Amsterdamsche Schetsen.
Nederland.
's Graveuliago, 5 Nov. Het Openb. Min.
bij het Gerechtshof alhier eischte heden bevestiging
van het vonnis der rechtbank te Middelbnrg, waarbij
J. B., hnisvrouw van G. G., uit Goes, werd veroordeeld
tot twee maanden gevangenisstraf wegens verduistering.
Uitspraak Donderdag 12 November.
Het voornemen is om de eerste dagen na de her
vatting van de werkzaamheden der Tweede Kamer te
wjjden aan het onderzoek in de atdeeling van laatstelijk
ingekomen wetsontwerpen, o. a. betreffende de tydelyke
versterking der militie en de staatsleening.
De beraadslaging over de Indische begrooting zou
dan niet vóór 17 November beginnen.
Naar wy vernemen, zou, in verband met de voor
genomen overbrenging van de behandeling van ver
schillende landbouwbelangen naar het Departement van
Binnenlandsche Zaken, de aanstelling van een afzon
derlijken Inspecteur van het Landbouwonderwijs te
verwachten zjjn.
Borgen op Zoom, 6 Nov. De koffiehuis-
houder Tiberius, nabjj deze gemeente, deed dezer dagen
een aardige vondst. Bezig zjjnde met het graven voor
het stellen van fundamenten, stuitte hjj op iets hards,
dat bjj onderzoek bleek te zjjn een goed dichtgelakte
kruik, gevuld met brandewijn. Men zocht verder en
nu werden achtereenvolgens 15 van die kruiken te
voorscbjjn gebracht.
Bljjkbaar hebben de kruiken zeer lang in dezen
zonderlingen likeurkelder vertoefd; zjj dragen verschil
lende merkenSelters, Herzogthum Nassau, met wapen,
E. Daal Junior, M. Weppinger met anker en ster. De
qualiteit van den drank wordt door kenners" zeer
geroemd.
Uit Voorne. Nevens de Zondagsschool van den
Nederlandscheo Protestantenbond te Brielle, die al
sedert verscheidene jaren bestaat en de kinderen in
vrjjzinnigen geest tracht te ontwikkelen, heeft de heer
v. d. Berg, orthodox predikant aldaar, er eene opgericht
voor de kinderen zjj oer volgelingen. Beide worden
gehouden in de lokalen der Burgerschool, daartoe
welwillend door het bestuur der stad afgestaan.
Te Nieuw-Hel voet geraakte dezer dagen een
jongentje van vier jaar in eene sloot, die langs den
Brielschen straatweg loopt. De moeder, die haar kind
zocht zag het liggen en riep om hulp. Na uit het water
gehaald te zjjn, werd het knaapje in het café «Tivoli"
gedragen, waar men te vergeefs beproelde de levens
geesten weder op te wekken. Een geneesheer, die kort
daarop verscheen, kon slechts den dood conBtateeren.
Te Oo8tvoorne ontstond verleden week door het
omvallen eener brandende petroleumlamp brand in de
kom van het dorp. Hoewel de brandweer spoedig aan
wezig was, kon er niets gered worden en brandde het
huis tot den grond toe af. Zoowel het gebouw als de
inboedel was verzekerd. Bij een brand die een paar
dagen, later aldaar bjj een koopman in gevogelte
uitbrak, bleef het huis behouden. De schuur evenwel,
benevens een aantal kippen, die zich daarin bevonden,
kwamen in de vlammen om.
Door een visscher te Hellevoetsluis is bjj de
Hoorn8che Hoofden in het Haringvliet alhier, in eene
fuik een schelvisch gevangen. Zeker geen alledaagsch
verschijnsel
Zondag namiddag omstreeks half vjjf daalde er
in eene weide onder Rockaoje een luchtballon neer.
Eene boerendeerne, die daar juist aan het melken was,
zag het vreemde ding in eene sloot vallen. Op een
visitekaartje, dat stevig met een touwtje aan den
ballon was vastgebonden, stond te lezen: «Herman
Roden hof, Kapitein-Luchtreiziger, membredel'Académie
d'aerostation mé;éorologique". Op de keerzjjde van het
kaartje stond: «Opgelaten Cavallerie-kazerne, Amster
dam, ten 23/4 uur. Verzoeke per briefkaart bericht
waar en hoe laat gedaald. (Onderteekening): Lahuys.\
Aan dit verzoek is natuurljjk onmiddellijk voldaan.
