ZIKKlkZEtSCIIE KIEUWSBODE.
Donderdag 21 Januari 1892.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 6108.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Algemeen Overzicht.
De taak van hem, die geroepen is om elke week
een overzicht te geven van hetgeen belangrijks is
gebeurd in de wereld, is niet opwekkend in deze
tijden. Zeker een geluk is het, dat hij bijna zonder
uitzondering week in week uit kan herhalen, dat
niets de heerschende vrede verstoren kwam, dat, al
komen er ook hier en daar in de verschillende landen
woelingen voor, die men terecht zou kunnen rang
schikken onder „de teekenen der tijden", die woe
lingen niet verhinderen, neen veel meer bevorderen
dat de nooden en behoeften van den minderen man
het onderwerp uitmaken van ernstige gedachten-
wisseling niet alleen over, maar dat ook in de Par
lementen krachtig de hand aan den ploeg wordt
geslagen tot verbetering der sociale toestanden.
Maar tegenover dit verblijdend verschijnsel, staat
de droeve werkelijkheid, dat in het pas begonnen
jaar de dood meer dan ooit zijn invloed schijnt te
willen laten gevoelen, dat de onverbiddelijke man
met de zeis onmeedoogenloos wegmaait, wat hem
voor den voet komt, rijk en artn, koningszoon en
bedelaarskind, eenvoudige wijsheid en onwetenden
eenvoud. Meer dan ooit worden wij gedurende deze
eerste maand weer herinnerd aan de Génestets uit
spraak: „In raadselen wandelt de mensch op aarde."
Het waarom" komt ons vaak op de lippen, maar
het vraagteeken blijft staan, levensraadselen blijven
het. Moesten wij de vorige maal den dood vermel
den van een groot Belgisch geleerde en van den
Egyptischen beheerscher, thans rust op ons de plicht
wederom twee mannen te gedenken, die de dood
deze week wegrukte. Henry Edward Manning, meer
bekend als Kardinaal Manning, overleed op drie-en-
tachtigjarigen leeftijd; de oudste zoon van den Prins
van Wales, de hertog van Clarence, werd op 27-jarigen
leeftijd weggerukt. Groote verslagenheid heerscht in
Engeland over dezen dubbelen slag. Het volk
verliest in deze twee doodenhoe verschillend van
leeftijd en stand ook, twee mannen, waarvan het,
wat de eene betreft zooveel hoopte, wat de andere
aangaat zooveel dank verschuldigd is. Zeker bij alle
verschil in stand, had de Vorst der Kerk met de
Vorstenzoon ééne karaktertrek gemeen, een karak
tertrek te schooner omdat zij zoo zelden openbaar
wordt bij hen, die hooge waardigheden bekleeden
de liefde voor den minderen man. Wie, die den
naam Manning noemde in de laatste jaren, zag niet
voor zijn oog verschijnen, die fiere gestalte met dat
sneeuwwitte haar, steeds gereed om waar geleden
werd het leed te verzachten, waar te troosten viel
te troosten, maar wat vaak meer beteekent, waar
zijne bemiddeling werd ingeroepen om hangende
kwesties op te lossen, ontstaan tusschen patroons
en werklieden, steeds met opoffering van eigen rust
en lust de hem opgedragen moeilijke taak aan
vaardde en tot een goed einde bracht. Nog versch
ligt het in het geheugen, hoe hij bij de groote werk
staking der Londensche dokarbeiders het conflict
trachtte by te leggen en het niet beneden zich achtte
met socialistische leiders in eene zelfde Commissie te
zitten. Welk een machtigen indruk maakte den brief
dien de Kardinaal aan het Congres van Luik zond,
waarin hij de vaststelling van den achturigen arbeids
dag bepleitte voor de arbeiders in de mijnen of voor
hen die zwaren arbeid verrichten moesten. Bekend
is het aandeel, dat de Kardinaal heeft gehad in de
jongste Encycliek van den Paus en dat hij het open
lijk durfde verkondigen, dat een man die verhongert,
een natuurlijk recht heeft op het brood van zijn
buurman; en die „dit natuurlijk recht" zoo sterk
roemde, dat bij meende dat het al de positieve wet
ten van den eigendom overheerscht; bekend is die
andere uitspraak, waarin hij „Arbeid het kapitaal in
den hoogsten en meest essentiëelen zin des woords
noemde, en die de samenwerking tusschen kapitaal
en arbeid wenschte te zien plaats hebben volgens
een rechtvaardigen en voor ieder kenbaren maatstaf.
