Van beide adressen heeft de heer van Assen kennis
gegeven aan de Ministers. Ook deze brieven behooren
tot do toegezegde mededeelingen.
Alweer bloedvergiftiging!
By Koevorden kreeg dezer dagen het 9-jarig dochtertje
van de wed. F. G. Sluter plotseling hevige pyn in den
voet. Bij onderzoek bleek, dat het meisje eene wonde
aan den voet bad en pas geverfde kousen droeg,
waardoor bloedvergiftiging was ontstaan.
Na weinige uren lydens is het kind aan de gevolgen
bezweken.
In het dorpje Oosterbierum (Fr.) schynt tusschen
de twee daar bestaande kerkgenootschappen een wed
strijd te bestaan op het gebied der weldadigheid. Zoo
hield oa. deze week een wagen, beladen met aardappelen,
voor de woning van een behoeftige stil, om diens
kelder te vullen. Ofschoon zeer dankbaar, moest de
man evenwel de gift van de hand wyzen, daar by even
te voren door de andere party zoo goed was bedacht,
datzijn kelder reeds geheel was gevuld, en hy
dus de nieuwe gift niet kon bergen.
Maandagavond tusschen 8 en 9 uur is op een
kwartier afstands benoorden Schokland, in zee door
een rukwind omgeslagen het ongeladen ijzeren tjalk-
schip »de twee gebroeders", waarbjj de schipper Gerrit
de Vries, diets vrouw Jantje Luchies en hunne twee
kinderen Gerrit en Jan de Vries, 9 en 8 jaar oud, zyo
verdronken. De knecht Albert Ter Heide heelt door
zwemmen de roeiboot weten te bereiken en is later
aan boord van schipper A. Baas opgenomen en te
Schokland aan wal gebracht.
Het vaartuig, dat te Meppel thuis en in eigendom
toebehoorende aan den heer J. Meiboom Az., koopman,
aldaar, had met stormweer 11. Vrjjdag onder Schokland
gelegen, was wegens het verlies der roeiboot naar
Genemuiden teruggegaan en 's middags balf vier van
daar vertrokken met bestemming naar Zaandam om
lijnkoeken te haleD.
Omtrent de verongelukten weet de knecht niets mee
te declen; tpeu het zoo treurige ongeluk, 't welk iu
een oogenblik gebeurd was, plaats vond, had de schipper
aan 't roer gestaan en hadden de vrouw en kinderen
zich in het vooronder bevonden.
Ziorikasee, 17 Dec. Wederom is een der oud-
stryders, ridders van het Metalen Kruis, overleden, nl.
Simon Sies alhier. Van dezen man kon in zyn stand
naar waarheid gezegd wordeo, dat hg gewerkt heeft
zoolang het voor hem'dag was;
Tot onderwijzer aan school B te Vlissingen is
met algemeene stemmen benoemd de heer C. de Jong
te St. Philipsland.
DE I N-F L IT E N Z A.
Zuidzando. Ook hier neemt het aantal ljjders
aan influenza toe. Dagelijks hoort men van nieuwe
gevallen. In eenige gezinnen- zjja allen aangetast. Do
ziekte draagt tot nu- toe gelukkig geen ernstig karakter.
Het personeel der onderwijzers aan de openbare school
is tot de helft geslonken.
Gedurende de maand November zyn te Berljjn aan
de influenza ruim 100 personen overleden. In de week
van 22 tot 28 Nov. alleen stierven 61 iufluenziljjders.
Erg houdt de influenza huis te Hasselt. Op eene
bevolking van 14,000 inwoners bevinden zich niet
minder dan 700 lyders. De toestand is onrustwekkend.
Te New-York breidt de iufluenza-epidemie zich
evenzeer uit.
Te Petersburg heerscht de influenza nog altjjd en in
sommige gevallen draagt zjj een gevaarlyk en vreemd
karakter. Zoo vangt zjj by sommigen met een soort
van wildheid en razernij aan, zoodat de patiënten de
straat opstuiven, en doodsbang zjjn voor sommige be
paalde voorwerpen. Daarop volgt dan harde koorts en
groote uitputting.
Aartshertog Sigismund van Oostenryk is na eene
ziekte van slechts 5 dagen aan influenza overleden.
KERKNIEU WS.
by de Chr. Ger. Gem. te Roon, Ds. J. W.
Gunst te Brouwershaven.
