ZIERIKZEESGDE MEI WSKORE. Zaterdag 10 Januari 1891. Directeur-Uitgever J. WA ALE. KIEZERSLIJSTEN. Algemeen Overzicht. NIEUWSTIJDINGEN. FEUILLETON. In den Biechtstoel. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f 10,per jaar. 47ste JAARGANG. No. 5949. Advertentiënvan 13 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des Maandags, Woensdags en Yrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote leiter wordt naar 'plaatsruimte berekend nwsJï? De VOORZITTER van den Gemeenteraad te Zieriiczee Gezien art. 7 der Wet van den 4 Juli '1850 Staatsblad No. 37), zooals dat artikel is gewijzigd bij art. VII van de additioneele artikelen van de Grondwet; Noodigt de mannelijke ingezetenen der gemeente uit, om, zoo zij in eene andere gemeente over het dienstjaar •1889/30 in de personeele belasting ter zake van hunne woning zijn aangeslagen naar een hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art. 1 litt. a en b van de wet van den 24 April 1843 Staatsblad No. 15) aanspraak geeft op ver mindering tot één derde of twee derde gedeelten der belasting naar de drie eerste grondslagen, alsmede die in de grondbelasting in eene andere gemeente of in meer gemeenten te zamen, over het dienstjaar 1890 tot een bedrag van ten minste tien gulden zijn aangeslagen, daar van door overlegging der voor voldaan geteekende aanslag biljetten vóór den iöden Februari a.s. ter Gemeente- Secretarie te doen blijken. Tevens worden de mannelijke inwoners .dep. ^gemeente uitgenoodigd om: a. Zoo zij hoofden van gezinnen of alléén wonende per sonen zijnde, van den inwonenden eigenaar of eersten hum-der van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeele be lasting ten minste op het dubbele gesteld is van het laagste in de gemeente voor den vollen aanslag vereischte bedrag (en tvlseoo ton minste o;p f 66,gedurende negen maanden, voorafgaande aan den 15den Februari a.s., een gedeelte in huur hebben gehad en bewoond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag in de personeele belasting geschiedt, maar waarvan dejaarlijksche huurwaarde, ongestoffeerd, in verhou ding tot de belastbare huurwaarde van het woonhuis, of af gezonderd gedeelte van het woonhuis geschat, een bedrag bereikt, dat geen aanspraak geeft op vermindering tot één derde of twee derde gedeelten der personeele belasting naar de drie eerste grondslagen; b. Zoo hun aandeel in den aanslag in de grondbelasting, hoewel hunne namen niet bij den aanslag in het kohier zijn vermeld, wegens onverdeelde onroerende goederen ten minste tien gulden bedraagt. Voor zoover zij op de hiervoren genoemde gronden aan spraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden op de kiezerslijsten, daarvan vóór den 15den Februari e.k. onder overlegging van de noodige bewijsstukken, ter Gemeente- Secretarie aangifte te doen. Die aangiften behooren te geschieden volgens de bij het Koninklijk besluit van den 28 November 1887 Staatsblad No. 241) vastgestelde modellen, welke ter Gemeente- Secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn. Zierikzee, den 7 Januari 1891. De Voorzitter van den Gemeenteraad voornoemd, Ch. W. VERMEIJS. De eerste week van een nieuwen jaarkring is uit den aard der zaak minder rijk aan politieke gebeur tenissen. De verschillende parlementen scheiden tegen Kerstmis, de staatslieden nemen zooveel mogelijk rust om in den huiselijken kring Kerstmis te vieren en daar te luisteren naar het oude lied van «Vrede op aarde", dat nu juist in de kabinetten der diplo maten en in de vergaderzalen der vertegenwoordigers niet bet meest wordt vernomen. Met Nieuwjaarsdag komt er eene kleine verstoring dier rust, daar dan het corps diplomatique de gewoonte heeft zijne opwach ting te maken en de groote staatslieden deze gelegen heid aangrijpen om hunne meening kenbaar te maken over den loop, die de gebeurtenissen in het jaar, dat pas is ingetreden, zullen nemen. Zoover thans