ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE. Zaterdag 17 Januari 1891. Directeur-Uitgever J. WAALE. AFKON Dl GING. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. De gesloten kamer. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 5952. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar ■plaatsruimte berekend. Geabonneerden buiten deze stad, gelieven het door hen ver schuldigde tot uit. Dec. l.l. per postmssel, na aftrek der kosten, te voldoen. Door het POSTKANTOOR te Zierikzee zyn gedu rende de 2e helft der maand Dec. 1890 de volgende brieven verzonden aan personen, wier naam op het adres vermeld, ter plaatse van bestemming onbekend waren H. Eijcken Zn., Rotterdam. Amerika: Yan Oosterland: G. Goudzwaard, East Monroe. Het HOOFD van het Gemeentebestuur te Zierikzee maakt bekend, dat door den heer Provincialen In specteur der Directe Belastingen te Middelburg is executoir verklaard het Kohier der Grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen dezer gemeente over het jaar 1891, dat op heden aan den heer Ontvanger der Directe Belastingen, alhier wordt ter hand gesteld ter invordering, en dat ieder verplicht is zyn aanslag op den by de wet bepaalden voet te voldoen. Zihrikzee, den 15 Januari 1891. Ch. W. VERMEIJS. Amerika. Tegen Juli a.s. zullen alle werklieden-vereeoigingen in de Vereenigde Staten te Washington in congres byeenkomen, ten einde, met het oog op de verkiezingen in 1892, eene nationale party te stichten, die zal trachten de verkiezing te bewerken van een Congres en een president, die de belangen der werklieden willen verdedigen t-gen corporaties, de syndicaten en de monopolies. Engeland. Londen, 14 Jan. Volgens berichten uit New- York heerscht er in i llicieele kringen ergernis over, dat Engeland het vraagstuk der Behring-zee aanhangig heeft gemaakt voor het Opperste Gecechtshof te Washington. Het heet dat de regeering der Unie dit beschouwt als eene ongehoorde schending van alle di plomatieke gebruiken. De staatssecretaris Blaine zoude voornemens zyn Engeland's theatercoup te beantwoor den met eene stroeve nota aan lord Salisbury, waarin betoogd wordt, dat aangezien de Engelache gezant te Washington niet in staat gebleken is de onderhande lingen verder te voeren, het beter ware zoo die onderhandelingen naar Londen werden overgebracht. Do interventie van Canada voor het Opperste Gerechtshof schynt de ergernis der Amerikaanscbe regerings personen te verhoogen. Volgens een bericht uit Ottawa hebben de robben visschera uit Britsch-Columbia gedele geerden naar Ottawa gezonden om de bescherming van de regeering aan te vragen tegen de opbrenging van schepen door de Amerikanen. De regeering van Canada moet niet geneigd zyn die bescherming toe te zeggen. De robbenvisschers moeten volgens haar hun bedryf voor eigen risico voortzetten. Het voorstel van Blaine, om de zaak te onderwerpen aan bet onderzoek eener commissie, wordt onaan nemelijk geacht, omdat met die zaak veel meer gemoeid is dan enkel het uitroeien van de robben. Rusland. Een juwelier te Warschau, die zich in tijdelijke geldverlegenheid bevond, wilde een hem toebehoorend Russisch premielot te gelde maken. Toen de makelaar echter de lyst nazag, bespeurde men dat drie jaar geleden op dit nummer de prjjs van 200,000 roebels gevallen was. De man was nu voor goed geholpen. Nederland. Amsterdam. De heer Nord, arts en officier van gezondheid alhier, die zich speciaal bezighoudt met de behandeling van longlyders en die reeds verscheidene brochures schreef over de geneeswjjze der tering en het oprichten van een sanatorium voor longlijders in Nederland, past sinds eenige weken de methode van professor Koch met gunstig gevolg toe. De heer Nord heeft eene maand te Berljjn vertoefd om deze methode grondig te leeren kennen. A.iaistex'<3a.m, 14 Jan. In de heden gehouden