ZIEBIKZEESCI1E NIEUWSBODE. Zaterdag 31 October 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. KENNISGEVING. Geven en Nemen. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 48ste JAARGANG. No. 6073. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend Ljjst van Brieven, geadresseerd aan onbekenden, over do lo helft der maand October 1891: 1. Kwaak, Nieuwerkerk. 2. E. Hekman, Rotterdam. Sluiting jacht op Patrijzen. De COMMISSARIS der KONINGIN in ZEELAND, gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 23 October 1891, No. 84; gelet op Art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 Staatsblad No. 87); maakt bekend, dat de sluiting der jacht op Patrijzen, in de provincie is bepaald op Zaterdag' T" No- vember 1891, met zons-ondergang, en dat het tijdstip van de sluiting der jacht op het overige klein wild nader zal worden vastgesteld. MmDRr.Btmo, 20 October 1891. De Commissaris der Koningin voornoemd, DE BRAUW. Men moet zoo'n beetje geven en nemen, is een Nederlanascli gezegde, waarmee men aanduidt, dat er een beetje geschikt en geschipperd moet worden. In dien zin bozen wij echter heden de woorden aan het hoofd van ons opstel niet, maar zij vloeiden ons uit de pen hij het overwegen van enkele op merkingen in het Voorloopig Verslag over de Indische begrooting, dat wij natuurlijk niet in zijn geheel kunnen behandelen, maar waarover wij toch enkele opmerkingen wenschen te maken ter be antwoording der vragen Zullen wij geven wat Indië behoeft? Zullen wij nemen wat wij krijgen kunnen? Natuurlijk komen die vragen bij vele punten op de begrooting ter sprake, maar wij wenschen er slechts een tweetal uit te kiezen, omdat zij vol doende zijn, om te doen zien, in welken geest o. i. die vragen behandeld en beantwoord moeten worden. Wij vinden dan in het V. V. vooreerst deze op merking: «Van vorschillende zijden betoogde men, dat het in de gegeven financiëele omstandigheden wenschelijk was, zich te beperken tot die irrigatie- werken, die binnen een niet te ver verwijderd tijd stip kunnen leiden tot dekking van renten en aflossing der daarvoor bestede gelden en tot ver hooging van het productief vermogen der bevolking. In verband hiermede zou men gaarne vernemen, tot welk bedrag ten gevolge van de waterwerken in Demak de landrente aldaar is verhoogd". Het verwondert ons en het doet ons leed, dat tegen die uitlating niet dadelijk en krachtig verzet is aangeteekend. Wij zouden ons er geheel mee kunnen vereenigen, als men betoogd liadde, dat men zich niet nu slechts, maar altijd moest beperken tot zoodanige bevloeiings werken, die het voortbrengend vermogen van den bodem kunnen verhoogen. Wij vermoeden, dat ook in het Verslag bedoeld is te spreken van het voortbrengend vermogen van den bodem, doch in verhand met hetgeen daaraan vooraf gaat en er op volgt, is het dan een veelzeggende sghrijf- of drukfout, waar er gesproken wordt van het voortbrengend vermogen der bevolking. Inderdaad schijnen de leden, wier gevoelen hier wordt weergegeven, enkel oog te hebben voor de vraag, of hetgeen voor Indië in deze gedaan wordt, goed is voor de Nederlandsche schatkistof er naar verhouding evenveel ontvangen zal worden als de werken aan rente en aflossing zullen vorderen; of de werken in Demak al zooveel opbrengen, dat zij de rente en aflossing kunnen dekken? Eilieve I Wie heeft die vraag gesteld toen Neder land uit zoogenaamde Indische baten spoorwegen aanlegde? Wie heeft er aan gedacht te vragen of Indië uit de opbrengsten dier spoorwegen rente en aflossing vergoed kon krijgen? Men heeft er niet eens naar gevraagd, of de Nederlandsche schatkist zooveel trekken zou, als rente en aflossing zouden moeten bedragen, en wanneer men nu eene vraag stelde ten aanzien van de Nederlandsche Spoorwegen, als die in het V. V. gedaan is ten aanzien van de waterwerken van Demak, dan zou het antwoord moeten luiden: Vriend, waar denkt gij aan? Spoor wegen