ZIlRIKZËËSfflË fflEËWSBODE.
Zaterdag 18 Juli 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Eerste Blad.
G. A. DE LOOZE,
C. J. VAN DEN BOUT,
Jlir. A. C. RöELL
Jhr. C. C. Th. SIX.
AANBESTEDING
NIEUWSTIJDINGEN.
Haagsche Brieven.
MIDDELBURGen ZIERIKZEE.
Ie kl. f 1,50; 2 kl. f 1,—
Ie kl. f1,20; 2e kl. ƒ0,80.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 6028.
Adverfcentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot c
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Gemeenteraad. - Zierikzee.
Door de Liberale Kiesvereeniging zijn
tot Candidaten gesteld de aftredende
leden, de heeren
De Verkiezing zal plaats hébben
Dinsdag a.s., -van des voormid
dags fP - tot 's nam. 5 uur.
op Maandag' SiV Juli 1Ü801, 's namiddags
12 F. uur, ten Raadhuize van Zierikzeevan:
„liet maken en stellen van een
„bouten seliei<lin{>-sseliot in een
„cler lokalen van «Ie scliool B".
Aanwijzing op Woensdag 22 en Zaterdag 25 Juli e.k.,
telkens des voormiddags te 10 uur, waartoe de gegadigden
moeten bijeenkomen ten kantore van den Gemeentebouw-
nieester, bij wien inmiddels ook inlichtingen te bekomen zijn.
Bestekken liggen ter inzage bjj den Gemeentebouwmeester
en ter Gemeente-Secretarie.
Eng'eland.
Keizer Wilhelm's ingenomenheid met zjjn ontvangst
te Londen heeft zich, behalve in het decoreeren van
enkele hooger en lager geplaatste burgerlijke en
militaire autoriteiten voor zoover dit niet met de
gewoonten, die in Engelaod ten aanzien van het
dragen van decoratiën gelden, in botsing kwam
voornamelijk geuit in het aanbieden van voorwerpen
van kunst, smaak of waarde aan verschillende personen,
met wie bij nader in kennis kwam. Zoo vereerde hij
lord Salisbury een speciaal voor dezen vervaardigde
klok en den lord-mayor zijn in olieverf uitgevoerd
levensgroot portret.
Na de plechtige ontvangst aan het versierde station
te Leith, begaf de keizer zich onmiddellijk naar de
haven, waar hij zich aan boord van zjjn jacht, de
»Hobenzollern", inscheepte. Op den weg van het station
naar de haven werd de keizer levendig toegejuicht.
Aan boord der »Hohenzollern" werd het dejeuner
gebruikt, waarna het jacht de Firth opvoer; de reus
achtige brug over deze rivier werd door den keizer
met veel belangstelling in oogenschouw genomen. Te
halftwaalf passeerde daarop de keizer wederom de stad
met zijn jacht. Een Deensch oorlogsschip, dat er voor
anker lag, loste saluutschoten, en gevolgd door het
Duit8che oorlogsschip >Prinzes Wilhelm", verdween
de »Hohenzollern" in noordelijke richting.
Een wandelende Jood. Eenige weken geleden vond
de politie te Llandudno, io Wales, een bejaard vreem
deling door de stad wandelen, die bljjkbaar krank
zinnig was en derhalve in het Conway werkhuis werd
gebracht. Een Poolsche Jood, te Llandudno werkzaam,
ontdekte in den ouden man een landgenoot, doch
weinig bijzonderheden kon deze uit hem krjjgen;
alleen dit kwam men te weten, dat bij Meyer Elitha
heet en thuis behoort te Neistad in Polen. Hjj is
tusschen 60 en 70 jaar, ongeveer 5 voet 5 duim
(Eogel8ch) lang. Men vermoedt, dat bij uit Liverpool
is gekomen, doch hoe de krankzinnige Polen heeft
verlaten en waarom, ligt in 't duister.
Frankrijk.
De voddenrapers, die men in Nederland den schoonen
naam van morgensterren heeft gegeven, werken te
Parys gedurende den nacht. IJverig kan men ze met
den krabber en mand bij het licht van de gaslantaarns
hun beroep zien uitoefenen. Naar men verzekert, wordt
de gezamenlijke opbrengst van hun industrie geschat
op 24 duizend gulden per dag. Inderdaad, wy hebben
weinig begrip van de wjjze, waarop vele menschen
aan den kost komen.
Men weet, dat te Parijs de bevolking dicht opeen
gehoopt is. De groote huizen met vijf en zes verdiepingen
worden door vele gezinnen bewoond, die alles, wat
voor hen geen waarde meer heeft, op straat werpen.