Ds. G. B. Fynvandraat, pred. te Nieuwerkerk in
Daiveland, is beroepen te Zaamslag.
Beroepen by de Herv. Gem. te Boenen op de
Veluwe ds. J. Bouvin te Alkmaar.
In de vergadering van stembevoegde lidmaten
der Ned. Herv. Gem. te Sirjansland, werd tot Notabele
gekozen de aftredende titularis B. Braai; door'de No
tabelen werd daarop tot Kerkvoogd herkozen de af
tredende Kerkvoogd J. Bal.
Haagsche Brieven.
's Gravenhage, December 1891.
Scheveningen bij winterstorm heeft even weinig
van Scheveningen bij zomerweer als het gerestau
reerde hötel »de Twee Steden" op het Buitenhof
van zijn anti-diluviaanschen voorganger. Deze week
konden we aan 't strand de golven zien beuken tegen
de kust en de onttakelde hoog opgetrokken pinken zien
beven van angst voor den orkaan die by tusschen-
poozen zich verheffende en weer dalende met men-
schen en voorwerpen den spot dreef. Hoe wensche-
lijk zou het zyn als met dien storm de vreeselyke
ziekte voor goed werd weggevaagd die het visschers-
dorp herhaaldelijk en ook nu wederom teistert: de
typhus. Weinigen weten het, hoe in dat schoone
ddrp, waar de wereld des zomers gezondheid komt
inademen, plekken zijn, hoeken en gangen, waar de
zon bijna niet schijnt en de lucht niet doorstroomt,
waar ellende heerscht en de primitiefste eischen van
de gezondheidsleer groote onbekenden zijn. Dat daar
van tijd tot tijd een ziekte moet uitbreken is meer
dan verklaarbaar en het is onbegrijpelijk dat eene
stadsregeering, die tonnen gaat besteden voor een
nieuw kanaal, waarvan de noodzakelijkheid zoo
problematiek mogelijk is, verzuimt eenige tiendui
zenden te besteden om, desnoods langs den weg van
onteigening, pestholen op te ruimen in een plok,
waar nog meer dan elders alles moest vermeden
worden om ziekten aan te kweeken, want, Scheve
ningen, men vergete het niet heeft reden van
bestaan als gezondheids- en herstellingsoord. Ten
gevolge van het epidemisch verklaren der ziekte is
de aandacht er nu bijzonder op gevestigd en wel
licht kan dit wat baten om spoedig herstel aan te
brengen. In dezen winter heeft Scheveningen ook
van zich doen spieken door den dood van twee
doctoren, een jeugdig geneesheer in de kracht zijns
levens, vol. ijver en warmte voor de heilzame zaak
aan 't hoofd waarvan hij stondde Sophiastichting,
waar reeds honderden kinderen hun gezondheid
hebben teruggekregen, en de andere een man, oud
en vergrijsd, die zyn emeritaat als baddoctor reeds
lang had genomen en zijn laatste levensjaren door
bracht op de plek waar hij een goed deel zijns levens
werkzaam was geweest. Dr. Mess heeft jarenlang
zyn naam verbonden aan het zeebad en heeft dui
zenden met raad en daad bijgestaan. Dr. van der
Mandele heeft zijn naam onafscheidelijk verbonden
aan het' kinderziekengesticht aan het zeestrand.
