/Illllk/IIMIII NIEUWSBODE.
Dinsdag Ï4 Juli 1891.
PROTECTIE.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
KENNISGEVING.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 6026.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de Ingezetenen, dat er op Woensdag den 1£5
Juli e.lr., des namiddags te S'/j uur, op het
Raadhuis, eene openbare Vergadering van den Gemeente
raad zal gehouden worden.
Zierikzee, den 11 Juli 1891.
De Burgemeester,
W. A. OCHTMAN, Weth., 1°. B.
ZAKEN TER TAFEL TE BRENGEN:
Mededeeling van ingekomen stukken. Verslagen van
Commissiën, enz.
De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat
op Donderdag den 16den dezer maand het gedeelte
der Wandeling tusschen de Noordhavenpoort en de Nobel-
poort, dat alsdan zal zijn afgeheind, van des middags 12 uur
af voor het publiek gesloten zal zijn.
Zierikzee, den 11 Juli 1891.
De Burgemeester,
W. A. OCHTMAN, Weth., 1®. B.
Onveiligheid vaarwater.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van zeevarenden, die daarbij belang kunnen hebben, dat
van half Juli tot half Augustus e.k. in den
Nieuwen Rotterdamsehen Water
weg, bezuiden de witte tonnenlijn, iets ten westen van
het fort aan den Hoek van Holland, oefeningen
zullen gehouden worden in het leggen van ongeladen schok-
torpedo's
dat het onveilige terrein wordt afgebakend door witte
tonnen op de grens van het vaarwater en door groene
tonnen daar bezuiden;
en dat gedurende den tijd dier oefeningen het vaarwater
aldaar niot -veilig: is.
Zierkzee, den 11 Juli 1891.
De Burgemeester,
W. A. OCHTMAN, Weth.1®. B.
Dat handige menschen uit minder voorspoedige
omstandigheden munt beproeven te slaan, wordt
dikwijls vertoond. Hier te lande beleven wij tegen
woordig eene poging in dien geest van den kant der
mannen van de nijverheid. JProtecti© is daarbij
hunne leuze. Gelukkig echter doen allen er niet aan
mede. De kloekste, mag men wel zeggen, onthouden
zich of verzetten zich. 't Is dan ook waarlijk ver
bazend in ons land de vaan van het protectie-stelsel
zonder blozen le zien ontrollen. Men zou toch zeggen,
dat de ervaring reeds op zich zelve voldoende zou
behooren te zijn om onwrikbaar de overtuiging te
vestigen, dat althans voor ons niets beter past dan
de vrijhandel. Het ligt binnen ieders bereik zich
rekenschap te geven van den ontzaglijken vooruit
gang, dien onze welvaart, ook op industrieel gebied,
gemaakt heeft sedert het protectie-stelsel flinkweg
over boord geworpen werd. Maar nu, nu alom door
oorzaken, die met de quaestie van vrijhandel of pro
tectie niets te maken hebben, minder bloeiende
tyden zijn ingetreden, nu grootendeels om politieke
redenen in andere landen heul gezocht wordt in zoo
genaamde bescherming van de nationale productie,
meent men den kans schoon te zien om de pil ook
hier te doen slikken en met fraai klinkende betoogen
de bevolking in haar geheel cijnsbaar te maken aan
het belang van slechts een zeer klein deel daarvan.
Wat bedoelt men toch met het aangeprezen
protectie-stelsel? Men wil de nationale markt voor
de nationale producten bewarenmaar niet alleen
dat, want daaraan op zich zelf zou men voor het
beoogde doel nog niet veel hebben. Men wil op die
markt ook ruim voordeelige prijzen kunnen maken.
Dat laat zich echter niet zoo gemakkelijk uitvoeren.
