ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE. Zaterdag 12 December 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. KENNISGEVINGr NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30* franco per post 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 6091. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot d Maandags, "Woensdags en Yrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge- meente Zierikzee, Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen betrekkelijk de Nationale Militie; MAKEN BEKEND: dat bet register tot inschrjjving van alle mannelijke ingezetenen, welke op den laten Januari aanstaande hun 19de jaar zullen zyn ingetreden, dat zyn diegenen welke in 1873 zyn geboren, zal gereed liggen op de gemeente-secretarie van den laten tot en met den 31sten Januari 1892, van des voormiddaga 10 tot des namiddags 1 uur; dat voor ingezeten wordt gehouden 1°. hg, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zgn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staats blad No. 44) 2°. bjj, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den laten Januari van het jaar waarin by zich moet laten inschry ven, in Nederland verblyf hield; 3°. by, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zyn voogd geen ingezeten, mits bjj binnen het Ryk verblyf houdt; dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreem deling, behoorende tot eenen Staat waar de Nederlander niet aan den verplichteo krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van wederkeerigheid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861, Staatsblad No. 72); dat hjj, die eerst na het intreden van zyn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, verplicht is zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bjj Burgemeester en Wethouders der ge meente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet); dat voor de militie niet wordt ingeschreven: 1°. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2°. de in een vreemd Rjjk verblyf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten (art. 17 der wet); dat de inschry ving geschiedt: 1°. vaD een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zjjn beiden overleden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hjj woont; 3°. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd bniten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hjj woont; 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zyn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16 der wet); dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden in geschreven, verplicht is zich daartoe bjj Burgemeester en Wethouders ter boven aangegeven plaatse en binnen den daar bepaalden tjjd aan te geven, en dat bjj diens ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis zyD vader, of, is deze overleden, zjjne moeder, of, zyn beiden over leden, zjjn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet). Belanghebbenden worden mitsdien dringend aan gemaand aan de op hun rustende verplichting te voldoen en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht dat by bovengemelde wet onder meer is bepaald: dat met boete van 25 tot f 100 wordt gestraft de overtreding van art. 18 en dat bjj elke veroordeeling tot boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden na dat de veroordeelde tot betaling is aangemaand, de boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden zal worden vervangen. En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze ter voldoening aan de bepaling van art. 19 der wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste maal worden aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente te doen gebruikelijk is. Zierikzee, den 8 December 1891. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Dinsdag den 15 December o.k., de9 namiddags te ll/2 uur, op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal gehouden worden. Zierikzee, den 9 December 1891. De Burgemeester, Cu. W. VERMEIJS. ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN: Mededeeling van ingekomen stukken. Voorstel van de Commissie voor de Strafverordeningen tot wjjziging der Verordening tot voorkoming en blnssching van brand; enz. Verpachting Gemeente-eigendommen. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie rikzee herinneren de pachters der landeryen, gras- maaiingen of ettingen en der visscherjjen van de gemeente, dat de onkosten der verpachting ingevolge de voorwaarden, vóór den 15 dezer maand ter Gemeente-Secretarie moeten zjjn betaald. Zierikzee, den 11 December 1891. