ZIERIKZEESCnl NIEUWSBODE.
Donderdag 20 Februari 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
NA Tl QUALE MILITIE.
BEKENDMAKING.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5969.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letterwordt naar plaatsruimte berekend.
Oproeping Verlofgangers der
lichting 1886.
De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis
van de belanghebbenden:
dat bij besluit van de Koningin-weduwe Regentes van
10 Februari 11. No. 14 is bepaald, dat krachtens art. 125
der milit'owet, dit jaar in werkelijken dienst moeten wor
den opgeroepen de Verlofgangers, behoorende tot de hierna
te vermelden korpsen van de lichting 1886 voor de tijd
vakken zooals hieronder is aangewezen:
het 2de en 6de Regiment Infanterie van
6 April tot IS April 1S91
het lsle Bataljon van het 3de Regiment
Infanterie van 9 Maart tot 21 Maart
1891;
het 2de, 3de en 4de Bataljon van het
3de Regiment Infanterie van 6 April
tot IS April 1891
bet 5de Bataljon van het 3d= Regiment
Infanterie van 20 April tot 2 Mei
1891.
Gezien de daartoe betrekkelijke Circulaire van den Com
missaris des Konings in deze provincie van 14 Februari
1891, A No. 308/1, 3e afdeeling (Provinciaal blad No. 23).
Roept bij deze op, de in deze gemeente wonende milicien
verlofgangers der lichting 1886 hierboven genoemd, om
overeenkomstig het daarbij bepaalde, op den tijd en de
plaris als in de aan hen uit te reiken order is vermeld,
tegenwoordig te zijn, voorzien van al de voorwerpen van
kleeding en uitrusting door hen bij hun vertrek met groot
verlof medegenomen, benevens van hun verlofpas, ten einde
rechtstreeks naar hun korps te vertrekken.
Voorts wordt te hunner kennis gebracht, dat zij, die in
gebreke blijven op den bepaalden dag onder de wapenen
te komen, bij hunne latere opkomst zooveel langer in
dienst zullen worden gehouden en die niet aan de oproc
ping voldoen volgens art. 145 der militiewet, als deserteur
zullen worden behandeld; terwijl zij die wegens ziekte niet
op den bepaalden tijd onder de wapenen komen, verplicht
zijn over te leggen een gelegaliseerd, op zegel geschreven
geneeskundig getuigschrift en zullen die, zoowel in het
algemeen belang van den dienst als om misbruik tegen te
gaan, te dier zake niet voor diligent worden gehouden,
maar verplicht zijn zich na hunne herstelling bij hun
korps te vervoegen, ten einde daarbij in den wapenhandel
geoefend te worden.
Zierikzee, den 24 Februari 1891.
De Burgemeester,
Ch. W. VERMEIJS.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee
maken bekend, dat de jaarlijksche HsiliVnsten-
nini'kt op DONDERDAG den 5 MAART e.k. alhier zal
gehouden worden, en dat de standplaats voor kramen zal
zyn op het Kraanplein by de Nieuwe Brug.
Zierikzee, den 25 Februari 1891.
De Burgemeester en Wethouders,
Ch. W. VERMEIJS, Burgemeester.
JAN SNELLEN, Secretaris.
Naar luid der geschiedenis zou de wijze Solon,
toen hem gevraagd werd, wien hij wel op aarde
gelukkig noemen zou, geantwoord hebben, niemand
kan gelukkig genoemd worden voor zijn dood. Met
hetzelfde recht zou men kunnen beweren, dat nie
mand in werkelijkheid groot kan worden genoemd
voor hij zijne levenstaak hier beneden heeft
geëindigd. De ondervinding leert het toch dagelijks,
dat zij, die men werkelijk groot en verheven waande,
zich plotseling doen kennen van eene zijde, die hen
dien eeretitel verder doen verbeuren. Tot voor
korten tijd erkenden vriend en vijand in JDuitsch-
lantl's eersten Rijkskanselier iemand van groote
gaven en verheven boven de gewone alledaagsheid,
doch na zijn val blijven er weinigen meer over, die
hem in werkelijkheid groot achten. Nog altijd geldt
de regel, dat het groot en edel is, onrecht te lijden,
doch wanneer men zooals dit bij Bismarck het
geval is, voortdurend toont zich niet te kunnen
schikken in de vernedering en op allerlei wijzen
daarover zijn spijt te kennen geeft, verbeurt men
den naam van een groot man. Toen Bismarck nog
aan het hoofd der Regeering stond, vvas hij steeds
