ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 30 Juli 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. zierikzee. Jhr. C. C. Th. SIX. KENNISGEVING. AFKONDIGING. AFKONDIGING. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 6033. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Lpst van Brieven, geadresseerd aan onbekenden, over de 1ste helit der maand Jali 1891 1. Mej. C. F. M. E. Schultz, Rotterdam. Van Serooskerke. 2. De Klerke, Middelburg. Gemeenteraads-Verkiezing te Wij herinneren den Kiezers, dat de herstemming voor één lid van -den Ge meenteraad zal plaats hebben op Dinsdag 4 Aug. a.s. Door de Liberale Kiesvereeniging is Kandidaat gesteld Rekening der Gemeente over 1890. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zie- eikzee maken bij deze bekend dat de Rekening der Gemeente over het jaar 1890, ingevolge art. 219 der gemeentewet, van heden af, gedurende veertien dagen, voor een ieder ter inzage op de Secretarie is nedergelegd, en tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld. Ziekikzee, den 27 Juli 1891. De Burgemeester en Wethouders, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Het HOOFD van het Gemeentebestuur te Ziekikzee maakt bekend, dat door den heer Provincialen In specteur der Directe Belastingen te Middelburg is executoir verklaard het kohier van het Patentrecht dezer gemeente, betreffende de tappers, slijters, schippers en kramers over het dienstjaar 185l/s2. dat °P heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier wordt ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Ziekikzee, den 27 Juli 1891. Ch. W. VERMEIJS. Het HOOFD van het Gemeentebestuur te Ziekikzee maakt bekend, dat door den heer Provincialen In specteur der Directe Belastingen te Middelburg zijn executoir verklaard de kohieren van het Patentrecht dezer gemeente, over het dienstjaar 1891/92, (wyken A en B), die op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen alhier worden ter hand gesteld ter in vordering, en dat ieder verplicht is zijn aanslag op den bg de wet bepaalden voet te voldoen. Ziekikzee, den 29 Juli 1891. Ch. W. VERMEIJS. Frankrijk. Voor de voorstanders van de doodstraf mag er wel eens op gewezen worden hoe Frankrijk het bewijs levert dat de doodstraf het aantal moorden niet doet ver minderen, terwijl het FraDsche volk ook het bewys levert van bet onzedelijke der openly ke terechtstellingen. Eiken ochtend in de vroegte is op het Roquetteplein te Parys eene rumoerige menigte by een, wachtende op de drievoudige terechtstelling van eene vrouw, haren zoon en nog een man, wegens moord ter dood veroor deeld. Daarby hebben zulke onstichtelijke tooneelen plaats, dat verscheidene personen in hechtenis zyn genomen. Parys, 27 Juli. Een ontzettend spoorwegongeluk (reeds Maandag kort per telegram gemeld) heeft gisteravond te Saint-Mandé onder de muren der stad plaats gehad. Van Joinville-le-Pont was trein No. 116 vertrokken, overvol met passagiers, die den muziek- wedstrijd aldaar hadden by gewoond. 91/* uur was de trein voor het station Saint-Mandé, toen een volgtrein, sterk 16 waggons, op den eersten trein in reed. De goederenwagen werd door de locomotief geheel verbryzeld en de drie laatste wagens, waarin de reizigers opgepakt zaten, werden ingereden. Een der wagenB vatte vnur en stak de spaanders van den bagagewagen aan. Het ongeluk had plaats onder een der bogen van de brug Gambetta, die geheel versperd werd door de stukken, waardoor de redding enorm werd belemmerd. De jammerkreten, die opstegen, waren afgryselyk. Het personeel aan het station verleende de eerste hulpde reizigers, die gespaard gebleven waren, vluchtten op het perron en maakten de verwarring nog grooter. De brandweer van Parys en Vincennes werd gealarmeerd en bracht militaire ambulances en hulp uit de hospitalen mede. Het vuur was weldra geblnacht, zoodat met het reddingswerk onder fakkelicht kon aangevangen worden 47 dooden en 50 zwaar gekwetsten werden van onder de brug te voorschijn gehaald. In de wachtkamer werden de gewonden gelegd; de dooden in de goederen wagens. Zes personen werden onmiddellijk herkend. De lyken zyn zwaar verminkt. Alle beenen zyn gebroken door