ZIËR1KZËËSCIIË MEUWSBOBE.
Zaterdag 24 Januari 1891.
Nous Maintïendrons.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is ƒ1,30, franco per post
1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5955.
Directeur-Uitgever J. WAALE.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Bij het ter perse leggen van
dit JVo., is de post vanaf Maan
dag l.l. nog niet hier aangekomen. Men
verwacht haar echter nog heden over het
'Lijpe en met genoegen vernemen wij,
dat de Inspecteur der Posterijen deze
reis aal medemaken.
Lóó lean hier uit het kwade het goede
worden geboren.
JLdverientiën en berichten met deze
posten verwacht, moeten dus tot het
volgend JVo. blijven rusten. Vandaar
geven wij ook thans slechts een gewoon
JVo., in de hoopspoedig weder een dub
bel formaat te laten verschijnen.
De Directeur- Uitgever,
J. WAALE.
In eene voordracht, in het r.-kath. leesgezelschap
Unitas te 's Hage gehouden, sprak dr. Schaepman
o. a. de volgende behartigenswaardige woorden
Wat onze houding tegenover de Regeering betreft,
moeten wij niet vergeten, dat geen Regeering kan
wijken voor eischen, die buiten 's lands parlement
worden gehoord".
Wij zijn het daarmee ten volle eens, en zagen
belangstellend naar het vervolg. Wij dachten, dat
de heer Schaepman met zijn machtig woord zou
opkomen tegen het feit, dat de Regeering de partij
leiders buiten het parlement naar de oogen ziet, dat
er bijv. met dr. Kuyper en met dr. Schaepman (niet
als lid der volksvertegenwoordiging maar als leider
der partij buiten het parlement) onderhandeld wordt
over de wijze, waarop een ministeriëele crisis moet
worden opgelost; maar neen, niet daartegen komt
dr. Schaepman op. Hij heeft op iets heel andera het
oog. De Maasbode, en gelijk gezinde bladen, die
hem bij zijn pogen om het uiteenvallend bond
genootschap weer aaneen te pleisteren, den voet
dwars zetten, hinderen hem, en daarom heet
bet: »de Regeering, al moet zij rekening houden
met wat in de dagbladen wordt geschreven,
mag zich niet laten leiden door de dagbladen.
Bij den hemel I Geen journalisticratie
Bij het verslag, dat van deze voordracht in
de bladen voorkomt, staat vermelddat deze
woorden toegejuicht zijn. Dat is geen wonder.
Wie als wij het voordeel gehad heeft de uiterlijke
welsprekendheid van den heer Schaepman te mogen
bewonderen, kan zich levendig voorstellen, met
hoeveel nadruk die woorden door de zaal geklonken
zullen hebben, wat zegepralende houding de spreker
daarbij zal hebben aangenomen, met hoeveel
kracht zijn stevige vuist op het spreekgestoelte
zal zjjn neergekomen! Zulke uiterlijkheden maken
altijd indruk op een volle zaal met menschen,
die, tot bewonderen saamgekomen, slechts op de
geschikte rustpunten wachten om in toejuichingen
uit te barsten!
Dat enkel 's redenaars toon en voordracht en
gebarenspel werden toegejuicht, blijkt dadelijk,
als men let op den inhoud der woorden, die
toegejuicht werden. Geen journalisticratie? Geen
heerschappij der dagbladen! Maar hoe nu? Van
welke dagbladen? Van de Maasbode, die het
Ministerie aanvalt, of van het Centrum, dat het
steunt? Van de Tijd, die tegen- of van de
Standaard, die vóór den persoonlijken dienstplicht
is Van de vrijzinnige bladen of die, welke met het
Ministerie der rechterzijde, door dik en dun gaan
De regeering moet wel rekening houden met
wat in de dagbladen staat, maar mag er zich
niet door laten leiden. Dit klinkt als een tegen
stelling, maar meer dan klinken doet het niet,
want hoe kan de regeering rekening houden met
wat in de dagbladen staat, als zij er zich niet
door mag laten leiden?
En dit alles is te meer opmerkelijk, omdat
die heele uitbarsting gericht is tegen de Maas
bode c. s., dieaan hun ontevredenheid over
het niet voldoen aan hun verlangen lucht geven
op eene wijze, die het orgaan van dr. Schaep
man het Centrum hindert
De luide toegejuichte uitval is niet dan een
slag in de lucht, een gevecht tegen windmolens.