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Cu. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Transvaal. waren in Pretoria twee volleerde schurken, die verscheidene diefstallen, inbraken, manslagen, het vervaardigen van valsche diamanten, enz. op hun geweten hadden, ter dood veroordeeld. Daar de Trans- vaal6che Regeering tot dusverre de gewoonte had steeds gratie van doodstraf te verleenen, althans aan Europeanen, en de veroordeelden, ten nadeele der maatschappij dan ook altjjd weer gelegenheid vonden om te ontsnappen, drongen alle Hollandsche bladen niet alleen in de Transvaal, maar in goheel Zuid- Af rika er op aan, dat de Uitvoerende Raad het vonnis zou bekrachtigen. Dit geschiedde dan ook, en de Kaapsche Zuid-Afrikaan schreef zelfs een artikel om de flinkheid van de Transvaalsche Regeering te prjjzen, die de maatschappij van een paar schoeljes verlostte. Maar inmiddels begonnen de meeBte niet alle in het Engelsch geschreven bladen op wijziging van de doodstraf aan te dringen en wilden zelfs de tusscheo- komst van het Britsche gouvernement inroepeo, omdat de twee veroordeelden Eogelschen waren. De Gouverneur der Kaapkolonie weigerde echter beslist bjj de Trans vaalsche Regeering voor de twee schurken tusschenbeide te treden. Maar Engelscben in en buiten de Transvaal teekenden verzoekschriften aan de Regeeriog om het doodvonnis niet te doen uitvoeren. Hun advocaten poogden een nieuwe behandeling der zaak te verkrygen, maar het Hooggerechtshof wees dit af. Ten slotte is de Zuid-Afrikaansche Regeering op hare bekrachtiging van het vonnis teruggekomen en heeft dit in levenslangen dwangarbeid veranderd. De Zuid-Afrikaan van Kaapstad zegt nu>Rechte jammer!" Deze zaak hesft in geheel Zuid-Afrika tot heftige polemiek tusschen de Engelsche en de Neder- landsch sprekende bevolking aanleiding gegeven. Weldra zullen de Boers te Kriigersdorp weder hun week-byeenkomst houden, ter herinnering aan den vrijheidsoorlog. Op den heuvel van steenen, daar nedergeworpen door alle Boers die den eed van trouw zwoeren, is thans een fraai gedonkteeken verrezen. Drie dagen van de gedachtenisweek zyn aan godsdienstige overdenkingen gewjjd, de overige dagen worden sport en schietoefeningen gehouden. Amerika. Uit St. Paul, in Minnesota, wordt gemeld, dat Zondag alle treinen uit het Westen en Noordwesten in de sneeuw bleven steken. De sneeuwploegen waren mach teloos tegen de ontzagljjke hoopen, door den hevigen wind veroorzaakt. Strenge vorst is in Canada ingetreden. Alle treinen op don Canadaschen overlaindspoorweg (van den Atlantischen Oceaan tot de Stille Zuidzee) zyn inge sneeuwd. In Winnipeg, de hoofdstad (22,000 inw.) van Manitoba, heeft het verkeer in de straten opgehouden. Engeland. Voor een der rechters te Londen Terscheen verleden week een beklaagde, die met een rjjtuig was gearriveerd, waarop ten langwerpige kist stond. Hjj liet die kist ontladen, welke in de rechtszaal naast hem werd neer gezet. De zaak begon en de beklaagde zei eensklaps tusschen de debatten: Mynheer de rechter, ge zult me vergunnen het corpus delicti voor den dag te halen! Hij opende de kist en begon toen een geheel compleet skelet in elkaar te zetten, dat den rechter met zjjn holle oogen uit zjjn doodshoofd grijnzend aankeek. De zaak was vermakeljjk. Mrs. Luthon, die op een der bovenverdiepingen woont, waar de beklaagde, een student, Dayn genaamd, kamers had, was op een avond, toen de deur by den student openstond, zoo verschrokken, dat zjj flauw en van alle trappen was gevallen, haar been gebroken had, maanden ziek en zonder verdiensten was geweest, daar de student, een »monster van een vent", plotseling op haar was aangevallen. Vandaar een aanklacht. De rechter had al licht in de zaak gezocht en eenige oogenblikken voor dat het skelet was opgezet aan de juffrouw de vraag gericht: Gy beweert, Mrs. Luthon, dat de heer Dayn leeljjk is als de duivel en daar staat hjj nu; ik vind hem een knappen jongen! (Gelach). Mrs. Luthon. Het is een ander, edelachtbare, de heer van dien avond was een monster. R. En toch is deze jongen man wis en zeker de student Dayn! Mrs. L. Het was de duivel, mynheer, in eigen persoon, dien ik gezien heb. Toen was de student met zjjn compagnon, het corpus delicti, uit de langwerpige kist voor den dag gekomen. De juffrouw verbleekte en