ZIEBIKZEESCHE NIEUWSBODE. Donderdag 18 Juni 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. Hoogere Burgerschool. Hoogere Burgerschool. BEKENDMAKING. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 6015. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar 'plaatsruimte berekend. De COMMISSIE VAN TOEZICHT op bet Middel baar Onderwijs te Zierïkzee maakt bekend, dat de Overgangs-Examens op de Hoogere Burger school zullen worden gehouden op Maandag den 13 Juli e.k., des voormiddags te 9 uur. Zierikzee, 12 Juni 1891. Namens de Commissie, RöELL, Secretaris. De COMMISSIE VAN TOEZICHT op het Middel baar Onderwijs te Zierïkzee maakt bekend, dat het Admissie-Examen, voor hen die wenschen toegelaten te worden tot de lessen op de Hoogere Burgerschool, zal gehouden worden op Dinsdag den 14 Juli e.k., des morgens te negen ure, en dat zij, die zich aan dat examen willen onderwerpen, voor zooverre zij te Zierikzee woonachtig zijn, daartoe vooraf zich in persoon moeten aan melden bij den Directeur der Hoogere Burgerschool op Zaterdag den 4 Juli e.k., des namiddags tusschen 2 en 4 uur. Zij, die buiten Zierikzee woonachtig zijn, kunnen zich schriftelijk tot ge noemden Directeur wenden, mits vóór of op 4 Juli e.k. Zierikzee, 12 Juni 1891. Namens de Commissie RöELL, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekeod, dat door hen in hunne op heden ge houden Vergadering is vastgesteld het reglement, houdende voorschriften ten opzichte van het gebruiken van lig-, los- en laadplaatsen voor en het vastmeren van vaartuigen, geene uitgezonderd, vlotten of balken, bedoeld by art. 6 der Verordening op de Havens in Zierikzee, den 15 Juni 1891. Burgemeester en Wethouders, Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Het bekende gezegde noblesse oblige", adel verplicht, geldt vooral in dezen tijd, nu er een machtige strooming door de geheele wereld valt waar te nemen om allen adel weg te cijferen. Het is natuurljjk, dat wij hier op het oog hebben die be weging, die zich kant niet tegen adeldom der ziel of des gee3tes, maar tegen de erfelijkheid der adellijke titels, tegen het erfelijke koningschap, enz. Thans vooral rust nu op hen, die deze waardigheden of titels dragen, den plicht zich zoo te gedragen dat ieder hoog tegen hen opziet, ieder, ook hunne tegenstanders hen leert hoogschatten, en hebben zij vooral zorg te dragen, dat hunne levenswijze geen openbare erger nis geeft. Dit geldt dubbel voor vorsten, die eenmaal geroepen een volk te regeeren, in de eerste plaats die vorstelijke waardigheid onbesmet en onbevlekt dragen moeten, opdat het volk met eerbied en liefde over hunnen regeerder spreken kunne. De vorste lijke waardigheid te bezoedelen door handelingen, die men in een gewoon burgermensch zelfs afkeurt, is koren op den molen der socialisten en republi keinen. En al is het nu ook waar, dat een vorstelijk persoon mensch blijft en dus niets menscbelijks hem vreemd is, toch is het ook waar, dat adeldom ver plichtingen oplegt. De Kroonprins van Engeland, de Prins van Wales, vergat dit laatste en ondervindt er nu al de gevolgen van. Het sensatie-proces over het baccarat-schandaal, dat eenige maanden geleden op het landgoed Trauby Croft in tegenwoordigheid van den Engelschen Kroonprins plaats had, is thans geëindigd. Bekend i3 het feit. dat de luitenant- kolonel Sir William Gordon Cumming, die sedert een tiental jaren tot de intieme vrienden van den Kroonprins behoorde, daar werd betrapt op valsch spelen. Men besloot, vooral om den Prins te sparen, aan de zaak geen ruchtbaarheid te geven, doch zich te vergenoegen met eene schriftelijke verklaring van den overste Gordon Cumming, die vrij wel gelijk stond met eene bekentenis van schuld en waarbij de overste zich verbond nooit meer een kaart te zullen aanraken. Er waren echter te veel personen bij de zaak betrokken, dan dat zij geheim kon blijven en de heer Gordon diende dan ook weldra eene aanklacht wegens laster in en met den gastheer en de gastvrouw, den beer en mevrouw Wilson, 'hun zoon, dochter en schoonzoon, Generaal Owen Williams en nog twee hooggeplaatste personen moest ook de Prins van Wales als getuige verschijnen. De zit tingen duurden verscheidene dagen