/IlltlkZnsilll NIEUWSBODE.
Donderdag 28 Mei 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
J. J. VAN KERKWIJK,
J. H. C. HEIJSE.
ARIE SMIT.
GEVONDEN:
Onderzoek Verlofgangers.
BEKENDMAKING.
Algemeen - Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 6006.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote etter wordt naar plaatsruimte berekend.
VERKIEZING
Leden der Tweede Kamer.
Bij de aanstaande Verkiezing op 9 Juni a.s.
bevelen wij ten zeerste aan:
Kietdistrict 'Herlkxee
(aftr. lid).
Kiesdistrict Goes:
Kiesdistrict Middelburg:
De gronden voor deze aanbeveling zullen wij
nader ontwikkelen.
Alle liberale kiezers roepen wij echter nu reeds
toe: Weest op uw post!
Een zilveren Sigarenpijp; een Servet; een
Knipmesjedrie Portemonnaie's, waarin eenig geld
een Ovei'schoentwee wollen Manswanteneen
wollen Vrouwendoekeen Priemfoudraaleen
Wandelstok met blinkenden knop; een Potlood-
bonder; een R.-C. Kerkboekje en eenige Sleutels.
Nog van vroeger voorhanden
Een gouden Krulspeld; twee dito Vingerringen;
een dito Oorknopje; drie dito Onderstellen van
Oorbelletjestwee dito Oorbelletjeseen dito
Oorhaakje; twee snoer roode Koralen met gouden
sluiting; een snoer roode Koralen met dito tonnetje;
een snoer Koralen met defect gouden Slootje;
twee zilveren Ringen; een dito Oorring; een dito
Oorknopje; twee dito Onderstellen van oorbellen;
een paar grijze Kousen; drie fantaisie Armbanden
een koperen Gewichteen Paternostereen Dames
laars; een wollen Das; een wit Servet, gemerkt
Heen koperen Slootjeeen Rijzweepeen bruine
Vrouwendoek; drie Portemonnaies, waarin eenig
geldeen Sigarettenkokereen streng bruine Sajet
een Overschoentje; een koperen Kinderhorloge met
dito Ketting; een Sigarenkoker; een Potlood
houder een paar bruine Kouseneen garnituur
Horlogeketting; een zwarte Brillendoos met Bril;
twee Vrouwenschortentwee Duimstokken; een
Scheermes; twee Knipmesseneen groene Geldbeurs;
een Tafelmes; twee Parapluie's; een Psalmboekje;
een koperen Schoentje op een schaatsjeeen
Vrouwenzak; een Mansschoen; een snoer roode
Koraleneen Hondenzweepeen Sigarenpijpeen
lederen Riem; eenige Kinderwantjes en eenige
Sleutels.
Rechthebbenden kunnen deze voorwerpen terug
bekomen aan het Bureau van Politie te Zierikzee.
Belanghebbenden, geboren in
1866, onder wie ook bekooren de
Miliciens-Verlofgangers der lichting 1886,
worden herinnerd aan hunne verplichting
om zich ter inschrijving voor de Schutterij
ter Gemeente-Secretarie vóór het einde
dezer maand aan te melden.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee.
Gezien het besluit van den Commissaris des Konings in
deze provincie van den 11 dezer (Provinciaal blad No. 54);
brengen ter kennis der Verlofgangers van de Militie te
land, die zich in deze gemeente bevinden, onverschillig tot
welke lichting zij behoorenvoor zoover zij vóór den eersten
April jongstleden in liet genot van onbepaald verlof zijn
gesteld, dat liet onderzoek van die verlofgangers door den
Militie-Commissaris alhier zal plaats hebben op Maandag
den 8 Juni e.k., des voormiddags te 9 ure, voor het Stadhuis
en roepen hen mitsdien op, om op gezegden dag en uur
ter aangewezen plaats tegenwoordig te zijn met herinnering
aan de volgende bepalingen der wet op de Nationale Militie
van 19 Augustus 1861 (Staatsblad no. 7*2.)
