/IlltlkZnsilll NIEUWSBODE. Donderdag 28 Mei 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. J. J. VAN KERKWIJK, J. H. C. HEIJSE. ARIE SMIT. GEVONDEN: Onderzoek Verlofgangers. BEKENDMAKING. Algemeen - Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 6006. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote etter wordt naar plaatsruimte berekend. VERKIEZING Leden der Tweede Kamer. Bij de aanstaande Verkiezing op 9 Juni a.s. bevelen wij ten zeerste aan: Kietdistrict 'Herlkxee (aftr. lid). Kiesdistrict Goes: Kiesdistrict Middelburg: De gronden voor deze aanbeveling zullen wij nader ontwikkelen. Alle liberale kiezers roepen wij echter nu reeds toe: Weest op uw post! Een zilveren Sigarenpijp; een Servet; een Knipmesjedrie Portemonnaie's, waarin eenig geld een Ovei'schoentwee wollen Manswanteneen wollen Vrouwendoekeen Priemfoudraaleen Wandelstok met blinkenden knop; een Potlood- bonder; een R.-C. Kerkboekje en eenige Sleutels. Nog van vroeger voorhanden Een gouden Krulspeld; twee dito Vingerringen; een dito Oorknopje; drie dito Onderstellen van Oorbelletjestwee dito Oorbelletjeseen dito Oorhaakje; twee snoer roode Koralen met gouden sluiting; een snoer roode Koralen met dito tonnetje; een snoer Koralen met defect gouden Slootje; twee zilveren Ringen; een dito Oorring; een dito Oorknopje; twee dito Onderstellen van oorbellen; een paar grijze Kousen; drie fantaisie Armbanden een koperen Gewichteen Paternostereen Dames laars; een wollen Das; een wit Servet, gemerkt Heen koperen Slootjeeen Rijzweepeen bruine Vrouwendoek; drie Portemonnaies, waarin eenig geldeen Sigarettenkokereen streng bruine Sajet een Overschoentje; een koperen Kinderhorloge met dito Ketting; een Sigarenkoker; een Potlood houder een paar bruine Kouseneen garnituur Horlogeketting; een zwarte Brillendoos met Bril; twee Vrouwenschortentwee Duimstokken; een Scheermes; twee Knipmesseneen groene Geldbeurs; een Tafelmes; twee Parapluie's; een Psalmboekje; een koperen Schoentje op een schaatsjeeen Vrouwenzak; een Mansschoen; een snoer roode Koraleneen Hondenzweepeen Sigarenpijpeen lederen Riem; eenige Kinderwantjes en eenige Sleutels. Rechthebbenden kunnen deze voorwerpen terug bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee. Belanghebbenden, geboren in 1866, onder wie ook bekooren de Miliciens-Verlofgangers der lichting 1886, worden herinnerd aan hunne verplichting om zich ter inschrijving voor de Schutterij ter Gemeente-Secretarie vóór het einde dezer maand aan te melden. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee. Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in deze provincie van den 11 dezer (Provinciaal blad No. 54); brengen ter kennis der Verlofgangers van de Militie te land, die zich in deze gemeente bevinden, onverschillig tot welke lichting zij behoorenvoor zoover zij vóór den eersten April jongstleden in liet genot van onbepaald verlof zijn gesteld, dat liet onderzoek van die verlofgangers door den Militie-Commissaris alhier zal plaats hebben op Maandag den 8 Juni e.k., des voormiddags te 9 ure, voor het Stadhuis en roepen hen mitsdien op, om op gezegden dag en uur ter aangewezen plaats tegenwoordig te zijn met herinnering aan de volgende bepalingen der wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 7*2.) lu. de verlofganger meldt zich binnen dertig dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den Burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 133); 2°. do verlofganger, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 134); 3°. de verlofganger van de militie te land mag zich zonder toestemming van den Minister van Oorlog niet langer dan gedurende vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 13b); 4°. de verlofganger die artt. 133, 134 en 136 niet naleelt, wordt in werkelijken dienst geroepen en gedurende 3 maanden gehouden. (Art. 137); 5°. de verlofganger van de militie te land, die bij open bare kennisgeving is opgeroepen om door den Militie- Commissaris te worden onderzocht, verschijnt bij het onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrusting stukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. (Artt. 138, 139 en 140); 6°. de verlofganger van de militie te land is aan de militaire rechtspleging en tucht onderworpen, onder anderen gedurende den tijd, dien het onderzoek voor den Militie- Commissaris duurt, en in het algemeen wanneer hij in uniform gekleed is, (Art. 130); 7U. behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest, door den Militie-Commissaris worden opgelegd aan den verlofganger 1°. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt 2°. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de bij art. 140 vermelde voorwerpen; 3°. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander beboorende, als de zijne vertoont. (Art. 141); 8°, onverminderd de straf, in het voorgaande hrtikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. (Art, 143); 9°. de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den Militie-Commissaris ver schijnt, of aldaar verschenen zijnde, in het geval .verkeert sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeldt, wordt or.der de wapenen geroepen en vat» drie tot zes maanden gehouden. (Art 144); 10°. de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. (Art 145); H°. elk, die voor de militie is ingeschreven, en ieder, die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig, de daaromtrent bestaande voorschriften, tot eene vrijwillige verbintenis, voor den tijd van zes jaren of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het corps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's Rijks over- zeesche bezittingen, plaatsvervangers echter niet bij de zeemacht of het korps mariniers gedurende het eerste jaar van hunnen diensttijd. (Artt. 9 en 74); 12°. aan de bij de militie te land ingelijfden, die ver langen na volbrachten oefeningstijd, minstens voor zes maanden onder de wapenen te blijven of te kornen zonder zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund. (Art. 126.) Zierikzee, den 25 Mei 1891. De Burgemeester en Wethouders, CII. W. VERMEIJS. De Secretaris, JAN SNELLEN. Terwijl de groote staten zich weinig laten gelden en zich uitsluitend bezig schijnen te houden met zich gereed te maken voor den grooten worstelstrijd, die elk verwacht en elk vreest, leveren de kleine staten stof genoeg op om de belangstelling in de politieke zaken levendig te houden. Groote gebeurtenissen hebben er niet plaats; het zijn óf geschillen tusschen de ver schillende partijen in een zelfde rijk, óf de met elkander in botsing geraakte handelsbelangen in den vreemde, hier en daar afgewisseld door den heftigen strijd, die er tegenwoordig gestreden wordt door den werkman, om gelijke rechten te verkrijgen met de meergegoeden. Oorzaken te over, om, hoe klein en weinig beteekenend deze dingen ook op zichzelf moge zijn, ze ernstig gade te slaan, hetzij als teekenen des tijds, hetzij als de mogelijke aanleidende oorzaak om den zoozeer ge- vreesden krijg te doen ontbranden. Want, en dit is zeer opmerkelijk, ofschoon alle staatslieden van naam het er over eens schijnen te zijn, dat de vrede voor eerst niet zal worden verstoord en dat hij, die den eersten stoot tot dien vreeselijken strijd geven zou, eene buitengewone groote verantwoordelijkheid zou op zich laden, allen erkennen, dat eene betrekkelijke kleinigheid aanleiding tot dien krijg geven kan. De grootste vrees wordt altijd gekoesterd voor de Balkan- staten. Elke gebeurtenis wordt daar met angst nage gaan en vandaar eensdeels de oorzaak, dat de laatste week schier de geheele Europeesche pers zich bezig hield met de verwijdering van Koningin Nathalie van Servië's grondgebied. Bekend is het, hoe de Koningin, Russisch gezind als zij is, een gevaar werd geacht voor de rust van het land; hoe het regentschap, toen de ex-koning Milan zich voor eene som gelds had laten bewegen zich te verbinden tot de meerderjarig heid zijns zoons het land niet meer te bezoeken, door de wetgevende macht werd gesteld den eisch, nu ook aan de gescheiden vrouw van den ex-koning den eisch te stellen het land te verlaten of af te treden. De ministers deden al wat zij vermochten om de Koningin te bewegen heen te gaan; de Oostenrijksche