zitting van den gemeeuteraad is, op voorstel van mr. De Vries, besloten de kwestie van het ontslag van den commandant der brandweer aan te houden, om in middels alle daarop -betrokking hebbende geheime stukken openbaar te maken, opdat het publiek kan oordeelen in hoeverre de voordracht tot ontslag al of niet gegrond i3. Een winkelier uit de Utrechtschestraat te Amster dam heeft by de politie het volgende aangegeven: Een man vervoegde zich gisteren aan den winkel, voor gevende door een horlogemaker uit de Haarlemmerstraat te zyn gezonden om de klok, welke hersteld moet worden, af te halen. De klok, die eene waarde ver tegenwoordigt van 400, werd afgegeven, doch later bleek dat de horlogemaker niemand had gezonden en ook geen klok heeft ontvangen. De heeren Gebrs. Scheuer te Amsterdam hadden het voornemen opgevat de Hull-boot te Nieuwediep te laten aankomen, zoo althans de Holl. Spoorw. Maat schappij eenig8ziD8 kon waarborgen, dat voldoend materieel ter beschikking zou zyn om de geloste goederen van daar verder te zenden. Op eene desbetreffende vraag aan den administrateur gericht, heeft deze echter moeten antwoorden, dat het gebrek aan rollend materieel nog zoo groot is, dat hij met geen mogelijkheid die zekerheid zou kunnen geven. 's GravenJmge, 13 Jan. Tweede Kamer. Heden is by de kamer ingekomen een onteigenings- ontwerp voor de verbetering van den Ouden IJsel. Morgen zullen in de sectiën verschillende ontwerpen worden onderzocht, o.a. dat tot regeling van het in komen der kroon. Een voorstel van den heer Rooseboom om ook te onderzoeken het ontwerp tot regeling van den staat van oorlog en van beleg is verworpen met 38 tegen 37 stemmen. Aangenomen is met 59 tegen 16 stemmen een voorstel van den voorzitter om Donderdag hoofdstuk X en XI der staatsbegrooting en die voor Suriname te behandelen. Daardoor werd als verworpen beschouwd een voorstel-Vermeulen om eerst de stedenwet te be handelen. De heer A. van Dedem merkte hierby op dat ook al wordt de stedenwet later behandeld zy nog dezen zomer met een overgangsbepaling in werking kan komen. De heer Tak van Poortvliet verkreeg verlof den minister van binnenlandsche zaken op nader te bepalen dag te interpelleeren over het Congo-tractaat. Een voorstel van den heer Travaglino om het voor- loopig verslag over de legerwet te publiceeren vóór het regeeriDgsantwoord is verschenen, werd verworpen met 50 tegen 24 stemmen. De heer van Houten verklaarde vooraf dat de com missie van voorbereiding neutraal was, maar dat de aanwezige leden individueel tegen het voorstel waren. De heer Travaglino ontkende de bedoeling te hebben eene beweging tegen het ontwerp te doen ontstaan. Oud-Beierland, 13 Jan. De heer jbr. mr. B. J. Coenen van Gravesloot, benoemd tot griffier by het kantongerecht alhier, heeft aan H. M. intrekking dier benoeming verzocht. Vllssingen, 14 Jan. Een acht a tiental kapiteins van alhier in de haven liggende stoom- en zeilschepen hebben zieh tot een comité gevormd om een concert te organiseeren ten roordeele van de armen. Teneinde te kunnen slagen hebben zy eene circulaire gericht aan alle gezagvoerders van schepen in de havenB om hnnne medewerking te verkrygen. Tot het comité behooren de gezagvoerders van de st. »Belgenland", >Chicago", >Preston", »Folden" en >Greystoke" en van de barken Marie Spatz" en »Anua Main." Wy wenschen van harte dat zy mogen slagen en zien in deze poging een bewyB dat zy Vlissingen ge negen zyn en zich daar thuis gevoelen. Kats, 14 Jan. De heer Janse uit Gocb photografeerde Maandag op den Cortgeenschen steiger, met goed gevolg, de Zandkreek. lerselre, 14 Jan. De heer D. Koeleman, burge meester dezer gemeente, is benoemd tot burgemeester der gémtónte Krommenie. Velen zullen zeker zyn heen gaan betreuren, want vooral in den laatsten tyd werd hij alB burgemeester geacht. Met