dienen niet om winst te maken, spoorwegen dienen niet om hun eigen kosten te dekken, spoor wegen dienen tot bevordering van het verkeer, in het belang van handel, nijverheid en landbouw en bevorderen de algemeene welvaart. Niet op de directe, op de indirecte voordeelen moet gij het oog vestigen. Volkomen juist, is ons antwoord; wij zijn het daarmede geheel eens wat de Nederlandsche spoor wegen en de Nederlandsche waterwegen en alle werken van openbaar nut in Nederland betreft, maar wij geven hetzelfde antwoord, waar het soort gelijke werken voor Ned. Indië betreft, en als men nu dan de vraag stelt: brengen de irrigatie-werken evenveel op als zij kosten, dan is ons antwoord: daarnaar hebben wij niet te vragenslechts daarnaar hebben wij te vragen, of de bevloeiingswerken het voortbrengend vermogen van den grond, de wel vaart der bevolking verhoogen, of de werken, die gedaan moeten worden in het belang zijn der alge meene ontwikkeling van land en volk, en als het antwoord op die vragen bevestigend luiden kan, dan moet onze leus zijnlaat ons Indië geven wat het behoeft, zonder te vragen, of men in den vorm van landrente of andere rechtstreeksche in komsten evenveel kunnen nemen als wij geven zullen. Het tweede punt, waarop wij de aandacht willen vestigen, is het uitvoerrecht op de suiker. Dat uitvoerrecht is met het oog op den henarden toestand, waarin de suikerondernemingen verkeerden, tjjdelijk voor 5 jaren geschorst. Die 5 jaren loopen ten einde en nu zegt de Minister wel niet, I dat hij er over denkt dat recht weer te heften, maar hij zegt ook niet, wat men van hem wei verwacht zou hebben, dat hij er volstrekt niet aan denkt. Naar aanleiding daarvan nu meenden, volgens het V. V., sommige leden, «dat de opheffing der schorsing geen bezwaar kon opleveren." Waar schijnlijk zullen de leden, die hier maar wilden nemen, ook behoord hebben tot die, welke in het zooeven bedoelde geval zoo weinig mogelijk willen geven. Gelukkig kwam men van andere zijde daartegen op. Uitvoerpremiën kunnen in zeer enkele gevallen werken als eene verbruiksbelasting. Als een land met uitsluiting van elk ander eenig artikel voortbrengt en dat wordt hij uitvoer belast, dan kan men aannemen, dat die belasting drukt op den buitenlandschen verbruiker. Zoodra echter het artikel ook in andere landen vervaardigd wordt, stoort de handel zich niet aan de uitvoerbelasting, die men hier of daar wil heffen, maar regelt de prijs zich eenvoudig naar de wet van vraag en aanbod en moet de voortbrenger in het land dat uitvoerrechten heft, wel die rechten zelf betalen, en werkt dus dat recht als eene belasting op landbouw en nijver heid van het eigen land. Dit is hier nog te meer het geval, omdat de suikernijverheid in een geheel buitengewonen toe stand verkeert. Alle landen geven op de suiker uitvoerpremiën, of, voor zoover die rechtstreeks verleend worden, zijn de belastingen zoo geregeld, dat die als uitvoerpremie werken. Daartegenover nu de Javasuiker met een uitvoerrecht te belasten zou gelijk staan met de suikernijverheid op Java dood te drukken. Wil men in Indië nemen, waar dit niet behoort, en weigert men te geven, wat Indië behoeft, dan zal men zich te laat beklagen over de averechtsche staatkunde, want dan zal het blijken, dat men Indië heeft uitgemergeld en de schoonste parel van Neer- lands kroon heeft beroofd van haar glans. Weet men echter te geven op zijn tijd, dan zal er ook te nemen blijven, want al genieten wij geen rechtstreeksche baten, de voordeelen die een wel varend, zich krachtig ontwikkelend en in bloei steeds toenemend Indië langs allerlei wegen aan Nederland schenken zullen, zijn onschatbaar groot. Overal waar de clericale partij er kans toe ziet, richt zij hare pijlen tegen het onderwijs. Steeds ontkent zij, dat zij het onderwijs schuwt, dat de algemeene ontwikkeling niet in haar kader past, maar toch het onderwijs, het staatsonderwijs, meer nog de