gezant betoogde haar de noodzakelijkheid van dien stap, doch Nathalie bleef onverzettelijk. Niet te verwonderen is het, dat het Servische volk het niet eens was over het al of niet gewenschte van de verwijdering van de moeder des Konings. Hare politieke vrienden natuurlijk keurden dezen maatregel onvoorwaardelijk af; doch ook zij, die niet aan politiek deden, die in de Koningin niet zagen de aanhangster van Rusland, de voor Servië niet gevaarlijke vrouw, doch alleen de moeder, voor wie het hard was gescheiden te moeten leven van haar eenig kind, zij noemden de daad hardvochtig. Verliet zij vrijwillig het land, werd zij er niet toe gedwongen door geweld, men kon vrede hebben met den genomen maatregel. En werkelijk, het regentschap beloofde: geweld zou niet worden gebruikt. Maar Nathalie bleef weigeren heen te gaan; wat restte der regeering anders dan haar daartoe te noodzaken door geweld. Door soldaten werd zij op eene stoomboot gebracht, die haar naar het aan de overzijde der rivier gelegen Hongaarsche Semlia voerde. Hier ontving zy, op Oostenryksch gebied, weldra talrijke bewijzen van gehechtheid harer vroegere onderdanen en in Servië's hoofdstad zelf werd er heftig gestreden tusschen de opgewonden menigte en de troepen. Naar het heet, zullen de ministers aftreden en Servië dus de eerste gevolgen reeds ondervinden vari den gedanen stap; maar ook al gebeurt dit niet direct, dan toch zal eene interpellatie, die in de Kamer door de vrienden der Koning in tot de regeering zal worden gericht, en een klacht van Nathalie zelf wegens het schenden harer rechten als Servische burgeres, de ministers heel wat moeite geven. De Koningin vertrekt naar Odessahaar laatste verzoek aan hare vrienden gold haar zoon, dien, zoo smeekte zij met eene van aandoening trillende stem, men zou voortgaan met lief te hebben en hem voor de vijanden van zijne moeder, die ook, volgens haar, de vijanden zijn van den troon, te beschermen. Na het voorgevallene in Servië neemt het besluit der Centrale sectie der Kamers in België de aan dacht in beslag. Bekend is hot, hoe de mijnwerkers het werk staakten, het talmen van de leden der Centrale sectie moede, en hoe zij door dezen maatregel meenden de regeering te dwingen toe te geven. In hoeverre die houding der werklieden invloed heeft uitgeoefend op het besluit der heeren, laten wij onbe slist, maar gelukkig heeft de Centrale sectie de nood zakelijkheid eener onmiddellijke grondwetsherziening in beginsel aangenomen. Wel bleef echter de meerderheid van oordeel, dat de herziening ondergeschikt moet worden gemaakt aan de voorwaarden, overgelegd in de ver schillende door de sectie aangenomen moties; doch dit gevoelen der meerderheid beteokent niet veel. Het is bekend, dat de regcering en hare vrienden slechts eene gedeeltelijke uitbreiding van het kiesrecht wenschen en dat de doctrinaire liberalen hoogstwaarschijnlijk niet eens zoover zouden willen gaan. Doch dit is slechts een wensch, een verlangen, niets meer. De Centrale sectie kan naar hartelust motiën aannemen of verwerpen, doch indien zij eenmaal de noodzakelijkheid der voor de kieswetuitbreiding noodzakelijk^ grondwetswijziging heeft aangenomen, kan zij de nieuwe Kamer, welke het werk der grondwetsherziening tot stand zal moeten brengen, in geen enkel opzicht wijzigen. Aan de con stitutie staat het vrij het kiesrecht zoover uit te breiden als haar zal goeddunken en eerst uit de ver kiezingen voor dit lichaam zal blijken kunnen, in hoeverre de voorstanders van algemeen kiesrecht kans hebben hunne wenschen vervuld te zien. Het besluit der Centrale sectie heeft reeds dadelijk een gunstige uitwerking gehad. De algemeene Raad der arbeiders partij' eu het bestuur van den mijnwerkersbond hebben besloten de werkstakingen in het geheele land te doen ophouden. Dit is dan ook geschied. Overal is het werk hervat, behalve bij die inrichtingen, waarvan het bestuur weigerde de werklieden terug te nemen. Dit besluit is zeer gepast; voorloopig toch is door werkstaking geen politiek doel meer te bereiken en het zou in de hoogste mate onverstandig zijn om onder de gegeven omstandigheden van