Miclcleltmrgf, 5 Nov. Heden middag heeft
zich op de Groote Markt alhier het zeker hoogst zeld
zame feit voorgedaan, dat een joDgen door een heuschen
beer is verwond.
De bediende van den «Russischen berenjager" die
hier gedurende eenige dagen in de kolfbaan van de
sociëteit «de Vergenoeging" voorstellingen gaf, werd,
toen hjj als naar gewoonte de beide, in een kist
resideerende beren te drinken wilde geven en zich
waarschjjnljjk te dicht nabjj de dieren waagde, door
een hunner op een klauwslag onthaald, die een weinig
beteekenende wond aan zjjn gelaat veroorzaakte. Ge
lukkig werd hjj tjjdig door omstanders ontzet, wjjl
anders waarschijnlijk de gevolgen ernstiger waren
geworden.
De politie verleende den gekwetste de eerste hulp,
waarop de aangevallene kalm huiswaarts keerde.
MÜdcleltmrgf, 6 Nov. In de heden morgen ten
10 ure gehouden najaarszitting der Provinciale Staten
van Zeeland werden de volgende voorstellen van Ged.
Staten aangenomen
1°. Tot het toekennen van eene gratificatie aan de
weduwe van den overleden conducteur bjj den stoom-
bootdienst op de Westerschelde, E. Dommisse ƒ300;
2°. tot het verleenen van pensioen aan den gezag
voerder bjj den stoombootdienst op de Westerschelde,
J. Shas8e a 500 'sjaars; 3°. tot afwjjzende beschik
king op het verzoek van den gemeenteraad van Hoofd
plaat, om die gemeente op te nemen onder de aanleg
plaatsen van den stoombootdienst op de Westerschelde;
4°. tot inwilliging van het verzoek van het Water
schap Cadzand, om een renteloos voorschot, ten bedrage
van 50,000, ten behoeve van wegsverbetering5°.
idem omtrent het verzoek van het bestuur van het
Waterschap Groot- en Klein Baarzande, om renteloos
voorschot voor wegsverbetering, ten bedrage van 6600;
6°. idem omtrent het verzoek van den gemeenteraad
van Borsele, om een ponton of drjjvende aanlegplaats
te maken aan den Zuidnol van Borsele en tot het ver
leenen van een renteloos voorschot voor den daaruit
voortspruitenden wegsverbetering; 7°. tot wjjziging
van het reglement voor de uitwatering van de polders
Stads c. a.; 8°. tot wjjziging van het reglement op de
havenwegen9°. tot wjjziging der voorwaarden, waar
onder bij besluit der Staten van 11 Juli 1890 aan het
bestuur der Maatschappij tot bevordering van Land
bouw en Veeteelt in Zeeland, een crediet is verleend
ter bevordering en aanmoediging van de verbetering
der paardenfokkerij in dit gewest; 10°. tot wijziging
der begrooting van de enkel provinciale en huishou
delijke inkomsten en uitgaven over 1890/91; tot het
op prolongatie zetten eener som van hoogstens 100000
zoolang Gedep. Staten dat noodig achten. Tot bet
verleenen eener subsidie van 10000 's jaars, gedu
rende 10 jaar, aan de ondernemers de heeren Smit,
Diepeveen van der Bent, voor den stoomboot- en
wagendieust van Walzoorden Laar Vlake en omgekeerd,
ingaande op 1 Januari 1893, op welk tydstip het
loopende contract eindigt.
Hierna werd de vergadering door den Voorzitter in
naam van H. M. de Koningin-Regentes gesloten.
St. Aunaland. Door het Gemeentebestuur
alhier is benoemd, tot ontvanger van kadegelden den
heer P. van Houten alhier.
Stavenisse, 5 Nov. De rjj der wintervermake
lijkheden alhier, werd gisterenavond geopend met een
optreden van den heer Antoon Kattermole, ex tooneel-
speler te Amsterdam. Jammer, dat het publiek in zoo
geringe mate was opgekomen. Zoowel op komisch als
tragisch gebied toonde genoemde spreker zjjne stem
volkomen meester te zjjn, de humoristische voordrachten
wekten zeer den lachlust van het aanwezige publiek
op. «Bjj den rechter", >de Bankbreuk", enz., enz., ge
volgd o. a. door als toegift «de Rammelslag van
Multatuli" voldeden zeer.
