ZIERÏKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 30 Mei 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste Blad. J. J. VAN KERKWIJK, J. H. C. HEIJSE. ARIE SMIT. NIEUWSTIJDINGEN. Zierikzee en Rotterdam MIDDELBURG** ZIERIKZEE. ADVERTENTIEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 6007. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot c Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. VERKIEZING VAN Leden der Tweede Kamer. By de aanstaande Verkiezing op 9 Juni a.e. bevelen wjj ten zeerste aan: 1Kiesdistrict XieriJcxee (aftr. lid). Kiezers van Zierïkzee c. a.Herkiest met overgröotc meerderheid den heer VAN KERKWIJK, die Uiv district gedurende 28 jaren op ivaardige wijze heeft ver- tegenivoordigd, steeds onafhankelijk van eenigen invloed Uiv belang en dat van het geheele land heeft gediend en den nestor der liberale partij in de Kamer mag worden genoemd. Miesdistrict Goes: Kiezers van Goes c. a.Brengt in grooten getale Uwe stemmen uit op bovengenoemden heer. De naam van HEIJSE heeft een goeden klank in de liberale wereld, maar daarenboven is hij een talentvol en begaafd redenaar, toegerust met algemeene kennis en inzonderheid met die onzer provincie. Miesdistrict Middelburg Kiezers van Middelburg c. a.Herstelt wat ge vroeger hebt verkeerd gedaan en herkiest den lieer SMIT, de man aan wïen geheel Walcheren zooveel heeft te danken. Laat U niet- misleiden door de vrees dat Uwe moeite niet zal beloond worden; als alle liberalen op den heer SMIT stemmendan is zijne verkiezing verzekerd. De gronden voor deze aanbeveling zullen wij nader ontwikkelen. Liberale Kiezers in het district Zierik- zee! Wij roepen U toe, weest getrouw op uw post. Is de tegenpartij oogenschijnlijk stil, de natuur leert ons, vooral in deze dagen, dat op 't onverwacht buien komen. Laat ons voor die storing ook in de politieke natuur op onze hoede zijn, op dat wij niet door een hagelbui van tegen stemmers worden overvallen. De beginselen en de politiek der Anti-revolutionairen. Iu de Lentemaand van 1888 heerschte er groote opgewondenheid in het kamp der anti-revolutionaire partij. De liberalen waren bij de verkiezingen geslagen. Onder hunne leiding, zoo heette het, had men veertig jaren lang omgezworven als in een woestijn. Het Nederlandsche volk had slechts in naam vrijheid genotenin werkelijkheid had het onder liberale tyrannie gezucht. Wat kon men ook anders verwachten van een partij, die zich alleen door de rede liet leiden en door geen kooger beginsel was bezield! Alles zou nu beter worden. Een andere geest zou voortaan heerscben in bet bestuur van 's lands zaken. Eindelijk zou men het beloofde land binnentrekken. Men had nu aanvoerders, aan wie de weg werd gewezen door de eeuwige be ginselen van Gods woord en die luisterden naar de ordonnantiën Gods." Nu zou een tijdvak beginnen van ware vrijheid, van wezenlijben vooruitgang op godsdienstig en op stoffelijk gebied. De nieuwe veldheeren zouden de »lrjn der historie" volgen en voortgaan in den geest onzer voorvaderen. De anti-revolutionaire partij heeft geheel eigen beginselen, zoo was jarenlang aan de volgelingen herinnerd. Gij moet een zelfstandig karakter hebben, had men hun telkens toegeroepen. Wees een keurbende; dan zijt gij sterk. »In uw isolement ligt uwe kracht," was de fiere leus van Groen. Beter is bet alleen te blijven zonder macht, dan bet bestuur te veroveren met bond- genooten, die van een anderen geest zijn dan gij Wij zijn nu ruim drie jaren verder. Wat is er van die beloften geworden? Wat is er van trouw aan die beginselen gebleken? Het