en wekten buitengewonebelangstelling. Ten slotte werd Sir William Gordon Cumming met zijn aanklacht afge wezen en dus de gegrondheid der beschuldiging erkent. Hieruit volgt echter ook, dat de Kroonprins aan een verboden kaartspel deelnam, ja zelfs bleek, dat hij de fiches daartoe benoodigd had mede gebracht; en niet te verwonderen is het, dat dit feit in de kooge Engelsche kringen en in het algemeen op het Engelsche volk een diepen indruk heeft gemaakt. Daarbij komt nog, dat Sir Gordon uit het leger is verwijderd, maar door de straf toe te passen op hem, moet men ook de andere deelnemers aan het verboden spel uit het leger verwijderen, dus ook de Prins van Wales. Een interpellatie over deze zaak was dan ook reeds in het Lagerhuis aangekon digd, doch werd niet toegelaten omdat de naam van den Prins van Wales daarbij betrokken was en dat in strijd werd geacht met de parlementaire ge bruiken. De werkstaking van de beambten der omnibus maatschappij in Londen is gelukkig geëindigd, dank zij de tusschenkomst van den Lord-Mayor van Londen. Wat het voor eene wereldstad als Londen beteekent, eene week lang verstoken te zijn van het gewone middel van verkeer tusschen de verschil lende deelen der stad, kan men zich licht voorstellen. De overeenkomst tusschen Engeland en Portugal is thans geteekendde Portugeesche Kamers hebben het reeds met groote meerderheid van stemmen aan genomen en Lord Salisbury heeft het thans ook in het Hoogerhuis ingediend. Hij zeide, dat het opge steld was in den geest der rechtvaardigheid en ingegeven door den oprechten wensch om het volken recht te eerbiedigen en de vriendschappelijke be trekkingen tusschen beide landen te hernieuwen. Het gerucht liep, dat Portugal, ten einde zijne fiuancieele positie te verbeteren, zijne koloniën zou verkoopendit wordt echter thans tegengesproken. Wel is er een ontwerp tot verkoop van de kust van Mozambique. De gelden, die daaruit zouden voort vloeien, zouden worden besteed tot delging der binnenlandsche schuld, het leggen van een telegraaf kabel naar de Azoren, het graven van kanalen op Madeira, het maken van wegen en tiet bouwen van vuurtorens op Kaap Yert en St. Thomas. Staat het met de Portugeesche financiën dus nog verre van gunstig, die van Italië gaan vooruit. In de Kamer van Afgevaardigden zette de Minister der schatkist, de heer Luzatti, bij de beraadslagingen over een buitengewoon krediet van ruim acht mil- lioen voor het departement van oorlog, in het kort den financieelen toestand uiteen. Tengevolge der bezuinigingen op de begrooting ten bedrage van 36 millioen en het verminderen der jaarlijksche uitgaven voor den aanleg van spoorwegen tot 50 millioen, is het tekort teruggebracht tot 5 millioen. Tot deze uitkomst is de regeering geraakt, in weerwil dat de wet op de middelen de inkomsten 37 millioen lager raamt dan het vorige jaar en in de nieuwe uitgaven, als buitengewoon voor oorlog en voor delging der 3chuld, voorzien is. De regeering verbindt zich verder hervormingen in te voeren, waardoor het geraamde tekort van vijf millioen zal kunnen weg- j vallen. De Minister verklaarde verder, dat voor elke nieuwe uitgave nieuwe inkomsten zullen moeten worden gevonden. Zooals men ziet, blijft oorlog ook daar nog schatten verslinden en eischt telkens meer; dat dit vooreerst nog niet veranderen zal, blijkt uit hetgeen de minister-president bij de behandeling van de begrooting voor buitenlandsche zaken in den Senaat heeft gezegd. Hij verklaarde dat het bond genootschap aan Italië niet toelaat zijne krijgstoe rustingen te matigen. Het drievoudig verbond is niet van aanvallenden aard. Het heeft geheel en al een vreedzaam karakter, zooals het tienjarig bestaan van dat verbond bewijzen kan. Het bericht aan gaande het vernieuwen van het verbond blijkt dus juist te zijn, ook al verzocht de minister-president om de beraadslaging over een interpellatie over het bericht aangaande de vernieuwing van het drie voudig verbond en over de onthullingen betreffende eene overeenkomst tusschen Engeland en Italië tot na de discussie over de begrooting uit te stellen. De vraag, in welke verhouding staat Engeland tot de triple alliantie, is in de laatste dagen druk be sproken. Een