De pers in Nederland de groote en de kleine
in zoover de laatste zich met staatkunde in
laat is zich van hare roeping en van hare
macht ten volle bewust. Wat is zij, wat vermag zij
Zij is het voertuig en de voorlichtster der open
bare meening.
Het voertuig. Al wat in het volk leeft en om
gaat vindt zijne uiting in de pers, in allerlei
vormen, met meer of minder talent, rijp en groen,
in allerlei richting, voor allerlei kleur, alles door
elkander, zooals het zich in het leven openbaart.
De voorlichtster. In de verschillende bladen,
groote en kleine, voeren mannen de pen, wier
dageljjksch werk het is zich van alle verschijnselen,
op elk gebied rekenschap te geven en die de uit
komsten van hun onderzoek mededeelen, dag aan
dag, week aan week, en daardoor op hunne lezers
onwillekeurig een bepaalden invloed uitoefenen,
die zich niet naar den indruk van een enkel
artikel laat afmeten, maar die, door den dage
lij kschen of wekelijkschen geestelijken omgang tus-
schen redactie en lezers, toch allengs grooter wordt.
De inzenders, die hun invallende gedachten mede
deelen en de redactie, die deze toetst aan haar
rijpere ervaring, werken aldus samen tot één doel
door wrijving van gedachten meer licht te ver
spreiden.
Wat de pers vermag is zeer veel. Zij stelt zich niet
ten taak te heerschen en voor journalisticratie is dus
in geen enkel opzicht eenig gevaar. Zij wil niet op
het gestoelte der Volksvertegenwoordigers of der
Regeerders zittenzij wil niet dat men haar bevelen
volge. Zij wil slechts, dat men met haar rekening
houdt, dat is dat men zich door haar late leiden.
Zij overreedtzij overtuigt. Niet eenig orgaan der
pers heeft de macht: De pers. In haar geheel. De
groote en de kleine. Van allerlei richting.
Wie ernstig over de roeping en het wezen dei-
pers heeft nagedacht, lacht om de verwaandheid van
den dagbladschrijver, die zich zeiven een bijzonderen
invloed toeschrijft. Hij is bij. Het blad, waarin hij
werkt, is reeds meer dan de verzameling der enkele
personen, die er in werken; maar geen blad, geen
schrijver in een blad heeft meer recht zich het
orgaan der openbare meening te noemen dan elke
vereeniging of elk persoon in de maatschappij.
Slechts de pers, in al haar organen, vormt de
openbare meening. En hoe machtig die is? Zij
oordeelt ten slotte èn 'regeering èu volksvertegen
woordigers, want van haar uitspraken hangt het
af of de vertegenwoordigers herkozen zullen worden,
of de meerderheid blijven zal en of de Regeering,
die op die meerderheid steunt, het roer van Staat
in handen kan houden.
En als men ons dus toebuldert, met de vuist op
den katheder slaande: bij den hemel geen journa
listicratie! dan antwoorden wij, kalm en bedaard,
in het bewustzijn onzer macht: nous maintiendrons.-
Wij zullen handhaven!
Wij zullen blijven onzen plichtdoen, wij zullen
blijven het voertuig en de voorlichtster der openbare
meening, maar wij zullen ook handhaven onze macht
om te oordeelen over ieder en een iegelijk, die
zich met de openbare zaak inlaat, ook over hen,
die rechtstreeks gekozen zijn om als volksvertegen
woordigers op te treden, doch die juist daarom
geroepen zijn om de stem des volk3, dat is de
pers, te hooren, op straffe van in ongenade te
vallen en niet herkozen te worden.
Nous maintiendrons.
NIEUW STIJ DINGEN.
Nederland.
Een adres in. zake onze jachtwet.
Aandringende op een gepaste herziening der jacht
wet, werd in het laatst van 1890 een adres aan den
Minister van Justitie gericht door het hoofdbestuur
dor, »Nederlandsche Maatschappij van Tuinbouw en
Plantkunde." De Minister heelt adressanten met een
kluitje in het riet gestuurd. Volgens dien hooggeplaatsten
ambtenaar doet de jachtwet zooveel kwaad niet en
verkrjjgt men ook zoo gemakkeijjk verlof otn schadeljjk
wild te vernietigen.
