ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 20 October 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
AFKONDIGING.
Iu den begTOotiiigstijd,
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
48ste JAARGANG. No. 6068.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
MaandagB, Woensdags en Vrijdags, middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar ■plaatsruimte berekend.
Suppletoire beschrijving van de
Personeele Belasting.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee,
Gezien de Circulaire van den Heer Commissaris der
Koningin in deze provincie van dén 14 September 1.1.
(Prov. blad no. 91), houdende aanschrijving tot openbare
afkondiging der bepalingen van de artikelen 27 en 42 der
wet op de personeele belasting van den 29 Maart '1833
(Staatsblad no. 4), zooals die zijn gewijzigd bij de artt. 7
en 14 der wet van Jen 9 April 1869 (Staatsblad no. 59),
omtrent de belasting naar tijdsgelang en de suppletoire
aangifte
hebben goedgevonden
de Ingezetenen te herinneren aan de bedoelde wetsbepalingen,
luidende ais volgt:
Art. 27. 1. I)ie na den 15 Mei een perceel in gebruik
neemt, is voor dit perceel de belasting r.aar de vier eerste
grondslagen voor den tijd des dienstjaars, die dan nog over
is, verschuldigd.
2. Aan den belastingplichtige, die in den loop des
dienstjaars een perceel verlaat, zonder daarin eenige roerende
goederen of iemand in zijn dienst achter te laten, wordt
ontheffing verleend van zijn aanslag naar de vier eerste
grondslagen voor den tijd des dienstjaars die dan nog over
is, indien daarvoor door hem binnen den tijd van eene
maand, volgende op die waarin hij het perceel verliet,
tegen bewijs, schriftelijk aangifte is gedaan ten kantore
des ontvangers, op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet
De ontheffing wordt ook verleend over het driemaande-
lijksche tijdvak waarin het perceel werd verlaten, indien de
belastingplichtige daarna, doch in den loop van datzelfde
tijdvak, een ander perceel, waarvoor hij. belastingplichtig
is, in gebruik neemt.
Bij overlijden van den belastingplichtige treden zijne erf
genamen in dezelfde rechten en verplichtingen.
De aangiften, volgens het eerste en derde lid ingediend,
worden als gewone bezwaarschriften aangemerkt en be
handeld.
3. De uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of aan
schaffing van belastingvoorwerpen der vier eerste grondslagen,
na '15 Mei, zal, behalve in de gevallen bij 1 hierboven
vermeld, geen grond geven tot eenen nieuwen of verhoogden
aanslag in den loop des dienstjaars.
4. Ter zake van zoodanige voorwerpen der vijfde en
zesde grondslagen, als na 15 Mei in dienst of gebruik ge
nomen of aangeschaft worden, zal de belasting naar gelang
van den nog o.verigen tijd des dienstjaars, zijn verschuldigd,
met dien verstande, dat geene verwisseling van dienstboden
of paarden met andere, waarvoor geene hoogere rechten
verschuldigd zijn, op zich zelve, tot het nogmaals aanslaan
van denzclfden belastingschuldige zal kunnen aanleiding
geven.
5. Het aanwenden tot belastbaar gebruik van zoodanige
voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen als aanvan
kelijk tot onbelastbare einden aangelegd of gebezigd waren,
zal met aanschaffing worden gelijk gesteld, zoomede, wat
aangaat de paarden, derzelver geheel verlies, van het tweede
viertal hunner melktanden in den loop des jaars.
6. Naar gelang de omstandigheden eene belasting
schuldige, in den loop des dienstjaars, met betrekking tot
deszelfs voorwerpen van de vijfde en zesde grondslagen
veranderen, zulks, dat, volgens de tarieven van artt. 17.
en 21, de opklimming der belasting te zijnen aanzien toe
passelijk zoude worden, zal, ook wegens de dienstboden en
paarden, aanvankelijk gehouden, die verhooging voor den
nog overigen tijd des dienstjaars zijn verschuldigd.
Deze bepaling is mede van toepassing in betrekking tot
de paarden, bij het opkomen van de omstandigheden, aan
het einde van 7 van art. 22 der wet vermeld.
