ZIEBIKZEESCI1E NIEUWSBODE.
Zaterdag 31 October 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
KENNISGEVING.
Geven en Nemen.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 6073.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend
Ljjst van Brieven, geadresseerd aan onbekenden, over
do lo helft der maand October 1891:
1. Kwaak, Nieuwerkerk.
2. E. Hekman, Rotterdam.
Sluiting jacht op Patrijzen.
De COMMISSARIS der KONINGIN in ZEELAND,
gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 23 October
1891, No. 84;
gelet op Art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 Staatsblad
No. 87);
maakt bekend, dat de sluiting der jacht op Patrijzen,
in de provincie is bepaald op Zaterdag' T" No-
vember 1891, met zons-ondergang, en dat het
tijdstip van de sluiting der jacht op het overige klein
wild nader zal worden vastgesteld.
MmDRr.Btmo, 20 October 1891.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
DE BRAUW.
Men moet zoo'n beetje geven en nemen, is een
Nederlanascli gezegde, waarmee men aanduidt, dat
er een beetje geschikt en geschipperd moet worden.
In dien zin bozen wij echter heden de woorden
aan het hoofd van ons opstel niet, maar zij vloeiden
ons uit de pen hij het overwegen van enkele op
merkingen in het Voorloopig Verslag over de
Indische begrooting, dat wij natuurlijk niet in zijn
geheel kunnen behandelen, maar waarover wij toch
enkele opmerkingen wenschen te maken ter be
antwoording der vragen
Zullen wij geven wat Indië behoeft?
Zullen wij nemen wat wij krijgen kunnen?
Natuurlijk komen die vragen bij vele punten
op de begrooting ter sprake, maar wij wenschen
er slechts een tweetal uit te kiezen, omdat zij vol
doende zijn, om te doen zien, in welken geest o. i.
die vragen behandeld en beantwoord moeten worden.
Wij vinden dan in het V. V. vooreerst deze op
merking: «Van vorschillende zijden betoogde men,
dat het in de gegeven financiëele omstandigheden
wenschelijk was, zich te beperken tot die irrigatie-
werken, die binnen een niet te ver verwijderd tijd
stip kunnen leiden tot dekking van renten en
aflossing der daarvoor bestede gelden en tot ver
hooging van het productief vermogen der bevolking.
In verband hiermede zou men gaarne vernemen,
tot welk bedrag ten gevolge van de waterwerken
in Demak de landrente aldaar is verhoogd".
Het verwondert ons en het doet ons leed, dat
tegen die uitlating niet dadelijk en krachtig verzet
is aangeteekend.
Wij zouden ons er geheel mee kunnen vereenigen,
als men betoogd liadde, dat men zich niet nu slechts,
maar altijd moest beperken tot zoodanige bevloeiings
werken, die het voortbrengend vermogen van den
bodem kunnen verhoogen. Wij vermoeden, dat
ook in het Verslag bedoeld is te spreken van het
voortbrengend vermogen van den bodem, doch in
verhand met hetgeen daaraan vooraf gaat en er op
volgt, is het dan een veelzeggende sghrijf- of drukfout,
waar er gesproken wordt van het voortbrengend
vermogen der bevolking.
Inderdaad schijnen de leden, wier gevoelen hier
wordt weergegeven, enkel oog te hebben voor de
vraag, of hetgeen voor Indië in deze gedaan wordt,
goed is voor de Nederlandsche schatkistof er naar
verhouding evenveel ontvangen zal worden als de
werken aan rente en aflossing zullen vorderen;
of de werken in Demak al zooveel opbrengen, dat
zij de rente en aflossing kunnen dekken?
Eilieve I Wie heeft die vraag gesteld toen Neder
land uit zoogenaamde Indische baten spoorwegen
aanlegde? Wie heeft er aan gedacht te vragen of
Indië uit de opbrengsten dier spoorwegen rente en
aflossing vergoed kon krijgen? Men heeft er niet
eens naar gevraagd, of de Nederlandsche schatkist
zooveel trekken zou, als rente en aflossing zouden
moeten bedragen, en wanneer men nu eene vraag
stelde ten aanzien van de Nederlandsche Spoorwegen,
als die in het V. V. gedaan is ten aanzien van de
waterwerken van Demak, dan zou het antwoord
moeten luiden: Vriend, waar denkt gij aan? Spoor
wegen dienen niet om winst te maken, spoorwegen
dienen niet om hun eigen kosten te dekken, spoor
wegen dienen tot bevordering van het verkeer, in
het belang van handel, nijverheid en landbouw en
bevorderen de algemeene welvaart. Niet op de directe,
op de indirecte voordeelen moet gij het oog vestigen.