het opschuiven der banken. Hartverscheurende scènes vielen voor: eene vrouw, tu8schen twee waggons geklemd, smeekte dat men haar zou dooden wegens de vreeselyke pynen, die zy doorstond. Het duurde twee uur, voordat zy was vry- gewerkt. In een rijtuig, dat gaaf gebleven was, werd een persoon onder de banken gevondeD, die de redders wezenloos aanstaarde, een noodkreet uitte en stierf van schrik. Vele moeders jammeren by de lyken harer kinderen. Een jonge man houdt snikkend van smart zijne jeugdige vrouw in de armeD, wier borst openge scheurd is door een Btuk hout; hy wil zyn doode niet afstaan; een ander staat wezenloos met zyn gedood tienjarig zoontje aan de borst. De weg is geheel door bloed gedrenkt, stukken menschenvleesch liggen allerwegen verspreid. De aan blik is verschrikkelijk. Duizenden stroomen uit Parys raar de plaats des onheils; een sterke politiemacht R ft het station afgezet. De zwaar gewonden, die vervoerd kunnen worden, werden overgebracht naar het hospitaal St. Antoine. 's Nachts vier uur was de weg gedeelte! jjk weer vry. Het ongeluk wordt geweten aan den stationschef, die op het oogenblik van de aanrijding stond te praten met een passagier eerste klasse en die vergeten had den weg onveilig te laten zetten. Heden nacht werd hy gearresteerd; men zegt, dat hy krankzinnig is geworden. Omtrent bovengenoemde ramp wordt nog het volgende gemeld: Niet dan met moeite en zeer langzaam bereikte ik Maandagmorgen de plek van het onheil. Het was, als vreesde men een nieuw ongeluk zóó langzaam reed de trein. Een dichte menigte verdringt zich op de bruggen, welke over de in de diepte, tusschen boorden van groen gegraven spoorbaan zyn gelegd. Doch men ziet niets meer. Alles is dezen nacht reeds weggeruimd. Alleen de angst en de droefheid, welke aan het station op elk gelaat zyn te lezen, doen nog vermoeden, dat hier twaalf uur vroeger iets vreeselyks is gebeurd. Vóór het gemeentehuis, dat door gendarmen en agenten uit Parys wordt bewaakt, staan en drentelen honderden menschen. In de aangrenzende school zyn de lyken ten toon gestéld. Alle vijf minuten laat men een twaalftal menschen binnen, opdat zy zich kunnen vergewissen of zij misschien iemand onder de ten toon gestelden kennen. Drie zalen moeten we doorgaan. Hier in de eerste zaal worden we aangegrepen door een onvergetelyk schouwspel. Zestien lyken liggen hier, verminkt, bebloed, verkoold verkoold het meest, het ergst, vreeselyk verbrand, geheel zwart soms, de kleederen afgeschroeid, het vel tot leder geworden, tot grijsbruin leder O, het is ver schrikkelyk! En toch zyn er enkelen, die u met nog geopende oogen kalm, vreedzaam aanstaren, als hadden zij geen hellepijn geleden. De meesten echter, voor zoover hun gelaat niet te veel bebloed cf verminkt is, hebben eene uitdrukking van vreeselyke ontsteltenis en enkelen liggen met den mond open, als wilden zy nog om hulp roepen. Zy liggen daar op den grond, in het schoollokaal, hall' in witte lakens gewikkeld, die hier en daar met bloed zyn bevlekt. Hunne klee- deren, voor zoover zichtbaar, duiden am, lat de meesten werklieden waren. Verscheidenen hebben eenige lichaamsdeelen geheel verbryzeld. Op hunne borst liggen voorwerpen, die men by hen gevonden heeft en door welke men hoopt, dat het herkennen gemakkelijker zal wezen. Zij liggen daar op den grond, in het schoollokaal, daar waar nu les zou worden gegeven zonder het onheil; jonge kinderen zouden hier dan gewoeld hebben en nu menschen die ontzet, verbijsterd, zwijgend of in droef mompelen voorbijgaan en zestien doode menschen, onder wie jongens en kinderen. Achter de lijken staat een agent, een tweede zit aan een tafeltje; wordt een lijk herkend, dan wordt het weggedragen naar eene andere zaal. In een tweede zaal liggen acht lijken, waaronder een van een meisje, een engelachtig kopje, dat u als nog toelacht, hoewel een breede streep bloed in de volle breedte over het jonge gelaat gaat. Ze ligt daar in witte doeken en schijnt van was; zij, die gisteren nog zoo vroolyk speelde, hemelvreugde harer oudera Er naast ligt een vreeselyk verminkt lyk, geheel verkoold, zonder beenen: een stuk romp als een ver dorde boomstronk; misschien wel als