ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE.
Donderdag 29 Januari 1891.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAGDONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5957.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en "Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
De ondergeteekende verzoekt
allen, die het door hen over 1890
verschuldigde wegens HOOFDELIJKEN
OMSLAG, HONDENBELASTING, PACHT
of uit anderen hoofde, nog niet hebben
afbetaald, het achterstallige ten spoedigste
aan te zuiveren.
Zierikzee, den 28 Januari 1891.
De Gemeente-Ontvauger,
OLIVIER.
Nauwelijks is het jaar 1891 begonnen, of de wereld
geschiedenis verkondigt wederom op nieuw, dat de
dood blijft bestaan, bij al wat verandert of verdwijnt.
Nog is de eerste maand niet ten einde, of gansch
Europa en BBclgië in het bijsonder wordt er aan
herinnerd, dat bet rijk van den onverbiddelijken man
met de zeis blijft bestaan, en hij neervelt wien hij
verkiest. Op het laatst van 1890 velde hij een ruim
70jarigen vorst ter neder, waarvan men reeds lang
te voren het einde had gevreesd, in de eerste dagen
van '91 ontrukt hij een jongen man aan zijn ouders
en aan zijn volkeen jongeling, in de kracht zijns
levens, op wien de gansche Belgische natie hare hoop
had gevestigd. Zonderling spel van het noodlot! Wel
mocht koning Leopold in December van het vorige
jaar tot iemand zijner omgeving zeggen»met vrees
zie ik de volgende maand naderende noodlottigste
gebeurtenissen hebben mijne familie steeds in Januari
getroffen". Het was in Januari 1890, dat een ver
schrikkelijke brand het paleis te Laeken verwoestte;
in Januari 1889 stierf plotseling 's konings schoonzoon,
aartshertog Rudolf, en op 22 Januari 1869 had het
koninklijk gezin den dood van 's konings eenigen zoon,
den hertog van Brabant, te beweenen. En nu, juist
twee en twintig jaar later, stierf de vermoedelijke
troonopvolger prins Boudewijn, nog slechts 21 jaar oud.
Geboren den 3 Juni 1869, was de prins een krachtig
jongmensch, met een blozend en gezond uiterlijk en
van een rijzige gestalte. Van eene zachte, kalme
natuur, begaafd met een helderen geest en een in
nemend karakter, werd hij door de personen, die in
zijne omgeving verkeerden, hooggeacht en was hij de
lieveling des volks, de hoop der Belgen. Het Vlaamsche
volk vooral wijdde hem eene bijzondere liefde toe,
omdat hij de eerste zijner familie was, die met evenveel
gemak zich in het Vlaamsch als in het Fransch uit
drukte, en die dit ook gaarne bij plechtige gelegenheden
deed. Toen hij in eene vergadering van Vlaamsch-
gezinden te Brussel zich voor het eerst van deze taal
bediende, was de geestdrift buitengemeen en werd hij
>Onzen Vlaamschen Prins" genoemd; een naam, die
uitspreekt welke verwachtingen het Vlaamschgezinde
volk van hem koesterde. Te verwonderen is het niet,
dat 2ijn plotselingen dood slechts eene geringe
ongesteldheid ging zijn dood vooraf diepe rouw
veroorzaakt in de harten der Belgen. Wat zal de
toekomst geven? De koning, we zeiden het reeds,
heeft geen zonen en zijn broeder, de graaf van Vlaan
deren, heeft zoo goed als afstand gedaan van de kroon,
zoodat diens eenig overgebleven zoon, prins Albert, nu
den vermoedelijken troonopvolger is. Deze bereikt in
April zijn 16e jaar en is de laatste mannelijke afstam
meling van het vorstenhuis. Te verwonderen is het
niet, dat deze droeve gebeurtenis de aandacht afvoert
van de groote vraag, die geheel België bezighield:
vóór of tegen eene grondwetsherziening, meer in het
bijzonder vóór of tegen de uitbreiding van het kiesrecht.
Deze beweging, uitgegaan van de liberale partij en
belichuaind door het indienen tan een verzoek tot
grondwetsherziening bij de Kamer, heeft aanleiding
gegeven tot eene manifestatie der Brusselsche werk
lieden op Dinsdag j.l. Ruim 6000 personen namen
daaraan deel. Daar de voorzitter der Kamer geweigerd
had het adres, waarbij de herziening werd gevraagd,
in ontvangst te nemen, werd het den burgemeester
van Brussel, in zijne hoedanigheid van afgevaardigde,
ter hand gesteld, die zich bereid verklaarde, het bij
de Kamer in te dienen. Vreemd is het, dat de regeering
het noodig had geacht, om ter gelegenheid dezer
manifestatie niet minder dan twee lichtingen der
nationale militie, 15,000 man, onder de wapenen te
roepen, ondanks de plechtige verzekering van den
burgemeester van Brussel, dat hij volkomen instond
voor de handhaving der goede orde bij deze gelegen
heid. Niet te verwonderen was het dan ook, dat de
heer Jansen, een der liberale leden voor Brussel, de
regeering interpelleerde over dezen maatregel. De
minister-president antwoordde, dat de regeering daar
toe besloten had, omdat zij onder alle omstandigheden
de orde en de openbare rust wil handhaven. Er waren
bedreigingen geuit tegen de Kroon en tegen de Kamer,
en al wil de regeering, dat het allerbelangrijkst
vraagstuk, dat thans aan de orde is, worde onderzocht
en behandeld, die behandeling moet zonder eenige
pressie plaats hebben en niemand ook maar één oogen-
blik kunnen twijfelen aan de onvoorwaardelijke vrijheid
der Kamer bij hare beraadslagingen.