uiterst gevoelig voor de wijze waarop de pers zich
over zijne regeeringsdaden uitliet. Op allerlei wijze
trachtte hij haar te breidelen. Dagbladcensuur en
inbeslagneming van couranten was onder zijn
bestuur niets ongewoons en thans zelf tot de
opfositie behoorende, ontziet bij zich niet van die
zelfde middelen, die hij eertijds zoo fel verfoeide,
en waarover hij zich bij elke mogelijkheid zoo
scherp uitliet, gebruik te maken en den tegenwoor-
digen Rijkskanselier of den Keizer dag op dag aan
te vallen. De beide hem trouw gebleven bladen
bevatten telkens heflige aanvallen tegen de regee-
ringspolitiek en zijdelings tegen den persoon des
Keizers. In de dagen zijner macht zou hij eene
dusdanige oppositie niet hebben geduld en haar als
landverraad hebben gebrandmerkt. De veront
schuldiging, door hem ingebracht dat hy niet han
delt uit wraak tegen dezen of genen, maar dat hij
zich als Duitscher verplicht acht zijne waarschuwende
stem te doen hooren, telkens en telkens weer als
hij meent dat de zaken niet gaan zooals dit be
hoorde, houdt geen steek. Den staatsman, ook den
gewezenen, stelt men andere eischen dan den staats
burger. Te verwonderen is het niet, dat het gerucht
de ronde doet, als zou de Keizer het geduld gaan
verhezen en een einde willen maken aan de voort
durende aanvallen van Von Bismarck. Deze zou het
gevaar inzien, dat hem dreigde en daarom reeds
besloten zijn, zich naar Engeland te begeven, waar
heen bij reeds belangrijke papieren zou hebben
verzonden. Ongelooflijk komt ons dit voor. Keizer
Wilhelm moge zoo nu en dan zijn toorn voelen op
wellen bij de eene of andere hatelijkheid, door den
gewezen Rijkskanselier hem toegeslingerd, tot harde
maatregelen achten wij hem noch Oaprivi tegen den
ouden gediende in staat. Trouwens het bericht, dat
Bismarck époedig den oud-Italiaanschen premier
Crispi als gast bij zich zal ontvangen, weerspreekt
dit. Het zal wel een belangrijk onderhoud zijn dat
deze twee staatslieden, thans beiden in ruste, met
elkander zullen hebben. Voor een goed deel zijn de
gebeurtenissen van het laatste tiental jaren door
ben voorbereiden hebben zij Europa bestuurdhun
invloed is grooter geweest dan ooit werd vermoed,
maar hun altreden heeft toch geen bijzondere stoornis
teweeggebracht in de Europeesehe toestanden. Ver
anderingen daarentegen zijn er genoeg uit hun af
treden voortgevloeid. Zoo is het streven tegenwoordig
in Duitscblaud heerschende om meer op goeden
voet met Rusland en Frankrijk te komen, werkelijk
indruischende tegen de gevolgde tactiek van Bismarck.
Openlijk wordt erkend, dat de verhouding tusschen
Duitscbland en Rusland inniger is geworden. En
ook tusschen Frankrijk en Duitschland is de ver
houding gunstiger dan zij sedert den oorlog is
geweest. De pasdwang in Elzas-Lotharingen, hoewel
nog niet geheel en al afgeschaft, wordt door
allerlei bepalingen zoozeer verzacht, dat weldra
de geheele opheffing er van kan worden te gemoet
gezien. Maar meer nog dan door deze en dergelijke
maatregelen, blijkt de toenadering van Duitsch
land tegen Frankrijk wel hierdoor, dat de keizerin
Frederik een bezoek brengt aan de Fransche
hoofdstad. En Frankrijk erkent deze toenadering,
en ten bewijze daarvan hebben de Fransche schilders
besloten hunne werken te zenden naar de internatio
nale tentoonstelling, die te Berlijn zal worden gehou
den. Evenals Frankrijk onlangs bij het uitschrijven
eener leening een groot financieel succes behaalde,
zoo thans Duitschland. De uitgeschreven leening
van 200 a 250 millioen Mark tegen 3 percent,
tegen een koers van 84.40, werd vijf en veertig
maal volteekend. Behalve in Duitschland werd druk
ingeschreven in Engeland eu Oostenrijk. Aan de
beurs had men getracht aan de leening afbreuk
te doen, door bet bericht te verspreiden, dat de
Keizer onwel was; dat dit onjuist is, bewijst wel
het feit, dat de Keizer juist op den dag der
inschrijving het feestmaal bijwoonde van het diner
van den Provincialen Landdag te Berlijn en daar
een redevoering hield.