een der bloedver wanten van het kleine meisje. Ook deze lijken zyn nog niet herkend. Aan de wanden van het lokaal hangen kaarten en teekeningen van de leprlingen, wier jeugd hier nu vertegenwoordigd is, door dat kind met het engelenkopje. In de derde zaal liggen de meeste lijken; die der herkenden, geheel in doeken gewonden, met papiertjes er op, die de namen behelzen. En het enkele schouwspel dier met spelden vastgeprikte papiertjes doet ons denken aan al het vreeselyk leed, dat hier in den vroegen morgen reeds is geleden, toen deze vrouw door haren echtgenoot, deze jongen door zyn vader, deze man door zijne dochter is herkend. En langzamerhand zien we in gedachten, geholpen door de sinistre verhalen in de 8tationBherberg, het drama zelf vóór ons, met de ontzettende drukte er na, toen de eerste pogingen tot redding gedaan werden, toen men daar in de duisternis met toortsen ondernam den chaos van zwart en damp en bloed aan te tasten en toen eindelyk de morgen schemer van deze regendag grijsvaal lichtte over al dien jammer. Het ongeluk zelf ach, het iB spoedig verhaald. De trein die daar stond, die te lang staan bleef, een minuut te laat, en toen die tweede trein, die veel te spoedig dan behoorde te kunnen geschieden, hetzelfde Bpoor volgde en waarvan de machinist de Beinen veilig zag of veilig meende te zien en toen de schok, de vreeselyke schok, maar die toch niet zulk een ontzettend onheil te weeggebracht zou hebben zonder die verschrikkelijkste van alle rampen de gasontploffing, de brand. Brand in dien ontredderden trein, een brand die geen aarzelen kent, stikkend en verschroeiend de hulpeloozen, de verminkten in die duistere wagens. Nu nog kan men ontzettende dingen zien, in de woelige kamers van het gemeentehuis. Een man die een zenuwtoeval heeft, werpt zich op den grond in de voorgang en rolt daar heen en weder, schreeu wende, gillende, razend van leed: myn vrouw! myn vrouw! Een andere man, in hemdsmouwen, komt binnen en draagt een blond kindje in de armen, een engel van een kindje, in het rose en wit. Is het wichtje dood? Men weet het niet. Maar de moeder, op een bank neergezegen, krygt het in het gezicht en springt nu op en wil er op afvliegen en gilt dat men haar heur dochtertje geve en valt neder op den grond, de handen in het haar, in den Zondagschen hoed O, al dit leed is een onduldbare keerzij van al de vreugde van gisteren! België. Te Luik heeft onder algemeene belangstelling de begrafenis plaats gehad van den beminden burgemeester dier stad, het Senaatslid Julien d' Andrimont. Reeds te 9 uur waren de toegangen tot het Raadhuis, waar het lijk in een rouwkamer geplaatst was, met duizenden van menschen bezet. De Senaat, de Kamer, de Provinciale Raad, de Gemeenteraad, het leger en tal van openbare in stellingen en particuliere vereenigingen en maatschappijen waren door de eerste notabiliteiten vertegenwoordigd, en aan de lijkbaar werden niet minder dan 9 redevoeringen uitgesproken. In een grootschen optocht van duizenden werd het lijk in een prachtigen lijkwagen, door zes paarden getrok ken naar de kerk St. Jacques gebracht, waar bij den kerkelijken dienst de bekende zangvereeniging «Legia", waarvan de overledene eere-voorzitter was, een lied van Hiller, «Super fiumina Babylonis", zong en zich vervolgens de violist Thompson deed hooren. Na afloop van den dienst geleiden nog duizenden het stoffelijk overschot naar de begraafplaats van Robermont. Nederland. 's Gravenhage, 27 Juli. Het »Leger des Heils" heeft gisteren voor het eerst beproefd ook te Scheve- ningen veroveringen te maken. Tegen den avond hadden zich tal van nieuwsgierigen voor het Verkooplokaal aldaar geposteerd; maar op het bepaalde aanvangsuur der >oefening" waren in de zaal nog slechts weinige belangstellenden en nieuws gierigen byeen. Het gezang door de heilsoldaten toen aangeheven, scheen buiten de zaal nogal aantrekkelijk heid uit te oefenen, althans gaandeweg werd de groep belangstellenden grooter en omstreeks negen uur was de zaal geheel vol. Het waren echter niet uitsluitend Scheveningsche gezichten, die men er ontmoette, er waren ook vele Haagsche onder. Uit het vry talryke bezoek, dat hej »Leger des