Het wetsontwerp, betreffende de zoogenaamde Spen-
gelden, de gelden, ingehouden op de traktementen der
bisschoppen, is door de Duitsclie regeering bij den
Pruisischen Landdag ingediend.. De regeering stelt
voor, het geheele kapitaal, ongeveer 16 millioen Mark,
ter beschikking te stellen van bisdommen, welke door
gemis van rijksuitkeeringen tijdens den Kulturkampf
tot vorming van dit fonds hebben bijgedragen. Hetgeen
na de uitkeering der schadeloosstelling, die door een
commissie zal worden bepaald, nog overblijft, wordt
door de hoofden der bisdommen besteed tot het onder
steunen der gemeenten, als deze kerken willen bouwen
of herstellen of tot andere uitsluitend tot ondersteu
ning der kerk dienende doeleinden. Het hoofd van
elk diocese is verplicht den minister van eeredienst
verantwoording af te leggen van de wijze, waarop
het geld is besteed. De heer Windhorst heeft reeds
zijn dank aan de regeering hetuigd voor hare wel
willendheid.
In Flngeland duurt de werkstaking der beambten
aan de Schotsche spoorwegen steeds voort. Yier weken
duurt dezen toestand nu reeds en alle pogingen,
door de directeuren gedaan om tot een vergelijk te
komen, zijn met eene weigering beantwoord. De direc
teuren erkennen, dat de toestanden in meer dan één
opzicht te wenschen overlaten, maar zij willen daarin
eerst verbetering brengen, wanneer de beambten hun
werk hebben hervat. De nood is intusschen buiten
gewoon groot, want behalve de 6000 werkstakers, die
althans nog eenigen onderstand ontvangen, moeten
tienduizenden arbeiders in kolenmijnen, hoogovens,
dokken enz. ledig loopen, zonder dat zij door iemand
worden geholpen. In het Lagerhuis is door een lid
eene motie voorgesteld, waarin wordt afgekeurd, dat
de directeuren der Schotsche spoorwegen te veel werk
eischen van hunne werklieden. Nadat de voorsteller
geweigerd had op verzoek der regeering deze motie
in te trekken, werd zij verworpen. De onderhande
lingen met Amerika over het geschil over de Behring-
zee hebben den gewonen diplomatieken loop.
De Xtaliannsche Kamer heeft hare werkzaam
heden hervat. Crispi heeft de urgentie gevraagd vcor
het wetsontwerp tot reorganisatie der prefecturen en
onderscheidene wetsontwerpen voor handelsverdragen.
In Chili duurt de opstand steeds voort en breidt
zich uit. De president zal eene manifestatie uitvaar
digen, waarbij hij verklaart, dat het congres de
constitutie heeft geschonden door te weigeren de
begrooting en de militaire wet goed te keuren. De
staat van beleg zal worden afgekondigd.
Amerika.
Mevr. Stanley verklaarde te Chicago aan een reporter,
dat zij al haar beat zal doen om Stanley te bewegen
niet meer naar Afrika terug te keeren, maar stil in
Engeland te gaan leven. Wilde hjj toch naar Afrika,
dan ging zjj natuurljjk mee; maar, voegde zjj er by,
wjj breken er ons voor 't oogenblik het hoofd nog niet
over.
Rusland.
In Rusland zijn dezer dagen weder groote massa's
sneeuw gevallen en tal van personen kwamen er, ten
gevolge van sneeuwstormen, om het leven. Yaak
drongen de wolven, door hoDger gekweld, tot in
dorpen door en tal van dieren, soms ook menschen,
werden door hen verslonden. In verscheidene dorps
scholen werd de Kerstvacantie voor onbepaalden tjjd
verlengd en die scholen bljjven voorloopig gesloten,
totdat de weersgesteldheid zachter zal zjjn geworden.
Men verstaat echter in Rusland beter dan ergens
anders de kunst om zich tegen de koude te beschermen.
Op de koudste dagen branden op de groote pleinen
in de steden groote stapels hout, zoodat de voorbij
gangers en voornamelyk koetsiers, dienstboden, werk
lieden eDZ., zich kunnen verwarmen of gratis thee
krijgen. In de huizen worden vaak de gangen en
trappen verwarmd en men stopt de naden van het be
nedengedeelte der venBters met leem dicht, ten einde
de koude buitenlucht te weren, terwijl enkel het hoven-
gedeelte open bljjft, om nu en dan versche lucht in
de vertrekken te kunnen brengen.