Z Es. heeft daarmee het béwjjs geleverd, dat bijj öf
zelf niet bekend is met de toepassing der jachtwet, öf
dat men er in zjjn departement niets van weet. De
heer L. E. Gerdessen, te Haarlem, heeft den Minister
daarover terecht gezet in het Nederlandsch Tuinbouwblad
van 20 December 11. Een nieuw adres aan de Staten-
Generaal raadt hjj af; daar zitten ook tien jagers
tegenover één boer, tuinboeren er onder begrepen, maar
wel zou hjj gaarne zien, dat ieder, die in zijn bedrjjf
last heeft van schadeljjb gedierte (»of wild" zegt de
Minister die beide, met zjjn »of", als synoniem schjjut
te beschouwen), machtiging vrage, om overeenkomstig
de wet, ook in gesloten jachttjjd en liefst met een hond,
al dat wild of gedierte te bemachtigen, en dat later
ieder aan den secretaris zjjner landbouw-afdeeliQg (of
dorpsrereeniging) nauwkeurig opgeve, welk antwoord
hem op die aanvraag gegeven werd.
Uitdrukkeljjk dringt de heer GerdesBen er op aan,
dat men zich niet tot Commissarissen of Burgemeesters
moet wenden, hetgeen meestal lood om oud jjzer geeft,
zoodra de Burgemeester meer hart heeft voor »den jager
en z ij n wild", dan voor hem, wiens vruchten van
z jj n e n arbeid het schadelijk gedierte opvreet of
vernielt. Heeft men niet, onder meer curiosa, wel
eens geboord van Commissarissen des Koniogs, die op
zulke aanvraag, »na dagen wachtens" eindeljjk ver
gunning gaven om op kraaieD, wioterganzen en der-
geljjke met een pistool en los kruit te schieten? Voor
haas of patrjjs stak geen gevaar in die grap.
De aanvragen ter bekoming van zoodanige machtiging,
zoowel als de machtigingen zelve, zjjn vrjj van zegel;
kosten dus niets meer dan de moeite van het schrjjven.
Hen, die veel last van konijnen hebben, hetzij in de
duinen of in andere boschrjjke streken van ons land,
maken wjj inmiddels opmerkzaam op een naar het
schijnt zeer goed middel om die knagers in grooten
getale machtig te worden zonder schietgeweer. (Zou
»het prul der prulle n", zooals de heer Ger
dessen de jachtwet noemt, daarbjj ook weer een of
ander bekrompen hindernis in den weg leggen?) Het
bedoelde middel is een, voor dit oogmerk gewjjzigde
»Klemval" of >Tellereisen", zooals men er heeft voor
ratten, vossen en andere dieren, en bestaande ook uit
2 halfcirkelvormige beugels, door scharnieren ver-
eenigd en liefst getand; verder uit eene veer, die
niet ter zjjde maar van onderen is aangebracht en uit
loopt io een oog, dat de beugels omvat. Eindeljjk de
tafel of plaat, veelal van hout vervaardigd, en draaibaar
om een horizontale as, op wier einde een stift (de
zekerheidsstift), waarmede men de veer kan vastzetten.
De »tellereisen" werd uitgevonden door een Duitscher,
den heer v. d. Borne bjj Cüstrin, Oost-Pruisen, die aan
een ware konjjnenplaag blootstond en waar alle oude
middeltjes de vermeerdering dezer dieren niet konden
beteugelen.
Hij ving met deze jjzers van 1 Maart tot 28 Sept.
(met 18 en later met meer, tot 60 klemmen) in 1889:
669 konjjneu, 1 baae, 1 hond, 1 vos, 5 buneings, 1
das, 10 eekhoorns, eoz., en in 1890, van 20 Maart tot
25 November (met 67 klemmen) 2847 konijnen, 0 haas,
7 vossen, 1 hond, 53 bunsings, 12 wezels, 9 eekhoorns,
42 verwilderde katten, 4 marters, enz. De klemmen
werden onmiddelljjk vóór, zelfs gedeeltelijk in den
ingang der holen geplaatst. Uit de vangsten van den
heer v. d. Borne zouden wjj opmaken, dat het jachtveld
er belang bjj heeft, niet minder dan de landbouw, de
tuinbouw en de houtteelt.
Men kan ze verkrjjgen bjj E. Greil en Co., Hajjnau,
Silesien, als beste adres. De prjjzen voor ongetande
klemmen zjjn 1,20 per stuk en per dozjjn 11,52
(Mark 19.20). Getande klemmen J 1,50 per stuk en per
dozjjn Mark 24 of 14,40.