zelfvoldoening kan hy dan ook op zyn verblyf in deze gemeente terugzien, want veel goeds ia onder zjjn bestuur tot stand gebracht. Gisteren avond was het de laatste raadsvergadering, die by presideerde. Na de gewone zaken behandeld te hebben, nam hij afscheid met ongeveer de volgende woorden: Het doet mjj natuurlyk genoegen, dat ik tot burgemeester van eene gemeente in Noord-Holland benoemd ben; in genoemde provincie is toch myne geboorteplaats. Toch zal myn verblyf in Ierseke aan gename herinneringen achterlaten. Ik kan er gelukkig op wyzen, dat ik door de meerderheid van den gemeen teraad met veel welwillendheid en vriendschap behandeld ben, waardoor er veel goeds is tot stand gebracht, ofschoon het niet altyd zonder atryd gegaan is. In het belang der gemeente Ierseke hoop ik, dat er in deze vergaderzaal een aangename toon zal blyven heersohen en dat het deze gemeente steeds blyve welgaan. Ik beveel my steeds in uw aller vriendschap aan. De officier van gezondheid 2e kl. van het In dische leger, Fiedeldy, thans geneesheer te Ierseke, zal 's lands dienst met pensioen verlaten. Tholon. Woensdag avond is het ys in den Een dracht losgeraakt. Ongeveer 4 weken heeft de overtocht naar Noord-Brabant te voet plaats gehad. De hooge waterstand is de oorzaak, dat de verbinding zoo spoedig verbroken is. Scherpenisse, 14 Jan. Dezer dagen hadden eenige jongens het gevaarlijke spel begonnen om op het ys een omloop te plaatsen. Toen deze in volle vaart was, geraakte een der knapen in het tonw ver ward en kwam op het hoofd terecht, waarvan het gevolg was, dat hy de eerste twee dagen bewusteloos was en geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Stayenisse, 15 Jan. In de deze week gehouden vergadering van de sociëteit »Ons Genoegen" alhier werd eenparig besloten tot het byeenbrengen van een som gelds, ten einde aan on- en minvermogende stille armen, die het niet betalen kannen, gratis steenkolen te verstrekken. Staande de vergadering werd dadelyk voor ruim f 50 geteekend. Een zestal heeren verklaar den zich bereid, by de burgory voor dit doel gelden in te zamelen. De besturen der plaatselijke en diaconie- armen zullen worden uitgenoodigd de uitdeeling op zich te nemen. Door eenige suikerfabrikanten, die alhier nog voor hnnne rekening suikerbieten hebben liggen, is overge gaan tot de vervoering der bieten per as naar Tholen, vanwaar ze verder, na de Eendracht overgedragen te zyn, per as wederom naar Bergen op Zoom worden vervoerd. Men rekent het aantal hier nog liggende bieten op pl. m. 400 last. Bruinisse, 14 Jan. De openbare school alhier wordt bezocht door 169 jongens en 164 meisjes, totaal 333 leerlingen. Van de herhalingschool wordt gebruik gemaakt door 44 leerlingen. Het onderwys in talen (Fransch en Engelsch) wordt gevolgd door 12 jongens en 1 meisje. Gratis onderwys genieten 82 jongens en 81 meisjes. 15 Jan. Heden heeft zich het ys in het Zijpe weder vastgezet, zoodat enkelen de overtocht naar den Jacobapolder weder te voet ondernamen. Zieirikzee, 16 Jan. Ons isolement duurt nog steeds voort. De spoorboot, die de beide laatste dagen geheel gereed ligt tot vertrek, ontving gister bericht dat het uaby Veere vol met ys was en alzoo toch het doel niet kon worden bereikt. Heden morgen trachtte zy eene doortocht te banen in de Nieuwe Haven, doch moest dit spoedig opgeven. De posten van heden zyn by het afdrukken van dit nummer nog niet aangekomen. Sedert een paar dagen dry ft op de Ooster-Schelde een onbekend binnen* vaartuigzeilen en tuig zijn ook weg. Tot gemeenteveldwachter te Noordgouwe is be noemd Geert ten Veen, politie-agent te Rotterdam. De voordracht ter benoeming van een leeraar in de geschiedenis aan de H. B. S. te Goes bestaat uit de heeren A. J. L. Croiset, thans leeraar aan de bij zondere handelsschool te Amsterdam, J. Kunst te Leiden en M. ten