zulk een twee snijdend zwaard gebruik te maken, indien de nood zakelijkheid daarvoor niet hoogst dringend was. JPortugal is de derde in de rij der kleinere mogendheden, die in den laatsten tijd veel van zich spreken doet. Wederom is dit land blootgesteld geweest aan eene ministerieele crisis. Na veel pogingen is men er eindelijk in geslaagd weer een kabinet samen te stellen. De vorige minister-president, de hoogbejaarde generaal Abreu de Souza, heeft weder de leiding op zich genomen; Carvalko, de leider der vooruitgangs partij, heeft opnieuw de portefeuille van Financiën Buitenlandsche Zaken nam graaf Valbom. Beide namen zijn die van bekwame mannen en dit zegt veel in een land, waar hun twee portefeuilles de gewichtigste zijn. Vooral op den minister van Financiën rusten thans erg zware verplichtingen; hij gaat nu naar Parijs om gewichtige geldelijke onderhandelingen aan te knoopen, ten einde de Financiën van Portugal eenigszins in orde te brengen. Overigens bestaat dit ministerie wederom evenals het vorige uit conservatieven en liberalen, en zal dus niet veel kracht in zich bezitten. Het program van het Kabinet omvat het toepassen eener vrijzinnige en verdraagzame staatkunde, amnestie voor politiek- veroordeelden, vrijheid van drukpers, groote beperking van uitgaven, inkrimping van ambtenaarspersoneel en sluiting van handelsverdragen. Dit ministerie zal nu ook waarschijnlijk het geschil met Engeland hebben op te lossen. De nieuwe voorwaarden van Engeland zijn voor Portugal veel voordeeliger dan de vroegere en algemeen verwacht men dan ook, dat nu aan dit reeds zoo lang hangende geschil een eind komen zal. In FranJcrijJc duurt de strijd over de te volgen handelspolitiek steeds voort. Prótectionisten en vrij handelaars hebben breed hunne verschillende meeningen in de Kamer uiteengezet, die nu eindelijk de alge meene beraadslagingen over de tarieven heeft gesloten en tot de behandeling der artikelen is overgegaan. President Carnot maakt eene reis door het Zuiden des lands; hij wordt overal met veel geestdrift ont vangen en houdt hier en daar redevoeringen. Servië. Wonder boven wonder is in Belgrado, Servië's hoofdstad, de rust tot nog toe bewaard geblevenmen bepaalt zich tot de publicatie van allerlei hatelijkheden aan het adreB ran hen, die de verantwoordelijkheid dragen van de verwijdering der ex koningin. Waorljjk de regenten en de ministers wandelen in deze dagen niet op rozen. Zij ondervinden in ruime mate, dat ondank 's werelds loon is: hun handelingen in 't belang van land en volk worden hun als zware misdrijven toegerekend, en hun eigen leven loopt nu zelfs gevaar. Reeds heeft de cx-koningin by haar vertrek aan een advocaat te Belgrado een protest overhandigd tegen de schendiDg van haar staatsburgerlijke rechten, met de opdracht dit manifest te doen toekomen aan den Btaatsraad. De oppositie-bladen, welker publicatie nu weder is vrygegeven, brengen tal van bijzonderheden omtrent de verbanning der koningin of liever omtrent de wjjze, waarop het verbanningsbevel is ten uitvoer gebracht. Zoo deelen zjj mede, dat de gendarmes de koningin feitelyk hebben aangegrepen en over het afscheid van het volk van de Koningin Woensdag morgeD, deelen zjj hartroerende feiten mede. Hoe is de houding van den 14-jarigen koning Alex ander onder het voorgevallene is de vraag, die menige gelukkige bezitster van een teergevoelig gemoed gewis reeds herhaaldelijk op de lippen heeft gezweefd. Tot ods innig leedwezen kunnen we dienaangaande geen mededeelingen doen voor welker waarheid wy instaan, want de bladen zjjn 't over den koning en zija houding heel en al niet eens. Terwyl de een toch zyn wegsmelting in tranen meldt, zegt de ander, dat hjj zich aan de ganache aangelegenheid niet heeft gestoord, kalm en bedaard een pas aangevangen spel voortzettend toen hem zjjn moeders gedwongen vertrek werd ter kennis gebracht. Nog al eenig verschil zou men zoo zeggen, doch de verwarring wordt nog grooter als wjj elders lozen, dat de vorst nog niets weet van de verbanning van zyn moeder en uit Parijs wordt het intervieuw van Koning Milan met een der redac teurs van de Soleil