Wanneer men die Tellereisen legt, zorge men, dat
alles met zand of loof zoodanig bedekt is, dat de ko
nijnen er nietB van bemerken en dat er ook geen roest
aan het jjzer zit; ook is het goed de opengeslagen
klem vooral met een stuk dun papier te bedekken,
opdat er geen zand in de scharnieren valt. Overigens
bevatten -de prijscouranten van E. Grell de hierbjj be-
hoorendo gebruiksaanwijzing.
Pbetobia, 12 December 1890.
Weledele Heer en Vriend
Sinds mjjn laatste schrjjven nit Johannesburg is de
toestand in de Transvaal steeds slechter en slechter
geworden. Ruim de helft der inwoners van Johannes
burg zjjn eruit getrokken, om hier of daar een beter
leven te zoeken. Handel en ngverheid, van scheep
vaart valt hier bjj gebrek aan water niet te spreken
zjjn in kwijnenden toestand: halve straten lang
ziet men niets anders dan »Te Huur".
Branden, hevige branden, .zooals in Holland niet
bekend, zjjn aan de orde van den dag. In de Com-
missionerstreet te Jhb. brandde een heel blok huizen
af, waaronder de prachtigste café's en de grootste
kantoren. Ia de- Goodwin Chambers was in veertien
dagen tijde tweemaal brand: de tweede maal brandden
zjj dan ook totaal af. In Pretoria is dezer dagen de
Zuid-Atrikaansohe Handel-maatschappjj eene Hol-
landsche onderneming alsmede bet kantoor van den
Franschen consul totaal afgebrand. De Heer Posthnmus
Meyes, directeur der Hollandeche Afrikaansche Hypo
theekbank, maakte een einde aan zjjn leven op den
dag, dat hjj in het huweljjk zou treden.
Honderden loopeu zonder bezigheid, niet wetende hoe
zjj hun middagmaal zullen bekomen, wat, tuBschen twee
haakjes thaDs, niet duur ie; en groot is het aantal
dergenen, die zich tevreden stellen met voedsel juist
toereikend, om in het leven .te, big ven. In Holland
wordt nog niet op eene boterham gekeken, maar in
dit land wel. 'tls mjj pjjnljjk. zulke harde waarheden
neer te schrijven, maar hetT-^a waarheid. Het is on-
verantwoordeljjk, neen het is schandeljjk, wanneer er
nog nieuwsbladen te vinden zjjn, die het Nederlandsche
volk aanmoedigen, om naar dit land te emigreeren.
Geloof mjj, ik schrjjf onpartjjdig, maar de waarheid
zal ik immer schrjjven.
Ik let niet op het kleine aantal, wie het wel gaat,
maar op het groote aantal dergenen, die het slecht
gaat. De verschillende departementen zjjn verplicht te
bezuinigen, en ontslaan hunne ambtenaren, terwjjl
opengevallen plaatsen niet dan bjj uitzondering worden
vervuld. Ook schrjj ver dezes is een slachtoffer van
'8 lands verplichte bezuiniging.
Over 's Heeren Rubbink's particulier leven in Hol
land werd briefwisseling gehouden. Zou er over
j'a leven in Holland niet wat te zeggen
vallen KomaanRotterdammers, Zierikzeeëuaars, deelt
Troteenburg'a
ij daar iets van mede, zoo ge er moed toe hebt,
schrijft dan aan
M. ZWARENSTEIN,
poste restante
Pretoria.
(Op verzoek overgenomen uit de Hoeksche Waard
en IJselbode.)
Bvuinisse, 22 Jan. Doordien van af Zondag tot
heden (Donderdag avond) hier geen Hollandsche post
aangekomen is, zjjn we niet alleen zonder couranten,
brieven, enz., maar is er ook volslagen gebrek aan
gist, zoodat de bakkers niet meer kunnen bakken,
'tls daarom zeer te wenschen, dat er spoedig ver
andering mag komen in onze middelen van vervoer,
nu het blijkt dat de bediening van het veer Yiane
Stavenisse aan zooveel onoverkomeljjke bezwaren
onderhevig is.
Aan het veer Zjjpe—Anna Jacoba polder bestaat tot
nu toe steeds gelegenheid over te varen en zoo aan
den vasten wal te komen. Zoo kwamen gisteren zes
personen aan gemeld veer, die van Maandag af te
vergeefs getracht hadden te Yiane overgezet te worden.