HeilB" by deze eerste operatie te beurt viel, moet echter niet worden afgeleid, dat men te Scheveningen sympathie voor de zaak heeft; het tegendeel is waar. Vooral in de lagere standen heeft zich eene vjjandelyke stemming tegen al wat naar den heilsoldaat riekt, in de laatste dagen geopenbaard. Of de tweede oefening", op aanstaanden Vry dag bepaald, zal plaats hebben, is nog ODzeker; naar men wil, heeft de reedery bezwaar gemaakt om haar lokaal opnieuw aan het Leger" te verhuren. Een treffend ongeval dompelde Zaterdagnamiddag een geacht gezin te 's Hage in diepen rouw. Het eenig kind van den heer H., bnffethouder aan het station van den stoomtram in de Anna Paulowna- straat, een aanvallig vyfjarig knaapje, speelde met twee tantes op de, door de kleine zoo geliefde Witte plek," nabij de Vosmaer-bron in de Sehevening6che boscbjes en viel in een door andere kleinen daar gemaakte kuil. Zyn geleidsters en andere personen en kinderen wilden den kleine daaruit helpen, en daardoor waar- schynljjk ontstond een afschuiving van zand, dat in de kuil stortte en waaronder het kind bedolven werd. Door de taotes werd om hulp geroepen en met veel moeite bracht de agent van politie Van Rijn, die op het geroep afkwam, het kind te voorschyn, doch de inmiddels ontboden geneesheer kon slechts den dood constateeren. Het lijkje word door de politie naar de ouderlijke woning overgebracht. V laardiugen. In den gang der haringvisschery is nog niet de minste verbetering waar te nemen. Van tyd tot tijd komt er een enkel schip met halve lading binnen en de berichten betreffende de in zee zjjnde schepen luiden alle even" ongunstig. In het geheel kwamen hier de vorige week aan15 schepen te zamen met 3171 ton, en de geheele aanvoer hier ter plaatse bedraagt thans 7739 ton, tegen 39 554 ton in 1890; de aangebrachte hoeveelheid van de geheele Hollandsche vloot is tot dusverre slechts 14.640 ton, tegen 65.362 ton in Ao. Po. in gelijken datum. De vaste stemming van de markt onderging onder deze omstandigheden natuurlijkerwijze geen verandering, zoodat in den laatsten afslag voor volle haring grif f 15 15.50 en voor maatjesharing 12.25 12.50 betaald werd. Koljjusplaat. Waar de gevreesde aardappel ziekte zich sedert een veertien dagen eerst in het loof vertoonde en nu reeds in den knol der vroege aard appelen is doorgedrongen, begint men nu allerwege ook die ziekte in het loof der winteraardappelen op te merken. Voor den geheelen oogst, maar inzonderheid voor de aardappels het voornaamste volksvoedsel in deze streken, vooral des winters is droogte zeer gewenscht. Zieriltzoe, 29 Juli. By het heden te Utrecht gehouden examen is als veearts o. a. geslaagd de heer M. v. d. Vliet, geboren alhier. Geslaagd voor acte Eogelsche taal, Mej. J. J. van der Bent, geb. te Zierikzee. Aan de chr. bewaarschool to Kortgene is door wylen den heer J. W. Vader de som van ƒ10.000 vermaakt. De Gemeenteraad van Groenloo heeft met alge meene stemmen Dr. Sicherer, uit Goes, tot gemeente geneesheer benoemd. De wonderdokter Sequah uit Rozendaal heeft zyn grati8-genezingea gestaakt. De rechtbank heeft beslist dat hy zijn liefdewerk niet verrichten kan zonder bij stand van een geneesheer. Zaterdagmiddag was jhr. mr. F. J. J. v. Eysinga, lid der Eerste Kamer en oud-president van dat staats lichaam, van een tot vijf uur ten paleize Het Loo. Hij dejeuneerde ten paleize en had daarna een lang durig onderhoud met H. M. de Koningin-RegenteB. Het Sociaal Weekblad schryft haar aanleiding van het kon. besluit tot uitvoering van de arbeidswet, het volgende •Reeds sedert geruimen tyd werd het besluit tob uitvoering van dit wetsvoorschrift tegemoet gezien. Thans is het eindelyk verschenen onder dagteekening van 15 dezer; en ook hij die oordeelt, dat hier in enkele op zichten kras wordt ingegrepen, zal moeten erkennen dat de regeering er naar heeft gestreefd, eenerzyds de letter der wet tot leven te wekken, en anderzjjds rechtmatige belangen der nijverheid te ontzien, door min of meer ruime overgangstermijnen te stellen voor een deel dei- verbodsbepalingen, waaraan zy onderworpen wordt. Erkennen tevens, dat er onder deze bepalingen zjjn, die feitelijk ook aan volwassen