ZIËR1KZËËSCIIË MEUWSBOBE. Zaterdag 24 Januari 1891. Nous Maintïendrons. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 5955. Directeur-Uitgever J. WAALE. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Bij het ter perse leggen van dit JVo., is de post vanaf Maan dag l.l. nog niet hier aangekomen. Men verwacht haar echter nog heden over het 'Lijpe en met genoegen vernemen wij, dat de Inspecteur der Posterijen deze reis aal medemaken. Lóó lean hier uit het kwade het goede worden geboren. JLdverientiën en berichten met deze posten verwacht, moeten dus tot het volgend JVo. blijven rusten. Vandaar geven wij ook thans slechts een gewoon JVo., in de hoopspoedig weder een dub bel formaat te laten verschijnen. De Directeur- Uitgever, J. WAALE. In eene voordracht, in het r.-kath. leesgezelschap Unitas te 's Hage gehouden, sprak dr. Schaepman o. a. de volgende behartigenswaardige woorden Wat onze houding tegenover de Regeering betreft, moeten wij niet vergeten, dat geen Regeering kan wijken voor eischen, die buiten 's lands parlement worden gehoord". Wij zijn het daarmee ten volle eens, en zagen belangstellend naar het vervolg. Wij dachten, dat de heer Schaepman met zijn machtig woord zou opkomen tegen het feit, dat de Regeering de partij leiders buiten het parlement naar de oogen ziet, dat er bijv. met dr. Kuyper en met dr. Schaepman (niet als lid der volksvertegenwoordiging maar als leider der partij buiten het parlement) onderhandeld wordt over de wijze, waarop een ministeriëele crisis moet worden opgelost; maar neen, niet daartegen komt dr. Schaepman op. Hij heeft op iets heel andera het oog. De Maasbode, en gelijk gezinde bladen, die hem bij zijn pogen om het uiteenvallend bond genootschap weer aaneen te pleisteren, den voet dwars zetten, hinderen hem, en daarom heet bet: »de Regeering, al moet zij rekening houden met wat in de dagbladen wordt geschreven, mag zich niet laten leiden door de dagbladen. Bij den hemel I Geen journalisticratie Bij het verslag, dat van deze voordracht in de bladen voorkomt, staat vermelddat deze woorden toegejuicht zijn. Dat is geen wonder. Wie als wij het voordeel gehad heeft de uiterlijke welsprekendheid van den heer Schaepman te mogen bewonderen, kan zich levendig voorstellen, met hoeveel nadruk die woorden door de zaal geklonken zullen hebben, wat zegepralende houding de spreker daarbij zal hebben aangenomen, met hoeveel kracht zijn stevige vuist op het spreekgestoelte zal zjjn neergekomen! Zulke uiterlijkheden maken altijd indruk op een volle zaal met menschen, die, tot bewonderen saamgekomen, slechts op de geschikte rustpunten wachten om in toejuichingen uit te barsten! Dat enkel 's redenaars toon en voordracht en gebarenspel werden toegejuicht, blijkt dadelijk, als men let op den inhoud der woorden, die toegejuicht werden. Geen journalisticratie? Geen heerschappij der dagbladen! Maar hoe nu? Van welke dagbladen? Van de Maasbode, die het Ministerie aanvalt, of van het Centrum, dat het steunt? Van de Tijd, die tegen- of van de Standaard, die vóór den persoonlijken dienstplicht is Van de vrijzinnige bladen of die, welke met het Ministerie der rechterzijde, door dik en dun gaan De regeering moet wel rekening houden met wat in de dagbladen staat, maar mag er zich niet door laten leiden. Dit klinkt als een tegen stelling, maar meer dan klinken doet het niet, want hoe kan de regeering rekening houden met wat in de dagbladen staat, als zij er zich niet door mag laten leiden? En dit alles is te meer opmerkelijk, omdat die heele uitbarsting gericht is tegen de Maas bode c. s., dieaan hun ontevredenheid over het niet