Ten einde raad besloten zjj het aan het Zjjpe te
beproeven en zeer spoedig had de veerman hen aan
den overkant gebracht. Zoo kwam heden morgen
de Burgemeester vau Brouwershaven na eene vergeefsche
poging om te Yiane- overgezet te worden, aan het
Zijpe. In een half uur stond deze heer aan den vasten
wal. Waar zoo duidelijk de geschiktheid van het veer
ZjjpeAnna Jacobapolder bljjkt, is het te hopen, dat
de pogingen, die aangewend worden om ons op de
kortste wjj ze met het vaste land te verbinden (en
dat is dan zeer zeker over het 'Zjjpe), zoowel in het
belang van het personenvervoer als in het vervoer van
goederen en brieven, moge slagen.
Eenige ingezetenen hebben zich alhier tot eene
commissie vereenigd om gelden in te zamelen, ten
einde opnieuw aan onze minder bedeelde dorps-
genooten in dit barre seizoen hulp te verleenen. Yoor
de ingekomen gelden, zal aan hen, die zich daartoe
aanmelden eene hoeveelheid levensmiddelen uitgereikt
worden.
Ziex-ilxzee, 22 Jan. De vierde Wintervergade
ring van ons Departement der Nederl. Maatschappij
van Njjverheid, was gisterenavond goed bezocht. Op
nieuw kon de Voorzitter mededeelen, dat het ledental
vermeerderd was.
Vóór de pauze werden behandeld
1°. De ingekomen stukken
Mededseling van het Hoofdbestuur, dat de bjj-
drage van den heer B. G. van der Have te Ouwerkerk
over Suikerbietenteelt, gaarne in het Tjjdschrift der
Maatschappij zal worden opgenomen.
Circulaire van het Departement Groningen, ad-
haesie verzoekende voor een aan de Tweede Kamer
der Staten-Q eneraal te zenden adres tegen het wets
ontwerp tot herziening der algemeene regelen voor
plaatseljjke belastingen. Deze circulaire werd in handen
gesteld van de Commissie voor Algemeene Zaken.
c. Het bekende adres van de gemeente Brouwers
haven. In handen van het Bestuur gesteld ter praeadvies
in de Februari-vergaderiog.
2°. Het jaarverslag over 1890; bjj acclamatie goed
gekeurd.
3°. Het rapport der commissie ter herziening van
den werkkring der Maatschappij. Het verslag over dit
rapport, uitgebracht door het bestuur, werd eenparig
goedgekeurd.
In de pauze had de stemming plaats voor leden der
verschillende Departementscommissiën. Herkozen wer
den de heeren B. Giljam Az. te Ouwerkerk, W. Koole,
S. J. Ochtman en J. H. C. Hejjse; gekozen de heeren
N. Huson, H. Lakenmau en Jhr. A. C. Röell.
Na de pauze sprak de heer N. Huson over gas
motoren. De spreker zette de voordeelen, verbonden
aan het gebruik van gasmotoren, vooral voor onze
eilanden, uiteen, door vergelijking van een tweetal,
veel in gebruik zjjnde stoommachines inet eenige Bedert
1861 vervaardigde gasmotoren. De voordracht werd
toegelicht door een viertal fraaie en duideljjke teeke-
ningen, waarop door den spreker de behandelde werk
tuigen waren voorgesteld. De voorzitter was zeker de
tolk der vergadering, toen hjj den heer Huson een
woord van hartelijken dank bracht voor zjjne belang
rijke mededeeliDgen. Inzonderheid dankte de heer
Yan der Vegt den spreker voor de vervaardiging der
geëxposeerde teekeningen.
Wegens het vergevorderde uur, werd de mededeeling
van den heer W. Koole over »Het heien", uitgesteld
tot de Februari-vergadering.
Zierikzee, 23 Jan. »Sedert jaren hebben wjj
niet zoo'n langdurigen winter gehad als deze." Is deze
klacht natuurljjk algemeen, wjj als eiland-bewoners
ondervinden daarvan al het onaangename. Sedert
Zondag-namiddag waren hier geen brieven of couranten
gekomen, omdat de post Viane niet kon bereiken.
We hopen dezen avond een gedeelte over het Zjjpe
te ontvangen.
Aan verschillende artikelen ontstond behoefte; gis
teren zjjn een paar wakkere winkeliers via Burghsluis
naar Veere geweest en hebben daar eene volle lading
kruidenierswaren gebaald.