Sir-JanslaiMl, 5 Nov. Het beurtschip van den
heer S. J. de Bjjke arriveerde heden met een volle
jading Napolitaarscho meekrap. Doze meekrap worSt
in Italië alleen gezuiverd en in de zon gedroogd en
zoo in den handel gebracht. Bovengenoemde lading
zal nu in de meestoot »de Eend ragt" alhier gedorschen
en gemalen worden. Daar er ook hier evenals elders
weinig groene meekrap van dezen teelt te verwerken
is, zoo is zulk eene lading een buitenkansje voor den
werkman in de meestoof. E9n stille wensch heeft bjj
dan ook, n.l. dat de genomen proef zoo goed moge
uitvallen, dat nog meer ladingen van dergelijke meekrap
mogen volgen.
Zievilxasee, 6 Nov. H. M. de Koningin-regontps
heeft benoemd tot adjunct-intendant van het Koninkl jjk
Paleis te Amsterdam jhr. C. C.Tb. Six, thans ingenieur
van den Provincialen Waterstaat alhier.
Met ingang van 1 December 1891 is de opzichter
van 's rijks waterstaat, P. J. M. van der Ven, van
Hansweert geplaatst onder de bevelen van den hoofd
ingenieur, belast met den aanleg van het kanaal
Amsterdam-Merwede.
Met ingang van denzelfden datum is de heer P. de
Ronde in geljjke betrekking van Zierikzee naar Hans-
weert verplaatst.
Bij Kon. besluit is aan J. J. Poortman, op zjjn
verzoek, eervol ontslag verleend al Rjjkshavenmeester
van het Nederlandsch gedeelte vaD het banaal van
Terneuzen naar Geut, met het zjj kanaal naar de
Axelsche Sassing, welk ontslag zal gerekend worden
te zjjn ingegaan 1 November 1891.
De regeering beeft voorgesteld aan de gemeenten
Middelharnis en Vlissingen toe te staan tot ultimo
1896 nog verbruiksbelastingen te heffen.
Zierikzee, 6 Nov. Naar wij vernemen heeft
de aannemer der demping van een gedeelte der Oude
Haven geen genoegen genomen met do voorwaarden,
waarop hem een uitstel is verleend en zal Maandag
a.s. het werk worden voortgezet en zoo mogeljjk ten
einde gebracht.
Op een omvraag van den 15den October jlge
daan aan de suikerfabrikanten in Nederland, omtrent
de resultaten van de loopende suiker-campagne, hebben
van 29 hier te lande bestaande suikerfabrieken 19
geantwoord. Door deze 19 fabrieken zijn 20.205 hec
taren met bieten beteeld. Gemiddeld verkrjjgt mpn
18.400 K.G. per hectare tegen 23.800 K.G. in 1890.
Dit jaar bedraagt het suikergehalte gemiddeld 13.94
pCt. tegen 13.63 pCt. verleden jaar. De akkeropbrengst
bedraagt thans 22 94 pCt. minder, terwijl het suiker;
gehalte der wortelen 0.74 pCt. meer bedraagt dan
in 1890.
In de omstreken van Klundert en Zevenbergen
moet reeds ƒ12 zijn geboden door een suikerfabrikant
per 1000 Kilo's voor de bieten benoodigd voor de
campagne 1892/93. Door de voordeelige graan- en
aardappelprijzen vreest men dat de boeren weinig
genegen zjjn aanstaande jaar bieten te zaaien.
De Zweedsche journalist Uddgren, die roeiende
van Gothenburg is gekomen, kwam in goeden welstand
te Duinkerken aan. Yan Ostende roeide bij langs de kust
naar Nieuwpoort, op welken tocht zjjn boot groot
gevaar heeft geloopen om te slaan. Van Nieuwpoort
nam hjj zijn weg door het kanaal naar Duinkerken.