Uit dat afval maken de voddenrapers hun oogst, zij
weten dat alles nog voor anderen weer waarde kan
hebben, 't Is inderdaad interessant te weten hoe het
afval weer wordt verbruikt. Op gevaar af, dat het
lezen eenigen weerzin verwekt, zullen wij het even
mededeelen. Vodden worden natuurlijk tot papier
verwerkt; gebroken glas wordt gestampt en gebruikt
voor het zoogenaamde schuurpapier; beenderen worden
gereinigd en vervolgens gebezigd voor het maken van
tandenborstels, nagelscbuiers en phantasie-artibelen
kleine hoeveelheden haar worden zorgvuldig ontraveld
en haar voor haar uit de war gemaakt en dan door
pruikenmakers gebruikt.
Het afval van den barbier en den kapper, nl. het
korte haar, wordt verkocht voor het filtreeren van
diverse siropeD, stukjes spons worden versneden en
voor spiritus-lampen gebruikt; stukken brood worden
opgeraapt, geroosterd fn gebraden eu aan de restauraties
verkocht, om ham eu 'koteletten te bereiden. Somtyds
wordt er ook tandpoeder van gebruikt. Van sardijnen-
blikken maakt men tinnen soldaatjes of kaarsenhouders.
Esn ouden zyden hoed bomt weer verjeugdigd bij den
hoedenmaker in de winkelkast enz. enz. In 't geheel
zy a er te Parijs 20.000 voddenrapers, die van een
gulden tot een gulden vijftig winst per dag behalen.
Den afgeloopun winter heeft echter hun industrie
nogal geledensedert de Parijzenaars gedwongen worden
wat zij in den loop van een dag wegwerpen in een
hak te doen en dien eiken avond buiten te zetten, tot
de officieele vuilnisman hem komt ledigen. Na zjjn de
chiffoniers genoodzaakt in de voorsteden te gaan zoeken.
Er zjjn in dit vak twee klassen, de placiers die op
bepaalde plaatsen hun arbeid verrichten en de coureurs
(loopers). De eersten spreken met concierges of be
dienden af om den vuilnisbak eens te mogen komen nazien,
voordat de vuilnisman komt. De anderen onderzoeken
op goed geluk af alle bakken of vuilnishoopen. Zij
doen 2 loopen en wel van 7 uur tot 12 uur 's nachts;
en van 4 uur tot 9 uur 's morgens. In den winter
doen zjj echter dikwyls vergeetsche reizen, als de
sneeuw alles voor hun oog verbergt.
De voddenraper heeft een vuil en vermoeiend werk.
Nog jong, geraakt zjjn rug reeds kromgebogen onder
het gewicht zjjner mand, onder de vakmannen manne
quin genoemd. Als deze vol is, bedraagt de waarde
van den inhoud toch zelden meer dan l'/2 francs.
De voddenkoopers geven 2 frank voor 200 pond oud
ijzer, o frank voor dezelfde hoeveelheid glas, 3 frank
voor beenderen, 25 frank voor wollen stoffen.
De verdiensten der chiffoniers zjju dus gering eo
afwisselend. De huisbazen laten hen dan ook altijd
de huur vooruit betalen. Die huur bedraagt l1/-» tot 3
frank per week voor ellendige krotten, waar regen en
wind toegang hebben en waariD men geen enkel
stuk huisraad ziet dan een bed. Zij doen het namelijk
maar zonder meubels, dewjjl de huisheer op alles
beslag mag leggen, behalve op het bed. Maar zoo'n
man weet nog raad. Als de voddenraper met de huur
ten achteren is, neemt de heer eenvoudig deur en
venster weg, als het beste middel om hem te doen
verhuizen,
België.
Door een diamantslijper, wonende te Antwerpen, ie
aangifte gedaan, dat hem in een koffiehuis aldaar,
door zjjne mede te Autwerpen wonende zwagers,
met geweld eene portefeuille, waarin 1000 aan
diamanten, is ontstolen.
Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad.
L ANDBOU W.
Overzicht der Landbouwgewassen
in Schouwen en Duiveland, oogst 1891.
Ook voor deze eilanden heeft de j.l. winter aan den
landbouwer belangrijke schade toegebracht, door het
doodvriezen der uitgezaaide wintergranen, ja wat zelfs
zeldzaam is, ook van vele weilanden. Gelukkig dat
Februari j.l. zooveel droog dooiweer gaf, dat vooral
Tarwe en ook eenige partijtjes Wintergerst
konden worden overgezaaid. Deze opnieuw gezaaide
granen kwamen spoedig flink voor den dag en beloofden
tot medio Juni een ryken oogst. De Da dien tijd ge
vallen vele en zware regens, alsmede de wind, zullen
de hoop des landmans op zijne Wintertarwe
en Wintergerst vermoedelijk te leur stellen,
op dit oogenblik mogen deze gewassen worden be
schouwd als goed middelmatig.