lu. de verlofganger meldt zich binnen dertig dagen na
den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den
Burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze zijn
verlofpas voor gezien teekene. (Art. 133);
2°. do verlofganger, die zich in eene andere gemeente
gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den Burgemeester
zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop
hij komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij
zich aan bij den Burgemeester dier gemeente, ten einde
deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 134);
3°. de verlofganger van de militie te land mag zich
zonder toestemming van den Minister van Oorlog niet langer
dan gedurende vier weken buiten 's lands begeven. (Art. 13b);
4°. de verlofganger die artt. 133, 134 en 136 niet naleelt,
wordt in werkelijken dienst geroepen en gedurende 3
maanden gehouden. (Art. 137);
5°. de verlofganger van de militie te land, die bij open
bare kennisgeving is opgeroepen om door den Militie-
Commissaris te worden onderzocht, verschijnt bij het onderzoek
in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrusting
stukken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van
zijn zakboekje en van zijn verlofpas. (Artt. 138, 139 en 140);
6°. de verlofganger van de militie te land is aan de
militaire rechtspleging en tucht onderworpen, onder anderen
gedurende den tijd, dien het onderzoek voor den Militie-
Commissaris duurt, en in het algemeen wanneer hij in
uniform gekleed is, (Art. 130);
7U. behoudens het bepaalde bij art. 130 kan een arrest
van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen
provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest,
door den Militie-Commissaris worden opgelegd aan den
verlofganger
1°. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek
verschijnt
2°. die daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is van de bij art. 140 vermelde
voorwerpen;
3°. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden
4°. die kleeding- of uitrustingstukken aan een ander
beboorende, als de zijne vertoont. (Art. 141);
8°, onverminderd de straf, in het voorgaande hrtikel
vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door
den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de
in art. 140 voorgeschreven wijze, voor hem te verschijnen
om te worden onderzocht. (Art, 143);
9°. de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit, sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet
overeenkomstig art. 143 voor den Militie-Commissaris ver
schijnt, of aldaar verschenen zijnde, in het geval .verkeert
sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeldt, wordt or.der de
wapenen geroepen en vat» drie tot zes maanden gehouden.
(Art 144);
10°. de verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping
voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld.
(Art 145);
H°. elk, die voor de militie is ingeschreven, en ieder,
die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig, de daaromtrent
bestaande voorschriften, tot eene vrijwillige verbintenis, voor
den tijd van zes jaren of langer worden toegelaten bij de
zeemacht, het corps mariniers hieronder begrepen, bij het
leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's Rijks over-
zeesche bezittingen, plaatsvervangers echter niet bij de
zeemacht of het korps mariniers gedurende het eerste jaar
van hunnen diensttijd. (Artt. 9 en 74);
12°. aan de bij de militie te land ingelijfden, die ver
langen na volbrachten oefeningstijd, minstens voor zes
maanden onder de wapenen te blijven of te kornen zonder
zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund.
(Art. 126.)
Zierikzee, den 25 Mei 1891.
De Burgemeester en Wethouders,
CII. W. VERMEIJS.
De Secretaris,
JAN SNELLEN.
Terwijl de groote staten zich weinig laten gelden
en zich uitsluitend bezig schijnen te houden met zich
gereed te maken voor den grooten worstelstrijd, die
elk verwacht en elk vreest, leveren de kleine staten
stof genoeg op om de belangstelling in de politieke
zaken levendig te houden. Groote gebeurtenissen hebben
er niet plaats; het zijn óf geschillen tusschen de ver
schillende partijen in een zelfde rijk, óf de met elkander
in botsing geraakte handelsbelangen in den vreemde,
hier en daar afgewisseld door den heftigen strijd, die er
tegenwoordig gestreden wordt door den werkman, om
gelijke rechten te verkrijgen met de meergegoeden.
