ZIERIKZEESGDE MEI WSKORE.
Zaterdag 10 Januari 1891.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
KIEZERSLIJSTEN.
Algemeen Overzicht.
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON.
In den Biechtstoel.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5949.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts., kunnen uiterlijk tot des
Maandags, Woensdags en Yrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote leiter wordt naar 'plaatsruimte berekend
nwsJï?
De VOORZITTER van den Gemeenteraad te Zieriiczee
Gezien art. 7 der Wet van den 4 Juli '1850 Staatsblad
No. 37), zooals dat artikel is gewijzigd bij art. VII van de
additioneele artikelen van de Grondwet;
Noodigt de mannelijke ingezetenen der gemeente uit,
om, zoo zij in eene andere gemeente over het dienstjaar
•1889/30 in de personeele belasting ter zake van hunne
woning zijn aangeslagen naar een hoogere huurwaarde dan
die, welke volgens art. 1 litt. a en b van de wet van den
24 April 1843 Staatsblad No. 15) aanspraak geeft op ver
mindering tot één derde of twee derde gedeelten der
belasting naar de drie eerste grondslagen, alsmede die in
de grondbelasting in eene andere gemeente of in meer
gemeenten te zamen, over het dienstjaar 1890 tot een
bedrag van ten minste tien gulden zijn aangeslagen, daar
van door overlegging der voor voldaan geteekende aanslag
biljetten vóór den iöden Februari a.s. ter Gemeente-
Secretarie te doen blijken.
Tevens worden de mannelijke inwoners .dep. ^gemeente
uitgenoodigd om:
a. Zoo zij hoofden van gezinnen of alléén wonende per
sonen zijnde, van den inwonenden eigenaar of eersten
hum-der van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van een
woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeele be
lasting ten minste op het dubbele gesteld is van het laagste in
de gemeente voor den vollen aanslag vereischte bedrag (en
tvlseoo ton minste o;p f 66,gedurende negen
maanden, voorafgaande aan den 15den Februari a.s., een
gedeelte in huur hebben gehad en bewoond, waarvoor geen
afzonderlijke aanslag in de personeele belasting geschiedt, maar
waarvan dejaarlijksche huurwaarde, ongestoffeerd, in verhou
ding tot de belastbare huurwaarde van het woonhuis, of af
gezonderd gedeelte van het woonhuis geschat, een bedrag
bereikt, dat geen aanspraak geeft op vermindering tot één
derde of twee derde gedeelten der personeele belasting naar
de drie eerste grondslagen;
b. Zoo hun aandeel in den aanslag in de grondbelasting,
hoewel hunne namen niet bij den aanslag in het kohier
zijn vermeld, wegens onverdeelde onroerende goederen ten
minste tien gulden bedraagt.
Voor zoover zij op de hiervoren genoemde gronden aan
spraak meenen te kunnen maken om geplaatst te worden
op de kiezerslijsten, daarvan vóór den 15den Februari e.k.
onder overlegging van de noodige bewijsstukken, ter Gemeente-
Secretarie aangifte te doen.
Die aangiften behooren te geschieden volgens de bij het
Koninklijk besluit van den 28 November 1887 Staatsblad
No. 241) vastgestelde modellen, welke ter Gemeente-
Secretarie kosteloos verkrijgbaar zijn.
Zierikzee, den 7 Januari 1891.
De Voorzitter van den Gemeenteraad voornoemd,
Ch. W. VERMEIJS.
