ZIKKlkZEtSCIIE KIEUWSBODE. Donderdag 21 Januari 1892. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 6108. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Algemeen Overzicht. De taak van hem, die geroepen is om elke week een overzicht te geven van hetgeen belangrijks is gebeurd in de wereld, is niet opwekkend in deze tijden. Zeker een geluk is het, dat hij bijna zonder uitzondering week in week uit kan herhalen, dat niets de heerschende vrede verstoren kwam, dat, al komen er ook hier en daar in de verschillende landen woelingen voor, die men terecht zou kunnen rang schikken onder „de teekenen der tijden", die woe lingen niet verhinderen, neen veel meer bevorderen dat de nooden en behoeften van den minderen man het onderwerp uitmaken van ernstige gedachten- wisseling niet alleen over, maar dat ook in de Par lementen krachtig de hand aan den ploeg wordt geslagen tot verbetering der sociale toestanden. Maar tegenover dit verblijdend verschijnsel, staat de droeve werkelijkheid, dat in het pas begonnen jaar de dood meer dan ooit zijn invloed schijnt te willen laten gevoelen, dat de onverbiddelijke man met de zeis onmeedoogenloos wegmaait, wat hem voor den voet komt, rijk en artn, koningszoon en bedelaarskind, eenvoudige wijsheid en onwetenden eenvoud. Meer dan ooit worden wij gedurende deze eerste maand weer herinnerd aan de Génestets uit spraak: „In raadselen wandelt de mensch op aarde." Het waarom" komt ons vaak op de lippen, maar het vraagteeken blijft staan, levensraadselen blijven het. Moesten wij de vorige maal den dood vermel den van een groot Belgisch geleerde en van den Egyptischen beheerscher, thans rust op ons de plicht wederom twee mannen te gedenken, die de dood deze week wegrukte. Henry Edward Manning, meer bekend als Kardinaal Manning, overleed op drie-en- tachtigjarigen leeftijd; de oudste zoon van den Prins van Wales, de hertog van Clarence, werd op 27-jarigen leeftijd weggerukt. Groote verslagenheid heerscht in Engeland over dezen dubbelen slag. Het volk verliest in deze twee doodenhoe verschillend van leeftijd en stand ook, twee mannen, waarvan het, wat de eene betreft zooveel hoopte, wat de andere aangaat zooveel dank verschuldigd is. Zeker bij alle verschil in stand, had de Vorst der Kerk met de Vorstenzoon ééne karaktertrek gemeen, een karak tertrek te schooner omdat zij zoo zelden openbaar wordt bij hen, die hooge waardigheden bekleeden de liefde voor den minderen man. Wie, die den naam Manning noemde in de laatste jaren, zag niet voor zijn oog verschijnen, die fiere gestalte met dat sneeuwwitte haar, steeds gereed om waar geleden werd het leed te verzachten, waar te troosten viel te troosten, maar wat vaak meer beteekent, waar zijne bemiddeling werd ingeroepen om hangende kwesties op te lossen, ontstaan tusschen patroons en werklieden, steeds met opoffering van eigen rust en lust de hem opgedragen moeilijke taak aan vaardde en tot een goed einde bracht. Nog versch ligt het in het geheugen, hoe hij bij de groote werk staking der Londensche dokarbeiders het conflict trachtte by te leggen en het niet beneden zich achtte met socialistische leiders in eene zelfde Commissie te zitten. Welk een machtigen indruk maakte den brief dien de Kardinaal aan het Congres van Luik zond, waarin hij de vaststelling van den achturigen arbeids dag bepleitte voor de arbeiders in de mijnen of voor hen die zwaren arbeid verrichten moesten. Bekend is het aandeel, dat de Kardinaal heeft gehad in de jongste Encycliek van den Paus en dat hij het open lijk durfde verkondigen, dat een man die verhongert, een natuurlijk recht heeft op het brood van zijn buurman; en die „dit natuurlijk recht" zoo sterk roemde, dat bij meende dat het al de positieve wet ten van den eigendom overheerscht; bekend is die andere uitspraak, waarin hij „Arbeid het kapitaal in den hoogsten en meest essentiëelen zin des woords noemde, en die de samenwerking tusschen kapitaal en arbeid wenschte