nieuwe Ministerie was een bont samenstel van gereformeerden, van katholieken, van een conservatief en een liberaal. En hoe was de partij in de Tweede Kamer gevormd? Het Ministerie was het evenbeeld van die partij. Do rechterzijde was een verbond van gereformeerden, streng vasthoudende aan de oude belijdenis der Kerk, van katholieken en van mannen, kort ge leden nog behoorende tot die conservatieven, waarmee Groen uitdrukkelijk alle verkeer had verboden. De anti-revolutionaire keurbende had zich met vreemde troepen vermengd. Het wacht woord van den vroegeren veldheer was vergeten; ieder die slechts verklaarde tegen de liberalen te zijn, werd in het kamp toegelaten. Men was bezweken voor de verleiding om zich meester te maken van het bestuur. »De geest was geweken voor het vleesch." De anti-revolutionaire partij, die zich vroeger bij voorkeur de christelijk-historische noemde, verbrak de lijn der historie." Het was een van hare grootste grieven tegen de openbare school geweest, dat daar de vadei^andsche geschiedenis niet uit een zuiver proteétantsch oogpunt kon worden verhaald en zonder kleur moest worden geteekend. En thans? Men ging een bondge nootschap aan, dat haar dwong te zwijgen over verschillen, waarin men vroeger zijn eer had gesteld, omdat ze de hoogste geestelijke belangen en de consciëntie betroffen. Men verzwakte het protestantsch geweten. Wanneer de stem van dat geweten zich in eenvoudige, oprechte zielen verhief, dan trachtten de aanvoerders hen gerust te stellen door hun voor te houden, dat de gemeenschappelijke kruistocht tegen de liberalen een doel was dat de middelen heiligde, en door hen te wijzen op de winst, die zóó alleen kon behaald worden; een winst, stellig niet altijd van geestelijken aard. Wat werd er zichtbaar van dien nieuwen geest in onze staatshuishouding en onze wetgeving, die met zooveel ophef was aangekondigd? Het ontbrak zeker aan velen der Ministers niet aan groote werkzaamheid. Maar wezen de anti-revolutionaire beginsèlen hun geheel andere paden dan hun voorgangers waren gegaan? Ontvingen zij van die beginselen in de praktijk een ander licht dan die voorgangers van de gesmade rede hadden ontvangen Als een van de voorname eischen van de anti revolutionaire beginselen was genoemd, inkrimping der staatsbemoeiing. In die staatsbemoeiing vooral was de tyrannie der liberalen zichtbaar geweest, waarover zoo luid was geklaagd. Zij hadden den Staat laten ingrijpen in het zedelijk leven van het volk, dat, naar de anti-revolutionaire leer, niet tot zijn gebied behoort; zij hadden de staatsuitgaven door die staatsinmenging op allerlei gebied opgedreven tot eene ondragelijke hoogte! Keerde de nieuwe Regeering om op dien weg? Juist van deze Regeering ging uit een nieuwe wet niet alleen op den arbeid van kinderen, maar ook van volwassen vrouwen; een voorstel, om de werkgevers met strafbedreiging te dwingen aan hunne werklieden hun loon volgens bepaalde voorschriften uit te betalen; van haar ging uit een uitvoerig onderzoek naar den toestand der arbeiders in allerlei takken van bedrijf. De Regeering zag geen kans om de geklommen staatsuitgaven in te krimpen, niet omdat de tijd tot hervorming haar ontbrak, maar omdat ze, toen het op handelen aankwam, niet kon aan wijzen, waar belangrijke besnoeiing mogelijk was. Wat meer is, ze moest van liberale zijde het verwijt hooren, dat ze zwak was in het weigeren van verzoeken om staatshulp en zij kondigde uitbreiding van staatsbemoeiing aan, die belangrijke uitgaven zal meebrengen. Het Program had, alsof het bepaald een eisch van de anti-revolutionaire