Dezen zomer zal Scheveningen eene aantrekkelyk-
heid te meer bezitten in de sport-, visschery- en
jachttentoonstelling. Een tijdlang vreesde men nog
dat zij niet zou doorgaan, want eene internationale
tentoonstelling als deze kost niet alleen groote
sommen geld, maar eischt ook ruime medewerking,
wil zij slagen. Het schijnt dat thans die medewer
king verzekerd is. Althans de aanbesteding van
het gebouw heeft plaats gehad en men is reeds be
gonnen met de grondwerken. Wanneer men nu weet
dat dit van hout en ijzer opgotrokken gebouw, dat
slechts een tijdelijke besteraming heeft, meer dan l!/s
ton gouds zal kosten, dan kan men zich een denk
beeld maken van den omvang, dien deze expositie
zal hebben en van de groote verwachtingen die er
op gebouwd zijn. De zaak gaat uit van een vennoot
schap, waarin de groot-aandeelhouders van het
Kurhaus de voornaamste vennooten zijn. Voor
publieke zaken van eenigen omvang schijnt hoe
langer hoe meer de weg van het stichten van een
vennootschap aangewezen. Juist is in den Haag
eene vereeniging gevormd, die zich ten doel stelt het
plan—Mutters tot verbouwing en vergrooting van
den Schouwburg te ondernemen, nu de gemeente
raad geen geneigdheid heeft betoond om daarvan
een stadszaak te maken. De naam Mutters schijnt
bestemd te zyn om aan al wat schoons en fraais in
den Haag komt, te worden verbonden. De architect
Joh. Mutters Jr., varr wien het schouwburgplan
uitgaat, heeft nu weer met zijn collega Verheul uit
Rotterdam het hötel »de Twee Steden" verbouwd,
waarop ik in den aanvang zinspeelde. Dat hotel
bestaat sedert eeuwen en was vroeger de plek waar
de vertegenwoordigers van Alkmaar en Enkhuizen
verblijf hielden onder de Republiek. Gelegen in den
z.g. Practizijnshoek vlak bij het Buitenhof, lag het daar
schier geheel verscholen. De tafel was er uitstekend
en veertig jaar geleden verzamelden zich daar de
meeste Kamerleden, vooral uit het Noorden, in het
zittingtijdperk. Daar toen het reizen zooveel moeie-
lijker viel, bleven de heeren hier gewoonlijk al dien
tijd over en men vond het in het hoekje van »de
Twee Steden" recht confortabel. Die klandisie ver
liep echter en het hötel werd zoo ouderwetsch dat
het weinig meer werd geteld, ofschoon men het er
nog altoos ouderwetsch goed had. Doch zie, een
nieuwe eigenaar trad op, de heer Burgers, en dezen
heeft geld noch last ontzien om van dat verouderde
hötel eene inrichting te maken, die wedijveren kan
met de' schoonste van dien aard in 't buitenland.
Geen zeven-verdiepingen-hótel zooals in Berlijn
in Amerika gaat men tegenwoordig nog wel hooger
de lucht in en bouwt men tot dertig verdiepingen
alsof het niets is neen, de heer Burgers is laag
bij den grond gebleven. Een rez-de-chaussée, een
twee verdiepingen slechts, maar hoe elegant, hoe
confortabel ziet alles er uit. Niet omdat alles nieuw
is, maar omdat alles zoo smaakvol is. De inrichting
van het hötel is allerkeurigst: de vestibule in het
midden met helder licht en een breede trap die naar
alle verdiepingen voert. Prachtige salons en slaap
vertrekken. Electrisch licht, telefoon, centrale verwar
ming maken het verblijf tot een waar genot, de groote
eetzaal noodigt uit tot aanzitten aan den maaltyd,
maar bovenal is de conversatiezaal een juweeltje
van smaak. In oud-Hollandsche stijl ingericht,
biedt het hoekjes aan, waaruit men de aardigste
kijkjes heeft op Vijverberg en Buitenhof, terwijl
door afdeeling in drie deelen men geheel afzonderlijk
zich kan wijden aan correspondentie aan een schiijf-
tafel die zes personen gelegenheid biedt tegelijk
werkzaam te zijn zonder elkaar te hinderen. Op dit
oogenblik ken ik buiten het Amstelbotel in de
hoofdstad geen hötel dat zoo sierlijk is en zoovele
gemakken aanbiedt.
Een ander ook tijdelijk verblijf heeft een konink
lijke bestemming, het is het wachtvertrek dat de
Staatsspoor wegmaatschappij aan haar station alhier
hoeft doen inrichten voor onze Koninginnen in de
eerste plaats en verder voor vreemde vorsten. Het
werd bij de aankomst der Koninginnen van het Loo,
een dag of tien geleden, het eerst in gebruik ge
nomen en getuigt van den byzonderen smaak der
Koninklijke Nederl. Meubelfabriek der heeren
Mutters Zoon alhier. Wat de Maatschappij be
wogen heeft deze kostbare inrichting tot stand te
brengen? Tén eerste de zucht om voor de jonge
Koninginnen een passender verblijf te bestemmen
dan de vroegere zeer gewone wachtkamers eerste
rang. Maar waarschijnlijk ook wel het begrip dat
men beter doet in eens een flinke som aan te wen
den om iets duurzaams goeds te verkrijgen dan
telkens betrekkelijk groote sommen te moeten be
steden aan tijdelijke inrichtingen, als aan vorsten
een bijzondere ontvangst werd bereid. In elk geval
deze vertrekken zyn vorstelijk. Het oud-Hollandsch
vertrek, de hoofdzaal, is een type in zyn soort, en de
aangrenzende toiletkamer is niet minder keurig.