gewezen Boulangist, de Fransche afgevaardigde Millevoye, schijnt het bijzonder ver trouwen van den onlangs overleden Prins Napoleon te hebben bezeten en nu beweert hij van dezen vernomen te hebben, dat Engeland zich had ver bonden om in geval van een eventueelen oorlog tusschen Frankrijk en Italië, de kusten van het laatstgenoemde rijk met zijne vloot te dekken. Het schjjnt dat er aanvankelijk geen andere verbindtenis was dan eene mondelinge afspraak tusschen de Engelsche en Italiaansehe ministers. De tegenwoor dige Italiaansche minister-president Rudini gelukte het echter de overeenkomst meer vast te maken en thans schijnt werkelijk vast te staanIndien Italië aangevallen wordt, zal Engeland met zijne vloot te hulp komen. Elke verandering in den tegenwoor- digen toestand van de Middellandsche zee wordt beschouwd als in strijd met de gemeenschappelijke belangen van beide natiën en zal tot hare gemeen schappelijke handeling leiden. Engeland verbindt zich zelfs Italië te verdedigen in geval het aange vallen werd wegens diens verbindtenissen aangegaan door het drievoudig verbond. Deze bepaling is vooral daarom belangrijk, omdat Engeland hier door zijdelings toetreedt tot het drievoudig verbond. Engeland is evenwel zonder eenige overeenkomst met Duilschland of Oostenrijk. Slechts indirect, door zijne verbindtenis met Italiëbestaat er Bij de discussie over het voorstel om de stukken aangaande de graanrechten aan het Pruisische Huis van afgevaardigden over te leggen, heeft de Rijkskanselier verzocht dit voorstel te verwerpen. Het Huis deed dit met groote meerderheid, 223 tegen 20 stemmen. Daardoor is niet alleen vertrouwen in de regeering uitgesproken, maar tevens de over tuiging gewettigd, dat haar gegevens juist zijn en de vrees voor graangebrek op het oogenblik on- Japan. De aanval op den Russischen Kroonprins in Japan, op den llden Mei j.l., is het onderwerp van eenen brief van den berichtgever der Times te Tokio, welke een einde maakt aan alle over dit ongeval geloopen hebbende lasterpraatjes. Ec bestaat geen reden om de geloofwaardigheid van den Ternes-correspondent te betwijfelen. Zjjn blad is in het algemeen niet Russisch- gezind en in den laatsten tyd tegenover de keizerlijk- Russische familie zelfs min of meer kregelig gestemd. Indien er dus, naar de beschrijving van den bericht gever, evenmin sprake is van onvoorzichtigheid, roeke loosheid of uitspatting van den Czarewitch, als van heldhaftigheid van prins George van Griekenland, die verteld werd zjjn keizerlijken neef ongeveer het leven gered te hebben, dan kannen wjj het er voorloopig voor houden dat de zaak zich zóó en niet anders heeft toegedragen. De Kroonprins was voornemens, eene maand in Japan door te breDgen en door uitstapjes ter zee en te land het schoone land in zjjn geheel te leeren kennen. Nagasaki en Kioto waren reeds gezien; de He was bestemd voor een bezoek aan het verrukkelijke Biwa- meer en aan de heilige stad Otsu. De lunch werd gebruikt aan den meer-oever, daarna ging men in draagstoelen (jinrikisha) naar Otsu, de prins vooraan. In alle straten der stad stonden politie-agenten geschaard, maar juist onder die bewakers der orde schuilde het verraad. Een gewezen sergeant-majoor van het leger, versierd met de medaille voor militaire dapperheid en sedert zes jaren bij de politie, een zwjjgend en somber man, maar een ferm dienstdoener, Tsuda Sanzo geheeten, kreeg het op eens in zjjn hoofd zjjne sabel te trekken, op de jinrikisha van den prins toe te loopen, en dezen eenen houw toe te brengen. Vóór dat Tsuda dien herhalen kon, smeet een der dragers van den stoel hem tegen den grond, waarbjj hjj zijne sabel verloor, die de andere drager opraapte en gebruikte om Tsuda een paar houwen toe te brengen. Hjj werd vervolgens door de toegesnelde wacht gegrepen. De prins had by den eenen houw twee ondiepe schrammen van een Eng. duim of drie lengte op het voorhoofd gekregen. De sabel was door zjjn helmhoed en zjjne haren tegengehouden, en tjjd voor eenen tweeden houw was er niet geweest. Het uitstapje werd gestaakt, de wond verbonden en de terugreis naar Kioto onmiddelljjk aanvaard. Australië. Te Belleret (Nieuw Zuid-Wallis) was onlangs een werkstaking