7. Paarden, bij verschillende personen of gezinnen in
gebruik, zullen, ingeval die gelijktijdig voor een zelfde rijtuig
worden gespannen, hem, die zulks doet, of wel den eige
naar of gebruiker des rijtuigs, ter zake van het grooter
aantal paarden, hetwelk door hem alzoo mocht zijn gebezigd,
dan ware aangegeven, mede aan de opklimming der be
lasting naar 6 doen onderwerpen.
8. llooger belastbaar gebruik van dienst- en werkboden
of paarden, aanvankelijk minder belastbaar, zal de ver
plichting tot eene evenredige verhooging der belasting voor
den nog overigen tijd des dienstjaars tengevolge hebben.
9. De tijd, waarover de belasting loopt, zal, in be
trekking tot al de grondslagen, worden berekend bij vieren-
deelen jaars, op het dienstjaar overschietende, zonder dat
een vierendeel jaars zal kunnen worden gesplitst en zullen
als vierendeelen jaars worden beschouwd de tijdvakken,
aanvangende met primo Mei, primo Augustus, primo No
vember en primo Februari.
Art. 42. De zoodanige, welke, door eenige der omstan
digheden voorzien bij art. 27, in den loop des jaars komen
te vallen onder de toepassing van het aldaar bepaalde,
zullen, alvorens, en naar gelang van het ontstaan dier om
standigheden en op de boete, bij artt. 35 en 39 der wet
vastgesteld, verplicht zijn tot het indienen van behoorlijke
aangiften, deswege, in voege als bij art. 30 der wet voor
geschreven; zullen zij daarvoor een biljet ter invulling bij
den ontvanger kunnen bekomen.
Die aangiften kunnen in gemeenten waar geen ontvanger
gevestigd is, ook gedaan worden bij het gemeentebestuur,
ter plaatse alwaar de belasting verschuldigd is, op biljetten,
aldaar tot dat doel verkrijgbaar gesteld.
ZiEiuKZEE, den 16 October 1891.
De Burgemeester en Wethouders,
Cir. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Alom in den lande is men bezig met de ramingen
te maken voor het volgende jaar. Niet alleen de
Staatsbegrooting, niet alleen de begrooting voor
Ned.-Indië, maar ook de gemeentebegrootingen
vragen alom de noodige aandacht.
Het is een zeer natuurlijk verschijnsel, dat de
belastingplichtige, die van verhoogde uitgaven weldra
den weerslag ontwaart op zijn aanslagbiljet, niet
van hooge begrootingen houdt, en steeds op zuinigheid
en bezuiniging aandringt. Maar, omdat men dit
weet, zjjn zjj, die de burgers tegen hun regeerders
willen innemen, ook steeds bereid om te gewagen
van het ^opdrijven der uitgaven", te wijzen op
gebrek aan zuinigheid; de mannen, die het gezag
in handen hebben te beschuldigen van roekelooze
verspilling van de gelden der belastingschuldigen.
In het algemeen heeft men daarvan de ondervinding
kunnen opdoen bij de Kamerverkiezing van 1888.
Wat is er toen niet afgegeven op het liberaal wan
beheer! En in welk opzicht is er iets veranderd?
Wat veranderd is, is o.a. de onderwijswet, die eens
deels de uitgaven voor 's lands kas vermeerderde,
anderdeels de inkomsten der gemeenten verminderde.
Vooral dit laatste is van beteekeni3, omdat nu in
vele, toch reeds in moeielijke omstandigheden ver-
keerende gemeenten, de belastingen verhoogd moeten
worden, zonder dat men daartoe andere hulpbronnen
weet te vinden dan de veelal reeds zwaar drukkende
hoofdelijke omslagen of inkomstenbelastingen en
opcenten op het personeel.
Wij wijzen hierop, niet om op de ondersteuning
der bijzondere scholen terug te komen. Wij willen
in dat opzicht de eenmaal tot stand gekomen wet
blijven eerbiedigen. Maar alleen als een bewijs, dat
zij, die een hoog woord hadden over het wanbeheer
der liberalen, de staatskas bezwaarden en de ge
meentekassen van een deel barer inkomsten beroofden,
zonder een enkelen stap te doen om in het een of
het ander verbetering te brengen.