Sequah is te Alkmaar en werkt daar. Niettegen
staande de dringende waarschuwing van het Maand
blad tegen de Kwakzalverij en eene advertentie van die
vereeniging, geplaatst in de Alkmaarsche couranten,
stroomt het volk naar hem toe. De entiée, welke op 10
en 5 cent bepaald is, is bestemd voor de armen in
Alkmaar, en Maandag-avond werd eene som van 170
verdeeld tusschen de diaconie der herv. gemeente en
de commissie voor spijsuitdeeling aan armen gedurende
de wintermaanden. Om een staaltje mede te deelen
hoezeer S;quah het volk op zjjne hand heeft, diene,
dat Dinsdag bjj gelegenheid der koemarkt, toen een
paar marskramers met «onfeilbare middelen" voor
kiespjjn hunne waar aanprezen met de kennisgeving
«dat hunne waar geen kwakzalversmiddelen waren,
geljjk die van Stquah", het volk party koos voor den
ÉngelschmaD, en hun een ongemakkelijk pak slaag
toediende, hunne fieschjes met olie stuk sloeg en hen
van de markt verdreef; dit alles onder het aanheffen
van een liedje dat ter eere van Sequah was gecomponeerd.
Het kantongerecht te Rotterdam veroordeelde
Stquah (Ch. Davenport) tot 100 boete, subsidair een
dag gevangenisstraf, wegens het onbevoegd uitoefenen
der geneeskunde; hjj werd vrijgesproken wat betreft
den onbevoegden verkoop van geneesmiddelen.
Het Geill. Politie-Nieuws, de behandeling van de
taptoe quaestie te Amsterdam besprekend, meent, dat,
nu de Raad de zaak in den doofpot heeft gestopt, de
burgerjj hiertegen kan opkomen door het houden van
een protest-meeting, waarbjj een motie zou kunnen
worden voorgesteld, waarin aan de Koningin-Regentes
verzocht wordt een justitieel onderzoek te doen in
stellen naar het gebeurde op den avond van 1 Juli,
opdat de schuldigen niet ongestraft bljjven.
Pieter Goffin, een aleenwonend Amsterdammer,
kwam onverwachts te overljjdeo. De man had eenige
centjes overgepot, dat wisten de erven. Daarom werd
het heele huis doorzocht, maar te vergeels, tot einde-
Ijjk het oog viel op een argelooze kist met oud jjzer,
die daar als vergeten stond op den zolder. Het oud
roest werd weggeruimd en met bljj gemoed een spaar
potje van ruim ƒ700 aan den dag gebracht.
Met 18 vaD de 34 stemmen is het voorstel door
leden van de atdeeliDg Heerenveen van den Soc.-Dem.
Bond, om zich weder aan te sluiten bjj de Friesche
Volksparty, verworpen.
De heer F. van der Goes heeft zjjn lidmaatschap
van de Soc.-Democratischen Bond opgezegd.
Bjj het lyk van een man, die van de Maasbrug
te Rotterdam in de rivier sprong, werd voor een waarde
van 6000 gevonden.
HEKKNIEU W S-
Bedankt voor het beroep Daar de Ned. Ger. Gem.
te Fynaart en Heiningen door ds. C. Steketee te Yeere.
XXVII.
In en bij het politiebureau
Droevig verschijnsel voorwaar, dat nog altijd politie-
bureaux en agenten, ja zelfs een hoofdcommissaris,
niettegenstaande de steeds toenemende en voortschrij
dende beschaving, noodzakelijk zijn. Leest men vaak,
dat weer eene vereeniging of maatschappij of genoot
schap opgericht is, naar luid der oprichters om in
eene lang bestaande behoefte te voorzien, zeker is het,
dat de oprichting van meerdere politiebureaux in eene
stad als Amsterdam blijkbaar in eene dringende be
hoefte voorzien zou. En toch, wat hebben we hier
niet eene uitstekende politiemacht, vooral wat de
lengte der manschappen betreft. De meesten hunner
steken boven de burgerij uit als Saul boven de duizenden.