Er bestaat hier groote behoefte aan gist, zoodat wjj
bjj na broodgebrek zouden krjjgen.
Te bejammeren is het, dat de Spoorboot hier in de
haven ligt en door het vele jjs dezelve niet kan ver
laten, ofschoon er baiten weinig jjs is.
De veerschipper van Coljjnsplaat heeft gisteren ook
eene reis om goederen naar Veere gedaan.
De loting voor de Nationale Militie zal alhier
plaats hebben op Maandag 23 Februari, te Brouwers
haven op Dinsdag 24 Februari, te Cortgene op Don
derdag 26 Februari, te Tholen op 2 Maart, te Goes op
20 en 21 Februari.
I
Diepen rouw verwekte in schier elke
woning van Westeljjk-Schouwen op den
15 Januari de tjjding van het overigden
van den man, wiens naam we aan het
hoofd van dit gedenkschrift plaatsten,
eu van wien we niet nalaten kunnen een
kort »In Memoriam" te schrjjven, om
daardoor eene laatste hulde aan den al
gemeen geachten afgestorvene te brengen.
Na in het jaar 1840 gepromoveerd te
zjjn, vestigde de Heer FERLEMAN zich
io 1842 als genees-, heel- en verloskun
dige te Burgh, welke standplaats hg later
met Haamstede verwisselde, waar hjj
woonachtig bleef tot aan zjjn dood.
Gedurende dien langen tjjd was hjj in
beide dorpen en in de omliggende ge
meenten onvermoeid werkzaam in 't belang
van de Ijjdende menschheid: nooit werd
zjjne hulp te vergeefs ingeroepenkwam
men over dag of in een harren winter
nacht, de Heer FERLEMAN was altjjd
dadeljjk bereid, zich naar het ziekbed te
spoeden, om daar, zooveel in zjjn ver
mogen was, hulp te bieden, en wat tevens
zoo'n goede eigenschap van hem was,
troost te geven aan de kranken en aan
degenen, die door den dood éêa hunner
liefste betrekkingen hadden verloren.
Zelfs eenige dagen vóór zjjn overljjden,
toen hjj zelf-reeds ongesteld was, voelde
hjj zich nog geroepen, zoo mogeljjk, het
leed eener stervende p&tiente te gaan
verzachten.
Kan men van iemand, die zulk eene
heerljjke roeping te vervullen had, en
die tevens die roeping op zoo uitstekende
wjjze vervuld heeft, bjj zjjn overljjden
reeds getuigen, dat zjjn leven wel besteed
is geweest, toch kon de Heer FERLE
MAN nog den t jjd vinden, om in andere
betrekkingen op nuttige wjjze werkzaam
te zjjn; eerst als lid van den Raad van
Burgh, en later als raadslid en wethouder
van Haamstede, wjjdde hjj ook als zoo
danig zjjne beste krachten aan den bloei
van beide gemeenten, terwjjl ook de
Ned. Herv. Kerk in hem als President
van haar bestuur een ware steun vond.
Geen wonder, dat dan ook een man,
die zulke uitnemende eigenschappen
bezat, door zjjne medeburgers hoog werd
geacht, waarvan de bljjken bjj zjjn
't vorig jaar gevierd 50jarig jubilé nog
versch in 't geheugen liggen, en dat zjjn
overljjden in Westeljjk-Schouwen eene
algemeene deelneming heeft gewekt.
Voorzeker zullen velen den bekwamen
en goeden dokter FERLEMAN niet licht
vergeten, en zal zjjne nagedachtenis nog
lang in dankbare herinnering big ven
voortleven.
ZIJN ASSCHE RUSTE IN VREDE.
Iugezonden Stukken.
»Hel is bestemd in Godes raad,
Van wat men 'lief heeft moet men scheiden
Haamstede heeft een groot verlies te betreurenden
15 dezer werd, alleronverwachts, Doctor HUBERT
WILLEM FERLEMAN aan zjjn gezin, zjjne patiënten,
zijne vele vrienden, aan het Bestuur van Gemeente
en Kerk ontrukt, aan wien bjj, bjjna vijftig jaren, zjjne
beste krachten heeft gegeven.
Kundig, rjjk aan ondervinding, nauwgezet, eenvou
dig een vriend van rjjk en arm, betreuren allen den
eerbiedwaardigen krachtigen ouden man, die tot
slechts voor enkele dagen vóór zjjn heeDgaan,
met jeugdige opgewektheid den zwaren taak volbracht,
die hem was opgelegd.
