ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Zaterdag 12 December 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
KENNISGEVINGr
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
Yerschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is ƒ1,30* franco per post
1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 6091.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot d
Maandags, "Woensdags en Yrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge-
meente Zierikzee,
Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen
betrekkelijk de Nationale Militie;
MAKEN BEKEND:
dat bet register tot inschrjjving van alle mannelijke
ingezetenen, welke op den laten Januari aanstaande
hun 19de jaar zullen zyn ingetreden, dat zyn diegenen
welke in 1873 zyn geboren, zal gereed liggen op de
gemeente-secretarie van den laten tot en met den 31sten
Januari 1892, van des voormiddaga 10 tot des namiddags
1 uur;
dat voor ingezeten wordt gehouden
1°. hg, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder,
of, zgn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is
volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staats
blad No. 44)
2°. bjj, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende
de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den
laten Januari van het jaar waarin by zich moet
laten inschry ven, in Nederland verblyf hield;
3°. by, van wiens ouders de langstlevende ingezeten
was, al is zyn voogd geen ingezeten, mits bjj
binnen het Ryk verblyf houdt;
dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreem
deling, behoorende tot eenen Staat waar de Nederlander
niet aan den verplichteo krijgsdienst is onderworpen,
of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen (art. 15 der wet
van 19 Augustus 1861, Staatsblad No. 72);
dat hjj, die eerst na het intreden van zyn 19de jaar,
doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt,
verplicht is zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving
aan te geven bjj Burgemeester en Wethouders der ge
meente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet
geschieden (art. 20 der wet);
dat voor de militie niet wordt ingeschreven:
1°. de in een vreemd Ryk achtergebleven zoon van
een ingezeten, die geen Nederlander is;
2°. de in een vreemd Rjjk verblyf houdende ouderlooze
zoon van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten
(art. 17 der wet);
dat de inschry ving geschiedt:
1°. vaD een ongehuwde in de gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, of, zjjn beiden
overleden, de voogd woont;
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de
gemeente waar hjj woont;
3°. van hem die geen vader, moeder of voogd heeft
of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd
bniten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar
hjj woont;
4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een
Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in
een vreemd land woont, in de gemeente, waar zyn
vader of voogd het laatst in Nederland gewoond
heeft (art. 16 der wet);
dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden in
geschreven, verplicht is zich daartoe bjj Burgemeester
en Wethouders ter boven aangegeven plaatse en binnen
den daar bepaalden tjjd aan te geven, en dat bjj diens
ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis zyD vader,
of, is deze overleden, zjjne moeder, of, zyn beiden over
leden, zjjn voogd tot het doen van die aangifte verplicht
is (art. 18 der wet).
Belanghebbenden worden mitsdien dringend aan
gemaand aan de op hun rustende verplichting te voldoen
en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht
dat by bovengemelde wet onder meer is bepaald:
dat met boete van 25 tot f 100 wordt gestraft de
overtreding van art. 18 en dat bjj elke veroordeeling
tot boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat,
indien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden
na dat de veroordeelde tot betaling is aangemaand, de
boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden
zal worden vervangen.
En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude
kunnen voorwenden, zal deze ter voldoening aan de
bepaling van art. 19 der wet van den 19den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste maal
worden aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente
te doen gebruikelijk is.
Zierikzee, den 8 December 1891.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Dinsdag den
15 December o.k., de9 namiddags te ll/2 uur,
op het Raadhuis, eene openbare Vergadering van den
Gemeenteraad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 9 December 1891.
De Burgemeester,
Cu. W. VERMEIJS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken.
Voorstel van de Commissie voor de Strafverordeningen
tot wjjziging der Verordening tot voorkoming en
blnssching van brand; enz.
Verpachting Gemeente-eigendommen.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie
rikzee herinneren de pachters der landeryen, gras-
maaiingen of ettingen en der visscherjjen van de
gemeente, dat de onkosten der verpachting ingevolge
de voorwaarden, vóór den 15 dezer maand
ter Gemeente-Secretarie moeten zjjn betaald.