Volkomen juist, is ons antwoord; wij zijn het
daarmede geheel eens wat de Nederlandsche spoor
wegen en de Nederlandsche waterwegen en alle
werken van openbaar nut in Nederland betreft,
maar wij geven hetzelfde antwoord, waar het soort
gelijke werken voor Ned. Indië betreft, en als men
nu dan de vraag stelt: brengen de irrigatie-werken
evenveel op als zij kosten, dan is ons antwoord:
daarnaar hebben wij niet te vragenslechts daarnaar
hebben wij te vragen, of de bevloeiingswerken het
voortbrengend vermogen van den grond, de wel
vaart der bevolking verhoogen, of de werken, die
gedaan moeten worden in het belang zijn der alge
meene ontwikkeling van land en volk, en als
het antwoord op die vragen bevestigend luiden kan,
dan moet onze leus zijnlaat ons Indië geven wat
het behoeft, zonder te vragen, of men in den
vorm van landrente of andere rechtstreeksche in
komsten evenveel kunnen nemen als wij geven
zullen.
Het tweede punt, waarop wij de aandacht willen
vestigen, is het uitvoerrecht op de suiker.
Dat uitvoerrecht is met het oog op den henarden
toestand, waarin de suikerondernemingen verkeerden,
tjjdelijk voor 5 jaren geschorst. Die 5 jaren
loopen ten einde en nu zegt de Minister wel niet, I
dat hij er over denkt dat recht weer te heften, maar
hij zegt ook niet, wat men van hem wei verwacht
zou hebben, dat hij er volstrekt niet aan denkt.
Naar aanleiding daarvan nu meenden, volgens het
V. V., sommige leden, «dat de opheffing der
schorsing geen bezwaar kon opleveren." Waar
schijnlijk zullen de leden, die hier maar wilden
nemen, ook behoord hebben tot die, welke in het
zooeven bedoelde geval zoo weinig mogelijk willen
geven.
Gelukkig kwam men van andere zijde daartegen op.
Uitvoerpremiën kunnen in zeer enkele gevallen
werken als eene verbruiksbelasting. Als een land
met uitsluiting van elk ander eenig artikel
voortbrengt en dat wordt hij uitvoer belast, dan
kan men aannemen, dat die belasting drukt op den
buitenlandschen verbruiker. Zoodra echter het artikel
ook in andere landen vervaardigd wordt, stoort de
handel zich niet aan de uitvoerbelasting, die men
hier of daar wil heffen, maar regelt de prijs zich
eenvoudig naar de wet van vraag en aanbod en
moet de voortbrenger in het land dat uitvoerrechten
heft, wel die rechten zelf betalen, en werkt dus
dat recht als eene belasting op landbouw en nijver
heid van het eigen land.
Dit is hier nog te meer het geval, omdat de
suikernijverheid in een geheel buitengewonen toe
stand verkeert. Alle landen geven op de suiker
uitvoerpremiën, of, voor zoover die rechtstreeks
verleend worden, zijn de belastingen zoo geregeld,
dat die als uitvoerpremie werken. Daartegenover
nu de Javasuiker met een uitvoerrecht te belasten
zou gelijk staan met de suikernijverheid op Java
dood te drukken.
Wil men in Indië nemen, waar dit niet behoort,
en weigert men te geven, wat Indië behoeft, dan
zal men zich te laat beklagen over de averechtsche
staatkunde, want dan zal het blijken, dat men Indië
heeft uitgemergeld en de schoonste parel van Neer-
lands kroon heeft beroofd van haar glans.
Weet men echter te geven op zijn tijd, dan zal
er ook te nemen blijven, want al genieten wij geen
rechtstreeksche baten, de voordeelen die een wel
varend, zich krachtig ontwikkelend en in bloei
steeds toenemend Indië langs allerlei wegen aan
Nederland schenken zullen, zijn onschatbaar groot.