van soldaten. Een sergeant werd wegens ongehoorzaamheid, welke aan overgrooten dienetijver te wjjten was, met arrest gestraft, en om hun onge noegen daarover te kennen te geven, kwamen de manschappen niet op het appèl. Van de 492 man verschenen er slechtB 8. De overigen stonden, in burger- kleeding, op eenigen afstand toe te zien, en na afloop van het appèl werden de acht opgekomen miliciens door hunne vertoornde makkers omringd en met scheld woorden overladen. Door tusschenkomst van een paar officieren werd de zaak echter tot een goed einde gebracht. Rusland. Uit Moskou wordt aan de Times gemeld, dat vele Joden die verlof hebben voorloopig te blijven, toch het land ver laten, daar zij vreezen hun zaken niet tegen een eenigszins billijken prijs van de hand te kunnen doen, wanneer ook voor hen het bevel tot vertrek komt. Verscheidene koop lieden gaan bovendien failliet, daar zij in den korten tijd, die hun wordt gelaten, hun zaken niet naar behooren kun nen regelen en hun vorderingen op Russische afnemers niet betaald krijgen. Een leerlooier, die wel nog geen bevel tot het verlaten der stad ontvangen had, maar zijn veertig werklieden den dienst opzegde, beweerde daartoe wel ge dwongen te zijn, daar hij nu een billijken prijs voor zijn zaak kon maken, doch later, wanneer hij tot verkoop werd gedwongen, wellicht geruïneerd zou worden. Buiten de stad Moskou staat een geheele wijk van aan Joden behoorende villa's ledig. Van 350 gezinnen bleven er slechts 20 over. Bij politie-verordening is nu bepaald, dat geen Jood binnen een kring van 45 wersten om de stad een villa mag bouwen. De Shah var. Perzië heeft voor de verdreven Joden een groote landstreek om zich te vestigen beschikbaar gesteld. Volgens berichten uit IConstantinopel, is de Porte voor nemens de Mogendheden te raadplegen betreffende de zaak der Joden-kolonisatie in Palestina, alvorens op de vragen der Engelsche Regeering te antwoorden. De Sultan moet persoonlijk niet tegen de kolonisatie zijn. Bij de interpellatie in de Hongaarsche Kamer zal o. a. de vraag worden gesteld, of het niet mogelijk is een eind aan de vervolging te maken door tusschenkomst van het Drie voudig Verbond. Zwitserland. Omtrent het groote spoorweg-ongeluk bij Mönchen- stein, het eerste station zuideljjk van Bazel, kunnen wjj het volgende mededeelen Heb was een personentrein van den Jura-spoorweg, die Zondag middag te 2 uur 15 minuten uit Bazel vertrok iu de richting naar Bern en te 2 u. 26 m. te Möuchen- 'stein zou aankomen. De trein was overvolteMöochen- stein had een zangersfeest plaats; de leden van de »Baseler Gesangverein" en van den »Baseler Siioger- bund" waren in den trein met eene menigte andere Zondags- en pleizierreizigers. Toen de trein in volle vaart even vóór Möochenstein over de Birs-brug ging, stortte deze in op het oogenblik dat de twee loco motieven ongeveer halfverwege de brug waren. De brug was vau gegoten jjzer en ongeveer 25 meter lang; zjj rustte op twee pjjIers aan de uiteinden, zonder pjjler in het midden. Behalve de locomotieven viel de eerste waggon in de op het oogenblik veel water be vattende Birs, een volgende wagen bleef tusschen de brug en de afgebroken stukken balf zwevende hangen. Een terstond op de plaats gekomen berichtgever van den Berner Bund verzekert, dat de personen in de eerste drie waggons bjjna allen zjjn omgekomen. Of schoon alleen compartimenten eerste en tweede klasse bevattende, waren deze waggons letterljjk volgestopt, dewijl de conducteurs, geen plaatsen meer hebbende, voor de laatst overblijvende reizigers, ook die van de derde klasse in deze rjjtuigen hadden doen opnemen. Men noemt onder de omgekomeoen dr. Voegtlin, een schoolarts, met zjjne kinderen, den directeur der ambachtsschool W. Bubek en anderen. De meeste personen in den in het water liggenden waggon zaten daarin vastgeklemd en zijn verdronken vóór dat er hulp komen kon. Omstreeks middernacht lag deze waggon nog in het water. Ook de post- en bagage wagen zjjn in den val verpletterd en het personeel daarvan is gedood. Van het machinepersoneel is een stoker met moeite gered. Een machinist en de chef-conducteur zjjn ver dwenen. Zoo spoedig mogelijk snelden geneeskundigen ter