Zierikzee, den 11 December 1891.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Cu. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Transvaal.
waren in Pretoria twee volleerde schurken,
die verscheidene diefstallen, inbraken, manslagen, het
vervaardigen van valsche diamanten, enz. op hun
geweten hadden, ter dood veroordeeld. Daar de Trans-
vaal6che Regeering tot dusverre de gewoonte had
steeds gratie van doodstraf te verleenen, althans aan
Europeanen, en de veroordeelden, ten nadeele der
maatschappij dan ook altjjd weer gelegenheid vonden
om te ontsnappen, drongen alle Hollandsche bladen
niet alleen in de Transvaal, maar in goheel Zuid-
Af rika er op aan, dat de Uitvoerende Raad het vonnis
zou bekrachtigen. Dit geschiedde dan ook, en de
Kaapsche Zuid-Afrikaan schreef zelfs een artikel om
de flinkheid van de Transvaalsche Regeering te prjjzen,
die de maatschappij van een paar schoeljes verlostte.
Maar inmiddels begonnen de meeBte niet alle in
het Engelsch geschreven bladen op wijziging van de
doodstraf aan te dringen en wilden zelfs de tusscheo-
komst van het Britsche gouvernement inroepeo, omdat
de twee veroordeelden Eogelschen waren. De Gouverneur
der Kaapkolonie weigerde echter beslist bjj de Trans
vaalsche Regeering voor de twee schurken tusschenbeide
te treden. Maar Engelscben in en buiten de Transvaal
teekenden verzoekschriften aan de Regeeriog om het
doodvonnis niet te doen uitvoeren. Hun advocaten
poogden een nieuwe behandeling der zaak te verkrygen,
maar het Hooggerechtshof wees dit af. Ten slotte is de
Zuid-Afrikaansche Regeering op hare bekrachtiging van
het vonnis teruggekomen en heeft dit in levenslangen
dwangarbeid veranderd.
De Zuid-Afrikaan van Kaapstad zegt nu>Rechte
jammer!" Deze zaak hesft in geheel Zuid-Afrika tot
heftige polemiek tusschen de Engelsche en de Neder-
landsch sprekende bevolking aanleiding gegeven.
Weldra zullen de Boers te Kriigersdorp weder hun
week-byeenkomst houden, ter herinnering aan den
vrijheidsoorlog. Op den heuvel van steenen, daar
nedergeworpen door alle Boers die den eed van trouw
zwoeren, is thans een fraai gedonkteeken verrezen. Drie
dagen van de gedachtenisweek zyn aan godsdienstige
overdenkingen gewjjd, de overige dagen worden sport
en schietoefeningen gehouden.
Amerika.
Uit St. Paul, in Minnesota, wordt gemeld, dat Zondag
alle treinen uit het Westen en Noordwesten in de
sneeuw bleven steken. De sneeuwploegen waren mach
teloos tegen de ontzagljjke hoopen, door den hevigen
wind veroorzaakt.
Strenge vorst is in Canada ingetreden. Alle treinen
op don Canadaschen overlaindspoorweg (van den
Atlantischen Oceaan tot de Stille Zuidzee) zyn inge
sneeuwd. In Winnipeg, de hoofdstad (22,000 inw.) van
Manitoba, heeft het verkeer in de straten opgehouden.
Engeland.
Voor een der rechters te Londen Terscheen verleden
week een beklaagde, die met een rjjtuig was gearriveerd,
waarop ten langwerpige kist stond. Hjj liet die kist
ontladen, welke in de rechtszaal naast hem werd neer
gezet.
De zaak begon en de beklaagde zei eensklaps
tusschen de debatten:
Mynheer de rechter, ge zult me vergunnen het
corpus delicti voor den dag te halen!
Hij opende de kist en begon toen een geheel compleet
skelet in elkaar te zetten, dat den rechter met zjjn
holle oogen uit zjjn doodshoofd grijnzend aankeek.
De zaak was vermakeljjk. Mrs. Luthon, die op een
der bovenverdiepingen woont, waar de beklaagde, een
student, Dayn genaamd, kamers had, was op een avond,
toen de deur by den student openstond, zoo verschrokken,
dat zjj flauw en van alle trappen was gevallen, haar
been gebroken had, maanden ziek en zonder verdiensten
was geweest, daar de student, een »monster van een
vent", plotseling op haar was aangevallen. Vandaar
een aanklacht.
