3 PAARDEN,
WIJZIGING VAN DIENST
ADVERTENTIEN.
Liberale Kiesvereeniging
VERGADERING
2 PAARDEN,
Een Woonhuis en Erve,
1 PAARD van 13 jaar,
40 Cent, idem 3555 Area 50 Cent. idem f 35; 40 Aren
30 Cent, idem 4152 Aren 00 Cent, idem /"35; 1 Hect.
48 Area 70 Cent, idem f 33; 1 Hect. 11 Aren 70 Cent,
idem 32; 1 Hect. 09 Aren 10 Cent, idem 331 Hect.
27 Area 80 Cent, idem ƒ31 en voor de gemeente Eliemeet
90 Aren 40 Cent, bouwland ad 35; 07 Aren 90 Cent,
hoveniering, den hoop f 7. Overigens alles per 41 A. 68 "C.
Haagsche Brieven.
's Gravenhage, 23 Mei 1891.
Nog slechts twee en een halve week scheiden ons
van de verkiezingen en nog maar altoos bljjft de
Tweede Kamer doorzitten, tegen alle gewoonten en
gebruiken in. Er zijn er onder de leden die het
misschien heel pleizierig vinden, omdat zij op die
wijze gemakkelijk afkomen van de noodzakelijkheid
om in hunne districten een geloofsbelijdenis af te
leggen. Maar in den haak is het toch niet. Het ver-
kiezingswerk, wil het iets beteekenen, moet een
serieus werk zijn. De natie moet tijd hebben en ge
legenheid om zich kalm te beraden over den weg,
dien zij meent dat de staatswagen moet berijden in
de naaste toekomst. En hoe ter wereld nu is dit
mogelijk, als bijna tot den laatsten dag de Vertegen
woordiging bezig is aan een wet, die elk oogenblik een
crisis kan uitlokken. Is het denkbaar dat men de poli
tieke omstandigheden van het oogenblik geheel kan
wegcijferen bij verkiezingen Gesteld eens, de Regee
ring ware op haar stuk blijven staan, en de Kamer had
haar geweigerd het door haar gevraagde contingent,
dan natuurljjk zou zij zijn heengegaan, althans ont
slag hebben gevraagd en dan zou onbetwistbaar de
defensie-quaestie hebben moeten domineeren bij de
verkiezingen. Toch waren dan reeds schier overal
de candidaten gesteld geweest. Werkelijk is er in de
laatste weken hoog spel gespeeld door Regeering en
Vertegenwoordiging, door trots de waarschuwingen
van ervaren practici als de Zierikzeesche afgevaar
digde, de heer Van Kerkwijk, een wet te behandelen,
die men vooraf wist dat niet tot een resultaat zou
kunnen leiden. Want, hoe men 't nu ook draaien
moge of wenden, een feit is het, dat deze geheele
vier- a vijfweeksche discussies over de Legerwet ons
niets verder brengt. Dank zij eene schier onbegrijpe
lijke overwinning op zich zelve is de Regeering er
in geslaagd voor 't oogenblik alle gevaar te keeren.
Nadat zij telkens en voortdurend geweigerd had iets
omtrent hoofdpunten van haar ontwerp prijs te
geven, is zij de laatste dagen gaan marchandeeren
en eindelijk heeft zij den koop gesloten met een bod,
dat zij verklaarde zelve te betreuren. Ik veroordeel
bet geenszins dat de Regeering zoo handelde, want
in de politiek is marchandeeren schier een ver
plichting. Maar alleen verwondert het mij, omdat de
Regeering, als ze het had willen doen, vroeger zou
bobben kunnen beginnen en dan veel gehaspel had
kunnen voorkomen. Nu heeft het al den schijn dat
de Minister Bergansius zoo al geen strategist,
zooals hij zelf beweerde, dan toch een buitengewoon
handig militair, die met talent de parlementaire
manoeuvres beheerschte, eerst stokstijf op zijn stuk
is blijven staan om de militairen aan zijn zijde te
houden, en na door mannen als Rooseboom en
Rutgers te zijn bewierookt, gesteund en verdedigd,
ten slotte inzag dat hun steun de wet niet zou
kunnen redden en toen maar, zij het ook met tranen
in de oogen, afscheid van hen heeft genomen om
andere leden en een veel grooter aantal wel te
verstaan te contenteeren, die als er niet iets werd
toegegeven, de wet zouden hebben afgestemd.
