ZIËRIKZËESCHE MIEUWSBODE. Dinsdag 7 Juli 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. Regeling van maatschappelijk geluk. NIEUWSTIJDINGEN. HET BEZOEK DUITSCHE KEIZERPAAR. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indie enz. verzending eens per weekf 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 6023. Advertentienvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Verslag van de Gemeente. - 1890. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee verwittigen de ingezetenen, dat het jaarlijksch verslag van den toestand dezer gemeente over 189ü thans in druk verkrijgbaar is gesteld tegen 50 cent per exemplaar ter Gemeente-Secretarie. Zierikzee, den 4 Juli 1891. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. A. OCHTMAN, Weth. 1.° B. JAN SNELLEN, Secretaris. De oud-hoogleeraar Dr. W. Koster van de Utrecht- sche Universiteit hield voor een paar maanden eene voordracht te Hilversum over »Progressief Liberalisme" eo bracht daarin ook bet Leerboek der Staathuishoud kunde van Mr. N. G. Pierson ter sprake, dat hij niet alleen een bewonderenswaardig boek noemde, maar waarvan hij zelfs getuigde, dat het »als de Bijbel op •de studeertafel van ieder staatsman moet zijn". De Amsterdamsche advocaat Mr. Z. van den Bergh denkt hier anders over. Hoe hoog deze heer, Mr. Pierson ook als leermeester in het algemeen en als zijn leermeester in het bijzonder stellen moge Prof, Pierson heeft volgens hem in zijn leerboek een grooten maatschappe- lijken factor over het hoofd gezien, te wetenhet geluk. Gelijk de eene mensch door geluk rijk wordt en vooruit komt, zoo wordt de ander door ongeluk arm en daalt maatschappelijk. Mr. van den Bergh verwijt dan ook aan de tegenwoordige maatschappelijke orde, ndat het individu te veel op den voorgrond treedt" en daarom verlangt hij van den Staat, dat deze de maatschappij zoo regele, »dat hij het individu »doe wijken voor de gemeenschap". Hij meent toch: •dat de Staat een allesbeheerschenden invloed uit- •oefent op de verdeeling van den rijkdom". Ja, in het Sociaal Weekblad van Zaterdag 27 Juni j.l. schrijft hij zelfs, dat de tegenwoordige verdeeling van den rijkdom seen schromelijke parodie van recht en zede lijkheid is". Die laatste zin geeft al dadelijk te kennen tot welke politieke partij Mr. van den Bergh behoort. Gelijk de sociaai-democraten toch te herkennen zijn aan hun geroep omrecht, zoo 2ijn de radicalen ken baar aan hun roepen omzedelijkheid. Mr. van den Bergh, vroeger vooruit strevend" liberaal, heeft zich eenigen tijd geleden losgemaakt van de liberale partij, in dezen den Delftschen heer Van Marken volgende. Nu is hij wel niet zoover vooruit gestreefd" dat hij in het kamp der sociaal-democraten is aangekomen, maar hjj heeft het toch zoover gebracht, dat hij zijn tent heeft opgeslagen te midden der radicalen, der mannen van de moreele politiek, wier orgaan, het dagblad de Amsterdammer, niet moede wordt dagelijks den volke te verkondigen hoe anti-liberaal ze wel zijn. Om het individu te doen wijken voor de gemeenschap, waartoe Mr. van den Bergh behoort, wenschen wij daarom zijn persoonlijke inzichten zooveel mogelijk ter zijde te stellen en eenige regelen te wijden aan de meeningen van hen, die zoo dwaas zijn van te denken, dat het maatschappelijk geluk door regeling is uit te maken. In 1874 schreef Mr. S. van Houten, het bekende Tweede Kamerlid, een artikel Over den invloed der ■wetgeving op de verdeeling van den rijkdom. Hij toonde daarin met voorbeelden overtuigend aan »dat de wet ook nu grooten, ja, beslissenden invloed •beeft op de verdeeling van den rijkdom" en eindigde zijn schrijven met de woorden: »Maar er bestaat geen •twijfel, dat eene richting te vormen is, krachtig •genoeg om zonder schennis van verkregen recht en zonder wanorde, een reeks van maatregelen door te •zetten, welke in onderling verband het gevolg zullen •hebben, dat de rijkdom beter wordt verdeeld en, bij •mindere ongelijkheid, grootere algemeene welvaart •en meer vrede en harmonie in onze maatschappij •heerschen". Dat op finantieel gebied nog veel verbetering kan aangebracht worden door invloed van de wet, willen wij dan ook allerminst ontkennen al verwachten wij ook hier