En men meene niet, dat hij deze beginselen alleen
verkondigdein de praktijk paste hij ze toe, getuige
het vorenstaande. En naast het beeld van dezen
tachtigjarigen strijder voor het volkverrijst het
beeld van den Hertog van Clarence. Nog op een
leeftijd, dat vorsten niet veel van zich doen spreken,
is het niet mogelijk met juistheid te zeggen, wat
er van hem zou geworden zijn. Maar onder al de
bijzonderheden en de kleine karaktertrekjesdie
dezer dagen van hem worden medegedeeld, was er
een dat teekent en beloofde. Het is dit: Toen hij
eens te York naar de kerk zou gaan, wilde hij niet,
dat er een afzonderlijke bank voor hem open
gehouden zou worden, maar zocht evenals de meeste
kerkbezoekers een plaats. Dat feit is teekenend.
Het bewijst toch dat de Vorst het gevoelde, dat rijk
dom en eer, macht en aanzien niet thuis behooren
bij het kerkgaan, dat allen daar zich één moeten
gevoelen, zonder rang of stand zijn. En wanneer de
Prins dat gevoelde, dan kan het niet anders of hij
gevoelde zich één met de lijdenden, met de ver
drukten, hij zou strijden in de toekomst aan de zijde
van een Manning en bij al het onderscheid tusschen
de wereldlijke en de geestelijke machtbekleeders, zou
er dit heerlijke harmonische gevonden wordenliefde
voor den minderen man, een pogen om hem op te
heffen en te helpen. Trouwens het geheele karakter
van den overledene gaf recht dit te verwachten.
Welwillend en bescheiden, zelfs wat al te beschei
den, was hij de lieveling zijner moeder, die innig
veel van haren eerstgeborene hield, maar niet min
der van zijne bruid. Ofschoon pas verloofd met de
zeer populaire Prinses Victoria van Feck, was deze
toch reeds jaren lang de uitverkorene van zijn hart
geweest. Het was geen huwelijk uit berekening,
geen officieele verbintenis; en hartroerend zijn de
berichten die men te lezen krijgt over de zorg door
de moeder en de bruid den zieke bewezen, de wan
hoop der laatste toen het pleit was beslist. Geen
wonder: In Mei zou het huwelijk worden voltrokken;
de band voor goed worden gelegd, de hoop vervuld
worden en daar komt de dood en werpt alle plannen
omver; snijdt hier een leven af en knakt daardoor
een ander levenslang wellicht. Algemeen is de droef
heid in Engeland over het verlies dezer beide groote
mannen, maar ook het overige Europa staat in ge
dachten bij de lijkbaar stil en vraagt weer voor de
honderd en eerste maal: Waarom juist deze? En
het antwoord op de vraag wordt ook thans nog niet
vernomen 1
1MIEUW STIJDINGEN.
Amerika.
Met het oog op den toestand in Europa is belangryk
te weten, dat de maïsoogst in de Vereenigde Staten in
1891 ruim 2000 millioen bushels opleverde (1 bushel
is 0,35 HL.) een bedrag slechts in één vroeger jaar
overtroffen. De tarweoogst (op 612 millioen bushels
geschat, een waarde van 1200 millioen gulden) was
grooter dan in een der vorige jaren. Aan haver werden
736 millioen bushels verkregen, ter waarde van 550,000.
Engeland.
Londen, 18 Jan. Er is besloten dat noch de
Koningin noch de Prinsessen de militaire begrafenis
van den Hertog van Clarence op Woensdagmiddag
zullen bjjwonen De Kroonprins vergezelt het ljjk via
Londen naar Windsor, maar zonder oponthoud te
Londen, zoodat de voorgenomen Londensche volks-
optocht vervalt. De officieren van het 10de huzaren-
regiment, waarvan de overledene majoor was, zullen
het affuit, waarop de lykbist vervoerd wordt, tusschen
het spoorstation van Windsor en de kapel als lijkkleed
dragers begeleiden, gevolgd door de Prinsen.
Wel 50,000 menschen defileerden eergisteren voorby
kardinaal Manning's ljjk.
Rusland.
De toestand in Rusland bljjft ernstig. Op vele
plaatsen zyn de honger- en vlektyphus zóó sterk, dat
de doctoren Bpreken van cordons om de steden voor
besmetting te vrywaren. De sterfte onder de kinderen
is buitengewoon groot.
De aanleg van kanalen in 21 provinciën is nu be
volen. In de volgende maand moet aangevangen
worden, doch nu reeds hout en materiaal aangevoerd.
Zoo tracht men van hooger hand werk te brengen in
de noodlydende streken en den stroom der beboeftigen
van de groote steden af te leiden. Te Petersburg heeft
weldra de trekkiDg plaats der eerste loterjj voor de
slachtoffers van den hongersnood; dan volgt wellicht
een tweede loterjj.