voldoen aan hun verlangen lucht geven op eene wijze, die het orgaan van dr. Schaep man het Centrum hindert De luide toegejuichte uitval is niet dan een slag in de lucht, een gevecht tegen windmolens. De pers in Nederland de groote en de kleine in zoover de laatste zich met staatkunde in laat is zich van hare roeping en van hare macht ten volle bewust. Wat is zij, wat vermag zij Zij is het voertuig en de voorlichtster der open bare meening. Het voertuig. Al wat in het volk leeft en om gaat vindt zijne uiting in de pers, in allerlei vormen, met meer of minder talent, rijp en groen, in allerlei richting, voor allerlei kleur, alles door elkander, zooals het zich in het leven openbaart. De voorlichtster. In de verschillende bladen, groote en kleine, voeren mannen de pen, wier dageljjksch werk het is zich van alle verschijnselen, op elk gebied rekenschap te geven en die de uit komsten van hun onderzoek mededeelen, dag aan dag, week aan week, en daardoor op hunne lezers onwillekeurig een bepaalden invloed uitoefenen, die zich niet naar den indruk van een enkel artikel laat afmeten, maar die, door den dage lij kschen of wekelijkschen geestelijken omgang tus- schen redactie en lezers, toch allengs grooter wordt. De inzenders, die hun invallende gedachten mede deelen en de redactie, die deze toetst aan haar rijpere ervaring, werken aldus samen tot één doel door wrijving van gedachten meer licht te ver spreiden. Wat de pers vermag is zeer veel. Zij stelt zich niet ten taak te heerschen en voor journalisticratie is dus in geen enkel opzicht eenig gevaar. Zij wil niet op het gestoelte der Volksvertegenwoordigers of der Regeerders zittenzij wil niet dat men haar bevelen volge. Zij wil slechts, dat men met haar rekening houdt, dat is dat men zich door haar late leiden. Zij overreedtzij overtuigt. Niet eenig orgaan der pers heeft de macht: De pers. In haar geheel. De groote en de kleine. Van allerlei richting. Wie ernstig over de roeping en het wezen dei- pers heeft nagedacht, lacht om de verwaandheid van den dagbladschrijver, die zich zeiven een bijzonderen invloed toeschrijft. Hij is bij. Het blad, waarin hij werkt, is reeds meer dan de verzameling der enkele personen, die er in werken; maar geen blad, geen schrijver in een blad heeft meer recht zich het orgaan der openbare meening te noemen dan elke vereeniging of elk persoon in de maatschappij. Slechts de pers, in al haar organen, vormt de openbare meening. En hoe machtig die is? Zij oordeelt ten slotte èn 'regeering èu volksvertegen woordigers, want van haar uitspraken hangt het af of de vertegenwoordigers herkozen zullen worden, of de meerderheid blijven zal en of de Regeering, die op die meerderheid steunt, het roer van Staat in handen kan houden. En als men ons dus toebuldert, met de vuist op den katheder slaande: bij den hemel geen journa listicratie! dan antwoorden wij, kalm en bedaard, in het bewustzijn onzer macht: nous maintiendrons.- Wij zullen handhaven! Wij zullen blijven onzen plichtdoen, wij zullen blijven het voertuig en de voorlichtster der openbare meening, maar wij zullen ook handhaven onze macht om te oordeelen over ieder en een iegelijk, die zich met de openbare zaak inlaat, ook over hen, die rechtstreeks gekozen zijn om als volksvertegen woordigers op te treden, doch die juist daarom geroepen zijn om de stem des volk3, dat is de pers, te hooren, op straffe van in ongenade te vallen en niet herkozen te worden. Nous maintiendrons. NIEUW STIJ DINGEN. Nederland. Een adres in. zake onze jachtwet. Aandringende op een gepaste herziening der jacht wet, werd in het laatst van 1890 een adres aan