Rutgers en Rooseboom mogen nu zeggen dat »al
't mooie er van af is", omdat door aanneming van
't amendementVan Dedem het jaarlijksche contin
gent iets is ingekrompen, voor heel veel leden is
er nu eerst iets moois te zien gekomen aan deze
wetsvoordracht. Behalve 500 man voor de marine
krijgt de Minister nu 14100 man jaarlijks voor de
landmacht, namelijk 12200 voor volledige oefening
en 1900 voor korte oefening. Maar daarbij zal het
nu blijven, terwijl volgens zijn laatste wijziging een
voortdurende toeneming ware le wachten geweest
door het contingent te regelen naar een zeker
percentage van de ingeschrevenen, dat is dus van
de toenemende bevolking. Men weet nu ten minste
waar men aan toe is en kan naar het cijfer der
legermacht (106000 man in 't geheel) aan 'torgani-
seeren gaan en aan 't maken van kazernes, enz.
Ontegenzeggelijk is door deze beslissing een der
gevaarlijkste klippen, waarop de Leger wet zou hebben
kunnen stranden, omgezeild. Maar nu? We zijn er
volstrekt nog niet. De katholieken of liever hun
overgroote meerderheid, want enkelen doen niet mee
zullen hun verzet tegen de wet blijven voort
zetten. En ofschoon hen dit niet veel meer zal baten,
is het zeer geschikt om de discussiën te rekken.
Daarbij komt, dat velen in en buiten de Kamer zoo
overtuigd waren dat er niets van de wet zou terecht
komen, dat zij nu eerst aan 't studeeren zullen gaan
en verdere verbeteringen aanwijzen. Staken moet de
Kamer het werk, of ze wil of niet. Vallen de ver
kiezingen goed uit voor het Kabinet, dan is er mis
schien een kansje, maar een heel kleintje, dat in de
maand Juli nog eenige weekjes aan de Legerwet
worden doorgebracht, maar ook dat zou een buiten
gewoon feit moeten heeten, want het strijdt tegen
alle usances om na de verkiezingen en voordat de
nieuwe kamer is geopend, de oude bijeen te roepen
voor andere dan hoogst dringende zaken. Komt er
echter wèl wijziging in de Regeering, daalt haar
parlementaire meerderheid, of wordt zij minderheid,
dan is er van voortzetting dezer discussies in het
eerste jaar waarschijnlijk geen denken en is 't zelfs
de vraag of een opvolgend Kabinet de wet, zelfs
voor zoover zij nu reeds is aangenomen, zou over
nemen.
De verdeeldheid, die de Legerwet in de rrje i der
rechterzijde heeft gezaaid, is overigens eer toe- dan
afgenomen. De katholieken kunnen en zullen het
hunne vroegere anti-revolutionaire vrienden niet
vergeven dat zij hen in dit geval in den steek hebben
gelaten en de wet aannemelijker hebben gemaakt.
Waar zij kunnen zullen zij 't hun wel laten gevoelen,
zoo niet bij eerste stemming, dan toch bij herstem
ming, en in elk geval is de uitslag der verkiezingen
er nog dubieuser door geworden dan gewoonlijk.
Het Kabinet is bovendien in zeer onaangenamen
toestand gebracht door de Surinaamsche geschiedenis.
Wel is waar zijn de troebelen gesust, maar niet voor
tegenspraak vatbaar is het feit dat onder deze
Regeering en tengevolge van hare maatregelen een
opstand in Suriname is uitgebroken, die zeer bedenke
lijke gevolgen zou kunnen hebben gehad, 'tis in
Suriname niet gemakkelijk om te regeeren, maal
ais men er, ondanks alle waarschuwingen, mannen
heenzendt als de Savornin Lobman, dan heeft men
het zich zelf te wijten dat de boel er mis loopt.