Welke gevolgtrekking wij daaruit maken? Deze,
dat men niet al te gretig gehoor moet schenken
aan ben, die klaagliederen aanheffen over het
geldelijk beheer. Men moet bijv. niet enkel op de
eindcijfers der begrooting letten, niet enkel zelfs
op de bejastingcijfers, maar men moet beoordeelen
wat men voor zijn geld krijgt. Alle waar is naar
zijn geld, is een Nederlandsch spreekwoord, dat ook
bij het vestigen van een oordeel over het beheer
der openbare kas niet uit het oog verloren mag
worden. Wij herinneren ons, dat in een onzer
groote gemeenten een raadslid een breed uitge
sponnen betoog leverde over de verhooging van de
eindcijfers der begrooting. Hij liet daarbij eenvoudig
buiten aanmerking, dat er in het verloop tusschen
de twee tijdperken, die hij vergeleek, o.a. een
gemeente-gasfabriek was opgericht, die met haar
ontvangsten en haar uitgaven de eindcijfers met
eenige tonnen vex-hoogde, zonder eenig ander gevolg
voor de ingezetenen, dau dat zij minder betaalden
voor hun gas, dan toen zij het van een bijzonderen
ondernemer ontvingen, en de gemeente-gasfabriek
bovendien een niet onbelangrijke bate leverde in de
gemeentekas, die daarvan vroeger was verstoken
geweestZóó erg maakt men het nu niet dikwijls,
maar niet zelden toch wordt er uit het oog verloren,
als men klaagt over toenemende uitgaven, dat daar
tegenover staan toenemende diensten.
Wij spraken daar van vermindering der gemeente
inkomsten door wijziging der onderwijswet; van
gelijken aard is de wijziging, indertijd, van het
personeel, waardoor de gemeenten in plaats van 4/E
van het steeds meer opbrengend personeel, een
vaste som erlangen. Ook dat heeft vele gemeenten
een voortdurend stijgenden schadepost berokkend.
Neemt men daarbij nu in aanmerking, dat de
gemeenten vele uitgaven te doen hebben, die uit
sluitend of hoofdzakelijk in het rijksbelang geschieden,
dan kan men het niet wenschelijk achten, dat de
gemeenten door den Staat slechts geholpen worden
door middel van subsidiën. Het is mogelijk, dat om
in den eersten nood te voorzien, er geen ander
middel overblijft en dan zal wel niemand er bezwaar
tegen hebben, dat de noodlijdende gemeenten op
die wijze voorloopig gered worden. Doch het is
ontegenzeggelijk, dat de verwarring tusschen Rijks-
en gemeente-financien, tusschen Rijks- en gemeente
belangen daardoor al weer grooter wordt dan die
reeds is, en dat men, wel verre van op dien weg
voort te gaan, zoo spoedig mogelijk daarvan moet
terugkeeren, en dat de definitieve hulp aan de
gemeentebesturen de strekking moet hebben om
zooveel mogelijk te scheiden, wat nu nog, tot schade
voor beiden, Rijk en gemeenten, zoo hopeloos door
elkander verward is, en door het ontwerp van den
heer Godin de Beaufort nog meer verward zou zijn
Wij zouden het niet ondoelmatig achten, dat de
gemeentebesturen, bij de behandeling hunner be
grootingen, hunne aandacht op dat punt vestigden
en hunne zienswijze aan de Regeering-mededeelden
over de wijze, waarop aan de gemeenten meer
ruimte van beweging op belastinggebied verschaft
kon worden, en van welke soort van uitgaven zij
konden ontlast worden, een en ander bepaald
in de richting en met het voorname doel om de
Rijks- en gemeente-zaken zooveel mogeljjk van
elkander te scheiden.
Dat men bij de behandeling der zaken van staat,
gewest of gemeente zuinigheid moet betrachten,
behoeft wel niet gezegd te worden, doch ook wat
dit betreft, bestaat er niet weinig misverstand.