Bouwhtiys te 'a Hage. (Zie tèiegr.J Naar men verneemt zal eerstdaags eene wyziging worden gebracht in de indeeling van het geneeskundig staatstoezicht voor Noordbrabant, Zeeland en Limburg. Een gedeelte van Noordbrabant zal by Limburg en een ander gedeelte by Zeeland worden gevoegd, en in verband hiermede de tegenwoordige inspecteur van Zeeland naar Limburg worden overgeplaatst. Zooals indertyd werd gemeld was de redacteur- uitgever van een anti-revolutionair blad, te Sommelsdijk verschijnende, zekere Boekhoven, gevangen genomen op last van den officier van justitie te Rotterdam. Deze gevangenneming geschiedde uit kracht van een bevel, daartoe door de rechtbank te Rotterdam ge geven, op grond van verdenking dat die persoon bank breuk had gepleegd, door goederen aan zyn faillieten boedel te onttrekken. De rechtbank heeft althans na gehouden instructie, de ver wy zing dezer strafzaak naar de openbare zitting geweigerd en de buiten vervolging- stelling van B. gelast. By kon. besl. is mr. J. T. Buys, hoogleeraar te Leiden, benoemd tot lid van het college voor de zee- vissoheryen. De ongesteldheid, waaraan mr. Keuchenius, lid van de Tweede Kamer, lydende was, kan als geweken beschouwd worden. Tot Directeur der Roomboter-fabriek, welke te Sluis zal gesticht worden, is benoemd de heer Lt. Breesnee Pz., te Oud-Beierland. Aangaande den tocht over het ys der Zuiderzee, door een 7tal wakkere mannen van Stavoren naar Enkhuizen ondernomen, kan 't volgende worden bericht Maandag, 12 Jan., zijn zy 's morgens 7.40 op reis gegaan, eerst Zuidwaarts op tot Laaxem; vandaar met mist en dooiweer, Z. ten W. tot onder de Noord-Hollandsche kust; toen verder richting N.W., tot zij die kust bereikten tuaschen Enkhuizen en de Ven, en langs de kust loopend, tot Enkhuizen, waar zy 's middags 2.30 zijn aangekomen. Te Enkhnizen viel hun eene vriendelijke ontvangst te beurt, en brachten zy een genoegelijken avond door. Dinsdagochtend 13 Jan. hebben zij om 7.37 den terugtocht aanvaard, richting nemende O.N.O., en omstreeks 12 uur zyn zy behouden weer thuis gekomen. Zy verklaren, dat bet ys in de Zuiderzee overal vastzit en volgens gedane opnemingen, eene dikte heeft van minstens 30 centimeter; op som mige plaatsen was het 60 centimeter, zelfs 1 meter en meer dik. Slechts ééne scheur 10 centimeter wijd, heb ben zij aangetroffen, en daar was het ys ongeveer 50 a 60 centimeter dik. Verscheidene hoogten van opge schoven ys hebben zy op hun tocht ontmoet, tot eene hoogte van ongeveer 7 a 8 meter. Aangaande den JEen Iersche geschiedenis. I. Ik opende de oogen en zag verwilderd rond. Een man boog zich over mij heen, en naast hem stond eene vrouw, die de groote witte muts eener geeste lijke liefdezuster droeg, met natte compressen in de hand. De kamer, waarin ik mij bevond, was met licht grijs papier behangen, en zag er eenvoudig en vroolijk uit, maar alles wat ik zag danste op en neder voor mijn oogen. Op een tafeltje, dat met een wit servet bedekt was, stonden allerlei ongewone zaken, een aantal medicynflescbjes, en een aarden kom, die tot aan den rand met stukken ijs gevuld was. Een frisck windje kwam door bet geopende venster naar binnen, en speelde met de netel- doeksche gordijnen die er voor 'hingen, en ik kon een stukje blauwe lucht onderscheiden, benevens de groene, bloeiende toppen van enkele boomen, wier bladeren zacht in de avondkoelte wiegelden. Waar bevond ik mij toch? Het was mij alsof ik uit een diepen slaap ont waakte, of ik jaren lang in het onbestemde had gezweefd, ja dood was geweest. Ik kon mij niets meer herinneren, mijn ledematen schenen gebroken, mijn lichaam krachteloos; myn geheugen was ver dwenen, mijn denkvermogen verlamd. Soms hoorde ik in de verte het luiden van klokken, dan weder was bet mij of zwermen van luidruchtige insecten om mijn hoofd gonsden. De man beurde