zweeg. Mr. Dayn verklaarde totaal onschuldig te zjjn aan het flauwvallen en been- breken van Mrs. Luthon. Hjj had dien avond zyn »beenigen studiegenoot" zyn hoed op het grjjnzend doodshoofd gezet en voor de grap een hulster omge hangen, daar bjj 's avonds eenige lui verwachtte, die hy eens verrassen wilde. Mogelyk is juffrouw Luthon, nieuwsgierig als dames zjjn, in zyn kamer gekomen en is het skelet toevallig door zjjn kleedervracht om gevallen en heeft de eerwaardige dame de Btuipen op bet ljjf gekregen. Hjj was uit en toen hij terugkwam van zijn boodschap, vond hjj het skelet op den vloer in stukken. Hjj beweerde onschuldig te zjjn. De rechter scheen dezelfde meening toegedaan, ontsloeg Mr. Dayn van rechtsvervolging en veroordeelde Mrs. Luthon in de kosten. Onder algemeen gelach pakte de student het skelet onder den arm en wandelde er triomfantelijk mee naar zjjn »cab". Rusland. Polen zal het jaar 1892 in de rouw wezen. Alle kledingmagazijnen hebben groote bestellingen rouw goederen gedaan omdat het plan is gevormd, dat alle patriotten het jaar 1792, waarin Polen als Ryk ophield te bestaan, in rouw zullen herdenken. Een onbekend menscbenvriend heeft aan de Russische regeering eene som van 300,000 roebel ge zonden, voor het uitdeolen van brood in de hongers- noodljjdende provinciën. Frankrijk. Een bedelares van 75 jaar, op krukken, is Maandag te Parijs op straat, terwjjl zjj have wekelyksche gaven opzamelde, plotseling overleden. In hare woning heeft men in hare stroomatras 50,000 francs in soliede effecten en een paar duizend fres. aan goud in een ouden schoen verstopt gevonden. Nederland. Aïnstordam, 9 Dec. Maandag is wederom eene openbare vergadering gehouden, om aan te dringen op de invrijheidstelling van een jongen man, die vijf jaren geleden bjj het uiteengaan eener socialistische bijeen komst een pistoolschot heeft gelost op een commissaris van politie en deswege tot 8 jaren gevangenisstraf is veroordeeld. In die vergadering ging het veel kalmer toe dan in die van 2 jaren geleden, voor hetzelfde doel belegd, en waarin het ontslag van Geel uit de gevangenis werd geëischt. Men bepaalde zich thans tot een veel kalmere motie. De strafvermindering, aan Geel reeds door de regeering toegestaan, werd onvoldoende ver klaard en een beroep gedaan op het Nederlandsche volk. Intu8schen heeft de betooging zich niet daartoe bepaald. Door de toelichting, die er aan werd gegeven, heeft de tusschenkomst voor een vriend en partijgenoot, waarvoor meir sympathie kan gevoelen, een geheel ander karakter gekregen. Ter vergadering werd een brief voorgelezen van prof. A. Pierson, die daarin verklaart dat bjj wilde medewerken om gratie, niet te eischen, maar te vragen voor een joDgen man, wien zijns inziens een recht vaardige straf was opgelegd en die, door een vyfjarige opsluiting gelouterd, aan de maatschappij zou worden teruggegeven. De Atnsterdamsche hoogleeraar kan met deze woorden niet anders bedoeld hebben dan dat den ver oordeelde gratie mocht worden verleend van den verderen straftjjd, indien hij door zjjn straf »gelouterd", d. i. tot inkeer was gekomen en dus geen gevaar meer opleveren zou voor de maatschappij, aan welke hij zou worden teruggegeven. Een andere uitlegging aan die woorden te geven, ware een beleediging voor den hoogleeraar. Wat werd op de vergadering echter gezegd door het hoofd der sociaal-democraten Ja, de veroordeelde is gelouterd, maar gelouterd in den strjjd voor de beginselen om den wille waarin hjj thans ljjdt. Zyn misdaad werd verheerlijkt door de bewering dat >de meesten er te laf voor zyn". Verzekerd werd dat hy haar met zelf bewustzijn had gepleegd, want dat hjj ook nu nog geen berouw had. Als hy los komt, zou hy toonen niet «verbeterd11 te zyn, zooals men het noemt, maar gelouterd en sterk voor de party. De nieuwe burgemeester van Amsterdam treedt krachtig op om het «something rotten" uit het politie korps te verwjjderen. Tot sedert kort stond men niets verbaasd, wanneer met een politieagent een «wijnhuis11 zag inwippen, om er eentje te verschalken, en evenmin, wanneer men een dienaar der wrekende straafc- gerechtigheid familiaar een praatje zag houden met dezen of genen, daar de agent zich zelve meer voor de stoflage van de straat scheen te houden, dan voor een man, op wien de strenge verplichting rustte, voor de veiligheid van zyn medeburgers en voor de handhaving der goede orde met Argus-oogen te waken. Ook dat moet voortaan uit zyn. Wordt