ZIEBIKZËESCIIE NIEUWSBODE.
Zaterdag 22 Augustus 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Hoogere Burgerschool.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
KENNISGEVING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per weekf 10,per jaar.
48ste JAARGANG.
No. 6043.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De COMMISSIE VAN TOEZICHT op liet Middelbaar Onder
wijs te Zierikzee maakt bekend, dat de lierexixmeiis
en liet -tweede admissie-examen, voor hen
die wenschen toegelaten te worden op de Hoogere Burger
school, zullen plaats hebben op Dinsdag* den 1
September e.k.des morgens t> ureen
dat zij, die dit admissie-examen wenschen af te leggen,
zich daartoe vooraf in persoon, of voor hen die buiten de
stad wonen, schriftelijk moeten aanmelden bij den onder-
geteekende op Zaterdag den 29 Augustus e.k., tusschen 12 en
ure.
Namens de Commissie,
RöELL,
Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van
zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben, dat de
oefeningen in het leggen van ongeladen electro-schoktorpedo's
in den Nieuwen Botter<lamschen Wa
terweg, nabij het fort aan den Hoek -van
Holland, zijn geëindigd.
Zierikzee, den 20 Augustus 1891.
De Burgemeester,
Ch. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente
zlerik7.ee
MA It JEN BEKEND:
dat door hen is vastgesteld het navolgende besluit:
De Burgemeester en Wethouders der Gemeente Zierikzee,
Overwegende, dat het wenschelijk is opnieuw plaats en
tijd aan te wijzen voor het dooden en villen van paarden
en het dooden en branden van varkens huiten slachthuizen
of stallen.
Gelet op de artikelen G5, 66 en 67 der Algemeene
Politie-Verordening voor deze gemeente;
BESLUITEN:
lu. Aan te wijzen voor het doodou o»i villen
vau paarden en liet dooden en bran
den van vai-kejislbuiteuslaelitliuiaceii
of stallen, als plaats: liet ~Vildei\sliuisje
liuiteu de Nobelpoort en het <Iaarbü
behoorend tex-rein, en als tijd: ellten
werkdag* van zonsopgang tot des voormiddags elf uur.
2®. Te bepalen, dat dit besluit in werking zal treden
den ?34en Augustus 1891, van af welk tijdstip
derhalve op liet bestrate tex-x-ein aan liet
einde van Slabbersworf bij de Wan
deling geen varkens meer seullen
mogen worden gedood en gebrand.
Aldus vastgesteld door de Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Zierikzee in hunne vergadering van
den 17en Augustus 1891.
(get.) Cu. W. VERMEIJS, Burgemeester,
(get.) JAN SNELLEN, Secretaris.
Zierikzee, den 21 Augustus 1891.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Cu. W. VERMEIJS, Burgemeester,
JAN SNELLEN, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Maandag den Ö4
Augustus o.lv., des namiddags te 1'/- nnr, op het
Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeente
raad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 21 Augustus 1891.
De Burgemeester,
Cu. W. VERMEIJS.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken. Onderzoek der geloofs
brieven van de benoemde raadsleden. Aanbieding der Ge-
meentebegrooting voor 1892. Voorstel van Burg. en Weth.
betrekkelijk het onderhoud van de Westhavensluis, enz.
Onschendbaarheid des Konings
en verantwoordelijkheid der Ministers.
In de reeks artikelen, waarin wij vroeger getracht
hebben een denkbeeld te geven van de samenstelling
en de werking onzer voornaamste staats-instellingen,
hebben wij ons voornemen te kennen gegeven, nader
eenige der voornaamste grondwettige beginselen ter
sprake te brengen. Deze stille tijd, nu de strijd over
de vragen van den dag minder de algemeene aandacht
gaande maakt, kom.t ons geschikt voor, om dat plan
te volvoeren.
Het beginsel, dat wij nu tot onderwerp kozen, is
een der grondzuilen van eene staatsinrichting als de
onze, en het mag inderdaad verwondering baren, dat
het eerst bij de grondwet van *1848 in zijn vollen
omvang erkend werd, en dat nog na dien tijd meer
dan eens ministers getracht hebben zich aan de juiste
toepassing er van te onttrekken.