Evenmin te Petersburg alB te Moskou heerscht
eenige twyfel meer over het gerucht, dat onlangs een
mjjn ontdekt is op de Moskou-Rjasaner spoorweg, met
het doel de uit Livadia komenden trein met den Czaar
in de lucht te doen springen. De Petersburger politie
ontwikkelt een buitengewone werkzaamheid om de
daderB op het spoor te komen.
Een Russisch officier te Moskou vervolgde Binds
geruimen tjjd de dochter van een verver, het schoonste
meisje uit de stad, met zyn liefdesbetuigingen. De
vader bemerkte dat en deed onderzoek of de jonge
man plan had om zjjne dochter te huwen. Toen hjj
van het tegendeel de overtuiging had, verzocht hjj
den jongen graaf dringend om zyn bind voortaan met
rust te laten. In den beginne scheen deze aan het
verzoek van den eenvoudigeu burger te willen voldoen,
daar hjj zjjn bezoeken Btaakte. Op zekeren dag echter
betrapte de verver hem juist, toen de edelman op het
punt stond een teeder afscheid van zyn geliefde te
nemen. Hem in den kraag te pakken en in een groote
ton, gevuld met een vloeibare verfstof, te dompelen,
was voor den vertoornden vader het werk van een
oogenblik.
De officier vluchtte naar zijn woning, doch hoezepr
ontstelde hjj te bemerken, dat zjjn gelaat en zjju
handen geheel bedekt waren met een zwarte kleur,
welke er ondanks alle pogingen niet van verwyderd
kon worden. Hjj liet den verver by zioh ontbieden,
die hem met zekeren trois verklaarde, dat de kleur
»echt" was en door niets nitgewischt kon worden.
Het eenigo, wat den heer graaf te doen stond, was
zich geheel zwart te laten verven, zoodat men hem
voor een neger hield.
Hoewol^deze nauweljjks zyn woede bedwingen kon,
waagde hij het niet den verver aan te klagen, bevreesd,
dat zyn gedrag van hooger hand veroordeeld zou
worden.
Duitschland.
Wïest>a.«3en19 Jan. Dr. Metzger is naar
St. Petersburg ontboden, om de Keizerin in behande-
liog te nemen.
Nederland.
Roermond. Eene zeer gemakkelyke, doch alles
behalve loffeljjke wijze om zich van kinderen te ont
doen, schynt er de vroeger alhier wonende weduwe
G. op na te houden. Na een langdurige afwezigheid
keerde zjj, vergezeld van een vjjt- en een driejarig
kind, hier terug en begaf zich met die kinderen in de
woning van den landbouwer Sverzoekende die
kinderen zich eren te laten warmen, daar zjj nog een
paar boodschappen moest doen. Hare belofte om terug
te keeren heeft zjj echter geheel vergeten en zoo
moesten de kinderen door de politie worden opgenomen.
Van gemeentewege is hun voorloopig een onderkomen
Rotterdam, 20 Jan. Op het oogenblik bevin
den zich in het Ziekenhuis aan den Coolsingel, alhier,
470 zieken. Om de patiënten allen goede ligging te
verschaffen zjjn een paar barakken op de binnenplaats
in gebruik. Er is nog ruimte voor een 50talmocht
die ruimte aangevuld worden met verpleegden, waar
voor echter geen vrees bestaat, zijn de barakken op
het schuttersveld nog disponibel. Het groot aantal
zieken is volstrekt niet toe te schrjjven aan de influ
enza. Het aantal ljjders aan die ziekte is in onze
gemeente zeer gering, vergeleken met het aantal dezer
ziektegevallen in andere steden van ons vaderland.
Een dezer dagen overleden persoon had de be
schikking gemaaktdat 6 bankbiljetten van 1000
in de kist onder zijn hoofd moesten gelegd worden.
Of deze wilsbeschikking is uitgevoerd is ons niet
bekend, doch redeljjkerwjjB meenen wy eraan te mogen
twijfelen.
"Vlissinfij-on, 16 Jan. De bevolking dezer ge
meente, welke 13 jaren geleden nog slechts 9000 zielen
bedroeg, is in dien tjjd met ruim 5000 zielen toe
genomen en bedraagt thans 14183 personen. Zjj nam
in 1891 met ruim 400 -zielen toe.
Mi<l<ïelt>uirg;, 16 Jan. De heer A. J. Cense,
werkzaam bjj de gemeente-gasfabriek alhier, is benoemd
tot 3den assistent aan de gemeente-gasfabriek te
's Gravenhage.