De eerste week van een nieuwen jaarkring is uit
den aard der zaak minder rijk aan politieke gebeur
tenissen. De verschillende parlementen scheiden
tegen Kerstmis, de staatslieden nemen zooveel mogelijk
rust om in den huiselijken kring Kerstmis te vieren
en daar te luisteren naar het oude lied van «Vrede
op aarde", dat nu juist in de kabinetten der diplo
maten en in de vergaderzalen der vertegenwoordigers
niet bet meest wordt vernomen. Met Nieuwjaarsdag
komt er eene kleine verstoring dier rust, daar dan
het corps diplomatique de gewoonte heeft zijne opwach
ting te maken en de groote staatslieden deze gelegen
heid aangrijpen om hunne meening kenbaar te maken
over den loop, die de gebeurtenissen in het jaar, dat
pas is ingetreden, zullen nemen. Zoover thans bekend,
zyn die officieele redevoeringen overal geweest een
nagalm van het Kerstlied en het «Vrede op aarde"
wordt ook dit jaar alom verwacht. Mocht deze ver
wachting even goed vervuld worden als die van 1890;
en mocht er dan ook aan toegevoegd kunnen worden,
dat het «in menschen een welbehagen" in vervulling
was getreden, zoodat er aan de maatschappelijke nooden
een eind was gemaakt en werkstakingen tot de ge
schiedenis behoorden. Want het is treurig, maar waar,
de werkstakingen, hoe ook meestal te veroordeelen, vinden
hun meesten grond in den eisch van loonsverhooging
en beperking van den. arbeidsdag. 1890 is niet kun
nen eindigen zonder werkstaking, 4891 is er mede
begonnen.
De werkstaking der spoorwegambtenaren in Schot
land en het noorden van Engeland is een der
belangrijkstedie wij in den laatsten tijd hebben
gehad. Conducteurs, machinisten, stokers en wissel
wachters namen daaraan deel en wel in zoo grooten
getale, dat de geregelde loop der trjeinen. gedurende,
eenlge dagen gèlfeéi^hihogëUjk was en dat een aantal
levensbehoeften, vooral de steenkolen, zeer in prijs zijn
gestegen. Wat deze werkstaking vooral belangrijk
"maakte is, dat de eisch der werkstakers niet was
loonsverhooging, maar betere verdeeling van den werk
tijd. Tegen een werktijd van tien uur per dag hadden
de beambten geen bezwaardoch wel tegen een werk
tijd van 72 uren per week, zoo verdeeld dat er soms
vier dagen gewerkt moest worden elk van 18 uren
daags. Do spoorwegmaatschappij wilde aan deze grieven
tegemoet komen, zij wilde iedere categorie van amb
tenaren de gelegenheid geven hunne grieven bloot te
leggen, doch wilde niets te maken hebben met den
Bond der ambtenaren. Ofschoon de spoorwegbeambten
eerst volhielden, dat de maatschappij dien Bond zou
erkennen en daarmede onderhandelenkomen de laatste
berichten gelukkig melden, dat de werkzaamheden op
verschillende lijnen zijn hervat en al houden nu hier
en daar de stakers nog stand, toch zullen zij, nu de
eendracht verbroken is, moeten toegeven.
De eenheid tusschen de Parnellisten is in Enge
land ook nog niet teruggekeerd. Veel hoop had men
dat eene samenkomst van Parnell met O' Brien, de
onlangs naar Amerika ontvluchte Iersche afgevaardigde,
te Parijs, de vrede zou herstellen, de hoop is daarop
klein, al weet men ook niet wat er op de samenkomst
tusschen die twee heeren is behandeld.
Wat Parnell in dezen strijd vooral sterk maakt, is,
dat hij de beschikking heeft over de geldkast. Van de
86 Iersche afgevaardigden zijn er 70 onbemiddeld.
Deze krijgen uit het Iersche parlementaire fonds, waar
over Parnell de vrije beschikking heeft, elk eene toe
lage van 2400 gld. 's jaars. De Iersche kas, die
behalve deze uitgaven nog die voor de verkiezingen en
voor propaganda van allerlei aard had, ontving het
meeste daarvoor uit Amerika. Na de breuk in de
Iersche partij weigeren de Amerikaansche Ieren hun
geld aan Parnell of zijn tegenstander te zenden, doch
besteden het liever rechtstreeks tot ondersteuning der
uit "huis en hof gezette Iersche pachters. Gevolg daar
van is, dat de kas niet ruim is voorzien, maar terwijl
de anti-Parnellisten slechts beschikken over 12000 gld.,
die zij onlangs zelf bijeenbrachten, heeft Parnell nog
192000 in kas; de kansen staan dus beter bij de
Parnellisten dan bij bun tegenstanders, en deze over
weging zal zeker niet nalaten gevolg uit te oefenen.