Gebrek aan tact, handelen onder den eersten indruk,
zich laten leiden door dweepzieke gedachten, dat zijn
de kenmerken geweest van dezen Gouverneur, die
ze ook reeds in Nederland had laten blijken. Wan
neer die toegepast worden in een land als Suriname,
wanneer men den onbeschaafden steunt in hun
verzet tegen de beschaafderen, dan moet het tot een
uitbarsting komen. Onbegrijpelijk is het dat een
man als Keuchënius, die als Minister de benoeming
van Lobman voor zijne rekening nam, den moed had
om in de Kamer diens partij te kiezen, ja, hem voor
te stellen als de verhevenste man onder alle deugd
zame staatslieden. Toch zou het weinig hebben
gescheeld of de Kamer had een afkeurende motie
uitgeproken' over het beleid der Regeering, die veel
te laat handelend is opgetreden. Dit belet evenwel
niet dat de Regeering een mal figuur heeft gemaakt
in de Suriname-quaestie.
Ook het onderzoek der Kamercommissie omtrent
de inlichtingen der Regeering ten aanzien van den
toestand der Militaire Academie zijn niet ten voor-
deele van deze. Reeds toen de inlichtingen ver
schenen, meen ik er op te hebben gewezen dat ze
feitelijk volkomen bevestigden wat de heer Goekoop
in December aan het licht bracht en wat men hem
toen zoo kwalijk nam. De Commissie is van het
zelfde gevoelen. De militaire commissie van onder
zoek heeft veel doekjes voor 't bloeden aangebracht,
maar de waarheid kon zij niet wegredeneeren dat
de jongere kadets van ouderen veel te lijden hebben
en dat de gezondheidsmaatregelen niet altoos zijn in
't oog gehouden.
Zoo eindigt het eerste driejarig tijdperk van het
bestaan der Christelijke Regeering niet met aange
name herinneringen. Wat zij beloofde, liet zij meestal
na; wat zij deed, verrichtte zij ver van goed. Noch
in de Oost, noch in de West bracht zij rust, her
vormde zij en verbeterde zjj. In het moederland
vervreemdde zij hare vrienden van zich, door maat
regelen in strijd met hare toezeggingen, en ware de
oppositie, de liberalen, die zoo vaak verfoeid en ge
lasterd zijn, niet bovenal loyaal geweest; had zij
niets alles aangewend om de Regeering het regeeren
mogelijk te laten, de bom zou al lang gebarsten
zijn en het clericaal Kabinet ten val zijn gebracht.
De ondervinding heeft opnieuw geleerd dat clericale
beginselen geen leiddraad kunnen zijn voor eene
vooruitstrevende, hervormende staatkunde. Die is
alleen en uitsluitend van liberalen te wachten. Zeker,
ook onder hen vindt men vooruitstrevenden en
kalmeren van geest, maar zij toonden 't zelfs tijdens
hun nederlaag, zij voeren geen laaghartige politiek,
zij vermoorden hun vrienden niet met speldeprikken.
Veeleer helpen zij en steunen zij hun tegenstanders
zoolang het hun eenigszins mogelijk is. Daarom
mag men vertrouwen dat de aanstaande verkiezingen
hun ten voordeel zullen zijn. Blijft deze Regeering
aan 't roer, dan zal in de eerstvolgende jaren niets
van ingrijpend belang geschieden, en men bedenke
het wel, elk jaar dat er niets gebeurt, stijgt de on
tevredenheid en worden er zooveel ontevredenen
meer aangekweekt. Winnen de liberalen, krijgen zij
een voldoende parlementaire meerderheid, moet deze
Regeering wijken, dan wacht ons stellig en zeker
een belangrijke kiesrechtuitbreiding, belasting
hervorming en wetten ten gunste van arbeid,
handel en landbouw!
Ingezonden stukken.
„TEVREDENHEID".