Nadat gisteren familie en vrienden, waaronder o.a.
de Burgemeester, de collega van den overledene, en
Hoeren Afgevaardigden der Zierikzeesche Loge, zich
in het sterfhuis hadden vereenigd, de Heer Bal als
oude vriend, als broeder, de weduwe had gecondo
leerd, nam Ds. Ketel het woord, en schetste, in ge
voelvolle taal, wat de overledene voor allen was geweest,
dat hij een uitstekend voorbeeld voor de over big venden
had gegeven.
Een heldere lucht; een ljjkkleed over do kille aarde;
doodache stilte in de natuur alles werkte samen om
den indruk der uitgebreide ljjkstoet hoogst aangrjjpend
te maken. Aan de groeve genaderd waar de grijsaard
zou rusten nevens zjjn zoon, kleinzoon en dochter,
de jonge moeder, die bjj zoo innig lief had, die hem,
slechts ruim drio maanden geleden, werd ontnomen,
werden de insigniëa der Broederschap van het ljjkkleed
verwjjderd, het ljjk in het graf neergelaten, en wierp
Broeder Mulock Houwer de laatste herinnering, met
een >rusl in vrede", op de kist; de treurige taak
was volbracht.
't Was goed zooop den akker des doods, met de
dood voor oogen, passen geen dwaze, menschen ver
godende redevoeringen. Van de afgestorvene, die naar
eisch zjjn plicht heeft gedaan, mag men, aan den rand
des grafs, slechts zeggenhjj was mensch, en niets
menschelgks was hem vreemdrust zacht
W.s.w., 20 Januari 1891. B.
Dbeischob, 21 Jan. '91.
Ondergeteekende, de haan, die bjj het gefeest alhier
de eer heeft genoten als sporthaan op te tredeD, brengt
langs dezen weg daarvoor zjjn hulde aan de van lumi-
neuse, geenszins weerzioverwekkende, jjsvermaak-ideeën
zwangergaande, voorzeker geen middeleeuwsche, maar
met hun tjjd meegaande, zichzelf daardoor karakte-
riseerende ysfeestcommissie.
Namens mjjne jaloersche medehanen,
KUKELEKU.
IJSVREUGDE.
Wat geeft het ijsvermaak toch pret,
Wanneer men bjj eene wandeling let
Op 't onderlinsr genoegen.
Yorst Thialf heeft juist slag er van,
Om burger, boer en edelman
Met tact bjjeen te voeg9n.
Het is of rang en stand verdwjjnt
Zoodra men op het jjs verschijnt,
Men schertst en lacht als vrinden.
Dienstvaardig als het wezen moet,
Om, zoo aan rechter- als linkervoet,
De schaatsen aan te binden.
Wie op haar schaats fiasco maakt,
En subk'lend van de been geraakt,
Heeft zich toch niet te schromen.
Men schiet haar toe van alle kant,
En wordt met vriendeljjke hand
Beleefd weêr opgenomen.
Een dame van den eersten stand
Rjjdt met een werkman hand aan hand,
Niet in 't glacé gestoken,
Mbt wie men zich ook amuseert
En op de jjsbaan manoeuvreert,
Toch bljjft men onbesproken.
De rjjder van het platte land
Wordt op het jjs ook dra galant,
Doet een'ge fraaie streeken.
En weet zoo door zjjn net figuur,
Voor korter of voor langer duur,
Amourijes aan te kweeken.
De beste rijder van de Gracht
Bekomt allicht de schoonste vracht,
Die er is uit te kiezen.
En hoe de Noorderwind ook snjjdt,
In wang en neus eu ooren bjjt,
Dé&r zal geen mengch bevriezen.
Al is wel het vergunningsrecht
Op 't jjs aan iedereen ontzegd,
Dit duidt geen mensch ten kwade.
Toch legt men aan het eind der baan
Bjj Anker of Vermeule eens aan,
Yoor een kop Chocolade.
't Gezellig glas bezielend vocht,
Dat men eertjjds zoo gaarne mocht,
Wordt door de Wet bestreden.
Zoodat die kunstgreep van den Staat
Yan Houten's poeder-fabricaat
De volksdrank maakt van heden.
Doch welke dranken men ook biedt
Is 't zelfde, als men maar geniet
Op de bevroren Grachten,
Maar 'k voeg tot slot den wensch er bjj,
Dat voor 't belaDg der maatschappjj
Het weder bljjft verzachten.