te zien plaats hebben volgens een rechtvaardigen en voor ieder kenbaren maatstaf. En men meene niet, dat hij deze beginselen alleen verkondigdein de praktijk paste hij ze toe, getuige het vorenstaande. En naast het beeld van dezen tachtigjarigen strijder voor het volkverrijst het beeld van den Hertog van Clarence. Nog op een leeftijd, dat vorsten niet veel van zich doen spreken, is het niet mogelijk met juistheid te zeggen, wat er van hem zou geworden zijn. Maar onder al de bijzonderheden en de kleine karaktertrekjesdie dezer dagen van hem worden medegedeeld, was er een dat teekent en beloofde. Het is dit: Toen hij eens te York naar de kerk zou gaan, wilde hij niet, dat er een afzonderlijke bank voor hem open gehouden zou worden, maar zocht evenals de meeste kerkbezoekers een plaats. Dat feit is teekenend. Het bewijst toch dat de Vorst het gevoelde, dat rijk dom en eer, macht en aanzien niet thuis behooren bij het kerkgaan, dat allen daar zich één moeten gevoelen, zonder rang of stand zijn. En wanneer de Prins dat gevoelde, dan kan het niet anders of hij gevoelde zich één met de lijdenden, met de ver drukten, hij zou strijden in de toekomst aan de zijde van een Manning en bij al het onderscheid tusschen de wereldlijke en de geestelijke machtbekleeders, zou er dit heerlijke harmonische gevonden wordenliefde voor den minderen man, een pogen om hem op te heffen en te helpen. Trouwens het geheele karakter van den overledene gaf recht dit te verwachten. Welwillend en bescheiden, zelfs wat al te beschei den, was hij de lieveling zijner moeder, die innig veel van haren eerstgeborene hield, maar niet min der van zijne bruid. Ofschoon pas verloofd met de zeer populaire Prinses Victoria van Feck, was deze toch reeds jaren lang de uitverkorene van zijn hart geweest. Het was geen huwelijk uit berekening, geen officieele verbintenis; en hartroerend zijn de berichten die men te lezen krijgt over de zorg door de moeder en de bruid den zieke bewezen, de wan hoop der laatste toen het pleit was beslist. Geen wonder: In Mei zou het huwelijk worden voltrokken; de band voor goed worden gelegd, de hoop vervuld worden en daar komt de dood en werpt alle plannen omver; snijdt hier een leven af en knakt daardoor een ander levenslang wellicht. Algemeen is de droef heid in Engeland over het verlies dezer beide groote mannen, maar ook het overige Europa staat in ge dachten bij de lijkbaar stil en vraagt weer voor de honderd en eerste maal: Waarom juist deze? En het antwoord op de vraag wordt ook thans nog niet vernomen 1 1MIEUW STIJDINGEN. Amerika. Met het oog op den toestand in Europa is belangryk te weten, dat de maïsoogst in de Vereenigde Staten in 1891 ruim 2000 millioen bushels opleverde (1 bushel is 0,35 HL.) een bedrag slechts in één vroeger jaar overtroffen. De tarweoogst (op 612 millioen bushels geschat, een waarde van 1200 millioen gulden) was grooter dan in een der vorige jaren. Aan haver werden 736 millioen bushels verkregen, ter waarde van 550,000. Engeland. Londen, 18 Jan. Er is besloten dat noch de Koningin noch de Prinsessen de militaire begrafenis van den Hertog van Clarence op Woensdagmiddag zullen bjjwonen De Kroonprins vergezelt het ljjk via Londen naar Windsor, maar zonder oponthoud te Londen, zoodat de voorgenomen Londensche volks- optocht vervalt. De officieren van het 10de huzaren- regiment, waarvan de overledene majoor was, zullen het affuit, waarop de lykbist vervoerd wordt, tusschen het spoorstation van Windsor en de kapel als lijkkleed dragers begeleiden, gevolgd door de Prinsen. Wel 50,000 menschen defileerden eergisteren voorby kardinaal Manning's ljjk. Rusland. De toestand in Rusland bljjft ernstig. Op vele plaatsen zyn de honger- en vlektyphus zóó sterk, dat de doctoren Bpreken van cordons om de steden voor besmetting te vrywaren. De sterfte onder de kinderen is buitengewoon groot. De aanleg van kanalen in 21 provinciën is nu be volen. In de volgende maand