Overal waar de clericale partij er kans toe ziet,
richt zij hare pijlen tegen het onderwijs. Steeds
ontkent zij, dat zij het onderwijs schuwt, dat de
algemeene ontwikkeling niet in haar kader past,
maar toch het onderwijs, het staatsonderwijs, meer
nog de zorg, die de Staat draagt voor goed onder
wijs, heeft het onder allerlei voorwendsels steeds
hard te verduren. Nu eens heet het dat de richting
waarin dat onderwijs wordt gegeven niet voldoet
aan aller behoeften, dan weer dat de kosten die
het eischt te groot zijn en vergeten wordt, dat geen
enkele Staat ooit berouw zal behoeven te hebben
van het geld, dat ze uitgeeft om het volk meer te
ontwikkelen en dus meer te beschaven. De klacht
over de groote uitgaven, die het onderwijs eisclit,
is weer eens vernomen van clericale zijde bij de
begrootingsdehatten in de "Fransche Kamer. Daar
zijn namelijk de algemeene beschouwingen over de
begrooting begonnen en een clericaal afgevaardigde
begon met de bewering, dat de druk der belastingen
ten toppunt gestegen was, zoodat het eene eerste
vereischte was bezuinigingen in te voeren en
natuurlijk moesten deze gevonden worden op den
post voor onderwijs. Gelukkig werd deze bewering
dadelijk tegengesproken. Er werd geconstateerd,
dat de financieele positie van Frankrijk met den
dag verbeterde, evenals de politieke, terwijl tevens
werd erkend, dat de Republiek trotsch mocht zijn
op hetgeen reeds tot stand was gebracht, al werd
erkend, dat er nog veel te doen overbleef. Een lid
der begrootingscommissie verdedigde het budget
en eindigde zijne rede met de verklaring, dat de
Kamer als zij op den duur haren goeden wil blijft
toonen, het oogenhlik weldra zal zien aanbreken,
dat de macht van Frankrijks financier, evenals zijne
militaire macht, de bewondering der gansche wereld
zal wekken. Tot heden gaan de beraadslagingen
kalm aan, maar er zijn tal van interpellatiën
aangekondigd, die vooral betrekking hebben op de
jongste gebeurtenissen in Italië en op de houding
der regeering tegen de geestelijkheid, en het zou
niet te verwonderen zjjn, als deze interpellatiën
aanleiding gaven tol stormachtige zittingen. Terwijl
de Kamer zich bezig houdt met de begrootings-
discussiën, is de Senaat aangevangen met het
behandelen der nieuwe tariefwet en bij de behandeling
daarvan zijn de ceconomische betrekkingen tusschen
Frankrijk en Spanje ter sprake gekomen. Zooals
hekend is, heeft de nieuwe tariefwet eene belangrijke
verhooging der Fransche invoerrechten ten doel.
Maar als de wet haren invloed werkelijk zal doen ge
voelen, moeten de spoorwegbesturen hunne vrachten
niet dermate verlagen, dat de verhooging der invoer
rechten gelijk staat met de verlaging der spoorvracht.
Voor den Spaanschen wijn bestaat nu een afzonderlijk
spoorwegtarief, dat gemaakt is voor de concurrentie
met den waterweg, die uit eene Spaansche haven
naar Havre of Marseille voert. De Fransche regeering
heeft nu na het opzeggen van bet handelsverdrag
met Spanje ook het speciale spoorwegtarief inge
trokken, om daardoor genoegen te doen aan de
Fransche wijnbouwers. Spanje is daarover niets in
zijn schik. Overal worden vergaderingen belegd om
tegen deze handelwijze van Frankrijk te protesteeren,
ja, men spreekt zelfs van een ministerieele crisis,
die door deze handeling zou ontstaan. De Spaansche
bladen maken verbazend veel ophef van de zaak en
doen den genomen maatregel voorkomen als speciaal
genomen om de Spaansche nijverheid te knakken.
Zij dreigen er zelfs mede, dat Spanje wel eens zou
kunnen toetreden tot de triple alliantie, als het
van Frankrijk niet meer facaliteiren krijgt over den
invoer van zijne voortbrengselen. Het is niet te
denken, dat de Senaat zich door al dat geschreeuw
van den weg zal laten brengen, die hij meent te
moeten inslaan. Frankrijk wil met alle geweld de
weg op van Italië, Spanje, Zwitserland en Amerika
en door verhooging van invoerrechten zijne eigene
industrie bevorderen. Of de maatregel doeltreffend
blijken zal? Daarover heersebt groot verschil van
meening. In buitengewone tijden van hongersnood
of slechte oogsten, van algemeene malaise enz., kan
het misschien zijn nut hebben, een tijdelijken maat
regel te nemen den uitvoer te belemmeren, als
algemeene regel mag worden aangenomen, dat de
bevolking het meeste welvaart geniet, wanneer den
handel geene hinderpalen worden in den weg gelegd.