Dus fluks wetsdwang ér bjj gehaald om de prgzen
kunstmatig te verhoogen en de gansche bevolking
te noodzaken, die voor hare behoeften aan de produ
centen te betalen. Hoe is het mogelijk, dat ons volk
dien toeleg zou dulden? Vooreerst dit is bij alle
protectionisten steeds bet punt van uitgang om zich
bondgenooten te verwerven moet de protectie
toegepast worden ten bate van den landbouw. Maar
welke landbouw-productie wil men tegen de concur
rentie van bet buitenland beschermen? Toch niet
onze veeteelt en zuivelbereiding, de hoofdtakken van
ons boerenbedrijf, want die hebben van die concur
rentie niets te lijden of te vreezen; dus eigenlijk
alleen onzen graanbouw en speciaal den tarwebouw.
Als men nu nagaat, welk een gering gedeelte van
de oppervlakte van ons land door den graanbouw
wordt ingenomen of daarvoor geschikt is, en in 't oog
houdt, dat op een zeer aanmerkelijke hoeveelheid
daarvan de graanopbrengst in het bedrijf zelf van
den landbouwer wordt verbruikt, dan is het wel wat
kras den eisch te stellen, dat de consumtie zich de
kosten getrooste om aan een betrekkelijk zóó klein
getal belanghebbenden hun bedrijf gemakkelijker te
maken. En eigenlijk zou die vrucht nog niet eens
noodzakelijkerwijze van de bescherming van den
landbouw te verwachten zijn, maar veeleer verhoogde
inkomsten voor de eigenaars der daarbij betrokken
gronden zonder veel voordeel althans voor de pacht
boeren.
In Nederland met zijne dichte bevolking, met zijne
betrekkelijk geringe graanproductie, met zijn groote
behoefte aan buitenlandschen aanvoer zou protectie
van den graanbouw door tariefrechten nog onbillijker
zjjn dan in de meeste andere landen en ook schade
lijker. Reeds nu maken de broodstoffen een veel te
klein deel uit van de volksvoeding. Door verhooging
van den prijs daarvan zonder die verhooging toch
is bereiking van het doel, namelijk bevoordeeling
van den producent, ondenkbaar loopt men gevaar
het brood als element van het volksvoedsel nog te
doen verminderen. IJdele vrees I zoo wordt
geantwoord; door alle takken van bedrijf en nijver
heid te gelijk te beschermen zullen de loonen kunnen
stijgen en dus zal de arbeider ook den verhoogden
prijs van zijn voedsel kunnen betalen. Vooreerst zou
uit die redeneering alleen volgen, dat de werkman
er niet slechter maar ook niet beter aan toekwam,
dat hijbleef gros Jean, comme devant", want als
hij zijn loonsverhooging besteden moet aan de prijs-
verhooging zijner behoeften welke dan ook is
hij niet gebaat; maar daarenboven zou eene kunst
matige opdrijving der prijzen van alle fabrikanten,
door hooge belasting van buitenlandschen aanvoer,
natuurlijk alle levensbehoeften des volks duurder
maken en zou dus de verhooging der loonen
gesteld al eens dat de fabrikanten, van eigen voor
deel afziende, de grootere winsten, die zij van het
protectie-stelsel verwachten, geheel aan hun werk
lieden ten goede lieten komen niet alleen geheel
illusoir voor den werkman zijn, maar zelfs zonder
twijfel op zijne schade uitloopen. Dit is in Duïtsch-
land, waar het protectie-stelsel nog niet lang geleden
werd ingevoerd, reeds in korten tijd door de ervaring
aan het licht gekomen. Overal waar het stelsel
vigeert, ondervindt men al voortgaande, in klim
mende mate, de bezwaren ervan. Kan men den
landbouw niet beschermen zonder de industrie te
schaden en dus ook bescherming van deze noodig te
maken en omgekeerd, hetzelfde geldt van de ver
schillende takken van nijverheid onderling, want
wat de een voortbrengt, wordt grondstof voor den
ander. Overal, in Duitschland, in Frankrijk, in
Amerika wordt onder het stelsel van protectie strijd
daarover gevoerd. Door den een te willen bevoor-
deelen, benadeelt men den ander, die op zijne beurt
bescherming eischt en daardoor bescherming van
weer anderen uitlokt, tot dat men, al verder in den
kring rondgaande, terugkomt op den eerst bevoor
deelde, die dan niet meer bevoordeeld blijkt te zijn
en aanspraak gaat maken op nieuwe, hoogere be
scherming. Hoe ondoenljjk het is gelijkmatigheid
daarbjj te betrachten, springt in het oog. Hoe recht
vaardiger men tracht te zijn, des te spoediger zal
men in het ongerijmde vervallen.