Wat vooral de vermelding verdient is dat alles aan
en in de vertrekken het product is van .Nederland-
sche Kunstnijverheid, die daardoor het bewijs levert
volstrekt niet in verval te zijn, mits men haar in
de gelegenheid stelle wat te produceeren. Jammer
dat deze voortbrengselen der kunstindustrie zoo
weinig het daglicht zullen zien. Uit den aard der
zaak blijven ze voor het publiek afgesloten en alleen
aan enkele bevoorrechten werd het vergund waar te
nemen hoe krachtig de meubel- en stoffeerkunst in
onzen tijd is ontwikkeld.
Binnenkort zal ook de Troonzaal zooals bij
voorkeur de zaal heet waarin onze volksvertegen
woordigers het heil der natie overwegen, ook
fraai in de kleeren worden gestoken. De Troon zelf
wordt vernieuwd en het tapijt door een nieuw Deventer
vervangep. Als die verfraaiingen onze kamerleden
maar niet bewegen om er nog langer te vertoeven
dan nu.- De spreeklust is er na de verkiezingen niet
uitgegaan, eer is ze toegenomen. Al de nieuwe
leden moeten hun spreektalent vertoonen en sedert
lang hebben we niet zulk een tijd aan de vijf eerste
hoofdstukken der Staatsbegrooting besteed als dit
jaar. Van het plannetje om de Eerste Kamer nog
in dit jaar de begrooting te doen afhandelen, zal op
die wijze wel niets komen, ofschoon er nooit beter
gelegenheid toe ware geweest, want na de schrifte
lijke uitvoerige gedachten wisseling behoefde de meer
derheid de nieuwe bewindslieden geen verder examen
af te nemen en de .overzijde was voornemens ook
weinig te vertellen. Maar de goede voornemens zyn
al pratende verloren geraakt en de liberalen hebben
ook al hun praatlust niet kunnen bedwingen en zoo
hebben we ellenlange discussiën moeten slikken'over
scheiding van kerk en staat, armwezen, ambachts
scholen, enz., die bitter weinig practisch belang
hebben en de stenografen slechts noodeloos vermoeien.
Van stenografen gesproken, de Commissie voor de
stenografie heeft iets nieuws bedacht. Voortaan
zullen de stenografen gerecruteerd worden uit klassiek
gevormde personen. Tot dusver kon ieder stenograaf
woi-den na een examen afgelegd te hebben, waaruit
degelijke algemeene keunis bleek en na in de steno
grafie proeven van bekwaamheid te hebben afgelegd.
Jaarlijksche cursussen in <lie snelschrijfkunst lokken
velen om er zich in te bekwamen. Maar ziet, thans
decreteert de Commissie dat men minstens het eind
examen van een gymnasium moet hebben afgelegd
om voor stenograaf geschikt te zijn. De hoogere bur
gerschool wordt dus geen voldoende leerschool meer
geacht en privaatonderwijs is ook al niets meer waard.
Men hoopt jonge advocaten te kunnen bewegen in
het korps te komen, desnoods in hun studietijd als
leerlingen aan den cursus. Voor niet-gegradueerden
wordt op die wijze de weg afgesneden om een baanlje
te verkrygen dat lang geen sinecure is. Of de Com
missie succes zal hebben met haar nieuw stelsel?
Als zy beter op de hoogte was van de eischen aan
een stenograaf te.stellen, zeker niet. Een stenograaf
moet hebben een vlugge hand, grondige algemeene
kennis en bovenal een vlug verstand. Nu ware het
dwaasheid te willen beweren dat een gegradueerde
die eigenschappen niet zou kunnen vereenigen, maar
ik wed 10 tegen 1, dat als jonge advocaten die be
kwaamheden bezitten, ze zich niet zullen wijden aan
de kunst om al het fraais van andere advocaten op
te teekenen. Ze zullen dan bij voorkeur een werk
kring zoeken, waarin ze kunnen vooruitkomen of zich
aan de wetenschap wijden. Hij die stenograaf is,
is slaaf van de kamer. Hy kan niet over zijn tijd,
niet over zyn kennis vrijelijk beschikken, hij kan niet
de praktijk waarnemen zooals de Commissie
denkt want de Kamers zitten zeer onregelmatig
en meerendeels op dagen dat de rechtscollegiën ver
gaderen. Daarbij beukt het voortdurend stenogra
feeren zoozeer af, dat de vrije tijd niet kan besteed
worden aan werken. Men heeft rust noodig voor
hoofd en lichaam. Het eenige gevolg van den maat
regel zal wel zijn dat men de deur sluitende voor
ongegradueerden, na 2 of 3 jaar sukkelen9 met ge
gradueerden, zal moeten terugkomen tot den ouden
toestand, maar dan niet op eenmaal de krachten zal
vinden die men noodig heeft, daar men behoorlijke
voorbereiding onmogelijk heeft gemaakt.