oneindig meer van de zedelijke kracht der individuen, dan van de fraaiste wetten, die denk baar zijn. Lieden, die bijvoorbeeld prompt en spoedig hunne schulden afbetalen, werken mede, dat de be taling bij hunne schuldeischers niet behoeft te hokken en bevorderen zoodoende het maatschappelijk geluk terwijl schuldenmakers zichzelf en de maatschappij ongelukkig maken, door de schulden, waarin zij zich zelf steken, alsmede door de verlegenheid, waarin zij hunne schuldeischers brengen. Zoo kan en mag de Staat zeker van geld, dat door puur geluk" verkregen wordt, een flinke korting vorderen, zooals bijvoorbeeld reeds bij de Staatsloterij geschiedt en is het successie recht van erfenissen de meest rechtvaardige en minst drukkende belasting, die valt op te brengen, daar zij eenvoudig winstderving is en volstrekt geen positief verlies. Zoo zou, om nog iets te noemen, bij bedriege- lijke beurs-manoeuvres en bij hazardspelen de wet kunnen bepalen, dat het verspeelde geld ten bate kwam van den Staat. Maar wij willen ons hier slechts vergenoegen met vingerwijzingen. Ook in de oogen van den meest verstokten conservatief zullen onze wetten nog wel de volmaaktheid niet bereikt hebben en is daarom iedere verandering, die verbetering aanbrengt, van harte toe te juichen. Dat de verdeeling van den rijkdom in onzen tijd, mede door invloed van de wet, den weg zou opgaan van schatrijken aan den eenen kant, en wel kleiner in getal dan vroeger, en dood-armen aan den anderen kant en wel grooter in getal dan vroeger, houden wij echter voor een sociaal-democratisch verzinsel. Juist toch omdat rijkdom niet alleen het gevolg is van eigen verdienste, en armoede evenmin alleen het ge volg van eigen schuld, juist omdat geluk en ongeluk in dezen, machtige factoren zijn, is het een zeer ge woon maatschappelijk verschijnsel, dat er rijke lieden zijn, die parvenus zijn en arme lieden die van adel zyn of tot deftige familie behooren. Heeft de Staat nu echter recht om deze rijken hunne schatten te ontnemen en is bij aan den anderen kant verplicht de armen weder rijk te maken? Ons dunkt wie even nadeükt zal die dwaasheid niet verdedigen tenzij hy sociaal-democraat is en daarom alle eigendom, alle kapilaal en met deze het huwelijk en de ouderlijke macht wil afschaffen. Bovendien het menscbelijk geluk is waarlijk niet alleen: finantieel geluk. Is geld in vele gevallen een geluk; gezondheid, verstand, kennis, karakter en nog vele andere dingen behooren, tot de macht, die men met een enkel woord: geluk, aanduidt. En gelukkig dat het zoo en niet anders is. De zuiver materialistische levensbeschouwing van sociaal-democraten en radicalen en het terrorisme der clericalen, moge een zedeleer fabriceerenwaardoor het zoogenaamde geluk der maatschappij geregeld zou kunnen wordenbij die regeling zou ten slotte blijken, dat het individu al zijn waarde had verloren, omdat men het al zijn vrij heid had ontnomen. De ware zedelijkheid is toch niet anders denkbaar dan geworteld in de individueele vrijheid. En voor de vrijheid van het individu is van het radicalisme niets te verwachten. Het radicalisme toch, is, zooais het bij monde van Mr. Treub, den geachten afgevaardigde van Schoterlandzich zelf noemt: sociaal-opportunisme, anders gezegdsocialisme. Op staatkundig gebied nu, verwachten wij noch van socialisme, noch van clericalisme eenig heil, maar zeer veel van liberalisme. Met Professor Cort van der Linden, den Amsterdamschen hoogleeraar in de Staat huishoudkunde, zeggen wij daaromsis het liberalisme •in beginsel anti-clericalisme, het is in wezen en •streven niet minder anti-socialisme". Regeling van maatschappelijk geluk door den Staat zouden wij dan ook een groot ongeluk achten, omdat zij niets anders dan een politieke illusie kan zijn. Engeland. Londen, 4 Juli. Naar aanleiding van het bezoek van Keizer Wilhelm betoogt de Standard, dat hechte banden den Keizer aan de Koningin en Duitschland aan Engeland verbinden; dat de Btrjjd krachten der beide landen steeds naast elkander gestreden hebben, en dat, mocht eenige gebeurtenis er aanleiding toe geven, men ze wederom vereenigd zou vinden. De overige bladen sommen de redenen op, waarom Keizer Wilhelm van een hartelijke