Winterrogge is ook door de vorst veel be
vroren, doch zijn daarvan nog enkele partytjes overge
bleven, die thans, trots de daarvan in het voorjaar
minne verwachting, zich nochtans niet ongunstig
voordoen.
Daar in het j.l. voorjaar weinig vertrouwen bestond
in het overzaaien van Wintergerst, is daarvoor in de
plaats gesteld Che valiergerst, een Boort gerst
die zeer dankbaar voor goed gemest sterk land, thans
op die omgewerkte Wintergerstlanden uitstekend te
velde staat en veel belooft. Hetzelfde kan ook worden
gezegd van de zoogenaamde Maartsche Gerst,
en van vroeg gezaaide Zomergerst en Haver
nochtans is droog en stil weer tot welslagen zeer
noodig.
Erwten, Paardenboouen en "Vlas
hebben zeldzaam vroeger zulk een grooten oogst beloofd,
doch helaas tusschen beloven en ontvangen is nog een
groote kloof.
Omtrent' Erwten kan dienen, dat vele partytjes
zoo groot zjjn gewassen, dat ze tengevolge de vele
regens reeds rotten, juist nu het gewas tot zetten van
graan zich sterk en gezond moest toonen; ook heeft
de luis den laatsten bloei zeer benadeeld. Blijft het
regenachtig weer, dan zullen de vroeger puikste Erwten
de minst voordeelige kunnen worden.
Paardeuboonen maken tot nog toe een
gunstige uitzondering en beloven goed.
Het Vlasgewas in onze eilanden iB zeldzaam
goed geslaagd, doch om voor den landbouwer voor-
deelig te zjjn is nog iets meer noodig dan goed gewas,
ook met den verkoopprjjs dient rekening te worden ge
houden, en deze juist is voor het vlas te velde
oDgekend laag; tien en twaalf jaren vroeger zou voor
dit gewas vermoedelijk den dubbelen prjjs van thans
zjjn bedongen.
Witte en Bruine Boonen hadden ten
gevolge langdurig koud weer bij het ontkiemen reeds
veel tegenstand, en de vele regens der laatste weken
zullen het overige doen, om van dit gewas de hoop
des landmans beneden nul te doen dalen. Mochten
de eerste twee maanden geen flinke warmte en droogte
geven, zal van het gewas weinig mogen worden ver
wacht.
Het weinige Koolzaad dat was uitgezaaid is
doodgevroren en Karwei wordt zeer weinig
verbouwd.
Aardappelen. Ook deze zjjn tengevolge de
vele regens in een gevaarlijke periode. Aanvankelijk
bleek bij de ontkieming dat vele akkers, zoowel ten
gevolge van vermoedelijk door vorst benadeelde leg-
poters, alsmede door de langdurige koude, zeer ge
brekkig zich voordeden het gewas staat thans niet
ongunstig op het veld, daar de plant evenwel, ver
geleken bjj vorige jaren, ruim een halve maand achterlijk
is, zou bjj eene intrede thanB reeds van het bekende
kwaad (wat te vreezen is) de aardappeloogst wel als
mislukt kuonen worden aangeschreven.
.Ajuiu kan als middelmatig worden gesteld, het
nadeel der verkoopprijzen van 't vorig jaar heeft minder
doen uitzaaien, en insekten (maden) hebben vele der
uitgezaaide akkers zeer benadeeld, zoodat van het
gewas ampel een halven oogst bjj vorige jaren mag
worden verwacht.
Suikerbieten zjjn dit jaar belangrijk minder
dan vorige jaren verbouwd. De meeste akkers staan
tamelijk goed, vele hebben geleden door insecten en
onkruid. De verwachting van den oogst is middelmatig,
nochtans kunnen de eerstvolgende maanden, tengevolge
meer of minder gunstig weêr, daarin veel verandering
brengen.
Manjjelwortel is veel uitgezaaid, zeker ook
wel tengevolge lagen bietenprjjs, de ontkieming heeft
op vele akkers te wenschen overgelaten; zou zulks
niet mogen worden toegeschreven aan de vermoedelijk
niet voldoende zorg der zaadtelers voor het te leveren
zaaizaad, ook zou een grootere hoeveelheid te ge
bruiken zaaizaad voor dezelfde akkers kannen worden
toegepast. Thans laat het gewas zich echter niet
ongunstig aanzien.
JMeelcvap is meer nitgeplant dan vorige jaren,
vermoedeljjk een gevolg der schade door vorst aan
het te velde staande gewas j 1. winter toegebracht, en
eene tengevolge daarvan te verwachten hoogere
marktprjjs. Ook de lage bietenprjjs kan daarop
invloed hebben uitgeoefend. Het weêr der jongste weken
is evenwel voor het gewas slecht, en zal dat gewas bjj
voortdurend gemis aan warmte en droogte beneden
het middelmatige blijven.