Burgerly kü Stand van Zierikzoe.
geboren:
40 Dec. Eene dochter van L. Berrevoets en W. Branden
burg. 11 dito. Eene dochter van P. H. van der Werve
en C. Gillisse. 15 dito. Een zoon van M. Kloote en
K. van den Houten. Eene dochter van C. Berrevoets en
J. Bos.
gehuwd:
16 Dec. J. J. Bosaans, 27 j., j.m., bij volmacht, en J. J.
Beuzenberg, 25. j., j.d. W. Anker, 23 j., j.m. en P. de
ICeijzer, 22 j., j.d.
overleden:
15 Dec. J. Buijze, 31 j., vrouw van H. van der Baan.
16 dito. S. Sies, 90 jweduwn.
als levenloos aangegeven:
17 Dec. Een zoon van A. P. Struijk en C. C. Quaak.
338° Staats-Loterij.
Collecten uit het Se district van Zeeland.
- 3e Klasse, ie Lijst.
Prijzen van *15.
946G 9523 9563 9600 9612 9702
•10238 14016
2 e L ij s t.
Prijzen van 45.
9455 9557 9586 9614 9722 9734 13641
14011 14021
3 e L ij s t.
No. 10229 prijs van 200.
Prijzen van ƒ4 5.
3852 3855 9543 9602 9605 13603 16733 16741
4 e L ij s t.
Prijs van 45.
No. 14012
MAI tKT BERICHTE IV.
Doi-drccht, 17 December. Tarwe. Tweejarige puike
Zeeuwsche, Vlaamsche en Overmaassche f af
Jarige puike Zeeuwsche, VI. en Overm. f 8,60 a f 9,60
Dito goede en mindere f 8,— a f 8,60
Nieuwe puike Zeeuwsche, VI. en Overm. f 8,70 a f 9,50
Dito goede f 7,50 a f 8,20
Dito mindere en blauwe f 6,a f 7,
Dito zomer f 7,50 a f 8,—
Dito Canada f 7,50 a 1 8,
Rogge.-Zeeuwsche, Vlaamsche en Overm. f 7,50 a f 8,
Gerst. Winter-, Zeeuwsche en Vlaamsche f 5,50 a f 6,20
Dito dito Overmaassche en Flakkeesche f 5,50 a f 5,70
Dito Zomer-, Zeeuwsche en Vlaamsche 1 5,20 a f 5,50
Dito dito Overmaassche en Flakkeesche f 5,20 a f 5,50
Haver. (lange) f 3,a f 3,60
Dito (dikke) f 4,10 a f 4,60
Paardenboonen f 6,50 a i 7,50
Duivenboonen f 7,a f 7,70
Witteboonen - f 8,a f 10,50
Bruineboonen f 11,a f 12,50
Erwten (kook-) f 9,a f 10,50
Dito (mesting) f 7,50 a f 8,
Kanariezaad f 7,a f 8,
Oöstburff, 16 December. Ter Graanmarkt van heden
was de aanvoer ruim, doch de stemming der koopers bij
zonder flauw. De prijzen waren voor alle artikelen aan
merkelijk lager, vooral die der Tarwe en niet goedkokende
Erwten.
Men besteedde heden voor:
Nieuwe Tarwe
Nieuwe Rogge
Nieuwe Wiutergerst
Nieuwe Zomergerst
Haver
Paardenboonen
Groene Erwten
8,50
f 6,50, f 7,75 a 1
f 7,—, f 7,25 a 1
f 4,50, f 5,- a f 5j25
f 4,50, f 4,75 a f 5,—
f 3,—, 1 3,50 a f 4,—
f 6,50, f 7,— a f 7,25
f 7,—, f 8,— a f 11,—
Mi<l<lel bury, 17 December. Ter Graanmarkt van
heden hadden wij uit Walcheren een vrij goeden aanvoer
van meest alle Granen, met uitzondering van Bruineboonen,
die weinig getoond werden.