Op bijzonder koude winterdagen heerscht in Rusland
algeheele windstilte en vandaar dat men er eene over-
groote koude beter ban verdragen, dan zy, die Rusland
niet kennen, zich kunnen voorstellen.
Frankrijk.
Uit hoofde van de strenge en aanhoudende koude
is de Fransche regeering van alle kanten bestormd om
extra-onderBtenningen voor de armen. Om te beginnen
vroeg en verkreeg zy Dinsdag van Senaat en Kamer
reeds 2 millioen francs voor de weldadigheidsbureanx
en andere liefdadige instellingen van Parjjs en onder-
hoorigbeden. Maar inmiddels waren by den minister
van binnenlandsche zaken Constans, de aanvragen uit
de provinciën gestegen tot 3,600,000 fr., zoodat hjj
Woensdag nogmaals 4 millioen aanvroeg, welke natuur
lijk eveneens werden toegestaan. De min. van oorlog,
Freycinet, heeft zjjnerzijds 5000 stroozakken en even
zooveel wollen dekens beschikbaar gesteld, en de min.
van justitie beeft gelast dat gevangenen, diejuiBt hun
straftjjd volbracht hebben en geen huisvesting kunnen
vindeD, desverkiezende nog in de gevangenis mogen
blijven, totdat de koude is geweken; 700 van die
stakkers hebben reeds van dit aanbod gebruik gemaakt.
Ook zullen de zonder dab omzwervende bedelaars des
nachts in de politie-bureaux worden opgenomen.
Het gemeentebestuur te Parjjs heeft bepaald, dat dit
jaar op Vastenavond weder de »Vette Os" in optocht
mag worden rondgeleid, mits langs den geheelen weg
gecollecteerd worde voor de armen. De directeur
der staatsdomeinen heeft gelast, dat niemand wegens
het sprokkelen van dood hout mag vervolgd worden
tal van stadsbesturen volgden dit voorbeeld, soodat
allerwegen vrij gesprokkeld wordt. Ook van par
ticuliere zijde wordt de liefdadigheid vlytig beoefend;
de gebroeders Rotschild gaven opnieuw 100,000 frs.,
mevrouw Rotschild gaf 50,000, de senator Laubespin
30,000, enz.
Dezer dagen stierf te Parjjs een gewezen gemeente
raadslid den hongerdood. Hjj heette Manier, was van
1879 tot 1884 lid van den raad en had vroeger een
aanzienlyk vermogen. Toen hjj arm werd, betrok hjj,
met zjjn vrouw, een armzalige woniDg in een achter
buurt. Drie maanden geleden stierf zjjne echtgenoote
en nu kwam hjj in nog grooter nood. Hjj wendde zich,
aangezien hy indertyd onderwyzer was geweest, om
onderhoud tot den minister van onderwijs en deze
stuurde hem honderd gulden, die echter spoedig ver
dwenen waren.
Daarop vervoegde zich de man tot den gemeente
raad, die hem met een kluitje in het riet stuurde.
Oud, ziek en hongerig sleepte bjj zich, in de vorige
week, naar het bureau van den bestuurder zjjner wijk.
Men had geen geld ter beschikking en hjj moest een
paar dagen wachten. Besloten werd den armen man
vijfhonderd gulden te geven, maar toen die kwamen
was de ongelukkige, tengevolge van uitputting en ont
bering, reeds gestorven.
België.
De dood van Prins Boudewijn.
Tengevolge van den uitdrukkeljjken wensch der
gravin van Ylaanderen is het volgende communiqué,
door haar zelve opgesteld, door alle Belgische bladen
gepubliceerd, ten einde onjuiste mededeelingen, omtrent
de ziekte en den dood van prins Boudewjjn verspreid,
te recti ficeeren.
•Prins Boudewyn is op Woensdag den 14en Januari
j.l. voor het laatst uitgegaan. Hjj heeft toen koude
gevat en Zaterdagochtend noodzaakte eene gastrische
aandoening hem het bed te houden. Doctor Mélis, die
hem behandelde, maakte zich volstrekt niet ODgerust.
Dinsdag ochtend vertoonde zich een schijnbaar goed
aardige aandoening van de loDg. Dr. Muller werd toen
terstond in consult geroepen. De ziekte had een gere
geld en zeer bevredigend verloop, en Donderdagmiddag
bleek zelfs de koorts belangrjjk minder te zjjn. Te
drie uur 's namiddags had er eene bloedstorting in de
nieren plaats. De geneesheeren verlangden toen met
dr. Rommelaere te raadplegen, die te half zes kwam
en evenals zjjne collega's den toestand ernstig, maar
in de verte niet hopeloos achtte. Toen echter in den
loop van den avond de ljjder zwakker werd, gaven de
geneesheeren den raad den prins het laatste oliesel toe
te dienen, dat hjj met volkomen bewustzjjn ontving.