beginselen was, genoemd: hervorming van het belastingstelsel in dien zin, dat het volksleven minder schade lijde, de druk minder ongelijkmatig zij en de kosten van inning afnemen. Is iets van de toepassing dier beginselen gebleken? Is het niet, als men den tegenwoor- digen Minister van Financiën hoort spreken of zwijgen, alsof we, wat de belastingen betreft, reeds bijna in het beloofde land zijn? Onder de heerschappij der anti-revolutionaire beginselen zouden de Staten-Generaal meer in de natie wortelen en zou een kiesstelsel worden ingevoerd, waarbij niet langer het recht der minderheden zou worden gekrenkt. Is deze veel belovende toezegging vervuld? Heeft het bezit van het bestuur die beginselen doen vergeten? Vreest men verandering van een Kieswet, die aan de anti-revolutionairen en katholieken de meerderheid schonk? Zeker is het, dat geene nieuwe regeling is voorgesteld en voor de toekomst ver neemt men alleen van een huismanskiesrecht," waarvan niemand zich een duidelijk begrip kan vormen en dat alleen op nieuw de voorliefde der tegenwoordige leiders voor vreemde woorden bewijst. De Regeering heeft een zeer belangrijk werk tot stand gebracht door de herziening der wet op het Lager Onderwijs. Maar beeft men zich bij die regeling bewogen in de richting van hetgeen het einddoel der anti-revolutionaire beginselen heettede vrije school Het tegendeel is waar. De vrije school is gebonden aan de schatkist. Dat het bijzonder lager onderwijs bijdragen uit de Staatskas ontvangen zou, werd ook door vele liberalen billijk geoordeeld. Maar ook hier liepen de anti-revolutionaire beginselen uit op een geheel anderen weg als vroeger was afgebakend. De anti-revolutionaire beginselen zouden aan de Nederlandsche natie ware vrijheid schenken. Die belofte moest een wonderspreuk schijnen. Ze ging gepaard met een aandrang om terug te keeren tot de letter der oud-gereformeerde belijdenis, tot een geloofsleer, die verbiedt eerbied te hebben voor het gelooven en denken van anderen, die de overheid ten plicht stelde om uit te roeien al wat, van baar standpunt gezien, ketterij en valsche leer was. Nog veel minder dan de beginselen, konden de personen der aanvoerders gerustheid geven, dat het ernst was met belofte van ware vrijheid. Wie waren de dragers van de banier dier anti revolutionaire vrijheid? Het waren heerschzuchtige mannen, onverdraagzaam in de hoogste mate, zelfs geestverwanten verketterende zoodra ze zich geen gedweeë volgelingen betoonden, met gelijken hartstocht zich richtende tegen de «synodalen" en tegen de liberalen. Het waren mannen, die zich het meest vrij toonden in het gebruik van alle middelen, dienstig voor hun doel. Heeft onder het bestuur der anti-revolutionairen de vrijheid tot hiertoe weinige schade geleden, dan is het te danken niet aan de beginselen en niet aan de personen, maar hieraan alleen, dut de consequente toepassing dier beginselen in onze tegenwoordige maatschappij een onmogelijkheid is. Voor de liberalen ligt in bet driejarig bestuur der anti-revolutionairen eene aanwijzing voor de toekomst. Zóó luid doen de volksbelangen zich hooren, dat geen partij daarvoor doof kan blijven. Vandaar dat op menig punt van praktische staat kunde samenwerking mogelijk is tusschen mannen, wier uitgangspunt hemelsbreed verschilt. Maar onverzwakt blijft voor de liberale partij de plicht, om te wakea tegen de tyrannie, waartoe kerkelijke partijen uit haren aard geneigd zijn en, door eerbiediging van de verschillende geloofsovertui gingen, te bewijzen, dat de vrijheid onder hare hoede nog steeds het best is