een agent in dienst betrapt, dat hjj met' burgers praatjes houdt, dan krijgt hij tot Btraf op zyn vryen dag 4 extra uren dienst, en wordt hij gesnapt by bet nemen van pierenverschrikker dan beloopt hy boete: de eerste maal f 2,50, de tweede maal 5; terwjjl hjj, de derde maal betrapt, zonder pardon zijn ontslag zal krjjgen. De hoofdagenten, die f 50 extra toelage genieten, zijn bij beboeting daarenboven die toelage kwijt, zoodat een enkel borreltje binnen ongeoorloofden tjjd hun komt te staan op 52,55, den eigenlijken prjjs van het borreltje meegerekend. Als een wys man, weet hy echter van den anderen kant ook zorg te dragen, dat de politiebeambten geen rechtmatige griaven bljjven behonden tegen de gemeente. Er moet nameljjk sprake van zjjn, dat eerstdaags het tractement der politie-agenten zal worden verhoogd. «Pas d1argent pas de Suisses," wat in casu wil zeggen geen goedbetaalde politie, geen politie, die dengen kan. Een billijke bezoldiging zal werken als een machtige prikkel, om niet door nalatigheid, plichtverzuim, slecht beleid of overtreding het baantje te verliezen. Haarlem, 9 Dec. Het publiek heeft heden avond de paarden van Sequah's rjjtuig afgespannen en hem onder het zingen van: «Davonport gaat nooit verlorenl" en «lang zal hjj leven!" naar zjjn hotel gereden. Duizenden, onder welke zeer veel gegoede ingezetenen, brachten hem daar eene rumoerige ovatie. Zjjne echt- Uit het Duitseh. UI. Niet ver van de pastorie stond een klein, vriende lijk huis, te midden van een net onderhouden tuintje. Dit was het «weduwenhuis" en sedert jaren bewoond door de weduwe van den predikant Engel- mann, eene waardige vrouw, de trouwe vriendin van het huisgezin der Gottliebs. De oude dame zat met eenig naaiwerk voor het venster, en zij keek verbaasd op, toen zij Riekjen, die haar vriendelijk toeknikte, in de slede zag voorbijrijden. Het meisje genoot van den snellen rit op dien helderen, frisschen wintermorgen, maar haar ge noegen was niet onverdeeld, want zij gevoelde zich niet zonder zorg voor de toekomst. Vroeger bezocht zjj gaarne het gezin van haar oom te Barenthin, maar sedert de jonker haar openljjk het hof maakte en hierin door hare tante werd gesteund, was het verblyf in de pastorie haar onaangenaam geworden. Hoe kon het tante Jetje in de gedachten komen, dat zij een man zou huwen, van wien zij niet hield, alleen om door zulk eene verbindtenis tot rijkdom en aanzien te geraken. Is het toch niet vreemd, dacht het meisje by zich zelf, dat men in de wereld zooveel meer hecht aan hetgeen een mensch heeft, dan aan hetgeen hjj is. Eiken Zondag waarschuwen mijn vader en mijn oom tegen wereldszin en be geerlijkheid, en toch zouden zjj zulk een huwelijk, waarbij niets dan wereldsche belangen en geldelijk voordeel in aanmerking komen, voor een bijzonder geluk houden; en doen zjj hun best mij daartoe over te halen. Zij zullen echter spoedig genoeg ondervinden, hoe ik over zulke zaken denk. Moeder en tante Engelmann zullen mij wel bijstaan, als vader op de hand is van Tante Jetje. En wat zou Frits Engelmann wel van zulk een huwelijk zeggen. Toen daalden hare gedachten af naar den jongen man, van wiens liefde zij zeker was, al had hij haar die nooit in woorden beleden. Hij was zoo arm en kon nog in lang niet aan trouwen denken, maar wat deed dat er toe. Zij had immers geen haast. Het leven dat zij bij hare ouders leidde was zoo gelukkig, en zou haar vooreerst nog niet gaan verdrieten. Hoe heerlijk was het, als hij de vacanties bij zijne moeder doorbracht, en ge durig in de pastorie verkeerde, waar hij met hen allen was opgevoed. Hij was bescheiden en eenigs- zins teruggetrokken, en zijn uiterlijk onderscheidde zich niet door buitengewone schoonheid. Velen hielden hem daarom voor onbeduidend, maar zij wist wel beter. Zij wist dat zijne moeder geen betel en geen zorgzamer zoon kon begeeren, en dat zij niet zonder reden trotsch was op zijne vorderingen, zijn degelijkheid, zijn trouw hart en zyn flink karakter. En wat kon hij verrukkelijk voorlezen. Hoe dik wijls had zij met het een of ander handwerk bij zijne ouders gezeten, terwijl hij de meesterwerken der Duitsche schrijvers voorlas, die zy eerst door hem naar waarde had leeren schatten en genieten. Dat waren heerlijke uren geweest, die haar nog veel meer genot hadden gegeven dan de gezellige feestdagen, waaraan haar jonge leven zoo rijk was. Wat had hij een ontvankelijk gemoed voor alles wat edel was en schoon. En