ontvangst van de zjjde der Engelsche natie verzekerd kan zyn. Alle Prinsen, die het Duitsch keizerljjk echtpaar in de haven te gemoet kwamen, droegen Daitsche uniform en zyn aan boord van de Hohenzollern" gekomen. De Keizer omhelsde den Prins van Wales en den Hertog van Connaught. Het keizerlyk echtpaar kwam ten 4'/a ure te Windsor en werd met geestdrift ontvangen; vervolgens heeft het bezoek ten raadhuize plaats gehad, alwaar de Keizer op het adres van welkom den lord major in het Engelsch antwoordde: »Ik ben u zeer verplicht voor uwe welwillende ontvangst. Ik gevoel my zeer gelnkkig, myne grootmoeder te bezoeken die altoos voor my, vóór en na mjjne komst op den troon, zoo goed is geweeBt." Duitschland. Een vreeselyk onweer, gepaard met hagelslag, heeft Donderdag boven Crefeld en omtrek gewoed. Er moeten ongeveer een veertig huizen zyn vernield, ver scheidene personen werden gekwetst en gedood. Te Anrath woeien tallooze boomen om, daken van huizen werden door den wind opgeheven en vele ge bouwen stortten in. Een elfjarige knaap werd gedood. Andere personen die onder de puinhoopen der instortende huizen waren bedolven, werden met veel moeite gered. De scholen zyn voorloopig gesloten. Te Süchtelen zyn verscbeidene gezinnen zonder dak. Van vele huizen aldaar woeien de daken af en door den stroomenden regen werden die hnizen geheel onbe woonbaar. In het ziekenhuis liggen 12 gekwetsten. Te Lind zyn alle gebouwen ingestort. Men berekent de schade aldaar op een millioen Mark. Te Dülken stortte een fabrieksschoorsteen in en kwam terecht in het machinegebouw, waar aanzienlyke schade werd aangericht. Gelukkig bevonden zich geen meoBchen in de fabriek. Ook in de overige deelen van Duitschland richtte het onweer en de storm belangryke schade aan. België. Te Dilsen by Luik werden vier personen, die onder een boom schuilden, door den bliksem getroffen en gedood. Nederland. VAN HET De Daitsche Keizer is Vrydag ochtend omstreeks 9 uur te voet van het paleis naar de Nieuwe Kerk ge gaan, vergezeld van twee hoofdofficieren, die een krans droegen. De krans werd neergelegd op het praalgraf van De Ruyter. De lauwerkrans droeg linten van de Hollandsche en Daitsche kleuren. Z. M. sprak by het nederleggen van den krans de woorden: >een klein volk, dat zulke mannen heeft voortgebracht, is een groot volk." De vorstelyke bezoekers hebben Vrydag te 10.7 de hoofdstad verlaten. Langs het Damrak stond een niet bijzonder talrjjk publiek. Op het stationsplein was opgesteld een detachement huzaren, en op het perron 100 mariniers en 100 man der marine met de staf- muziek uit den Helder. Vele opper-officieren van leger en vloot waren hier mede aanwezig, benevens de procureur-generaal mr. H. J. Kist. Even voor 10 uur verscheen de Keizer, voorafgegaan door den Nederlandschen gezant te Berlyn en ging ge volgd door den vice-admiraal De Casembroot door de Koninkljjke wachtkamer. Onder het spelen van Daitsche en NederlandBche volksliederen inspecteerde Z. M. de opgestelde eerewacht. Inmiddels hadden de Keizerin met de Koningin-regentes in het salonrytnig van de Exploitatie Mjj. der S.S. plaats genomen, ter wjjl Koningin Wilhelmina met de surintendante freule v. d. Poll op het balkon van den koninklijken salon- wagen zich begaven. Na de inspectie onderhield de Keizer zich nog even met den schout-by nacht Cramer en een ander opper-officier en voegde zich toen by de Vorstinnen. Onder het spelen van »Heil dir im Sieger- kranz" stoomde de trein via HarmeienBreukelen weg, begeleid door de heeren Staats Sloot, hoofd ingenieur, en Van Nivel, ingenieur der staatsspoorwegen. Door den Keizer van Duitschland is benoemd tot ridder van den Rooden Adelaar tweede klasse de kolonel A. Hasschart, tot idem derde klasse majoor Schermbeek en kapitein Van Maaren, tot idem vierde klasse de eerste luitenants Van Ditmar en Twiss, als mede de heer Van der Hejjde, opzichter van het paleis op den Dam; tot ridder der Kroonorde derde klasse kapitein Schuurman, commandant van het fort IJmui- den, tot idem vierde klasse de tweede luitenant Musschart, de onderstalmeester Stiers, de hoffouriers Stevering, Warnas en Keldermeester. Hoe kortstondig het verbljjf van het Daitsche keizerpaar mocht