-- In Rusland, waar thans groote hongersnood
keerscht in sommige districten, heeft men het
denkbeeld geopperd om den uitvoer te verbieden
van tarwe, haver en aardappelen, maar in regeeiings-
kringen wint meer en meer het denkbeeld veld,
dat het niet wenschelijk is, dat te doen, want men
vreest, dat het doelhet dalen der prijzen, er toch
niet door zal worden bereikt. De ellende, die in
sommige districten heersebt, moet verbazend zijn.
De Czaar heeft uit zijn particulier vermogen eene
som van 3 millioen roebels geschonken, ten einde
aan de ellende eenigszins tegemoet te komen en
daarbij heeft hij de grondbezitters en den adel
aangespoord het hunne te doen, ten einde zooveel
mogelijk den hongersnood te lenigen. Berichten uit
Odessa melden dat ook de vooruitzichten voor een
volgenden oogst allerongunstigst zijn, tengevolge
de langdurige droogte, die thans keerscht. De
boeren laten het beploegen van het land achterwege
en de groote grondbezitters verklaren, dat er geen
winter-tarweoogst zijn zal, wanneer er niet spoedig
regen komt. "De laatste berichten echter achten den
toestand gunstiger geworden, doordat de zoozeer
gewenschte regen eindelijk gekomen is. De reis
van den Russischen Minister Von Giers houdt nog
steeds de aandacht bezig. Meer en meer won het
denkbeeld veld, dat hjj in de conferentie met den
Italiaanscben Minister di Rudini kennis zou hebben
gekregen van de tractaten dor triple alliantie. Men
vergeet daarbij de omstandigheid, dat Italië deze
nooit openhaar zou mogen maken zonder goedkeuring
van Duitschland en Oostenrijk. Thans is er eene
oflicieuse tegenspraak van dit bericht in de Italiaansche
bladen verschenen, terwijl men nu uit gewoonlijk
goed ingelichte bron weet te melden, dat de
bijeenkomst geen ander doel heeft gehad, dan een
huwelijk tusschen een Russischen Prins en eene
dochter van den Koning van Italië.
Eindelijk is het voorstel tot grondwetsherziening
in België uit de handen gekomen van den
rapporteur Het stuk is zeer groot en wanneer het
*in behandeling zal komen weet niemandde regeering
heeft geen haast. Het tijdstip der behandeling zal
uitsluitend van de Kamer afhangen. Inmiddels
worden door de voorstanders der herziening buiten
de Kamer de toebereidselen gemaakt, om de agitatie
te hervatten. In de mijndistricten is de beweging
weer in vollen gang. De mijnwerkersbond van het
Centre bereidt openbare vergaderingen voor, waarvan
de le zal plaats hebben op 1 November; Er is
sprake van daaraan toe te voegen een optocht van
alle aaneengesloten vereenigingen, en alzoo in deze
dichtbevolkte buurt op de openbare straat eene
betooging ten gunste van bet algemeen kiesrecht
te houden. In het Luiksche Bekken zal er op 22
en 23 November eene groote vergadering van
mijnwerkers plaats hebben te Seraing, waarvan de
uitgebreide agenda van werkzaamheden een paar
dagen geleden is openbaar gemaakt. En alsof dat
nog niet genoeg ware, zal er te Brussel 's daags
voor de opening der Kamer eene betooging plaats
hebben, om «te protesteeren tegen het streven om
de grondwetsherziening weg te moffelen en om de
onmiddellijke behandeling te eischen van het aan
hangige herzieningsvoorstel." Het is natuurlijk niet
te zeggen wat deze betoogingen zullen uitwerken,
maar gerust is de regeering niet, wat hieruit blijkt,
dat de infanteristen der lichting, die gewoonlijk
met 1 October met groot verlof gaan als de roeraten
der jongste lichting opkomen, ditmaal onder de
wapenen zijn gehouden.
Engeland.
Te Southampton ia overleden de luitenant-kolonel
Hewett, de laatst overlevende Britsche officier uit den
slag van Waterloo. Hjj was in 1792 geboren.
Rusland.