De Jtuitsche Keizer is voornemens om eene con
ferentie tegen Februari bijeen te roepen, ten einde te
beraadslagen over de mogelijkheid eenev loonsverhooging
in verband met de buitenlandsche concurrentie. Talrijke
verzoekschriften toch van Duitsche werklieden zijn bij
hem ingekomen, die over onvoldoende loonen klagen.
Ten einde het lot der lager bezoldigde ambtenaren te
vei beteren zal de Regeering binnenkort uitvoering geven
aan haar voornemen om voor hen woningen te bouwen,
die zonder het karakter van dienstwoningen te hebben,
aan deze ambtenaren zullen worden verhuurd. Het
onderzoek, vooral in de grootere steden, zooals Berlijn,
Aken, Keulen enz.heeft bewezendat aan zulke
woningen groote behoefte bestaat, maar ook, dat in
die behoefte kan worden voorzien, zonder dat de daar?
uitgaven ongedekt blijven.
ofücieuse berichten houdt het Russische
Ministerie zich thans bezig met de voorstellen dei-
Russische bisschoppen, omtrent de uitkeering der toe
lage aan de bisdommen, welke gelden in den tijd van
den kerkelijk politieken strijd zijn ingehouden. De
v.is.v-hf®pen hebben in overweging gegeven, de opge-
zamelde gelden aan de bisdommen uit te keeren, in
dier voege, dat elk bisdom daarvan het zijne verkrijgt
naar evenredigheid van hetgeen binnen zijn kring was
opgebracht ter tegemoetkoming aan het gemis dier
gelden. Een scheidsgerecht zou uitmaken hoe het
overschot zou moeten worden besteed ten gunste van
geestelijken, die het£emeritaat hebben.
In Spanje heeft de Koningin-Regentes het besluit
onderteekend tot wijziging der invoerrechten. De regee
ring heeft een groot aantal gelukwenschen met deze
beslissing ontvangen en vele blijken van instemming
met de invoering van het nieuwe stelsel. De Cortes
zijn op reces. De verkiezingen voor de Kamers zullen
plaats hebben op 1 Februari, die voor den Senaat 14
dagen later, terwijl de Cortes zullen geopend worden
op 2 Maart.
In de troonrede, waarmede de Koning van Por
tugal de Cortes heeft geopend, verklaarde hijdat
het land rustig was. De onderhandelingen met Enge
land zijn nog niet afgeloopen, doch er is eene schik
king voor zes maanden getroffen.
De President van het Zwitsersche Bondgenoot
schap is de scheidsrechterlijke uitspraak aangeboden in
zake de geschillen aangaande de grensverschillen met
den Congostaat en de kwestie betreffende de Delagoa-
spoorweg. De Koning hoopt, dat bezuinigingsmaat
regelen eene nieuwe crediet-operatie onnoodig zullen
maken.