Na de uitspreking der rede van den Premier
van het nieuw gevormde ministerie in Italië
waarbij het regeeringsprogram werd ontwikkeld,
is de kamer op re9e3 gegaan, ten einde de nieuwe
ministers de gelegenheid te geven hunne denkbeelden
op papier te brengen en te belichamen in wets
ontwerpen. Dat het nieuwe ministerie werkelijk in
de eerste plaats alles in het werk stellen wil,
ten einde eene verbetering in den financieelen
toestand te brengen, blijkt hieruit, dat de aan
gekondigde bezuinigingen, die eerst maar 30
millioen lire zouden bedragen, nu reed3 geklom
men zijn tot 50 millioen. Ook wil men alles in
het werk stellen, ten einde eene verbetering in
de handelsbetrekkingen met Frankrijk tot stand
te brengen. De ministers van Financiën en Koop
handel zullen te dien einde het kwijnen van den
uitvoerhandel ,naar Frankrijk terstond tot een
ernstig onderwerp van studie maken. Wel zal de
verhouding tusschen Frankrijk en Italië niet zoo
innig worden, als sommige opgewonden Franschen
dit onmiddellijk na den val van Crispi wachtten,
want de triple-alliantie blijft bestaan. Maar ten
bewijze hoezeer de opgewondenheid wel gaat, kan
dienen, dat werkelijk het denkbeeld is geopperd
om aan Italië Tripolis aan te bieden. Of de
beheerscher der geloovigen daajmede zoo maar
genoegen nemen zou, valt te betwijfelen.
In JKiigeland is weder eene ernstige werk
staking uitgebroken. De dokwerkers te Liverpool
hebben n.l. besloten het werk te slaken, indien
de reeders andere werklieden aannemen, dan zij die
lid van den werkliedenbond zijn. De reeders hebben
geantwoord, dat zij zich daartoe niet verbonden.
Bij deze uitspraak hebben zich ook de Londensche
reeders aangesloten, zoodat men nu van weerszijden
scherp tegenovev elkander staat. Dat onder deze
omstandigheden de handel van Engeland groot
gevaar loopt, spreekt van zelf. Indien de be
vrachters niet zeker zijn, dat hunne schepen op
den daartoe bestemden tijd zullen worden gelost,
verkiezen zij het natuurlijk eene andere bestem
mingsplaats te bepalen, waar die zekerheid wel
bestaat. De handel laat zich niet dwingen. Indien
hij niet goed bediend wordt, zoekt hij een uit
weg; hij verplaatst zich, tot schade voor hen,
die hem hinderpalen in den weg legden. Indien
de Engelsche werklieden dit begrepen, zouden zij
minder spoedig overgaan tot de chronisch wor
dende kwaal van werkstakingen.
Arg-entijnsclie Republiek.
Buenos-Ayres. 22 Febr. Volgens verhalen
van uit Cnili aangekomen vluchtelingen en volgen9 de
laatste berichten, hebben de opstandelingen Pisagua,
Iquique, Autologasta en Chameral ingenomen.
K uonos-Ayres, 22 Febr. Tusschen de op
standelingen en de gouvernementstroepen heeft by
Pisagua een gevecht plaats gehad, waarin de opstan
delingen geheel verslagen werden.
Amerika.
Een noodlottig ongeluk heeft te New-York plaats
gehad in een tunnel, by de 85th Street. Een naar
Newhaven bestemde trein is daar geloopen in een
stilstaanden ledigen trein, waar een aantal bedienden
bezig waren met schoonmaken van de waggons en ander
werk.
De treinen schoven in elkander en de verbrijzelde
wagens geraakten in brand. De passagiers van den
Newhaven-trein kwamen er, voor zoover bekend is,
allen ongedeerd of met eenige kneuzingen af; maar
van de menschen, die in den stilstaanden trein waren,
kwamen verscheidenen jammerlijk om het leven.
Hartverscheurend waren de angstkreten van de
ongelukkigen, die in de verbrijzelde wagens beklemd
zateD. Brandweermannen en politie-agenten waren
ijverig met hunne bjjlen in de weer, en het gelukte
hun, verscheidenen te bevrijden. Intnsschen werd aan
houdend water op de brandende wagens geworpen
maar het duurde eenigen tjjd, voor de vlammen ge-
bluscht waren, en men moest het machteloos bijwonen,
dat een man, die zoo beklemd in den verbrijzelden
achtersten waggon was, dat alleen zijn hoofd er "uit
stak, van onderen verbrandde. De ongelukkige stierf
een oogenblik nadat hjj bevrijd was.
Volgens de laatste berichten zijn bjj dit ongeluk
acht menschen gedood en verscheidene anderen gewond.
,nd.
In een winkel te Londen !Ïwam de vorige week een
joDgmensch binnen en koc'rt er handschoenen, ver
scheidene paren van de eeifete prjjzen. Een winkel
juffrouw, die alleen in den v'inkel was, bediende hem.
Het jonge mensch paste etji paar handschoenen heel
zorgvuldig en zei bedaard:
Schryf 't maar op. i
Alles is hier contant. I
Ik wil, dat je opachrijl). Ik betaal nooit dadeljjk.
Maar menheer 1
Asjeblieft, hier is mjjn feaartje!