Dat 't jjs om onze kust versmelt
En het verkeer dra wordt hersteld,
Reeds veel te lang verbroken.
Opdat wjj van het Postverkeer,
Yan gist en veel artikels meer
Niet langer zjjn verstoken.
Saimenspraike tusschen Stoffel Bieze
en Jilles Krukel.
IV.
Jilles. G'naevend buurt, sint dat et nog wat
schemert motte m'n noe eest is bie de biggen kieke,
je eit m'n dat lest toe e zeit.
Stoffel. Kwa, dan zullen m'n mar drekt gai.
Jilles. Da's noe zooveel as 'n kraimverziete bie
de groote luu, 't kost ommes geen kwartje om te
kieken
Stoffel. Nee Jilles, 'tis 'n boerezaike, in dair
kuije meestal voor niemendaole kieke, kiek mar, keu!
keu! keu! noe, ze kruupe d'r diepe onder, je kunt
merke dat 't koud is, dair eije ze.
Jilles. Dan bin diekerse mooie buurt, mar warem
pel oak weer 'n keuninkje d'r bie.
Stoffel. Dat dienk is net as onze sikkertaorïs,
hoe goed of 'n 't eit dair zit groei noch bloei in.
Jilles. Den dien liekt dan de Burgemeester wel
al is 'n zoo gauw nie, want die ziet er zoo mals uut,
in zoo'n dik pookje.
Stoffel. M'n zulle mar gauw in uus gai, want
't is te koud om lange buute te wezen.
Jilles. (binnen komende). Dag Griete bure, oe
eijet, is de nieuwejairsdag je goed bekomme? M'n
'n bitje te lange bie den docter ezeten in wat te veel
toe etast geloaf ik, want m'n oot was saivens zwair.
Stoffel. Krek zoo as bie m'n vrouwe, 't is toch
zoo'n rejaale vijnt dien docter, ie weet mit iedereen
zoo omme te spriengen, ik geloave dat er geen eene
in de gemeinte is die ie geen nievvo jair ewenscht eit.
Jilles. Ja 't is 'n plezierige vijnt, zoo eene is
voor de menschen as kripvet voor de kinders op d'r stik.
Stoffel. Mar noe is over de biggen, wat zei jie
dair van?
Jilles. Wel m'n lieve man dat bin juweeltjes,
't is zeker alf Deensch en alf portons?
Stoffel. Ja, dat kuije wel an d'r snuutjes zie,
't is 'n voordeelig slag van verken, die gauw vet bin,
dat schil wat buuten die Kazantenairs, dair eije toch
zoa lange werk mee eer dat die vet bin.
Jilles. Ja da weet ik, 'k d'r is een emest
ruum anderhalf jair, die was zoo groot, dat 'n over
d' onderdeure op den dosvloer kon kieke, vreeselike
lange beenen in ie gieng net as die kureselvijnt, die
m'n op de Aemstiese markt aot Ik wouw um ver-
koape in dair komt die slagter uut 't achterommetje,
die bied 20 cent voor 't pond, ik zegge porjuut kerel
dienk je da 'k estole De mart stait tot 30 cent
toe. De man gieng weg in zei 'niks meer. De aore
weebe kwam Kees bie m'n in vroeg of d'r niks te win
nen was, too docht ik, 'k zal um die keu is laite
kieken. Wel zait ie, da's 'n groaten, raar ie ao geen
dost om 'n te koapen. W'ik 'n voor je meenemen nai
de mart zeit ie. Ik was 't verke moe, ik docht voor-
uut mar, dan gai 'k zeis oek is mee nair Rotterdam,
anders kom 'k dair raogelik nooit meer.
Zaiterdaigs gienge m'n op reize, want Kees is an
't goeije kantje in reist Zondaigs nie, noe dat beviel
m'n oak wel, want dan beije weer 'n dag langer van
uus, in je eit toch Zondags meer in Rotterdam as op
Aimstie of Schairendieke, dat weet Kees ook wel.
Stoffel. Hoe liep dat zaikje noe af, ik meene
mit dat verke, nai jilder bin'k niks nieuwsgierig, want
je binne aole beije even leep.
Jilles. Dat z'ak je zegge, de mart was bienai
ofeloape, in toe kwam er zoo'n slagtertje op zwarte
aolebessen, die bied 20 cent voor 't pond, noe wier