De Koning en de Koningin, van de omstandigheden
onderricht, kwamen te half negen van Laeken en
verlieten te kwart over negenen het paleis weder, na
van de geneesheeren zelve vernomen te hebben, dat er
kans op genezing bestond. Tegen middernacht werd
de toestand bedenkelijker en te kwart voor tweeën
overleed de prins".
Het uiterlyk van den prins, dat eenige uren na zjjn
dood zoo veranderd was, heeft zich als 't ware verbe
terd; de trekken van den ongelukkigen jongen", zegt
een berichtgever, waren Zaterdagmorgen zeer goed
herkenbaar. Hy ligt daar in zjjn groot tenue te midden
van bloemen en kransen op zjjn legerstede zoo kalm,
dat het is alsof de jonge kapitein der karabiniers te
midden van die bloemen is ingeslapen.
Bjj de teraardebestelling verwacht men den oom van
den overledene, Vorst Leopold van Hohenzollern en
diens zoon, den Hertog van Aumale en prins Victor
Bonaparte.
Aan prinses Honriëtte is nog ^jet pedegedeeld, dat
haar broeder is overleden. Zij is echter voorbereid én
morgen zal een der doctoren zich met de zware taak
belasten haar in kennis te stellen met het geleden
verlies.
Antwerpen, 24 Jan. De scheepvaart op. de
Schelde wordt te middernacht officieel heropend. Yan
dat oogenblik af zullen loodsen te krijgen zijn voor
stoomschepen van een bepaalde tonnenmaat; morgen
wordt de vaart heropend voor alle stoomschepen, Maan
dag ook voor zeilschepen.
Nederland.
Amsterdam, 26 Jan. Door mevrouw de
weduwe Y. C. Dyckmeester—Lans is een schrijven tot
den gemeenteraad gericht van den volgenden inhoud:
>Uit de openbaar gemaakte stukken in zake dequaestie
met den commandant der brandweer, is mij gebleken,
dat de heer Van Moock verklaard heeft, dat mijn
overleden echtgenoot (in leven commandant der brand
weer) indertyd moeieljjkheden zou hebben gehad met
den burgemeester, en dat er eene minder goede ver
standhouding tusschen heiden zou hebben bestaan.
Ik veroorloof mjj de vrjjheid tegen deze schennis
der nagedachtenis van mijn betreurden echtgenoot op
te komen.
Geheel onderschrijf ik, wat in het rapport van
Burg. en Weth. te dezer zake is aangevoerd, en leg
ik gaarne de verklaring af, dat er tusschen den bur
gemeester en de leden van het Dageljjksch Bestuur
en mjjn echtgenoot steeds de meest aangename ver
houding heeft bestaan, waarvan ik ook na het overlyden
van mjjn echtgenoot de bewjjzen heb mogen onder
vinden".
Nu de straten te Amsterdam geheel van de
sneeuwlaag zjjn ontdaaD, bljjkt dat de zeer felle koude
een nadeeligen invloed op de asphaltbestrating heeft
gehad.
Op den Nieuwendjjk en in de Kalverstraat ziet men
op verschillende punten, over de volle breedte van den
rjjweg scheuren, en in laatstgemelde Btraat bovendien
kuilen, zoodat de cementen onderlaag bloot ligt.
Amsterdam, 26 Jan. Het b.s. »European",
op weg naar Hull, is in het Noordzeekanaal door het
jjs lek geworden en nabjj Yelzen op de Zuidbank ge
zet. De scheepvaart is daardoor gestremd. Centrifugaal-
pompen en sleepbooten zjjn ter assistentie gezonden.
Het jHandelsblad ontvangt het volgende schrjjven
ter plaatsing.
OPEN BRIEF
aan
den Hoog Edel Gestrengen Heer
Mr. L. W. C. Keuchenius,
Lid van de Tweede Kamer der Staten-G ener aal,
's Hage.
HoogEdelgesir. Heer.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal d.d. 20 Januari 1.1. heeft u goedgevonden
een citaat te doen uit het door mjj gesprokene in de
Eerste Kamer d.d. 30 Oct. 1.1. om daaraan een aanval
tegen mjj te verbinden.
Zoo het ridderljjk is, den afwezigen vriend te ver
dedigen, ik twijfel of hetzelfde kan worden gezegd
van het aanvallen van den afwezigen tegenstander.
Maar over den smaak valt niet te redetwisten.
Evenmin vind ik het kiesch in een der beide Kamers
critiek te leveren over hetgeen in de andere gesproken
is, vooral als die critiek een persoonlijk karakter
draagt; maar ook hier wensch ik u niet te wrakeD,
al zal ik mij wel hoeden u na te volgen.
Myndoel is eenvoudig, uwe en mjjne woorden tegenover
elkander te stellen, opdat zij, die de Handelingen niet
lezeD, beoordeelen kunnen, wat er waar is van uwe
beweringen.