Hunne houdmg laat niets te wenschen over, als men
althans niet te veeleischend is. Hunne uniform is
onberispelijk, hunne helmen versieren even zoovele
schrandere koppen, hunne wapens sabel en stok
hanteeren zij met evenveel bevalligheid als bloedig
gevolg. Wie denkt hierbij niet aan de groote taptoe,
bij gelegenheid van het bezoek van den Duitschen
Keizer aan de hoofdstad? Om de opeengedrongen
menigte, die met ongeduld en in verdrukking wachtte
op de dingen die komen zouden, alvast een klein
denkbeeld te geven van hetgeen eigenlijk een taptoe
is, veranderden de agenten hunne wapenstokken in
trommelstokkeu en roffelden een roffel op de ezels
huiden pardon op de menschenhuiden, die de
verschillende hoofden bedekten. En zoo groot was hun
ijver, met zooveel kracht hanteerden zij de stokken,
dat menig ezelsvel alweer pardon, dat menig
mcnschenvel en hoofd een deuk kreeg, waaraan vooreerst
geen repareeren te doen was. Maar enlin, de muzikale
ijver der agenten is voorbij en dengeen, die den ijver
bij zijne ondergeschikten opwekte, zal vermoedelijk een
deuntje voorgezongen worden, waarvan het refrein
zal luiden:
«En hij komt nooit weerom!'*
Nu we toch over die taptoe bezig zijn, mag er ook
wel een enkel woord gezegd worden over de beredene
politie, die in die dagen zoo'n schitterend figuur
maakte met de lange cavalleriesabels, die zij droeg,
welk figuur wel het schitterendst was, wanneer die
bereden manschappen afgestegen waren. Zaten zij te
paard, dan verried hun aangezicht wel geen vrees,
daarvoor klopt een agentenhart te moedig, daarvoor
stroomt er te veel heldenbloed door hunne aderen,
maar toch was bet hun aan te zien, dat volgens
hunne innige overtuiging de vaste grond al is die
soms wat hobbelig vaster standplaats is, dan de
rug van een dansend dragonderpaard. Hunne grootste
verdiensten bestond dus ook daarin, dat zij de burgerij
déden lachen. En daar een lachende menigte de zaken
van den besten kant beschouwt en niet tot wanorde
geneigd is, heeft de beredene politie veel tot de hand
having van rust en orde bijgedragen. Eere wien eere
toekomt. Nog schitterender figuren maakte in die
bewuste dagen, zooals wij allen weten, onze geachte
hoofdcommissaris, die bij den intocht des Keizers zijn
rijtuig op de opeengepakte menigte liet inrijden, om
ruim baan te maken, welk paardenmiddel evenwel
weinig genade bij de burgerij vond, die door zijne
uitstekende leiding der politie de menigte op die
stokkentractatie onthaalde. Maar genoeg van de taptoe.
Ons opschrift luidt: In en bij een politiebureau.
Vlak tegenover onze woning staat zoodanig gebouw,
versierd met een klokkentoren. Het bureau is gebouwd
in den trant van een fort of kasteel. Van den vroegen
ochtend tot den laten avond biedt dat bureau en zijne
omgeving de meest afwisselende tooneelen aan. Nemen
wij vooreerst het in- en uitvliegen der agenten. Om
de twee uren trekt eene afdeeling manschappen de
poort uit en verspreidt zich in verschillende rich
tingen, om de onderscheidene posten te gaan be
trekken. Merkt vooreerst op, met welke belangstelling
elke agent bij het uittreden der poort naar de lucht
kijkt om zijne kennis van de weersgesteldheid te ver
meerderen. Als lieden die in wisseling van gedachten
veel voordeel zien, worden dan enkele oogenblikken
gewijd aan het bespreken en vergelijken der opgevatte
meeningen, totdat men het eens is en het weer, hetzij
mooi, hetzij ber rd is verklaard. Vervolgens wordt
op eene omslachtige wijze den voorraad achter de
kiezen vernieuwd en eindelijk stappen zij langzaam
weg, overal met argusoogen rondkijkende niet naar
een mogelijken overtreder der wetten, maar naar een
dwarskijker in den persoon van een brigadier of
inspecteur.
In dien tusschentijd zijn de agenten, wier twee
diensturen afgeloopen zijn, met overgroote schreden,
in vliegende haast naar het bureau geijld om daar
twee uren uit te rusten. Anderen, wier vrijen dag is
aangebroken, verlaten nu ook het bureau met hunne
broodzakjes in de hand en eene sigaar in het hoofd.
Ook zij talmen niet, maar schrijden vastberaden voort
op den weg, die naar hunne woning leidt.
Herhaalde raaien per dag wordt de eentonigheid
van dit tweeurenstelsel afgebroken door de verschillende
voorvallen, die zich aan een bureau kunnen voordoen.
We zullen er enkele van aanhalen.
Eene steeds aangroeiende stoet jongens en meisjes
loopt naar de poort van het bureau. «Der is wat an
't handje!" Van alle kanten stroomen zij toe en nu
zijn het niet alleen kinderen, mannen en vrouwen
helpen den stoet vermeerderen. Het Amsterdamsche
publiek is nieuwsgierig.