Jarige Tarwe f af 9,50
Nieuwe Tarwe f 8,50 a f 8,75
Rogge f a f 8,
Wintergerst f 5,90 a f 6,
»Is rijkdom dan alles? Heeft het hart ook geen
rechten?"
»En gij zelf hebt Riekjen zoo dikwijls geprezen,
omdat zij zoo "kloek en verstandig is en in het
minst niet sentimenteel."
Juist, en daarom zal zij bij het doen eener keuze
zich laten leiden door haar gezond verstand en zal
zij nooit een man, die ver beneden haar staat, als
een begeerlijke partij beschouwen."
»Nu, wij zullen het afwachten," antwoordde de
vader, toen de deur eensklaps werd geopend en
Riekjen in eigen persoon met hoogroode wangen en
stralende oogen de kamer binnentrad. Zij had
haar sluier weggeslagen en wierp den zwaren
mantel op een stoel.
Vader 1 vader 1" riep zij uit, ik kan er waar
lijk niets aan doen. Krischau reed zoo vreeselyk
hard, dat hij niet eens bemerkte, dat ik van de
slede viel, voordat wij nog halfweg'Barenthin waren.
Toen verscheen op eens Frits, die mij uit den pels-
zak hielp, waarin gy zelf mij zoo stevig had vast
gebonden, dat ik er alleen onmogelijk uit kon
komen. Toen ben ik met hem teruggewandeld, daar
hij op weg was naar huis, met het voornemen u om
mijne hand te vragen. Hij heeft zijn examen gedaan,
een plaats als- huisonderwijzer gekregen en over een
paar jaar hoopt hij predikant te zijn. Ik heb hem
het jawoord gegeven en nu komen wij u om uw
zegen vragen."
In éénen adem had zij doorgesproken. Stom van
verbazing staarde haar vader haar aan. Thans trad
Frits nader. Hij was ontroerd en beefde van aan
doening. Riekjen bij de hand nemende, zeide hij
Ja, wij smeeken om den zegen van hare ouders.
Vergeef mij mijne vermetelheid, waarde vriend en
leermeester. Ik heb mijne hand naar den hoogsten
prijs durven uitstrekken, maar mijn gansche leven
zal u "het bewijs geven, dat gij zulk een schat aan
geen onwaardige hebt geschonken."
De moeder, die met moeite hare tranen bedwong,
nam thans de andere hand van Frits, en pleitte met
bewogen stem:
»Ja bij is harer waardig. Wij hebben hem van
zijne kindsheid af gekend en kunnen niets in hem
misprijzen. Lieve man, geef hen uwe toestemming.
Een goede zoon is een goed echtgenoot, en ik voor
mij wenscb geen anderen schoonzoon."
»Maar kinderen, gij overvalt mij en uwe moeder
kiest ook uwe partijIk daarentegen heb groote
bezwaren. Weet gy wel, dat gij nog langen tijd
moet wachten en dan met zorg en ontbering zult te
kampen hebben?"
Nu dat is zoo erg niet," antwoordde Riekjen.
Moeder heeft mij dikwijls verteld, hoe zuinig zy
haar huishouden heeft moeten beginnen. Neen daar
ben ik niet bang voor. Bovendien verlang ik ook
niet' dadelijk weg te gaan, ik blijf nog eenige jaren
by u. In dien tijd kan ik rustig aan mijn uitzet'
werken, en nog veel van moeder leeren."
Onbezonnen kind! Weet gij wel, dat gij het in
uw eigen hand hebt om eene voorname dame te
worden en zonder arbeid of zorg in rijkdom en
aanzien te leven?"
»En de vrouw van jonker Lodewijk te zijn, ter
wyl ik Frits lief hebNeen beste vader, dat vooruit
zicht kan mij niet bekoren."
Op dit oogenblik reed Krischau weder voor met
zijne slede, terwijl zijn paarden hijgden en dampten.
t Goddank 1" riep oom Baumann de kamer binnen
tredende. Daar hebben wij het verloren schaap.
Kindkind*wat. hebb m wij een schrik gehad.
Maar de val heeft u geen kwaad gedaan, gij hebt er
nog nooit zoo goed uitgezien."