zyn, toch had 's Gravenhage zich feestelyk opgemaakt om de keizerlyke gasten een bartel jjke ontvangst te bereiden, niet alleen langs den weg dien de hooge bezoekers zouden volgen, doch in bjjaa alle overige stadsgedeelten werd er druk gevlagd en waa hier en daar eene passende versiering aange bracht, in welke versiering de Duitsche met de Hol landsche vlaggen zusterljjk vereenigd waren. Van alle openbare gebouwen was de driekleur ge- heschen. Van de tinne van het Koninklyk paleis woeien de Duitsche Rjjksvlag met den Nederl. Standaard en het OraDjedoek. Het Paleis van H.H. M.M. den Prins en de Prinses von Wied was langs den bovengevel geheel gepavoi- seerd. Men zag er de Nederlandsche vlaggen, de Oranjevlag, de vaan van Neuwied, geheel gelyk aan de Fransche vlag, de kleuren van Daitschland, Pruisen, Waldeck en Pyrmont. Aan den ingang van de Rijnstraat en voor het Koninklyk paleis Noordeinde was een keurige wel komstversiering verrezen. Zoo kwam men langs een feestelijk getooide allée naar de ontvangkamer voor het Hof, in een der salons van het Staatsspoorwegstation. Reeds de entréa maakt een goed effect door de natio nale en Duitsche wimpeltjes, tu^schen groen, onder een lambrequin van veloers met goud. De waranda ouder de glazen bekapping herschapen in een ontvangkamer, die het aanzicht heeft van een serre, door den grooten en kostbaren schat van de rjjkst denkbare planten. Meer dan 4000 roode rozen zyD daar tot vulling in het groen aangewend. Boven den hoofdingang tot het wachtsalon ziet men de ge combineerde wapens van het Duitsche en van het Nederlandsche Rjjk. Hangplanten verhoogen de elegantie en het glazen dak is gedeeltelijk met feest- klimop bespannen. Deze voorhof maakt een licht en luchtig effect. De groote eerste klasse-wachtkamer werd tot tuin aangelegd. Alle deuren zyn verborgen achter rjjke portières, gekroond met lambrequins met goud gega lonneerd. Een kostbaar Smirnaasch tapijt bedekt den vloer. Er is een hoofdgroep van prachtige en sierlijke planten in 'het midden. Midden in hing een rjjk vergalde en prachtig geornamenteerde lichtkroon. Een toepasselijk ameublement verhoogt den rjjkdom van deze ont vangkamer, in welker hoeken vazen met bloemen gevuld op pedestals statig verryzen. Aan de zjjde van het perron zyn de penanten ver sierd met vier groepen van de rjjkste planten. De autoriteiten waren allen in galacostnum of groot tenne. Aanwezig waren de Commissaris des Konings mr. Fock, de burgemeester Roest, de gouverneur der residentie, de generaals in de residentie aanwezig, de vlag- en hoofdofficieren der marine, werkzaam aan het Departement, de chefs der militaire diensten en inrichtingen, de inspecteur der wapens, de wethouders der gemeente, de Nederlandsche gezant te Berlyn, de ministers, de militaire attaché's, de Duitsche legatie, de commandanten der garnizoenscorpsen in de residentie, de hofprediker, ds. Van Koetsveld. Op het stationsplankier stond opgesteld een eerewacht van de dienstdoende schnttery, sterk 200 man. Om 11.35 kondigde het eerste kanonschot de komst van den trein aan. De commando's klonken onmid dellijk, de tamboers roffelden en de hoorns bliezen het gebruikelijk saluut. Weinige seconden later gleed de Hoftrein het station binnen, met de met Daitsche en Nederlandsche vlaggen versierde locomotief. De Keizer en de Keizerin reisden in een spoorwegrjjtuig, ingericht tot een waar salon. De Keizerin stapte hei eerst uit den trein, gevolgd door H. M. de Regentes. Da Keizer kwam achter de Vorstinnen en was gekleed in marine-uniform. De jonge Koningin had in een tweede ealonrytuig plaats De burgemeester bracht Keizer en Keizerin een welkomstgroet. De muziek speelde het Duitsche volks lied en het >Wilhelmus". Nadat eenige autoriteiten aan Z. Keiz. M. waren voorgesteld begaf de Keizer zich langs de gelederen der schnttery om de eerewacht te inspecteeren. H. M. de Koningin-Regentes stelde nu de generaals aan den Keizer voor en na een kort oponthoud begaven de Keizerlyke en Koninkljjke personen zich Daar de ontvangkamer. Toen de Keizer daarna met de Koningin-Regentes in het rjjtuig met vier paarden bespannen la Dau- mont steeg, giDg er een hoerah uit de dicht aaneen gesloten menigte op, die