Vischvrouwen verlaten de «mooiste bot van de
wereld"; groenvrouwen laten hunne peeën aan de genade
der straatjongens over, de voerlieden van karren en
rijtuigen houden stil om te kunnen profiteeren, want
«der is wat an 't bandje!" Eindelijk hoort men in de
verte een geraas, een nieuwe afdeeling straatjongens
verschijnt, dansend en springend van louter pret voor
een paar agenten uit, die eene dronken vrouw naar
het politiebureau brengen. Eene andere afdeeling van
het straatleger sluit den stoet. Nu bereikt de spanning
van de wachtende menigte het toppunt, halzen worden
uitgerekt, honderden oogen richten zich naar denzelfden
kant. Voortdurend nog stroomen aanzienlijke scharen
toe, tot eindelijk de agenten met de «tobbe" dicht
genoeg genaderd zijn, om iedereen tevreden te stellen.
Een luid geschreeuw stijgt op, ter eere der beschonkene
dame, die nu aan den ingang van het bureau door
eenige andere agenten hoffelijk wordt ingehaald. Ander
maal stijgt een oorverdoovend gejoel op en na nog
eenige minuten turens naar het bureau, gaat de menigte
uiteen, ieder naar zijne bestemming. Somtijds houdt
er wel eene equipage voor het bureau stil, in den vorm I
van een handkar, waarop een zalig heer ligt uitge
strekt. Ounoodig te zeggen, dat de toeloop van volk
dan nog grooter is. Is de kar voor de poort gekomen,
dan laat een welwillende agent de kar dompen, zoo
mogelijk met het gevolg, dat de inhoud op straat
rolt, die dan verder in het bureau gesjouwd wordt.
Dronken lieden leveren een niet onaanzienlijk deel
der dagelijksche bureaubezoekers op. Doch ook in zaken
van anderen aard verschijnt menigeen in 't »bero",
zooals men hier zegt. Jongelieden met lange vingers
worden herhaaldelijk opgebracht, alweer gevolgd door
eene talrijke menigte. Overtreders der politiever
ordeningen verschijnen er ook vaak. Kortom, het staat
den ganschen dag niet stil, zoodat het wonen in de
buurt van een bureau voor zenuwachtige nieuwsgierige
vrouwtjes vaak eene onuitstaanbare kwelling wordt,
hoevele malen de nieuwsgierigheid ook bevredigd wordt.
Stel u maar voor. Zoo'n vrouwtje, die van uit hare
ramen een prachtig gezicht op de poort van het bureau
heeft, is b.v. bezig met aardappelen schillen. Daar
klinkt het bekende geschreeuw. Opstaan en naar het
raam vliegen is het werk van een oogenblik. Met het
bovenlijf halverwege uit het raam liggende, om vooral
maar goed te kunnen zien, doorleeft die vrouw eenige
der schoonste oogenblikken. Zij blijft liggen tot alles
afgeloopen is en gaat nu weder aan het werk.
Nauwelijks zijn de aardappels opgezet, of «der is
warempel weer wat an 't handje!" Weer uitkijken.
De feiten herhalen zich toevallig onder het koken der
aardappelen nog al dikwijls, zoodat het goede mensch
onophoudelijk in vliegenden ren is van de keuken naar
het raam en van het raam naar de keuken, totdat
zij zich ten laatste van vermoeidheid op een stoel moet
laten neervallen. Komt manlief 's middags thuis, dan
vindt hij zijne wederhelft klagende over het zware
werk dat zij verrichten moet en de man féliciteert zich
met het heugelijke feit, dat hij zoo'n buitengewoon
ijverig vrouwtje getroffen heeft.
Laat ons nu nog tot slot even een kijkje nemen in
bet bureau, waar juist een waschvrouw, die voor de
lui wascht, een verhoor ondergaat, naar aanleiding
van eene klacht door eene juffrouw, bij wie zij wascht,
ingebracht.
Commissaris: «Uw naam?
Waschvrouw: Grietje van der Kal, menoertje, ik
woon op het Vuile Weespad, nummer 6, drie hoog,
achter en heb zeven bloedjes van kindertjes. Der luie
vader zuipt zen eigen zellevers alle dagen dronken,
mar ik ben Goddank een net mensch en
Commissaris: uAl genoeg, je zegt Grietje van der
Kal? Hoe heet je man?"