17 Jan. Honderden liefhebbers maakten heden
gebruik van het schaatsenrijden, waartoe volop ge
legenheid was op het ODdergeloopen weiland aan den
Seisweg. Hoewel het ijs alles behalve »puik" was,
scheen dit den liefhebbers niet terug te houden, want
reeds van den vroegen morgen tot de donker viel toe,
was het zwart van menschen."
Goes, 20 Jan. Op by zonder feestelijke wjjze werd
gisteren avond het tienjarig bestaan der zangvereeniging
Excelsior" herdacht.
Een "Welkomstgroet", woorden van wjjlen Dr. R. A. S.
Piccardt, op muziek gebracht door den directeur, den
heer J Kooiman, opende den feestavond. Eene operette
Het Prinsesje", een bljjspel »de Huwelijksadvertentie",
verhoogden de prettige stemming van het talrijk op
gekomen publiek; een paar tableaux-vivants Excelsior"
en »Cimavalsavond" bewezen, dat de leden dezer
vereeniging ook nog aan andere schoone kunsten hunne
aandacht wjjden dan aan den zang alleen, terwjjl de
Wals »Am Wörther See" voor hen, die het niet
wisten, het bewys leverde, welke uitstekende krachten
•Excelsior" ooder hare leden telt.
Yan harte stemmen wjj in met de volgende woorden
uit »Het Welkomstlied":
Voorwaarts! wjjst de weg door 'tleven,
Hooger roept de kunst ons toe;
Steunt ons vrienden bjj ons streven
En juicht met ons bljj te moe
Leve Excelsior!"
In deze gemeente doen zich enkele gevallen van
mazelen voor.
Stavenisse. Door den gemeenteraad alhier
is de jaarwedde van eene te benoemen onderwijzeres
verhoogd van 400 op f 500. Met algemeene stemmen
werd af wy zend beschikt op een verzoek van de
omnibus-maatschappij »de Nieuwe Onderneming", dienst
Stavenis8e—Tholen v. v.om subsidie uit de ge
meentekas.
Bruinisse. Naar Aarleiding van de" laatste
helmduikingen en gedane peilingen, heeft de djjkraad
van het calamiteuse waterschap Bruinisse besloten tot
het verdedigen van den onderzeeschen oever van den
Stoofpolder in het Zjjpe, door steen bestorting. De kos
ten daarvan zijn geraamd op f 10 064.06.
Zienkzue, 20 Jan. Wanneer men de lange Ijjst
der sterfgevallen nagaat, welke alhier in de eerste
helft dezer maand direct of indirect door de influenza
zyn veroorzaakt, dan treft ons het buitengewoon groot
aantal der overledenen. Had men in gewone jaren
gemiddeld tot den 15 Januari 3 4 sterfgevallen,
ditmaal telt men op genoemden datum 35 dooden,
waaronder bekende en verdienstelijke burgers dezer
stad.
Vermeldden wjj in een vorig nommer van ons blad
de beeren Van Zandjjk en Labrjjn, thans heeft onze
stad op 15 dezer wederom in den heer Jan Cornelis
Boejje eeD hoogst achtenswaardig ingezetene verloren.
Den 22 October 1818 te Noordgouwe geboren uit Mr.
Jacobus Boejje en Helena Moolenburgh, werd genoemde
heer eerst ontvanger der registratie te Texel, later te
IJselmonde, vervolgens te Middelbarnis en eindeljjk te
Zierikzee. By deze betrekking werd later nog het
ambt gevoegd van bewaarder van hypotheken en het
kadaster en van betaalmeester, in welken drukken
werkkring de hoogst werkzame en welwillende man
met groote toewijding arbeidde. Na een achtenveertig
jarigen dienst was de heer Boejje eene goedverdiende
rust bereiden dat die levensavond niet van langen
duur iB geweest, wordt door alle weidenkenden, die
hem gekend hebben, met ongeveinsden weemoed be
treurd, omdat daarmede de kroon zou gezet zjjn op
een welbesteed leven.
De heer Jen Sorousiijjder, Ouderwyzer te Ossenisse,
is als zoodanig benoemd te Oud-Vosmeer.
Te Utrecht is geslaagd bjj het arts-examen I
de heer A. G. A. Idenburg.
Omtrent den diefstal onder Rozendaal verneemt
men nader, dat ruim 8000 aan effecten in eene sloot
zjjn teruggevonden. Hieruit zou men mogen afleiden,
dat de dieven niet ver gezocht moeten worden.
De toestand van J. v. D. is zeer zorgwekkend.
Een der Haagsche correspondenten van de Amst.