hulp, daarna ook de brandweer, militairen en zie kenverplegers. Ook gedurende den nacht werd met het zoeken der ljjken voortgegaan bij het licht van fakkels, die over een verschrikkelijk schouwspel huu schijnsel wierpen. De twee locomotieven liggen op zjjde in de rivier. De schoorsteenen en de overblijfselen der waggons steken boven het water uit, dat door de neergevallen massa gestremd is en nu eeoe hoogte van twee meter heeft. Men schat het aantal dooden op 120, dat der verwonden op 150. Van de brug is niets overgebleven dan de twee eindpunten. Het schijnt buiten twjjfel, dat het zware gewicht van de loco motieven en den trein de instorting veroorzaakt heeft. Ook heeft misschien bet hooge water der laatste dagen er toe medegewerkt. »Ik was seint de bovengenoemde correspondent bijna op hetzelfde oogenblik ter plaatse en hoorde het angslgegil dat uit alle waggons opging. De trein liep met volle kracht; alle waggons bonsden op elkaar en bet is te verwonderen, dat de achterste nog op de rails gebleven zijn. Bjj de pogingen tot redding hadden hartverscheurende tooneelen plaats. Allen, die nog niet van het leveo beroofd waren, riepen om hunne bloedverwanten en vrienden; toe schouwers baretten in snikken uit en vreeseljjk ontroerd verliet men ten laatste de plaatB der ramp." De gewonden werden bjjna allen met omnibussen en allerlei andere voertuigen naar het gasthuis te Bazel gebracht. De lichamen der dooden werden in een boomgaard aan den oever van de Birs gebracht en de ontzettende tooneelen aldaar van menschen, die verwanten of vrienden onder hen herkenden, zjjn niet te beachrjjven. De reizigers op den Jura-Simp lom-spoorweg moeten nu op de plaats vau het ongeluk uitstappen en te voet een hulpbrug overgaan naar een anderen trein aan de overzjjde. Duitschland. OiKlex- do roovers. Na het onlangs vermelde bericht der Duitache reizi gers, die op den spoorweg in Turkjje door roovers waren overvallen en dadelijk vrijgelaten, volgen hier eenige bjjzonderheden uit het verhaal der vijf anderen, die gevangen werden genomen. Nadat de spoortrein was uitgeplunderd, klonk het commando »haidi!" en moesten wjj een half uur opmar- cheeren, waarna de roovers hunne mantels over den grond uitspreidden en ons bevel gaven er op te gaan liggen. Zjj veroorloofden ons echter te rooken en eene fle8ch wjjn te ledigen, die de machinist Freudinger met zjjne tabak uit den trein had medegenomen. Gelukkig dat de roovers hem hadden aangehouden om als tolk te dienen, want wjj konden hen en zjj konden ons niet verstaan. Spoedig echter moesten wjj weder voort. Eerst na een marach van ongeveer drie uren werd er weder rust genomen, en toen werd de heer Israël vrjjgelaten, om te trachten het losgeld te krjjgen. Met hem werd de kenkenchef Kiok ontslagen, die reeds bjj de gevangen neming ongesteld was. De roovers hadden hem daarom eenvoudig het hoofd willen afslaan, om hem kwijt te zjjn, maar ten slotte vonden zjj dit toch onraadzaam, en omdat zjj ook aan zjjn persoon geen waarde hechtten, lieten zij hem loopen. Iu het eerst vreesden wij, geboeid te zullen worden althans het werd ons te kennen gegeven. Dit gebeurde nu wel niet; maar daarentegen werd ons de stellige verzekering gegeven, dat bjj het geringste verzet, of bjj de minste poging tot ontvluchting ons onmiddelljjk het hoofd voor de voeten zon worden gelegd, en dat dit wel het lot zon zjjn van ieder die ziek werd. Men kon ook duideljjk zien, dat deze bedreiging ernstig gemeend was, terwjjl er voor hunne eigene veiligheid ook geen ander middel overbleef om onderweg oponthoud of vertraging te voorkomen. Dit was erg genoeg; want behalve dat de marsch over znlke onbegaanbare wegen door het gedurig klimmen en afdalen ons zeer vermoeide, hadden wjj niet minder te kampen met het gevaar van telkens een ongeluk te krjjgen, door strui kelen en vallen, zoodat wjj voortdurend in levensgevaar verkeerden. De twee eerste dagen kregen wij niets dan water en brood, en wjj konden ook niet bemerken dat zjj zeiven iets anders hadden. Later kregen wjj ook vleesch, doordien zjj van eene kudde schapen, die zjj voorbij kwamen, een paar wegpakten en lieten braden. De vellen dezer dieren werden aan den herder gegeven, maar geld