«Tevredenheid zjj ^teeds uw deel", schreef ik als
kind naar een exempel op de school. Destjjds dacht
ik er altjjd by: het is toch hard altjjd maar tevreden
te moeten wezen. Later, toen ik mjj van een en ander
rekenschap begon te geven, heb ik mjj wel eens afge
vraagd, wat toch wel de oorzaak was, dat ik my daar
niet mee kon vereenigen was ik dan zoo'n buitengewoon
menschenkiud V Neenrjjper overleg en treurige
ervaringen, leerden mij al spoedig, dat myn kioderljjke
gedachte, zooal niet geheel waar, dan toch niet van
allen grond ontbloot was.
Wie als kind onder den minderen stand opgegroeid is
en alle ontberingen, die daarmee gepaard gaan, onder
vonden heeft, zal met my wel instemmen, dat het niet
mogeljjk is, altjjd tevreden te bljjvenop ryperen
leeftjjd voelt men het nog beter, wat het zeggen wil,
gedwongen tevreden te moeten wezen.
Zoo'n toestand is onhoudbaar, en toch is het zoo
Het is ongetwjjfeld de arbeidersstand, die het meeBt
den drnk der tegenwoordige tijden voelt en zooals de
toestand nu is, en dageljjks nog verergerd, is het niet
mogeljjk dat nog langer- ljjdeljjk te dragen cn toch
moet het
Noemde »een boer" in het blad van Zaterdag 16 Mei
den toestand op onze eilanden vrjj gunstig, althans het
heden bjj het verleden vergeleken, dat neemt toch
niet weg, dat er in den volsten zin des woords, nog
maar al te veel armoede onder de arbeiders geleden
wordt, of noemt men het geen ellende, dat een mensch
van de wieg tot het graf met zorg en kommer te
kampen heeft?
En wat biedt het leven den arbeiders anders aan?
Niets
En al is het, dat de. arbeider geen roggebrood meer
eet en wegens zjjn kleeding iets vooruit is, bljjft het
toch een onwederlegbare waarheid, dat de verdiensten
te weinig toereikend zjjn, om een menschwaardigen
levensweg te bewandelen.
Hoe grievend het ons arbeiders is, om onze kinderen
op den jeugdigen leeftjjd van 9 A 10 jaar naar den
akker in plaatB van naar de school te moeten zenden,
zullen zjj, die hun kroost een behoorljjke opvoeding
kunnen geven, het best begrjjpen.
Waar ziet men in de natuur, dat de moeder ge
dwongen is, de opvoeding van haar kinderen grooten-
deels aan vreemde handen toe te vertrouwen Is dat
geen ellende, als zjj de opvoeding van het pand hunner
liefde, het grootste genot dat een ouder smaken kan,
aan een ander moeten toevertrouwen, ofschoon wetende
dat die veel te wenschen overlaat, en toch is het zoo
Das staan wjj feitelijk bjj de dierenwereld ten achter!
Door de lage verdiensten van den man, is de vrouw ge
dwongen mee ten arbeid te gaan en diontengevolge
haar plicht als huisvrouw te verziken; wat is dus
het leven der arbeiderswereld, daar èo man èa vrouw
beiden ten akker moeten en in vele gevallen niet te
huis komen dan om te eten en te slapen Hoeveel
huiseljjke twisten zjjn niet de gevolgen der armoede,
zoo niet direkt dan toch indirekt?
Dat het bjj den boer ook pompen of verzuipen is,
is wel te begrjjpen, maar dat zjj toch allereerst hun
licbameljjke behoeften bevredigen, is wel een waarheid,
die niet te wederleggen is. Wendt mjjnheer het op
don boer, deze wendt het op zijn beurt weder op den
arbeider, od waar kan die het opschuiven? Op niets!
want er is geen lager klasse dan die der arbeiders.
Dus bljjft op ons het zwaarste rusten.
In de vorige ingezonden stukken werd er gedoeld
op de hoop der ouders, dat, als hun kinderen maar
volwassen kunnen raken, zjj het dan wel wat beter
zullen krjjgen. Zeker, het is waar, dan krjjgen zjj het
wat beter, maar in hoeveel gevallen wordt die hoop
door verschillende redenen niet teleurgesteld Moeten er
ongeveer geen l/s van de jongelingen op 20 jarigen
leeftjjd hun vaderland dienen En gaan de meesten
niet op den leeftjjd van tusschen de 20 cn 30 jaar de
deur uit, hetzjj om elders huu werkzaamheden te
zoeken of om te trouwen En moet er dan niet getobt
en gezorgd worden, om ze toch een beetje uit te
rusten, opdat zjj niet in Adam's kostuum het ouder
huis vaarwel zouden zeggen?