D. v. N. verneemt dat de Koningin-Regentes eenige
dagen geleden aan den luit. kol. Benschop, waarnemend
commandant van het regiment grenadiers en jagers,
heeft doen weten, dat zjj eerstdaags een kolonel voor
dat regiment zal aanwyzen. Tevens wordt den corres
pondent verzekerd, dat kol. Lanzing benoemd zal
worden en dus de Minister heeft toegegeven aan den
wensch van H. M. Men moet dit laatBte toeschryven
aan de pressie, door de overige leden van het kabinet
op den Minister van Oorlog uitgeoefend.
De Min. van Oorlog heeft de korpscommandanten
gemachtigd, om, wanneer er door ziekte of anderszins
niet genoeg manschappen beschikbaar zyn, de miliciens,
die met een langdurig winterverlof afwezig zyn,
gedeeltelyk weder onder de wapenen te laten komen.
Amsterdam telt thans 426,480 inwoners, of bjj na
9000 meer dan een jaar te voren. Er zyn 24000
vrouwen meer dan manneD.
Een koloniaal militair, uit Harderwijk met verlof,
die Vrjjdag avond met gevulde portemonnaie te
Amsterdam aankwam, werd door eene Duitsch sprekende
juffrouw, bjj wie bij zyn intrek nam, van al zyn geld,
f 240, beroofd. Door het gebruik van drank was hjj
geheel bewusteloos geworden en stond reeds op straat,
toen bjj weder eenigszins tot bewustzyn kwam. Hjj
kon zich niet herinneren, in welke straat, veel minder
in welk huis hjj geweeBt was. Op verzoek is hjj weder
naar Harderwyk overgebracht.
De verdienstelijke hoofdonderwijzer J. Visser,
directeur der ryksnormaalscbool en hoofd der jongens
school te Sneek, ontving Zaterdag per telegraaf de
hoogst aangename tjjding, dat hjj benoemd is tot ridder
van den Ned. Leeuw. De heer Vieser is, niettegen
staande zjjn 76-jarigen leeftijd, nog een toonbeeld van
Bver-
Wat hjj voor het onderwys is geweest en nög is,
hunnen zjj getuigen, die eens zjjne leerlingen waren,
en van wie velen in- en buiten het vaderland hooge
betrekkingen bekleeden. Honderden onderwijzers dankten
hem sedert 1849 hunne opleiding.
Zjjne paedagogiBChe lessen, die hjj heeft neergelegd
in zyn »Aard en roeping der Volks«chool", doen hem
kennen als de onderwjjzer, die door aanschouwing alleen
resultaten van het onderwjjs verwacht.
Het Venloosch Weekblad (van den heer Hm ff mans)
meldt, dat de heer Poelman, afgevaardigde van Veendam,
een omslachtig wetsontwerp tot landnationalisatie heeft
uitgewerkt, laten drukken en aan alle leden der Kamer
toegezonden.
D E INFLUENZA.
Te Ternaard (Friesland) heerscht de influenza in
zeer sterke mate. Op de secretarie der gemeente ver
schijnt geen enkel ambtenaar, de burgemeester fungeert
tydeljjk als secretaris, het telefoonkantoor is tjjdeljjk
gesloten, de politie is bedlegerig, de notaris heeft tal
van verkoopingen moeten uitstellen, in ééa woord het
geheele dorp is gtït fluenseerd.
In België is de influenza aan het afnemen.
In Italië daarentegen blyft ze hevig heerschen. Te
Livorno komen dageljjks 500 a 600 nieuwe gevallen
voor. Te Parma is de toestand nog ernstiger. De
bisschop hèeft de openbare tentoonstelling van het
Heilige Sacrament bevolen en met byzondere machtiging
van den paus de vasten opgeheven.
Ook te Rome heeft de heerschende influenza reeds
tot kerkelyke verordeningen geleid, waarbjj vrjjstelling
van vasten bepaald wordt. Men verwacht, dat, evenals
voor twee jaren, een pauseljjk besluit zoo noodig vrjj
stelling aan de katholieke Christenheid der geheele
wereld verleenen zal.
Te Parjjs heeft de begrafenismaatschappjj bjj een
der rjjtuigondernemingen 60 Bpan paarden te huur
gevraagd, ten einde den dienst geregeld .te kunnen
verrichten.
Te Montpellier is de sterfte groot.
Op een klein dorp nabjj Perpignan, Frankrjjb, telt
men 200 zieken.
In Asturië, Spanje, breidt de epidemie, die een
ernstig karakter draagt, zich uit. In sommige steden
zyn de meeste gezinnen aangetast.
Te Cork treedt de influenza zeer kwaadaardig op. i
Deze week stierven twaalf personen.