In Canada heerscht groote opschudding naar
aanleiding van het besluit der Amerikaansche regee
ring om alle Amerikaansche havens voor het Canadasche
vee te sluiten. Men beschouwt dit besluit als een middel
om pressie op Canada uit te oefenen ter zake der kwestie
van de visscherij in de Behringzee. Bovendien zou
besloten zijn tot een strenge handhaving der visscherij-
wetten in de Behringzee in de aanstaande lente en
om daarbij kracht te zetten zou eene vloot, bestaande
uit zeven speciaal ingerichte snelvarende kuststoom-
booten, met snelvuur-geschu^ gewapend en met drie
dubbele bemanning, daarheen worden gezonden.
vele kinderen, raakten onder het ijs. Gelukkig was
een brandweerpost nabjj de plaats van de ramp. De
brandweermannen snelden dadelijk met ladders en
touwen ter hulp en redden alle menschen en kindereD,
die in het brandweer-station en in de nabijgelegen
woningen bij de kachels werden gelegd, terwijl eenige
hunner naar het gasthuis moesten worden vervoerd.
Over een oppervlakte van 20 vierk. meter was het
Ijs gezonken, op het oogenblik dat een groote menigte
op dit punt de rivier overstak.
Belgii
ie.
Hongarije.
Een jjsramp. Te Pest of juister te Buda heeft
Zondag een groot ongeluk plaats gehad, dat echter
wonderbaarlijk goed afliep. Terwjjl honderden schaatsen
rijders zich op de Donau bewogen, zakte op zeker punt
het ijs weg. Een groot aaDtal personen, waaronder
De Antwerpsche bladen melden omtrent eene merk
waardige redding door een hond het volgende:
Tengevolge van het sterke drjjfys ging de kolenschuit
«Robert", die eenigen tijd geleden aan den tegenovcr-
gestelden oever der Schelde gezonken was, langzaam
uit elkander vallen. De oeverbewoners deden nu alle
moeite om de wegdrjivende stukken wrakhout als
goeden buit naar land te viascheh. Zoo waren eenige
dagen geleden de zonen van een schipper uit Rupel-
monde de Schelde opgevaren, om zich een in het midden
van den stroom dryvend groot stuk wrak toe te
eigenen, maar hunne roekeloosheid had hen bjjna het
leven gekost. In het midden van den stroom toch
werd de aandrang der ijsschotsen zoo sterk, dat het
lichte vaartuig ieder oogenblik dreigde om te slaan.
Vol ontzetting sloegen de aan den oever staande toe
schouwers den uitslag der koene onderneming gade.
Plotseling kwam de zuster van de knapen, die met den
dood worstelden, op een goed denkbeeld. Zij bond een
lang sterk touw om het lichaam van haren hond, en
moedigde hem aan, zyne meesters te helpen. Het
verstandige en moedige dier liet zich niet lang bidden.
Half zwemmend, half over de ysschotsen, die hem de
pooten dreigden te verpletteren, heenklauterend, nader
de de wakkere redder meer en meer de plaatB, waar
zijne meesters in gevaar verkeerden. Nog slechts eenige
meters echter van hen verwyderd, zonk de hond, door
een zware jjskorst in de heup getroffen, in den ver
slindenden stroom en verdween onder de oppervlakte.
Reeds hield men hem voor verloren. Doch na eenige
oogenblikken verrees hij weder, dicht naast de boot.
De schipbreukelingen konden toen hun moedigen
levensredder in de boot trekken. Het touw, dat onge
deerd gebleven was, werd aan de boot bevestigd en nu
konden de aan den oever staande dorpelingen, door
aan het touw te trekken, de reeds verloren geachte
broeders redden.
Nederland.
Amsterdam, 7 Jan. Bij de heden alhier ge
houden internationale hardrjjderjj op schaatsen was
de uitslag van den rit over een baan van een Engelscha
mijl lengte als volgt:
Er waren zestien deelnemers. De eerste prys, een
gouden medaille, behaalde Donoghue in 8.02/5de
tweede, een zilveren medaille, Pander in 3.11 1/5; do
derde, een bronzen medaille, Underborg 3.14 1/5 en
de vierde, eveneens een bronzen medaille, Eden 3.15 1/5.
Aangezien Donoghue nu op drie der vier afstanden
overwinnaar, is heeft hjj den titel van kampioen met
sjerp van het wereldmeesterschap verworven.