Niet zelden berust de waarde van aangeprezen
bezuinigingen hoofdzakelijk op een wanbegrip,
daaruit voortvloeiende, dat men tegenover het bedrag,
dat men uitgeeft of in kas houdt, niet in rekening
brengt, de zaak die men bekomt of missen zal.
Wordt de bouw van een school voorgesteld en men
schrapt dien post van de begrooting, dan geeft men
zooveel minder uit, maar is men er daarom beter
aan toe? Als men voor het onderhoud van gebouwen
minder besteedt, dan geeft men minder uit, maal
ais dientengevolge de gemeente-eigendommen in
waarde verminderen, al wederom: is men er dan
beter aan toe Niemand zal dat gelooven. Zoo men
dus bezuinigen wil, dient dat zeer zeker met oordeel
des onderscheids te geschieden en langs dien weg is
zelden veel te doen.
Wel langs den weg van zuinigheid in het besteden
der eenmaal toegestane gelden en vooral door ver
eenvoudiging van de administratie, op de wijze,
zooals door ons meermalen is aangetoond, dat men
met minder talrijk, maar beter bezoldigd personeel,
het werk late doen, dat in den regel omslachtiger,
maar zelden beter wordt, naarmate het over meer
schijven loopt.
Zuinigheid in het beheer is intusschen geen zaak,
die men bij besluit kan invoeren. Bezuinigen kan
een enkele daad zijnhet nalaten of het verminderen
eener uitgave, die men voornemens was te doen.
Zuinigheid is eene persoonlijke eigenschap, die
iemand moet bezitten, die al zijne daden moet
bestieren en hem op elke kleinigheid moet doen
letten. Zij geeft geen aanleiding om te schitteren
leidt zelden tot uitkomsten, die men als met den
vinger kan aanwijzen; brengt hem, die haar be
trachten wil, wol eens in onaangename verhoudingen
met hen, die gewoon zijn te meenen, dat het er
bij al wat uit de kas gaat, zoo bijzonder niet op
aankomt, en men daarbij zoo nauw niet behoeft
toe te zien. Maar zij geeft niet dan voordeelige
uitkomsten, want wat men door zuinigheid bespaart,
is zuivere winst, en leidt niet later tot hoogere
uitgaven, zooals met zoogenaamde bezuinigingen
meer dan eens het geval is.
Op dit alles te wijzen achten wij niet overbodig
in deze dagen, nu, zooals wij zeiden, overal de be
grootingen aan de orde zijn, niet om daarmede
elk oordeel over, elke beoordeeling, elke afkeuring
van de begrootingen als ongepast of ongegrond te
doen beschouwen, maar om te doen inzien, dat om
een juist oordeel te vellen, kennis van zaken noodig
is, au dat men, alvox-ens af te keuren, zich reken
schap moet geven van het geheel der huishouding,
waarvoor de begrooting dient, omdat alleen de
verhouding tusschen hetgeen men betaalt en het
genot, dat daartegen over staat, het oordeel be
palen kan.
Amerika.
Aan de New York Herald ontleent de Ned. Sport
het volgende schetsje:
Zjj was juist om de een of andere reden van haar
safety bicjcle gestapt, en zjj was aan 't probeeren er
weer op te komen. Sommige meisjes kunnen een safety
bestijgen zonder hulp, anderen kunnen het niet; zjj
behoorde tot de laatste groep.
Een jonkman, gekleed volgens de laatste eischen
des tijda, hooge boord, wjjde broek, (trechtervorm),
gele jas, microscopisch hoedje, oogglas met breed
koord enz. enz. Btond even stil, zag haar een paar
vruchtelooze pogingen maken, grinnikte en ging verder.
Een beursman schrikte, toen het meisje bjjna viel,
doch ook bp ging verder.
Een welgekleede dame zeidezjj moest zich schamen
zich aan zulke manneljjke lichaamsoefeningen over te
geven,en vervolgde haren weg, in het zalig be
wustzijn iets nuttigs gezegd te hebben.