Ik sprak op 30 October 1.1.:
»Ik kom thans aan een oaderwerp dat voor mij
eene hoogst pijnljjke zjjde heeft. Ik moet een oogen
blik spreken over het anti-semitisme. Ik hecht er voor
Nederland geen beteekeniB aan. Ik beschouw het als
een sporadisch verBchjjnsel, dat evenals influenza en
cholera voorbygaat; dat intellectueel en moreel zwakke
gestellen aantast, maar geen vat heeft op de kern
van het volk. Ik zeg dit omdat wjj leven in een land,
dat vóór 500 jaren de overal verstooten bannelingen
heeft opgenomen en gemaakt heeft tot vrjje burgers
in den vrijen Staat. Dat land verloochent niet zjjn
verleden. Ik geloof dat ons vaderland tegen de baccillen
van het anti-semitisme behoorljjk ia gevaccineerd".
Gjj antwoordt daarop als volgt:
•Mjjnheer de Voorzitter! Ook mjj is het pynlyk te
spreken over deze zaak, omdat ik altjjd bevreesd ben
een volk te krenken, dat mjj als het uitverkoren volk
van God, altjjd lief bljjft; maar wanneer een jood,
sprekende van het anti-semitisme, zegt dat het vader
land tegen de baccillen van het anti-semitisme behoor
ljjk is gevaccineerd, dan mag ik niet geheel zwygen,
dewijl ik geloof dat hjj met zulke vergelijking de be-
Ijjders van het Christendom krenkt; dewijl het toch
alleen het Christendom is waarom en waardoor Israël
altjjd reden heett te roemen over de gaBtvrjjheid in
Nederland reeds eeuwen lang genoten en over den
eerbied, hier aan de rechte vryheden van Israël betoond.
•Wanneer de heer Wertheim spreken mag van het
Christendom als van vaccine, waarmede men inent,
dan doet hjj aan dat Christendom zelf onrecht, dan
is die vergeljjking van hetgeen ons heilig is met de
etterstof van eene vuile pokpuist, eene beleediging van
het Christendom.
•De heer Wertheim zoude het niet gaarne hooren
dat een christen sprak van de baccillen van het
semitisme".
Zoovele beweringen zoovele onjuistheden.
1°. Door mjj is het Christendom noch bedoeld,
noch is er door mjj op gezinspeeld. Veel minder een
verband gezocht tusschen Christendom en anti-semitisme.
Het Christendom is voor mij, al behoor ik niet tot
zjjne beleiders, eene verheffende leer van vrede, ver
zoening, en verdraagzaamheid en liefde.
Het anti-semitisme daarentegen, de wrange vrucht
van hartstocht, njjd, onverdraagzaamheid en rassenhaat.
Hoe gjj die beiden aan elkander kunt koppeleD, is
mjj onbegrjjpeljjk.
Doe het nochtans als gjj wilt maar ik moet u
verbieden er mjjn naam in het vervolg aan te ver
binden.
2°. Schijnt door u geheel toevallig over het hoofd
te zijn gezien, dat wij beiden zitting hebben onder de
bepaling der grondwet, dat de Staten-Generaal het
geheele Nederlandsche volk vertegenwoordigen.
Ik zit dus niet als Jood noch voor Joden. Miju ge
heel verleden bewijst dat ik geen onderscheid ken noch
maak tusschen de verschillende gezindten, maar mjj
laat leiden door beschouwingen aan hooger orde ont
leend, al ben ik er ook slechts de zwakke vertegen
woordiger van.
3°. Heb ik in strijd met uw verwijt, de Nederlandsche
gastvrjjheid in het verleden dankbaar herdacht.
Thans is echter van gastvrijheid geen sprake meer,
want gij en ik zijn beide Staatsburgers met geljjke
rechten en plichten. Ik ben niet uw gast en gjj zijt
niet mijn gastheer maar gesteld eens, gij waart het,
dan neemt gjj de honneurs al vrij gebrekkig waar.
4°. Hoe gij het Christendom bjj de vaccine haalt
en mij beschuldigt het eerste te beleedigen ontgaat
mjjn leekenverBtand.
Dat gij de vaccine »de etterstof van een vuile pok
puist" noemt, móge een theologische metafoor zjjn, op
geneeskundig gebied heeft het reeds lang afgedaan.
5°. Als het n lust van de baccil van het semitisme
te spreken doe het gerust. Uwe liefde voor het
Jodendom zal er schitterend bjj uitkomen.
En nu ten slotte dit
Ik heb, naïef genoeg, mij vroeger wel eens illusie
gemaakt, dat wij, hoe verschillend onze levensopvatting
ook zy, konden samengaan, omdat boven hetgeen ons
verdeelt staat wat ons behoort te vereenigen
dat is de liefde tot het gemeenschappeljjk vaderland
het plichtbesef, de solidariteit der algemeene mensche-
ljjke belangen het geloof aan het Hoogere.