beveiligd. Oost-Indië. Batavia, 24 April. Omtrent den bekenden posfc- diefstal van ƒ82,000, als verdacht waarvan mevrouw v. d. S. en de gewezen hoofdkantoorchef van Weltevreden v. S. zjjn in hechtenis genomen, wordt het volgende gemeld, dat men tot opschrift zou kannen geven»De dieven bestolen". Simin, de koewachter van mevrouw van der Sch., een eenvoudige domme Inlander, zag zijne meesteres op zekeren dag iets in den tuin begraveo. Toen de dame bespeurde dat Simin met alle aandacht daarnaar stond te kyken, waarschuwde zy hem, dat hy van het begravene af moest blyven, want dat het ontplofbare stoffen waren, zeer gevaarlyk voor onbekwame handen. Zoo dom was echter Simin niet of hy begreep wel, dat dames zich althans in Indië niet met dynamiet inlaten; hij besloot het er dus des nachts maar op te wagen en vond in het gat een verzegelden tinnen sigarenkoker, die by opening een macht van bankpapier bleek te bevatten. Hoeveel precies kon hg niet lezen of ontcijferen. Nu komt Simins vriend Oemar op; dezen verzoekt op een regenachtigen avond logies by den koewachter en al spoedig komt het gesprek op den gevonden schat. Oemar, die heel wat geleerder is dan zijn gastheer, heeft dadelyk geteld dat er 25000 byeen is in biljetten van ƒ200 en 50 en hg weet ook raad hoe die te verzilveren. Simin geeft de geheele som aan Oemar over, die haar, na allerlei geheimzinnige besprekingen met verschillende Chineesche kassiers van bank- en handelsinrichtiDgen, weder bij deze Mongolen deponeert. De 'afspraak was, dat die kassiers de bankbiljetten geleidelyk in circulatie zouden brengen en hem de netto-opbrengst natuurlijk met een ferm agio afdragen, naarmate de emissie slaagde. Nu moet dat slagen wonderwel gegaan zyn, want hier en daar zgn reeds gesignaleerde biljetten achterhaald, alleen kreeg Oemar er maar een akelig klein beetje van te zien, Simin natuurlyk nog veel minder en tot overmaat van ramp zgn deze Inlanders zelf herhaal- delgk bestolen. Niemand waagde het evenwel zich te beklagen, omdat ieder er zich zeer goed van bewust was, dat hg gestolen of geheeld geld onder zich had. Summa Bummarum zgn nu van de vermiste 82000 door de onvermoeide pogingen van den assistent resident en de schouten Vermeulen en Hinne, een dikke 40000 terecht en onze politie-ambtenaren hopen er nog meer van te achterhalen. Het omwoelen van de aarde van den tuin had gisteren ten doel om te zoeken naar den tweeden koker van het paar; deze werd evenwel binnenshuis ledig gevonden met duidelijke sporen er aan, dat hg ook verzegeld was geweest, terwyl de gisteren ook in hechtenis genomen huisbedienden reeds bekend hebben, dat zij dien van den heer van S. ter reiniging van laksporen in handen gekregen hebben. Wanneer de schuld van de beklaagden bewezen wordt., dan zal men moeten erkennen, dat zy al zeer onhandig gedaan hebben. Er werden allerlei uitgaven van weelde gedaan, die noodzakelyk de aandacht moesten trekken. Er zgn tot nog toe de volgende tien personen in hechtenis genomen: de heer van S., mevrouw v. d. S., Simin, Oemar, de le en de 3e kassier van de Javasche bank, een familielid van dien eersten kassier, de kasBier der firma Tidman Balfour, een kassier van den Staats spoor en de 1ste wykmeester van kampong Blakang Moeharip. Eng-eland. Londen, 28 Mei. Een agent van de regeering der Noord-Amerikaanache Unie is naar de Behringzee vertrokken met verzegelde orders. Te Washington ver wacht men, dat hg uitgezonden is met dezelfde orders als in 1890, totdat Engeland en Noord-Amerika anders overeengekomen zullen zijn. Het besluit der Schotsche mijnwerkers, om de levering