Dat men willens en wetens er toe besluit, een
bepaalden tak van nijverheid of landbouw op kosten
der verbruikers, d. i. van de bevolkingin'talgemeen,
te steunen of te onderhouden, laat zich somtijds
misschien om bijzondere redenen verklaren en aan
nemen; zoo iets heeft hier te lande ten behoeve der
suiker-industrie plaats. Zich rekenschap gevende
van wat men doet, draagt men dan gezamenlijk den
last van een offer aan het belang van enkelenmaar
zoodanige begunstiging naar alle zijden uit te
strekken, er een algemeen stelsel van te maken,
leidt tot ongerijmde gevolgen, die in strijd zijn met
de bedoeling zelve, welke de voorstanders tot aan-
prjjzing van hunne leer voorspiegelen.
Laat de bescherming slechts strekken om de ont
luikende industrie op te kweeken totdat zij zonder
verdere hulp zich uit eigen kracht kan blijven ont
wikkelen, zoo luidt een der argumenten ten behoeve
der protectie. Vooreerst is daarvan thans hier te
lande de reden niethet is niet de ontluikende, maar
de reeds lang gevestigde industrie, die bescherming
verlangt. Maar ten andere, wat leert de ondervin
ding dienaangaande? Waar de nijverheid in de
natuurlijke omstandigheden geen kracht kon putten
om zich te ontwikkelen, maar bescherming daarvoor
noodig had, bleek op den duur die steun onmisbaar,
en waar zij na het wegvallen van dien steun kon
bloeien, daar waren andere, natuurlijke oorzaken in
het spel, die haar toch levenskracht zouden gegeven
hebben, ook al had de bescherming ontbroken. Zou
Engeland toch niet de machtigste staat der wereld
geworden zjjn op het gebied van handel, scheepvaart
en kolonisatie, al had Cromwell de akte van navi
gatie niet uitgevaardigd? Heeft het Frankrijk of de
Vereenigde Staten van Amerika geholpen hunne
scheepvaart door allerlei maatregelen te beschermen?
En hoe zou het er uitzien voor de fabrieksindustrie
in Amerika, als daar de protectie werd afgeschaft
Zou er eenige kans zijn, dat zij met die van andere
landen kon concurreeren?