mannelyke werklieden ten goede zullen komen. •Menigeen zal waarschijnlijk bedenking opperen tegen het uitvaardigen van een zoo belangrijken maatregel ter verantwoordelijkheid van een minister, die op het pont staat af te treden. Dat die bedenking zonder grond zou zyn durven wy niet beweren. Doch men vergeteniet, wat er tegenover staat: dat, nu de afdoening om redenen, die ons onbekend zyn, doch die geheel kunnen liggen buiten den minister reeds langer is vertraagd, dan gewenscht ware geweest, vernieuwd uitstel niet kon zyn in het belang der zaaken dat dit uitstel vermoedelijk van te grooter duur zou zijn gebleken, omdat de op volger van den heer Rujjs van Beerenbroek allicht geruimen tyd zon hebben behoefd om zich rekenschap te geven van hetgeen behoorde te worden gedaan of nagelaten. Dit een en ander in aanmerking nemend, gelooven wij, dat de aftredende minister, in plaats van een ver wijt te verdienen voor de afdoening, aanspraak mag maken op dank." Volgens het Dgbl. zal dr. H. J. A. M. Schaepman de Nederlandsche regeering vertegenwoordigen op het aanstaand XXIe taal- en letterkundig congres, te Gent. Waarvooral geen naamlooze vennootschappen worden opgericht! In een byvoegsel tot de Staatscourant zijn opgenomen de Btatuten der Maatschappij tot exploitatie van de 's Gravenhaagsehe Kapsalon", te 's Gravenhage, ten doel hebbende het uitoefenen van het kappers- en barbiersbedryf, alsmede dén handel in daarmede aan verwante artikelen. Haar kapitaal bedraagt 10.000 in 1000 aandeelen van ƒ10, waarvan 209 zijn genomen. De overige moeten binnen vijfjaren na het verlyden der akte van oprichting gèplaatst zyn. Tot leden van den raad van beheer zyn benoemd de heeren M. Greven, Ch. Sangers en J. M. Van Hoogstraten. Uit hun midden wordt tot voorzitter benoemd de heer Greven, terwyl voorloopig als directeur optreedt de heer W. J. Stevens. De volgende advertentie: »In het plan C spookt het heden 25 Juli tusschen 4 en 41/., uur. Komt, ziet en overtuigt u van de waarheid" had Zaterdag te Rotterdam tegen den daarin aangekondigden tyd zeer veel nieuwsgierigen naar den omtrek van het plan C. gelokt. Een viertal jonge heeren hadden een weddenschap aangegaan, dat een hunner niet zou darven loopen met een door een barbier ingezeept gezicht, op klaar lichten dag, op een der drukste punten van de stad. De uitdaging werd aangenomen. De tyd en plaats voor de uitvoering werd vastgesteld om 4 uren des namiddags rond Plan C. Een der anderen van het weddende viertal wilde het den vriend, die de dwaze wandeling had aange nomen, zoo moeilyk mogelyk maken en plaatste daarom bovenstaande advertentie. De café's in den omtrek van Plan C maakten goede zakeD. Zij die iets van de zaak wisten, begonnen nu ook te wedden, of het spook al dan niet komen zou. Eindelyk kwam het viertal op het terrein. De uit gedaagde begaf zich naar een kapperswinkel om zich te doen inzeepen en daarna zyn tocht te beginnen. Hy had een middeltje gevondeD, om het al te talryke publiek te verwyderen: er werden nl. strooibiljeten verspreid, waarin aangekondigd werd, dat het spook niet aan Plan C, maar aan de Hoogstraat naby het stadhuis zou verschijnen. Dit bracht beweging in de menigte, die naar het stadhuis ging om daar op het spook to wachten. met dit alles was de weddenschap nog niet n, want de kapper had zijne hulp tot de farce geweigerd. Ten einde tot zijn doel te geraken, werd het jongmensch door een zijner kameraden daarop ingezeept in een café, welks eigenaar bereidwillig de benoodigdbeden verstrekte. Toen het jongemensch ingezeept was, maakte hij zijne voorgeschreven wandeling en won daardoor de weddenschap en daarmede was de geheele fameuse spookhistorie uit, althans op de straat; binnenshuis werd die nog langen tijd bij het fonkelen der cham pagne voortgezet. Dezer dagen vond een landbouwer onder Handel (bij Gemert) bij het afgraven van een zandberg, een steenen kan, die blijkens de daarop voorkomend woor den en figuren wel voor antiek scheen door te mogen gaan. Ten einde inlichtingen in te winnen over de meerdere of mindere waarde van zyn vondst, ging ons boertje naar het klooster der Fransche Jezuïeten te Gemert. Ongelukkigerwijze