Omtrent de Klaver- en Graslanden diene,
dat Lucern klaver en Roode klaver uitstekend zjjn
gelukt. Was men vreezende deze gewassen ook door de
vorst zouden zjjn gedood, eene vrees die zich wettigde
(zoo men meende) door ondervinding van vroegere
jaren, is het evenwel nu gebleken dat klaver niet
vernietigd wordt door vorst, wel in den winter en
in het vroege voorjaar verrot tengevolge te veel water.
Derhalve is, dunkt ons, vrjjen afvoer van winterwater
voor klaverlanden aan te bevelen.
Et- en Hooi- Weilanden. Voor de weiden
gaven de maanden Mei en Juni reden tot bezorgdheid
door gemis aan groei, en wat voor de Et-weide gold,
kan ook voor de flooi-Weilanden worden in rekening
gebracht. Thans, nu de tijd van hooien daar is, begint
het gras pas flink te groeien. Het voorradige vee
permiteerd niet de hooioogst tot later te verdagen.
Tengevolge een en ander zal de hooioogst beneden het
middelmatige kunnen worden gerekend.
Het Vee is gezond; wel verneemt men weder hier
en daar van gevallen der vlekziekte onder de varkens,
wat bjj verderen voortgang voor den boerenwerkman
zeer te bejammeren zou wezen.
Een ruim overzicht van den stand in zake landbouw
en veeteelt alhier is niet rooskleurig, en zal, tenzij de
marktprijzen daarin mochten voorzien, reden van teleur
stelling geven.
'sGra.venha.ge, Juli 1891.
Wjj leven in een demissionair tijdperk. Het
Kabinet heeft zjjn demissie gevraagd wat
natuurlijk niet anders te verwachten was. Wat er
nu gebeuren zal is tot op dit oogenblik een
raadsel. Het spreekt vanzelf dat de Regentes
staatslieden van den hoogsten rang raadpleegt, doch
uit dit feit kan nog volstrekt niet worden op
gemaakt dat ze de aangewezen kabinetformeerders
zullen zijn. Zoo is het zeker'dat de oud-Minister
Heemskerk door Hare Majesteit is gehoord. Hoe
diens advies heeft geluid, weet men natuurlijk
niet, maar ik zou mij zeer moeten vergissen,
indien die staatsman niet der Koningin de nood
zakelijkheid heeft betoogd om allereerst te beproeven
een Kabinet der meerderheid te doen optreden.
Want de liberalen hebben, ook na de nieuwe
stemmingen van de vorige week, onbetwist de
meerderheid behouden. Ook indien men dr. Poelman
te Veendam radicaalgezind mocht noemen, wat
nog zeer betwistbaar is, dan telt de nieuwe Kamer
toch nog 52 liberalen en 2 radicalen, tegenover
25 katholieken en 21 antirevolutionairen, (ik
reken Van Vliet in Schoterland reeds als anti
revolutionair gekozen, wat hoogstwaarschijnlijk is).
En nu is de oude Heemskerk een te „fijne kop"
om niet in te zien dat men 't eerst langs liberalen
weg moet beproeven. Faalt de samenstelling door
de liberalen, dan eerst is hjj de aangewezen
man. En dat hjj er naar verlangt, zou ik ook
wel durven bevestigen. Maar, naar wjj hopen,
zal het zoover wel niet komen. Hetzij dat Tak,
die in 't begin dezes jaars in de Kamer een rede
hield die best voor een discours-ministre kon doorgaan,
de formeerder zal worden, hetzij dat die eer aan een
ander zal te beurt vallen, zooveel eenheid, zooveel
gevoel van sympathie zal er onder de liberalen
toch wel bljjken te bestaan, dat zjj een behoorljjk
actief Kabinet kunnen doen optreden en niet
genoodzaakt zullen worden het spelletje te herhalen
van vóór 1888, toen zjj als drijvers fungeerden
om het wild Heemskerk op te jagen. Intusschen
bjj een crisis is alles mogeljjk, al zou niemand
thans aan een vierde MinisterieHeemskerk meer
dan eenige weken leven9 durven toeschrijven.