Riekjen viel den goeden man om den hals en
fluisterde hem in bet oor:
Gij moet mij helpen, oom. Frits Engelmann
heeft om mijne hand gevraagd, maar vader maakt
bezwaren."
»Drommelsche meid!" riep haar oom lachend uit.
i. Wel heer candidaat van harte geluk met uw goed
volbracht examen. Onze Karei had het ons reeds
geschreven. En zoo kwaamt gij naar Brunnow
wandelen om onderweg uwe bruid in de sneeuw te
vinden. Neen dat is een kostelijke grap. Waarlijk
zwager Gottlieb gij moogt niet langer aarzelen.
Ziet gy dan niet, hoe de hemel deze twee voor
elkander bestemd heeft, ten spijt van al de plannen
mijner vrou.w."
Bij deze woorden liet hij zich in een armstoel
vallen en lachte opgeruimd.
Nu volgde er een algemeene verwarring. Frits
spoedde zich heen om zijne moeder te halen en
keerde weldra met haar terug. Krischau verscheen
op den drempel met de muts in de hand en vraagde:
Mynheer dominé moeten wij hier blijven, of naar
Barenthin terugrijden, de paarden zijn zoo bezweet."
Uitspannen Krischau, uitspannen I Wy blijven
hier."
Gelukkig dat wij pas geslacht hebben," lachte
Riekjen. Gij zult allen wel hongerig zijn. Kom
moeder, wij zullen gauw wat klaar zetten, en onze
koetsier moet naar Barenthin om tante Jetje en de
andere kinderen te halen."
»Mooi zoo," zeide dominé Baumann, >dan vieren
wij allen te zamen een verloving, waarover ik mij
hartelijk verheug. Maar kijk, daar is zoo waar
jonker Lodewijk, nu die zal het wel niet met mij
eens zijn. Voor zoover ik hem echter ken, zal hij
zich wel weten te troosten." En werkelijk een oogen
blik daarna sprong de jonge baron voor de deur dei-
pastorie van zijn paard, dat hij aan de zorg van
Krischau toevertrouwde en trad de kamer binnen.
Ternauwernood had hij de aanwezenden gegroet
of een der kleine meisjes van dominé Baumann,
een ondeugende plaaggeest met guitige oogjes, liep
naar hem toe en fluisterde hem in het oor: »Jonker
Lodewijk, nicht Riekjen heeft zich met mijnheer
Engelmann verloofd".
Dat was een geweldige slag voor den armen baron.
Versuft keek hij van den een naar den ander. Met
de haar eigen lieftalligheid trachtte Riekjen hem
uit de verlegenheid te redden. Zij trad op hem toe
en reikte hem de hand, zeggende: >Gij zult mij
zeker hartelijk geluk wenschen, wij waren altijd
zulke goede vrienden en hopen dat ook in het
vervolg te blijven".
Maar hij antwoordde niets en bleef haar aan
staren, als begreep hij den zin harer woorden
niet. Daarop wendde hij zich eensklaps tot dominé
Baumann, wien hij fluisterend vraagde:
>Zy wist immers nog niet, dat ik haar tot
vrouw wilde hebben. Waarom hebt gij haar dat
niet gezegd?"
Daarvoor kwam ik te laat; en thans zou het
wreed zijn de rust van haar gemoed te verstoren.
Draag uwe teleurstelling als een man, beste jonker.
Misschien is het uwe ouders aangenamer, dat er
niets van de zaak komt. Zij zullen wel eene vrouw
vinden, die u beter past".
Niemand past mij beter dan Riekjen, maar gij
hebt gelijk, ik wil den vrede van haar hart niet
in gevaar brengen, en zij zal nooit weten welk een
geluk ik voor haar had weggelegd. Waarde Heer
candidaat", vervolgde hij op Frits toetredende, >ik
wensch u van harte geluk, en de eerste de beste
predikantsplaats, die ik te begeven heb, is voor
u bestemd".
>Flink gesproken!" riep dominé Gottlieb, daarop
willen wij een glas drinken. Riekjen zorg voor
wijn! En dan aan tafel. Jonker Lodewijk, gij zijt
onze gast en heden avond noodigen wij alle buren
en goede vrienden, om een vroolijk verlovingsfeest
te vieren".
En die goede Krischau moet ook een glas wijn
hebben", zeide Riekjen, want zonder hem was alles
nooit zoo goed en zoo spoedig in orde gekomen.
SLOT.