voor het vleesch kreeg hjj niet. Toen wjj vervolgens vroegen, of wjj niet iets andere dan water te drinken konden krjjgen, werd ons eenige keeren warme melk gebracht, die de roovers schenen te verkrjj- gen door eenvoudig de koeien te melken, die hier of daar liepen grazen. Nu en dan hebben wjj gezien dat alle koeien, die de roovers in het gezicht kregen, on middelljjk met alle kenteekenen van angst op de vlucht gingeD. De marsch werd altoos enkel des nachts voortgezet. Overdag moesten wij in dicht kreupelhout verscholen bljjven en mochten slechts fluisterend spreken. Wan neer wjj ergens dwars over een landweg heen moesten, dan werd er streng op gelet of wjj ook sporen van voetstappen achterlieten, en die werden dan zorgvuldig weggemaakt. Over nauwe paden moesten wjj daarom maar heenspringen, en waar er in het zand graszoden waren, moesten wjj voorzichtig van de eene zode op de andere stappen. Wanneer de hooge doornstruiken ons het loopen wat al te lastig maakten, zoodat wjj niet vlug genoeg konden vooruitkomen, dan werden wjj met een barsch »haidi!" voortgedreven, met het gevolg dat wjj menigmaal schrammen aan handen en gelaat, of ook wel eene scheur in de kleederen kregen. Wanneer wjj voor eene bergbeek stonden, behoefden wjj er niet doorheen, maar werden door de roovers naar den overkant gedragen. Nu en dan viel er een zware regen, en dan werden er op een zeer verscholen plek in een donker woud een paar vuren aangelegd, waaraan wjj ons konden drogen. Daar de kapitein der bende had bepaald, dat bet losgeld uiterlijk Zondag 7 Juni des middags betaald moest zijn en daar hjj ook had voorgeschreven op welke voor de roovers veilige wjjze de betaling moest geschieden, werd de machinist Freudinger op Vrjjdag 5 Juni uitgezonden om het te gaan halen, en daar het geld minstens 80 kilo zou wegen, zoodat bjj het on- mogeljjk alleen zou kunnen overbrengen, werd hem vergunning verleend om vier man, mits ongewapend, mede te brengen. Dat was voor ons een kwade tijd. Want nu waren wjj onzen tolk kwjjt. Ook ter ver strooiing konden wij niets beginnen, terwjjl wjj dag en nacht door een paar gewapende roovers allerscherpst werden bewaakt en geene enkele beweging van ons aan hunne aandacht ontsnapte. De heer Kotzsch had nog een horloge bij zich. On middelljjk nadat het hem in den spoortrein was afge nomen, had hjj den kapitein doen verzoeken, althans de ketting te mogen behouden, omdat die eene voor hem dierbare gedachtenis was en toen had de kapitein hem met alle vertoon van edelmoedigheid nevens de kettiDg ook het horloge teruggegeven. Daaren tegen was ons onmiddelljjk na de gevangenneming al ons geld afgevraagd. De heer Graeger, die zich ver plicht gevoelde ook jegens eene rooversbende eerljjk te zjjn, had toen alles afgegeven, waaronder een rolletje goudgeld ten bedrage van 600 mark. De heer Kotzsch deed daarentegen evenals ik en hield eenig goudgeld achterwege. Het zjjne had hjj in zjjne schoenen en zoo had ik ook het mjjne verstopt. Bankbiljetten of ander papier wilden de roovers niet hebben. Wanneer de roovers gingen slapeD, werden er natuurljjk schildwachten uitgezet, waarvan er twee, met het geweer bij den voet, dicht bij ons bleven staan. Zoodra de roovers waren uitgeslapen, maakten zjj toilet, en dat wel met eene bljjkbare jjdelheid. Ieder had bjjv. een spiegeltje en haarborstel bij zich en maakte ook op andere tjjden daarvan dikwjjls gebruik. Ten einde bjj het toilet maken ieder gedeelte van het hoofd te kunnen bekjjken, namen zjj veelal de moeiljjkste positiën aan. De meeste zorg besteedden zjj aan hunnen baard, en de zorg voor hunne wapens scheen de hoogste taak huns levens te zjjn. Zondag 7 Juni stonden we reeds des morgens ver langend naar Freudinger uit te zien. Het werd middag en nog niets! Nog vjjf aren zweefden wij zoo tusschen hoop en vrees Eindeljjk, daar zagen we in de verte onzen redder op het witte paard, gevolgd door de vier ruitere die hem waren medegegeven. Juichten wij hen te gemoet, nog veel harder juichten de roovers. Het losgeld was verdeeld in twee groote en acht kleine zakken, een paar daarvan werden leegge schud en de daaruit vallende goudstukken geteld. De overige werden niet geopend; de kapitein