Niet enkel beleven we thans echter een
ministeriëele crisis, maar in den Haag hebben
we allereerst een crisis van Armenzorg", die
de gemoederen nog veel sterker bezig houdt. Iu
een vorig schrijven heb ik de geschiedenis dier
crisis reeds gemeld. Thans voeg ik er nog bij,
dat dezer dagen de president van 't demissionair
bestuur voor 't eerst iets van zich heeft doen
hooren, door in eene ellenlange circulaire uiteen
te zetten wat hij gedaan had om den vrede te be
waren. Die president heet echter Jhr. Roebussen
en nu is 'L hoogst merkwaardig dat die conservatief
pur sang alles heeft aangewend om een der
candidaten voor administrateur, een verklaard
voorstander en verdediger der liberalen te beletten
op de candidaten]ijst te verschijnen, en thans nog
het grootste gedeelte van zjjn zendbrief aan de
armenzorg-leden vult met een bijzonder trouw
relaas van al hetgeen omtrent den persoon van
dien candidaat in den boezem van het bestuur
is voorgevallen. Indien het waar is dat Jhr. Rochussen
enkel het belang der vereeniging op het oog
had, dan had hjj nadat met zjjne toestemming
besloten was niet één, maar meerdere candidaten
op de voordracht te plaatsen toch waarlijk
dat belang beter gediend door niet zijn ontslag
te nemen en de meeste overige bestuurders mede
te trekken, enkel en alleen omdat die door hem
niet gewilde candidaat, als derde op de lijst was
gebracht. Minstens had hij kunnen afwachten om
de portefeuillequaestie te stellen totdat de algemeene
vergadering hare keuze had gedaan.
Een derde crisis is ontstaan in een ook wel
niet politiek bestuur, maar dat toch in den Haag
van eenige beteekenis is, nl. het bestuur van den
Zoülogiscben Botanischen Tuin. Omdat een der
bestuursleden niet herkozen is hebben al zijne
medeleden hun ontslag ingediend. Op die wjjze
kunnen er nog zeer vele bestuurscrisissen ontstaan,
want het eenmaal bestuurder altoos bestuurder"
moge het ideaal zijn van vele Haagsche heeren,
aan den anderen kant hebben de leden eener
vereeniging toch het recht bestuursleden, die hen
minder aanstaan, te vervangen door anderen.
Als dat niet meer mag, dan kunnen wjj weldra
nog een vierde crisis tegemoet zien, een ge
meenteraadscrisis, want, terwijl de andere partijen
voor de aanstaande raadsverkiezingen de aftredenden
die niet bedankt hadden, herkozen, hebben de
liberale vereenigingen de vrijheid genomen een
paar aftredenden niet te stellen, voegen we er
terstond bijuitsluitend op goede motieven.
Wanneer zij b.v. meenen zeer geschikt vertegen
woordiger te vinden in iemand die door zijn
Hof betrekking twee derde van het jaar afwezig
is, dan kan men dit niet misbilljjken. In een
stad als den Haag is het raadslidmaatschap van
te veel belang om het te laten gebruiken als
bjjloopertje voor het geval men in de stad is.
Zelfs zoo liberaal zijn de liberale vereenigingen
geweest dat ze katholieke aftredende leden weer
hebben gesteld. Een dezer heeren, de heer Rietstap,
viel bij stemming met eene kleine minderheid
wel af voornamelijk omdat velen hem om
zjjn verklaarden tegenzin tegen het openbaar
onderwjjs niet wilden herkiezen, maar daar
een nieuwe liberale candidaat heeft bedankt, is
het hoogstwaarschjjnljjk dat hjj nu toch nog weer
in genade zal worden aangenomen door de liberalen,
omdat hij den moed heeft van zich af te spreken.
Men heeft in onzen gemeenteraad blaffers noodig
en wie nu het sterkst Burgemeester en Wethouders
kan aanblaffen, is het baasje.
Wat ook eigenaardig Haagsch bjj deze ver
kiezing mag heeten, is, dat absoluut alle candidaten
die gebrandmerkt zjjn met de letters E. H.
(oftewel Eigen Hulp) geweerd zjju door de liberale
kiesvereenigingen. Dezen zijn bang voor hare lijstjes
en vreezen dat als er één besmet schaap onder
de reine niet-Eigen-Hulpers mocht voorkomen,
allen aan den dijk zullen worden gezet. Heel
complimenteus voor het doorzicht der winkeliers
is die onderstelling zeker niet. Maar aardig was
het op de kiezersvergaderingen van de mannen
van talent, kunde en wetenschappen, die als
bijzonder geschikte candidaten werden voorgesteld,
telkens te moeten hooren heel mooi, maar die
mijnheer is lid van Eigen HulpDat éóne
woord reeds doemde hem tot den dood. Of men
nu al redeneertja, op die wijze zondert gij de
meest geschikte menschen uit en krjjgt gij een
raad van brekebeenen't helpt niet, liever
domooren dan menschen die zoo verstandig zijn,
hun oordeel te zoeken waar ze het vinden kunnen.
Maar "t is ook een schande, zult ge zeggen,
dat menschen die een mooie openbare betrekking
hebben hun huurman voorbij loopen en naar Eigen
Hulp gaauMag ik een geschiedenis ver
halen In zekere welvarende provinciestad woonde
een heer, die eene mooie rechterlijke betrekking
had. Hij had alleen 't ongeluk eeu groot huis
houden en geen kapitaal te bezitten. Toch moest
hjj in 't zwart voor den dag komen en zjjn
vrouw en zjjn jongens mochten ook niet beneden
hun stand" voor den dag komen. Op zekeren
dag had een dier knapen het ongeluk in 't water
te vallen. Hij werd gered en in een huis binnen
gebracht, waar men hem te bed wilde leggen.