Verschillende personen kwamen achtereenvolgens
voorbjj en eenige bleven staan. Allen Bchenen zich in
hare verlegenheid te verheugen. Zy begon langzamer
hand den toestand zoo onaangenaam te vinden, dat
ze haar machine een 10-tal meters verder bracht en
weer beproefde. Toen kwam een slordig gekleede
man voorbjj. Hy zag hare verlegenheid, doch lachte
niet. Hij lichtte even zjjn versleten hoed, en zeide
beleefd
>Kan ik u niet helpen, dame?"
>0! als u zoo vriendeljjk wil zjjn," antwoordde het
meisje, dat reeds den moed verloren had; wil u de
machine even stevig vasthouden?"
By hield de machine vast, terwjjl zjj opsteeg.
»Ik ben u zeer dankbaar," sprak zj] (en ze meende
het) als u nu de machine even aan den gang wilt
maken, ben ik klaar."
»Heb u by geval een kwartje voor een armen
drommel?"
»Het spjjt me zeer, maar ik heb mjjn beursje
vergeten."
>Klim er dan maar weer af."
»Wat?" riep zjj uit.
>Een kwartje of er af," herhaalde hy.
>Maar
»Er af," riep hy weer, »wat drommel ik ben geen
meisjesgek, die beleefd is voor een lief gezicht. Hier,
een kwartje."
Het was een hopeloos geval. Hy liet de machine een
weinig waggelen, om te toonen dat het hem ernst was.
»Kom naar mjjn woning," zei ze hem ten slotte.
»Hoe ver?" vroeg hjj.
»Even om den hoek."
»Dan wordt het 50 cent."
»Goed, geef de machine een duw en loop mee."
Hjj gaf de machine een duw, maar riep toen plotse
ling: »Hola! ik ben geen renpaard!"
Hjj rënde den hoek om, nog juist bytjjds om haar
in de verte te zien verdwjjnen.
»Ziezooda's eens, maar nooit weer," mompelde hjj.
»Wie zegt, dat beleefdheid altjjd beloond wordt, be
hoort in een gekkenhuis."
Rusland.
De toestand in de door hongersnood geteisterde
provincies bljjft, niettegenstaande de ondersteuning,
die van alle zjjden geschonken wordt, allerbedroevendst.
De hongerijjders richtten een hartroerende smeekbede
tot den czaar om hulp. De nood is het grootst in de
provincies Simbirsk en Kasan, waar eikels en eiken
wortels als een lekkernjj worden beschouwd. Gevallen
van hongerdood kwamen echter nog niet in die
provincies voor.
De correspondent te Petersburg van de Standard
weet mede te deelen, dat de czarine uit baar particuliere
kas 2,000,000 roebels aan de noodljjdenden heeft
geschonken. Als het waar is verdient deze gift ge
boekstaafd te worden, als een der grootste, die ooit
door vorsteljjke personen, bjj welke dringende om
standigheden ook, geschonken werd.
Een telegram uit St. Petersburg meldt aan de
Magd. Zeil, dat volgens de bladen dor hoofdstad, de
inschryving op de nieuwe leening zoowel in Rusland
als in het buitenland een succèx is. Te St. Petersburg
werd, ondanks de bjjzonder schrale geldmarkt, omstreeks
één vierde van het geheele bedrag der leening inge
schreven.
Uit Samara ontving de Czaar te Kopenhagen een
adres, luidende o.a.: Wjj Ijjden honger en de Regeering
doet niets voor ons. Onze eenige hoop is op U, onzen
Vader en Czaar. Laat ons niet sterven van gebrek."
Nederland.
's Gravenhago, 16 Oct. De afgetreden minister
van waterstaat heeft indertijd een koninkljjk besluit
weten uit te lokken, waar bjj de zoogenaamde bureau
ambtenaren en de ambtenaren bjj den algemeenen
dienst van den waterstaat met 1 April 11. eene vaste
aanstelling verkregen, waarnaar velen reed9 sedert
twintig en meer jaren te vergeefs hadden uitgezien.
Ook heeft hjj zorg gedragen, dat genoemde ambtenaren
deelgerechtigd werden in het pensioenfonds en in het
weduwen- en weezenfonds voor burgerljjke ambtenaren,
terwjjl een gedeelte van de tydeljjke dienstjaren zal
medetellen bjj de berekening van het pensioen.