van kolen aan de afnemers hier ter stede te be perken, ten einde geen nadeeligen invloed nit te oefenen op de vraag naar Belgische kolen, vindt geen navolging. Op eene bijzondere bijeenkomst van de federatie der Engelsche mgnwerkers, te Chester, werd deze aange legenheid gisteren ter sprake gebracht. De president Pickard verklaarde evenwel, dat er geen aanvraag was ingekomen en dat de vereeniging daarom lydelyk tegenover de kennisgeving was gebleven. Wanneer de Belgen hulp en steun hadden verzocht, dan was hg er zeker voor geweest ook uit de weerstaDdskas hun een ruime bijdrage te zenden. Hij sprak de hoop uit, dat de Belgen hun wensch tot de invoering van algemeen stemrecht vervuld mogen zien en dat zg er dan ook een beter gebruik van mochten maken dan de Engelsche werklieden, die hun kiezersplichten schromelgk ver onachtzamen. Vervolg der Nieuwstijdingen in het Tweede Blad. Ingezonden Stukken. Antwerpen, Mei 1891. Op de Eiermarkt, dicht bij de Groenplaats gelegen, staat het bekende beeldje van den Eierboer, dat eene openbare pomp versiert. Teun Koekei dit is de naam van die beroemde per sonage is gezeten op eene mand eieren en heeft er een tweede op de knieënin de rechterhand houdt hij een ei, dat hij de huismoeders te koop biedt, in zijn zak bevindt zich een holleblok, waarvan men een gedeelte ziet buiten steken. Teun geeft zich uit voor den oudsten burger van Antwerpen, na den reus Antigoon. Inderdaad, zijne geboorte dagteekent van het jaar 1667. Evenals het bevallig Melk- boerinneke, dat de pornp op de Melkmarkt indertijd be kroonde, laat de Eierboer geene gebeurtenis, geen feest, geen intrede van vorsten voorbijgaan, zonder zijne gevoelens, zijne politieke denkwijzen te doen kennen. Tijdens het eerste bezoek van Bonaparte in 1803, was Teun, evenals al onze medeburgers, vol bewondering en geestdrift voor den jongen krijgsheld, die de kerken had doen heropenen en voor onze stad werken ontwierp, welke haar haren ouden roem moesten weergeven. Hij richtte hem dan ook het volgende compliment toe: »0 toi, dont le génie e'tonne l'univers, «Dans le sein de la paix comme aux champs deBelone, «Daigne un instant sourire aux habitants d'Anvers, «Et de ma main rustique accepter la couronne." Maar onze geestdriftige Teun was, evenals iedereen, ont goocheld. Na den val van den dwingeland herademde hij als na eene lange verdrukking, en uitte zijne klachten in zijne moedertaal in de volgende dichtregels, welke men kan vinden in een zeer belangwekkend werkje van Mr. Jan van Rotterdam »Ach! wat heb ik druk en smert »Hier gezien en g'hoord ter merkt! «Ik hoorde anders niet dan klagen; »Nu verwacht ik goede dagen. «Geburen van de merkt, de vrede is nu geboren, »Al meer dan twintig jaar had ik mijn spraak verloren, «Nu word ik in mijn borst een sprekend drift gewaar, «En wil maken aan U mijn smarten, openbaar; «Ziet mij van 't hoofd af aen, mijn hoed die is versleten, «Mijn fuyk is van de mot ten deele opgegeten. «De schoenen van mijn voet zijn slecht en afgeteerd, «Want zij in twintig jaer niet meer en zijn gesmeerd; »De waggen van mijn been hebben 't couleur verloren, «Mijn baard in viermaal zes en is niet meer geschoren, «Mijn kleeren, met één woord, die zijn geheel vergaen, «Zelfs mijn regte hand die is mij afgeslaen. »'k Schey uit: gansch d' Eyermarkt komt al tot mij geloopen, «Om voor een oud katyf nieuw kleeren gaan te koopen; «Och! vrienden, uw gift is voor mij groote winst, «Geheel mijn eyerkorf die is tot uwen dienst". Dit was eene scherpe zinspeling op de ellende en den nood, waarin een groot aantal ingezetenen