Het beginsel zeiden wijwant beide begrippen vormen
niet twee beginselen, maar een: zjj staan niet tegen
over, doch naast elkanderzij vullen elkander aan.
Als de ministers niet ten volle verantwoordelijk
zijn, is de Koning niet onschendbaar; als de Koning
voor eene of andere regeeringsdaad zelf de verantwoor
delijkheid zou aanvaarden, zou het onmogelijk zijn,
daarvoor de ministei*s verantwoordelijk te stellen.
Wat is de bedoeling, wat is het voordeel, wat is
het gevolg van dat beginsel?
De bedoeling is deze. In landen, waar de vorst met
onbeperkte macht regeert, is hij de persoon van wien
elke regeeringshandeling uitgaat. Zijn ministers, (of
hoe degenen, die in zijn naam handelen, anders heeten
mogen), zijn de uitvoerders van zijn bevelenwat er
goed gedaan wordt, daarvoor komt den vorst hulde
toe; wat er verkeerds gebeurt, wordt hem geweten.
Nu is het uitoefenen van gezag eene naar het
schijnt zeer begeerlijke zaak, en daaraan is het zeker
toe te schrijven, dat ook onder het vertegenwoordigend
stelsel, nog zoo lang de Ministers, ministers des konings
bleven, dat is uitvoerders van zijne bevelen, waarvan
hot rechtstreeksch gevolg was, dat elke aanmerking,
die op een regeeringshandeling gemaakt werd, het
hoofd van den staat gold, en dus afbreuk deed aan
den eerbied, dien men hem verschuldigd is; omgekeerd
■echter was de vertegenwoordiging, juist omdat zij
steeds tegenover het hoofd van den staat stond, wien
zij eerbied verschuldigd was, niet zoo vrij in haar
oordeel, als zij tot richtige uitoefening van hare taak
moet wezen.
Is nu echter de Koning onschendbaar, dat is te
zeggen, dat hij niet ter verantwoording geroepen kan
worden voor regceringsdaden, dan zou, indien er geen
uitweg gevonden ware, de onbeperkte alleenheerschappij
weer zijn hersteld. Daarom is naast de onschendbaar
heid des Konings de verantwoordelijkheid der ministers
noodzakelijk. Wel regeert dan de Koning, maar ter
uitvoering van de regeeringshandelingen moet hij zich
omringen van raadslieden en ministers, die de verant
woordelijkheid voor elke regeeringsdaad aanvaarden.
Voor al wat er geschiedt, wordt een minister of
wordt het ministerie ter verantwoording geroepen.
Mocht een minister zich achter een bevel des Konings
willen verschuilen, het baat hem niet; hij is verant
woordelijk en indien de Koning hem beveelt iets te
doen, wat hij meent niet te moeten doen, dan staat
het hem vrij om zijn ontslag te nemen, maar niet
om zijne verantwoordelijkheid op den Koning over te
brengen.
Welke zijn dus de voordeelen van dit stelsel?
Voor den Koning, die de Ministers benoomt naar zijn
welgevallen, dat hij de door hem noodig geachte
regeeringsmaatregelen kan doen nemen door mannen,
die met hem ze noodig en goed vinden en die er
zich verantwoordelijk voor stellen dat hij dus den
gewensehten invloed op den gang van zaken kan uit
oefenen, zonder ooit in botsing te geraken met zijn
volk, dat op al wat het afkeurt, niet hem, maar de
Ministers aanziet.
Voor de Ministers, dat zij als zelfstandige mannen,
datgene doen kunnen, wat zij zelf willen. De Koning
benoemt hen, omdat zij bereid zijn op hun eigen
verantwoordelijkheid te doen wat de Koning meent
dat geschieden moet. Zij zijn niet gehouden om te
doen wat de Koning beveelt omdat zij benoemd zijn.