zorg, die de Staat draagt voor goed onder wijs, heeft het onder allerlei voorwendsels steeds hard te verduren. Nu eens heet het dat de richting waarin dat onderwijs wordt gegeven niet voldoet aan aller behoeften, dan weer dat de kosten die het eischt te groot zijn en vergeten wordt, dat geen enkele Staat ooit berouw zal behoeven te hebben van het geld, dat ze uitgeeft om het volk meer te ontwikkelen en dus meer te beschaven. De klacht over de groote uitgaven, die het onderwijs eisclit, is weer eens vernomen van clericale zijde bij de begrootingsdehatten in de "Fransche Kamer. Daar zijn namelijk de algemeene beschouwingen over de begrooting begonnen en een clericaal afgevaardigde begon met de bewering, dat de druk der belastingen ten toppunt gestegen was, zoodat het eene eerste vereischte was bezuinigingen in te voeren en natuurlijk moesten deze gevonden worden op den post voor onderwijs. Gelukkig werd deze bewering dadelijk tegengesproken. Er werd geconstateerd, dat de financieele positie van Frankrijk met den dag verbeterde, evenals de politieke, terwijl tevens werd erkend, dat de Republiek trotsch mocht zijn op hetgeen reeds tot stand was gebracht, al werd erkend, dat er nog veel te doen overbleef. Een lid der begrootingscommissie verdedigde het budget en eindigde zijne rede met de verklaring, dat de Kamer als zij op den duur haren goeden wil blijft toonen, het oogenhlik weldra zal zien aanbreken, dat de macht van Frankrijks financier, evenals zijne militaire macht, de bewondering der gansche wereld zal wekken. Tot heden gaan de beraadslagingen kalm aan, maar er zijn tal van interpellatiën aangekondigd, die vooral betrekking hebben op de jongste gebeurtenissen in Italië en op de houding der regeering tegen de geestelijkheid, en het zou niet te verwonderen zjjn, als deze interpellatiën aanleiding gaven tol stormachtige zittingen. Terwijl de Kamer zich bezig houdt met de begrootings- discussiën, is de Senaat aangevangen met het behandelen der nieuwe tariefwet en bij de behandeling daarvan zijn de ceconomische betrekkingen tusschen Frankrijk en Spanje ter sprake gekomen. Zooals hekend is, heeft de nieuwe tariefwet eene belangrijke verhooging der Fransche invoerrechten ten doel. Maar als de wet haren invloed werkelijk zal doen ge voelen, moeten de spoorwegbesturen hunne vrachten niet dermate verlagen, dat de verhooging der invoer rechten gelijk staat met de verlaging der spoorvracht. Voor den Spaanschen wijn bestaat nu een afzonderlijk spoorwegtarief, dat gemaakt is voor de concurrentie met den waterweg, die uit eene Spaansche haven naar Havre of Marseille voert. De Fransche regeering heeft nu na het opzeggen van bet handelsverdrag met Spanje ook het speciale spoorwegtarief inge trokken, om daardoor genoegen te doen aan de Fransche wijnbouwers. Spanje is daarover niets in zijn schik. Overal worden vergaderingen belegd om tegen deze handelwijze van Frankrijk te protesteeren, ja, men spreekt zelfs van een ministerieele crisis, die door deze handeling zou ontstaan. De Spaansche bladen maken verbazend veel ophef van de zaak en doen den genomen maatregel voorkomen als speciaal genomen om de Spaansche nijverheid te knakken. Zij dreigen er zelfs mede, dat Spanje wel eens zou kunnen toetreden tot de triple alliantie, als het van Frankrijk niet meer facaliteiren krijgt over den invoer van zijne voortbrengselen. Het is niet te denken, dat de Senaat zich door al dat geschreeuw van den weg zal laten brengen, die hij meent te moeten inslaan. Frankrijk wil met alle geweld de weg op van Italië, Spanje, Zwitserland en Amerika en door verhooging van invoerrechten zijne eigene industrie bevorderen. Of de maatregel doeltreffend blijken zal? Daarover heersebt groot verschil van meening. In buitengewone tijden van hongersnood of slechte oogsten, van algemeene malaise enz., kan het misschien zijn nut hebben, een tijdelijken maat regel te nemen den uitvoer te