gevallen waren, tengevolge der Fransche dwingelandij. Den 5 Mei 1814, bij gelegenheid der intrede van de legers der verbondene Mogendheden, drukte de Eyerboer zijne vreugde uit door de volgende jaarschriften: zYt aLLe WILLekoM geaLLIeerDen. I BID theY aLL WeLLeCOMe. Zooals men ziet heeft Teun eenige kennis van het Engelsch, maar hij is er nog niet in volleerd. In de maand Augustus 1840, ter gelegenheid van het ongeval, overkomen aan het plaatseren model, dat dienen moest voor de voorloopige inhuldiging van het beeld van Rubens, schreef hij «Burgers van Parijs en Londen, »'t Beeld van Rubens ligt in gruis «En de feesten zijn geschonden, «En daar loopen razend' honden: «Blijft gerust maar liever t' huis". Een politie-kommissaris kwam het geschrift wegnemen en het scheelde weinig of hij ging over tot de aanhouding van onzen hekelzuchtigen Teun. Melden wij tot slot de drie versregels, welke hij eenige dagen later ter gelegenheid der Rubensfeesten rijmde: «Is de Reus een groote man, «Rubens is een andere Jan «Waar de Reus niet aen en kan". Wanneer 's anderen daags de Reus over de Eiermarkt kwam, in plaats van zijn ouden vriend met eene diepe buiging en herhaalde malen te groeten, zooals het zijne gewoonte was, draaide hij verachtelijk het hoofd om en maakte een bedreigend gebaar in antwoord op die eenigs- zins oneerbiedige versregels. Maar na een oogenblik oneens geweest te zijn, hebben de twee boezemvrienden zich weder oprecht verzoend en alles doet voorzien, dat de goede ver standhouding niet meer zal verbroken worden. Zeker zullen eenige lezers en lezeressen van de Nieuwsbode nieuwsgierig zijn naar den alloop der wedding, door eene Engelsche kindermeid aangegaan, welke met een kinder wagentje naar Parijs zou rijden. Op den vastgestelden dag waren op de Meirplaats van 2 uren 's namiddags eene groote menigte nieuwsgierigen vergaderd, het vertrek der Engelsche afwachtende. Doch om half drie was van de heldin met haar rijtuigje nog niets te zien. En hoe later het werd, hoe meer het publiek in spanning geraakte, hoe verder de halzen werden uitgerekt en hoe vlugger de oogen van de eene zijstraat naar de andere vlogen. Het werd drie uur kwart over drieën en nog altijd deed miss S. zich wachten. Het geduld der menigte werd dus op eene al te zware proef gesteld en reeds meenden velen den moed op te geven en zich de Engelsche naar den duivel wenschende, te verwijderen, als opeens een dienstmeisje met een kinderrijtuigje den hoek der Kathelijnevest omdraaide en zich op de Meir vertoonde. Een krachtig en voortdurend toenemend »ha!" deed zich hooren; van alle kanten riep men elkander toe: «daar is ze!" en ieder spoedde zich naar den kant, waar het meisje kwam aangereden. In een omzien was zij omringd door eene geestdriftige menigte, welke zich verdrong om haar te naderen of ten minste te zien. Men klapte in de handen, trachtte hare hand te vatten, men riep«Good by miss! Hurrah for miss Smithsonl Miss Smithson for ever!" De geestdrift was echter niet van langen duur. Immers de dichtstbijstaanden zagen hoe het gezicht van het meisje, dat eerst groote verwondering uitdrukte, weldra angst en verlegenheid te kennen gaf en zij eindelijk in tranen uitbarstte. Nu merkte men ook op, dat het meisje er in het geheel niet uitzag als eene Engelsche, maar wel als een buiten meisje, dat pas de stad bewoonde. De teleurstelling der menigte was groot, maar de tevreden heid van het boerinneke, als zij vrij haren weg kon voort zetten, niet minder. En onze Engelsche? "Wel, 's avonds verscheen in de dag bladen een brief, waarin miss Smithson aan