De rechter had al licht in de zaak gezocht en eenige
oogenblikken voor dat het skelet was opgezet aan de
juffrouw de vraag gericht:
Gy beweert, Mrs. Luthon, dat de heer Dayn
leeljjk is als de duivel en daar staat hjj nu; ik vind
hem een knappen jongen! (Gelach).
Mrs. Luthon. Het is een ander, edelachtbare, de
heer van dien avond was een monster.
R. En toch is deze jongen man wis en zeker de
student Dayn!
Mrs. L. Het was de duivel, mynheer, in eigen
persoon, dien ik gezien heb.
Toen was de student met zjjn compagnon, het corpus
delicti, uit de langwerpige kist voor den dag gekomen.
De juffrouw verbleekte en zweeg. Mr. Dayn verklaarde
totaal onschuldig te zjjn aan het flauwvallen en been-
breken van Mrs. Luthon. Hjj had dien avond zyn
»beenigen studiegenoot" zyn hoed op het grjjnzend
doodshoofd gezet en voor de grap een hulster omge
hangen, daar bjj 's avonds eenige lui verwachtte, die
hy eens verrassen wilde. Mogelyk is juffrouw Luthon,
nieuwsgierig als dames zjjn, in zyn kamer gekomen
en is het skelet toevallig door zjjn kleedervracht om
gevallen en heeft de eerwaardige dame de Btuipen op
bet ljjf gekregen. Hjj was uit en toen hij terugkwam
van zijn boodschap, vond hjj het skelet op den vloer
in stukken. Hjj beweerde onschuldig te zjjn. De rechter
scheen dezelfde meening toegedaan, ontsloeg Mr. Dayn
van rechtsvervolging en veroordeelde Mrs. Luthon in
de kosten. Onder algemeen gelach pakte de student
het skelet onder den arm en wandelde er triomfantelijk
mee naar zjjn »cab".
Rusland.
Polen zal het jaar 1892 in de rouw wezen. Alle
kledingmagazijnen hebben groote bestellingen rouw
goederen gedaan omdat het plan is gevormd, dat alle
patriotten het jaar 1792, waarin Polen als Ryk ophield
te bestaan, in rouw zullen herdenken.
Een onbekend menscbenvriend heeft aan de
Russische regeering eene som van 300,000 roebel ge
zonden, voor het uitdeolen van brood in de hongers-
noodljjdende provinciën.
Frankrijk.
Een bedelares van 75 jaar, op krukken, is Maandag
te Parijs op straat, terwjjl zjj have wekelyksche gaven
opzamelde, plotseling overleden. In hare woning heeft
men in hare stroomatras 50,000 francs in soliede effecten
en een paar duizend fres. aan goud in een ouden schoen
verstopt gevonden.
Nederland.
Aïnstordam, 9 Dec. Maandag is wederom eene
openbare vergadering gehouden, om aan te dringen op
de invrijheidstelling van een jongen man, die vijf jaren
geleden bjj het uiteengaan eener socialistische bijeen
komst een pistoolschot heeft gelost op een commissaris
van politie en deswege tot 8 jaren gevangenisstraf is
veroordeeld.
In die vergadering ging het veel kalmer toe dan in
die van 2 jaren geleden, voor hetzelfde doel belegd,
en waarin het ontslag van Geel uit de gevangenis
werd geëischt. Men bepaalde zich thans tot een veel
kalmere motie. De strafvermindering, aan Geel reeds
door de regeering toegestaan, werd onvoldoende ver
klaard en een beroep gedaan op het Nederlandsche
volk.
Intu8schen heeft de betooging zich niet daartoe
bepaald. Door de toelichting, die er aan werd gegeven,
heeft de tusschenkomst voor een vriend en partijgenoot,
waarvoor meir sympathie kan gevoelen, een geheel
ander karakter gekregen.
Ter vergadering werd een brief voorgelezen van
prof. A. Pierson, die daarin verklaart dat bjj wilde
medewerken om gratie, niet te eischen, maar te vragen
voor een joDgen man, wien zijns inziens een recht
vaardige straf was opgelegd en die, door een vyfjarige
opsluiting gelouterd, aan de maatschappij zou worden
teruggegeven.