Dit zeggende overhandigib hy de dame een ge
schreven visitekaartje. a
De winkeljuffrouw liep tiet een gil naar achter.
Toen de patroon kwam toegelneld, was de handschoen-
kooper reeds verdwenen. f
Op het kaartje stond: Ja-ik the Ripper."
De twyfel, of de sto Ar Sadler wel schuldig is
aan don juugstea moord ^Whitechapel neemt toe.
Het bloed op zijn kleederen is, zooals reeds gemeld
werd, verklaard door een gevecht met dok-arbeiders,
waarin hy een wond aan het hoofd bekwam, en ver
scheidene dokwerkers hebben zich by de politie aan
gemeld om de juistheid van Sadler's verklaringen
daaromtrent te bevestigen.
Ook de ongunstige indruk, welken het gesprek
maakte, dat een Londensch verslaggever met de vrouw
van den beschuldigde had, wordt weggenomen door
andere verklaringen van Sadler's vrouw in een gesprek
met een medewerker van den Chattem and Rochester
Observer.
Sadler's vrouw verklaarde dien verslaggever dat
»die heer uit Londen" slecht had weergegeven wat
zij had gezegd. Zij verklaarde, nooit te zullen gelooven,
dat Sadler, die altjjd, ook in dronkenschap, een goed
en teerhartig man was, een misdaad gepleegd zou
hebben als waarvan hij beschuldigd wordt.
Een ambtenaar bij de in- en uitvoerrechten te
Londen heeft op eigen hand een onderzoek omtrent
den geheimzinnigen vrouwen-moordenaar Jack the
Ripper ingesteld, dat zeer belangrijke uitkomsten
opleverde.
Hjj begon dat onderzoek in 1888 toen nog slechts
drie of vier van de moorden waren gepleegd. Men
veronderstelde toen algemeen, dat de moordenaar be
hoorde tot de bemanning van een schip, dat van Londen
op de eene of andere vreemde haven voer. Hij begon
daarom met de scheepsberichten over de laatste tien
maanden te doorzoeken, om te zien welk bijzonder
schip te Londen in de dokken lag op de verschillende
datums van de Whitechapel-moorden.
Hjj bevond, dat een klein schip, varende van Londen
en een niet ver verwijderde haven van het vasteland,
op die datums (de Kerstweek van 1887, 7 Aag., 31
Aug. en 7 Sept. 1888) te Londen was geweest. Ter-
wjjl hy bezig was met zijn onderzoek werden er nieuwe
moorden gepleegd, maar ook op de datums van die
misdaden was het bewuste schip in een der Londensche
dokken.
Een der moorden werd gepleegd toen het schip
op reis was; maar bij onderzoek bleek, dat een man,
die tot haar bemanning had behoord, thans aan boord
was van een ander Bchjp derzelfde onderneming, dat
te Londen lag. Die man -«„een vreemdeling werd
nu het voorwerp van het onderzoek van den ambte
naar. Deze ging daarbjj zeer Becuur te werk en hij
onderzocht zoo lang, dat, toen hij eindelijk der politie
kennis gaf van zijn vermoedens en de uitkomsten,
welke hy verkreeg, de verdachte man uit Londen
verdwenen was. Hjj kwam daar, voor zoover men kan
nagaan, nooit weer terug. Waarschijnlijk was er iets
van de onderzoekingen uitgelekt en werd hjj gewaar
schuwd.
Duitschland.
Een _13jarige jongen, die sinds eenige jareTi aan
longtering leed, werd in de universiteit-kliniek te
Bonn, gedurende 10 weken volgens Koch's methode
behandeld. Eerst kreeg hjj hevige koortsaanvallen, 11.
Zondag verliet hjj echter als volkomen genezen de
chting.
goed
uit.
Een vreeseljjke gebeurtenis heeft Vrijdag avond
te Berljjn plaats gehad. De 37jarige juffr. Ackermann,
eene oppassende vrouw, die zichzelf en haar drie kin
dertjes met mantelmaken onderhield, sedert zjj wegens
mishandeling gescheiden van haar man leefde, werd
in baar woning in de Badstraat door dien man over
vallen en doodeljjk gewond. De man jjlde daarop de
woning uit en wierp zich op den spoorweg, juist toen
er een trein aankwam. Op zjjn vreeseljjk verminkt
lijk vond men een brief, waarin hjj zjjn moeder ver
giffenis vraagt voor de uitvoering van het wel overlegde
plan, om eerst zjjn vrouw en daarna zichzelf te dooden.
De vrouw is nog in leven, maar haar toestand is
hoogst zorgeljjk.
Nederland.
Apeldoorn, 24 Febr. De bleek- en wasscherjj
van den heer Middelbeek te Ugchelen onder Beek
bergen, is heden morgen totaal afgebrand.