belemmeren, als algemeene regel mag worden aangenomen, dat de bevolking het meeste welvaart geniet, wanneer den handel geene hinderpalen worden in den weg gelegd. -- In Rusland, waar thans groote hongersnood keerscht in sommige districten, heeft men het denkbeeld geopperd om den uitvoer te verbieden van tarwe, haver en aardappelen, maar in regeeiings- kringen wint meer en meer het denkbeeld veld, dat het niet wenschelijk is, dat te doen, want men vreest, dat het doelhet dalen der prijzen, er toch niet door zal worden bereikt. De ellende, die in sommige districten heersebt, moet verbazend zijn. De Czaar heeft uit zijn particulier vermogen eene som van 3 millioen roebels geschonken, ten einde aan de ellende eenigszins tegemoet te komen en daarbij heeft hij de grondbezitters en den adel aangespoord het hunne te doen, ten einde zooveel mogelijk den hongersnood te lenigen. Berichten uit Odessa melden dat ook de vooruitzichten voor een volgenden oogst allerongunstigst zijn, tengevolge de langdurige droogte, die thans keerscht. De boeren laten het beploegen van het land achterwege en de groote grondbezitters verklaren, dat er geen winter-tarweoogst zijn zal, wanneer er niet spoedig regen komt. "De laatste berichten echter achten den toestand gunstiger geworden, doordat de zoozeer gewenschte regen eindelijk gekomen is. De reis van den Russischen Minister Von Giers houdt nog steeds de aandacht bezig. Meer en meer won het denkbeeld veld, dat hjj in de conferentie met den Italiaanscben Minister di Rudini kennis zou hebben gekregen van de tractaten dor triple alliantie. Men vergeet daarbij de omstandigheid, dat Italië deze nooit openhaar zou mogen maken zonder goedkeuring van Duitschland en Oostenrijk. Thans is er eene oflicieuse tegenspraak van dit bericht in de Italiaansche bladen verschenen, terwijl men nu uit gewoonlijk goed ingelichte bron weet te melden, dat de bijeenkomst geen ander doel heeft gehad, dan een huwelijk tusschen een Russischen Prins en eene dochter van den Koning van Italië. Eindelijk is het voorstel tot grondwetsherziening in België uit de handen gekomen van den rapporteur Het stuk is zeer groot en wanneer het *in behandeling zal komen weet niemandde regeering heeft geen haast. Het tijdstip der behandeling zal uitsluitend van de Kamer afhangen. Inmiddels worden door de voorstanders der herziening buiten de Kamer de toebereidselen gemaakt, om de agitatie te hervatten. In de mijndistricten is de beweging weer in vollen gang. De mijnwerkersbond van het Centre bereidt openbare vergaderingen voor, waarvan de le zal plaats hebben op 1 November; Er is sprake van daaraan toe te voegen een optocht van alle aaneengesloten vereenigingen, en alzoo in deze dichtbevolkte buurt op de openbare straat eene betooging ten gunste van bet algemeen kiesrecht te houden. In het Luiksche Bekken zal er op 22 en 23 November eene groote vergadering van mijnwerkers plaats hebben te Seraing, waarvan de uitgebreide agenda van werkzaamheden een paar dagen geleden is openbaar gemaakt. En alsof dat nog niet genoeg ware, zal er te Brussel 's daags voor de opening der Kamer eene betooging plaats hebben, om «te protesteeren tegen het streven om de grondwetsherziening weg te moffelen en om de onmiddellijke behandeling te eischen van het aan hangige herzieningsvoorstel." Het is natuurlijk niet te zeggen wat deze betoogingen zullen uitwerken, maar gerust is de regeering niet, wat hieruit blijkt, dat de infanteristen der lichting, die gewoonlijk met 1 October met groot verlof gaan als de roeraten der jongste lichting opkomen, ditmaal onder de wapenen zijn gehouden. Engeland. Te Southampton ia overleden de luitenant-kolonel Hewett, de laatst overlevende Britsche officier uit den slag van Waterloo. Hjj was in 1792 geboren. Rusland. Aan het Berl. Tgbl. ontleenen wjj een en ander over den toestand in Rusland: «Zoolang het niot bliksemt slaat de boer geen kruis" zegt een