bekend, zyn die officieele redevoeringen overal geweest een nagalm van het Kerstlied en het «Vrede op aarde" wordt ook dit jaar alom verwacht. Mocht deze ver wachting even goed vervuld worden als die van 1890; en mocht er dan ook aan toegevoegd kunnen worden, dat het «in menschen een welbehagen" in vervulling was getreden, zoodat er aan de maatschappelijke nooden een eind was gemaakt en werkstakingen tot de ge schiedenis behoorden. Want het is treurig, maar waar, de werkstakingen, hoe ook meestal te veroordeelen, vinden hun meesten grond in den eisch van loonsverhooging en beperking van den. arbeidsdag. 1890 is niet kun nen eindigen zonder werkstaking, 4891 is er mede begonnen. De werkstaking der spoorwegambtenaren in Schot land en het noorden van Engeland is een der belangrijkstedie wij in den laatsten tijd hebben gehad. Conducteurs, machinisten, stokers en wissel wachters namen daaraan deel en wel in zoo grooten getale, dat de geregelde loop der trjeinen. gedurende, eenlge dagen gèlfeéi^hihogëUjk was en dat een aantal levensbehoeften, vooral de steenkolen, zeer in prijs zijn gestegen. Wat deze werkstaking vooral belangrijk "maakte is, dat de eisch der werkstakers niet was loonsverhooging, maar betere verdeeling van den werk tijd. Tegen een werktijd van tien uur per dag hadden de beambten geen bezwaardoch wel tegen een werk tijd van 72 uren per week, zoo verdeeld dat er soms vier dagen gewerkt moest worden elk van 18 uren daags. Do spoorwegmaatschappij wilde aan deze grieven tegemoet komen, zij wilde iedere categorie van amb tenaren de gelegenheid geven hunne grieven bloot te leggen, doch wilde niets te maken hebben met den Bond der ambtenaren. Ofschoon de spoorwegbeambten eerst volhielden, dat de maatschappij dien Bond zou erkennen en daarmede onderhandelenkomen de laatste berichten gelukkig melden, dat de werkzaamheden op verschillende lijnen zijn hervat en al houden nu hier en daar de stakers nog stand, toch zullen zij, nu de eendracht verbroken is, moeten toegeven. De eenheid tusschen de Parnellisten is in Enge land ook nog niet teruggekeerd. Veel hoop had men dat eene samenkomst van Parnell met O' Brien, de onlangs naar Amerika ontvluchte Iersche afgevaardigde, te Parijs, de vrede zou herstellen, de hoop is daarop klein, al weet men ook niet wat er op de samenkomst tusschen die twee heeren is behandeld. Wat Parnell in dezen strijd vooral sterk maakt, is, dat hij de beschikking heeft over de geldkast. Van de 86 Iersche afgevaardigden zijn er 70 onbemiddeld. Deze krijgen uit het Iersche parlementaire fonds, waar over Parnell de vrije beschikking heeft, elk eene toe lage van 2400 gld. 's jaars. De Iersche kas, die behalve deze uitgaven nog die voor de verkiezingen en voor propaganda van allerlei aard had, ontving het meeste daarvoor uit Amerika. Na de breuk in de Iersche partij weigeren de Amerikaansche Ieren hun geld aan Parnell of zijn tegenstander te zenden, doch besteden het liever rechtstreeks tot ondersteuning der uit "huis en hof gezette Iersche pachters. Gevolg daar van is, dat de kas niet ruim is voorzien, maar terwijl de anti-Parnellisten slechts beschikken over 12000 gld., die zij onlangs zelf bijeenbrachten, heeft Parnell nog 192000 in kas; de kansen staan dus beter bij de Parnellisten dan bij bun tegenstanders, en deze over weging zal zeker niet nalaten gevolg uit te oefenen. De Jtuitsche Keizer is voornemens om eene con ferentie tegen Februari bijeen te roepen, ten einde te beraadslagen over de mogelijkheid eenev loonsverhooging in verband met de buitenlandsche concurrentie. Talrijke verzoekschriften toch van Duitsche werklieden zijn bij hem ingekomen, die over onvoldoende loonen klagen. Ten einde het lot der lager bezoldigde ambtenaren te vei beteren zal de Regeering binnenkort uitvoering geven aan haar voornemen om voor hen woningen te bouwen, die zonder het karakter van dienstwoningen te hebben, aan