Arnhem. De heer Sp. in de Hommelstraat
alhier heeft sedert een paar jaren twee eekhoorntjes
in een kooi. Dr>zer dagen kwam hy tot de ontdekking,
dat het wjjfje aan een paar jongen het levenslicht had
geschonken, wat als een groote zeldzaamheid kan
worden beschouwd.
Amsterdam, 23 Febr. A! sedert geruimen tjjd
werden door de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat
schappij telkens koperen waterstoven uit de coupés
le en 2e kl. vermist.
Gisteravond is het aan de ijverige nasporingen van
de rechercheurs Panhorst en Vjerbeek gelukt den dader
van dien diefstal aan te houdqn. Deze, een werkman
van de maatschappjj, werd door hen betrapt toen hjj
14 stoven op een handkar vervoerde, hetgeen de aan
dacht van genoemde rechercheurs trok. Bjj aanhouding
door hunne vragen in 't nauw gebracht, bekende de
man zich reeds gedurende laDgen tjjd schuldig gemaakt
te hebben aan deze diefstallen en achtereenvolgens
150 stoven ontvreemd te hebben. Daar elke stoof een
waarde heeft van 42, is de maatschappjj benadeeld
voor 150 X 42 6300.
De stoven werden aan den uitdrager Nord, in de
Heintje-Hoekateeg, verkocht, die ze na ontvangst on-
middelljjk doormidden zaagde. Er werden er aldaar
nog eenige (doorgezaagd) in beslag genomen.
Mi«ï<Ielï>ur«-, 24 Febr. De heer M. B. G.
Hogerwaard is voornemens zjjn ontslag ia te dienen
als lid van den gemeenteraad alhier.
Ia een heden avond gehouden vergadering van
de liberale kiesvereeniging Eendracht maakt Macht"
is door den heer D. J. H. van Aken het debat over
de Legerwet ingeleid en is met algemeene stemmen
het praeadvies van de Liberale Unie in zake de Leger
wet aangenomen. Tot afgevaardigden naar de ver
gadering der Unie werden benoemd de heeren mr.
E. Fokker, D. J. H. van Aken en Herman Snjjders,
terwjjl tot plaatsvervangende afgevaardigden werden
benoemd de heeren A. de Vulder van Noorden, M.
Schuilenburg en jhr. mr. W. M. Snouck Hurgrocje.
Goes, 20 Febr. Het huiegezin was het onderwerp
der boeiende lezing, waarvan da. Meloen van Kloetiuge
voor de Jongelings-vereeniging optrad. De maatschappij
bestaat niet uit individuen, mannen, vrouwen en kin
deren, maar uit gezinnendeze zyn de levende orga
nen, waaruit de maatschappjj is opgebouwd. Als dus
de socialist de maatschappjj wil hervormen door af
schaffing van 't bezit, dan miskent hjj de waarde van
'thui9geziD, want daarvan is juist de grondslag: bezit.
Het gezin is de maatschappij in 't klein.
Men overdrjjve toch vooral niet door uitbreiding te
geven aan de maatschappeljjke rechten en plichten der
vrouw. Deze behoort in geene vrouwenvergaderingen,
maar thuis, dat zjj aangenaam te maken heeft voor den
man. De man is verplicht het huisgezin te onderhouden,
niet de vrouw.
Ongelukkig bestaat niet overal en altjjd voor den
man de mogelijkheid om aan die verplichting te vol
doen.
Kinderen worden nog door velen, als vroeger in Is
raël, beschouwd als een zegen des' Heeren. Groot is de
invloed der opvoeding, de taak van vader en moeder,
beide. De nuttige lessen in de jeugd gegeven, gaan
niet licht geheel uit het geheugen. Hoe vaak iB het
niet gebeurd, dat mannen stierven nog met den moeder
naam op de lippen.
Tegenwoordig is er veel en dreigend gevaar. Aan het
nauwlettendBt oog van den vader ontgaat niet zelden
het gevaar dat hun kinderen dreigt uit de boeben, die
zjj lezen. Er zjjn zeer gevaarljjke boeken, waarin het
grofste realisme op den voorgrond treedt (»De mensch
is wat hjj eet"); boeken die niets als heilig beschouwen,
die alles naar het naakt model schetsen, die denk
beelden bevatten als de nieuwe Gids. Er zou een groot
vuur aan te leggen zjjn van dergoljjke boeken.
Door de ouders moet voor hunne kinderen de stelling
in acht genomen worden, dat in een gezond lichaam
eene gezonde ziel kan wonen.
LaDge toespraken vervelen het kindeen enkele
kernachtige uitdrukking zal oneindig meer nut doen.
Groot moge het verdriet zyn der ouders bjj den dood
van een hunner lievelingen, nog grooter is het leed
over een levenden doode, als b.v. de verloren zoon.
Men denke aan David, rouw dragende over Abs&lon.