medegedeeld, volgens hetwelk de jonge koning 't met zijn eigen persoontje en met hem door zjjn vader toegezonden vruchten vrjj wat drukker heeft dan met het lot, dat zjjn moeder beeft getroffen Volgens mededeeling van de Servische machtheb- bendoo, had de regeering der koningin aangeboden een vertrek met koninklijke eerbewijzen van den Konak uit, nog wel onder geleide van den koning, terwyl dan tevens de verbanningsperiode zou zyn ingekort. De koningin heeft dit alles echter geweigerd en zij draagt dus feitelyk de schuld van de bloodvergiefciog, al is haar houding ook die van de ongelukkige moeder en de lydende onschuld. De treurige feiten zyn door haar gewild, zyn uitgelokt door haar would be lijd zame houding; onderwerping en lijdzaamheid zijn kostelyke deugden, maar ze moeten te juister tyd worden beoefend, en toen koningin Natalie zich toe gevend toonde, was 't te laat, reeds had er bloed ge stroomd en de lijdzaamheid kon eer schaden dan baten. Maandag zyn er twee dooden gevallen benevens 46 verwonden, raeerendeels militairen. Rusland bewaart een passieve houding, wel verbergt men zyn sympathie voor de schoone vrouw niet, maar men toont tot inmenging geen lust, hoewel men vindt dat er wel wat omzichtiger had gehandeld kunnen worden. De ex-koningin, die nu 31 jaar oud is en sinds October 1888 van koning Milan gescheiden leeft, bljjft gedurende de zomer te Sinaia (Rumenië) en gaat den winter te Parjjs doorbrengen. Rusland. Wraak van een weduwnaar. Een geneesheer te St. Petersburg had onlangB de vrouw van een bewoner dier stad onder behandeling, maar belaas zonder goed gevolg. Nadat hy reeds verscheidene gencosmiddelen had voorgeschreven, nam hy zyn toevlucht tot een byzonder sterke artsenij en deelde den echtgenoot der zieke mede, dat deze bepaald wel helpen zou. Den volgenden morgen overleed de vrouw echter. De weduwnaar schreef den dood aan het sterke middel toe, werd woedend en besloot zich op den dokter te wreken. Hy deed dat op zeer eigenaardige wjjze; bij nam het recept, waarop het laatste middel was voor geschreven, en bevestigde het aan het kruis, dat bjj op het graf zjjner vrouw had doen oprichten. Iedereen kon op die manier de artsenij, waarvan zjj gestorven was" en den naam van den dokter lezen. De genees heer hoorde van het geval en zag er een toeleg in om hem in zyn goeden naam en zjjn practijk te benadeelen hy diende een aanklacht tegen den weduwnaar in en dezer dagen zal de rechter in deze zonderlinge aange legenheid te beslissen hebben. St, Petersburg,25 Mei. De czaar vertrok heden per extratrein naar Moskou, waar hjj tien dagen in het Kremlin zal vertoeven. De kroonprins is Zaterdag te Wladiwostok aange komen en ontving den algemeenen gouverneur, baron Korff, aan boord. Gisteren begaf by zich in statie naai de kerk, waar een dankdienst werd gehouden, 's Middags werd. allerwege aangekondigd, dat de kroonprins een keizérlyk bevelschrift bezit, waarbij den gouverneurs "het recht gegeven wordt verschillende misdadigers te begenadigen; nog zeide de kroonprins gekomen te zyn omde eerste spade te Usauri in den grond te steken voor den spoorweg, die geheel Siberië moet doorkruisen. De kroonprins aanvaardde nog het bevel over het Iste Oostsiberische jagersregiment. Frankrijk. Een eierhandelaar te Parjjs had het ongeluk 'savonds, toen hjj met een wagen beladen met zes groote manden vol eieren van de »gare de Lyon" naar huis reed, dat de wagen omsloeg; de zes manden vieleu en al de eieren, 12,000 in getal, werden gebroken, op straat een waren poel vormende. Duitschland. Uit Hanover wordt geseind dat in bet bijzyn eener ontzaglyke menigte Maandag de begrafenis van mevrouw Carré plaats heett gehad. Er waren verscheidene directeuren van groote paardenspellen uit het buiten land aanwezig, o. a. die van het Parijsche Hippodrome. Het ljjk was in de kapel van het Strangrieder kerkhof tentoongesteld en is daar voorloopig bygezet, om later naar Amsterdam vervoerd te worden. De heer Carré, die aan het hoofd gewond is, ging met moeite achter de lijkkist, ondersteund door zyne vrienden, de gewezen directeuren Basch en Mellini. De predikant