Gjj hebt mjj voorgoed van die illusie genezen en
iedere verloren ■.illuaie wordt een schat van levens
wijsheid.
Daarom beantwoord ik u slechts oppervlakkig en
niet au fond; want zooals mr. Gleichman het onlangs
in eene staatkundige vergadering zijn tegenstander
toevoegde:
Wij kunnen elkander toch nimmer verstaan.
Met achting,
Uw Dw.,
A. C. WERTHEIM.
Amsterdam, 23 Januari 1891.
's Gravenhage, 27 Jan. De afdeelingen van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben heden
een aanvang gemaakt met het onderzoek van de
staatsbegrooting voor 1891.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft Maandag
avond ten half negen uur hare werkzaamheden hervat.
Een aantal leden had bericht van verhindering ingezon
den, deels wegens het dooiweêr, deels wegens ijsbezetting,
deels wegens vertraging in de communicatie door den snel
trein. Nadat de geloofsbrieven van de nieuwbenoemde leden
voor Zuid-Holland, de heeren Cremers en Nebbens Sterling,
door eene Commissie waren onderzocht en de Kamer tot
hunne toelating had besloten, werden genoemde heeren door
den voorzitter, daartoe bij kon. besluit gemachtigd, beëedigd
en werden zij geluk gewenscht, waarop zij zitting namen.
Onder de ingekomen stukken behoorden de door de
Tweede Kamer aangenomen begrootingen v?n Koloniën en
Suriname, welke naar de afdeelingen werden verzonden.
Na afloop der openbare zitting kwam de centrale afdee-
ling bijeen tot verdere regeling der werkzaamheden.
's Gravenhage, 27 Jan. Tweede Kamer. In de
heden gehouden zitting is het algemeen begrootiugsdebat
voortgezet.
De heer Domela Nieuwenhuis critiseerde de houding van
den minister Lobman, die, z. i. wonderlijk genoeg met het
oog op zijn verleden, thans quand même voor het gezag
optreedt. Hij constateerde dat het debat heeft geleerd, hoe
van de liberalen noch de clericalen iets is te wachten;
evenmin als van deze regeering algemeen stemrecht. Hij
bleef ten slotte sterk aandringen op leniging van den nood
in deze buitengewone tijden.
De heer Kerdijk verdedigde de liberalen tegen het verwijt
van niets gedaan te hebben en meende dat de verdedigers
der regeering volstrekt niet aangetoond hebben, dat deze
trouw was gebleven aan haar program.
Hij drong verder aan op een onderzoek door de regee
ring naar de hulpbehoevende gemeenten, die niet behoorlijk
den nood van hunne armen kunnen lenigen en tevens om
de gemeentebesturen aan te sporen in den winter zooveel
mogelijk arbeid te doen verrichten.
Uitvoerig verdedigde deze spreker nog het algemeen kies
recht in den zin van losmaking van het kiesrecht van
bezit en eigendom; hij betoogde dat deze regeering ontrouw
is geworden aan hare eigen toezeggingen en er van haar
geen afdoende voorziening op dit punt te wachten is,
ofschoon het staatkundig en rechtvaardig is de volkswen-
schen te voorkomen.
De heer Mees betoogde, dat de hoofdvraag was: wat ge
bleken is van de toepassing en de toepasselijkheid der anti
revolutionaire beginselen als regeerings-beginselen. Op die
vraag was het antwoord bedroevend. De beginselen zijn
gebleken niet toepasselijk te zijn en hebben geleid tot eene
opportunistische politiek, aan de overzijde het zamengaan
met conservatieven en de verloochening van eigen inzicht.
Practische regeerkracht missen zij volkomen.
Maassluis, 26 Jan. Het Duitsche stoomschip
•Energie", gisteren ochtend naar zee vertrokken met
bestemming naar Middelburg, keerde gisteren avond
uit zee terug en rapporteerde aan den Hoek van
Holland, dat het Eng. stoomschip »Lero", van Baltimore
naar Rotterdam en een onbekend barkschip op de
Maasvlakte bij de Goeree waren gestrand, en dat zy
(•Energie") het s.e. »Lero" had vastgemaakt, doch
door het breken der trossen de poging moest opgeven
om het stoomschip af te slepen. De kapitein van de
•Lero" verlangde nu hulp van sleepbooten.
Hoewel het stormweder was, de wind W.Z.W. en
buiig, vertrok de sleepboot »Zuid-Holland", onder bevel
van kapitein J. van Rees, des avonds te ongeveer 10
uren uit den N. R. Waterweg naar de gevaarljjke
Maasvlakte, om de gestrande schepen hulp te ver-
leenen, daar de zee steeds moeiljjker werd en de wind
op uitschot stond.