Wat baten zeggen de protectionisten den
arbeider lage prijzen van levensbehoeften, als er geen
werk is, als de velden braak blijven liggen en de
fabrieken gesloten worden De arbeider moet in de
eerste plaats werk vinden. Zeer juist. Maar ontstaat
werkeloosheid uit gemis aan protectie? Zou de
werkeloosheid door het protectie-stelseldat in deze
redeneering niets anders wordt dan eene algemeene
werkverschaffing op kosten van het publiek op den
duur geweerd kunnen worden Immers neen. Het
kan gebeuren, dat een of ander bedrijf ophoudt winst
gevend te zjjnallerlei oorzaken, ook zulke, welke
met geen mogelijkheid door eenige bescherming weg
te nemen zouden zijn, kunnen dat teweegbrengen
doch dit voor de belanghebbenden zonder twijfel zeer
onaangenaam verschijnsel geeft nog geen recht-
matigen, redelijken grond om de ng verheid, die zich
niet meer staande kan houden, kunstmatig in het
leven te bewaren. Als stelsel in't algemeen toege
past (hierboven werd het aangetoond) loopt zulke
praktijk onvermijdelijk vast. Het ware, het eenig
gezonde geneesmiddel is het zoeken naar andere,
verbeterde of zuiniger methoden van voortbrenging,
of, als dit niet gaat, naar bezigheid voor kapitaals-
en werkkrachten in nieuwe takken van nijverheid,
waarvoor de omstandigheden gunstiger liggen. Men
moet de bakens verzetten naar het getij. Wat op dat
gebied gedaan kan worden, hoe onnoodig bescher
ming daarbij is, bleek hier te lande o. a. door de
opkomst en den bloei van onze kunstboterfabrikatie
en wel opmerkelijk is het, ter waardeering van de
beteekenis van den drang van protectie, dat vele
zoo niet alle belanghebbenden bij onzen land
bouw het als een volkomen gerechtvaardigden eisch
beschouwen, wetteljjk beschermd te worden tegen de
concurrentie, die zjj van deze belangrgke tak van
zuiver nationale industrie ondervinden. Trouwens
waar zich in ons land werkeloosheid voordoet, is het
hoofdzakelijk bij den veldarbeid en de ambachten
van het bouwvak. In geen van beide gevallen draagt
het gemis van een hoog tarief van invoerrechten de
schuld. Algemeene of lokale overbevolking speelt
daarbij de hoofdrol. De velden liggen niet braak,
maar b. v. het Friesche vlas of de Zeeuwsche mee
krap vindt geen aftrek meer; de behoefte aan
aanbouw in onze groote steden gaat niet onophoude
lijk met gelijken tred voort, en voor de door tijden
van groote uitbreiding naar de stad gelokte over-
talrijke ambachtslieden komt door verzadiging der
vraag naar woningen het werk tgdeljjk te ontbreken.
Hooge inkomende rechten zouden echter ook hier
niets helpenintegendeel, zij zouden de bouwonder
neming^ slechts bemoeilijken. Daarenhoven, een
van de hoofdbronnen van bestaan voor de bevolking
van ons kleine land met zijne betrekkelijk vele en
groote koopsteden is gelegen in den handel, en die
handel heeft grootendeels het karakter van doorvoer
handel, waarop een hoog beschermend tarief niet
anders dan zeer nadeelig zou kunnen terugwerken.
Als men nu bedenkt hoevele werklieden juist bjj dien
doorvoerhandel hun brood verdienen, dan komt men
eerst recht tot het beRef van wat in ons land een be
schermend tarief waard zou zjjn om werk te ver
schaffen of werkeloosheid te voorkomen.
Maar al die nadeelige gevolgen van het bescher
mend stelsel daargelaten, de protectionisten beoogen
naar zij beweren de nationale markt voor de
nationale productie te reserveeren. Wat beteekent
echter voor den bloei der industrie een zoo gering
debiet als de koopkracht van ons kleine land dekken
kan? Als het waar was, dat onze industrie van de
vraag, die de behoefte der bevolking van ons eigen
landje doet ontstaan, leven kon en leven moest, dan
zou zij wegens haar beperkten omvang voor onze
volkswelvaart, onzen volksarbeid, ons volksvertier al
zeer weinig te beduiden hebben. Het kan zijn, het
is waarschijnlijk wel het geval, dat er sommige
takken van kleine nijverheid zjjn, die uitsluitend of
hoofdzakelijk voor onze binnenlandeche markt wer
ken, maar die vinden dan ook wel reeds hun bestaan
daarin, of kunnen zij dat niet, dan zjjn zjj van zoo
weinig belang voor het algemeen weüijn, dat men
het volk geen last mag opleggen om ze in 't leven te
houden. Wij missen op 't oogenblik wel een bescher
mend tarief, maar missen wij daarom eene wel
varende industrie? En Twenthe dan, en Noord-
Brabant, en Deventer en andere fabrieksplaatsen?