dr. Helmor hield eene treffende lykrede. Door een mannenkwartet werd een lied gezongen en door de militaire muziek der artillerie een treurmarsch gespeeld. De kist was prachtig met bloemen en kransen versierd. Vergezeld van zijne jongste dochter en zyne drie zonen, die alle bjj het ongeluk verwond ziju en het verband nog droegen, knielde de diepbedroefde vader by de groeve neder. Het was een alleraandoenlykst tafereel. Nederland. Heerenvoen, 26 Mei. De te Lemmer gearres teerde personen Smeding en Hagenberg zyn Maandag op last der justitie in vrjjheid gesteld, daar het ge bleken is, dat zij aan 'den moord te Nieuwescboot geheel onschuldig zjjn. Thans zjjn alle te dier zake verdachten ontslagen, terwijl de justitie nog steeds vruchteloos naar de schuldigen zoekt. Amsterdam, 24 Mei. Iloewel de openluchtsmeeting voor algemeen kiesrecht op de terreinen achter liet Rijks museum eerst te 1 uur 's nam. zou aanvangen, waren de deelnemers al vroeg in de weer. Reeds vóór tien uren in den morgen zag men hen onder zware regenbuien van het centraalstation en het Westerhoofd, waar de stoombooten aanleggen, naar de verschillende verzamelplaatsen in de stad trekken, om zich daar te vereenigen met de Amsterdamsche partijgangers. Al die optochten kenmerkten zich door groote kalmte, en het zich langzaam voortbewegend uitspansel van glimmende regenschermen leverde een eigenaardigen aanblik. Op het terrein, achter het Rijksmuseum, waren een achttal spreekgetimmerten opgesteld en een tweetal muziektenten. Bij aankomst der groepen werden de vaandels ontplooid en aan de balustrade van het groote sport-afdak vastgehecht. De vlaggen gaven eene aardige kleurencombinatie te aan schouwen, waarin het rood den boventoon had. Het aantal 'der eigenlijke betoogers bleek niet bijster groot, maar toen tegen den middag het weder opklaarde, zag men de nieuws gierige Amsterdamsche burgers, velen vergezeld van vrouw en kroost, in dichte drommen zich naar het terrein begeven, zoodat op het uur van aanvang eene aanzienlijke menigte bijeen was. De politie vertoonde zich nergens. Zij was dan ook volkomen overbodig. Streng hielden de betoogers zich aan het consigne om de vaandels, gedurende de wandeling door de stad, opgerold te houden en de muziek te doen zwijgen. Wij hebben slechts één oogenblik de trompet hooren steken. Maar het was de bekende trompet van den bekenden diamantwerker uit de bekende slijperij bij het Waterlooplein welke trompet steeds eiken optocht die langs de fabriek komt, van welke strekking ook, met eene fanfare pleegt te begroeten. Deze neutrale trompettist posteert zich dan voor een der open vensters en blaast er lustig op los, en de overheid laat hem ongemoeid blazen. Van de verschillende redevoeringen, op het sportterein gehouden, drongen slechts enkele woorden en zinsneden tot ons door. Uit den aard der zaak konden slechts die bevoor rechten, welke de voorste plaatsen hadden bemachtigd, de toespraken in haar geheel volgen. Om liet spreekgestoelte van Domela Nieuwenhuis had zich de grootste menigte ge groepeerd, en de hoegrootheid van populariteit der verschillende sprekers kon men afmeten naar de hoeveelheid hoorders, die zij om zich verzameld hadden. «Arbeiders sluit u aaneen"! «Algemeen kiesrecht, een eisch des volks"«Ontworstelt u aan den druk der bourgeoisie en der plutocratie" 1 enz. enz., waren de exclamaties, die in verschillenden toon en vorm het oor trollen bij de onderscheiden spreekgestoelten. Trouwens, men kon vooruit weten wat men te hooren zou krijgen, en wie het nog niet wist, kon er zich een denkbeeld van vormen uit de lezing van het »lCies- en stemrechtlied", dat voor 1 cent aan den ingang verkocht werd. Ik denk, dat er maar weinigen onder het volk zullen zijn, die het verschil tusschen kies- en stemrecht recht vatten, maar dat is tot daaraan toe. Het eerste couplet van bedoeld lied luidt: »Doe open de stembus: het volk staat er voor; Doe 't gauw, of de boel gaat kapot 1 Ministers des Konings 1 verleen ons gehoor, Wij wachten niet meer, ben je zot? Doe open de stembus! het volk eisch zijn recht,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1