Zij. Mijn man, die leelijke dronkelap, die vent is
niet waard, dat 'k zen naam noem, maar ie heet
Doris van Pappe, mar ze noemen hem altijd«Schele
mik
Hij (schrijvende). Je wordt door juffrouw van der
Pol beschuldigd twee hemden van haar weggenomen
te hebben."
Zij (met de handen in de hoogte.) Ik, mnr men
lieve mensch, dat is om te lachen. Ik twee heraden
weggenomen van dat leelijk mirakel, die te gierig is,
eene fatsoenlijke waschvrouw te eten te geven. Verbeeldt
uwes, meneer, ik krijg bij haar twaalf stuivers per
dag en dan zoogenaamd de kost. Boterhammetjes
ftt, als je blaast, benne ze weg en 's middags aardappels
met lawaaisaus, 't Is wat lekkers, mar
Hij«Zwijg nu maar even."
Zij. Zwijge meneer, as zoo'n slodderfoks, zoo'n loop
in 't lijntje, zoo'n uitgerafelde bezemstok, je de kroon
van het hoofd neemt. Ik heb nooit met de peiisie wat
te doen gehad en nou zou
Hij. Zwijg, zeg ik je met die praatjes. Zeg liever
maar, hoe het met die hemden gegaan is. Hebt je ze
weggenomen of niet?
Zij. Zal ik sterven, meneer, as 't waar is." Ik zal
een ber rte krijgen, as 'k het gedaan heb. Wat
zou ik met der vodden doen Der hemden zijn zoo
dun, je kan er wel door heen lezen, dan hoef je nog
niet eens door de gaten te kijken, die er in zijn. Zoo'n
uitgedroogde stokvisch, die fatsoenlijke moddermadara.
Hij. «Dus je ontkent dat je 't gedaan hebt?"
Zij «Zeker ontken ik, mar laat ik ze mar eris tegen-
komme, die valsche donderkop, dan zal ik ze der
geroeene katoogen uit der kop halen. Me zoo te ver-
schandaliseeren!"
Ziedaar een staaltje, van welken aard vaak de
conversatie in een bureau is.
Laat ons nu maar het bureau uitgaan en de wasch
vrouw aan haar verder lot overlaten.
ZELANDUS.
Ingezon<len stukken.
Saimenspraike tusschen Stoffel Bieze
en Jilles Krukel.
XIII.
Jilles. Goeijen aivend buurt, noe kom ik je nieuws
vertelle, dat zal je anstai.
Stoffel. Ze m'n ommes toch geen ouderlienk ernaikt
Jilles. Nee Stoffel, m'n toch geen dominee't is
eel wat aors, de eeren van den tram weer bie m'nkaore
eweest, in ik oirde van 'n burgemeester zegge, dat ze goed
opschiete.
S toffel. Bin ze dan al an 't leggen van de baine?
j Jilles. Nee, mar loapt de zaike niet vooruut, want
't angt nog in de lucht. Zukke zaiken gai zoo gauw niet,
al wat van oagerhand komine mot gait aoltied de slekkegank,
d. w. z. as ze geen geld van ons te trekken
Stoffel. Ik docht dat de oage regeeringe dageliks
schoonschip mieke mit aol de brieven en zaiken die inkomme.
Jilles. Dat liekt niet man, ik wel is oirt dat sommige
brieven in 't geëel niet ope edai worre, in zoo mar de
mande ingai.
Stoffel. Dat kan Klaos dan treffe, die lest nog an de
menister schreef over de jagt in de bannen, noe zal ie
mogefik nog langer op 't antwoord motte wachte as op
dat van Stoffel zonder naim, dair ie om raid vroeg.
Jilles. Ja, dat begriep ik niet; ie ao beter an Stoffel
Bieze zoa ies kunne vraige.
Stoffel. Dat was niet noodig man, want ie zal 't best
wete oe ik er over dienke, ie weet wel dat ik ongevraigd
in de Westersche leegte jaige, in de bannen niet ontzie,
as ie dat noe oak doet, dan zal ie mogelik in 't geëel niet
emoeit worre, of de rechtbank zal 't uutmaike of ie recht
eit of niet.
Jilles. Dat is wair, mar Klaos zal oak benauwd van
de rechtbank weze, want dair zilte mannen, die voor geen
dailder daigs et woord doe, in 't minste dat er opdoet kuije
betaile dat je zwart wordt, of in de gribus.