Oorzaken te over, om, hoe klein en weinig beteekenend
deze dingen ook op zichzelf moge zijn, ze ernstig
gade te slaan, hetzij als teekenen des tijds, hetzij als
de mogelijke aanleidende oorzaak om den zoozeer ge-
vreesden krijg te doen ontbranden. Want, en dit is
zeer opmerkelijk, ofschoon alle staatslieden van naam
het er over eens schijnen te zijn, dat de vrede voor
eerst niet zal worden verstoord en dat hij, die den
eersten stoot tot dien vreeselijken strijd geven zou,
eene buitengewone groote verantwoordelijkheid zou op
zich laden, allen erkennen, dat eene betrekkelijke
kleinigheid aanleiding tot dien krijg geven kan. De
grootste vrees wordt altijd gekoesterd voor de Balkan-
staten. Elke gebeurtenis wordt daar met angst nage
gaan en vandaar eensdeels de oorzaak, dat de laatste
week schier de geheele Europeesche pers zich bezig
hield met de verwijdering van Koningin Nathalie van
Servië's grondgebied. Bekend is het, hoe de Koningin,
Russisch gezind als zij is, een gevaar werd geacht
voor de rust van het land; hoe het regentschap, toen
de ex-koning Milan zich voor eene som gelds had
laten bewegen zich te verbinden tot de meerderjarig
heid zijns zoons het land niet meer te bezoeken, door
de wetgevende macht werd gesteld den eisch, nu ook
aan de gescheiden vrouw van den ex-koning den eisch
te stellen het land te verlaten of af te treden. De
ministers deden al wat zij vermochten om de Koningin
te bewegen heen te gaan; de Oostenrijksche gezant
betoogde haar de noodzakelijkheid van dien stap, doch
Nathalie bleef onverzettelijk. Niet te verwonderen is
het, dat het Servische volk het niet eens was over
het al of niet gewenschte van de verwijdering van de
moeder des Konings. Hare politieke vrienden natuurlijk
keurden dezen maatregel onvoorwaardelijk af; doch
ook zij, die niet aan politiek deden, die in de Koningin
niet zagen de aanhangster van Rusland, de voor Servië
niet gevaarlijke vrouw, doch alleen de moeder, voor
wie het hard was gescheiden te moeten leven van
haar eenig kind, zij noemden de daad hardvochtig.
Verliet zij vrijwillig het land, werd zij er niet toe
gedwongen door geweld, men kon vrede hebben met
den genomen maatregel. En werkelijk, het regentschap
beloofde: geweld zou niet worden gebruikt. Maar
Nathalie bleef weigeren heen te gaan; wat restte der
regeering anders dan haar daartoe te noodzaken door
geweld. Door soldaten werd zij op eene stoomboot
gebracht, die haar naar het aan de overzijde der rivier
gelegen Hongaarsche Semlia voerde. Hier ontving zy,
op Oostenryksch gebied, weldra talrijke bewijzen van
gehechtheid harer vroegere onderdanen en in Servië's
hoofdstad zelf werd er heftig gestreden tusschen de
opgewonden menigte en de troepen. Naar het heet,
zullen de ministers aftreden en Servië dus de eerste
gevolgen reeds ondervinden vari den gedanen stap;
maar ook al gebeurt dit niet direct, dan toch zal eene
interpellatie, die in de Kamer door de vrienden der Koning
in tot de regeering zal worden gericht, en een klacht
van Nathalie zelf wegens het schenden harer rechten
als Servische burgeres, de ministers heel wat moeite
geven. De Koningin vertrekt naar Odessahaar laatste
verzoek aan hare vrienden gold haar zoon, dien, zoo
smeekte zij met eene van aandoening trillende stem,
men zou voortgaan met lief te hebben en hem voor
de vijanden van zijne moeder, die ook, volgens haar,
de vijanden zijn van den troon, te beschermen.