deze ambtenaren zullen worden verhuurd. Het onderzoek, vooral in de grootere steden, zooals Berlijn, Aken, Keulen enz.heeft bewezendat aan zulke woningen groote behoefte bestaat, maar ook, dat in die behoefte kan worden voorzien, zonder dat de daar? uitgaven ongedekt blijven. ofücieuse berichten houdt het Russische Ministerie zich thans bezig met de voorstellen dei- Russische bisschoppen, omtrent de uitkeering der toe lage aan de bisdommen, welke gelden in den tijd van den kerkelijk politieken strijd zijn ingehouden. De v.is.v-hf®pen hebben in overweging gegeven, de opge- zamelde gelden aan de bisdommen uit te keeren, in dier voege, dat elk bisdom daarvan het zijne verkrijgt naar evenredigheid van hetgeen binnen zijn kring was opgebracht ter tegemoetkoming aan het gemis dier gelden. Een scheidsgerecht zou uitmaken hoe het overschot zou moeten worden besteed ten gunste van geestelijken, die het£emeritaat hebben. In Spanje heeft de Koningin-Regentes het besluit onderteekend tot wijziging der invoerrechten. De regee ring heeft een groot aantal gelukwenschen met deze beslissing ontvangen en vele blijken van instemming met de invoering van het nieuwe stelsel. De Cortes zijn op reces. De verkiezingen voor de Kamers zullen plaats hebben op 1 Februari, die voor den Senaat 14 dagen later, terwijl de Cortes zullen geopend worden op 2 Maart. In de troonrede, waarmede de Koning van Por tugal de Cortes heeft geopend, verklaarde hijdat het land rustig was. De onderhandelingen met Enge land zijn nog niet afgeloopen, doch er is eene schik king voor zes maanden getroffen. De President van het Zwitsersche Bondgenoot schap is de scheidsrechterlijke uitspraak aangeboden in zake de geschillen aangaande de grensverschillen met den Congostaat en de kwestie betreffende de Delagoa- spoorweg. De Koning hoopt, dat bezuinigingsmaat regelen eene nieuwe crediet-operatie onnoodig zullen maken. In Canada heerscht groote opschudding naar aanleiding van het besluit der Amerikaansche regee ring om alle Amerikaansche havens voor het Canadasche vee te sluiten. Men beschouwt dit besluit als een middel om pressie op Canada uit te oefenen ter zake der kwestie van de visscherij in de Behringzee. Bovendien zou besloten zijn tot een strenge handhaving der visscherij- wetten in de Behringzee in de aanstaande lente en om daarbij kracht te zetten zou eene vloot, bestaande uit zeven speciaal ingerichte snelvarende kuststoom- booten, met snelvuur-geschu^ gewapend en met drie dubbele bemanning, daarheen worden gezonden. vele kinderen, raakten onder het ijs. Gelukkig was een brandweerpost nabjj de plaats van de ramp. De brandweermannen snelden dadelijk met ladders en touwen ter hulp en redden alle menschen en kindereD, die in het brandweer-station en in de nabijgelegen woningen bij de kachels werden gelegd, terwijl eenige hunner naar het gasthuis moesten worden vervoerd. Over een oppervlakte van 20 vierk. meter was het Ijs gezonken, op het oogenblik dat een groote menigte op dit punt de rivier overstak. Belgii ie. Hongarije. Een jjsramp. Te Pest of juister te Buda heeft Zondag een groot ongeluk plaats gehad, dat echter wonderbaarlijk goed afliep. Terwjjl honderden schaatsen rijders zich op de Donau bewogen, zakte op zeker punt het ijs weg. Een groot aaDtal personen, waaronder De Antwerpsche bladen melden omtrent eene merk waardige redding door een hond het volgende: Tengevolge van het sterke drjjfys ging de kolenschuit «Robert", die eenigen tijd geleden aan den tegenovcr- gestelden oever der Schelde gezonken was, langzaam uit elkander vallen. De oeverbewoners deden nu alle moeite om de wegdrjivende stukken wrakhout als goeden buit naar land te viascheh. Zoo waren eenige dagen geleden de zonen van een schipper uit Rupel- monde de Schelde opgevaren, om zich een in het midden van den stroom dryvend groot stuk wrak toe te eigenen, maar hunne roekeloosheid had hen bjjna het