Tegenover de vertegenwoordiging staan de verant
woordelijke Ministers ook veel zuiverder dan de niet
verantwoordelijke. Daar zij zeiven aansprakelijk zijn,
hebben zij voor hun eigen doen en laten op te komen
en kunnen zij met hun beginsel en met hun maat
regelen staan of vallen. De niet-verantwoordelijke
Minister heeft niet zijn, maar des Konings doen en
laten te verantwoorden
De vertegenwoordiging op haar beurt is tegenover
verantwoordelijke Ministers geheel vrij. De onschend
bare Vorst blijft buiten spel. Haar oordeel moge zoo
streng zijn als het wil, liet treft nooit den Koning,
nooit hooger dan een Minister, of een ministerie, dat
toch altijd te vervangen is.
Terwijl 's Konings gezag onaangetast en onaantast
baar blijft, worden 's lands zaken behartigd en behandeld
met volkomen vrijheid, en het volk kan door zijn
vertegenwoordigers zijn wenschen doen gelden, zonder
dat de Koning zich behoeft te laten dwingen, en
de Koning kan zijn gezag doen gelden, zonder het volk
ontevreden te maken.
Wat is het gevolg? Het blijkt uit al hot vooraf
gaande: dat de volksvertegenwoordiging met de grootst
mogelijke vrijmoedigheid elke regeeringsdaad kan en
mag be- en veroordeelendat zij, een zekere richting
van bestuur afkeurende, niet den Koning dwingt tegen
zijn eigen overtuiging te handelen, maar hoogstens
hem noopt zich van andere raadslieden te omringen,
dat dus het eenhoofdig bestuur van den Staat kan
blijven bestaan en zijn volle werking hebben, terwijl
van den anderen kant de volksvertegenwoordiging het
toezicht op den gang van 's lands zaken kan uitoefenen,
zooals zij meent te behooren. Zij heeft geen enkele
Minister te ontzien. Geen enkele Minister ook heeft
zich tot iets te laten dwingen, wat hij niet goed acht.
De Minister, die het vertrouwen des Konings of der
vertegenwoordiging niet meer geniet, of van wien de
Koning of de vertegenwoordiging dingen verlangen, die
hij meent niet op zich te kunnen nemen, treedt af.
Door dit beginsel zijn zoowel de uitvoerende als de
wetgevende macht, zoowel het hoofd van den Staat
als de gekozenen des volks volkomen vrij in hunne
bewegingen en volkomen in staat om geheel aan hunne
roeping te beantwoorden zonder aan elkanders bevoegd
heden of rechten te kort te doen, alles te doen wat
zij noodig achten, zonder iemand te dwingen tot wat
hij niet wil.
Indië.
Uit Samarang wordt aan het Soer. Iibl. geschreven
In een district, slechts weinige palen van de hoofd
stad Samarang gelegen, zijn geplaatst een assistent
resident en een regeut; de eerste heeft nooit het geluk
gehad het publiek voor zich in te nemen, terwjjl de
tweede door zjjne positie en afkomst, door opvoeding
on huwelijksbanden, door tact en beschaving, bjj de
bevolking en bij allen, Europeanen en inlanders, die
met hem in aanraking kwamen, den gunstigsten indruk
maakte. De regent zelf is zich wel bewust van zjjne
gebreken, maar boven allen lof verheven zijn de ijver
en de toewijding, die bjj in het belang van de bevolking
aan den dag legt. Het gevolg daarvan is, dat de regent
zjjne printahs stipt ziet uitgevoerd, wat niet weinig
den najjver van den assistent-resident opwekte. Nu
gebeurde het, dat onlangs een paard van den regent,
losgebroken, op de aloon-aloon kennis maakte met het
rjjpaard van den assistent resident, en zjj er toe kwamen,
de disharmonie tusschen hunne meesters te willen
beslechten door eens samen te vechten. Al slaande en
schoppende kwamen zjj op het assisfceDt-residentserf,
waar het paard van den regent onder veel vertoon van
politie en andere macht werd opgepakt. Voor deze
misdaad bracht de assistent-resident den regent op de
politierol en vaardigde den adjunct-djaksa, ook een
regentszoon en neef van den tegen woordigen regent,
uit om het hoofd der inlandsche bevolking te verhooien.