Hierna had de wedstrijd plaats op de vjjf Engelsche
mjjlen lange haan.
Deze legde Donoghue af in 16.2l/s, Pander in 17.4,
Underborg in 17.4J/s en Couvée uit Delft in 17.47e.
Er was veel publiek tegenwoordig.
(Reeds in hoofdzaak per telegram medegedeeld.)
Op den Zeedjjk had weder een groote opschud
ding plaats, doordien een jongmensch aan een meisje,
waarmede hjj den avond had doorgebracht, de portemon-
naie trachtte te ontrollen. Dit bemerkende, wrb de
liefde weldra uit en in plaats van kussen, kreeg hij nu
een regen van vuistslagen op hoofd en gezicht; hoewel
hy beweerde een grapje gehad te hebben, baatte dit
(Slot.)
Wat ik toen geleden heb, eerwaarde,
kan ik U niet beschrijven; mij had niets ergers
kunnen overkomen. En wat kon ik doen? Wat
anders voor die twee, die ik beide liefhad, dan
hen te helpen in de bereiking hunner wensehen.
Daar Philippe door zijn onbezorgde manier van
leven weinig of geen geld had kunnen overhouden,
leende ik hem mijn spaarpenningen, om daarvoor
meubelen en huisraad te koopen.
Het huwelijk werd gesloten, en in den eersten
tijd ging alles goed, er kwam een kleine jongen,
ik werd zijn peetoom en gaf hem den naam van
Camille, ter herinnering aan mijne moeder. Maar
niet lang na de geboorte van het kind hernam
Philippe de gewoonten van zijn jonggezellenleven.
Ik had mij in hem bedrogen, hij was niet
geschikt voor het huwelijk, daartoe hield hij te
veel van uitgaan en pretmaken.
Maar, eerwaarde, gij woont zelf in
een arbeiderswijk, en ik behoef U niets van zulke
treurige toestanden te vertellen, gij kent de ge
schiedenis van den werkman, die langzamerhand
achteruitgaat, die in luiheid en daarna in dronken
schap vervalt, twee, drie dagen achtereen niet
op werk komt, zijn weekgeld niet meer tehuis
brengt en slechts terugkeert om te twisten en
zijn vrouw te slaan.
jWelnu, na verloop van twee jaar was Philippe
zulk een rampzalig mensch geworden. In den
beginne trachtte ik hem door goeden raad van
den kwaden weg terug te brengen. Somtijds
schenen mijne woorden indruk op hem te maken
en deed hij zichzelf de bitterste verwijten, maar
op den langen duur maakten mijne vermaningen
hem boos, en wanneer ik bjj hem aan huis kwam
en hij zag welk een treurigen indruk het ledige
vertrek, waarvan de meubelen een voor een naai
de bank van leening gebracht waren, en vooral
het door droefheid vermagerde gelaat zijner vrouw
op mij maakten, dan geraakte hij buiten zichzelf
van woede. Eens ging hij zelfs zoover, van mij
met allerlei jaloersche verwijten te overladen en
Catherina, wier deugd boven elke verdenking
verheven was, te beschuldigen. Hij herinnerde mij,
dat ik haar eenmaal had bemind en beweerde,
dat ik bet nog deed, kortom hij wierp mij allerlei
beleedigingen en leugens naar het hoofd, die ik
U niet wil herhalen. O het scheelde niet veel
of ik was hem dien dag naar de keel gevlogen.
Zijne woorden brachten evenwel eene verandering
in onze verhouding. Ik deed wat ik in dit geval
mijn plicht meende te zijn, en bezocht Catherina
en mijn pleegkind niet langer. Philippe zag ik
in het vervolg slechts wanneer wij toevallig op
hetzelfde werk bezig waren.
Ik behoef U echter niet te zeggen, dat het
lot van den kleinen Camille en van zijne moeder
mij te zeer ter harte ging, om hen uit het oog
te verliezen.