myn hoofd voorzichtig op, en liet mij een paar teugen drinken, die mij zeer ver kwikten. »Wel mynheer Fearaell, hoe gaat het U?" vraagde hij. >Wat 1 hoe! riep ik uit, waar ben ik?" »Gij zijt bij mij, mijn goede Mijnheer Fearnell," antwoordde de man. Gij zijt in myn huis. Kom aan," vervolgde bij, mijn hoofd weör op het kussen leg gende, houdt U maar rustig, er wordt goed voor U gezorgd." Geruimen tijd keek ik oplettend naar het gelaat van den man, die dus tot mij sprak, en eensklaps herkende ik hem. Het was Dokter Bertram, de beroemde krank zinnigen-geneesheer van Dublin. Een rilling voer mij door de leden. Waarom bevond ik mij in zijn huis, en niet op mijn eigen villa Pkoenix-Park, te midden van mijne hoeken, herbariums en microscopen Gij wordt goed ver zorgd, had hij gezegd. Was ik dan ziek? Ik deed bovenmenschelijke pogingen om mij iets te binnen te brengen, om het raadsel op te lossen, en te be grijpen waarom ik mij in een gekkenhuis bevond, want Dr. Bertram dat herinnerde ik mij nu duidelijk stond aan het hoofd van een krank zinnigengesticht. En die kamer, die geestelijke zuster, die apothekers-fleschjes, die kom met ijs! Neen er viel niet aan te twijfelen Ik was gek, gekIkeen rustig burger, een geleerde, lid van verscheidene academies. Maar hoe was dat gekomen, hoe kon het zy'nl Eindelijk vraagde ik: »Hoe lang ben ik hier?" - Sedert eene maand, mijn beste Mijnheer Fearnell, sedert eene maand laat eens zien maar stil wat, gij moogt de dekens niet wegschuiven, blijf maar rustig liggen zoo, zoo en vooral niet praten, hoor." Nadat de dokter mijn dekens terecht had gelegd, wreef hij zich tevreden de handen, en glimlachte vergenoegd. De wreedaard Hij verheugde zich natuurlyk in mijn treurigen toestand, waarschijnlijk was ik wel de ergste van al de krankzinnigen, die hy ooit had behandeld. En daarom wreef hy zich zoo vergenoegd in de handen Sedert eene maand 1 Het leek mij onmogelijk. Wat was er dan toch gebeurd Te vergeefs trachtte ik de duisternis, die myn geest omgaf, te doorboren, maar alles was nacht om mij heen, en nergens ontdekte ik een schemering van licht. Waarom verbood de dokter my het spreken? Waarom sprak hij zelf fluisterend met de liefdezuster? Vermoeid van het zoeken verloor ik langzamerhand het bewustzijn en viel in slaap. Ik bevond mij in een woeste landstreek, de weg was doorweekt van bloed, en langs dien weg stonden in plaats van boomen, reusachtige microscopen. Ik zag twee kleine meisjes, die met een doodshoofd speelden, dat zij elkander toewierpen, en in de verte kwam Dr. Bertram, die de muts der geestelijke zuster op het hoofd had, aangeloopen met een geraamte in de armen. Den volgenden dag bevond ik mij veel beter, ik had een rustig behagelijk gevoel, en genoot van de kalmte om mij heen. Eerst tegen den avond kwam de dokter mij be zoeken, en ging by mijn bed zitten. »Mooi, mooi 1" zeide hij na mij den pols gevoeld te hebben. Alles gaat goed, en gij zult er met den schrik afkomen, mijn best Mijnheer Fearnell. Maar het was een leelyk geval, dat durf ik U than9 wel bekennen, nu het gevaar geweken is. Ik heb zelden zulk een ernstige hersenaandoening behandeld, en dacht niet dat ik U behouden zou. Zeg mij nu eens of gy U al weer het een en ander herinneren kunt?" »Ik weet niets," antwoordde ik moedeloos. »Ik kan mij niets te binnen brengen, ik zoek en zoek, maar te vergeefs." »Ik vraag het U", hernam de dokter, omdat gij al ijlende de zonderlingste dingen hebt verteld. Weet gij waar men U gevonden heeft Op den openbaren weg, bebloed, balf ontkleed en in een diepe bezwijming." Daar herinner ik mij niets van, maar er is zeker iets vreeselijks met mij gebeurd, ik kan niet zeggen wat, maar nu ik er weer aan denk is het of ik dood ben geweest of vermoord ja vermoord daar ginds in die kamer. Er was een bed, en verder maar nu weet ik weer