Naar wjj vernemen, gaat de nieuwe minister van
waterstaat op dezen goeden weg voort en heeft bjj
reeds stappen gedaan om de verbetering algemeen te
Nog steeds kunnen ambtenaren als hierboven zjjn
bedoeld, worden aangesteld op een maandelijkse!» trak
tement, dat verschilt tusschen 25 en 75, terwjjl het
maximum traktement 125 it 130 bedraagt. De
bureauambtenaren zouden nu, zoo mogeljjk, in klassen
worden verdeeld, terwjjl bevordering naar eene hoogero
klasse zou geschieden naar ancionneteit en bekwaam
heid. Op deze wjjze zou er een einde worden gemaakt
aan den ongezonden toestand, dat iemand die minder
practische bekwaamheden bezit en minder diensten
heeft gepresteerd, beter gesalarieerd wordt dan iemand,
die al sedert verscheidene jaren bljjk heeft gegeven
van zjjne bekwaamheid en zjjn dienstjjver.
De maand September heeft het iets beter gemaakt
dan de voorafgaande maanden eD baar opbrengst
ƒ321,000 booger gebracht dan verleden jaar. Niettemin
bljjft de opbrengst van de rijksmiddelen over de nu
verstreken drie kwartalen nog 660,000 ten achteren
en bjjna drie millioen onder de raming.
Hooge cjjfers gaven ditmaal de successierechten en
de domeioen, zoowel met verleden jaar als met
de raming vergeleken: de eerste ƒ1,454 000 tegen
1,235.000 (raming 931,000), de tweede 468,000
tegen 196,000 (raming 206,000); toch bljjven beide
Dog bjj de opbrengst over de negen maanden van
1890 ten achteren. Het successierecht is geheel'on
berekenbaar, de domeinen gaven denkeljjk meer, omdat
het uitstel van betaling voor de oesterpachters om is
en de nieuwe minister geweigerd heeft het te verlengen.
Behalve deze twee middelen gaven gunstige cjjfers
invoerrechten, sommige accynzen en loodsgelden, wat
altjjd goede teekenen zyn. Do invoerrechten, thans
287,000 boven de raming, hebben nog slechts
10,000 in te halen om op het niveau van verleden
jaar te komen; de loodsgelden zijn 33,000 en de
accynzen 176,000 vooruit. Zoo de accjjnzen niettemin
in September minder opbrachten dan verleden jaar,
ligt de schuld voornameljjk bjj het gedistilleerd, dat
een weinig minder opbracht. Suiker gaf een goed
cjjfer, een kleinigheid minder echter dan verleden
jaar, en zout en zeep leveren stijgende inkomsten op.
Een minder goed figuur bljjven biertegenover maken
de registratierechten, de zegelrechten en de directe
belastingen. De eerstgenoemde zyn 130,000, de tweede
283,000 beneden de opbrengst van verleden jaar en
de eerste ook 178,000 onder de raming. Wat de
directe belasting betreft, stjjgt de grondbelasting
uiterst langzaam en is het personeel bjj verleden jaar
31,000 ten achteren; zelfs is hiervan voor het
loopende dienstjaar 36,000 minder gestort dan ver
leden jaar het geval was. Eindeljjk gaven ook de
posterjjen in deze maand 14,000 minder dan verleden
jaar. De overschietende maanden moeten 31,600,000
opbrengen, wil de totale raming worden bereikt.
Als politieke leider der anti-revolutionaire Kamer
club is naar wjj vernemen aangewezen jhr. mr.
Beelaerts van Blokland.
De toestand 'der Delftscho jonge dame B. wie
gisteren in den Haag een ongeluk met de stoomtram
wedervoer, waB heden bevredigend.
Rotterdam, 17 Oct. Een familie hier ter stede
kreeg deze week onverwacht bezoek van een tienjarig
neefje uit De Lemmer. De knaap had den weg uit
Friesland naar hier te voet afgelegd, onderweg eten
en onderkomen verzoekend. Oom, die een stedelyke
betrekking hier heeft, had een paar dagen van zjjn
verlof in De Lemmer doorgebracht en daar zulke
prachtige tafereelen van Rotterdam opgehangen, dat
het zjjne uitwerking op het gemoed van den knaap
niet miste. De jongen werd natuurljjk dadeljjk per spoor
aan zjjne doodeljjk ongeruste ouders teruggezonden.