Russisch spreekwoord. De nood daar te lande heelt dan ook alle regeeringslichamen geheel on voorbereid gevonden en van goed georganiseerd hulp verleenen was tot nu toe geen sprake. Hier krjjgen welgestelde lieden onderstand, terwjjl daarnaast boeren den hongerdood nabjj zjjn; ginds komt het koren woekeraars in handen die nu hun slag weten te slaan; elderB is het uitgedeelde meel zoo slecht, dat de menschen er ziek van worden. Terwjjl de regeering op den ge wonen, langzamen, bureaucratischen weg inlichtingen vraagt, verhongeren geheele dorpen of voeden de be woners zich met walgeljj keen oneetbare brood-surrogaten. Ia het district Samara ontmoet men vaak menschen, die in vier of vjjf dagen niets gegeten hebben. Dat deze ellende tot ontzettende misdaden leidt is te vor klaren. In het district Tarabow heeft een weduwe haar drie kinderen gedood, om ze niet van den hoDger te zien sterven en hing daarna zich zelf op. Tegenover dit gebrek staat een schandeljjke woeker van hen, die in 't bezit zjjo van levensmidelen. Een «anti-semiotisch" blad beeft zelf beweerd, datde Joodsche woekeraars engelen zjjn, vergeleken bjj de woekerende Russische boeren. In Saratow, waar enkele gemeenten een goeden oogst hebben gehad, wierpen de boeren j het overtollige koren in het water, liever dan hun gebrek ljjdende buren te helpen en de kans te loopen een volgend jaar belasting te moeten betalen. Waar zulke feiten plaats hebben, krijgt men wel een allerdroevigst denkbeeld van de zedelijke ont wikkeling van den Russischen boerenstand. De volgende staaltjes van menscheljjk ljjden en akelige ellende worden nog medegedeeldTe Ratchino, Orenberg, kwam een weduwe uit een naburig dorpje om brood bedelen voor haar kinderen. Zjj kreeg wat voedsel en haastte zich daarmede terug, maar vond, thuis komende, haar kinderen dood. Bjj de Ijjkopening bleken de magen niets te bevatten dan schillen en zand. Te Ekaterinaburg biechtte een vrouw aan een priester haar voornemen om haar kinderen te ver moorden, ten einde hen voor langer ljjden en erger dood te behoeden. De priester ging met haar, voorzien van voedsel, naar haar woning, waar de kinderen op het brood aanvielen. Kort daarna stierven de kleinen. Een dienstmeisje, dat bij haar familie op het land was geweest, verklaarde dat mannen en vrouwen aan het vee in de stallen het voedsel betwistten. Koop lieden trekken het land rond, alles tot spotprjjzen van de noodljjdenden opkoopende. Ofschoon 't voor een Russische een schande is kort haar te dragen, laten de arme vrouwen, zich kaal scheren. Voor den rjjksten haardos wordt nauwelijks 2 roebels betaald. De regeering heeft verboden groote hoeveelheden graan aan graankoopers te verkoopon, ten einde spe culatie tegen te gaan. In Amerika zjjn fondsen bijeengebracht, waarvoor granen gekocht zjjn, die naar Roeland zullen worden gevoerd. Een deputatie uit de rijkste kooplieden te Moskou is te Petersburg gokomen om de regeering te ver zoeken een vereeniging te mogen vormen, welke zoo veel mogeljjk aan de rampen van den hongersnood zou willen tegemoetkomen. De vereeniging zou gesteund worden door een groot kapitaal en een aantal vrjj- willigers zoudon helpen om d£ulr bjjstand te verleenen, waar zulks noodig is. De minister van binnenlatidache zaken heeft, naar de correspondent van de Daily News meldt, geweigerd die toestemming te verleent n en heeft verklaard, dat ieder, die de geteisterde strekeu bezocht met het doel van de voorgestelde vereeniging, gearresteerd zal worden. Ook is aan leden van do Emigratio-vereeniging verboden steun te verleenen op verschillende punten van aankomst en vertrek van emigranten. Dinsdagnacht is een trein met verschillende koopwaren tusschen Wladikawbas en Rostov door boeron aangevallen cn bjjna geheel geplunderd. Duitschland. Terwjjl keizer Wilhelm II in den afgeloopen zomer zijn langdurigen tocht langs de kust van Noorwegen deed, kwam te Berljjn het bericht dat