leven gekost. In het midden van den stroom toch werd de aandrang der ijsschotsen zoo sterk, dat het lichte vaartuig ieder oogenblik dreigde om te slaan. Vol ontzetting sloegen de aan den oever staande toe schouwers den uitslag der koene onderneming gade. Plotseling kwam de zuster van de knapen, die met den dood worstelden, op een goed denkbeeld. Zij bond een lang sterk touw om het lichaam van haren hond, en moedigde hem aan, zyne meesters te helpen. Het verstandige en moedige dier liet zich niet lang bidden. Half zwemmend, half over de ysschotsen, die hem de pooten dreigden te verpletteren, heenklauterend, nader de de wakkere redder meer en meer de plaatB, waar zijne meesters in gevaar verkeerden. Nog slechts eenige meters echter van hen verwyderd, zonk de hond, door een zware jjskorst in de heup getroffen, in den ver slindenden stroom en verdween onder de oppervlakte. Reeds hield men hem voor verloren. Doch na eenige oogenblikken verrees hij weder, dicht naast de boot. De schipbreukelingen konden toen hun moedigen levensredder in de boot trekken. Het touw, dat onge deerd gebleven was, werd aan de boot bevestigd en nu konden de aan den oever staande dorpelingen, door aan het touw te trekken, de reeds verloren geachte broeders redden. Nederland. Amsterdam, 7 Jan. Bij de heden alhier ge houden internationale hardrjjderjj op schaatsen was de uitslag van den rit over een baan van een Engelscha mijl lengte als volgt: Er waren zestien deelnemers. De eerste prys, een gouden medaille, behaalde Donoghue in 8.02/5de tweede, een zilveren medaille, Pander in 3.11 1/5; do derde, een bronzen medaille, Underborg 3.14 1/5 en de vierde, eveneens een bronzen medaille, Eden 3.15 1/5. Aangezien Donoghue nu op drie der vier afstanden overwinnaar, is heeft hjj den titel van kampioen met sjerp van het wereldmeesterschap verworven. Hierna had de wedstrijd plaats op de vjjf Engelsche mjjlen lange haan. Deze legde Donoghue af in 16.2l/s, Pander in 17.4, Underborg in 17.4J/s en Couvée uit Delft in 17.47e. Er was veel publiek tegenwoordig. (Reeds in hoofdzaak per telegram medegedeeld.) Op den Zeedjjk had weder een groote opschud ding plaats, doordien een jongmensch aan een meisje, waarmede hjj den avond had doorgebracht, de portemon- naie trachtte te ontrollen. Dit bemerkende, wrb de liefde weldra uit en in plaats van kussen, kreeg hij nu een regen van vuistslagen op hoofd en gezicht; hoewel hy beweerde een grapje gehad te hebben, baatte dit (Slot.) Wat ik toen geleden heb, eerwaarde, kan ik U niet beschrijven; mij had niets ergers kunnen overkomen. En wat kon ik doen? Wat anders voor die twee, die ik beide liefhad, dan hen te helpen in de bereiking hunner wensehen. Daar Philippe door zijn onbezorgde manier van leven weinig of geen geld had kunnen overhouden, leende ik hem mijn spaarpenningen, om daarvoor meubelen en huisraad te koopen. Het huwelijk werd gesloten, en in den eersten tijd ging alles goed, er kwam een kleine jongen, ik werd zijn peetoom en gaf hem den naam van Camille, ter herinnering aan mijne moeder. Maar niet lang na de geboorte van het kind hernam Philippe de gewoonten van zijn jonggezellenleven. Ik had mij in hem bedrogen, hij was niet geschikt voor het huwelijk, daartoe hield hij te veel van uitgaan en pretmaken. Maar, eerwaarde, gij woont zelf in een arbeiderswijk, en ik behoef U niets van zulke treurige toestanden te vertellen, gij kent de ge schiedenis van den werkman, die langzamerhand achteruitgaat, die in luiheid en daarna in dronken schap vervalt, twee, drie dagen achtereen niet op werk komt, zijn weekgeld niet meer tehuis brengt en slechts terugkeert om te twisten en zijn vrouw te slaan. jWelnu, na verloop van twee jaar was Philippe zulk een rampzalig mensch geworden. In den beginne trachtte ik hem door goeden raad van den kwaden weg terug te brengen. Somtijds schenen mijne woorden indruk op hem te maken en deed hij zichzelf