op de trottoirs geposteerd was en uit de rjjen der leden van de Daitsche vereeniging alhier »Laetitia" die ter zyde van de serre by den uitgang stonden geschaard met hunne dames, een bouquet op de borst van blauwe bloemen, de lievelings bloemen van 's Keizers grootvader, ter wjjl blauwe bou- quetjes in het keizerlijk rytuig werden geworpen, evenals in dat van de Keizerin, die de jonge Koningin Wilhelmina in het tweede rjjtnig aan hare zyde had. Bjj den ingang der Ryastraat viel een regen van kleine bloemruikers in het rytuig van Neerland's Hope. In matigen draf werd nu door de dichte rjjen der menigte naar het Paleis gereden. Overal waar de stoet passeerde werden ondubbel zinnige blyken van Bympathie geuit en juichkreten en hoera's aangeheven. By het paBseeren van de Boschbrug kwam de ver sterkte wacht in 't geweer om aan de hooge bezoekers de gebrnikeljjke eerbewyzen te doen. In het Voorhout ondervond het achtergedeelte van den stoet eene kleine vertraging, daar van een der rjjtnigen van het gevolg een der strengen brak. Dit rytuig moest de overige laten voorbijtrekken. Aan het Paleis in het Noordeinde wapperden van de beide zygevels rechts de Dnitsche Ryksvlag, links de Oranjevlag. De Koninkljjke Standaard was boven den hoofdingang geplaatst. Tegenover het front van het Paleis achter het ruiterstandbeeld van Willem den Zwjjger, dat bljjkbaar de aandacht trok van den Keizer, waren 2 hooge masten met groote corbeilles, vlaggen, wapenschilden en kransen opgericht, hetgeen met den bekenden grooten kastanjeboom op den achter grond een goed geheel vormde. Een eere-compagnie ter sterkte van 200 man was daar opgesteld. Vóóc de aankomst van HH. MM. kwamen klokslag half twaalf Prins en Prinses Von Wied in een open landauer, bespannen met vier paarden, ten Paleize, alwaar zjj werden ontvangen door den Opper-Ceremonie- meester, baron Da Tour van Bellinchave, terwjjl de eerewacht de gebruikelijke eerbewyzen verrichtte. De eerewacht der grenadiers bracht hier het eereaaluut. De Prins en de Prinses Von Wied, die zich in het paleis bevonden, traden de gasten en verwanten in de vesti bule tegemoet. De verwelkoming was recht hartelyk. Ook de hofdignitarissen stonden in de vestibule ter ontvangst geschaard. De jeugdige Koningin was voortdurend het voor werp van geestdriftige huldebetuigingen uit de rjjen van het publiek. Na te zyn binnengetreden kwam de Keizer na eenige oogenblikken uit het paleis en inspecteerde, vergezeld van den vice-admiraal Jhr. De Casembroot, de eere wacht der grenadiers. De vice-admiraal stelde Z. M. den kapitein Jhr. Van de Wjjck voor, met wien de Keizer zich eenige oogenblikken onderhield. De Keizer zeide tot den Commandant der Eerewacht, Jhr. Van der Wyck, dat hy zeer tevreden was over de flinke houding der grenadiers. Even vóór het vertrek naar het Mauritshnis vertoonde Koningin Wilhelmina zich voor een der gesloten venBters van het paleis met een der Hofdames. Toen steeg een luid gejubel uit de schare op en werd allerwegen met handen en hoeden gewuifd. Tegen half 11 ure stegen de hooge bezoekers weder in de rjjtuigen. De Keizer, nog steeds in admiraals uniform, met de Koningin-Regentes in het voorste gala-rijtuig, de Keizerin met den Prins en de Prinses Von Wied in het tweede, daarop volgde in 9 rjjtuigen het gevolg. Overal op den weg werden de vorstelyke personen hartelyk toegejuicht. Het bordeB van het museum was bezet met bloemen en kasplanten, en twee fraaie groepen prjjkten aan den voet. De Prins en de Prinses Von Wied vergezelden hunne Majesteiten op het bezoek aan het Manritshuis. In de vestibule dezer kunstinstelling gingen de Vorstelijke bezoekers en hun gevolg door de rjjen van de meest beroemde kunstschilders van Den Haag. Zjj allen vormden deputatiëa hetzjj uit de besturen van •Pulchri Studio," hetzjj uit die van de Hollandsche Teekenmaatschappjj en Academie van Beeldende kunst. De Keizerlyke en Koninkljjke bezoekers bezichtigden alles met de-grootete-balangatellijig. Na een halt uur toevens verlieten hunne Majesteiten het museumde Keizer de KoniDgin-RegenteB den arm gevende op den weg van het bordes en voorplein naar de rjjtuigen. Van het Mauritshnis ging de tocht door het Haagsche Bosch