Het is dus maar ecu korten tjjd, dat een arbeider
iets van zjjn kinderen terugtrekt, van het vele dat zjj
hem gekost hebben. Maar hoeveel is er al niet geleden
voor zjj zoover zjjn Hoeveel schulden uit vroeger
dagen zjjn er dun niet te voldoen?
En treurig is het voorwaar zeker, dat wjj, juist
door dat wjj zoo weinig verdiensten hebben, oqb zeiven
zooveel nadeel moeten berokkenen, door te kleine
inkoopen. Konden wjj b.v. de kruidenierswaren met
2 a 3 pond, varkensvoeder met een H.L, manufac
turen met 3 A 4 M., enz., tegeljjk opdoen, dat zou
nog al voordeel geven, maar het gaat met een l/3 pond,
soms '/io HLi V-t enzi tegelijk en moeten wjj
dus dientengevolge alles tegen de hoogste prijzen
betalen.
Nu vraag ik in gemoede of het mogeljjk is, dat wjj
bjj zoo'n toestand altjjd maar tevreden kunnen bljjven?
Daar wjj maar al te zeer overtuigd zjjn, dat wjj bjj
zwaren arbeid toch altjjd het vele, dat het leven aan
genaam kan maken, moeten ontberen en wjj toch ook
de medevoortbrengers zjjn, waarvan de maatschappjj
zoo ruimschoots voorzien is. O, hoe zou de r jjke wereld
vernemen, wanneer hij, in plaats van alles te kunnen
genieten en doen en zeggen, zjjn plaats moest nemen
bjj hen, die alles moeten ontberen, ljjden en hooren,
dan zouden zjj uitroepen (daar ben ik zeker van)
hun leven is ellendig
Dat door de rjjke wereld gemeend wordt, dat het
zoo erg niet is, nu ja, dat is door alle eeuwen heen
nog zoo geweest, maar dat wjj dit door »een boer"
bevestigd zien, doet ons arbeiders leed, ja, het is
onbegrijpelijk hoe hjj zoo iets kan zeggen, daar hjj,
(dit zegt bjj zelf) maar al te goed in de gelegenheid
is, dit n» te gaan. Ik wil echter hopen, dat dit stukje
hem tot andere gedachten zal brengen.
Met bezorgdheid ziet de arbeider het komende te
gemoet en niet zonder redende meekrapbouw is zoo
goed als weg, de vlaeserjj gaat met rassche schreden
haar einde tegemoet en nu wordt de kroon op 't werk
gezet door de suikerbieten-cultuar den nek in te slaan.
Dit waren groote bronnen van verdiensten.
Hoe hierin verandering te brengen?
En nu nog een woord aan U, arbeiders. Luide klinken
de beschuldigingen tegen de boeren, en wel is waar
er is schuld, maar, zouden wjj zelve ook geen beetje
schuld hebben Zouden wjj er ook niet iets aan kunnen
veranderen, verbeteren Als wjj b.v. ons vereenigden
en vast besloten niet meer in 't aangenomen of over te
werken het is toch zeker, dat wjj dit grooten deels
ons zeiven aandoen; zou er dan niet lichter werk te
bekomen zjjn en het loon niet een weinig stjjgen
Het laat zich gemakkeijjk hooren. Op dan! proletariërs
aller dorpen, vereenigt u en tracht door middel van
«eendracht" dat te verbeteren, waar wjj zelve de oor
zaak van zjjn.
Met de opname van deze regelen, mjjnheer de Redac
teur! zult gjj mjj ten zeerste verplichten en tevens de
waarheid niet tekort doen. In de hoop dat dit myn
schryven iets mag bjjdragen tot het grootsche doel,
om den levensweg van ons, weerlooze arbeiders, een
beetje dragelijker te maken, verbljjf ik met de meeste
achting,
Dreischor. DEZELFDE JAN.