het publiek kennis gaf, dat zij niet vertrokken was, omdat de heeren, met wie zij de wedding had aangegaan, zich tot haar spijt hadden teruggetrokken. Zij bleef echter bereid eene nieuwe weddingschap aan te gaan. Wat de eerste wedders betreft, men denkt algemeen, dat het eenvoudig truters (grappenmakers) geweest zijn, die zich èn ten koste van de Engelsche juffrouw èn ten koste van het publiek vermaakt hebben. Is deze excentrieke reis dus in het water gevallen, binnen kort mogen wij ons aan weer iets anders vergasten. De vorige week, op eenen avond door het Park wande lende, bemerkte ik namelijk een man in een soort van stoel op rollen gezeten. In elke hand hield hij een stok, aan den onderkant van ijzeren punten voorzien, waarmede hij zijn nieuwerwetsch vervoermiddel voortbewoog. De man deed denken aan de jaren mijner jeugd, wanneer ik mij in den winter in mijne prikslee door de Poststraat, of als er ferm ijs was over de Versche gracht voortstootte. Hij oefent zich in het Park alle avonden en naar men inij vertelde, denkt hij binnen eenige weken in staat te zijn per rollende stoel een uitstapje naar Brussel te kunnen doen. Truters, die zijn hier niet tekort. En al ziet men die vroolijke gasten meest in den vastenavondtijd hunne grappen uitvoeren, ook in den loop van het jaar geven zij ons bij elke gelegenheid stof tot lachen. Een staaltje? Pol de barbier, een zestigjarige bewoner van het Kiel en weduwnaar, trouwde een paar weken geleden met eene vijf en vijftigjarige weduwe uit het Sl.-Andrieskwartier (ook goed onder den naam van Luizenmarht gekend). Zijne vrienden hadden dan een stoet te zijner eer inge richt, die wezenlijk de moeite waard was orn te zien. Vooruit reed een heraut met witte broek, kaplaarzen, hoogen hoed met cocarde, op een wit paard, wat hem een nog gewichtiger uitzicht gaf dan Boulanger op zijn zwart. Daarop volgde in open rijtuig de bruidegom en zijne ge tuigen. Vervolgens eene reeks speelkarkens met poneys of ezels bespannen, allen met vlaggen op de vier hoeken en het rijtuig versierd met bloemen en strikken; de voerlic hadden hooge hoeden op en boorden aan, waarvan de tippen tot aan den neus reikten. Dan volgde een hondekar, waarop eene wieg stond met eene netjes ingebakerde pop. Eindelijk sloot eene landau, waarin de bruid had plaats genomen, den stoet. Men kan denken hoe het volk verbaasd stond te zien, als dit gezelschap zoo door de stad naar het stadhuis kwam gereden. Dergelijke dingen ziet men hier niet zelden en doen het karakter van den Antwerpenaar goed uitkomen. Zingen, op een instrument blazen, komediespelen, dansen en kermis houden, dat is zijn lust en zijn leven. Kermis is het hier om zoo te zeggen voortdurend. De Kleine kermis (foor) is nu met Sinxen (Pinksteren) begonnen en duurt niet langer dan zes weken. En na alloop ervan begint een nieuwe kermis in deze wijk, waarop weer een andere volgt in gene wijk. Voeg daarbij de kermissen van Bercbem en Borgerhout, voorsteden, waar men ook meermalen 's jaars dezelfde vreugde genieten, kan en men mag zeggen datt er in den zomer geen einde aan komt. Toch houdt men in Antwerpen ook van een uitstapje en vooral van een tochtje op de Schelde, 's Zondags ziet men tal van stoombooten van onder tot boven gevlagd van wal steken en een pleizierreisje doen naar een stroomop- of afwaarts gelegen plaats. De stoomboot «Telegraafo.a. vaart 's zomers alle Zondagen naar Vlissingen, waar onze lustige Antwerpenaars dan een paar uren kunnen door brengen. Ook Zierikzee werd al eens bezocht door eene pleizierboot uit Antwerpen en naar ik verneem mag men