Na het voorgevallene in Servië neemt het besluit
der Centrale sectie der Kamers in België de aan
dacht in beslag. Bekend is hot, hoe de mijnwerkers
het werk staakten, het talmen van de leden der
Centrale sectie moede, en hoe zij door dezen maatregel
meenden de regeering te dwingen toe te geven. In
hoeverre die houding der werklieden invloed heeft
uitgeoefend op het besluit der heeren, laten wij onbe
slist, maar gelukkig heeft de Centrale sectie de nood
zakelijkheid eener onmiddellijke grondwetsherziening in
beginsel aangenomen. Wel bleef echter de meerderheid
van oordeel, dat de herziening ondergeschikt moet worden
gemaakt aan de voorwaarden, overgelegd in de ver
schillende door de sectie aangenomen moties; doch dit
gevoelen der meerderheid beteokent niet veel. Het is
bekend, dat de regcering en hare vrienden slechts
eene gedeeltelijke uitbreiding van het kiesrecht wenschen
en dat de doctrinaire liberalen hoogstwaarschijnlijk
niet eens zoover zouden willen gaan. Doch dit is slechts
een wensch, een verlangen, niets meer. De Centrale
sectie kan naar hartelust motiën aannemen of verwerpen,
doch indien zij eenmaal de noodzakelijkheid der voor
de kieswetuitbreiding noodzakelijk^ grondwetswijziging
heeft aangenomen, kan zij de nieuwe Kamer, welke
het werk der grondwetsherziening tot stand zal moeten
brengen, in geen enkel opzicht wijzigen. Aan de con
stitutie staat het vrij het kiesrecht zoover uit te
breiden als haar zal goeddunken en eerst uit de ver
kiezingen voor dit lichaam zal blijken kunnen, in
hoeverre de voorstanders van algemeen kiesrecht kans
hebben hunne wenschen vervuld te zien. Het besluit
der Centrale sectie heeft reeds dadelijk een gunstige
uitwerking gehad. De algemeene Raad der arbeiders
partij' eu het bestuur van den mijnwerkersbond hebben
besloten de werkstakingen in het geheele land te
doen ophouden. Dit is dan ook geschied. Overal is het
werk hervat, behalve bij die inrichtingen, waarvan
het bestuur weigerde de werklieden terug te nemen.
Dit besluit is zeer gepast; voorloopig toch is door
werkstaking geen politiek doel meer te bereiken en
het zou in de hoogste mate onverstandig zijn om
onder de gegeven omstandigheden van zulk een twee
snijdend zwaard gebruik te maken, indien de nood
zakelijkheid daarvoor niet hoogst dringend was.
JPortugal is de derde in de rij der kleinere
mogendheden, die in den laatsten tijd veel van zich
spreken doet. Wederom is dit land blootgesteld geweest
aan eene ministerieele crisis. Na veel pogingen is men
er eindelijk in geslaagd weer een kabinet samen te
stellen. De vorige minister-president, de hoogbejaarde
generaal Abreu de Souza, heeft weder de leiding op
zich genomen; Carvalko, de leider der vooruitgangs
partij, heeft opnieuw de portefeuille van Financiën
Buitenlandsche Zaken nam graaf Valbom. Beide namen
zijn die van bekwame mannen en dit zegt veel in een
land, waar hun twee portefeuilles de gewichtigste zijn.
Vooral op den minister van Financiën rusten thans
erg zware verplichtingen; hij gaat nu naar Parijs om
gewichtige geldelijke onderhandelingen aan te knoopen,
ten einde de Financiën van Portugal eenigszins in orde
te brengen. Overigens bestaat dit ministerie wederom
evenals het vorige uit conservatieven en liberalen, en
zal dus niet veel kracht in zich bezitten. Het program
van het Kabinet omvat het toepassen eener vrijzinnige
en verdraagzame staatkunde, amnestie voor politiek-
veroordeelden, vrijheid van drukpers, groote beperking
van uitgaven, inkrimping van ambtenaarspersoneel en
sluiting van handelsverdragen. Dit ministerie zal nu
ook waarschijnlijk het geschil met Engeland hebben
op te lossen. De nieuwe voorwaarden van Engeland
zijn voor Portugal veel voordeeliger dan de vroegere
en algemeen verwacht men dan ook, dat nu aan dit
reeds zoo lang hangende geschil een eind komen zal.
In FranJcrijJc duurt de strijd over de te volgen
handelspolitiek steeds voort. Prótectionisten en vrij
handelaars hebben breed hunne verschillende meeningen
in de Kamer uiteengezet, die nu eindelijk de alge
meene beraadslagingen over de tarieven heeft gesloten
en tot de behandeling der artikelen is overgegaan.