moet aangevangen worden, doch nu reeds hout en materiaal aangevoerd. Zoo tracht men van hooger hand werk te brengen in de noodlydende streken en den stroom der beboeftigen van de groote steden af te leiden. Te Petersburg heeft weldra de trekkiDg plaats der eerste loterjj voor de slachtoffers van den hongersnood; dan volgt wellicht een tweede loterjj. Evenmin te Petersburg alB te Moskou heerscht eenige twyfel meer over het gerucht, dat onlangs een mjjn ontdekt is op de Moskou-Rjasaner spoorweg, met het doel de uit Livadia komenden trein met den Czaar in de lucht te doen springen. De Petersburger politie ontwikkelt een buitengewone werkzaamheid om de daderB op het spoor te komen. Een Russisch officier te Moskou vervolgde Binds geruimen tjjd de dochter van een verver, het schoonste meisje uit de stad, met zyn liefdesbetuigingen. De vader bemerkte dat en deed onderzoek of de jonge man plan had om zjjne dochter te huwen. Toen hjj van het tegendeel de overtuiging had, verzocht hjj den jongen graaf dringend om zyn bind voortaan met rust te laten. In den beginne scheen deze aan het verzoek van den eenvoudigeu burger te willen voldoen, daar hjj zjjn bezoeken Btaakte. Op zekeren dag echter betrapte de verver hem juist, toen de edelman op het punt stond een teeder afscheid van zyn geliefde te nemen. Hem in den kraag te pakken en in een groote ton, gevuld met een vloeibare verfstof, te dompelen, was voor den vertoornden vader het werk van een oogenblik. De officier vluchtte naar zijn woning, doch hoezepr ontstelde hjj te bemerken, dat zjjn gelaat en zjju handen geheel bedekt waren met een zwarte kleur, welke er ondanks alle pogingen niet van verwyderd kon worden. Hjj liet den verver by zioh ontbieden, die hem met zekeren trois verklaarde, dat de kleur »echt" was en door niets nitgewischt kon worden. Het eenigo, wat den heer graaf te doen stond, was zich geheel zwart te laten verven, zoodat men hem voor een neger hield. Hoewol^deze nauweljjks zyn woede bedwingen kon, waagde hij het niet den verver aan te klagen, bevreesd, dat zyn gedrag van hooger hand veroordeeld zou worden. Duitschland. Wïest>a.«3en19 Jan. Dr. Metzger is naar St. Petersburg ontboden, om de Keizerin in behande- liog te nemen. Nederland. Roermond. Eene zeer gemakkelyke, doch alles behalve loffeljjke wijze om zich van kinderen te ont doen, schynt er de vroeger alhier wonende weduwe G. op na te houden. Na een langdurige afwezigheid keerde zjj, vergezeld van een vjjt- en een driejarig kind, hier terug en begaf zich met die kinderen in de woning van den landbouwer Sverzoekende die kinderen zich eren te laten warmen, daar zjj nog een paar boodschappen moest doen. Hare belofte om terug te keeren heeft zjj echter geheel vergeten en zoo moesten de kinderen door de politie worden opgenomen. Van gemeentewege is hun voorloopig een onderkomen Rotterdam, 20 Jan. Op het oogenblik bevin den zich in het Ziekenhuis aan den Coolsingel, alhier, 470 zieken. Om de patiënten allen goede ligging te verschaffen zjjn een paar barakken op de binnenplaats in gebruik. Er is nog ruimte voor een 50talmocht die ruimte aangevuld worden met verpleegden, waar voor echter geen vrees bestaat, zijn de barakken op het schuttersveld nog disponibel. Het groot aantal zieken is volstrekt niet toe te schrjjven aan de influ enza. Het aantal ljjders aan die ziekte is in onze gemeente zeer gering, vergeleken met het aantal dezer ziektegevallen in andere steden van ons vaderland. Een dezer dagen overleden persoon had de be schikking gemaaktdat 6 bankbiljetten van 1000 in de kist onder zijn hoofd moesten gelegd worden. Of deze wilsbeschikking is uitgevoerd is ons niet bekend, doch redeljjkerwjjB meenen wy eraan te mogen twijfelen. "Vlissinfij-on, 16 Jan. De bevolking dezer ge meente, welke 13 jaren geleden nog slechts 9000 zielen bedroeg, is in dien tjjd met ruim 5000 zielen toe genomen en bedraagt thans 14183 personen. Zjj nam in 1891 met ruim 400 -zielen toe. Mi<l<ïelt>uirg;, 16 Jan. De heer A. J. Cense, werkzaam bjj de gemeente-gasfabriek alhier, is benoemd tot 3den assistent aan de gemeente-gasfabriek te 's Gravenhage. 