den Minister van Justitie gericht door het hoofdbestuur dor, »Nederlandsche Maatschappij van Tuinbouw en Plantkunde." De Minister heelt adressanten met een kluitje in het riet gestuurd. Volgens dien hooggeplaatsten ambtenaar doet de jachtwet zooveel kwaad niet en verkrjjgt men ook zoo gemakkeijjk verlof otn schadeljjk wild te vernietigen. Z Es. heeft daarmee het béwjjs geleverd, dat bijj öf zelf niet bekend is met de toepassing der jachtwet, öf dat men er in zjjn departement niets van weet. De heer L. E. Gerdessen, te Haarlem, heeft den Minister daarover terecht gezet in het Nederlandsch Tuinbouwblad van 20 December 11. Een nieuw adres aan de Staten- Generaal raadt hjj af; daar zitten ook tien jagers tegenover één boer, tuinboeren er onder begrepen, maar wel zou hjj gaarne zien, dat ieder, die in zijn bedrjjf last heeft van schadeljjb gedierte (»of wild" zegt de Minister die beide, met zjjn »of", als synoniem schjjut te beschouwen), machtiging vrage, om overeenkomstig de wet, ook in gesloten jachttjjd en liefst met een hond, al dat wild of gedierte te bemachtigen, en dat later ieder aan den secretaris zjjner landbouw-afdeeliQg (of dorpsrereeniging) nauwkeurig opgeve, welk antwoord hem op die aanvraag gegeven werd. Uitdrukkeljjk dringt de heer GerdesBen er op aan, dat men zich niet tot Commissarissen of Burgemeesters moet wenden, hetgeen meestal lood om oud jjzer geeft, zoodra de Burgemeester meer hart heeft voor »den jager en z ij n wild", dan voor hem, wiens vruchten van z jj n e n arbeid het schadelijk gedierte opvreet of vernielt. Heeft men niet, onder meer curiosa, wel eens geboord van Commissarissen des Koniogs, die op zulke aanvraag, »na dagen wachtens" eindeljjk ver gunning gaven om op kraaieD, wioterganzen en der- geljjke met een pistool en los kruit te schieten? Voor haas of patrjjs stak geen gevaar in die grap. De aanvragen ter bekoming van zoodanige machtiging, zoowel als de machtigingen zelve, zjjn vrjj van zegel; kosten dus niets meer dan de moeite van het schrjjven. Hen, die veel last van konijnen hebben, hetzij in de duinen of in andere boschrjjke streken van ons land, maken wjj inmiddels opmerkzaam op een naar het schijnt zeer goed middel om die knagers in grooten getale machtig te worden zonder schietgeweer. (Zou »het prul der prulle n", zooals de heer Ger dessen de jachtwet noemt, daarbjj ook weer een of ander bekrompen hindernis in den weg leggen?) Het bedoelde middel is een, voor dit oogmerk gewjjzigde »Klemval" of >Tellereisen", zooals men er heeft voor ratten, vossen en andere dieren, en bestaande ook uit 2 halfcirkelvormige beugels, door scharnieren ver- eenigd en liefst getand; verder uit eene veer, die niet ter zjjde maar van onderen is aangebracht en uit loopt io een oog, dat de beugels omvat. Eindeljjk de tafel of plaat, veelal van hout vervaardigd, en draaibaar om een horizontale as, op wier einde een stift (de zekerheidsstift), waarmede men de veer kan vastzetten. De »tellereisen" werd uitgevonden door een Duitscher, den heer v. d. Borne bjj Cüstrin, Oost-Pruisen, die aan een ware konjjnenplaag blootstond en waar alle oude middeltjes de vermeerdering dezer dieren niet konden beteugelen. Hij ving met deze jjzers van 1 Maart tot 28 Sept. (met 18 en later met meer, tot 60 klemmen) in 1889: 669 konjjneu, 1 baae, 1 hond, 1 vos, 5 buneings, 1 das, 10 eekhoorns, eoz., en in 1890, van 20 Maart tot 25 November (met 67 klemmen) 2847 konijnen, 0 haas, 7 vossen, 1 hond, 53 bunsings, 12 wezels, 9 eekhoorns, 42 verwilderde katten, 4 marters, enz. De klemmen werden onmiddelljjk vóór, zelfs gedeeltelijk in den ingang der holen