hoe waarlijk beschaafd was hij niet I Bij den jongen baron kon men eigen lijk niet van beschaving spreken. Hij had een gedis- tingueerd uiterlijk, hy kon jagen, dansen en kaart spelen, maar dat was dan ook alles. Met zijne verstandelijke ontwikkeling zag het er treurig uit, en zij had het nog niet vergeten, hoe haar vader dikwijls tot wanhoop was gebracht door zijn onbegrijpelijkheid voor de eenvoudigste zaken. Het was reeds lang geleden, maar toch herinnerde zij het zich nog duidelijk, hoe zij als kind van acht jaar hartelijk had moeten lachen, omdat de groote, opgeschoten knaap, die vier jaar ouder was dan zij, iu de studeerkamer haars vaders had zitten schreien over sommen, die haar niet de minste moeite kostten. De anecdoten, waarmee men zich ten zijnen koste vroolijk placht te maken, lagen haar nog versch in het geheugen. Eens had haar vader hen uitgelegd, wat het be- teekende, woorden op elkander te laten rijmen, en dit met voorbeelden opgehelderd, waarna ieder dei- kinderen een rijmwoord moest bedenken. Toen de beurt aan Lode wijk kwam zeide hij: «zoek mij eens een woord, dat rijmt op storm. Kom gij weet het wel, denk maar eens aan een heel klein diertje." «Zwijn," luidde het antwoord, dat een onbedaar lijk gelach deed ontstaan. Op een anderen keer had zyn leermeester hem een opstel opgegeven over den loop van den Rijn, nadat hij zelf lang en boeiend over dit onderwerp had gesproken. Na geruimen tijd gewacht te hebben, vraagde dominé Gottlieb «Zijt gy gereed, Lodewyk?" «Ja mijnheer," antwoordde de gevraagde, een blad papier overreikende, waarop deze woorden stondenDe loop van den Rijn is over het alge meen zeer schilderachtig." Deze en dergelijke verhalen waren een bron van groote vroolykheid geweest voor de jongelieden, die te zamen in de pastorie van Brunnow opgroeiden, en Riekjen moest nog lachen, toen zij zich die thans te binnen bracht. De in het oogvallende opmerk zaamheid, die jonker Lodewyk haar in den laatsten tijd was gaan bewijzen, kwam haar dan ook aller- bespottelijkst voor, en zij gevoelde niet den minsten lust om «la belle de la bóte" te worden. Tot nu toe had de slede een eentonigen met populieren omzoomden landweg gevolgd, daarop reed men een eind de groote Berlijner ehausséj op en eindelijk sloeg Krischau weder een landweg in, die naar Barenthin voerde. Hier lag de sneeuw niet zoo gelijk, en was de grond hobbelig en steenachtig, zoodat men niet meer zoo zacht voortgleed als daar even. De trouwe Krischau bekommerde zich hier echter niet om, maar klapte vroolijk met de zweep, en spoorde de flinke paarden voortdurend aan, zoodat de slede over den weg vloog. Maar op eens voelde Riekjen een hevigen schok, die haar van de bank, en daarna met pelszak en al in de zachte sneeuw deed tuimelen. Krischau l Krischau l" riep het meisje, maar de koetsier hoorde niets door het gerinkel der hellen, en de paarden draafden lustig verder. Daar lag zij nu geheel hulpeloos, want het was haar onmogelijk alleen den pelszak los te maken, dien haar vader zoo hoog mogelijk stevig had vastgebonden. Een half uur later bereikte Krischau hef doel van, zijn tocht, en hield stil voor de pastorie te Barenthin. Kort van te voren was de jonker daar binnen getreden met een prachtigen ruiker van kasbloemen in de hand, dien hij zoo goed mogelijk trachtte te verbergen. Hij wilde de aangebedene van zijn hart reeds dadelijk een bewijs geven van zijne ingenomen heid met hare komst. Met tante Jetje en haar gansche gezin snelde hy naar de voordeur, toen men de bellen der arreslede hoorde. «Maar Krischaul" riep zijne meesteres teleur gesteld uit, «waarom komt gy alleen terug?" «Alleen? Ik alleen?" vraagde de verbaasde knecht. «En ik breng de juffer mede." «Waar is zij dan?" Krischau keerde zich om, en zijn eerlijk gelaat drukte de grootste verwondering uit, toen hij zag, dat de achterste bank ledig was. Geheel onthutst stamelde hy «Zij was er toch in toen ik weg reed! Dan moet zij er onderweg zijn uitgevallen." Lang praten hielp niet. Krischau moest onmid dellijk terugrijden, en dominé Baumann maakte zich ylings gereed om met hem mee te gaan, en naar het verloren schaap te zoeken. Zijne kinderen vraagden zoo dringend hem te mogen vergezellen, dat bij de twee oudste toestond in de slede plaats te nemen. De jonker deelde zijn voornemen mee om naar het slot terug te beeren en te paard den tocht mede te maken. Slot volgt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1