Ongeveer 11 uur was de >Zuid-Holland" van den
sleepdienst L. Smit Co. naby de atrandingsplaats
genaderd, liet haar anker vallen vóór de »Lero" om
de sleepboot langzaam te laten zakken en een sleeptros
vast te krjjgen, doch naderbij komende werd van de
•Lero" geroepen, dat de vuren door het water reeds
waren uitgedoofd, het schip tot het tusschendek vol
water stond en de equipage besloten had het schip te
verlaten.
Vóórdat de »Zuid-Holland" pogingen aanwende om
de equipage over te nemeD, ging zij eerst nog naar
het barkschip om ook daarvan de bemanning te redden
doch daarbjj komende, scheen bedoeld schip geheel
verlaten te zjjn, daar er geen levend wezen aan boord
te bespeuren was; de sleepboot ging daarna weder met
spoed naar het stoomschip »Lero" terug, welks equipage
de reddingsboot gereed gemaakt had om daarmede aan
boord der »Zuid-Holland" te komen. Toen een paar man
met de reddingsboot waren overgekomen, zag kapitein
Van Rees dat dit met te veel gevaar gepaard ging,
om reden de wind W.N.W. geworden was en de zee
steed6 toenam,, waarna bjj besloot met de sleepboot
zelve langs de zjjde der »Lero" te gaan, om de be
manning over te nemen, hetgeen met zeer veel zorg
en beleid moest gebeuren, daar het gevaar om met de
Bleepboot tegen het schip geslingerd te worden, zeer
groot was.
Het gelukte echter alle manschappen, bestaande uit
25 personen, behouden aan boord te krjjgen, waarna
de sleepboot van langszjjdo stoomde, Da eerst de
reddingboot op sleeptouw genomen te hebben, en met
den meesten spoed naar den Waterweg vertrok. Onge
veer te 4 uur waren zy behouden binnen en te 5 uur
in de haven te Maassluis, alwaar de equipage der
•Lero" aan wal stapte, doch eerst allen met een
driewerf hoera en een handdruk de bemanning der
sleepboot Zuid-Holland" voor hunne uitstekende en
gevaarvolle diensten bedankten.
Later gingen zjj per sleepboot »Nieuwesluis" naar
Rotterdam, uitgezonderd de kapitein, machinist en 2
stuurlieden, die, zoodra het weder beter is, een onder
zoek naar hnn schip willen instellen.
De namen van de equipage der sleepboot •Zuid-
Holland" zjjn: J. van Rees, kapitein M. Djjkgraaf,
stuurmanC. Braad, 2e stuurmanC. A. P. Hoogendijk,
machinist; A. Biestheuvel, 2e machinist; G.Roodhard,
N. Rijke en J. Sljjkhuise, matrozen; J. de Vaal, J.
Snelleman en B. van den Heuvel, stokers.
Rotterdam, 26 Jan. Ia de Maas voor de stad
is weinig drjjijjs; een smalle streep drjjft met de eb
en vloed op en neer, wat echter volstrekt geen hin
dernis oplevert voor do vaart; de beweging van kleine
booten naar de handelsterreinen is in vollen gang.
Naar boven bjj Bolnes zit alles nog vast; de jjs»
brekers liggen thans nog aan de Oosterkade.
C*oes, 27 Jan. De weduwe Pieternella Oostakkers,
bekend onder den naam van Nelletje Pikdraad of het
oude Nelletje, die in 1889 onder een grooten toeloop
van belangstellenden haar honderdsten jaardag vierde,
is gisteren op 88-jarigen leeftyd overleden. Het oudje
liet zich de honderd jaren gemakkelijk aanleunen en
nam met gratie de haar toegedachte versnaperingen
aan, en toch was zij nog juist 14 jaar van de 100
verwjjderd.
In Dec. van het jaar 1872 kwam de jongeling
A. Snoep, geboren te Goes, toen werkzaam te Zierikzee,
aldaar op noodlottige wijze om het leven. Men vond
hem gestikt in de Zoute gracht en het vermoeden
werd geuit, dat zjjn dood een gevolg was van eene
misdaad. Werkeljjk ia er toen eene misdaad gepleegd.
Er is hier n.l. dezer dagen een schrjjven ontvangen,
waarbjj een onderzoek werd ingesteld of in Goes nog
betrekkingen van A. Snoep in leven waren. Uit dat
schrjjven blijkt, dat de overledene door drie andere
jongelingen in de bewuste sloot geduwd en gesmoord
is. Een van het drietal, die ernstig ongesteld was en
sinds gestorven is, heeft de misdaad bekend. Van de
beide andere is reeds één overleden, terwyl de andere
zich in Amerika bevindt.
Een wedstrijd tusschen een ruiter en een schaat
senrijder. De ruiter legde in 2 min. 45 sec., de
schaatsenrjjder in 3 min. den weg af van de gasfabriek
naar de brug van Wilhelminadorp. Over den weg
van daar naar het Sas reden beiden 5 min.
De schade, door den winter aan de te veld staande
vruchten teweeg gebracht, is moeieljjk na te gaan.