geplaatst. Uit de vangsten van den heer v. d. Borne zouden wjj opmaken, dat het jachtveld er belang bjj heeft, niet minder dan de landbouw, de tuinbouw en de houtteelt. Men kan ze verkrjjgen bjj E. Greil en Co., Hajjnau, Silesien, als beste adres. De prjjzen voor ongetande klemmen zjjn 1,20 per stuk en per dozjjn 11,52 (Mark 19.20). Getande klemmen J 1,50 per stuk en per dozjjn Mark 24 of 14,40. Wanneer men die Tellereisen legt, zorge men, dat alles met zand of loof zoodanig bedekt is, dat de ko nijnen er nietB van bemerken en dat er ook geen roest aan het jjzer zit; ook is het goed de opengeslagen klem vooral met een stuk dun papier te bedekken, opdat er geen zand in de scharnieren valt. Overigens bevatten -de prijscouranten van E. Grell de hierbjj be- hoorendo gebruiksaanwijzing. Pbetobia, 12 December 1890. Weledele Heer en Vriend Sinds mjjn laatste schrjjven nit Johannesburg is de toestand in de Transvaal steeds slechter en slechter geworden. Ruim de helft der inwoners van Johannes burg zjjn eruit getrokken, om hier of daar een beter leven te zoeken. Handel en ngverheid, van scheep vaart valt hier bjj gebrek aan water niet te spreken zjjn in kwijnenden toestand: halve straten lang ziet men niets anders dan »Te Huur". Branden, hevige branden, .zooals in Holland niet bekend, zjjn aan de orde van den dag. In de Com- missionerstreet te Jhb. brandde een heel blok huizen af, waaronder de prachtigste café's en de grootste kantoren. Ia de- Goodwin Chambers was in veertien dagen tijde tweemaal brand: de tweede maal brandden zjj dan ook totaal af. In Pretoria is dezer dagen de Zuid-Atrikaansohe Handel-maatschappjj eene Hol- landsche onderneming alsmede bet kantoor van den Franschen consul totaal afgebrand. De Heer Posthnmus Meyes, directeur der Hollandeche Afrikaansche Hypo theekbank, maakte een einde aan zjjn leven op den dag, dat hjj in het huweljjk zou treden. Honderden loopeu zonder bezigheid, niet wetende hoe zjj hun middagmaal zullen bekomen, wat, tuBschen twee haakjes thaDs, niet duur ie; en groot is het aantal dergenen, die zich tevreden stellen met voedsel juist toereikend, om in het leven .te, big ven. In Holland wordt nog niet op eene boterham gekeken, maar in dit land wel. 'tls mjj pjjnljjk. zulke harde waarheden neer te schrijven, maar hetT-^a waarheid. Het is on- verantwoordeljjk, neen het is schandeljjk, wanneer er nog nieuwsbladen te vinden zjjn, die het Nederlandsche volk aanmoedigen, om naar dit land te emigreeren. Geloof mjj, ik schrjjf onpartjjdig, maar de waarheid zal ik immer schrjjven. Ik let niet op het kleine aantal, wie het wel gaat, maar op het groote aantal dergenen, die het slecht gaat. De verschillende departementen zjjn verplicht te bezuinigen, en ontslaan hunne ambtenaren, terwjjl opengevallen plaatsen niet dan bjj uitzondering worden vervuld. Ook schrjj ver dezes is een slachtoffer van '8 lands verplichte bezuiniging. Over 's Heeren Rubbink's particulier leven in Hol land werd briefwisseling gehouden. Zou er over j'a leven in Holland niet wat te zeggen vallen KomaanRotterdammers, Zierikzeeëuaars, deelt Troteenburg'a ij daar iets van mede, zoo ge er moed toe hebt, schrijft dan aan M. ZWARENSTEIN, poste restante Pretoria. (Op verzoek overgenomen uit de Hoeksche Waard en IJselbode.) Bvuinisse, 22 Jan. Doordien van af Zondag tot heden (Donderdag avond) hier geen Hollandsche post aangekomen is, zjjn we niet alleen zonder couranten, brieven, enz., maar is er ook volslagen gebrek aan gist, zoodat de bakkers niet meer kunnen bakken, 'tls daarom zeer te wenschen, dat er spoedig ver andering mag komen in onze middelen van vervoer, nu