Doch de nauwelijks van den eersten schrik be-
bekomene verzette zich met al de krachten die
bij nog had tegen die bed-kuur. Ten slotte ont
zonken hem zjjne krachten. Men ontkleedde hem
en de jongen had geen hemd aan zjjn lijf.
De »mooie rechterljjke betrekking" was niet in
staat vrouw eu kinderen van het hoogst noodige
lijfgoed te voorzien. Dit is geen verhaaltje uit
de lucht. Naam en woonplaats zou ik kunnen
noemen.
Weina, denkt gjj dat tegenwoordig de mooie
rechterlijke" en andere openbare betrekkingen er
zoo veel voordeeliger op zijn gewordenDenkt ge
dat in den Haag vooral niet een aantal heeren"
rondloopen, die om 't leven moeten vechten, harder dan
de kleinste winkelier, al hebben ze veel mooier titel
en rang? En nu zjj door hun winkel vereeniging in
staat gesteld worden per jaar 100,te verdienen,
denkt gij dat ze dit eenvoudig mogen weggooien
omdat het den winkeliers in de oogen steekt?
»Eureka!" roept Maatschappeljjk Belang. Wij
gunnen dien stakkerts hun percenten, maar de
Coöperatie moet dan ook beperkt blijven tot die
sukkels. Werklui en kleine luijden", dat is ons
ideaal. In dien geest hebben zij zich gewend tot
de Koningin, met verzoek de wet zóó te veranderen,
dat alleen werklui en kleine beambten van de
Coöperatie mogen profiteeren. Doch die rechterljjke
ambtenaar, wiens zonen zonder hemd moesten loopen,
behoorde niet tot de rubriek kleine beambten."
En in de Residentie zjjn er honderden zoo, om nog
niet eens te spreken van weduwen en weezen van
hooggeplaatste ambtenaren, die hun vrouwen en
kinderen een mager pensioentje of een klein kapi
taaltje nalieten. En waarom moet de Coöperatie
aan banden worden gelegd, die slechts dient om
goed voedsel tegen goedkoope prjjs te verschaffen,
waar volkomen bandeloos wordt gelaten de vrijheid
van verkoopers om slechte waar tegen de duurste
prijzen af te zetten? Let men op de dageljjksche
aanhalingen van bedorven vleeseh en visch en
andere zaken, die de soms rjjke handeldrijvenden
zich niet zouden ontzien het publiek in den maag
te stoppen als er geen toezicht was, let nu op
de enorme prjjzen, die vroeger werden geëischt voor
winkelartikelen, die zich nu aan de markt van
Eigen Hulp moeten houden, let men op het
sobere loon dat mannen van groote bekwaamheid
vaak van overheidswege krjjgen, om maar alleen
te spreken van de onderwijzers in de groote steden,
dan vraag ik of het niet volkomen verklaarbaar
is dab winkel vereenigingen als die van Eigen Hulp
bloeien en voortdurend, ondanks alle hinderpalen,
in bloei toenemen Waarom hen, die eer en aanzien
prijsgeven want die zjjn voor hen niet meer
weggelegd, dank zjj het boycotsysteem der winke
liers om te zorgen voor hun huisgezin belemmerd
in hun volkomen wettig, volkomen eerlijk streven,
dat bovendien uit een maatschappeljjk oogpunt zoo
heilzaam werkt. Honderden en duizenden, die vroeger
bjj de winkeliers in 't krijt stonden, en gebukt
gingen onder schuldenlast, hebben zich ontworsteld
aan dat dwangjuk en zijn vrije menschen geworden,
dank zjj het stelsel van contante betaling. Zij
koopen alleen wat ze noodig hebben, worden niet
in den nek gezien en trekken financieel voordeel
bovendien. En die menschen wil Maatschappelijk
Belang" er weer onder brengen! Neen, duizendmaal
neen, wie koopt doet het niet om de winkeliers te
sbevoordeelen" dat is een volkomen verkeerd
denkbeeld. Hij doet het om in zjjne eigen behoeften
te voorzien. En zjj die meenen dit voordeeliger te
kunnen doen door onderling te coöpereeren, doen
niets dan hun plicht voor zich zelf en hun huisgezin.