naar het huis Ten BoBcb, dat belangstellend bezichtigd werd, voorts naar Scheveningen langs de oude en nieuwe wegen. Voor en achter het Karhaus werd door bet mnziekkorps der schuttery en door het philharmoni8ch orkest een ovatie gebracht. In het dorp werd druk gevlagd. Ruim 2 uren ging men terug naar het paleis, waar het dejeuner van 70 couverts gebruikt werd. Tegen 4 uren werd den terug tocht aanvaard. Aan het Staats-station waren de ver schillende autoriteiten. Daar werd een hartelyk afscheid genomen. Te 4.10 vertrok de trein naar Rotterdam onder het gejubel der talryke menigte. Onder de tonen der muziek reed de keizerlyke- koninklyke trein te 4,55 het station te Rotterdam binnen. In den eersten salonwagen, welke voor het ont- vangsalon stilhield, waren H. M. de Koningin-Regentes met het Duitsche keizerpaar gezeten. De Koningin- Regentes stapte het eerst uit, waarna de keizerin en ten slotte de keizer volgden. In het tweede ealonrytuig bevond zich Koningin Wilhelmina met eenige hofdames en uit de daarop aansluitende waggons steeg het zeer talryke gevolg. Onmiddelljjk inspecteerde de keizer de eerewacht, terwjjl de muziek het „Heil dir im Sieger- kranz" speelde. Intusschen werden aan de Koninginnen en aan de keizerin bonquetten aangeboden door de jonge dames Vening Meinesz, De Monchy en De Gelder. De Koningin-Regentes stelde vervolgens de dames Vening Meinesz, Mildere en van Cittera aan de keizerin voor, waarna mevrouw Göhring, echtgenoote van den Duitschen consul, aan H. M. de keizerin een bouquet overhandigde. De keizer was gekleed in admiraals-uniform met het cordon van de Willemsorde, de keizerin in het zwart, de Regentes in de gewone rouwkleedjj en de Koningin in het wit met zwarte strikken. In afwachting van den keizer onderhielden zich de Majesteiten met de aanwezige dames. Na afloop der inspectie drukte de keizer den kolonel-commandant, den heer J. J. M. Blankenheym, de hand en voegde zich weder bjj het hooge gezelschap. Thans richtte de burgemeester tot de hooge gasten van H. M. de Koningin- Regentes in 'tFransch de volgende korte toespraak: •Hoog waardeert de stad Rotterdam de eer, die het Uwe Majesteiten, ingevolge de uitnoodiging van onze beminde Koningin, behaagt haar door Uw bezoek te bewyzen. Oischoon dat bezoek slechts zeer kort kan zyn, zullen Uwe Majesteiten bemerken, dat hier, niet minder dan elders, al onze pogingen daarop gericht zyn, de ontwikkeling van de industrie en bovenal van den handel te bevorderen. Wjj gelooven daarmede niet alleen de welvaart van ons dierbaar vaderland te bevorderen, doch ook een weinig ten algemeenen natte werkzaam te zyn". De keizer beantwoordde deze toespraak met een handdruk aan den burgemeester. Het vertrek van liet Keizerpaar uit liotterdam. De keizer bleef boven op de brug het prachtige riviergezicht aanschouwen, dat zich aan zjjn oog ont plooide; de keizerin, die op het achterdek had plaats genomen, trok zich in de kajuit terug, toen het jacht het Park voorbjj gestoomd was. De rivierbooten die in het gevolg van den keizer trachtten plaats te nemen, werden door de havenpolitie tegengehouden en moesten zich achter de oorlogsschepen scharen, die meer statig dan vlug door de rivier stoomden. De rivier verkreeg een vrooljjk aanzien door de vlugge sleepbootjes, die als over het water heenvlogen en nu eens achter dan weder voor het keizerjacht aanstoomden. De ovatie, door de salonboot »Merwede I" gebracht, die het •Heil dir im Siegerkranz" over het water liet klinken, werd met een stjjf militair saluut beantwoord. De keizer was bljjkbaar zeer voldaan over de hem ge brachte ovaties, want een >Hnlde", hem toegeroepen van de Figaro", deed hem een vriendelyken groet geven, waarna hy zich onmiddellijk in positie Btelde om de schuttery te salueeren, die ziek aan de kade te Schiedam had opgesteld en het geweer presenteerde, terwjjl de mnziek net volkslied deed hooren. De flinke houding zoowel der officieren als der manschappen maakte een goed effect. De gemeentelijke autoriteiten en de 'uitsche consulaire agent waren mede aan het hoofd aanwezig, waar half Schiedam zich verdrong en een •hoera" liet hooren. Een passagier van de »Schelde" achrjjft omtrent den tocht naar zee