het blijkt dat de bediening van het veer Yiane Stavenisse aan zooveel onoverkomeljjke bezwaren onderhevig is. Aan het veer Zjjpe—Anna Jacoba polder bestaat tot nu toe steeds gelegenheid over te varen en zoo aan den vasten wal te komen. Zoo kwamen gisteren zes personen aan gemeld veer, die van Maandag af te vergeefs getracht hadden te Yiane overgezet te worden. Ten einde raad besloten zjj het aan het Zjjpe te beproeven en zeer spoedig had de veerman hen aan den overkant gebracht. Zoo kwam heden morgen de Burgemeester vau Brouwershaven na eene vergeefsche poging om te Yiane- overgezet te worden, aan het Zijpe. In een half uur stond deze heer aan den vasten wal. Waar zoo duidelijk de geschiktheid van het veer ZjjpeAnna Jacobapolder bljjkt, is het te hopen, dat de pogingen, die aangewend worden om ons op de kortste wjj ze met het vaste land te verbinden (en dat is dan zeer zeker over het 'Zjjpe), zoowel in het belang van het personenvervoer als in het vervoer van goederen en brieven, moge slagen. Eenige ingezetenen hebben zich alhier tot eene commissie vereenigd om gelden in te zamelen, ten einde opnieuw aan onze minder bedeelde dorps- genooten in dit barre seizoen hulp te verleenen. Yoor de ingekomen gelden, zal aan hen, die zich daartoe aanmelden eene hoeveelheid levensmiddelen uitgereikt worden. Ziex-ilxzee, 22 Jan. De vierde Wintervergade ring van ons Departement der Nederl. Maatschappij van Njjverheid, was gisterenavond goed bezocht. Op nieuw kon de Voorzitter mededeelen, dat het ledental vermeerderd was. Vóór de pauze werden behandeld 1°. De ingekomen stukken Mededseling van het Hoofdbestuur, dat de bjj- drage van den heer B. G. van der Have te Ouwerkerk over Suikerbietenteelt, gaarne in het Tjjdschrift der Maatschappij zal worden opgenomen. Circulaire van het Departement Groningen, ad- haesie verzoekende voor een aan de Tweede Kamer der Staten-Q eneraal te zenden adres tegen het wets ontwerp tot herziening der algemeene regelen voor plaatseljjke belastingen. Deze circulaire werd in handen gesteld van de Commissie voor Algemeene Zaken. c. Het bekende adres van de gemeente Brouwers haven. In handen van het Bestuur gesteld ter praeadvies in de Februari-vergaderiog. 2°. Het jaarverslag over 1890; bjj acclamatie goed gekeurd. 3°. Het rapport der commissie ter herziening van den werkkring der Maatschappij. Het verslag over dit rapport, uitgebracht door het bestuur, werd eenparig goedgekeurd. In de pauze had de stemming plaats voor leden der verschillende Departementscommissiën. Herkozen wer den de heeren B. Giljam Az. te Ouwerkerk, W. Koole, S. J. Ochtman en J. H. C. Hejjse; gekozen de heeren N. Huson, H. Lakenmau en Jhr. A. C. Röell. Na de pauze sprak de heer N. Huson over gas motoren. De spreker zette de voordeelen, verbonden aan het gebruik van gasmotoren, vooral voor onze eilanden, uiteen, door vergelijking van een tweetal, veel in gebruik zjjnde stoommachines inet eenige Bedert 1861 vervaardigde gasmotoren. De voordracht werd toegelicht door een viertal fraaie en duideljjke teeke- ningen, waarop door den spreker de behandelde werk tuigen waren voorgesteld. De voorzitter was zeker de tolk der vergadering, toen hjj den heer Huson een woord van hartelijken dank bracht voor zjjne belang rijke mededeeliDgen. Inzonderheid dankte de heer Yan der Vegt den spreker voor de vervaardiging der geëxposeerde teekeningen. Wegens het vergevorderde uur, werd de mededeeling van den heer W. Koole over »Het heien", uitgesteld tot de Februari-vergadering. Zierikzee, 23 Jan. »Sedert jaren hebben wjj niet zoo'n langdurigen winter gehad als deze." Is deze klacht