President Carnot maakt eene reis door het Zuiden
des lands; hij wordt overal met veel geestdrift ont
vangen en houdt hier en daar redevoeringen.
Servië.
Wonder boven wonder is in Belgrado, Servië's
hoofdstad, de rust tot nog toe bewaard geblevenmen
bepaalt zich tot de publicatie van allerlei hatelijkheden
aan het adreB ran hen, die de verantwoordelijkheid
dragen van de verwijdering der ex koningin. Waorljjk
de regenten en de ministers wandelen in deze dagen
niet op rozen. Zij ondervinden in ruime mate, dat
ondank 's werelds loon is: hun handelingen in 't belang
van land en volk worden hun als zware misdrijven
toegerekend, en hun eigen leven loopt nu zelfs gevaar.
Reeds heeft de cx-koningin by haar vertrek aan een
advocaat te Belgrado een protest overhandigd tegen
de schendiDg van haar staatsburgerlijke rechten,
met de opdracht dit manifest te doen toekomen aan
den Btaatsraad.
De oppositie-bladen, welker publicatie nu weder is
vrygegeven, brengen tal van bijzonderheden omtrent
de verbanning der koningin of liever omtrent de wjjze,
waarop het verbanningsbevel is ten uitvoer gebracht.
Zoo deelen zjj mede, dat de gendarmes de koningin
feitelyk hebben aangegrepen en over het afscheid van
het volk van de Koningin Woensdag morgeD, deelen
zjj hartroerende feiten mede.
Hoe is de houding van den 14-jarigen koning Alex
ander onder het voorgevallene is de vraag, die
menige gelukkige bezitster van een teergevoelig gemoed
gewis reeds herhaaldelijk op de lippen heeft gezweefd.
Tot ods innig leedwezen kunnen we dienaangaande
geen mededeelingen doen voor welker waarheid wy
instaan, want de bladen zjjn 't over den koning en
zija houding heel en al niet eens. Terwyl de een toch
zyn wegsmelting in tranen meldt, zegt de ander, dat
hjj zich aan de ganache aangelegenheid niet heeft
gestoord, kalm en bedaard een pas aangevangen spel
voortzettend toen hem zjjn moeders gedwongen vertrek
werd ter kennis gebracht. Nog al eenig verschil zou
men zoo zeggen, doch de verwarring wordt nog grooter
als wjj elders lozen, dat de vorst nog niets weet van
de verbanning van zyn moeder en uit Parijs wordt
het intervieuw van Koning Milan met een der redac
teurs van de Soleil medegedeeld, volgens hetwelk de
jonge koning 't met zijn eigen persoontje en met
hem door zjjn vader toegezonden vruchten vrjj wat
drukker heeft dan met het lot, dat zjjn moeder beeft
getroffen
Volgens mededeeling van de Servische machtheb-
bendoo, had de regeering der koningin aangeboden
een vertrek met koninklijke eerbewijzen van den Konak
uit, nog wel onder geleide van den koning, terwyl
dan tevens de verbanningsperiode zou zyn ingekort.
De koningin heeft dit alles echter geweigerd en zij
draagt dus feitelyk de schuld van de bloodvergiefciog,
al is haar houding ook die van de ongelukkige moeder
en de lydende onschuld. De treurige feiten zyn door
haar gewild, zyn uitgelokt door haar would be lijd
zame houding; onderwerping en lijdzaamheid zijn
kostelyke deugden, maar ze moeten te juister tyd
worden beoefend, en toen koningin Natalie zich toe
gevend toonde, was 't te laat, reeds had er bloed ge
stroomd en de lijdzaamheid kon eer schaden dan baten.
Maandag zyn er twee dooden gevallen benevens 46
verwonden, raeerendeels militairen.