hjj zjjn ge- heelen baard liet groeien. Op dit verrassend nieuwtje volgde terstond een druk goscbrjjf over de vraag, of het wel waar zou zjjo. De een vond het natuurljjk, dat de Keizer zjjn manneljjk voorkomen door een vollen baard wilde verhoogen; de ander vond het in strijd met 's Keizers smaak en hield het dus voor een opgeraapt praatje, tot eindelijk een Berljjnsch blad den verstandigen raad gaf: «Laat ons dien Btrjjd over 's Keizers baard toch liever staken; over drie dagen komt bjj terug, dan gaat hjj den volgenden ochtend naar de parade en dan kan iedereen zien wat er van is." En ziodaar, met een vollen baard verscheen hjj toen voor het front der troepen. Maar wie het ook mooi vond, het waB de Keizerin volstrekt niet naar den zin. Was het dus mislukt haar daarmee eon bljjde verrassing te bereiden, zoo besloot hjj dit nu langs den tegenovergestelden weg te doen en wel bjj gelegenheid van haar verjaardag. En inderdaad, het was haar een aangename verrassing, toen hjj haar verleden week 's morgens kwam felici- teeren zonder baard. Doch ook in een anderen kring heeft de verdwijning van dien baard veel genoegen gedaan. Ia Juni had nameljjk een commissionair te Berlijn voor eene firma te Muncheu eene bestelling van 2300 busten des Keizers aangenomen, die den 15 September moesten worden afgeleverd. Zoodra die firma hoorde van een «vollen baard", herinnerde zjj den commissionair aan do voor waarde in het contract, dat hot bjj de aflevering moest bljjken of de busten goed geljjkend waron. Daar zjj natuurljjk waren gemaakt Daar eene beeltenis zonder vollen baard, was dit voor den commissionair geene kleinigheid. Hjj meende evenwel, dat naardien do busten in Juni waren besteld, hjj zich aan de toen malige beeltenis kon houden. De firma betwistte dit en zoodoende werd de zaak voor den rechter gebracht. Men kan dus begrjjpen met welk een genoegen de beide partyen nu hoorden, dat het gelaat des Keizer9 weder het vorig aanzien had, zoodat de rechtszaak verviel, de firma hare busten en de commissionair zijne betaling in ontvangst kon nemen. Maar nu al die ongelukkige anderen, die in allen haaBt reeds waven begonnen met «volbaardige" borst beelden te maken! Één huDner is op het denkbeeld gekomen om nu toch maar voort te gaan met ze te koop te stellen, onder bekendmaking, dat, wie zulk eene buste wil koopen ter berinnering aan eene huise- Ijjke episode uit 's Keizers leven, ze alsnog kan ver- krjjgen; maar dat men zich dan ook moeBt haasten, daar weldra de overbljjvende zullen vernietigd worden. Of bem dit zal baten? Zoo ja, dan zullen ook de verkoopers van portretten des Keizers toch nog wel eenige van de nieuwe aan den man kunnen brengen. Op den Oldenburgschen spoorweg tusschen Bremen en Delmenhoret heeft men Dinsdag ochtend een bruids paar uit Delmenhorst dood op de rails gevonden. Bljjkbaar waren zjj door den laatsten avondtroin over reden. Zjj waren beiden werkzaam aan eene fabriek, vanwaar zjj over den spoorweg huiswaarts bonden komen. J3ox*l\jii, 28 Oct. De Jleichsanzciger meldt, dat Emin Pacha met Stuhlman in begin Juli van het Albert-Eduardmeer naar het Albortmeer trok. Bjj het verlaten van het voor Duitschland belangrjjk gebied had Emin tegen den hom opgedragen last gehandeld en zou hjj dus alleen de verantwoordelijkheid voor die daad moeten dragen. Nederland. Amsterdam. Een bootsman van de koop vaardij vaart was de vorige week mot vollen buidel uit «Oostinje" teruggekeerd.Vrouw en kleuters hield bjj er niet op na en by vond er daarom volstrekt >geen beenen in", zei hjj, nu hier «do blommetjes eens buiten te zetten". Zaterdagavond ging bjj er op uit. Zjjn eerste bezoek gold, zooals van zelf spreekt, meende hjj, den Zged»11" Daar bezccht hjj tapperij op tapperij. A~ danshuis en had per slot van rekening Bluk in zjjn pelerine", dat hjj zjjn kwjjt was en niet meer goed wist of droomde.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1