Daar vaart men toch niet slecht. De winsten zjjn
misschien niet algemeen zoo groot als de fabrikanten
wel wenschen en als ieder hun ook wel gunnen zou,
maar er ia gezond leven, dat gelukkig niet van de
tering op onze eigen kleine markt afhankelijk is.
Doch juist de buitenlandsche markten zegt
men worden tegenwoordig door hooge tarief
rechten meer en meer ontoegankelijk voor ons en
daarom is afsluiting van onze eigen markt noodig,
als een middel van représaille ter verdediging van
de mogelijkheid van onzen afzet in den vreemde.
Vooreem zij opgemerkt, dat op dit punt der rede
neering de verdiensten van het protectie-stelsel in
zich zelf worden losgelaten. In omstandigheden van
bjjkomenden aard wordt hier de kracht van het
argument gezocht; zóó zelfs dat eigenlijk een hoog
tarief slechts in het leven zou worden geroepen met
de erkende bedoeling juist om het tegen aequivalen
ten weer los te laten. Dus geen protectie om haar
zelve maar als verweersmiddel. Nu overschatte men
de waarde van dit wapen niet. Als onze kleine
markt reeds voor ons zelf niet veel te beteekenen
heeft, zullen dan de groote industrieele landen er
zich veel om bekreunen Het is niet waarschjjnljjk.
Daarenboven de wereld is groot en er blijft zelfs in
dezen tijd van dolzinnige protectie-woede een ruim
veld voor niet al te zware mededinging als men er
zich maar op inricht en als men vooral maar niet,
uit kortzichtige spijtigheid, reageert tegen wat strek
ken kan tot ontwikkeling van onze verkeersmiddelen
en handelsbetrekkingen met ver afgelegen gewesten.
Zeer bedenkelijk zou het onder die omstandigheden
zijn, onze bevolking aan de nadeelen van een hoog
tarief bloot te stellen; zoo veel te meer omdat de
protectie het is reeds menigmaal aangetoond en
het is overal gebleken, bjj ons b.v. met de suiker
industrie ook dit tegen zich heeft, dat men er
zich moeiljjk van kan ontdoen, ook al wordt de
wenschelijkheid daarvan later ingezien; men bljjft
dan ook tegen zijn zin, tegen beter weten in, op
het verkeerde spoor waar men vastgereden is.
Slaan wij ten slotte den blik rondom ons. Is elders,
waar protectie heerscht, de toestand van den werk
man beter? Is daar geen ontevredenheid, doet zich
daar geen werkeloosheid voor, breken daar geen
werkstakingen uit? In Frankrijk, Duitschland,
Oostenrijk, Spanje en Amerika, de protectionistische
landen, treft men dit alles evenzoo aan als in Enge
land, waar de vrjjhandel geldt. Die kwalen zjjn van
het een of het ander niet afhankelijk, en, alles
bijeengenomen, schjjnt de staat van zaken in ons
land stellig niet slechter dan elders.
Een van de ongelukkigste gevolgen van het protec
tionisme is de invloed dien het op de internationale
politiek uitoefent. Het vervreemdt de Staten van
elkander en onderhoudt eene vijandige stemming
tusschen hen. De krijgstoerustingen, die zoo lood
zwaar op de volken van Europa drukken, zjjn voor
een goed deel te wijten aan de oeconomische politiek
der groote Staten tegen elkander. Zjj heeft stellig
schuld aan de gespannen verhouding tusschen
Duitschland en Rusland, tusschen Frankrijk en
Duitschland en Italië. Dat Engeland zich sedert den
val van Napoleon van Frankrijk beeft afgekeerd, is
zonder twijfel gedeeltelijk toe te schrijven aan de
zooveel scherper geworden handelspolitiek dor
Republiek.