nog het volgende: Te 55/j ure verliet de Btoomboot de »Schelde" van de heeren J. A. Van der Schujjt met een 60-tal passagiers bemand, de Maaskade, ten einde het stoom jacht »Hohenzollern" uitgeleide te doen. Langzaam gleed de >Schelde" over de Maas tusschen tal van stoombooten en andere schepen-door, en stopte voor het keizerlyk jacht in het midden der rivier. Duideljjk waren de op de kade opgestelde eerewacht en de in het gelid staande matrozen aan boord van de »Hohen- zollern" waar te nemen, die gereed stonden om het keizerlyk paar te ontvangen. Ruim 6 uur werd de boot losgemaakt en dreef deze statig af onder luide hoera's der talrjjke meüigte, die zich zoowel op de kade als in groote en kleine vaar tuigen op de rivier bevond, ten einde den hoogen gasten een laatst vaarwel toe te roepen. Nadat de »Hohenzollem" tot aan het Park gevorderd was, werden door een drietal daar aanwezige Neder landsche oorlogsbodems saluutschoten gelost, en zich statig voortbewegende, werd de »Hohenzollern" gevolgd door dit eskader, alsmede door een aantal grootere en kleinere stoombooten eo vaartuigen, waaronder men opmerkte de stoomboot »Schelde" die het eerst achter het eskader volgde en de stoomboot >Merwede I" rykelyk versierd met vlageen tooi en groen, en afge huurd door de Deutsche Turn und Ruder-Verein te Rotterdam, waarop de leden met hunne dames en genoodigden waren, alsmede een muziekkorps, dat Hollandsche en Daitsche volksliederen ten gehoore bracht. De keizer en de keizerin, die zich op de brug van de Hohenzollern" bevonden om dit schoone schouw spel goed te kannen waarnemen, beantwoordden zeer beminlyk en vriendeljjk, door buigen en wuiven met zakdoeken, de ovaties en luidruchtige hoera's te hun ner eere. Statig dreef de aldus samengestelde vloot langs Delftshaven en Schiedam, op welks laatst havenhoofd het regiment schutterjj van Schiedam opgesteld was, en het muziekkorps de volksliederen speelde. Evenals hier waren ook te Pernis, Vlaardingen en Maassluis tal van belangstellenden aan de havenhoofden, alsmede op vaartuigen, die het keizerljjk paar een warme ovatie brachten. Aan den Hoek van Holland gekomen, werd het jacht gesalueerd door een salvo van 101 kanonschoten nit de vuurmonden van het aldaar gelegen fort, terwjjl de militairen aan het strand in parade stonden opgesteld. Nabjj de pier gekomen lag midden op de rivier de Hohenzollern" stil, omriDgd door tal van versierde vaartuigen, waaronder de stoomboot Maassluis II", hetwelk een muziekkorps aan boord had, dat zich daar liet hooren. Een groote sloep, bemand met een 20-tal Hollandsche matrozen, begaf zich naar de stoomboot Hohenzollern" en na' herhaalde plichtplegingen, verliet Jhr. de Casem broot de keizerIjjke familie en begaf zich met de sloep naar den vasten wal. Indrukwekkend was dit oogeoblik, daar de Daitsche matrozen geparadeerd Btonden en op bevel ran een der Duitsche officieren een driewerf »Hoch" riepen, waarna de atoomboot Hohenzollern" zich in zee begaf. Een laatst oorverdoovend hoera werd het keizerlyk paar toegeroepen door een groote menechenmassa, aldaar op vaartuigen en op het strand aanwezig. Tot zelfs een eind weg in zee zag men den keizer en de keizerin steeds wuivende, terwjjl nu de Hol landsche oorlogsschepen en 4 Duitsche, die in zee nabjj den Waterweg waren, saluutschoten lieten hooren. Met een enkel woord willen wjj den kapitein der stoomboot »Schelde" een woord van dank brengen, voor de wjjze, waarop hy de genoodigden in staat heeft gesteld, zoo alles van nabjj te kunnen waarnemen. De zee was zeer kalm en daar slechts een licht briesje woei waardoor toch een hoed van een der passagiers in het rnime sop terecht kwam, en natnnr- ljjk verloren was, daar aan redden niet te denken viel, ondernam de handige kapitein den tocht tot een eind in zee, tot groot genoegen der passagiers, vooral der dames, die op verschillende manieren hunne voor zorgen namen, byv. de eene door te bljjven staan, de andere door te bljjven zitten en de derde door te bljjven loopen om eventueele zeeziekten te voorkomen. De kapitein wist echter de boot zoodanig op de golven te houden dat geen enkel slachtoffer van de gevreesde ziekte te ljjden had. Op den terugtocht sag men