Te Venetië ligt een vierde van de bevolking ziek;
scholen en werkplaatsen zjjn gesloten. Op het arsenaal
ontbreken 500 werklieden. Donderdag 58 sterfgevallen.
Influenza onder de Katholieken
Dr. X-, een Amsterdamsch geneesheer, schrjjft in het
hoofdorgaan der Katholieken De Tijd het volgende:
•Naar aaoleidiDg van mjjn waarnemingen zoowel
bjj de vorige influenza-epidemie als bjj de thans
heerschende, waaruit bljjkt: dat zij in verhouding
veel meer voorkomt bjj Katholieken dan bjj anders
denkenden, dat de trouwste kerkbezoekers het eerst
aangetast werden en het grootste getal nieuwe gevallen
zich na een Zon- of feestdag vertoonde, meen ik
eenige opmerkingen te moeten maken ten opzichte van
de ventilatie onzer kerken.
Daar de HH. Missen op Zon- en feestdagen meest
kort op elkaar volgen, geschiedt die ventilatie Biecht,
soms in het geheel niet. Men wil de warmte (op
koude dagen) in de kerk houden.
Nu door de ontdekking der influenza-baccil bljjkt
dat ééa besmette door uitademing millioenen bacillen
in zyn omgeving kan verspreiden, meen ik, dat het
een gewetenszaak is van de heeren kerkmeesters, te
zorgen dat na elke H. Mis minstens een halfuur ruim
en flink geventileerd worde, en het niet meer voor-
kome, dat bjj het binnentreden van een kerk de
menschenwalm van vroegere uren ons te gemoet komt."
Rooken en inflaenza!
Iu het Album der Natuur vindt men een opstel ge-
teekend D. L(ubuch) en overgenomen uit het Fransche
tjjdschrift La Nature.
In dat artikel wordt medegedeeld, dat de heer
Tassinaxi bjj een bacteorologisch onderzoek proeven
had genomen met den rook van sigaren en sigaretten.
Er werd geconstateerd dat de rook van sigaren de
ontwikkeling der microben vertraagt en zelfs die van
de bacillen der cholera en typhoïdekoorts doet stil
staan. De rook van sigaretten verwekte slechts eene
geringe vertraging.
De berichtgever in La Nature brengt dit in verband
met de reeds door eenige Amerikaansche geneesheeren
uitgesproken bewering, dat personen, die rooken, voor
de gele koorts behoed bleven.
Het ware zeker niet onbelangrijk na te gaan, of het
rooken ook invloed heeft op de bacillen der itfluenza.
Aanbestedingen, Verkoopingen, enz.
Bjj de op Maandag gehouden aanbesteding van
superphosphaat, door de Landbouw-Sociëteit te Noord-
gouwe, waren ingeleverd vier biljetten, één biljet werd
echter ter zjjde gelegd.
Ingeschreven werd door de heeren
p. 100 K.G.
Salomonson te Rotterdam, voor3,25
Coenen Schoenmakers te Uden, voor 3.28
H. de Rjjke te Zonnemaire, voor 3,07
Aan den laagBten inschryver is de levering gegund.
L ANDBOU W.
Hit proefnommer van het bjj de fi-ma Erven
B. van der Kamp te Groningen uitgegeven wordend
M vrindblad Hippos, gewjjd aan de belang'-n van de
paardenfokkerij en de paardenkennis in uitgebreiden
zin, in thans verschenen.
Onder den rjjken inhoud vinden wjj ook een artikel
van den heer Job van der Have, te Nieuwerkerk,
handelende over de paardenkeuring in Zeeland.
By dit nommer is gevoegd eene plaat, voorstellende
den hengst >Magnaat" uit het Friesche Paardenstam-
boek.
De prjjB van het maandblad is slechts ƒ3 per jaar;
deze kan dus geen bezwaar zyn voor den belang
stellenden landbouwer, om zich dit tjjdschrift aan te
schaffen, 't welk hem zeer zeker in zyn bedryf als
paardenfokker behoorljjke en nuttige voorlichting zal
verschaffen.
KERKNIEU WS.
Maandag had te Goes de plechtige teraardebestelling
plaats van het stoffeljjk overschot van wjjlen ds.
K. Loggers. Leden der gemeente droegen de kist,
terwjjl 40 leden zich daar bjj aangesloten hadden. De
opvolger van den overledene, ds. Siebenhaar, sprak
tot de familie en de omstanders. Daarna werd het
woord gevoerd door den ouderling Schipper, die ge
durende 20 jaren met ds. Loggers heeft gearbeid.