De Atnsterdamsche hoogleeraar kan met deze
woorden niet anders bedoeld hebben dan dat den ver
oordeelde gratie mocht worden verleend van den
verderen straftjjd, indien hij door zjjn straf »gelouterd",
d. i. tot inkeer was gekomen en dus geen gevaar meer
opleveren zou voor de maatschappij, aan welke hij
zou worden teruggegeven. Een andere uitlegging aan
die woorden te geven, ware een beleediging voor den
hoogleeraar.
Wat werd op de vergadering echter gezegd door het
hoofd der sociaal-democraten Ja, de veroordeelde is
gelouterd, maar gelouterd in den strjjd voor de beginselen
om den wille waarin hjj thans ljjdt. Zyn misdaad werd
verheerlijkt door de bewering dat >de meesten er te
laf voor zyn". Verzekerd werd dat hy haar met zelf
bewustzijn had gepleegd, want dat hjj ook nu nog
geen berouw had. Als hy los komt, zou hy toonen
niet «verbeterd11 te zyn, zooals men het noemt, maar
gelouterd en sterk voor de party.
De nieuwe burgemeester van Amsterdam treedt
krachtig op om het «something rotten" uit het politie
korps te verwjjderen. Tot sedert kort stond men niets
verbaasd, wanneer met een politieagent een «wijnhuis11
zag inwippen, om er eentje te verschalken, en evenmin,
wanneer men een dienaar der wrekende straafc-
gerechtigheid familiaar een praatje zag houden met
dezen of genen, daar de agent zich zelve meer voor de
stoflage van de straat scheen te houden, dan voor een
man, op wien de strenge verplichting rustte, voor de
veiligheid van zyn medeburgers en voor de handhaving
der goede orde met Argus-oogen te waken.
Ook dat moet voortaan uit zyn. Wordt een agent
in dienst betrapt, dat hjj met' burgers praatjes houdt,
dan krijgt hij tot Btraf op zyn vryen dag 4 extra uren
dienst, en wordt hij gesnapt by bet nemen van
pierenverschrikker dan beloopt hy boete: de eerste maal
f 2,50, de tweede maal 5; terwjjl hjj, de derde maal
betrapt, zonder pardon zijn ontslag zal krjjgen. De
hoofdagenten, die f 50 extra toelage genieten, zijn bij
beboeting daarenboven die toelage kwijt, zoodat een
enkel borreltje binnen ongeoorloofden tjjd hun komt
te staan op 52,55, den eigenlijken prjjs van het
borreltje meegerekend.
Als een wys man, weet hy echter van den anderen
kant ook zorg te dragen, dat de politiebeambten geen
rechtmatige griaven bljjven behonden tegen de gemeente.
Er moet nameljjk sprake van zjjn, dat eerstdaags het
tractement der politie-agenten zal worden verhoogd.
«Pas d1argent pas de Suisses," wat in casu wil zeggen
geen goedbetaalde politie, geen politie, die dengen kan.
Een billijke bezoldiging zal werken als een machtige
prikkel, om niet door nalatigheid, plichtverzuim, slecht
beleid of overtreding het baantje te verliezen.
Haarlem, 9 Dec. Het publiek heeft heden avond
de paarden van Sequah's rjjtuig afgespannen en hem
onder het zingen van: «Davonport gaat nooit verlorenl"
en «lang zal hjj leven!" naar zjjn hotel gereden.
Duizenden, onder welke zeer veel gegoede ingezetenen,
brachten hem daar eene rumoerige ovatie. Zjjne echt-
Uit het Duitseh.
UI.
Niet ver van de pastorie stond een klein, vriende
lijk huis, te midden van een net onderhouden
tuintje. Dit was het «weduwenhuis" en sedert jaren
bewoond door de weduwe van den predikant Engel-
mann, eene waardige vrouw, de trouwe vriendin
van het huisgezin der Gottliebs. De oude dame zat
met eenig naaiwerk voor het venster, en zij keek
verbaasd op, toen zij Riekjen, die haar vriendelijk
toeknikte, in de slede zag voorbijrijden.