17 Jan. Honderden liefhebbers maakten heden gebruik van het schaatsenrijden, waartoe volop ge legenheid was op het ODdergeloopen weiland aan den Seisweg. Hoewel het ijs alles behalve »puik" was, scheen dit den liefhebbers niet terug te houden, want reeds van den vroegen morgen tot de donker viel toe, was het zwart van menschen." Goes, 20 Jan. Op by zonder feestelijke wjjze werd gisteren avond het tienjarig bestaan der zangvereeniging Excelsior" herdacht. Een "Welkomstgroet", woorden van wjjlen Dr. R. A. S. Piccardt, op muziek gebracht door den directeur, den heer J Kooiman, opende den feestavond. Eene operette Het Prinsesje", een bljjspel »de Huwelijksadvertentie", verhoogden de prettige stemming van het talrijk op gekomen publiek; een paar tableaux-vivants Excelsior" en »Cimavalsavond" bewezen, dat de leden dezer vereeniging ook nog aan andere schoone kunsten hunne aandacht wjjden dan aan den zang alleen, terwjjl de Wals »Am Wörther See" voor hen, die het niet wisten, het bewys leverde, welke uitstekende krachten •Excelsior" ooder hare leden telt. Yan harte stemmen wjj in met de volgende woorden uit »Het Welkomstlied": Voorwaarts! wjjst de weg door 'tleven, Hooger roept de kunst ons toe; Steunt ons vrienden bjj ons streven En juicht met ons bljj te moe Leve Excelsior!" In deze gemeente doen zich enkele gevallen van mazelen voor. Stavenisse. Door den gemeenteraad alhier is de jaarwedde van eene te benoemen onderwijzeres verhoogd van 400 op f 500. Met algemeene stemmen werd af wy zend beschikt op een verzoek van de omnibus-maatschappij »de Nieuwe Onderneming", dienst Stavenis8e—Tholen v. v.om subsidie uit de ge meentekas. Bruinisse. Naar Aarleiding van de" laatste helmduikingen en gedane peilingen, heeft de djjkraad van het calamiteuse waterschap Bruinisse besloten tot het verdedigen van den onderzeeschen oever van den Stoofpolder in het Zjjpe, door steen bestorting. De kos ten daarvan zijn geraamd op f 10 064.06. Zienkzue, 20 Jan. Wanneer men de lange Ijjst der sterfgevallen nagaat, welke alhier in de eerste helft dezer maand direct of indirect door de influenza zyn veroorzaakt, dan treft ons het buitengewoon groot aantal der overledenen. Had men in gewone jaren gemiddeld tot den 15 Januari 3 4 sterfgevallen, ditmaal telt men op genoemden datum 35 dooden, waaronder bekende en verdienstelijke burgers dezer stad. Vermeldden wjj in een vorig nommer van ons blad de beeren Van Zandjjk en Labrjjn, thans heeft onze stad op 15 dezer wederom in den heer Jan Cornelis Boejje eeD hoogst achtenswaardig ingezetene verloren. Den 22 October 1818 te Noordgouwe geboren uit Mr. Jacobus Boejje en Helena Moolenburgh, werd genoemde heer eerst ontvanger der registratie te Texel, later te IJselmonde, vervolgens te Middelbarnis en eindeljjk te Zierikzee. By deze betrekking werd later nog het ambt gevoegd van bewaarder van hypotheken en het kadaster en van betaalmeester, in welken drukken werkkring de hoogst werkzame en welwillende man met groote toewijding arbeidde. Na een achtenveertig jarigen dienst was de heer Boejje eene goedverdiende rust bereiden dat die levensavond niet van langen duur iB geweest, wordt door alle weidenkenden, die hem gekend hebben, met ongeveinsden weemoed be treurd, omdat daarmede de kroon zou gezet zjjn op een welbesteed leven. De heer Jen Sorousiijjder, Ouderwyzer te Ossenisse, is als zoodanig benoemd te Oud-Vosmeer. Te Utrecht is geslaagd bjj het arts-examen I de heer A. G. A. Idenburg. Omtrent den diefstal onder Rozendaal verneemt men nader, dat ruim 8000 aan effecten in eene sloot zjjn teruggevonden. Hieruit zou men mogen afleiden, dat de dieven niet ver gezocht moeten worden. De toestand van J. v. D. is zeer zorgwekkend. Een der Haagsche correspondenten van de Amst. D. v. N. verneemt dat