Tegen zulk vergrjjp tegen de adat en de voorschriften
der regeering kwam de regent in verzet en weigerde
zich te onderwerpen aan een verhoor door een zjjner
ondergeschikten, evenals om voor de rol te verschijnen.
De zaak heeft niet weinig opzien gebaard bij de
Europeesche gemeente van het plaatsje, doch betreurens
waardiger is de opspraak, die het gemis aan tact bjj
den assistent-resident onder de inlandsche bevolking
heeft te voorschijn geroepen.
Uit Makassar wordt dd. 11 Juli aan het Bat.Nbld.
geseind: Tusschen de Balische rjjfejes Kloenkoeng en
BadoeDg is om verschillende redenen, waaronder een
grenskwestie, een oorlog uitgebroken. Beide partgen
zjjn mi't afwisselende kansen reeds eenige malen met
elkander slaags geweest. Over en weer zjjn dooden en
gewonden gevallen. De resident houdt onze politiek van
non-interventie vol, doch wil, zoo die ingeroepen
wordt, zijn tusschenbomst wel verleenen om de twisten
by te leggen.
Uit Soerabaja wordt aan hetzelfde blad gemeld Het
petroleum-etablissement van den heer Stoop, in de
nabjjheid dezer hoofdplaats gelegen, is zwaar beschadigd
door een ontploffing; vjjt inlanders verloren daarbjj
het leven, de schade is belaDgrjjk.
Zwitserland.
Van de 26 personen, die bjj het spoorwegongeluk op
korten afstand van Bern werden gekwetst, en in het
hospitaal aldaar waren opgenomen, konden Dinsdag 6
ontslagen worden. Van de overige gekwetsten is Maandag
nacht een gestorven, anderen zjjn zeer gevaarlgk
gewond. Alleen Zwitsers, geen vreemdelingen werden
gedood ot gekwetst.
Frankrijk.
De speelbank te Monaco zal vermoedelijk weldra
verdwijnen. Den löden April 1892 eindigt het contract,
dat de vorst van Monaco met de familie Blanc heeft
gesloten, maar men beweert algemeen dat de vorst
weigert het contract te hernieuwen en geen vergunning
meer wil geven tot het houden van een speelbauk.
In 1858 deed de croupier Blanc zjjn intocht in
Monaco. Vorst Honorius, die een inkomen van 15,000
Irs. en 10,000 onderdanen had, sloot met Blanc een
overeenkomst, welke hem groote sommen opleverde.
Nu echter wil do kleinzoon van den vorst, prins Albert,
het contract niet vernieuwen. De vorst kan de inkom
sten, welke de speelbank hem verschafte, wel missen,
want hjj is gehuwd met de schatrjjke hertogin De
Richelieu geb. Heine.
De familie Blanc zoekt nu een ander vaderland voor
de speelbank. Reeds heeft zjj zich gewend tot den vorst
van Liechtenstein, het vorstendommetje ten oosten van
Zwitserland en hem, naar men zegt, een jaarljjksche
uitkeering van 10,000,000 fr. aangeboden. Men gelooft
echter niet, dat Prins Joban van Liechtenstein, die
hetzelfde aanbod reeds vroeger van de band heeft
gewezen, zal toegeven, dat te Vaduz, de hoofdplaats
van zjjn vorstendommetje, de speelbank wordt gevestigd.
Nederland.
Amster«lani,' 19 Aug. Door den commissaris
van politie Stork i9 'oij den raad ingediend een adres,
naar aanleiding van het rapport der taptoe-commissie,
met verzoek het te doen opnemen in het Gemeenteblad.
De voor heden uitgeschreven raadsvergadering kon
wegens ontoereikende opkomst der leden niet doorgaan.