bjj Schiedam eene giorno verlichte stoomboot, vanwaar een vuurwerk werd afgestoken. Nader bjj komende zagen wjj de stoomboot »Merwede", thans in een zee van licht herschapen, en waarop een vrooljjke stemming heerschte. ®s Gravenhage, 4 Juli. H. M. de Koningin- Regentes is heden met Koningin Wilhelmina uit Den Haag naar het Loo teruggekeerd met een extratrein der Staatspoorwegmaatschappy, welke te 10 u. 40 m. van hier vertrok, begeleid door een viertal hoofdamb tenaren der Exploitatie-maatschappjj. Rotterdam, 4 Juli. Bjj publicatie is het vol gende ter algemeene kennis gebracht: De Burgemeester van Rotterdam brengt bjj deze ter kennis der ingezetenen, dat H. M. de Koningin- Regentes hem, ook namens Koningia Wilhelmina, de aangename taak heeft opgedragen, dank over te brengen aan de burgerjj voor de harteljjbe ontvangst, die HH, MM. en Hoogst Dezelver Keizerlyke gasten te dezer Btede is te benrt gevallen. Het is hem aangenaam daarbjj te kunnen voegen, dat HH. MM. de Keizer en de Keizerin van Daitsch land hem ook persoonlyk erkentelykheid hebben betuigd voor het te Rotterdam gevonden onthaal. Rotterdam, den 4 Jali 1891. De Burgemeester voornoemd, MEINESZ. Retranchement. Een eigenaardig schouw spel levert onze kleine markt. Deze is thans de woning van den molenaar B., die voor een dag of acht door de gewapende macht met al wat bjj heeft uit xyn huis gezet is. Hy eet en drinkt daar en spreidt er 's avond* zyn bed uit, in enkele bosaen stroo bestaande, 's mor gens rolt hjj zyn leger weer op. N&chtverbljjf is hem aangeboden, doch hy verkiest zjjn veldbed. Zyn lot wordt door zjjn 10- h 11-jarig zoontje gedeeld. ~Vlii9StnMren, 4 Juli. Bjj het heden alhier voort gezet examen voor de betrekking van zeeloods bjj het loodswezen van het 6de district slaagden de loods- kweekeling 2e kl. W. van Duin en de matroos B. C. Streefkerk. Bruinisse, 4 Juli. In de heden gehouden vergadering der Liberale Kiesvereeniging alhier zyn de heeren Joh. Elenbaas en J. van den Berg Mz. met algemeene stemmen candidaat gesteld voor de a.s. ver kiezing van leden voor den gemeenteraad. Zierikzee, 6 Juli. Geslaagd voor het eerstw natuurkundig examen aan de Universiteit te Amster dam de heer W. A. de Looze Gz., geb. alhier Bjj het overgangsexamen aan de artillerie-cursuw te Delft is o. a. geslaagd de heer H. Goemans, geboren te Zierikzee. Bevorderd tot doctor in de rechtswetenschap aan de ryksuniversiteit te Leiden de heer H. Lenshoek van Zwake, geboren te Goes, met acad. proefschrift getiteld: Opmerkingen over artikel 22 Wetboek van Koophandel". Bjj Kon. besluit is benoemd tot kantonrechter t» Goor, mr. E. E. Van Riemsdyk, thans substituut-griffier bjj de arrondissements-reebtbank te Almelo. Verder zyn benoemd tot notaris: binnen het arr. Arnhem, ter standplaats Groesbeek, H. W. A. J.Terwindi, candidaat-notaris te Njjmegen; binnen het arrondisse ment Groningen, ter standplaats AppiDgedam, J. H. Wildervanck de Blécourt, candidaat-notaris en surnu merair bjj de registratie te Zntphen. Nog is, op zjjn verzoek, eervol ontslagen uit zjjne betrekking van commies bjj het dep. van koloniën, de heer jhr. mr. J. Beelaerts van Blokland, en de heer jhr. mr. M. A. de Savornin Lohman M.A.z. benoemd, tot adjunct-commies bjj gemeld departement. Onder Scharendjjke is Vrydag in een woning ingebroken, terwjjl de bewoners afwezig waren, en uit een kast 40 aan geld ontvreemd en eenige gouden sieraden. Van goeder hand verneemt de N. R. Ct. uit Hontenisse, dat welhaast de noodige Btappen zullen gedaan worden tot het oprichten eener vrjjzinnige kiesvereeniging voor die gemeente en omstreken. De vereeniging zal zich aansluiten aan de verschillende zastervereenigingen in dat district op Zuid-Beveland. Tot hoofd van school E te Middelburg is be noemd de heer Blankert te Zuidzande, met 10 st. De Centrale liberale kiesvereeniging in het hoofd kiesdistrict Schoterland heeft den heer H. Pjjtteraen Tz. te Sneek candidaat geBteld voor het lidmaatschap der Tweede Kamer. De Volksparty in dat district stelt geen candidaat voor de Tweede Kamer. Van anti-revolutionaire zyde is tot candidaat gesteld, de heer P. van Vliet te Leeuwarden. V

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1