Des Zaterdagavonds, als Philippe zijn weekloon
met kameraden in de herberg verteerde, liep ik
zoolang in den omtrek rond, tot dat ik het kind
ontmoette, dan liet ik mij door het knaapje van
alles vertellen, en wanneer de nood aan den man
was ging hij niet met leege handen naar huis,
dat kunt gij wel denken. Ik geloof stellig, dat
die ellendeling van een Philippe wel begreep, wie
zijn gezin onderhield, maar dit oogluikend toeliet,
omdat het hem goed te pas kwam. Maar ik
zal kort zijn, het is mij te pijnlijk om lang bij
dezen treurigen tijd stil te staan.
Jaren verliepen. Philippe zonk hoe langer hoe
dieper, maar Catherina, die ik zooveel in mijn
vermogen was ondersteunde, deed al het mogelijke
om haar zoon een goede opvoeding te geven.
Camille was een knappe jongen van twintig jaar, even
braaf en oppassend als zijne moeder. Zij had geen
werkman van hem gemaakt, maar hem van alles
laten leeren. Op de avondschool had hij zich op
het teekenen toegelegd en thans plaatsing gevonden
bij een architect, bij wien hij een ruim week
loon verdiende.
Hoewel het bijzijn van den dronkaard voort
durend een treurige schaduw op haar huiselijk
leven wierp, toch was het bestaan van Catherina
dragelijk geworden, want Camille betoonde zijne
moeder alle mogelijke liefde. Als ik haar in den
laatsten tijd tegenkwam ach wat was het
uiterlijk dier arme vrouw veranderd geleund
op den arm van haar knappen zoon, die er zoo
deftig uitzag, dan deed mij dat goed aan het hart.
Op zekeren dag, toen ik Camille tegenkwam
en hij de straat overstak om mij een hand te
geven, want de knaap was niet trotsch en schaamde
zich nooit voor mijn met kalk bemorste werkmans-
kiel, zag ik dadelijk, dat er iets aan haperde.
«Wat scheelt er aan?" vraagde ik.
«Gisteren hebben wij geloot", luidde bet ant
woord, «en ik heb No. 10 getrokken. Ik behoor
dus tot degenen, die naar de koloniën gezonden
worden en mag van geluk spreken, als ik daar
niet aan de koorts bezwijk, maar in elk geval
moet ik vijf jaar van buis en mijn moeder zonder
ondersteuning alleen achter laten alleen met
mijn vader, die erger drinkt en boosaardiger is
dan ooit. Zij zal het besterven 1 Och beste oom
wat zijn arme menschen toch te beklagen".
Dien nacht deed ik geen oog toe. Stel U eens
voor, eerwaarde, de vrucht van twintig
jaren arbeiden en hopen dezer arme vrouw in
één oogenblik vernietigd, omdat een kind een
verkeerd stuk papier getrokken had. Den volgenden
morgen begaf ik mij dan ook, naar lichaam en
ziel uitgeput, naar mijn werk op den boulevard
Arago, waar wij bezig waren een nieuw huis te
zetten. Al heeft men nog zooveel verdriet, een
mensch moet toch voort. Ik klom dus langs de
ladder den hoogen steiger op, wij waren reeds
aan de vierde verdieping, en begon te metselen.
Eensklaps tikte mij iemand op den schouder
en omziende ontdekte ik Philippe! Hij werkte
tegenwoordig niet meer geregeld, maar thans had
hij zeker geld noodig om sterken drank te koopen,
en kwam daarom op het werk. Onze baas moest
eene boete betalen, wanneer het huis niet op
zekeren datum onder de kap was, en was dus
gewillig om een paar extra handen in zijn dienst
te nemen.
In langen tijd had ik Philippe niet gezien,
ter nauwernood herkende ik hem. Zijn gelaat
was door het drinken opgezwollen, met zijn grijzen
baard en bevende handen geleek hij op een oud
man en deed hij mij aan een afgeleefd mensch
denken.