verstond de pater, die hem te woord moest staan, even weinig van het Hollandsch als Brabantsche landbouwers van het Fransch. De kan in de hoogte houdende, zeiae de boer: »Die heb ik gevonden, daarby met den vinger op de borst tikkende. Ah, avez vous faim?" (Hebt ge honger?) vroeg de pater. Het boertje dat, »faim" met vinden" in verband bracht, antwoordde: »Oui mosjeu". (Ja, mynheer). Hoe groot was evenwel zijn verbazing, toen de pater, na zich even verwijderd te hebben, met een kan vol soep kwam aandragen, en die in de gevonden kan overgoot! In een bericht uit Terschelling aan het Iibld. wordt melding gemaakt van het moedig gedrag van een onzer matrozen, Cornelis Bakker, zoon van den loodsschipper Bakker aldaar. Hy dient op de Ned. bark «Theodora" van Ylissingen. De bark lag te Mobile (Amerika) langs zyde van eenen Amerikaan- schen schoener. Een der matrozen, een Harlinger, had 1 Juli jl. het ongeluk van de voorondertopzeilra op de reeling van dien schoener en vervolgens in zee te vallen. De ongelukkige, misschien bewusteloos, bleef geruimen tyd onder water. Onmiddellyk na zyn val was echter de matroos C. Bakker hem van de ver schansing nagesprongen en toen de drenkeling Diet boven kwam, dook by onder, had het geluk hem te grypen en sleepte hem naar 't schip, waar beiden wer den opgehaald. De drenkeling kon intusschen niet tot bewustzijn teruggebracht worden en overleed een paar dagen later in het hospitaal te Mobile. Aanbestedingen, Verkoopingen, enz. Bij de verkooping voor de erven den heer J. Boogerd onder Zierikzee, ten overstaan van de notarissen Mrs_. J. Moolenburgh en J. C. van der Lek de Clercq. dd. 28 Juli 1891, zyn verkocht: paarden van ƒ123 tot ƒ390, melkkoeien van ƒ150 tot ƒ240, een kalfvaars voor ƒ150, vaarzen en ossen van 20 tot ƒ91 en een varken voor 48. KERKNIEU WS. Daar vele vrienden en bekenden van ds. J. van Belkom belangstellend zyn iets van Z.Eerw. te vernemen, nemen wy het volgende over uit. de Volksstem van Pretoria dd. 27 Juni 11. Ds. J. VAN BELKUM'S bevestiging. Z.Eerw. Ds. J. vn Belkum werd met zyne familie hartelyk te Rustenburg verwelkomd en ingehaald door verschillende belangstellende leden der Gemeente.^ De bevestiging had plaats te Rustenburg, op Ycydag 5 Juni, in een opzettelijk daartoe vervaardigde groote bokzeilkerk, die er waarlijk netjes en doelmatig op was ingericht. De 'Consulent onzer Gemeente Ds. Goddefroy van Pretoria ging voor en leidde zyn vriend en broeder in de bediening in met een ernstig en hartelyk woord, Bprekende over de roeping en het voorrecht van den Herder en Leeraar in de Gemeente van Christus. Een buitengewoon talryke schare was daarby tegenwoordig. Aandoenlijk was het oogenblik toen de Leeraar zyne Gelofte deed en zich aan de Gemeente verbond; terwyl de Gemeente hem, zoowel als den scheidenden Leeraar en Vriend, haar zegenbede toezong. De eerste prediking van den nieuwen Leeraar had plaats op Zaterdag 6 Juoi, en daarby bemerkte men tot genoegen nevens den Landdrost ook de Leeraars van de enkel Gereformeerde en van de Vereenigde Kerk. Onvergetelyk is dit eerste woord vol waardig heid en liefde voor ieder belangstellende in de dingen van Gods Koninkrijk en in de belangen der oude Kerk onzer voortrekkers. Nachtmaalviering der Ned. Herv. Gemeente. Op 14 en 15 Juni waren het gewichtige dagen voor de Ned. Herv. Gemeente van Marico. Dagen die niet zoo spoedig zullen vergeten worden, maar nog lang in ons geheugen en zoo wy hopen ook in onze harten zullen blijven. Mocht een deel der gemeente op 27 Mei al het ge noegen smaken haar nieuwe Leeraar Ds. Jac. van Belkum een welkomatadres aan te bieden en zelfs des Zondags daarop te hooren preeken, nu eerst zou de nieuwe Leeraar aan de gemeente worden voorgesteld door onzen Consulent Ds. N. J. Goddefroy. Een paar dagen te voren waven er al een menigte wagens in gekomen, zoodat ons Kerkplein vol stond. Op den 14den Juni kwamen er nog karren en paarde- ruiters, vele waren echter verhinderd op te komen door de vreeslijke koortsziekte, die nog in Marico vooral in het Boschveld heerscht. DeB namiddags werd de nieuwe Leeraar plechtig aan de gemeente voorgesteld door onzen geachten Consulent. De bevestiging