woog ze op zjjne band en zei dat het goed was. De trotsche rooverkapitein verklaarde ons nu vrjj, en was zoo in zjjn schik, dat bij ons omhelsde en den kus des vredes gat, hetgeen wjj ons natuurljjk maar lieten welgevallen. Ieder onzer kreeg ook ruim 120 francs reisgeld mede, en onmiddelljjk daarop trokken de roovers dieper het woud in. Wij waren door onzen ongewonen toestand wel zeer vermoeid geraakt, maar begrepen toch, dat wjj niet beter konden dan ons ten spoedigste uit de voeten te maken, daar men anders niet kon weten of de roovers, na het loBgeld in veilig heid te hebben gebracht, ons niet opnieuw zouden lastig vallen. Dus hoe erg vermoeid wjj ook waren, maakten wjj gebruik van de paarden, die Freudinger had medegebracht en gingen wij op weg naar Kirkilisse. Laat in den nacht bereikten wij Sergent, alwaar de autoriteiten ons kwamen begroeten en voor logieB en al het noodige hadden gezorgd. Maandag kwamen wjj te StaphaBtow en werden er door den metropolitaan op hoogst gastvrjje wjjze ontvangen. Hjj bqod ons bjj zijne familie logies aan, maar wjj verlangden te zeer naar bnis en vertrokken naar Uskib, waar de pachter der Turksche tabaksregie ons met vier man te paard te gemoet kwam en ods ruimschoots onthaalde. In- tnsschen was per telegraaf onze komst te Kirkilisse aangekondigd. De gouverneur aldaar zond ons twee gemakkeijjke reisrjjtuigen met eene escorte van 30 man cavalerie te gemoet, en zoo werden wjj er Dinsdag door den tolk van het Oostenrjjksche gezantschap, den OostenrjjfeBchen consul en de Turksche autoriteiten feesteljjk ontvangen. Wjj kregen er nieuw linnengoed en verdere kleederen, en des namiddags te 3 ure gingen wij met drie rjjtuigen, alweer onder geleide van het detachement cavalerie, Daar AdriaDopel. Met welke gewaarwordingen wjj aan het station aldaar afstapten is licht te begrjjpen. België. Een eigenaardige werkstaking is dezer dagen te Courcelles, in het land van Charleroi, ontstaan. De mjjnwerkers hadden daar het werk gestaakt, maar hunne vrouwen was dit lang niet naar den zin. Zjj hielden een bjjeenkomst in de open lacht en besloten daar, op hare benrt het werk te staken en van hare mannen weg te gaan, als deze Diet beloofden, den volgenden dag het werk te hervatten. De mijnwerkers namen eerst een dreigende houding aan; maar toen zjj zagen, dat dit niet hielp, gingen zjj over tot een bedaarde bespreking van de qnaestie, en de uitslag was, dat de mannen niet alleen beloofden het werk te hervatten, maar ook niet meer naar de kroeg te gaan, behalve 's Zondags, en op dien dag vóór negenen thuis te komen. Nederland. Assen. Bjj iemand te dezer stede vervoegde zich dezer dagen zekere Snippe, commissionair, naar hjj zeide, in Rotterdamsche schouwbnrgloten. Toen het in den loop van het gesprek bleek, dat de persoon, met wien Snippe in discussie was, zonder betrekking was en deze wel gaarne het een en ander zou willen waar nemen, bood S. hem aan, dat bjj door zjjn bemiddeling wel als agent zon kunnen worden aangesteld voor de Centrale Belgische bank, wier directeur, den heer B., een zeer intieme kennis van hem (Snippe) waB. De aanbieding was zoo verleidelijk, het honorarium zóó groot, dat dat aanbod voorloopig werd aangenomen, doch ook argwaan wekte. Snippe telegrafeerde naar Brussel en reeds op den morgen van den tweeden dag daarna ontving bjj antwoord, dat zjjn protégé kon worden aangesteld op een salaris van 600, be nevens reiskosten 2de klasse en vrjj verblijfkosten. Het onderhoud, dat toen tusschen de agent in spe en Snippe plaats had, werd echter als onzichtbare getnige bjjgewoond door den inspecteur van politie. Nadat die aanlokkelijke bjjzonderheden waren mede gedeeld, kwam de aap nit den mouw. S. zeide een waarborg van 25 te moeten hebben, waartoe de ander zich bereid verklaarde. S. schreef een kwitantie voor dat bedrag, behoorljjk van een plakzegel voorzien, welke hjj met den naam Snjjder onderteekende. In plaats echter dat hjj de bedoelde som ODtving, kwam de politie voor den dag en rekende hem in. S. moet dezelfde persoon zjjn, die een postwissel nit Meppel naar Amsterdam in een hötel aan zjjn eigen adres verzond en na zich per boot naar laatstgenoemde plaats te hebben begeven, daar den postwissel vervalschte en er een grooter bedrag voor ontving dan er op vermeld stond. Hjj werd hiervoor indertjjd door de Amster- damsche rechtbank veroordeeld. Zjjn atraftjjd was eeret eenige weken geleden geëindigd. Hjj heeft das van zjjn vrjjheid weinig plezier gehad. 