Maar wanneer ooit wat ik niet kan gelooven
de Koningin hare naam zou stellen onder eene wet
die de Coöperatie beperkte en er ooit een wetgeving
zou te vinden zjjn die dat volkomen zedeljjk en
geoorloofd middel tot lotsverbetering onderdrukte,
dan zou onze wetgeving een beginsel huldigen van
zoo reactionaire strekking dat de vraag zou rjjzen
waarom ons aan de tyrannnie van Spanje ont
worsteld, als we na 3 eeuwen wettelijk veroordeeld
worden te bukken onder het dwangjuk der eigeu
belaag zoekende winkeliers.
Ingezonden Stukken.
Een afgeluisterd gesprek in het Achter-
ommetje tusschen KEES en GERRIT, naar
aanleiding van de aanstaande Verkiezing
voor leden in den Gemeenteraad.
Kees. Wel Gerrit, ei jie 't oak eleeze in de Nieuwsbode,
dat ze 'tair op die Lieberoale Kiesvereeniginge nie zeens
bin geweest; ze zitte daer anders zoa eendrachtelijk te
saeme, in ze binnet over die zaekjes vrie wel eens.
Gerrit. Warachtig ek dat eleeze, net zoa goed as jie.
Kees. Akket goed begrepen dan woue ze der 'n paer
uutknikkere.
Gerrit. Dat ik oalc zo begrepe.
Kees. Mar jie eit van die zaeken meer verstand as ik
omdat jie op joe maniere de boel nog al een beetje bie
oat; zeg, zoue daer noe bepaeld goeie reden voor bestae?
Gerrit. Da gloak wc, te minsten ik dat stikje in de
bode mit attensie eleeze, in dae kom bie, dak juust 'n
paer èèren op de Koaïe mit menkoare oarde praete, die
daerovór doende waere, in die 'k gloave, dat 't juuste bie
de kop oade.
Kees. Wat zoue ze tegen die twiè noe eindelijk
Gerrit. Den èènen noeme ze 'n dwarskiekerin den
anderen 'u antielieberoal.
Kees. Mar wat dienkt jie der noe eindelek van?
Gerrit. Ik gloave voor miendat ze 't beste deëe dien
dwarskieker der in te laetenin den anderen deruut te
knikkeren.
Kees. Waerom den èènen nie in den anderen wel; ze
schrieye toch oallebeie jonkeer voor der naem
Gerrit. Das waermar die ku je oallebeie nie over èène
kammc scheere; oalle jonkeers-dienke nie eender; dat dien
dwarskieker oak jonkeer schrieft, dat kan ie nie ellepe;
dat komt omdat zen voader 't oak wasin dan is zen
zeune dat van zeivers oakmar tis anders een ventdie
oal zen leeven getoand eit de lieberoale weg op te willen;
in wat noe zen dwarskiekerie betreft, dat ei niks om 't
lief; ie eit 'n èèd edae dat 'n de boel nie verklappe mag,
in dat 'n oales wat 'n weet, stilletjes tuus mo laete, in
daer niks van mee mag brienge naer Statuus. Je zou No-
toarissen dan oalc wé dwarskielcers kunne noerne, die zou
je dan oak nie in den Raed motte mar die stae net
zoa goed onder 'n èèd as den anderen; je begriept, dat
gae nie op; 'tis toch al karwei genog, om der zoa dertiene
bie menkoare te kriege; as je oal die soort mensen der
uut wou oue, dan zou je agou je toevlucht motte zoeke
bie den langei» Joannes of Frans de Kuuper, in dat zou
toch oak niet klienke. Mar dien anderen jonkeer, dat is
zooas ze dat noeme, 'n arristrokoatdie, assen op
't kussen zit, nooit zal laete, orn kleine tractementjes
van kleine Ambtenaertjes nog een beetje kleiner te maeken,
in groate tractementen van volk van ullie slag nog groater;
die in èèn woord den burgerman der altied onder wil oue.
Kees. Wat voor verschil is ter noe eindelijk tussen 'n
jonkeer in 'n gewone meneer? der is ornmers oak
in twee stikken.
Gerrit. Je mot nie plat worre Kees, anders scheik er
uut, laete willie noe oak ernstig bluuve; 't juuste verschil
weet ik presies nie, mar dat er verschil bestaet, dat mo
wèl; ze schiene bie 'n gewoon burgerman nog altied een
schreefje voor t'hen.
Kees. Mar ak de bode goed eleezen dan bin der
weinig voor uut durve kom mezooas je dat noe uut leit
ze moste zoo'n vent daer noe is goed besproken in van
regts in links bekekein bie zen air of liever bie zen kop
gepakt, zoo as dat èèrtje wou, je weet wè wiek mèène,
dat èèrtje dat nog al is dikkels op de kittink spriengt.