Zekere S. van 't S. te Amsterdam, die voor eenigen
tjjd geleden verloofd was geweest met een meisje dat
in de Plantage Franschelaan diende, A. T.f doch dezer
dagen haar afscheid had gekregen, vertoonde zich heden
ochtend herhaaldelijk in de nabgheid van het huis
waar zijne vroegere beminde woonde, klaarbljjkeljjk
om haar op te wachten. Te 12 uur ongeveer kwam zg
van eene boodschap terug, en werd door haren minnaar
aangevallen en op den grond geworpen. In de worsteling
die volgde, bracht v. 't S. het meisje eenige messteken
in de borst en aan hals en zijde toe, terwjjl hg zelf
aan de vingers verwond werd. De woesteling werd in
hechtenis genomen en naar het Israëlitisch gasthuis
gebracht om verbonden te worden. Het dienstmeisje
werd per rjjtuig naar het gasthuis vervoerd. Hare
wonden bleken niet van ernstigen aard te zijn, zoodat
zjj, na verbonden te zyo, weder naar huis kon gaan.
Op het bureau der 2de sectie vond een verhoor plaatB
en werd het meB, dat bjj de worsteling gebroken was,
gedeponeerd. Volgens geruchten zou juist heden de dag
zgn geweest, waarop de gescheiden gelieven in den echt
zouden worden verbonden, en v. 't S. Woensdag avond
een sarienden brief hebben ontvangen, waarin hem de
verbroken belofte in herinnering werd gebracht.
Middelburg;, 19 Aug. Door de politie alhier
zgn twee personen als verdacht van den vroeger gemelden
looddiefstal, gearresteerd en naar het huis van arrest
overgebiacht. Zg heeft voorts nog eene hoeveelheid
lood, van denzeltden diefstal afkomstig, opgespoord.
Middelburg;, 20 Aug. Heden voormiddag om
streeks half twaalf iB de metselaar M., een man van
middelbaren leeftjjd en te Middelburg woonachtig, die
op de spoorweglyn werkzaam was, 'og wachtpost 49
nabjj 'a Heer-Arendskerke, onder den trein geraakt.
Toen de machinist het ongeval bemerkte stopte hjj
dadeljjk door middel van den WeBtinghouse rem, doch
het bleek dat de man, die deerljjk aan het hoofd en
de beenen verwond was, reeds was overleden.
Een kameraad van den ongelukkige, die bjj het
drama tegenwoordig was, verschrikte zoodanig dat hij
niet in staat was verder zjjn werk te doen. Hjj kwam
omstreeks 1 uur, geleid door twee personen, hier aan,
nog bjjna sprakeloos van den schrik.
Wissenkerlce, 19 Aug. Maandag werd door
den heer P. J. Visser van Hansweert het laatste der
door hem te zinkeu stakken aan de Anna Friso polder
onder gunstige omstandigheden gezonken. Op den
zelfden dag ('s avonds) werd door den heer Roskam
onder dezelfde omstandigheden het eerste stuk van het
laatst besteedde werk aan de Vliete polder gezonken.
In sommige blokken tarwe alhier bespeurt men
veel brand of smet in de aren, terwjjl hier en daar in
den korrel het gevreesde wormpje zich vertoont. Op
vele plaatsen is de gerst geschoten, de aardappelen
zgn klein (de late) en er is veel kwaad in te be
speuren.
Goes, 20 Aug. De surnumerair der Weduwen, wordt
belast met de tijdelijke waarneming van liet kantoor van
's rijks directe belastingen, enz.
Door het vertrek van den heer Jonqnière en het
bedanken om gezondheidsredenen als lid door den heer
S. de Meulemeester, zullen twee vacatures ontstaan in
onzen Gemeenteraad.
De tweede vertooning door het Leger des Ileils was
minder opgewekt dan de eerste, ofschoon het bezoek niet
minder was. Enkele bekende personen deden in hunne
eigene straattaal voor het geachte publiek belijdenis van
hunne zonden, hetgeen niet weinig den lachlust bij velen
uit het publiek opwekte. Als het publiek even netjes blijft
als deze beide keeren, dan behoeft voor eene bestorming
door het Leger des Ileils geen vrees te bestaan.
Op de tentoonstelling van Landbouwwerktuigen
enz. te Utrecht is voor de grootste en volledigste ver
zameling van landbouwwerktuigen een prjja van 100
aan de firma wed. J. C. Massee Zoon te Goes toe
gekend.