Maar in de groentetuinen heeft men al poolshoogte
genomen, en daar is de schade zeer groot. Alle kool"
soorten zjjn bedorven, prei, selderij, enz., grootendeels
onbruikbaar. Een tuinder, die ruim duizend broccoli
(voorjaars-bloemkool) had geplant, heeft geen enkele
overgehouden; al zyn »weeuwen"-planten zjjn verrot,
in 't kort, de tuinders zullen zich den winter van 1891
best kunnen herinneren.
Ttiolen. Maandag was het 40 jaar geleden, dat
de heer C. J. de Vulder van Noorden, burgemeester
alhier, lid van het vischbestuur der Zeeuwsohe stroo
men was geworden, waarvan hjj nu juist 25 jaar
voorzitter was. Yan zijne medebestuurders ontving hjj
een _prachtig aandenken, terwjjl van de vele schepen
in de haven ter eere van den jubilaris de Hollandscho
driekleur wapperde.
In den Eendracht voor Tholen is het jjs over
eene groote uitgestrektheid onveranderd vast gebleven.
De overtocht geschiedt per roeiboot. De postgemeenachap
is nu weder hersteld, maar geschiedt wegens gebrek aan
goede vervoermiddelen nog niet op de vastgestelde uren.
Bruinisse, 27 Jan. Door de vereeniging •Land
bouwbelang" alhier is in hare heden gehouden ver
gadering besloten een adres bjj de Tweede Kamer in
te dienon ter ondersteuning van het adres van den
Gemeenteraad te Brouwershaven tot het verkrjjgen
van de kortste verbinding met den vasten wal voor
Schouwen en Duiveland. Er werd te dien einde eene
commissie benoemd, die zich met het ontwerpen van
dit adres zal belasten. Leden dier commissie zyn de
heeren: C. Hage, C. Lemson, J. van VesBem, A. Mol
en J. Goudzwaard Jz.
Ouwerkerk, 26 Jan. De Gemeenteraad heeft
tot onderwijzer aan de openbare lagere Bc'nool alhier
benoemd, de heer A. Heule te Yrouwepolder, met 4
stemmen. De heer F. Mays te Zierikzee verkreeg 2
stemmen. Yoorgedragen waren de heeren Majjs, Heule,
beiden voornoemd, en B. J. van OoBt te St. Maartensdyk,
Zierikzee, 28 Jan. Ook door de stremming der
vaart traden gisteren avond in de vergadering van
ons Nuta-Departement twee stadgenooten als sprekers"
op. En waarlijk het publiek had zich niet te beklagen
over het gemis van een vreemden spreker.
De eerste, de heer J. A. de Bruyne, schetste op
boeiende wjjze eene reisbeschrijving door de Schotsche
Hooglanden. Niet eene droge beschrjjving van eene
reis gaf spreker, doch hjj deelde mede op bevattelijke
wjjze hetgeen daar in de steden, in de natuur enz.
te zien was; besprak het volk, zjjne geschiedenis, zjjne
sages enz. en al moest hij ons ook te midden der
Schotsche Hooglanden laten staan, voorzeker znllen
velen zjjner hoorders en hoorderessen hem op eene
verdere reis willen vergezellen.
De heer J. Franse gaf ten slotte een drietal bjjdragen,
als: Met ze'n achten, naar N. Beets, Jupiter van
Ten Kate en Vjjf Erwtjes van Andersen. Wie deze
gedichten en dezen spreker kent, zal begrypen dafc
ook dit gedeelte met het grootste genoegen werd
gehoord.
Yrjjdagnacht omstreeks half twaalf brak een
vrij hevige brand uit in de woning van den herbergier
en timmerman L. Padmos te Serooskerke. De brandweer
dier gemeente en de ter hulp ontboden spuit der
gemeente Noordwelle, waren spoedig op de plaats des
onheila aanwezig. Door den feilen ZW. wind aan
gewakkerd, mocht men er niet in slagen de belendende
gebouwen, alsmede de tegenover het brandende perceel
staande schuur van den herbergier en landbouwer
L. Hanse te behouden. Alles is verzekerd. Oorzaak
onbekend.
Tot postbode van Kortgene op Wolfertsdjjk ïb,
ingaande 1 Febr., benoemd J. Yan der Giezen Az.
te Wolfertsdyk.
By de administratie der posteryen zyn verplaatst
de commiezen 2e klasse W. E. Carp van Middelburg
naar Utrecht; H. M, Greven 3e klasse van Groningen
naav Middelburg; M. A. Ramondt 4e klasse van Kampen
naar Amsterdam. Belast met het beheer van het bij
kantoor (telegrafie) te Rotterdam, Kruiskade, J. A. H. A.
Jansen aldaar.
Herinnering voor de vaststelling der kiezerslijsten;
vooral voor diegenen, die in den loop van 1890 ver
huisd zyn.
De kiezerslijsten worden opgemaakt vóór 15 Febr.
Ieder mannelyk inwoner eener gemeente wordt,zoo
hjj in een andere gemeente over het dienstjaar in de