De beschermingswoede is echter, indien vele
teekenen niet bedriegen, het keerpunt nabij. De
Mac-Kinley-wet, waardoor bet in Amerika zjjn
uiterste bereikte, heeft reeds aan de partij, die haar
doordreef, de suprematie gekost in het nieuwe
congres, dat aan het einde des jaars zal bijeenkomen.
In Frankrijk doet de doorvoering van het stelsel tot
in het ongerijmde de oogen van velen opengaan. In
Duitschland spant de Regeering zich in om terug te
keeren op den nog niet lang geleden ingeslagen weg.
En het gevolg van dat beter inzicht zou in al die
landen veel grooter zjjn, indien men er niet te kam
pen had met de geduchte politieke macht, die het
beschermend stelsel bezorgd heeft aan het eigen
belang der protectionisten tegenover het algemeen
belang. De politiek toch dat verlieze men niet uit
het oog heeft altijd een gewichtigen invloed in deze
zaken gehad. Overal waar het beschermend stelsel
is ingevoerd of begunstigd, bestond een hoofdmotief
in den wensch der besturende mannen, om zicli den
steun eener geldkrachtige protectionistische en agrari
sche partij te verwerven of te verzekeren. Maar die
geldkracht, van waar komt zij Uit de beurs van
het volk natuurlijk. Het volk is het, dat het gelag
betaalt.
Zou iets dergelijks bij ons onmogelijk zijn Zou het
protectie-stelsel niet den inzet kunnen worden voor
eene vernieuwde editie van het monsterverbond na
afdoening der Legerwet?
Perzië.
Uit een uitvoerig schrijven van den correspondent der
Daily News te Tauris of Tabreez blijkt dat het door de
Kurden geroofde meisje de 44-jarige dochter is van de
Engelsche weduwe Greenfield, die te Hajiabad groot grond
bezit heeft. Miss Katy werd des avonds, toen zij op verzoek
van een oude ICurden-meid, met haar een wandelingetje
maakte, door een 3-tal Kurden opgenomen, op een paard
gezet en weggevoerd. De moeder zette, zoodra zij de schaking
had vernomen, met eenige bedienden te paard haar kind
na, maar zij verloor in den nacht het spoor. De Britsche
consul eischle den volgenden dag uitlevering van de jonge
dame, waarop de Perzische gouverneur antwoordde dat zij
over de Turkscho grenzen was gevoerd. Miss Greenfield werd
echter naar So-uj-Bulak terug gebracht, waar een gerech
telijk onderzoek werd gehouden, alleen echter door Muzel-
mansche autoriteiten.
Deze rapporteerden, dat de jonge dame een Mohamme-
daansche was. De Britsche consul eischte nu de overbrenging
van miss Katy naar Tauris, maar het Turksch gepeupel dit
hoorende, ontrukte het jonge meisje aan de bewaking van
den Perzischen ambtenaar en voerde haar naar het Turksche
consulaat. De Turksche consul zocht zijn heil in de vlucht.
Nu werd Katy onder bewaking van Kurden-vrouwen ge
steld, die alles in het werk stelden om haar tot het
Mohammedanisme te bekeeren. Zij schreef dan ook een
brief, waarin zij dit meldde en verklaarde Aziz, een van
haar schakers, tot haar man te hebben gekozen. Na lange
onderhandelingen tusschen Londen, Konstantinopel en
Teheran is thans overeengekomen dat de Britsche consul
onder bescherming van Perzische troepen naar So-uj-Bulak
zal gaan om de zaak te onderzoeken. In de overeenkomst
is bepaald dat bij het verhoor van Katy niemand zal tegen
woordig zijn die daarmede niet noodig heeft, terwijl de
Perzische Regeering op zich neemt als miss Katy ver k laart
Christin te willen blijven, haar te Tauris in veiligheid te
brengen. Telegraphischo berichten meldden reeds de aan
komst van den Britschen consul, de heer Paton, met de
Perzische troepen te So-uj-Bulak en de weigering der Kurden
om de jonge dame voor het verhoor af te staan.
