan den arm en doen verder als de jongens. Men ontmoet
er zoo gansche rijen, welke gearmd en al zingende langs
de huizen gaan. Voor elk huis heffen zij in koor aan
«Drij koningen, drij koningen, geef mij n'en nieuwen hoed,
«Mijn ouden is versleten,
«Mijn moeder mag 't niet weten,
«Mijn vader heeft zijn geld
«Al op de Bank verspeld."
Onmiddellijk daarna zingen zij op een anderen toon:
«Op eenen nieuwjaarsavond,
«De bakker sloeg zijn wijf
«Al met n'en dikken knuppel
«Zoo deerlijk op haar lijf.
«De knuppel wou niet breken,
«Het wijf dat wou niet spreken,
«De knuppel die brak,
«Het wijf dat sprak,
«Ze kroop al onder den oven,
«Ze was zoo zwart bestoven,
«De bakker van hier, de bakker van daar,
»'k Wensch u n'en zaligen nieuwejaar."
Wordt hun nu eene kleine gift toegereikt, dan gaan zij
aan het volgende huis hun gezang herhalen. Krijgen zij
echter niets, dan zingen zij:
«Daar is een gaatje in de deur,'
«Daar zit een gierige kneut veur",
en vervolgens
«Daar hangt n'en zak met zemelen uit
«En elke zemel kost een duit,
»Z' hangt de gierige pin uit."
In Hoogstraten en omstreken gaan de kinderen op den
laatsten dag van het jaar rond en zingen voor de huizen
«Nieuwjaarke zoete,
«Het verken heeft vier voeten,
«Vier voeten en n'en steert,
»'t Is nog wel een wafel weerd."
Is de ontvangst niet vriendelijk, dan zingen zij alvorens
verder te gaan:
«Boven aan de hemelen
«Hangt een zak met zemelen,
«Elke zemel kost een duit,
«Schupt de gier'ge tik er uit!"
's Avonds gaan daar ook half volwassenen rond om te
zingen en wafels te verzamelen, die dan overal gebakken
worden. Na de gemeente doorkruist te hebben, worden de
gekregene wafelen in de herberg onder het drinken van
een malsche pint genuttigd.
Eindelijk wordt hier het geheele land door, maar vooral
in de groote steden, Verloren Maandag gevierd, zijnde dit
de Maandag volgende op Driekoningen. Die dag is heel
voordeelig voor de bakkers, daar dan zeer vele handwerks
lieden door hunne bazen 's morgens op worstebrood ge-
tracteerd worden en in de meeste huisgezinnen hetzelfde
gerecht op de tafel komt. Gewerkt wordt er bijna niet.
De werklieden beschouwen het als een verloren dag en
drinken nog veel meer dan op gewone dagen. Met hoopen
loopen mannen en vrouwen door de stad en maken zich
dikwijls aan baldadigheden schuldig. Dien dag te Brussel
zijnde, zag ik daar op den Boulevard Anspach een dertigtal
vrouwen met verhakkelde en verscheurde kleederen aan, in
zulken staat van dronkenschap, dat op zeker oogenblik bijna
allen op de met slijk en natte sneeuw bedekte straat
vielen en zich daar als dieren omwentelden. Weer op de
been geraakt, was hun eerste gang naar eene kroeg' waar
ieder een grooten borrel van dien afschuwelijken jenever
dronk, die u aan vitriool deed denken, 't Was walgelijk
om te zien en ik vroeg mij af hoe zulke feiten nog kun
nen plaats hebbenniettegenstaande de drankwet, welke
reeds sedert een paar jaar in voege is.
Dienzelfden avond zaten de Amigo en al de politiebureelen
stampvol dronkaards. Nog nooit heeft de politie van Brussel
er zooveel moeten aanhouden als op den laatsten Verloren
Maandag. En in Antwerpen ging het er niet minder erg toe.
Is het niet droevig te moeten bestatigen, dat het over
matig gebruik van sterken drank hoe langer hoe meer
toeneemt? Volgens de laatste statistiek wordt in België
per jaar 12 liters jenever per hoofd gedronken. De groote
oorzaak van dien toestand is zeker het overgroot getal
herbergen. Voor elke 37 inwoners, vrouwen en kinderen
meegerekend, is hier eene herberg, terwijl men er in Ne
derland slechts eene voor elke 175, in Engeland eene voor
220 inwoners vindt.
BRABO.
TELEGRAMM EN.
's C*ra.veul«atj©, 22 Januari.
By kon. besluit zijn benoemd: lo. tot burgemeester
van Hoek de heer H. Wolfert Hz. Sr.; 2o. tot directeur
van het post- en telegraafkantoor to Bruinisse de heer
F. Buwalda aldaar.
Berlin, 22 Januari.
Heden wordt alhier een comité gevormd tot be
scherming der Portugeesche fondsenhouders.
New-York, 22 Januari.
In den afgeloopen nacht is te Indianapolis brand
uitgebroken in het nationaal hospitaal. Vele zieken
sprotgen uit vensters en velen kwamen in de vlam
men om, waaronder vyf kinderen. Het reusachtige
gebouw is geheel vernield,