Neerlands groote dichter Vondel moest op hoogen
leeftijd pandjes boeken in de bank van leening, wjjl
zijn zoon alles doorgebracht had.
Uit eigen ondervinding kon de grijsaard de klacht
uiten
»De oudera felen 't kind en brengen 't groot met
smart;
»De kleine treedt op 't kleed; de groote trapt op
't hart.
Tot het huisgezin behooren ook de dienstboden, die,
omdat zjj ons dienen met hun art* en hunne kracht,
ook recht hebben op waardeeiiDg. Maar wat is ,ook
in dat opzicht veel veranderd. Het is eene schande
dienstbaar te zyn. Liever in eene betrekking. Maar de
schuld ligt niet alleen bjj de dienstbarenin het huis
gezin behoort men zich steeds te herinneren, de apos
tolische vermaningen omtrent de verhouding tuescüen
heeren en knechten, vrouwen en dienstmaagden."
Hat was een inderdaad hoogst nuttig woord, dat
ruim waard is in breeder kring bekend te worden.
Zaterdagavond vergaderde de liberale kies
vereeniging ter bespreking van het advies der Liberale
Unie omtrent het wetsontwerp tot regeling van den
krjjgsdienst. Dit advies strekt, zooals men weet, om
de wenBchelykheid te kennen te geven dat de hoofd
beginselen dier wet onveranderd worden aangenomen.
Hoofdbeginselen. Het is dus niet enkel de persoon
lijke dienstplicht, die het wetsontwerp beheerscht.
Om redenen, aan god Plutus bekend, was het bestuur
niet in staat geweest een inleider te doen overkomen;
maar ontwerp en preadvies beide waren in couranten
en allerlei getuigschriften zoo uitvoerig en zoo uiteen
loopend besproken, dat ieder der aanwezigen tenminste
de hoofdzaken kende, al had men nu juiBt niet
de 376 artikelen van het ontwerp met de bybehoorende
memorie van toelichting van buiten geleerd.
Nu dat bleek juist: sommigen hadden van het ont
werp studie genoeg gemaakt om eeu grondig debat te
kunnen inleiden. Al heel spoedig bleek dat enkelen Dog
verder gaan wilden en den algemeenen diensplicht
invoeren, waar echter tegen aangevoerd werd, dat het
huidige ontwerp allicht een overgangsmaatregel tot
algemeenen dienstplicht zou bunnen zyn. Nu men even
wel het betere niet krjjgen kan, moet men zich tevreden
stellen met het goede.
Allereerst werd aan eene kritiek onderworpen de
kosten; daarna de dienstvervaDging en eindeljjk den
langen diensttjjd.
De kosten zijn door den minister op circa 2 millioen,
door den heer van Houten daarentegen op 5 milloen
geraamd.
De afschaffing der plaatsvervanging zal ongetwjjfeld
nuttig werken, maar heeft toch hare schaduwzjjde, en
zal het zwaarst drukken op den burgerstand, wier
zonen nu op 19jarigen leeftjjd uit hunne betrekkingen
gerukt worden met gevaar die na expiratie van hun
diensttijd door een ander te zien ingenomen.
Ook de diensttijd dertien jaren is een bezwaar,
want al is het feiteljjk twee jaar minder dan onder
de bestaande wet, de bezwaren zjjn zooveel grooter.
Tot stemming overgegaan zjjnde, werden 9 stemmen
voor en 7 tegen het preadvies uitgebracht, zoodat den
afgevaardigden werd opgedragen op de algemeene ver
gadering hunne goedkeuring daaraan te geven.
Tot afgevaardigden werden benoemd de heeren J.M.
Kakebeeke en C. L. M. Lambrechtsen.
Nog moest voorzien worden in eene vacature als be
stuurslid, waartoe gekozen werd den heer D. Stigter.
Sclierpenxsse, 24 Febr. Dinsdagmorgen ver
voegde zich iemand van Scherpenisse bjj een geneesheer
te St. Maartensdjjk om een kies te laten trekken.
Deze kleine operatie gelukte zeer goed, doch kort
daarop werd de patient bewusteloos. Na een paar
uren werd hjj in dezen toestand per rijtuig thuis gebracht.
Toen hij eindelijk weer bjjgefeomen was bleek hjj geheel
krankzinnig te zyn, zoodat hjj voortdurend bewaakt
moet worden.
Bruinisse. 24 Febr. Ia de Zaterdagavond ge
houden vergadering der Nederl. visscheryvereeniging
afd. Bruinisse werd niet alleen besloten de plaatsing
aan te vragen van een blauwe secton in het kustlicht
van de slurf Wilhelminapolder), maar ook tot het
aanbrengen van een roode secton in het havenlicht
van Wemeldinge.