Rusland bewaart een passieve houding, wel verbergt
men zyn sympathie voor de schoone vrouw niet, maar
men toont tot inmenging geen lust, hoewel men vindt
dat er wel wat omzichtiger had gehandeld kunnen
worden. De ex-koningin, die nu 31 jaar oud is en
sinds October 1888 van koning Milan gescheiden leeft,
bljjft gedurende de zomer te Sinaia (Rumenië) en gaat
den winter te Parjjs doorbrengen.
Rusland.
Wraak van een weduwnaar. Een geneesheer te
St. Petersburg had onlangB de vrouw van een bewoner
dier stad onder behandeling, maar belaas zonder goed
gevolg. Nadat hy reeds verscheidene gencosmiddelen
had voorgeschreven, nam hy zyn toevlucht tot een
byzonder sterke artsenij en deelde den echtgenoot der
zieke mede, dat deze bepaald wel helpen zou.
Den volgenden morgen overleed de vrouw echter.
De weduwnaar schreef den dood aan het sterke middel
toe, werd woedend en besloot zich op den dokter te
wreken. Hy deed dat op zeer eigenaardige wjjze; bij
nam het recept, waarop het laatste middel was voor
geschreven, en bevestigde het aan het kruis, dat bjj
op het graf zjjner vrouw had doen oprichten. Iedereen
kon op die manier de artsenij, waarvan zjj gestorven
was" en den naam van den dokter lezen. De genees
heer hoorde van het geval en zag er een toeleg in om
hem in zyn goeden naam en zjjn practijk te benadeelen
hy diende een aanklacht tegen den weduwnaar in en
dezer dagen zal de rechter in deze zonderlinge aange
legenheid te beslissen hebben.
St, Petersburg,25 Mei. De czaar vertrok
heden per extratrein naar Moskou, waar hjj tien
dagen in het Kremlin zal vertoeven.
De kroonprins is Zaterdag te Wladiwostok aange
komen en ontving den algemeenen gouverneur, baron
Korff, aan boord. Gisteren begaf by zich in statie naai
de kerk, waar een dankdienst werd gehouden, 's Middags
werd. allerwege aangekondigd, dat de kroonprins een
keizérlyk bevelschrift bezit, waarbij den gouverneurs
"het recht gegeven wordt verschillende misdadigers te
begenadigen; nog zeide de kroonprins gekomen te zyn
omde eerste spade te Usauri in den grond te steken
voor den spoorweg, die geheel Siberië moet doorkruisen.
De kroonprins aanvaardde nog het bevel over het Iste
Oostsiberische jagersregiment.
Frankrijk.
Een eierhandelaar te Parjjs had het ongeluk
'savonds, toen hjj met een wagen beladen met zes groote
manden vol eieren van de »gare de Lyon" naar huis
reed, dat de wagen omsloeg; de zes manden vieleu en
al de eieren, 12,000 in getal, werden gebroken, op
straat een waren poel vormende.
Duitschland.
Uit Hanover wordt geseind dat in bet bijzyn eener
ontzaglyke menigte Maandag de begrafenis van mevrouw
Carré plaats heett gehad. Er waren verscheidene
directeuren van groote paardenspellen uit het buiten
land aanwezig, o. a. die van het Parijsche Hippodrome.
Het ljjk was in de kapel van het Strangrieder kerkhof
tentoongesteld en is daar voorloopig bygezet, om later
naar Amsterdam vervoerd te worden. De heer Carré,
die aan het hoofd gewond is, ging met moeite achter
de lijkkist, ondersteund door zyne vrienden, de gewezen
directeuren Basch en Mellini. De predikant dr. Helmor
hield eene treffende lykrede. Door een mannenkwartet
werd een lied gezongen en door de militaire muziek
der artillerie een treurmarsch gespeeld. De kist was
prachtig met bloemen en kransen versierd. Vergezeld
van zijne jongste dochter en zyne drie zonen, die alle
bjj het ongeluk verwond ziju en het verband nog
droegen, knielde de diepbedroefde vader by de groeve
neder. Het was een alleraandoenlykst tafereel.
Nederland.