daar op Zondag 21 Juni a.s. nogmaals zulk eeu bezoek verwachten. De dagbladen toch kondigen aan, dat de fanfaren-maat schappij «De Vrije Antwerpenaren" tegen dien datum eene pleizierreis inricht naar «het lieve Zeeuwsche stadje Zierikzee." Van nu af aan zijn voor dit reisje kaarten verkrijgbaar. Ik vind het gedacht uitstekend en ben verzekerd, dat die maatschappij zich dat uitstapje niet zal beklagen. De Zeeuwen immers, en de Zierikzeenaars bijzonderlijk, zijn gekend als uiterst voorkomend en hartelijk jegens vreem delingen. Zij, die aan dat tochtje deelnomen, zullen dan ook ge legenheid hebben de bemerking te maken, dat niet op alle Zeeuwen kan toegepast worden, wat een Antwerpsch dag bladschrijver er onlangs over schreef. Deze heer, zijne reis per stoomboot «Telegraaf' door het kanaal van Zuid-Beveland beschrijvende, schilderde de Zeeuwen aldus af: «Een Zeeuw", zeide hij, «is een man die ééne broek draagt met twee zakken en in eiken zak eene hand steekt1 II. 336° Staats-Loterij. Collecten uit bet 2e district van Zeeland. 5e Klasse, 9e Lijst. Prijzen van f 70. 3199 5413 8676 9622 10474 12448 18125 Nieten. 8 2341 4249 5462 12435 12474 •19 3184 4272 8717 12444 12486 22 4202 5400 9625 12461 17864 47 4230 5456 12430 12470 10e Lijst. No. 8712 prijs van ÏOOO. Prijzen van f ÏO. 18 5331 5368 5402 8239 12521 4250 5362 5399 8231 8272 Nieten. 2342 4216 5358 5408 5486 8719 12425 3187 4245 5379 5437 7394 9614 3190 4268 5403 5461 8297 10462 11e Lijst. Prijzen van JO. 26 3182 5357 7395 12421 18122 42 5353 5451 8213 12478 Nieten. 14 4247 5424 5480 8300 8703 18116 48 4275 5429 5496 8685 9647 18126 2346 5350 5449 8221 8688 12499 18753 4203 5397 5471 8233 8701 17857 18754 Weekmar kt te Zierikzee, 28 Mei 1891. Boterprijzen: De Boter is verkocht voor 35, 40, 45 en 50 Ct. de 5 Hectogram. Kip-eieren: De Kip-eieren zijn verkocht voor 0,55, 0,65, f 0,67 V2 en f 0,72 */a per 25 stuks. Eend-eieren: De Eend-eieren zijn verkocht voor f 0,75 en f 1,per 25 stuks. DIENST EN TÜSSCHENGELEGEN PLAATSEN. Mei-Juni 1891. Van Zierikzee: i Van Rotterdam: Zondag 31 'smorg. 8,u.j®ater. 30 's nam. S9,u. Dinsd. 2 7,{Maandag 1 12,30 Paardenmarkt te Zierikzee. Woensdag3'snam.3,— u. Woensdag3'smorg.4, u. Vrijdag 5'smorg. 9,30 u.jDond. 4'smorg. 10,30u. Zondag 7 6,[Zaterd. 6 10,30 De Directeur, A. vau GASTEL. STOOMBOOTDIEN ST Mei-Juni 1891. Van MIDDELBURG: Van ZIERIKZEE: Zaterd. 30 'smorg. 11,u. Zondag 31 'smidd. 4,30 Maand. 1 4,30 Dinsd. 2 i, Woens. 3 'smorg. 7, Dond. 4 7, Dond. 4 's midd. 4,30 Vrijdag 5 4,30 Zaterd. 30 's morg. Zondag 31 Maand. 1 Dinsd. Dinsd. Woens. Dond. 2 'smidd. 3 7,—u. 7,30 7,30 7,— 5, 3,30» 12,— Vrijdag 5 's morg. 6,— Indien reizigers van Zierikzee naar Goes, bij den Agent te Zierikzee, vóór het vertrek der boot, (tgdig voor de ochtendreizen op den voorafgaanden avond, vóór 8 uur) plaats nemen voor den wagen van Cat- sche veer, zal om een bjjwagen zoo noodig naar Goes worden getelegrafeerd. Schipper A. van der HUCHT, vertrekt Woensdag van ZIERIKZEE naar MID DELBURG en des Vry<lag-uamid<lag;8 van MIDDELBURG naar ZIERIKZEE. Getrouwd BENJAMIN GOMPERS GRIETJE van KLOETEN, die, ook namens wederzijdsche Familie, hunnen har- telijken dank betuigen voor de vele bewijzen van belangstelling by hun Huwelijk ondervonden. Gouda, Zierikzee, 26 Mei 1891. Getrouwd s AÜRIAAN KNAAP, Commies der Telegraphie, en LOUISE CORNELIA NARDTEN, die, mede namens wederzijdsche Familiën, van harte dank betuigen voor de talrijke bewijzen van belang stelling, bij hun Huwelijk ondervonden. Ziebixzee, 28 Mei 1891.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1