Brouwershaven, 23 Febr. In de ver
gadering van den Gemeenteraad van Zierikzee op
16 dezer, is door den Burgemeester (Voorzitter) ter
bestrjjding van het verzoek, om aan het adres van den
Gemeenteraad van Brouwershaven aan de Tweede Kamer
der Staten-Geoeraal, tot opheffing van het isolement
der eilanden Schouwen en Duiveland, adhaesie te ver-
leenen, onder meer als argument aangevoerd, dat slechts
door negen Gemeenteraden dusdanige adhaeBie was
ingezonden. 4-
Tot wegneming van den verzwakkenden indruk, die
dit onjuist motief mocht kunnen doen ontstaan, kan
vermeld worden, dat niet alleen door alle Gemeente-,
raden vaD Schouwen en Duiveland, geen enkele uit
gezonderd en zoo wjj goed zjjn ingelicht met algemeene
stemmeD, die adhaesie is verleend, maar dat ook alle
corporation van Handel, Landbouw en Yisscherjj en
zelfs particulieren in onze eilanden adressen van adhaesie-
betuiging hebben ingezonden.
Zierikzee, 24 Febr. De vjjfde Wintervergadering
van ons Departement der Nederlandsche Maatschappjj
ter bevordering van Nijverheid was zeer goed bezocht.
Vóór de pauze werden een aantal ingekomen
stukken behandelda. Een circulaire van het Depar
tement 'e Gravenhage over de Reorganisatie der
Maatschappjjb. Voorstellen ran de Departementen
Utrecht en Groningen over verschillende door de
Regeering ingediende wetten (betreffende Tolheffing,
Plaatseljjke belastingen en Plaatseljjk briefport); c.
Een Nota van Jhr. W. van Citters over Duinbeplan-
ting; d. Het bekende adres van den Gemeenteraad van
Brouwershaven.
Ia antwoord op dit adres werd besloten aan den
Gemeenteraad te kennen te geven, dat het Departe
ment zich krachtens de Wet der Maatschappij niet
kan wenden tot de Hooge Regeering en zich dus moet
bepalen met eene betuiging van ingenomenheid met de
door Brouwershaven gedane poging, om verbetering te
verkrygen in den staat van isolement der eilanden
Schouwen en Duiveland.
Ten anderen werd besloten een adres te zenden aan
den Minister van Waterstaat, Handel en Njjverheid,
ten einde eene betere postverbinding te verkrygen.
Ten derde werd aangenomen een voorstel van Mr. van
Eeten, om aan eene Commissie uit het Departement
een onderzoek op te dragen naar eene gewenechte
aansluiting aan het vaste land, vooral met het oog op
het goederenvervoer.
Eindelijk besprak vóór de pauze de heer W. Koole
op onderhoudende wijze eene ingekomen vraag over
het Heien. De heer Koole beantwoordde de vraag zeer
duideljjk; in eene inleiding zette hjj uiteen: waarom
er geheid wordt; vervolgens hoe er geheid wordt; in
de derde plaats kwam de spr. tot het op stuit heien.
Met enkele praktische wenken besloot bjj zjjne mede-
deeling.
Na de pauze trad als spreker op de Heer J. A. de
Bruyne, die eene zeer belangrjjke voordracht hield
over »Het maken van boeken". Achtereenvolgens be
handelde bjj de taak van den Schrijver, den Uitgever,
den Boekdrukker, den Boekbinder en den Boekhan
delaar. Het meest uitvoerig stond de spreker stil bjj
de behandeling van de Boekdrukkerjj. Eene expositie
van den heer H. Lakenman verduidelijkte de voordracht,
die door de talrjjk opgekomen leden met onverdeelde
belangstelling werd gevolgd.
Onder daverend applaus bracht de Voorzjtter van
het Departement aan de heeren W. Koole, ;J. A. de
Bruyne en H. Lakenman harteljjk dank voör hunne
bjjdragen tot deze vergadering.
Te Hoedekenskerke heeft iemand de muurtegels
van een nietig vertrekje aan een antiquaar verkocht
voor de kapitale som van ƒ1600.
Benoemd tot onderwyzer aan de openbare school
No. 1 te Groede P. Brakman aldaar.
Door de Ylissingsche politie is aangehouden en
naar de gevangenis te Middelburg overgebrach', een
22 jarige joDgen uit Middelburg, E. v. L. genaamd.
Hjj was vroeger slachtersknecht te Vlissingen en wordt
verdacht op naam van zyn voormaligen patroon zich
sigaren bjj een winkelier in de Walstraat te Ylissingen
te hebben doen afgeven.