TELEGRAM3IEIV.
's Gravenhage, 27 Mei.
Benoemd tot ontvanger der Registratie te Oostburg de
heer 11. Posthumus, thans te Ommen.
Amsterdam, 27 Mei.
liet huldebetoon aan H. M. de Koningin en de Koningin-
Regentes was hoogst indrukwekkend. De uitvoering van de
feestcantate wordt bijzonder geroemd. De burgemeester
overhandigde na eene gevoelvolle toespraak aan HH. MM.
eene medaille namens de gemeente voor deze gelegenheid
geslagen.
Londeu, 27 Mei.
Men meldt, dat Amerika zich den steun van Frankrijk
en Rusland verzekerd heeft tegenover Engeland's aanspraken
in Canada.
STOOMBOOTEN
Stad Zierikzee en Zeeland.
STOOMBOOTDIEN ST
ter gelegenheid van het Konink
lijk bezoek aan Rotterdam, op
Zaterdag 30 Rei a.s.
Mei—Juni 1891.
Van "ZIERIKZEE:
Dond. 28 's morg. 8,u.
Vrijdag 29
Zater. 30
Zondag 31
Maand. 4
Dinsd. 2
Woens. 3
8,—
5,
9,-»
7,
7,
7,-»
Van ROTTERDAM:
Dond. 28's morg. 11,u.
Vrijdag 29 11,—
Zater. 30 'snam. 41,
Zondag 31 'smorg. 11,
Maand. 1 's nam. 2,
Dinsd. 2 2,
Woens. 3 2,
De Directeur,
P. O. OLIVIER.
STOOMBOOTDIEN ST
Vlissingen, Middelburg en Rotterdam.
Mei—Juni 1891.
Van
Van
Van Rotterd.
Vlissingen
Middelburg
n. Middelb.
naar
naar
en
-Rotterdam.
Rotterdam.
Vlissingen.
Donderdag 28
voorm. 8,30
voorm. 9,45
voorm. 9,45
Vrijdag 29
8,30
9,45
9,45
Zaterdag 30
8,30
9,45
9,45
Maandag 1
8,30
9,45
U) Sti Den 30 Mei a.s. hopen on?,, g
liefde Ouders
ABRAHAM ZOETER
ELIZABET JUMELET
hunne 35-jarige Echtvereeniglng
te herdenken.
Hunne dankbare Kinderen
en Behuwdkinderen.
\-£ Bruinisse^.26 Mei 1891.
Geboren
WILLEMINA JOHANNA,
Dochter van
A. J. GIDEONSE
en
A. GIDEONSE-v. d. Hamer.
Bruinisse, 26 Mei 189..
Heden overleed ons geliefd Zoontje, JOHAN
NES JACOBUS, in den leeftjjd van negen jaren.
OoSTERIiA'nd, J. ZEIJLER.
22 Mei 1891. P. A. ZEIJLER—Ftoiru
V Heden overleed zacht en kalm, onze geliefde
Echtgenoote, Moeder, Behuwd- en Grootmoeder
ELIZABETH VAN ORIZANDE, in don ouderdom van
72 jaar en 5 maanden.
Sirjansland, 27 Mei 1891.
CONSTANT DE JONGE.
IMAN DE JONGE.
CORNELIA DE JONGE -Kloote.
en Kinderen.
GERRIT DE JONGE.
MARIA DE JONGE—Kloote.
en Kinderen.
BEGRAFENISFONDS
»Tot Nut van 't Algemeen".
Aan de leden wordt bekend gemaakt dat de alge-
meéne doorbetaling; van contributie zal aan
vangen op Maandag den 1 Juni 1891.
Zierikzee, 26 Mei 1891.
Namens de Directie
A. G. KIJN, Boekhouder.
te Zierikzee.
op Dinsdag den 2 Juni 1891,
des avonds ten S uro,
IN DE CONCERTZAAL.
Spreker: Mr. II. SlttEElVGE,. Lid der
Tweede Kamer.