de bitterste verwijten, maar op den langen duur maakten mijne vermaningen hem boos, en wanneer ik bjj hem aan huis kwam en hij zag welk een treurigen indruk het ledige vertrek, waarvan de meubelen een voor een naai de bank van leening gebracht waren, en vooral het door droefheid vermagerde gelaat zijner vrouw op mij maakten, dan geraakte hij buiten zichzelf van woede. Eens ging hij zelfs zoover, van mij met allerlei jaloersche verwijten te overladen en Catherina, wier deugd boven elke verdenking verheven was, te beschuldigen. Hij herinnerde mij, dat ik haar eenmaal had bemind en beweerde, dat ik bet nog deed, kortom hij wierp mij allerlei beleedigingen en leugens naar het hoofd, die ik U niet wil herhalen. O het scheelde niet veel of ik was hem dien dag naar de keel gevlogen. Zijne woorden brachten evenwel eene verandering in onze verhouding. Ik deed wat ik in dit geval mijn plicht meende te zijn, en bezocht Catherina en mijn pleegkind niet langer. Philippe zag ik in het vervolg slechts wanneer wij toevallig op hetzelfde werk bezig waren. Ik behoef U echter niet te zeggen, dat het lot van den kleinen Camille en van zijne moeder mij te zeer ter harte ging, om hen uit het oog te verliezen. Des Zaterdagavonds, als Philippe zijn weekloon met kameraden in de herberg verteerde, liep ik zoolang in den omtrek rond, tot dat ik het kind ontmoette, dan liet ik mij door het knaapje van alles vertellen, en wanneer de nood aan den man was ging hij niet met leege handen naar huis, dat kunt gij wel denken. Ik geloof stellig, dat die ellendeling van een Philippe wel begreep, wie zijn gezin onderhield, maar dit oogluikend toeliet, omdat het hem goed te pas kwam. Maar ik zal kort zijn, het is mij te pijnlijk om lang bij dezen treurigen tijd stil te staan. Jaren verliepen. Philippe zonk hoe langer hoe dieper, maar Catherina, die ik zooveel in mijn vermogen was ondersteunde, deed al het mogelijke om haar zoon een goede opvoeding te geven. Camille was een knappe jongen van twintig jaar, even braaf en oppassend als zijne moeder. Zij had geen werkman van hem gemaakt, maar hem van alles laten leeren. Op de avondschool had hij zich op het teekenen toegelegd en thans plaatsing gevonden bij een architect, bij wien hij een ruim week loon verdiende. Hoewel het bijzijn van den dronkaard voort durend een treurige schaduw op haar huiselijk leven wierp, toch was het bestaan van Catherina dragelijk geworden, want Camille betoonde zijne moeder alle mogelijke liefde. Als ik haar in den laatsten tijd tegenkwam ach wat was het uiterlijk dier arme vrouw veranderd geleund op den arm van haar knappen zoon, die er zoo deftig uitzag, dan deed mij dat goed aan het hart. Op zekeren dag, toen ik Camille tegenkwam en hij de straat overstak om mij een hand te geven, want de knaap was niet trotsch en schaamde zich nooit voor mijn met kalk bemorste werkmans- kiel, zag ik dadelijk, dat er iets aan haperde. «Wat scheelt er aan?" vraagde ik. «Gisteren hebben wij geloot", luidde bet ant woord, «en ik heb No. 10 getrokken. Ik behoor dus tot degenen, die naar de koloniën gezonden worden en mag van geluk spreken, als ik daar niet aan de koorts bezwijk, maar in elk geval moet ik vijf jaar van buis en mijn moeder zonder ondersteuning alleen achter laten alleen met mijn vader, die erger drinkt en boosaardiger is dan ooit. Zij zal het besterven 1 Och beste oom wat zijn arme menschen toch te beklagen". Dien nacht deed ik geen oog toe. Stel U eens voor, eerwaarde, de vrucht van twintig jaren arbeiden en hopen dezer arme vrouw in één oogenblik vernietigd, omdat een kind een verkeerd stuk papier getrokken had. Den volgenden morgen begaf ik mij dan ook, naar lichaam en ziel uitgeput, naar mijn werk op den boulevard Arago, waar wij bezig waren een nieuw huis te zetten. Al heeft men nog zooveel verdriet, een mensch moet toch voort. Ik klom dus langs de ladder den hoogen steiger op, wij waren