Iex*selte, 20 Aug. Gisteren werd in het café
>de Oesterheurs" eene vergadering van belangstellenden
in de oestercultuur gehouden, waarop werd besloten
een adreB aan den Minister van Financiën te richten,
met verzoek om den termjjn van pachtbetaling opnieuw
te verschuiven.
Naar wjj vernemen zal door visBchera, werklieden
en neringdoenden uit de gemeenten Ierseke, Tholen,
Bergen op Zoom, Krabbendjjke en Wemeldinge eveneens
een adres gezonden wordeD, met verzoek om het boven
genoemde te steunen.
Seherpeuis.se, 20 Aug. Geslaagd voor de
hoofdacte te Breda de heeren D. J. Hartogen A.Koolaard,
beiden alhier geboren, de eerste thans onderwijzer te
St. Maartensdijk, de tweede te Oud-Vosmeer.
Zteriliieee, 20 Aug. Wjj vestigen de aandacht
van belanghebbenden op het Kon. Besluit van 15 Juli
1891 Staatsblad No. 147), tot vaststelling van een
algemeenen maatregel van bestuur, als is bedoeld bjj
art. 4 dor Arbeidswet.
Dit besluit luidt als volgt:
Art. I. Het is verboden in fabrieken en werkplaatsen:
A. eeD persoon beneden zestien jaren of eene vrouw:
a. arbeid te doen verrichten aan drjjfwerk dat in
beweging is, als:
1°. smeren, reinigen, onderzoeken, herstellen;
2°. drjjfriemen, touwen of kettingen inkorten of
herstellen
3°. drjjfriemen, touwen of kettingen opleggen of
afnemen, tenzij voor wat drjjfriemen betreft, deze niet
breeder dan 55 ra.M. zjjn en het opleggen en afnemen
geschiedt zonder dat de daaraan werkzame persoon
den vloer verlaat;
b. arbeid te doen verrichten in een werklokaal,
waarin niet voldoende beschut gevaarlgk drjjfwerk
aanwpzig is;
Als niet voldoende beschut gevaarlgk drgfwerk wordt
beschouwd hetgeen als zoodanig door den bevoegden
inspecteur van den arbeid is aangewezen.
c. aan io gang zjjnde werktuigen arbeid te doen
verrichten, welke gevaar ban veroorzaken, als: smeren,
reinigen, onderzoeken, herstellen;
Als arbeid, welke gevaar kan veroorzaken, wordt
beschouwd die als zoodanig door den bevoegden in
specteur is aangewezen.
d. aan in rust zjjnde werktuigen, waarvan het drgf
werk echter in gang is, arbeid te doen verrichten,
welke gevaar kan veroorzaken, als: smeren, reinigen,
onderzoeken, herstellen
Dit verbod geldt evenwel niet, indien de werktuigen
afgekoppeld of zoodanig vastgezet zgn, dat zjj niet
door eene onvoorziene omstandigheid of door onacht
zaamheid in beweging kunnen komen.
Ten aanzien van het afkoppelen en vastzetten ban
de bevoegde inspecteur voorschriften geven, welker
niet-inachtneming met niet afkoppelen of niet op de
boven omschreven wjjze vastzetten wordt geljjk gesteld.
e. arbeid te doen verrichten bg werktuigen, waarvan
sommige deelen gevaar kunnen veroorzaken, zooals:
tandraderen, vliegwielen, waterraderen, laag liggende
riem8chjjven, spieën, stelschroeven, krukken, uitstekende
zuigerBtangen, drjjfriemen en -touwen en drjjfwerken,
waarvan de onderkant minder dan 1,60 M. van den
werkvloer is verwgderd, tenzg die deelen of de werk
tuigen zelve behoorljjk beschut zgn, voor zoover het
bedrijf zulks, volgens het oordeel van den bevoegden
inspecteur, toelaat
Weefgetouwen worden alleen dan als behoorljjk be-
Bchut beschouwd, indien zjj van voldoende spoelvangers
of spoelborden voorzien zgn.