natuurljjk algemeen, wjj als eiland-bewoners ondervinden daarvan al het onaangename. Sedert Zondag-namiddag waren hier geen brieven of couranten gekomen, omdat de post Viane niet kon bereiken. We hopen dezen avond een gedeelte over het Zjjpe te ontvangen. Aan verschillende artikelen ontstond behoefte; gis teren zjjn een paar wakkere winkeliers via Burghsluis naar Veere geweest en hebben daar eene volle lading kruidenierswaren gebaald. Er bestaat hier groote behoefte aan gist, zoodat wjj bjj na broodgebrek zouden krjjgen. Te bejammeren is het, dat de Spoorboot hier in de haven ligt en door het vele jjs dezelve niet kan ver laten, ofschoon er baiten weinig jjs is. De veerschipper van Coljjnsplaat heeft gisteren ook eene reis om goederen naar Veere gedaan. De loting voor de Nationale Militie zal alhier plaats hebben op Maandag 23 Februari, te Brouwers haven op Dinsdag 24 Februari, te Cortgene op Don derdag 26 Februari, te Tholen op 2 Maart, te Goes op 20 en 21 Februari. I Diepen rouw verwekte in schier elke woning van Westeljjk-Schouwen op den 15 Januari de tjjding van het overigden van den man, wiens naam we aan het hoofd van dit gedenkschrift plaatsten, eu van wien we niet nalaten kunnen een kort »In Memoriam" te schrjjven, om daardoor eene laatste hulde aan den al gemeen geachten afgestorvene te brengen. Na in het jaar 1840 gepromoveerd te zjjn, vestigde de Heer FERLEMAN zich io 1842 als genees-, heel- en verloskun dige te Burgh, welke standplaats hg later met Haamstede verwisselde, waar hjj woonachtig bleef tot aan zjjn dood. Gedurende dien langen tjjd was hjj in beide dorpen en in de omliggende ge meenten onvermoeid werkzaam in 't belang van de Ijjdende menschheid: nooit werd zjjne hulp te vergeefs ingeroepenkwam men over dag of in een harren winter nacht, de Heer FERLEMAN was altjjd dadeljjk bereid, zich naar het ziekbed te spoeden, om daar, zooveel in zjjn ver mogen was, hulp te bieden, en wat tevens zoo'n goede eigenschap van hem was, troost te geven aan de kranken en aan degenen, die door den dood éêa hunner liefste betrekkingen hadden verloren. Zelfs eenige dagen vóór zjjn overljjden, toen hjj zelf-reeds ongesteld was, voelde hjj zich nog geroepen, zoo mogeljjk, het leed eener stervende p&tiente te gaan verzachten. Kan men van iemand, die zulk eene heerljjke roeping te vervullen had, en die tevens die roeping op zoo uitstekende wjjze vervuld heeft, bjj zjjn overljjden reeds getuigen, dat zjjn leven wel besteed is geweest, toch kon de Heer FERLE MAN nog den t jjd vinden, om in andere betrekkingen op nuttige wjjze werkzaam te zjjn; eerst als lid van den Raad van Burgh, en later als raadslid en wethouder van Haamstede, wjjdde hjj ook als zoo danig zjjne beste krachten aan den bloei van beide gemeenten, terwjjl ook de Ned. Herv. Kerk in hem als President van haar bestuur een ware steun vond. Geen wonder, dat dan ook een man, die zulke uitnemende eigenschappen bezat, door zjjne medeburgers hoog werd geacht, waarvan de bljjken bjj zjjn 't vorig jaar gevierd 50jarig jubilé nog versch in 't geheugen liggen, en dat zjjn overljjden in Westeljjk-Schouwen eene algemeene deelneming heeft gewekt. Voorzeker zullen velen den bekwamen en goeden dokter FERLEMAN niet licht vergeten, en zal zjjne nagedachtenis nog lang in dankbare herinnering big ven voortleven. ZIJN ASSCHE RUSTE IN VREDE. Iugezonden Stukken. »Hel is bestemd in Godes raad, Van wat men 'lief heeft moet men scheiden Haamstede heeft een groot verlies te betreurenden 15 dezer werd, alleronverwachts, Doctor HUBERT WILLEM FERLEMAN aan zjjn gezin, zjjne patiënten, zijne vele vrienden, aan het Bestuur