de Koningin-Regentes eenige dagen geleden aan den luit. kol. Benschop, waarnemend commandant van het regiment grenadiers en jagers, heeft doen weten, dat zjj eerstdaags een kolonel voor dat regiment zal aanwyzen. Tevens wordt den corres pondent verzekerd, dat kol. Lanzing benoemd zal worden en dus de Minister heeft toegegeven aan den wensch van H. M. Men moet dit laatBte toeschryven aan de pressie, door de overige leden van het kabinet op den Minister van Oorlog uitgeoefend. De Min. van Oorlog heeft de korpscommandanten gemachtigd, om, wanneer er door ziekte of anderszins niet genoeg manschappen beschikbaar zyn, de miliciens, die met een langdurig winterverlof afwezig zyn, gedeeltelyk weder onder de wapenen te laten komen. Amsterdam telt thans 426,480 inwoners, of bjj na 9000 meer dan een jaar te voren. Er zyn 24000 vrouwen meer dan manneD. Een koloniaal militair, uit Harderwijk met verlof, die Vrjjdag avond met gevulde portemonnaie te Amsterdam aankwam, werd door eene Duitsch sprekende juffrouw, bjj wie bij zyn intrek nam, van al zyn geld, f 240, beroofd. Door het gebruik van drank was hjj geheel bewusteloos geworden en stond reeds op straat, toen bjj weder eenigszins tot bewustzyn kwam. Hjj kon zich niet herinneren, in welke straat, veel minder in welk huis hjj geweeBt was. Op verzoek is hjj weder naar Harderwyk overgebracht. De verdienstelijke hoofdonderwijzer J. Visser, directeur der ryksnormaalscbool en hoofd der jongens school te Sneek, ontving Zaterdag per telegraaf de hoogst aangename tjjding, dat hjj benoemd is tot ridder van den Ned. Leeuw. De heer Vieser is, niettegen staande zjjn 76-jarigen leeftijd, nog een toonbeeld van Bver- Wat hjj voor het onderwys is geweest en nög is, hunnen zjj getuigen, die eens zjjne leerlingen waren, en van wie velen in- en buiten het vaderland hooge betrekkingen bekleeden. Honderden onderwijzers dankten hem sedert 1849 hunne opleiding. Zjjne paedagogiBChe lessen, die hjj heeft neergelegd in zyn »Aard en roeping der Volks«chool", doen hem kennen als de onderwjjzer, die door aanschouwing alleen resultaten van het onderwjjs verwacht. Het Venloosch Weekblad (van den heer Hm ff mans) meldt, dat de heer Poelman, afgevaardigde van Veendam, een omslachtig wetsontwerp tot landnationalisatie heeft uitgewerkt, laten drukken en aan alle leden der Kamer toegezonden. D E INFLUENZA. Te Ternaard (Friesland) heerscht de influenza in zeer sterke mate. Op de secretarie der gemeente ver schijnt geen enkel ambtenaar, de burgemeester fungeert tydeljjk als secretaris, het telefoonkantoor is tjjdeljjk gesloten, de politie is bedlegerig, de notaris heeft tal van verkoopingen moeten uitstellen, in ééa woord het geheele dorp is gtït fluenseerd. In België is de influenza aan het afnemen. In Italië daarentegen blyft ze hevig heerschen. Te Livorno komen dageljjks 500 a 600 nieuwe gevallen voor. Te Parma is de toestand nog ernstiger. De bisschop hèeft de openbare tentoonstelling van het Heilige Sacrament bevolen en met byzondere machtiging van den paus de vasten opgeheven. Ook te Rome heeft de heerschende influenza reeds tot kerkelyke verordeningen geleid, waarbjj vrjjstelling van vasten bepaald wordt. Men verwacht, dat, evenals voor twee jaren, een pauseljjk besluit zoo noodig vrjj stelling aan de katholieke Christenheid der geheele wereld verleenen zal. Te Parjjs heeft de begrafenismaatschappjj bjj een der rjjtuigondernemingen 60 Bpan paarden te huur gevraagd, ten einde den dienst geregeld .te kunnen verrichten. Te Montpellier is de sterfte groot. Op een klein dorp nabjj Perpignan, Frankrjjb, telt men 200 zieken. In Asturië, Spanje, breidt de epidemie, die een ernstig karakter draagt, zich uit. In sommige steden zyn de meeste gezinnen aangetast. Te Cork treedt de influenza zeer kwaadaardig op. i Deze week stierven twaalf personen. Te Venetië ligt een vierde van de bevolking ziek; scholen en werkplaatsen zjjn gesloten. Op het arsenaal ontbreken 500 