Aan het Berl. Tgbl. ontleenen wjj een en ander
over den toestand in Rusland:
«Zoolang het niot bliksemt slaat de boer geen kruis"
zegt een Russisch spreekwoord. De nood daar te lande
heelt dan ook alle regeeringslichamen geheel on
voorbereid gevonden en van goed georganiseerd hulp
verleenen was tot nu toe geen sprake. Hier krjjgen
welgestelde lieden onderstand, terwjjl daarnaast boeren
den hongerdood nabjj zjjn; ginds komt het koren
woekeraars in handen die nu hun slag weten te slaan;
elderB is het uitgedeelde meel zoo slecht, dat de menschen
er ziek van worden. Terwjjl de regeering op den ge
wonen, langzamen, bureaucratischen weg inlichtingen
vraagt, verhongeren geheele dorpen of voeden de be
woners zich met walgeljj keen oneetbare brood-surrogaten.
Ia het district Samara ontmoet men vaak menschen,
die in vier of vjjf dagen niets gegeten hebben. Dat
deze ellende tot ontzettende misdaden leidt is te vor
klaren. In het district Tarabow heeft een weduwe haar
drie kinderen gedood, om ze niet van den hoDger te
zien sterven en hing daarna zich zelf op.
Tegenover dit gebrek staat een schandeljjke woeker
van hen, die in 't bezit zjjo van levensmidelen. Een
«anti-semiotisch" blad beeft zelf beweerd, datde Joodsche
woekeraars engelen zjjn, vergeleken bjj de woekerende
Russische boeren. In Saratow, waar enkele gemeenten
een goeden oogst hebben gehad, wierpen de boeren
j het overtollige koren in het water, liever dan hun
gebrek ljjdende buren te helpen en de kans te loopen
een volgend jaar belasting te moeten betalen.
Waar zulke feiten plaats hebben, krijgt men wel
een allerdroevigst denkbeeld van de zedelijke ont
wikkeling van den Russischen boerenstand.
De volgende staaltjes van menscheljjk ljjden en
akelige ellende worden nog medegedeeldTe Ratchino,
Orenberg, kwam een weduwe uit een naburig dorpje
om brood bedelen voor haar kinderen. Zjj kreeg wat
voedsel en haastte zich daarmede terug, maar vond,
thuis komende, haar kinderen dood. Bjj de Ijjkopening
bleken de magen niets te bevatten dan schillen en
zand. Te Ekaterinaburg biechtte een vrouw aan een
priester haar voornemen om haar kinderen te ver
moorden, ten einde hen voor langer ljjden en erger
dood te behoeden. De priester ging met haar, voorzien
van voedsel, naar haar woning, waar de kinderen op
het brood aanvielen. Kort daarna stierven de kleinen.
Een dienstmeisje, dat bij haar familie op het land
was geweest, verklaarde dat mannen en vrouwen aan
het vee in de stallen het voedsel betwistten. Koop
lieden trekken het land rond, alles tot spotprjjzen van
de noodljjdenden opkoopende. Ofschoon 't voor een
Russische een schande is kort haar te dragen, laten
de arme vrouwen, zich kaal scheren. Voor den rjjksten
haardos wordt nauwelijks 2 roebels betaald.
De regeering heeft verboden groote hoeveelheden
graan aan graankoopers te verkoopon, ten einde spe
culatie tegen te gaan.
In Amerika zjjn fondsen bijeengebracht, waarvoor
granen gekocht zjjn, die naar Roeland zullen worden
gevoerd.
Een deputatie uit de rijkste kooplieden te Moskou
is te Petersburg gokomen om de regeering te ver
zoeken een vereeniging te mogen vormen, welke zoo
veel mogeljjk aan de rampen van den hongersnood
zou willen tegemoetkomen. De vereeniging zou gesteund
worden door een groot kapitaal en een aantal vrjj-
willigers zoudon helpen om d£ulr bjjstand te verleenen,
waar zulks noodig is. De minister van binnenlatidache
zaken heeft, naar de correspondent van de Daily News
meldt, geweigerd die toestemming te verleent n en
heeft verklaard, dat ieder, die de geteisterde strekeu
bezocht met het doel van de voorgestelde vereeniging,
gearresteerd zal worden. Ook is aan leden van do
Emigratio-vereeniging verboden steun te verleenen
op verschillende punten van aankomst en vertrek van
emigranten.
Dinsdagnacht is een trein met verschillende
koopwaren tusschen Wladikawbas en Rostov door
boeron aangevallen cn bjjna geheel geplunderd.
Duitschland.