Dezo vergadering is toegankeljjk voor de leden dor
Liberale Kiesvereenigingen in Schouwen—Duiveland.
Met het oog op de beperkte ruimte is slechts een
klein aautal introductiekaarten voor niet-leden vov-
krjjgbaar bjj den Boekhandelaar VAN DISHOECK.
HEX BESTUUR.
Er komen in Schouwen
nog 1200 MELKKOEIEN
te kort.
De Deurwaarder J. FRANSE zal, Vrjj-
«lag: 39 Mei 1891, 's voormiddags
II ure, aan de Nieuwe Schuur op hot Zeiketerrein te
Zierikzee,
PUBIEK VERKOOPEN:
12 een- en twee-jarige OSSEN en VAAR
ZEN, 2 KALFVAARZEN, rekening met
September, 1000 bossen TARWE3TROO,
met den vlegel gedorscht,
een MESTPUT van 60 voer,
1 BOEREN- en 1 DRIELINGWAGEN, zoo goed als
nieuw, 2 KRUIWAGENS, 1 nieuwe VIJFBALKSEG,
1 nieuwe SLEPER, RIEKEN, VORKEN, SCHOPPEN,
1 SNIJMACHINE, 1 MOESMAKER, enz.
Betaaldag 1 December 1891.
Er kan niets bjjgebracht worden.
De Notaris Mr. J. A. BOLLE te Renesse,
.1, op Vrijdag: SO Mei 1891,
des voormiddags ten IO ure, op de Hofstede be
woond door J. OOLE te Noordwelle, publiek
verkoope n:
waarvan 1 met VEULEN, 3 MELKKOEIEN, 2
KALVERS, 1 VARKEN en 1 KARNHOND.
Voorts: RIEMWAGEN, 2 BOERENWAGENS,
2 PLOEGEN, 3 EGGEN, SLEPER, BAKSLEDE, ROL-
BLOK, PERWETKAR, ZEEFTEN, WATERBAK,
STALGEREEDSCHAP, LADDER, eenig STROO en
eenig Melkgereedschap, enz.
De Notaris J. VAN DER BENT, zal op
Vrijdag: deu SOsten Mei 1891,
middags ten 12 ure, in het koffiehuis Belle vue"
te Brouwerhaven, krachtens rechterlyk bevelschrift,
publiek verkoopeu
ten verzoeke J.s VAN SCHELVEN c.s.
in de Nieuwstraat te Brouwershaven, Sectie C, No. 713,
groot 1 Are 3 Oentiares.
De Notaris J. VAN DER BENT zal, op
Dinsdag deu 3 Juui 1891, des
morgens ten lO'/j uur, aan de Schuur van J. G. DEN
BOUWMEESTER te Brouwershaven, pul>lielc
VERKOOPEN
1 jong;© ©n 2 op kalven staande
MELKKOEIEN,
2 anderhalf-jarige OSSEN, 1 jarige DITO, DRIELING
WAGEN, PLOEG, EGGEN, SLEEPDEÜRWIND
MOLEN, MOESMAKER, eenig HOOI en STROO, en
verder LANDBOUW- en MELKGEREEDSCHAP,
waarbjj KARN en MACHINE, ROOMTONNEN, enz.,
des middags ten 3 ure,
voor diens Woonhuis op de Koornmarkt, eouige
MEUBELEN, waaronder: 2 Veeren BEDDEN,
2 LEDIKANTEN, KABINET, KACHEL, TAFELS,
STOELEN, enz.
Notaris VAN SETERS zal, DONDER
DAG 4 JUNI 1891, om 11 uur, aan de
Schuur van J. C. WESTERWEEL te St. Maar
tensdijk, publiek verkoopen:
van 5, 7 en 12 jaareen VEULEN5 OSSEN,
van 3, 2 en 1/« jaar, een jarige en een tweejarige
VAARS, 5 LOOPVARKENS, eene partij MEST,
2 WAGENS, 3 KARREN, PLOEGEN, EEGDEN,
SLEEPERS, ROLBLOK en
verdere Landbouwgereedschappen.
Koopen tot en met 3 contant.