werklieden. Donderdag 58 sterfgevallen. Influenza onder de Katholieken Dr. X-, een Amsterdamsch geneesheer, schrjjft in het hoofdorgaan der Katholieken De Tijd het volgende: •Naar aaoleidiDg van mjjn waarnemingen zoowel bjj de vorige influenza-epidemie als bjj de thans heerschende, waaruit bljjkt: dat zij in verhouding veel meer voorkomt bjj Katholieken dan bjj anders denkenden, dat de trouwste kerkbezoekers het eerst aangetast werden en het grootste getal nieuwe gevallen zich na een Zon- of feestdag vertoonde, meen ik eenige opmerkingen te moeten maken ten opzichte van de ventilatie onzer kerken. Daar de HH. Missen op Zon- en feestdagen meest kort op elkaar volgen, geschiedt die ventilatie Biecht, soms in het geheel niet. Men wil de warmte (op koude dagen) in de kerk houden. Nu door de ontdekking der influenza-baccil bljjkt dat ééa besmette door uitademing millioenen bacillen in zyn omgeving kan verspreiden, meen ik, dat het een gewetenszaak is van de heeren kerkmeesters, te zorgen dat na elke H. Mis minstens een halfuur ruim en flink geventileerd worde, en het niet meer voor- kome, dat bjj het binnentreden van een kerk de menschenwalm van vroegere uren ons te gemoet komt." Rooken en inflaenza! Iu het Album der Natuur vindt men een opstel ge- teekend D. L(ubuch) en overgenomen uit het Fransche tjjdschrift La Nature. In dat artikel wordt medegedeeld, dat de heer Tassinaxi bjj een bacteorologisch onderzoek proeven had genomen met den rook van sigaren en sigaretten. Er werd geconstateerd dat de rook van sigaren de ontwikkeling der microben vertraagt en zelfs die van de bacillen der cholera en typhoïdekoorts doet stil staan. De rook van sigaretten verwekte slechts eene geringe vertraging. De berichtgever in La Nature brengt dit in verband met de reeds door eenige Amerikaansche geneesheeren uitgesproken bewering, dat personen, die rooken, voor de gele koorts behoed bleven. Het ware zeker niet onbelangrijk na te gaan, of het rooken ook invloed heeft op de bacillen der itfluenza. Aanbestedingen, Verkoopingen, enz. Bjj de op Maandag gehouden aanbesteding van superphosphaat, door de Landbouw-Sociëteit te Noord- gouwe, waren ingeleverd vier biljetten, één biljet werd echter ter zjjde gelegd. Ingeschreven werd door de heeren p. 100 K.G. Salomonson te Rotterdam, voor3,25 Coenen Schoenmakers te Uden, voor 3.28 H. de Rjjke te Zonnemaire, voor 3,07 Aan den laagBten inschryver is de levering gegund. L ANDBOU W. Hit proefnommer van het bjj de fi-ma Erven B. van der Kamp te Groningen uitgegeven wordend M vrindblad Hippos, gewjjd aan de belang'-n van de paardenfokkerij en de paardenkennis in uitgebreiden zin, in thans verschenen. Onder den rjjken inhoud vinden wjj ook een artikel van den heer Job van der Have, te Nieuwerkerk, handelende over de paardenkeuring in Zeeland. By dit nommer is gevoegd eene plaat, voorstellende den hengst >Magnaat" uit het Friesche Paardenstam- boek. De prjjB van het maandblad is slechts ƒ3 per jaar; deze kan dus geen bezwaar zyn voor den belang stellenden landbouwer, om zich dit tjjdschrift aan te schaffen, 't welk hem zeer zeker in zyn bedryf als paardenfokker behoorljjke en nuttige voorlichting zal verschaffen. KERKNIEU WS. Maandag had te Goes de plechtige teraardebestelling plaats van het stoffeljjk overschot van wjjlen ds. K. Loggers. Leden der gemeente droegen de kist, terwjjl 40 leden zich daar bjj aangesloten hadden. De opvolger van den overledene, ds. Siebenhaar, sprak tot de familie en de omstanders. Daarna werd het woord gevoerd door den ouderling Schipper, die ge durende 20 jaren met ds. Loggers heeft gearbeid. Ds. Pikaar sprak als vertegenwoordiger der Ned. Herv. gemeente. Deze wees op den lydensweg van den over ledene en zeide dat deze nu daarvoor de eeuwige gelukzaligheid was ingegaan. Ds. Mooy van Wemel- dinge sprak als predikant eener zustergemeente. Nog werd het woord gevoerd door den heer B. M. den Boer, ouderling der Christ. Geref. gem. en door ds. De Jonge uit Brussel. De oudste zoon des overledenen bedankte voor de eer, zyn vader bewezen, waarop een andere zoon, ds. Loggers, pred. te Westkapelle, een slotwoord sprak. Het zingen van psalm 68 vers 2 besloot de plechtigheid. Bedankt voor Wissen kerke, door ds. K. Loggers te WeBtkapelle. Haagsche Brieven. 