Terwjjl keizer Wilhelm II in den afgeloopen zomer
zijn langdurigen tocht langs de kust van Noorwegen
deed, kwam te Berljjn het bericht dat hjj zjjn ge-
heelen baard liet groeien. Op dit verrassend nieuwtje
volgde terstond een druk goscbrjjf over de vraag, of
het wel waar zou zjjo. De een vond het natuurljjk,
dat de Keizer zjjn manneljjk voorkomen door een
vollen baard wilde verhoogen; de ander vond het in
strijd met 's Keizers smaak en hield het dus voor een
opgeraapt praatje, tot eindelijk een Berljjnsch blad
den verstandigen raad gaf: «Laat ons dien Btrjjd over
's Keizers baard toch liever staken; over drie dagen
komt bjj terug, dan gaat hjj den volgenden ochtend
naar de parade en dan kan iedereen zien wat er van
is." En ziodaar, met een vollen baard verscheen hjj
toen voor het front der troepen.
Maar wie het ook mooi vond, het waB de Keizerin
volstrekt niet naar den zin. Was het dus mislukt
haar daarmee eon bljjde verrassing te bereiden, zoo
besloot hjj dit nu langs den tegenovergestelden weg
te doen en wel bjj gelegenheid van haar verjaardag.
En inderdaad, het was haar een aangename verrassing,
toen hjj haar verleden week 's morgens kwam felici-
teeren zonder baard.
Doch ook in een anderen kring heeft de verdwijning
van dien baard veel genoegen gedaan. Ia Juni had
nameljjk een commissionair te Berlijn voor eene firma
te Muncheu eene bestelling van 2300 busten des Keizers
aangenomen, die den 15 September moesten worden
afgeleverd. Zoodra die firma hoorde van een «vollen
baard", herinnerde zjj den commissionair aan do voor
waarde in het contract, dat hot bjj de aflevering moest
bljjken of de busten goed geljjkend waron. Daar zjj
natuurljjk waren gemaakt Daar eene beeltenis zonder
vollen baard, was dit voor den commissionair geene
kleinigheid. Hjj meende evenwel, dat naardien do
busten in Juni waren besteld, hjj zich aan de toen
malige beeltenis kon houden. De firma betwistte dit
en zoodoende werd de zaak voor den rechter gebracht.
Men kan dus begrjjpen met welk een genoegen de
beide partyen nu hoorden, dat het gelaat des Keizer9
weder het vorig aanzien had, zoodat de rechtszaak
verviel, de firma hare busten en de commissionair
zijne betaling in ontvangst kon nemen.
Maar nu al die ongelukkige anderen, die in allen
haaBt reeds waven begonnen met «volbaardige" borst
beelden te maken! Één huDner is op het denkbeeld
gekomen om nu toch maar voort te gaan met ze te
koop te stellen, onder bekendmaking, dat, wie zulk
eene buste wil koopen ter berinnering aan eene huise-
Ijjke episode uit 's Keizers leven, ze alsnog kan ver-
krjjgen; maar dat men zich dan ook moeBt haasten,
daar weldra de overbljjvende zullen vernietigd worden.
Of bem dit zal baten?
Zoo ja, dan zullen ook de verkoopers van portretten
des Keizers toch nog wel eenige van de nieuwe aan
den man kunnen brengen.
Op den Oldenburgschen spoorweg tusschen Bremen
en Delmenhoret heeft men Dinsdag ochtend een bruids
paar uit Delmenhorst dood op de rails gevonden.
Bljjkbaar waren zjj door den laatsten avondtroin over
reden. Zjj waren beiden werkzaam aan eene fabriek,
vanwaar zjj over den spoorweg huiswaarts bonden
komen.
J3ox*l\jii, 28 Oct. De Jleichsanzciger meldt, dat
Emin Pacha met Stuhlman in begin Juli van het
Albert-Eduardmeer naar het Albortmeer trok. Bjj het
verlaten van het voor Duitschland belangrjjk gebied
had Emin tegen den hom opgedragen last gehandeld
en zou hjj dus alleen de verantwoordelijkheid voor
die daad moeten dragen.
Nederland.
Amsterdam. Een bootsman van de koop
vaardij vaart was de vorige week mot vollen buidel
uit «Oostinje" teruggekeerd.Vrouw en kleuters hield
bjj er niet op na en by vond er daarom volstrekt
>geen beenen in", zei hjj, nu hier «do blommetjes eens
buiten te zetten".
Zaterdagavond ging bjj er op uit. Zjjn eerste bezoek
gold, zooals van zelf spreekt, meende hjj, den Zged»11"
Daar bezccht hjj tapperij op tapperij. A~
danshuis en had per slot van rekening
Bluk in zjjn pelerine", dat hjj zjjn
kwjjt was en niet meer goed wist of
droomde.