Ds. Pikaar sprak als vertegenwoordiger der Ned. Herv.
gemeente. Deze wees op den lydensweg van den over
ledene en zeide dat deze nu daarvoor de eeuwige
gelukzaligheid was ingegaan. Ds. Mooy van Wemel-
dinge sprak als predikant eener zustergemeente. Nog
werd het woord gevoerd door den heer B. M. den Boer,
ouderling der Christ. Geref. gem. en door ds. De Jonge
uit Brussel.
De oudste zoon des overledenen bedankte voor de
eer, zyn vader bewezen, waarop een andere zoon,
ds. Loggers, pred. te Westkapelle, een slotwoord sprak.
Het zingen van psalm 68 vers 2 besloot de plechtigheid.
Bedankt voor Wissen kerke, door ds. K. Loggers
te WeBtkapelle.
Haagsche Brieven.
's Gravenhage, 16 Januari 1892.
Er wordt in den laatsten tijd eene groote om
wenteling voorbereid in de verzorging van een
bepaalde categorie van zieken, die door alle tijden
heen voor zich zelf en voor hunne naaste omgeving
hoogst gevaarlijk worden geacht: de zielszieken.
Terwijl in vroeger eeuwen de dolhuizen de kerkers
waren, waarin de in hun edelste vermogens ge
krenkte menschen voor hun leven werden opge
sloten en behandeld werden als gevaarlijke dieren,
die door zweepslagen en allerlei pijnigingen hun
//kuren" moesten verliezen, zijn vooral in de laatst-
verloopen eeuw, waarin de geneeskundige weten
schap zoo machtig is vooruitgegaan, de krank
zinnigen-gestichten geworden verplegingsgestichten,
waarin de lijders aan hersenziekten met liefde en
toewijding worden verzorgd. Er zijn zelfs inrich
tingen als het bekende Meer-en-Berg bij Haarlem,
die een bijzondere verdienste in dit opzicht hadden,
omdat zij door hun ligging en omgeving rust
konden verschaffen aan de vermoeide hoofden,
kalmte aan de geprikkelde en overprikkelde ge
stellen. Doch voor het overgroote meerendeel zijn
de geneeskundige verplegings-inrichtingen voor
krankzinnigen toch nog in de steden te vinden.
Behalve het gesticht te Coudewater bij 's Her
togenbosch, heeft men o. a. te Delft, Dordrecht,
Rotterdam en 'sGravenhage gestichten, die, ofschoon
ze dusver geroemd werden, niet konden voldoen
aan de eischen, die de tegenwoordige wetenschap
stelt voor de genezing van krankzinnigen. Meer
en meer wint de meening veld, dat men langs
anderen weg de zieken moet trachten te genezen,
dat men ze niet moet samenbrengen als gevangenen
in groote inrichtingen, in groote zalen en niet
kan volstaan met ze onder behoorlijk toezicht te
stellen, maar dat men ze de meest mogelijke vrij
heid, veel lucht, gezonden arbeid, rust en kalmte
moet verschaffen door ze in stille streken, bij
bosschen, duinen en velden te vereenigen in
kleine afdeelingen, naar gelang van den aard en
de intensiteit van de ziekte. In groote paviljoenen
wil men ze doen leven, weinigen te zamen, z66
dat ze 't minst het gemis der vrijheid gevoelen,
zóó dat men ze het best kan observeeren, zóó
dat men de meeste kans heeft dat langzaam het
gestoorde zenuwgestel weer normaal worde. Die
omwenteling heeft in 't buitenland en ook in ons
land reeds groote afmetingen verkregen. Er is
door eene christelijke vereeniging te Veldwijk in
het Geldersche op dien voet eene stichting tot
stand gebracht, die reeds zeer goede resultaten
heeft opgeleverd, en deze vereeniging gaat voort
met haar arbeid, daar zij in 't Noorden en bij
Loosduinen dergelijke inrichtingen wil vestigen. De
provinciale besturen, aan wie de zorg voor de
verpleging van arme krankzinnigen is opgedragen,
houden zich tegenwoordig dan ook druk bezig
met het onderwerp. Dusver besteedden zij de arme
krankzinnigen uit hunne provinciën in de particu
liere gestichten uit, maar deze stadsgestichten
worden helaas! langzamerhand overbevolkt, daar
de zielsziekten sterk toenemen, wat bij de hooge
eischen, die het tegenwoordig leven aan verstande
lijke ontwikkeling stelt eti het gejaagde leven
dat de meeste menschen tegenwoordig leiden
moeten, niet te verwonderen is. In de laatste
maanden zijn dan ook in verschillende provinciën
plannen beraamd of vastgesteld om in den nood
aan verplegingsgestichten te voorzien, o. a. ook
in Zuid-Holland, waar men besloten heeft het
uitbestedingsstplsel in de particuliere gestichten te
blijven handhaven met dien verstande dat men een
hoog subsidie zou geven aan de gemeente Delft
om bij haar bekend St. Jorisgesticht nog een
buitengesticht naar het nieuwe systeem te voegen.