's Gravenhage, 16 Januari 1892. Er wordt in den laatsten tijd eene groote om wenteling voorbereid in de verzorging van een bepaalde categorie van zieken, die door alle tijden heen voor zich zelf en voor hunne naaste omgeving hoogst gevaarlijk worden geacht: de zielszieken. Terwijl in vroeger eeuwen de dolhuizen de kerkers waren, waarin de in hun edelste vermogens ge krenkte menschen voor hun leven werden opge sloten en behandeld werden als gevaarlijke dieren, die door zweepslagen en allerlei pijnigingen hun //kuren" moesten verliezen, zijn vooral in de laatst- verloopen eeuw, waarin de geneeskundige weten schap zoo machtig is vooruitgegaan, de krank zinnigen-gestichten geworden verplegingsgestichten, waarin de lijders aan hersenziekten met liefde en toewijding worden verzorgd. Er zijn zelfs inrich tingen als het bekende Meer-en-Berg bij Haarlem, die een bijzondere verdienste in dit opzicht hadden, omdat zij door hun ligging en omgeving rust konden verschaffen aan de vermoeide hoofden, kalmte aan de geprikkelde en overprikkelde ge stellen. Doch voor het overgroote meerendeel zijn de geneeskundige verplegings-inrichtingen voor krankzinnigen toch nog in de steden te vinden. Behalve het gesticht te Coudewater bij 's Her togenbosch, heeft men o. a. te Delft, Dordrecht, Rotterdam en 'sGravenhage gestichten, die, ofschoon ze dusver geroemd werden, niet konden voldoen aan de eischen, die de tegenwoordige wetenschap stelt voor de genezing van krankzinnigen. Meer en meer wint de meening veld, dat men langs anderen weg de zieken moet trachten te genezen, dat men ze niet moet samenbrengen als gevangenen in groote inrichtingen, in groote zalen en niet kan volstaan met ze onder behoorlijk toezicht te stellen, maar dat men ze de meest mogelijke vrij heid, veel lucht, gezonden arbeid, rust en kalmte moet verschaffen door ze in stille streken, bij bosschen, duinen en velden te vereenigen in kleine afdeelingen, naar gelang van den aard en de intensiteit van de ziekte. In groote paviljoenen wil men ze doen leven, weinigen te zamen, z66 dat ze 't minst het gemis der vrijheid gevoelen, zóó dat men ze het best kan observeeren, zóó dat men de meeste kans heeft dat langzaam het gestoorde zenuwgestel weer normaal worde. Die omwenteling heeft in 't buitenland en ook in ons land reeds groote afmetingen verkregen. Er is door eene christelijke vereeniging te Veldwijk in het Geldersche op dien voet eene stichting tot stand gebracht, die reeds zeer goede resultaten heeft opgeleverd, en deze vereeniging gaat voort met haar arbeid, daar zij in 't Noorden en bij Loosduinen dergelijke inrichtingen wil vestigen. De provinciale besturen, aan wie de zorg voor de verpleging van arme krankzinnigen is opgedragen, houden zich tegenwoordig dan ook druk bezig met het onderwerp. Dusver besteedden zij de arme krankzinnigen uit hunne provinciën in de particu liere gestichten uit, maar deze stadsgestichten worden helaas! langzamerhand overbevolkt, daar de zielsziekten sterk toenemen, wat bij de hooge eischen, die het tegenwoordig leven aan verstande lijke ontwikkeling stelt eti het gejaagde leven dat de meeste menschen tegenwoordig leiden moeten, niet te verwonderen is. In de laatste maanden zijn dan ook in verschillende provinciën plannen beraamd of vastgesteld om in den nood aan verplegingsgestichten te voorzien, o. a. ook in Zuid-Holland, waar men besloten heeft het uitbestedingsstplsel in de particuliere gestichten te blijven handhaven met dien verstande dat men een hoog subsidie zou geven aan de gemeente Delft om bij haar bekend St. Jorisgesticht nog een buitengesticht naar het nieuwe