van Gemeente en Kerk ontrukt, aan wien bjj, bjjna vijftig jaren, zjjne beste krachten heeft gegeven. Kundig, rjjk aan ondervinding, nauwgezet, eenvou dig een vriend van rjjk en arm, betreuren allen den eerbiedwaardigen krachtigen ouden man, die tot slechts voor enkele dagen vóór zjjn heeDgaan, met jeugdige opgewektheid den zwaren taak volbracht, die hem was opgelegd. Nadat gisteren familie en vrienden, waaronder o.a. de Burgemeester, de collega van den overledene, en Hoeren Afgevaardigden der Zierikzeesche Loge, zich in het sterfhuis hadden vereenigd, de Heer Bal als oude vriend, als broeder, de weduwe had gecondo leerd, nam Ds. Ketel het woord, en schetste, in ge voelvolle taal, wat de overledene voor allen was geweest, dat hij een uitstekend voorbeeld voor de over big venden had gegeven. Een heldere lucht; een ljjkkleed over do kille aarde; doodache stilte in de natuur alles werkte samen om den indruk der uitgebreide ljjkstoet hoogst aangrjjpend te maken. Aan de groeve genaderd waar de grijsaard zou rusten nevens zjjn zoon, kleinzoon en dochter, de jonge moeder, die bjj zoo innig lief had, die hem, slechts ruim drio maanden geleden, werd ontnomen, werden de insigniëa der Broederschap van het ljjkkleed verwjjderd, het ljjk in het graf neergelaten, en wierp Broeder Mulock Houwer de laatste herinnering, met een >rusl in vrede", op de kist; de treurige taak was volbracht. 't Was goed zooop den akker des doods, met de dood voor oogen, passen geen dwaze, menschen ver godende redevoeringen. Van de afgestorvene, die naar eisch zjjn plicht heeft gedaan, mag men, aan den rand des grafs, slechts zeggenhjj was mensch, en niets menschelgks was hem vreemdrust zacht W.s.w., 20 Januari 1891. B. Dbeischob, 21 Jan. '91. Ondergeteekende, de haan, die bjj het gefeest alhier de eer heeft genoten als sporthaan op te tredeD, brengt langs dezen weg daarvoor zjjn hulde aan de van lumi- neuse, geenszins weerzioverwekkende, jjsvermaak-ideeën zwangergaande, voorzeker geen middeleeuwsche, maar met hun tjjd meegaande, zichzelf daardoor karakte- riseerende ysfeestcommissie. Namens mjjne jaloersche medehanen, KUKELEKU. IJSVREUGDE. Wat geeft het ijsvermaak toch pret, Wanneer men bjj eene wandeling let Op 't onderlinsr genoegen. Yorst Thialf heeft juist slag er van, Om burger, boer en edelman Met tact bjjeen te voeg9n. Het is of rang en stand verdwjjnt Zoodra men op het jjs verschijnt, Men schertst en lacht als vrinden. Dienstvaardig als het wezen moet, Om, zoo aan rechter- als linkervoet, De schaatsen aan te binden. Wie op haar schaats fiasco maakt, En subk'lend van de been geraakt, Heeft zich toch niet te schromen. Men schiet haar toe van alle kant, En wordt met vriendeljjke hand Beleefd weêr opgenomen. Een dame van den eersten stand Rjjdt met een werkman hand aan hand, Niet in 't glacé gestoken, Mbt wie men zich ook amuseert En op de jjsbaan manoeuvreert, Toch bljjft men onbesproken. De rjjder van het platte land Wordt op het jjs ook dra galant, Doet een'ge fraaie streeken. En weet zoo door zjjn net figuur, Voor korter of voor langer duur, Amourijes aan te kweeken. De beste rijder van de Gracht Bekomt allicht de schoonste vracht, Die er is uit te kiezen. En hoe de Noorderwind ook snjjdt, In wang en neus eu ooren bjjt, Dé&r zal geen mengch bevriezen. Al is wel het vergunningsrecht Op 't jjs aan iedereen ontzegd, Dit duidt geen mensch ten kwade. Toch legt men aan het eind der baan Bjj Anker of Vermeule eens aan, Yoor een kop Chocolade. 