Te Ooltgensplaat brak Zondagmiddag omstreeks
haK drie een vrjj hevige uitslaande brand uit in de
woning van den heer Wilhouwer, schoenmaker en win
kelier in galanterieën, aan de Voorstraat aldaar. De
kerkgebouwen liepen in eeu oogwenk leeg en van alle
zjjden werden onverwyld pogingen tot blubsching in het
werk gesteld. Dank zij der uitstekende werking van
een drietal handbrandspuiten, had men den brand
spoedig gebluscht- De braDd- en waterschade wordt op
800 a 1000 geraamd. Alles was tegen brandschade
verzekerd. Vermoedeljjk is de brand ontstaan door het
lekken van den schoortsteen.
Zierikzee, 25 Febr. Het gehoor, dat de heer
Enkelaar, als spreker op de laatste Nuts-lees vergadering
in dit seizoen, had, was klein, doch we zouden de
banale aanvulling >uitgelezen" gaarne vergoeljjkender-
wjjs bezigen, als we wisteD, welke maatstaf: rang,
stand, rjjke costumes, prachtvolle toiletjes, meer_ of
minder bevattelijkheid bjj een zoodanige beoordeeling
wordt aangenomen doch het heeft genoten, met
volle teugen genoten de bloemrjjke taal, den schoonen
vorm, waarin de spreker zjjn gedachten uitdrukte, zyn
onderwerp: Heiorich Heine, wie hij was, welke plaats
hjj onder Duitschland's dichters inneemt, kleedde.
Door een vluchtige biografie, waarin hy Heine als
mensch, door de opsporing en releveering van 's dichters
ideeëa uit zyn gewrochten, waarvan de Bpreker ver
scheidene in eigen woorden weergegeven, enkele on
vertaald voordroeg, welke ons Heine als artist deden
kennen, beantwoordde spreker de eerste vraag. Na
een vergeljj king van Heine met de Génestet, die naar
onze meening gevoeglyk achterwege had kunnen bljjven,
daar ze aan de zaak in kwestie niets af- of toedeed,
of het moet zjjn, dat ze eene aanvulling was van het
voorgaande, ging de heer Enkelaar 'over tot de be
antwoording der tweede vraag. Hy noemde Heine, na
Goetbe, Duitschland's grootste dichter. Bij de beoor
deeling van den door een deel zoo hoog gevierden,
door een ander deel zoozeer miskendep Bchijjver, mag
men het dualisme in diens persoonlijkheid, die zoo
sterk uit zyn werken spreekt, niet uit het oog ver
liezen, wat bjj vele critici het geval is geweest. Alles
weten is alles vergeven" misschien wat te sterk j
maar »alles weten is veel vergeven" geldt ook hier
en doet ons met veel verzoenen, waarover men Hein©
hard heeft gevallen.
Na de pauze gaf spreker als bjjdragen ten beste
een door hem op den inhoud waardige wjjze vertaalde
schets van de Duitsche schrjjfster Elise Polko, getiteld
Lodewjjk van Beethoven en een proeve van de nieuwere,
vaak zoo belachelyk voorgestelde richting in onze
poëzie misschien wel door eigen schuld van een
enkelen ongelukkigen vertegenwoordiger in het
zangerige, kunstvolle gedicht van de hand deB heeren
Frederik van Eeden >Aan de liefste", een proeve, die
zeker vele hoorders met deze nieuwe poëzie heeft
verzoend.
We eindigen met de verzekering, dat de heer Enke-
laar een goeden indruk bjj de leden van 't Nut met
hunne dames heeft achtergelaten.
De Tweede Kamer is bjj eengeroepen tegen 3
Maart, des namiddags te 3 ure.
Een der meest geachte veteranen van de Haagsche
balie, mr. Daniël van Eek zal zoo schrijft het Dag
blad voor Z.R. den 2en Maart a.s. het heugeljjk
voorrecht te beurt vallen, het tjjdstip te mogen her
denken, waarop hjj 50 jaren geleden zjjn eervolle loop
baan als advocaat aanving.
Het was op dien dag van het jaar 1841 dat deze
schrandere en scherpzinnige pleitbezorger voor het
toenmalig provinciaal gerechtshof in Zeeland als ad
vocaat werd beëedigd, nadat hij, tijdens professor Thor-
becke rector magnificus was, op eervolle wjjze tot
doctor in de beide rechten aan de hoogeschool te
Leiden op 16 Januari van dat jaar was bevorderd op
een academisch proefschrift, getiteldQuaestiones e
Libro I Codicis Civilis Neerlandica." Als leerling van
de professoren Tborbecke, Van AsseD, Tyieman en
Cock, toonde de jeugdige rechtsgeleerde aldra te Mid
delburg, dat de lesBen dezer hoogleeraren goede vruchten
hadden gedragen.
Niet alleen onderscheidde hjj zich aldaar in de praa-
tjjk, maar ook in het publiek leven trok bjj weldra
de aandacht, met het gevolg dat mr. D. van Eek in
1848 werd gekozen tot lid van de Tweede Kamer,
aanvankeljjk voor Terneuzen, later voor het noottt-