Heerenvoen, 26 Mei. De te Lemmer gearres
teerde personen Smeding en Hagenberg zyn Maandag
op last der justitie in vrjjheid gesteld, daar het ge
bleken is, dat zij aan 'den moord te Nieuwescboot
geheel onschuldig zjjn. Thans zjjn alle te dier zake
verdachten ontslagen, terwijl de justitie nog steeds
vruchteloos naar de schuldigen zoekt.
Amsterdam, 24 Mei. Iloewel de openluchtsmeeting
voor algemeen kiesrecht op de terreinen achter liet Rijks
museum eerst te 1 uur 's nam. zou aanvangen, waren de
deelnemers al vroeg in de weer. Reeds vóór tien uren in
den morgen zag men hen onder zware regenbuien van het
centraalstation en het Westerhoofd, waar de stoombooten
aanleggen, naar de verschillende verzamelplaatsen in de stad
trekken, om zich daar te vereenigen met de Amsterdamsche
partijgangers. Al die optochten kenmerkten zich door groote
kalmte, en het zich langzaam voortbewegend uitspansel van
glimmende regenschermen leverde een eigenaardigen aanblik.
Op het terrein, achter het Rijksmuseum, waren een achttal
spreekgetimmerten opgesteld en een tweetal muziektenten.
Bij aankomst der groepen werden de vaandels ontplooid en
aan de balustrade van het groote sport-afdak vastgehecht.
De vlaggen gaven eene aardige kleurencombinatie te aan
schouwen, waarin het rood den boventoon had. Het aantal
'der eigenlijke betoogers bleek niet bijster groot, maar toen
tegen den middag het weder opklaarde, zag men de nieuws
gierige Amsterdamsche burgers, velen vergezeld van vrouw
en kroost, in dichte drommen zich naar het terrein begeven,
zoodat op het uur van aanvang eene aanzienlijke menigte
bijeen was. De politie vertoonde zich nergens. Zij was dan
ook volkomen overbodig. Streng hielden de betoogers zich
aan het consigne om de vaandels, gedurende de wandeling
door de stad, opgerold te houden en de muziek te doen
zwijgen. Wij hebben slechts één oogenblik de trompet hooren
steken. Maar het was de bekende trompet van den bekenden
diamantwerker uit de bekende slijperij bij het Waterlooplein
welke trompet steeds eiken optocht die langs de fabriek
komt, van welke strekking ook, met eene fanfare pleegt te
begroeten. Deze neutrale trompettist posteert zich dan voor
een der open vensters en blaast er lustig op los, en de
overheid laat hem ongemoeid blazen.
Van de verschillende redevoeringen, op het sportterein
gehouden, drongen slechts enkele woorden en zinsneden tot
ons door. Uit den aard der zaak konden slechts die bevoor
rechten, welke de voorste plaatsen hadden bemachtigd, de
toespraken in haar geheel volgen. Om liet spreekgestoelte
van Domela Nieuwenhuis had zich de grootste menigte ge
groepeerd, en de hoegrootheid van populariteit der verschillende
sprekers kon men afmeten naar de hoeveelheid hoorders,
die zij om zich verzameld hadden. «Arbeiders sluit u aaneen"!
«Algemeen kiesrecht, een eisch des volks"«Ontworstelt u
aan den druk der bourgeoisie en der plutocratie" 1 enz. enz.,
waren de exclamaties, die in verschillenden toon en vorm
het oor trollen bij de onderscheiden spreekgestoelten.
Trouwens, men kon vooruit weten wat men te hooren zou
krijgen, en wie het nog niet wist, kon er zich een denkbeeld
van vormen uit de lezing van het »lCies- en stemrechtlied",
dat voor 1 cent aan den ingang verkocht werd.
Ik denk, dat er maar weinigen onder het volk zullen zijn,
die het verschil tusschen kies- en stemrecht recht vatten,
maar dat is tot daaraan toe. Het eerste couplet van bedoeld
lied luidt:
»Doe open de stembus: het volk staat er voor;
Doe 't gauw, of de boel gaat kapot 1
Ministers des Konings 1 verleen ons gehoor,
Wij wachten niet meer, ben je zot?
Doe open de stembus! het volk eisch zijn recht,