had reeds te Rustenburg plaats gevonden. Na de voorstelling hield Ds. van Belkum zyn intreerede en tevens voorbereiding van het Heilig Avondmaal. Met aandacht en diepen eerbied werd de preek aange hoord, die niet alleen welsprekend was, maar ook een geest van liefde en ware godsvrucht ademde. Voorwaar! een treffend oogenblik voor deze gemeente om weder een eigen Hervormden Leeraar te hebben. Men kon dan ook zien dat het gemoed van menig grys voortrekker volschoot bjj de woorden van den nieuwen Leeraar: »Dit eene begeer ik als altyd Jezus Christus en dien gekruist u te prediken als een Eeuwigen Algenoegzamen Zaligmaker van arme Zondaren." Des avonds had er een gemeentevergadering plaats, waarby drie nieuwe Diakenen gekozen werden. Des Zondags morgens deelden de beide Leeraren aan een groote schare het Heilig Avondmaal uit. Des namiddags hield Ds. Goddefroy zijn afscheidspreek als Consulent van deze gemeente. Deze preek zal zeker niet spoedig vergeten worden. Men kon zien dat zoowel Leeraar als Gemeente elkander lief hadden gekregen, zoodat men if e traan werd gestort bij de gedachte dat onze hooggeachte Consulent Ds. Goddefroy, met wie de gemeente zooveel lief en leed had gesmaakt, ons ging verlaten. Daarna werd er aan 18 kinderen de Heilige Doop bediend. In den avond was het nabetrachting en voorstelling der nieuwe Diakenen; waarna een ieder tevreden huiswaarts keerde met de gedachte: het is ons goed dat wy hier geweest waren. Den volgenden Maandag was het by na den ganschen dag kerkeraadsvergadering, waarby vele en gewichtige zaken voor onze Ned. Herv. Kerk werden besproken. Da. van Belkum zal vooreerst zich te Rustenburg vestigen en van daarnit ook onze gemeente bearbeiden. In Augustus zullen door Z.Eerw. by de volgende broeders kerk worden gehouden. 15 Aug. te WilgboomBpruit by den ouden heer Coetzee. 15 Aug. te Wilgboomspruit by broeder C. Blignaut. 16 Enselsberg. 18 Molopo. 19 by broeder L. v. Niekerk Sr. 20 Steph. du Toit. 21 S. Labnscbagne. 23 Zondag in de Ned. Herv. Kerk te Zeerust. 24 bij broeder Manseen van daar terng naar Rustenburg. Op 4 October zal het Nachtmaal wezen, Doop en aanneming. Tot predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Zierikzee, is beroepen Ds. L. H.«F. A. Faure van Rheden. Beroepen te Elburg ds. K. W. Vethake te Arnhem; te Kampen ds. D. J. Karres te Genemuiden; te Biervliet ds. W. H. H. Dykman te Breskens. Ingezonden stukken. Mijnheer de Redacteur I Uwe hulp heb ik zoo dikwijls ingeroepen en ver kregen, ik ben verzekerd ook nu niet te worde a afgewezen, niettegenstaande uw correspondentie over deze zaalc in uw vorig nommer. Geen eigen belang in die beteekeois, door U gebruikt in uwe correspondentie, doet mij de pen ter hand nemen, algemeen belang zonder nevenbedoeling is mijn doel. Geregeld verschyot in het Zaterdags-nommer uwer courant o. a. Mark - berichten ook de Zierikzeesche Botermarkt. In vroegere jaren bestond die opgave slechts uit twee koerser, hoogste en laatBte. Thans worden wel vier pryzen opgegeven. We vinden dit laatste uitstekend, doch zouden gaarne een kleine verandering in de rang schikking der pryzen wenschen, by v.: BOTERPRIJZEN. Puike Goede Ordinaire Deze rubriek is afgesloten. Zyn er nu mindere of bepaald slechte soorten, ('t is een schande dit te moeten schrij ven), die behooren ook niet opgenomen te worden in bovenstaande rubriek. Met een vette letter kunnen ze er onder geplaatst worden en kon het zyp. met opgave der namen wie ze verkocht heeft, opdat ze beschaamd zich verwijderen en beter handen uit de mouwen steken. De opgave der Zierikzeesche botermarkt is geldig voor geheel Schouwen en Duiveland en voor alle winkels waar boter verkocht of geleverd wordt. Ouder gewoonte wordt de middenkoers of zooals men zegt de middelmarkt" gerekend. Wat geschiedde nu 1.1. iarktdag? Er waren drie pryzen opgegeven, terwyl bovendien als vierde pryzen genoteerd stond: »5 pond boter iB verkocht voor ƒ0,373". Nu zijn er winkelie i die deze laagste markt mede rekenden ter verkrygiog van de middelmarkt en er zyn er ook, en verreweg de meesten, die het niet deden. Dit geeft verwarring en bovendien by sommigen veroordeeling. Eene boerin