Het meisje genoot van den snellen rit op dien
helderen, frisschen wintermorgen, maar haar ge
noegen was niet onverdeeld, want zij gevoelde zich
niet zonder zorg voor de toekomst. Vroeger bezocht
zjj gaarne het gezin van haar oom te Barenthin,
maar sedert de jonker haar openljjk het hof maakte
en hierin door hare tante werd gesteund, was het
verblyf in de pastorie haar onaangenaam geworden.
Hoe kon het tante Jetje in de gedachten komen,
dat zij een man zou huwen, van wien zij niet hield,
alleen om door zulk eene verbindtenis tot rijkdom
en aanzien te geraken. Is het toch niet vreemd,
dacht het meisje by zich zelf, dat men in de wereld
zooveel meer hecht aan hetgeen een mensch heeft,
dan aan hetgeen hjj is. Eiken Zondag waarschuwen
mijn vader en mijn oom tegen wereldszin en be
geerlijkheid, en toch zouden zjj zulk een huwelijk,
waarbij niets dan wereldsche belangen en geldelijk
voordeel in aanmerking komen, voor een bijzonder
geluk houden; en doen zjj hun best mij daartoe
over te halen. Zij zullen echter spoedig genoeg
ondervinden, hoe ik over zulke zaken denk. Moeder
en tante Engelmann zullen mij wel bijstaan, als
vader op de hand is van Tante Jetje.
En wat zou Frits Engelmann wel van zulk een
huwelijk zeggen.
Toen daalden hare gedachten af naar den jongen
man, van wiens liefde zij zeker was, al had hij haar
die nooit in woorden beleden.
Hij was zoo arm en kon nog in lang niet aan
trouwen denken, maar wat deed dat er toe. Zij had
immers geen haast. Het leven dat zij bij hare
ouders leidde was zoo gelukkig, en zou haar vooreerst
nog niet gaan verdrieten. Hoe heerlijk was het, als
hij de vacanties bij zijne moeder doorbracht, en ge
durig in de pastorie verkeerde, waar hij met hen
allen was opgevoed. Hij was bescheiden en eenigs-
zins teruggetrokken, en zijn uiterlijk onderscheidde
zich niet door buitengewone schoonheid. Velen
hielden hem daarom voor onbeduidend, maar zij
wist wel beter. Zij wist dat zijne moeder geen betel
en geen zorgzamer zoon kon begeeren, en dat zij
niet zonder reden trotsch was op zijne vorderingen,
zijn degelijkheid, zijn trouw hart en zyn flink
karakter.
En wat kon hij verrukkelijk voorlezen. Hoe dik
wijls had zij met het een of ander handwerk bij
zijne ouders gezeten, terwijl hij de meesterwerken
der Duitsche schrijvers voorlas, die zy eerst door
hem naar waarde had leeren schatten en genieten.
Dat waren heerlijke uren geweest, die haar nog
veel meer genot hadden gegeven dan de gezellige
feestdagen, waaraan haar jonge leven zoo rijk was.
Wat had hij een ontvankelijk gemoed voor alles
wat edel was en schoon. En hoe waarlijk beschaafd
was hij niet I Bij den jongen baron kon men eigen
lijk niet van beschaving spreken. Hij had een gedis-
tingueerd uiterlijk, hy kon jagen, dansen en kaart
spelen, maar dat was dan ook alles.
Met zijne verstandelijke ontwikkeling zag het er
treurig uit, en zij had het nog niet vergeten, hoe
haar vader dikwijls tot wanhoop was gebracht door
zijn onbegrijpelijkheid voor de eenvoudigste zaken.
Het was reeds lang geleden, maar toch herinnerde
zij het zich nog duidelijk, hoe zij als kind van acht
jaar hartelijk had moeten lachen, omdat de groote,
opgeschoten knaap, die vier jaar ouder was dan zij,
iu de studeerkamer haars vaders had zitten schreien
over sommen, die haar niet de minste moeite
kostten.
De anecdoten, waarmee men zich ten zijnen
koste vroolijk placht te maken, lagen haar nog
versch in het geheugen.