niets. Heb ik gedroomd of beu ik weer aan het ijlen, maar neen dat kan niet. Kunt ge mij niet op den weg helpen. Ik zoek reeds den ganscben dag, maar och mijn hoofd is nog zoo zwak, en myn geheugen is geheel in de war door een vreeselijken schok. Krankzinnig ben ik evenwel niet, ik gevoel me oneindig beter het gegons in mijne ooren heeft opgehouden, en een behagelijke gewaarwording doorstroomt mijn ge- heele lichaam. Maar dat lijk, en dat blonde kind met het doodshoofd dat op den grond rolde, ja het rolde weg en nu weet ik weer niets meer." De dokter begon mij hierop te ondervragen, hij herhaalde de woorden, die ik in de koorts had gesproken. Aandachtig luisterde ik naar hetgeen hy zeide en ziet, eensklaps was het alsof een nevel van mijn geest weggenomen werd, en met onbe grijpelijke helderheid schoot al het gebeurde my te binnen. Ik geraakte in ééne opwinding, zoodat Dr. Bertram my andermaal de pols voelende, zeide: D Gij moest nu liever wat rust nemen, deze herinne ringen zullen U te veel vermoeien. Morgen kunnen wij verder praten." »Neen dokter," riep ik uit, »niet morgen, nu dadelijk, ik moet spreken, het moet mij van het hart. O ja, ik herinner mij nu alles, ik weet het heel goed. Laat mij maar even mijne gedachten regelen. Nu behoef ik niet langer te zoeken. Ik droom niet.Luister slechts." Daarop deed ik hem het getrouwe verhaal van alles wat mij overkomen was, en herhaalde dat daarna woordelijk voor den rechter. Gij kent mijn hartstocht voor de natuurlijke historie, en weet dat er geen week verloopt zonder dat ik naar buiten ga om kruiden te zoeken. Op zekeren dag begaf ik mij naar Glasnevin, waar zich moerassige weilanden bevinden. Ik hoopte op een rijke oogst van zeldzame gewassen: infusoren en schimmelplanten, en vond inderdaad eenige merk waardige exemplaren, waarover ik mij voorstelde in een Botanisch Tijdschrift eenige artikelen te schrijven, die opgang zouden maken. Doch dit doet hier niets ter zake. Met mijn instrumententasch over den schouder, en mijn kruidentrommel vol schatten keerde ik recht voldaan naar Dublin terug. Dicht bij de poort op den grooten weg zag ik een klein meisje, ongeveer vijf of zes jaar oud, dat geheel alleen voortliep en bitter schreidde. Ik begreep dat het arme kleine ding verdwaald was, en den weg naar huis niet kon terug vinden. Haar stemmetje klonk zoo bitter treurig. Ik kwam naderbij, doch mij ziende begon zij nog luider te weenen. Zoo vriendelijk mogelijk sprak ik haar toe, en won haar vertrouwen door beloften van speelgoed en lekker nijen. Al snikkende vertelde zij mij, dat hare kindermeid haar in den steek had gelaten, dat zij Lizy heette, en dat zij in de Lower-Abbey street bij Bresford place woonde. Ik nam haar bij de hand eu als de beste vrienden vervolgden wij onzen weg. Het was zulk een mooi kind, dokter. Een blozend gezichtje met groote oprechte oogen; het blonde haar, dat op het voorhoofd kort was afgeknipt, golfde in lange, blonde krullen onder den breed- geranden hoed op de schouders neer. Vroolijk trippelde zij naast mij voort, en legde haar kleine zachte vingertjes vertrouwelijk in mijn groote ruwe hand. Wat was zij een lief schepseltje. Al voort gaande deed zij my allerlei kinderlijke verhalen van een groot paard en een klein mesje, van een houten schopje en een mooie pop, en van verschillende menschen, die ik natuurlijk niet kende. Maar eens klaps betrok haar vriendelijk gezichtje, en zij zeide mij bang te zijn dat hare moeder haar zou be knorren, en in een donkere kast opsluiten. Ik deed mijn best om haar gerust te stellen, en om hare vrees te verdrijven kocht ik haar een fraaie pop. Zij was er wonder mede in baar schik en begon dadelyk een allerliefste samenspraak met haar kind te houden. Goede hemel, hoe was het mogelijk l" Slot voVjts

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1