f. bjj werktuigen, wier sngdende-snelloopende deelen
of wier plettende deelen gevaar opleveren, arbeid te doen
verrichten, die hem of haar met de gevaar veroor
zakende deelen in aanraking kan doen komen, tenzjj
die deelen volgens het oordeel van den bevoegden
inspecteur zooveel mogeljjk van veiligheidsmiddelen
voorzien zjjn
Tot deze werktuigen behooren in de eerste plaats
cirkel- en lintzagen, frees-, steek-, schaaf- en snij
machines der houtbewerkingvoorts stroosngwerk
tuigen, lompensnjjders, papiersnjjwerktuigen, hakmes
werktuigen, metaalacharen, duivels (woIvod) der spinne
rijen, kalanders en walsen en verder die, welke door
den bevoegden inspecteur worden aangewezen.
g. arbeid te doen verrichten in een werklokaal,
waarin werktuigen worden in beweging gebracht door
een krachtwerktuig, tenzg telkens vóór het in gang
zetten van dit laatste een iü dat werklokaal duidelgk
waarneembaar sein worde gegeven;
h. arbeid te doen verrichten in een werklokaal,
waar aanwezig zgn onder druk werkende kook- of
andere toestellen, die gevaar voor ontploffing opleveren,
of droogcilinders, tenzjj die op verzoek van den be
langhebbende volgenB artikel 10 der wet van 28 Mei
1869 Staatsblad No. 97) door de ambtenaren van het
Stoomwezen onderzocht, beproefd en goedgekeurd zgn
en verder om de twee jaar inwendig onderzocht of
indien zjj zich voor inwendig onderzoek niet leenen
herbeproefd zgn, en voorts ten minste éénmaal per
jaar uitwendig onderzocht zgn door den bevoegden
inspecteur van den arbeid, alsmede steeds van de ver-
eischte veiligheidsmiddelen voorzien zjjn;
Omtrent de wjjze van onderzoek en beprooving, het
bewys van de toegestane werkeljjke drukking en de
vereischte veiligheidsmiddelen worden voorschriften
gegeven door den Minister, met de uitvoering van dit
besluit belast, na overleg met den Minister van Water
staat, Handel en Ngverheid.
i. arbeid te doen verrichten bg vaste kuipen of bakken,
met heete vloeistoffen of gesmolten metaal gevuld en
bjj onbedekte grondkuipen, die gevaar kunnen opleveren
volgens het oordeel van den bevoegden inspecteur,
tenzg die door heiningen of gordingen omschut zjjn;
Jc. arbeid te doen verrichten in overdekte ovens of
andere besloten ruimten, waarin de temperatuur moer
dan 32° Celsius bedraagt;
l. arbeid te verrichten bjj, volgens het oordeel van
den bevoegden inspecteur onvoldoende verlichting van
het werklokaal;
Als onvoldoende verlichting van een werklokaal
wordt ook beschouwd die door middel van kunstlicht
gedurende den tjjd tusschen 9 uren des voormiddags
en 3 uren des namiddags, tenzjj de bjjzondere weers
gesteldheid het gebruik van kunstlicht noodzakeljjk
make.
De verbodsbepalingen sub b, e, h en l, gelden niet
vóór 1 Mei 1892.
Door of van wege den Minister met de uitvoering
van dit besluit belast, kan voor fabrieken en werk
plaatsen, in werking zjjnde vóór 1 November 1891,
vrijstelling van een of meer der sub e, h en l geBtelde
voorwaardelijke- verbodsbepalingen worden verleend,
uiterljjk tot den laten Mei 1895.
B. een persoon beneden zestien jaren
a. als zelfstandige machinist of stoker arbeid te
doen verrichten bjj krachtwerktoigeo of stoomketels;
b. arbeid te doen verrichten bjj het vervaardigen of
verwerken van ontplofbare stoften, tenzjj volgens het
oordeel van den bevoegden inspecteur zooveel mogelyk
maatregelen tegen ontploffing genomen zgo.
Art. IL Het is verboden een persoon beneden zestien
jaren of eene vrouw onderaardschen arbeid te doen
verrichten in mjjnen.