Eens had haar vader hen uitgelegd, wat het be-
teekende, woorden op elkander te laten rijmen, en
dit met voorbeelden opgehelderd, waarna ieder dei-
kinderen een rijmwoord moest bedenken. Toen de
beurt aan Lode wijk kwam zeide hij: «zoek mij eens
een woord, dat rijmt op storm. Kom gij weet het wel,
denk maar eens aan een heel klein diertje."
«Zwijn," luidde het antwoord, dat een onbedaar
lijk gelach deed ontstaan.
Op een anderen keer had zyn leermeester hem
een opstel opgegeven over den loop van den Rijn,
nadat hij zelf lang en boeiend over dit onderwerp
had gesproken.
Na geruimen tijd gewacht te hebben, vraagde
dominé Gottlieb
«Zijt gy gereed, Lodewyk?"
«Ja mijnheer," antwoordde de gevraagde, een
blad papier overreikende, waarop deze woorden
stondenDe loop van den Rijn is over het alge
meen zeer schilderachtig."
Deze en dergelijke verhalen waren een bron van
groote vroolykheid geweest voor de jongelieden, die
te zamen in de pastorie van Brunnow opgroeiden,
en Riekjen moest nog lachen, toen zij zich die thans
te binnen bracht. De in het oogvallende opmerk
zaamheid, die jonker Lodewyk haar in den laatsten
tijd was gaan bewijzen, kwam haar dan ook aller-
bespottelijkst voor, en zij gevoelde niet den minsten
lust om «la belle de la bóte" te worden.
Tot nu toe had de slede een eentonigen met
populieren omzoomden landweg gevolgd, daarop
reed men een eind de groote Berlijner ehausséj op en
eindelijk sloeg Krischau weder een landweg in, die
naar Barenthin voerde.
Hier lag de sneeuw niet zoo gelijk, en was de
grond hobbelig en steenachtig, zoodat men niet
meer zoo zacht voortgleed als daar even. De trouwe
Krischau bekommerde zich hier echter niet om,
maar klapte vroolijk met de zweep, en spoorde de
flinke paarden voortdurend aan, zoodat de slede
over den weg vloog.
Maar op eens voelde Riekjen een hevigen schok,
die haar van de bank, en daarna met pelszak en al
in de zachte sneeuw deed tuimelen.
Krischau l Krischau l" riep het meisje, maar de
koetsier hoorde niets door het gerinkel der hellen,
en de paarden draafden lustig verder. Daar lag zij
nu geheel hulpeloos, want het was haar onmogelijk
alleen den pelszak los te maken, dien haar vader zoo
hoog mogelijk stevig had vastgebonden.
Een half uur later bereikte Krischau hef doel van,
zijn tocht, en hield stil voor de pastorie te Barenthin.
Kort van te voren was de jonker daar binnen
getreden met een prachtigen ruiker van kasbloemen
in de hand, dien hij zoo goed mogelijk trachtte te
verbergen. Hij wilde de aangebedene van zijn hart
reeds dadelijk een bewijs geven van zijne ingenomen
heid met hare komst.
Met tante Jetje en haar gansche gezin snelde hy
naar de voordeur, toen men de bellen der arreslede
hoorde.
«Maar Krischaul" riep zijne meesteres teleur
gesteld uit, «waarom komt gy alleen terug?"
«Alleen? Ik alleen?" vraagde de verbaasde
knecht. «En ik breng de juffer mede."
«Waar is zij dan?"
Krischau keerde zich om, en zijn eerlijk gelaat
drukte de grootste verwondering uit, toen hij zag,
dat de achterste bank ledig was.
Geheel onthutst stamelde hy
«Zij was er toch in toen ik weg reed! Dan moet
zij er onderweg zijn uitgevallen."
Lang praten hielp niet. Krischau moest onmid
dellijk terugrijden, en dominé Baumann maakte
zich ylings gereed om met hem mee te gaan, en
naar het verloren schaap te zoeken. Zijne kinderen
vraagden zoo dringend hem te mogen vergezellen,
dat bij de twee oudste toestond in de slede plaats
te nemen.
De jonker deelde zijn voornemen mee om naar
het slot terug te beeren en te paard den tocht mede
te maken.
Slot volgt.