's Gravenhage, 15 Juni. De ministers van justitie en van oorlog zjjn heden ochtend te 8 uren per staatsspoor naar Het Loo vertrokken ter audiëntie bjj H. M. de Regentes. De commissie nit de Tweede Kamer voor de voorbereiding van de faillissementswet zal heden (Woens dag) vergaderen. 's Gravenhage, 16 Juni. Naar men verneemt, zullen bjj gelegenheid van het bezoek van den Duitschea Keizer hier te lande over verschillende reeds aan hangige zaken tusschen de Duitsche en Nederlandsche regeeringen nadere overleggingen plaats hebben. Men verzekert, dat het ministerie alle over wegingen omtrent zjjn al of niet aan het bewind bljjven in verband met den uitslag der jongste verkiezingen zal laten rusten tot na de herstemmingen zon men zeggen, neen tot na het bezoek van den keizer van Dnitschland hier te lande. Nu, het een volgt kort op het ander; en het is goed gedacht om voor en tjjdens dat hooge bezoek de Koningin-Regentes niet lastig te vallen met een ministerieele crisis. Rotterdam, 15 Joni. Betreffende het bezoek, dat de Duitsche Keizer od Keizerin alhier zullen brengen, is bjj de autoriteiten nog niets met zekerheid bekend. Verschillende plannen zjjn reeds gemaakt, doch ook weder verworpen. Het laatste plan is, dat de Keizer en Keizerin den 3den Juli a.s. vroegtijdig zouden aan komen aan het station Maas, waar zjj zouden worden opgewacht door HH. MM. Koningin Wilhelmina en de Koningin-Regentes. Het oponthoud alhier zou van zeer korten duur zjjn Na een rjjtoer door de stad, zouden de hooge be zoekers met eene extra-boot van hier, langs den Nieuwen Waterweg, over zee naar Amsterdam ver trekken. Vaststaande is ook dit plan echter niet. Torneuzen, 16 Juni. Heden had alhier de verkiezing plaats voor zeven leden van de op te richten kamer van koophandel en fabrieken. Daarvoor kwamen 111 van de 176 kiezers op. Gekozen zjjn de heeren H. C. E. van IJsselstejjn en J. A. van Rompu. Herstemming moet plaats hebben tusschen de beeren P. A. van de Velde, J. C. Harte, J. A. de Jonge, F. S. P. Wjjnman, C. van der Hooft, A. TholensDzn., P. van Wjjck, A. Hamelink, L. Schalk, M. van den Hoek en Arie H. Donze. De heer P. L. Los te Ternenzen, benoemd tot onderwjjzer aan de tweede christeljjke school te Vlissingen, beeft voor die benoeming bedankt. Knljjnsplaat. Naar wjj met zekerheid vernemen, znllen Z.Ex. de Commissaris des Konings van dit ge west en de heeren mr. N. J. C. Snouck Hurgronje en C. J. J. A. Van Tejjlingen, leden van Ged. StateD, Donderdag 18 Juni aanstaande de tentoonstelling, deze week alhier te houden, met hunne tegenwoordig heid vereeren. Bruinisse, 16 Juni. In de vorige week werden van hier ongeveer 500 ton mosselen naar België verzonden. Zieriltasee, 17 Juni. Verplaatst met ingaDg van 1 Juli, de kommies verificateur M. Hendriks van hier naar Amsterdam en de kommies-verificateur C. J. Geluk van Roosendaal naar hier. De heer K. de Vos, deurwaarder bjj 's rjjks directe belastingen te Zierikzee, is als zoodanig met 1 Juli verplaatst naar Gulpen. Tegen Johannes Beens, oud 38 jaren, smid te Haamstede, thans voortvluchtig, was bjj beschikking dor rechtbank te Zierikzee, ter zake van bedriegeljjke bankbreuk, rechtsingang met last tot instructie en bevel tot gevangenneming verleend. Deze persoon is Zaterdag, terwjjl bjj zich met zjjn gezin te Antwerpen aan boord begaf om naar Amerika. te vertrekken, door de justitie aangehouden. De vrjjzinnige kiesvereeniging Algemeen Belang te Vlissingen heeft den heer mr. E. Fokker, griffier der Staten van Zeeland, met algemeene stemmen tot voorloopigen candidaat gekozen. De liberale kiesvereeniging te Westkapelle heeft den heer mr. E. Fokker met algemeene stemmen candidaat gesteld voor de Tweede Kamer. Die te Veere stelde den heer Fokker met 11 van de 15 stemmen. De liberale kiesvereeniging te Souburg koos den heer Snjjders tot candidaat, met 19 van de 25 stemmen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1