Gerrit. Daer ei je wel 'n beetje gliek inmar bie een
beetje naedienken, mot ons dat niks verwondere; dat kun
je wel doe in Amsterdam en in andere groate plekken,
mar nie in Surriksee, daer de mensen benauwd bin van
der eige schaeduw, in daer den èènen van den anderen te
veel afhangt; daer waere der op dat oagenblik genoeg,
die ies konne zegge, ma ze doste nie; der waster mar èèn
daer 't zoa bie zat te broeien, dat er wat uut most, in die
eit dan oak watezeit, mar nog nie genog. Geloaf men Kees,
as er bievoorbeeld 'n schoolmeester (ik pak er noe zoo mar
is èèn bie de kop) tarte gad at, om zoa ies te doen, dan
zou 'n deur zoa iemand, as die tin zen macht at, mit-
twee honderd vuuftig in plaes van mit vier honderd vuuftig
gulden naer uus gestiert worre.
Kees. Ik oak nog eleeze dat er èèn op die Vergaede-
rienge was, die dien arristrokoaet nie erg luste, mar die
zei, dat'n eindelek onmisbaer was, omdat'n den èènigsten
is in den Raed, die, wat zoo noadig is, den arsitekt kon-
troleere kan.
Gerrit. Dat ek oak eleeze, mar groater gekheid ek nooit
verkocht ezie, want as dat waer is, dat ie in die zaek den
èènigsten is, dan at'n dat bestek van d'aeven beter motte
naegae, in dan at'n bepaeld motte wete, dat die plekke,
waer ze die scheitsmuure zette, daervoor in tgèèl nie edeugd
eit, in dan was die besteeding anders afeloape; noe 'n dat
nie edaen eit, eit'n weer enlcelde duuzende guldens nae
zen moer golpe, die ik in jie in 'n ander kunne betaele.
Nèè, zo mooi kunne ze nie praete, daer deug niks an èèl
die vint, daer is geen reuk of smaek an, ie mot er uut,
daer elpt niks an.
Kees. Jie bint goed op d' oagte, rnar zou jie dienke, dat
dat noe ies geve za; al dienke wullie der noe zoo over,
daerom wete oal de kiezers dat nog nie; in dan lcomter
r.og wat bie, wie motje voor zoa iemand in de plekke
stelle
Gerrit. Laet dat mar an de Nieuwsbode over; die za
wel enkelde naemen noeme, in die joe dan den besten
toeliekent, die stem je; dat zak oalc doe; jeit ornmers
wel een stembriefje ekrege?
Kees. Jawel; men wuuf begreep al nie, net zo min as
ik, wat of dat beteikent, da'k men nommer most ontouwe.
Gerrit. Dat begreep ik in 't eeste oak nie, mar onderlest
toe 'k bie Buuze in de wienkel was, die zei men: och
Gerriri nieuwe eeren, nieuwe wetten; jeit in kort ekrege
'n nieuwe Burgemeester, 'n nieuwe Secretoaris, nieuwe
Arnbtenaers op Statuus, in ik weet al nie watoal 't ouwe
gaet verbie, in je mot je ma kontenteere mit de kost, die
ze je opscheppe, al is et mar een erfenissemar'tis 'n kleintje,
je mot dat nommertje noe mar ontouwe, in dat zei je dan
an de Burgemeester, as je je briefje in de busse steekt.
Kees. Mar das waer oak, noe bin der nog twee jonkeers,
die af motte tree, in die men in 'tgèèl nog nie besproken
wat dienkt je daervan?
Gerrit. Jonkeers, oe ist noe mit je? meneeren, mèèn
je; joa, die binne bovenst; dae mankeert niks an; afein,
je weet er noe oales van; wel te rusten Kees!
Weekmarkt te Zierikzee, 46 Juli 1891.
Boterprijzen: De Boter is verkocht voor 35,
40, 50 en 55 Ct. de 5 Hectogram.
Kip-eieren: De Kip-eieren zijn verkocht voor
f 0,70, f 0,75, f 0,77y2 en 0,80 per 25 stuks.
Eend-eieren geen markt.
STOOMBOOTDIENST
Juli 1891.
Yan MIDDELBURG: Yan ZIERIKZEE:
Zaterd. 18 'smorg. 11,ü.|Zaterd. 18 'smorg. 7,u.
Zondag 19 's midd. 6,Zondag' 9 6,
Maand. 20'smorg. 11,Maand. 20 6,
Maand. 20 'smidd. 3,30»
7,Dinsd. 21 3,30
7,Woens. 22 3,30
7,— Dond. 23 3,30»
7,Vrijdag 24 3,30»
Dinsd. 21
Woens. 22
Dond. 23
Vrijdag 24
Des
Zondags zullen Retour-
kaarten worden afgegeven,
geldig voor de terugreis op
denzelfden dag
middelburg, Zierikzee v.v.
Tussclienveeren v.v.
Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, by den
Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der boot, (tydig
voor de ochtendreizen op den voorafgaanden avond,
vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Cat-
sche veer, zal om een bijwagen zoo noodig naar Goee
worden getelegrafeerd.