reeds aan de vierde verdieping, en begon te metselen. Eensklaps tikte mij iemand op den schouder en omziende ontdekte ik Philippe! Hij werkte tegenwoordig niet meer geregeld, maar thans had hij zeker geld noodig om sterken drank te koopen, en kwam daarom op het werk. Onze baas moest eene boete betalen, wanneer het huis niet op zekeren datum onder de kap was, en was dus gewillig om een paar extra handen in zijn dienst te nemen. In langen tijd had ik Philippe niet gezien, ter nauwernood herkende ik hem. Zijn gelaat was door het drinken opgezwollen, met zijn grijzen baard en bevende handen geleek hij op een oud man en deed hij mij aan een afgeleefd mensch denken. En uw zoon heeft een laag nommer getrokken?" vraagde ik hem. «Nu, wat zon dat?" beet hij mij toe met een schorre stem en een boosaardige uitdrukking in de oogen, begint gij ook al te lamenteeren zooals Catherina en haar jongen. Camille is niet beter dan een ander, en moet zijn vaderland maar -dienen. Ja ik weet wel wat die twee zonden wensehen. Was ik maar dood, dan behoefde hij niet weg te gaan. 't Ziet er echter leelijk voor hem uit, ik ben er nog en heb vooreerst geen plan om op te stappen. Camille is nog niet de zoon eener weduwe". Zoon eener weduweO eerwaarde, waarom moest hij dat woord gebruiken De booze gedachte kwam onmiddellijk bij mij op en liet mij geen oogenblik met rust den geheelen morgen, waarin ik naast dien ongelukkigen werkte. Ik stelde mij voor, wat Catherine zou lijden, wanneer zij haar zoon niet meer bij zich had, om haar te ondersteunen en te beschermen, en de - gedachte deed mij huiveren, dat zij alleen zou achterblijven, overgeleverd aan de willekeur van een ellendigen dronkaard, die geheel verdierlijkt en tot alles in staat was. Het sloeg 12 uur op een naburige klok, en de andere werklieden begaven zich naar beneden om hun middagmaal te gebruiken. Wij beiden bleven het laatst op den steiger, Philippe zette eindeljjk zijn voet op de eerste sport van de ladder, en mij met een sarrenden blik aanziende, hoorde ik hem op een, schorren toon zeggen; Onze lieve Heer past op kinderen en op dronken menschen. Camille is nog niet de zoon eener weduwe Het was mij of al het bloed mij naar het hoofd steeg. Met beide handen greep ik de uiteinden van de ladder, waarop hij stond, en onder den uitroep, «dan zal hij het worden!" wierp ik die met één stoot naar beneden. Philippe bleef op de plaats dood. Iedereen geloofde aan een ongeluk, maar Camille was nu de zoon eener weduwe en zou niet weggaan. Eerwaarde, ik gevoel berouw over mijne misdaad en bid om vergeving, dat kan ik U verzekeren, en toch en toch, als ik Catherina zie voorbij gaan in haar weduwenkleed, en geleund op den arm van haren zoon, in wiens bezit zij zich zoo gelukkig gevoelt, kijk dan kost het mij moeite om berouw te gevoelen over hetgeen ik gedaan heb Daarom is het beter, dat ik weg ga, ik wil het land verlaten en mijn plan is mij naar Amerika in te schepen. Nu weet gij wat ik gedaan heb, ik moest het U zeggen, en mijn hart uitstorten voor den goeden God. Voor ik heen ga wil ik echter boete doen en daarom breng ik U, eerwaarde.... het gouden medaillon, dat Catherine niet wilde aannemen, toen zij mij bekende, dat zij Philippe liefhad. Ik heb er nooit van kunnen scheiden, maar bewaarde het als een herinnering^ aan de enkele gelukkige dagen, die ik in mijn leven gekend heb. Wilt gij het verkoopen en het geld aan de armen geven, eerwaarde?" Lezer, denkt gij dat de Abt Taber geaarzeld heeft om absolutie te geven aan dezen boeteling Dit is zeker, de priester nam het kruis, stortte uit zijn eigen zak de prijs, die het waard was, in de offerbus, maar het kleinood zelf hing bij als een ex-voto boven het altaar in de kleine kapel van de Heilige Maagd, en daar kwam hij menigmaal om te bidden voor den armen boeteling. Uit hel Fransch.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1891 | | pagina 1