had in den winkel, waar zy haar boter brengt, als middelmarkt ontvangen 0,53, een buurvrouw van haar rekende volgens den Nieuwsbode en bekwam ƒ0,475 als middelmarkt. Natuurlyk rekende de eerste vrouw aan haar werk volk 53 cent, de tweede volgens den Nieuwsbode. De eerste wordt verguisd, een afzetster, enz. Ook voor menig winkelier levert het onaangenaamheden op. Voorzeker waren we een stap op den goeden weg, als voortaan de goede boter bovengenoemd de middel markt aanwees. We geven zulks den marktzetters in ernstige over weging. O. lloogere Burgerschool te Zierihzee. De uitslag van de eindexamens der H. B. S. in Zeeland is thans bekend en met veel genoegen mocht ik vernemen dat No. 1, 2 en 4 van het examen leerlingen van onz& H. B. S. zijn, en alle leerlingen geslaagd zijn, wel een bewijs hoe voortreffelijk het onderwijs aan onze H. B. S. is; indien ik mij niet vergis, was de uitslag in 1890 nog gunstiger, immers waren de Nos. 1, 2 en 3 toen ook leer lingen van onze school, reden te over dat wij trotsch op deze inrichting mogen zijn; dat het zoo blijve is de innige wensch van uw getrouwen lezer DlXI. Mijnheer de Redacteur-Uitgever I Als een bewijs te meer, gesteld dat men nog bewijs noodig heeft, hoe demoraliseerend de jachtwet op hoog en laag, arm en rijk werkt, komt in Usv blad van 25 dezer een ingezonden stuk voor, getiteld »Jachtrechten"en als eene bespotting op de daarin voorkomende grieven, daar nevens in de rubriek «advertentiën", eene oproeping tot daarstelling van een eendenkooi, (tot kort geleden een on bekende zaak in Schouwen). Niet genoeg dus, dat de landbouwers tot heden moeten dulden dat een armzalig, klein aantal jachtliefhebbers, schadelijk gedierte, als hazen, enz. mogen houden en laten vermenigvuldigen op de eigendommen of pachtgronden der hoeren, maken de II.H. Jagers thans nog gebruik van de rechten hun toegekend bij de Jachtwet, die meer in 1391, dan in 1891 tehuis behooren, en importeeren, inventeeren dieren en bedrijven, waardoor den landbouwer nog meer schade wordt berokkend dan hij reeds vroeger leed. Nog eene schrede, en de H.H. Jagers brengen herten, reeën, wilde zwijnen, vossen, etc. op de velden van den land bouwer, enkel en alleen om het genot te hebben later een deel dier dieren te kunnen dooden. «Elk dier, zijn pleizier," mits anderen daarvan geen last of schade ondervinden. Er moet verandering in de jacht- en andere wetten komen, die, ten voordeele en genoegen van anderen be staan, en het boerenbedrijf benadeelen. Daartoe is noodig, dat de landbouwers dB oer en- bond e n" stichten, in den geest van de schippersvereni ging DSchuttevacrwelke betrekkelijk kleine vereeniging, althans in verhouding tot de boeren- en arbeidersstand, wier aantal wellicht a/3 van Neerlands bevolking uit maakt, reeds een macht in den Staat is geworden, waarmee ernstig rekening wordt gehouden. Één ferm Hoofdbestuur, afdeelingen, ook in het kleinste dorpje. «Veel Randen maken licht werk", Eendracht maakt macht" moet de leuze der landbouwers zijn, wil er ver andering, verbetering in hunnen bedroevenden toestand komen, waarvan ook de boerenarbeiderde winkelierkortom alle nijvere menschen zullen genieten. Slaat dus de handen ineen, landbouwers! arbeiders! neringdoende burgers I Verzet u als één man, langs wette- lijken weg, tegen alles wat het boerenbedrijf de wel vaart van ons dierbaar vaderland in den weg staat; maakt gebruik van uw kiesrecht om, in evenredigheid van uw aantal, ook boeren, met heldere hoofden, in 's lands regeering te brengen«niets zoo goed als wat men zelve doet." Rechtsgeleerden, ambtenaren, kooplieden en honderd andere wel ontwikkelde, eerlijke mannen, kunnen sieraden van hun beroep zijnuitblinken in het geven van adviezen in en over zaken, waarvan zij verstand hebben, doch v.- i de behoeften, de nooden van den landbouwer en zijn bedrijf, hebben zij even weinig begrip als een boer van den handel en de scheepvaart. Onze volksvertegenwoordigers (sic!), bestaan voor "/«o uit zulke mannendaarom nogmaals, daarin moet verande ring komen! slaat de handen aan den ploeg en bebouwt uw eigen veld. W. EEN BOEREN VRIEND.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1