't Gezellig glas bezielend vocht, Dat men eertjjds zoo gaarne mocht, Wordt door de Wet bestreden. Zoodat die kunstgreep van den Staat Yan Houten's poeder-fabricaat De volksdrank maakt van heden. Doch welke dranken men ook biedt Is 't zelfde, als men maar geniet Op de bevroren Grachten, Maar 'k voeg tot slot den wensch er bjj, Dat voor 't belaDg der maatschappjj Het weder bljjft verzachten. Dat 't jjs om onze kust versmelt En het verkeer dra wordt hersteld, Reeds veel te lang verbroken. Opdat wjj van het Postverkeer, Yan gist en veel artikels meer Niet langer zjjn verstoken. Saimenspraike tusschen Stoffel Bieze en Jilles Krukel. IV. Jilles. G'naevend buurt, sint dat et nog wat schemert motte m'n noe eest is bie de biggen kieke, je eit m'n dat lest toe e zeit. Stoffel. Kwa, dan zullen m'n mar drekt gai. Jilles. Da's noe zooveel as 'n kraimverziete bie de groote luu, 't kost ommes geen kwartje om te kieken Stoffel. Nee Jilles, 'tis 'n boerezaike, in dair kuije meestal voor niemendaole kieke, kiek mar, keu! keu! keu! noe, ze kruupe d'r diepe onder, je kunt merke dat 't koud is, dair eije ze. Jilles. Dan bin diekerse mooie buurt, mar warem pel oak weer 'n keuninkje d'r bie. Stoffel. Dat dienk is net as onze sikkertaorïs, hoe goed of 'n 't eit dair zit groei noch bloei in. Jilles. Den dien liekt dan de Burgemeester wel al is 'n zoo gauw nie, want die ziet er zoo mals uut, in zoo'n dik pookje. Stoffel. M'n zulle mar gauw in uus gai, want 't is te koud om lange buute te wezen. Jilles. (binnen komende). Dag Griete bure, oe eijet, is de nieuwejairsdag je goed bekomme? M'n 'n bitje te lange bie den docter ezeten in wat te veel toe etast geloaf ik, want m'n oot was saivens zwair. Stoffel. Krek zoo as bie m'n vrouwe, 't is toch zoo'n rejaale vijnt dien docter, ie weet mit iedereen zoo omme te spriengen, ik geloave dat er geen eene in de gemeinte is die ie geen nievvo jair ewenscht eit. Jilles. Ja 't is 'n plezierige vijnt, zoo eene is voor de menschen as kripvet voor de kinders op d'r stik. Stoffel. Mar noe is over de biggen, wat zei jie dair van? Jilles. Wel m'n lieve man dat bin juweeltjes, 't is zeker alf Deensch en alf portons? Stoffel. Ja, dat kuije wel an d'r snuutjes zie, 't is 'n voordeelig slag van verken, die gauw vet bin, dat schil wat buuten die Kazantenairs, dair eije toch zoa lange werk mee eer dat die vet bin. Jilles. Ja da weet ik, 'k d'r is een emest ruum anderhalf jair, die was zoo groot, dat 'n over d' onderdeure op den dosvloer kon kieke, vreeselike lange beenen in ie gieng net as die kureselvijnt, die m'n op de Aemstiese markt aot Ik wouw um ver- koape in dair komt die slagter uut 't achterommetje, die bied 20 cent voor 't pond, ik zegge porjuut kerel dienk je da 'k estole De mart stait tot 30 cent toe. De man gieng weg in zei 'niks meer. De aore weebe kwam Kees bie m'n in vroeg of d'r niks te win nen was, too docht ik, 'k zal um die keu is laite kieken. Wel zait ie, da's 'n groaten, raar ie ao geen dost om 'n te koapen. W'ik 'n voor je meenemen nai de mart zeit ie. Ik was 't verke moe, ik docht voor- uut mar, dan gai 'k zeis oek is mee nair Rotterdam, anders kom 'k dair raogelik nooit meer. Zaiterdaigs gienge m'n op reize, want Kees is an 't goeije kantje in reist Zondaigs nie, noe dat beviel m'n oak wel, want dan beije weer 'n dag langer van uus, in je eit toch Zondags meer in Rotterdam as op Aimstie of Schairendieke, dat weet Kees ook wel. Stoffel. Hoe liep dat zaikje noe af, ik meene mit dat verke, nai jilder bin'k niks nieuwsgierig, want je binne aole beije even leep. Jilles. Dat z'ak je zegge, de mart was bienai ofeloape, in toe kwam er zoo'n slagtertje op zwarte aolebessen, die bied 20 cent voor 't pond, noe wier

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1