systeem te voegen. Derhalve rekende men in Zuid-Holland ook be paaldelijk op het voortbestaan van het gesticht in de residentie, een particuliere inrichting, die natuurlijk ook patiënten 1ste en 2de klasse ver pleegt tegen goede betaling. En ziet, juist dezer dagen heeft zich eene omstandigheid voorgedaan, die een licht werpt over dat gesticht, dat inder daad niet geschikt is om het vertrouwen daarin te versterken. Eene dame van goeden huize, Mevr. te Gempt, weduwe van een Rijks-ontvanger, wijlen den heer Stuten, heeft eene brochure in t licht gezonden, die wel geschikt is om met ernst te worden overwogen. Zelve werd zij wegens ziels ziekte geruimen tijd in het gesticht te 's Graven hage verpleegd, en zelfs voor de tweede maal daarin opgenomen. Doch bij die tweede maal juist beweert zij aldaar gedurende drie maanden te zijn gehouden, terwijl haar ziekte geheel genezen was, en thans, achttien maanden na haar ontslag en terwijl in al dien tijd door geloofwaardige getuigen gestaafd wordt dat zij door niets blijk heeft ge geven van te zijn ingestort, acht zij zich verplicht wereldkundig te maken hoe de krankzinnigen in dat gesticht worden behandeld, ja mishandeld. Nu stel ik op den voorgrond dat het altoos zeer moeilijk zal zijn èn voor deskundigen èn nog veel meer voor leeken om te kunnen constateeren of iemand inderdaad zielsziek is of niet. Er zijn krankzinnigen, die altoos verklaren beter te zijn en dit volstrekt niet zijn. Er zijn er, die bij tus- schenpoozen werkelijk normaal zijn, maar na eenigen tijd weer instorten. Een barer hoofdbezwaren, dat men niet gelooven wilde aan haar beterschap, terwijl zij in het gesticht verkeerde, acht ik voor mij dus niet het gewichtigste en indien de be paalde vijandschap, die zij op dien grond tegen den geneesheer van het gesticht openbaart, daarin alleen hare verklaring zou vinden, dan zou men die wellicht van harentwege zeer gemotiveerd kunnen achten, maar toch niet van overwegend publiek belang. Het is erg, zeer erg voor iemand als hij niet krankzinnig is, om in een gesticht te moeten blijven, maar nog veel erger is het voor de maatschappij als een gewaande herstelde vrijelijk zich kan bewegen, getuige het diep rampzalig feit weinige dagen geleden te Breda voorgevallen, dat een krankzinnig jongman, die in huis werd ge houden en beter scheen te zijn, plotseling in een vlaag van waanzin zijn moeder en vader ver moordde. Maar waarom deze brochure sensatie maakt en aandacht verdient, dat is om de feiten omtrent de behandeling der ongelukkigen, die deze dame mededeelt en die zij heeft waargenomen volgens haar met volkomen klaren geest, die niet enkel haar eigen persoon betreffen, maar de zieken in 't algemeen, en die, als zij waar zijn, het gesticht in de residentie voor goed op den index zouden plaatsen en elke andere inrichting geschikter maken voor verpleging dan deze. Zij verhaalt in de brochure den dagelijkschen gang van zaken in 'tgesticht; zij maakt gewag van het onvoldoende voedsel, de onzorgzame ver pleging, de hardhandige bejegening der ongelukkige zieken, de mishandeling der ondergeschikten, den inhumanen omgang van verpleegsters met de zieken, de onmenschelijke bejegening van in cellen afge zonderde lijders en lijderessen en wat het ergste is, de opzettelijke, bedriegelijke handelingen van de gestichtsoverheden ten aanzien van het verkeer met hare familie, die in den waan werd gebracht dat zij zwaar lijdend was en niemand tot haar kon worden toegelaten, terwijl zij bad en smeekte om gemeenschap met de haren, terwijl de brieven die zij schreef werden verscheurd en de mondelinge verzoeken tot geneesheer en bestuursleden met een hooghartig stilzwijgen werden beantwoord. Was deze vrouw niet krankzinnig, dan was de behandeling die zij ondervond geschikt om haar voor altijd krankzinnig te maken en dan heeft men haar rechten als mensch verkracht op eene

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1892 | | pagina 1