's Her to fjcnbosch, 17 Oct. Woensdagavond
heeft wiêr een troep van 4 A 500 man langs verschil
lende straten de bekendo liedjes tegen den commissaris
van politie gezongen.
De burgemeester, de officier van justitie en de
procureur-generaal waren onverwjjld ter plaatse aan
wezig.
De politie vertoonde zich wel, doch bleef Ijjdeljjk
toezien. Oogeveer te tien uren ging de troep uiteen.
Donderdag avond hebben de ongeregeldheden zich
herhaald. Op verschillende plaatsen zyn glaslantaarns
ingeworpen en hier en daar raakte een steen de ruiten
van particuliere woningen.
Tot dusverre bljjft het gelukkig het werk van kwa
jongens. Volwassenen nemen er niet aan deel, en
algemeen wordt door de bevolking het straatrumoer
afgekeurd.
Uit 's Hertogenbosch wordt gemeld, dat de burge
meester, de heer jhr. P. J. J. S. M. van der Does de
Willebois, aan H. M. de Koningin-Regentes zjjn ont
slag heeft aangevraagd.
Steenbergen, 17 Oct. Het bestuur van de
Zuid-Nederl. Stoomtramweg-maatschappy heeft deze
week alhier de benoodigde stukken grond aangekocht
voor den stoomtramweg. Binnen eenige dagen zal men
met het aardewerk beginnen.
Vlissiugon, 18 Oct. Naar wjj uit goede bron
vernemen zal in het begin van Januari a.s. de goederen
dienst tusschen Hall en Vlissingen geopend worden
met de nieuwe stoombooten *Minister Tak van Poort
vliet" en »Profes8or Buys."
In het begin der vorige week had een mevrouw uit
Aardenburg het ongeluk bjj vergissing te Vlissingen
op de mailboot te gaan, meenende dat deze de
Breskenscbe boot was. Toen de boot in zee ging be
merkte zjj op een verkeerde boot te zjjn; echter moest
zjj de reis naar Queensborough meemaken en daar
gekomen, hoezeer nog niet hersteld van zeeziekte, weer
mee terug de reis aannemen, wjjl zjj natuurljjk niet
in Engeland kon overblyven, daar ze te A. thuis ver
wacht werd. Den volgenden morgen werd Vlissingen,
het punt van afvaart, gelukkig weer bereikt, en kon
mevrouw de reis naar Breskens en verder naar A. op
de >goedo" boot voortzetten. Behalve het onaangename
ervan, kostte deze reis haar tweemaal de volle passage
vracht (ƒ48).
Middelburg, 16 Oct. Voor de vrjje- en orde-
oefeningen der gymnastiek werden alhier heden
geëxamineerd 12 heeren, die allen slaagdeD.
Het zjjn de heeren J. Hoogstrate te Goes, Jac. Jansen
te Hoek, L. B. v. d. Slikke to Stavenisse, P. de Brujjne
te Aardenburg, P. J. Boumans te Oostburg, J. F.
Peuleman te Westdorpe, D. Koning te Sluis, G. C.
Bevelander te VlissiDgen, C. van de Graaff te Scherpe-
nisse, G. Geerae te Arnemuidon, C. de Dreu te Wemel-
dinge en J. A. Lyppens te Koewacht.
MiddeHxurg, 18 Oct. Aan de gemeente-begroo
ting voor 1892, welke in ontvang en uitgaaf op
395,047,357a is gebracht, ontleenen wjj het volgende:
Onder de inkomsten is gerekend: ontvangsten degens
vroegere diensten 32,906.6873; inkomsten van ge
meente-eigendommen en bezittingen 33,856,427a;
belastingen en heffingen 142,378,26; inkomsten van
verschillenden aard en toevallige baten 173,860,987a
buitengewone ontvangsten 12,045; totaal der in
komsten 395,047,35 7a- De uitgaven bedragen: huis-