Engeland.
Londen, 11 Juli. Eene ontzagljjke menigte, naar
men raamt een millioen menschen, bevond zich
heden op de vlakte van Wimbledon, om getuigen te
zjjn van de groote revue op het exercitie-terrein der
garde. De Keizer en de Keizerin van Duitschland
kwamen, met den Prins en de Prinses van Wales en
de overige Engelsche Prinsen en Prinsessen, te 4 uren
aan, onder het gebulder der kanonnen. De Keizer,
vergezeld door den Prins van Wales en eenen schitte
renden staf, inspecteerde de liniën en keerde vervolgens
naar het middelpunt vóór de troepen terng, waarop
deze voor hem defileerden. Toen daarna de liniën
opnieuw zich geformeerd hadden, werd door de troepen
den Keizer het eeresaluufc gebracht. Het weder was
prachtig.
De wapenschouwing, waarbjj de troepen bewonderens
waardig fraai manoeuvreerden, duurde anderhalf uur.
Keizer Wilhelm preeB uitdrukkelijk de houding van
verschillende korpsen zeer. De Keizer was gekleed
in de uniform van veldmaarschalk der witte kurassierB
en bereed een prachtig zwart paard. Na afloop der
revue zjjn de Keizer.en de Keizerin vertrokken naar
het CriBtal Palace, waar zg zouden middagmalen en
waar te hunner eer een schitterend vuurwerk zou
worden ontstoken.
De Keizer en de Keizerin verlieten het exercitieveld
langs den overal prachtig versierden weg te midden
eener dichte menigte, die hen levendig toejuichte.
Zjj begaven zich met een extra-trein naar het kristallen
paleis, waar zjj op het groote "terras door den Prins
en de Prinses van Wales ontvangen werden, terwjjl
de muziek het Duitsche volkslied speelde. Na het
korps pompiers geïnspecteerd te hebben, ging de
Keizer het paleis binneD, waar een gala-concert gegeven
werd. Daarna sprongen de groote waterwerken. Te
half negen had in de eetzaal van den Prins van Wales
het diner plaats. Er werd vervolgens eene schitterende
illuminatie op- en daatna een luisterrjjk vuurwerk
afgestoken, waarin vjjf portretten van den Keizer voor
kwamen, die de Keizerin uit hare loge door een
electrischen draad deed ontvlammen. De Keizer ontstak
op dezelfde wjjze een stuk, voorstellende den slag bjj
den Njjl. De versieringen in den omtrek van het paleis
waren tooverachtig schoon en het publiek was vol
geestdrift. De Keizer heeft den orkest-directeur eene
ridderorde gegeven.
Londen. De Keizer en de Keizerin van Duitsch
land hebben Zondag ochtend te half elf de godsdienst
oefening bjjgewoond in de St. Paul's kathedraal, en
niet in de Duitsche kapel, zooals eerst was gemeld.
Zn zjjn per rjjtuig uit hot Buckinghampaleis langs de
Pall Mall, Strand en Fleet-street gegaan, en hebben
in het paleis het tweede ontbjjt gebruikt.
Storm en watersnood. Bjj het bezoek van den
Keizer in Engeland werkt alles niet zoo mede, als dit
bjj ons geschieden mocht. Het weder is koud en on
gunstig. Er was zoo een storm, dat de »Hohenzollern"
met de jonge prinsen, die te Vlissingen aan boord
waren gekomen, niet lauden kon te Harwich. Eindelijk
werden ze aan wal gezet in een sleepboot, en gebracht
naar het voor hem gehuurde huis >South Beach." De
Keizerin komt daar van de week.
Op het diner in het kasteel Windsor birstte in de
eetzaal >the royal 'oacqueting hall" de grooto
pjjp der waterleiding 1