En uw zoon heeft een laag nommer getrokken?"
vraagde ik hem.
«Nu, wat zon dat?" beet hij mij toe met een
schorre stem en een boosaardige uitdrukking in
de oogen, begint gij ook al te lamenteeren zooals
Catherina en haar jongen. Camille is niet beter
dan een ander, en moet zijn vaderland maar
-dienen. Ja ik weet wel wat die twee zonden
wensehen. Was ik maar dood, dan behoefde hij
niet weg te gaan. 't Ziet er echter leelijk voor
hem uit, ik ben er nog en heb vooreerst geen
plan om op te stappen. Camille is nog niet de
zoon eener weduwe".
Zoon eener weduweO eerwaarde,
waarom moest hij dat woord gebruiken De booze
gedachte kwam onmiddellijk bij mij op en liet
mij geen oogenblik met rust den geheelen morgen,
waarin ik naast dien ongelukkigen werkte.
Ik stelde mij voor, wat Catherine zou lijden,
wanneer zij haar zoon niet meer bij zich had,
om haar te ondersteunen en te beschermen, en
de - gedachte deed mij huiveren, dat zij alleen zou
achterblijven, overgeleverd aan de willekeur van
een ellendigen dronkaard, die geheel verdierlijkt
en tot alles in staat was.
Het sloeg 12 uur op een naburige klok, en
de andere werklieden begaven zich naar beneden
om hun middagmaal te gebruiken. Wij beiden
bleven het laatst op den steiger, Philippe zette
eindeljjk zijn voet op de eerste sport van de
ladder, en mij met een sarrenden blik aanziende,
hoorde ik hem op een, schorren toon zeggen;
Onze lieve Heer past op kinderen en op dronken
menschen. Camille is nog niet de zoon eener
weduwe
Het was mij of al het bloed mij naar het hoofd
steeg. Met beide handen greep ik de uiteinden
van de ladder, waarop hij stond, en onder den
uitroep, «dan zal hij het worden!" wierp ik die
met één stoot naar beneden.
Philippe bleef op de plaats dood. Iedereen
geloofde aan een ongeluk, maar Camille was nu
de zoon eener weduwe en zou niet weggaan.
Eerwaarde, ik gevoel berouw over mijne
misdaad en bid om vergeving, dat kan ik U
verzekeren, en toch en toch, als ik Catherina zie
voorbij gaan in haar weduwenkleed, en geleund
op den arm van haren zoon, in wiens bezit zij
zich zoo gelukkig gevoelt, kijk dan kost het mij
moeite om berouw te gevoelen over hetgeen ik
gedaan heb Daarom is het beter, dat ik weg
ga, ik wil het land verlaten en mijn plan is
mij naar Amerika in te schepen.
Nu weet gij wat ik gedaan heb, ik moest het
U zeggen, en mijn hart uitstorten voor den goeden
God. Voor ik heen ga wil ik echter boete doen
en daarom breng ik U, eerwaarde....
het gouden medaillon, dat Catherine niet wilde
aannemen, toen zij mij bekende, dat zij Philippe
liefhad. Ik heb er nooit van kunnen scheiden,
maar bewaarde het als een herinnering^ aan de
enkele gelukkige dagen, die ik in mijn leven
gekend heb. Wilt gij het verkoopen en het geld
aan de armen geven, eerwaarde?"
Lezer, denkt gij dat de Abt Taber geaarzeld
heeft om absolutie te geven aan dezen boeteling
Dit is zeker, de priester nam het kruis, stortte
uit zijn eigen zak de prijs, die het waard was,
in de offerbus, maar het kleinood zelf hing bij
als een ex-voto boven het altaar in de kleine
kapel van de Heilige Maagd, en daar kwam hij
menigmaal om te bidden voor den armen boeteling.
Uit hel Fransch.