Stoffel. Je wordt toch zoo gauw niet opeslote buurt.
Jilles. 't Is nai oe 't vaolt, ik oirde meneer Simon
zegge dat er in de krante stong, (uut Antwerpe) dat er 'n
soldaot mit verlof veromme kwam uut Brussel, in volgens
den oppersten ééne minuut te laite kwam, in dairvoor twee
jaar kreksoneele gevangenisse mot ondergai. De soldaot
beweerde, dat de klokke van Brussel mit de Lievevrouwekerk
twee minuten verschilde, mar ze steurde d'r eige niet an
de Lieve vrouwe, ie kon zonder eur ulpe gai bromme.
Stoffel. Ja buurt, groote mannen straffe kleine diengen,
je ziet in ons land oak wel is zoa ies.
Jilles. Dat is wair, as je dat mar is naigait. Is er
biegeval 'n ondeugende jongen die 'n ekken van 'n weije
opezet, in de beesten komme op de wegt, dan kuije d'r
oprekene dat je boete mot betaile, of gevangenisstraffe mot
ondergai. Zeis 'n boete van twee kwartjes wordt bie
wanbetailinge mit gevangenisse bedreigd, zoodat m'n dairuut
kunne opmaike, dat de eeren de gevangenisstraffe zeer
laig rekenen, 'n fatsoenlik man noemt gevangenisstraffe zeer
onteerend, in onder de ermen, die geen twee kwartjes
kunne geve, bin oak eergevoelige. Ik zou wel is wille wete
of de wetgever dat zoa bedoelde toe ie die wetten schreef.
Stoffel. Lest wier d'r bie Bom oak nog over epralt,
in toe was er een, die de gevangenisse voor kleinigheden
zeer afkeurde, want, zeit ie, veelal kinders worre al in
kennisse estelt met 't gevang, in dat werkt zoa schaidelik
op d'r volgend leven, in deur dat de menschen om 'n
kleinigheid worre opesloten, eit bie velen die opsluuting 'n
eel andere beteikenisse ekregen, omdat er onder het volk
zooveel bin die dairmee kennisse maikt bie de be9chaifde
menschheid bluuft et toch 'n verachtelike plek. in die dair
eens binne eweest worre d'r levenlang op anezie. Mar
die man zei oak, dat et gevairlik wds om verbaliseerd te
worren, oewel ieder dair soms onschuldig in ongedocht
in komt, in dan kom je zelden zonder betailen vrie, want
dair wordt veel om de centen edai.
Jilles. 't Is wel wair man, dat is in aole zaiken. Ik
ao verlee weke nog wat suukerpeen te verkoapen, in vroeg
elf gulden voor de duuzend kilo, nee man, zei de agent, ik
mag niet meer besteé as f 9,50. Ik zei, noe man, gai jie
dan raar nair je land veromme, in toe ie merkte dat ik
niet toebeet, zeit ie: weet je wat, ik zal je dan nog 'n
dailder per duuzend kilo meer geve, dat is dan voor't zaid,
want de peen magge niet meer koste. Je begriept, dat ik
dair niks omgaf als ik m'n elf gulden mar kreeg.
Stoffel. Wairom doe ze noe zukke raore negotie?
Jilles. Je eit wel is van den bond oird, noe, die eit
besloten om niet meer as f 9,50 voor de peen te geven,
in om noe d'r woord niet te breken, geve ze f 1,50 voor
't zaid van iedere duuzend kilo peen meer.
Stoffel. Wat de mensen tegenwoordig verzinne, kuije
niet bie, de peen eit aoltied 'n vieze boel eweest, in dat
bluuft et, in daarom zaoi ik geen peen meer.
Jilles. As je boer bint dan kuije niet zegge wat je
niet meer zaoit, je mot net as 'n windwiezer meedraoien,
zooas de barometer van de verschillende martvraigen dat
anwiest.
Stoffel. Dat is wair, want die van 't jair goeije airpels,
juun in terve eit, in dan wat meèvaiten, die oeft niet be-
nouwd van aolereiligen te wezen.
Jilles. Ik zou zoa een in andere goed in kunne
schikke, want die koeie die 'k in de pit motte steken
stait nog bie de notaris te betailen, in den aoren zal 'k
motte verkoape, want die d'r elder mankeert.
Stoffel. Dan ouw je niks over as 'n geite.
Jilles. Eol m'n plan is in dungen evaolc, ik ao dak