Derhalve rekende men in Zuid-Holland ook be
paaldelijk op het voortbestaan van het gesticht in
de residentie, een particuliere inrichting, die
natuurlijk ook patiënten 1ste en 2de klasse ver
pleegt tegen goede betaling. En ziet, juist dezer
dagen heeft zich eene omstandigheid voorgedaan,
die een licht werpt over dat gesticht, dat inder
daad niet geschikt is om het vertrouwen daarin
te versterken. Eene dame van goeden huize,
Mevr. te Gempt, weduwe van een Rijks-ontvanger,
wijlen den heer Stuten, heeft eene brochure in t
licht gezonden, die wel geschikt is om met ernst
te worden overwogen. Zelve werd zij wegens ziels
ziekte geruimen tijd in het gesticht te 's Graven
hage verpleegd, en zelfs voor de tweede maal
daarin opgenomen. Doch bij die tweede maal juist
beweert zij aldaar gedurende drie maanden te zijn
gehouden, terwijl haar ziekte geheel genezen was,
en thans, achttien maanden na haar ontslag en
terwijl in al dien tijd door geloofwaardige getuigen
gestaafd wordt dat zij door niets blijk heeft ge
geven van te zijn ingestort, acht zij zich verplicht
wereldkundig te maken hoe de krankzinnigen in
dat gesticht worden behandeld, ja mishandeld. Nu
stel ik op den voorgrond dat het altoos zeer
moeilijk zal zijn èn voor deskundigen èn nog veel
meer voor leeken om te kunnen constateeren of
iemand inderdaad zielsziek is of niet. Er zijn
krankzinnigen, die altoos verklaren beter te zijn
en dit volstrekt niet zijn. Er zijn er, die bij tus-
schenpoozen werkelijk normaal zijn, maar na
eenigen tijd weer instorten. Een barer hoofdbezwaren,
dat men niet gelooven wilde aan haar beterschap,
terwijl zij in het gesticht verkeerde, acht ik voor
mij dus niet het gewichtigste en indien de be
paalde vijandschap, die zij op dien grond tegen
den geneesheer van het gesticht openbaart, daarin
alleen hare verklaring zou vinden, dan zou men
die wellicht van harentwege zeer gemotiveerd
kunnen achten, maar toch niet van overwegend
publiek belang. Het is erg, zeer erg voor iemand
als hij niet krankzinnig is, om in een gesticht te
moeten blijven, maar nog veel erger is het voor
de maatschappij als een gewaande herstelde vrijelijk
zich kan bewegen, getuige het diep rampzalig feit
weinige dagen geleden te Breda voorgevallen, dat
een krankzinnig jongman, die in huis werd ge
houden en beter scheen te zijn, plotseling in een
vlaag van waanzin zijn moeder en vader ver
moordde. Maar waarom deze brochure sensatie
maakt en aandacht verdient, dat is om de feiten
omtrent de behandeling der ongelukkigen, die deze
dame mededeelt en die zij heeft waargenomen
volgens haar met volkomen klaren geest, die
niet enkel haar eigen persoon betreffen, maar de
zieken in 't algemeen, en die, als zij waar zijn,
het gesticht in de residentie voor goed op den
index zouden plaatsen en elke andere inrichting
geschikter maken voor verpleging dan deze.
Zij verhaalt in de brochure den dagelijkschen
gang van zaken in 'tgesticht; zij maakt gewag
van het onvoldoende voedsel, de onzorgzame ver
pleging, de hardhandige bejegening der ongelukkige
zieken, de mishandeling der ondergeschikten, den
inhumanen omgang van verpleegsters met de zieken,
de onmenschelijke bejegening van in cellen afge
zonderde lijders en lijderessen en wat het ergste
is, de opzettelijke, bedriegelijke handelingen van
de gestichtsoverheden ten aanzien van het verkeer
met hare familie, die in den waan werd gebracht
dat zij zwaar lijdend was en niemand tot haar
kon worden toegelaten, terwijl zij bad en smeekte
om gemeenschap met de haren, terwijl de brieven
die zij schreef werden verscheurd en de mondelinge
verzoeken tot geneesheer en bestuursleden met
een hooghartig stilzwijgen werden beantwoord.
Was deze vrouw niet krankzinnig, dan was de
behandeling die zij ondervond geschikt om haar
voor altijd krankzinnig te maken en dan heeft
men haar rechten als mensch verkracht op eene