ZIERIKZEESCIIE MEI WSKOUE. Donderdag 25 December 1890. Directeur-Uitgever J. WAALE. BERICHT. BERICHT. "kennisgeving- NATION ALK MILITIE. KENNISGEVING. BEKENDMAKING. WEEKMARKT. Bene verantwoording. NIEUWSTIJDINGEN. Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. De prijs per 3 maanden is f 1,30franco per post f 1,60. Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending eens per week, f TO.Per jaar. 47ste JAARGANG. No. 5942. Advertentiënvan 43 regels 30 Cts. meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot des Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags 12 ure bezorgd worden. Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend. Wegens het Kerstfeest aal de Nieuwsbode van 97 jDec. a s., niet op Vrijdag-, doch op Zaterdag avond worden uitgegeven. Jidvertentiën voor dat No. be stemd worden Ingewacht tot uiter lijk Zaterdagmorgen 11 uur. De Directeur-Uitgever, jr. H t ti/i:. In het No. van 1 Januari zal weder gelegenheid zijn tot het plaatsen van Nieuwjaar s-Félicitatiën contant a 3 O Cents. Dit No. zal worden gedrukt op Oude jaarsavond, zoodat het op Nieuwjaars morgen overal is verspreid. De inzending van Advertentiën, voor dat No. bestemd, kan plaats hebben uiterlijk tot Woensdag 31 December a.s. te 12 uur. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee: Gelet hebbende op de bestaande wettelijke bepalingen betrekkelijk de Nationale Militie; MJLKKJV B BK JKNJt dat het register tot inschrijving van alle mannelijke in gezetenen, welke op den lsten Januari aanstaande hun 19de jaar zullen zijn ingetreden, dat zijn diegenen welke in 1872 'zijn geboren, zal gereed leggen op de gemeente-secretarie van den lsten tot en met den 31sten Januari 1891, van des voormiddags 10 tot des namiddags 1 uur; dat voor ingezetenen worden gehouden: 1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten Juli 1850 (Staatsblad no. 44); 2°. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende de laatste achttien maanden, voorafgaande aan den lsten Januari van het jaar waarin hij zich moet laten inschrijven, in Nederland verblijf hield 3°. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij binnen het Rijk verbljjf houdt; dat niet voor ingezeten wordt gehouden de vreemdeling, behoorende tot eenen Staat waar de Nederlander niet aan den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of waar ten aanzien der dienstplichtigheid het beginsel van weder- keerigheid is aangenomen (art. 15 der wet van 19 Augustus 1861, Staatsblad no. 72); dat hij, die eerst na het intreden van zijn 19de jaar, doch vóór het volbrengen van zijn 20ste ingezeten wordt, verplicht is zich zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar de inschrijving volgens art. 16 moet geschieden (art. 20 der wet); dat voor de militie niet wordt ingeschreven: 1". de in een vreemd Rijk achtergebleven zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is; 2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten (art. 17 der wet); dat de inschrijving geschiedt: 1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden over leden, de voogd woont; 2°. van een gehuwde en van een weduwnaar, in de gemeente waar hij woont; 3°. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door dezen is achtergelaten, of wiens voogd buiten 's lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont 4°. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Nederlanderdie ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft (art. 16 der wet); dat elk, die volgens art. 15 behoort te worden inge schreven, verplicht is zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders ter boven aangegeven plaatsen en binnen den daar bepaalden tijd aan te geven, en dat bij diens onge steldheid, afwezigheid of ontstentenis zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder, of, zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen van die aangifte verplicht is (art. 18 der wet). Belanghebbenden worden mitsdien dringend aangemaand aan de op hun rustende verplichting te voldoen en wordt hun ten overvloede onder de aandacht gebracht dat bij bovengemelde wet onder meer is bepaald: dat met boete van f 25 tot f 100 wordt gestraft de overtreding van art. 18 en dat bij elke veroordeeling tot boete tevens door den rechter wordt bepaald, dat, indien daaraan niet is voldaan binnen twee maanden nadat de veroordeelde tot betaling is aangemaand, de boete door gevangenisstraf van ten hoogste tien maanden zal worden vervangen. En opdat niemand ten deze onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze ter voldoening aan de bepaling van art. 19 der wet van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad no. 72) voor de tweede maal worden aangeplakt, waar zulks binnen deze gemeente te doen gebruikelijk is. Zierikzee, den 24 December 1890. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, Ch. W. "VERMEIJS, Burgemeester. JAN SNELLEN, Secretaris. Sluiting der Jacht op klein Wild. De COMMISSARIS DES KONINGS in Zeeland, gezien het besluit van Gedeputeerde Staten van 5 De cember 1890, No. 94; gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad No. 87); maakt bekend, dat de sluiting der jacht op klein wild, met uitzondering van die op houtsnippen, ook met schiet geweer, in de provincie is bepaald op Woensdag 31 De cember 1890, met som-ondergangen dat het tijdstip van de sluiting der jacht op houtsnippen en waterwild nader zal worden vastgesteld. Middelburg, 19 December 1890. De Commissaris des Konings voornoemd, DE BRAUW. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee brengen ter kennis der ingezetenen, dat de Secretarie der gemeente op Donderdag den 25 en Vrijdag den 26 December a.s. zal zijn gesloten, met uitzondering van des middags 12 tot des namiddags 12'/i uur, voor het doen van aan giften, den Burgerlijken Stand betreffende. Zierikzee, den 24 December 1890. De Burgemeester en Wethouders, Ch. W. VERMEIJS. De Secretaris, JAN SNELLEN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat wegens het invallen van den aanstaandeVi NIEUWJAARSDAG op Doiulerdaff, de gewone MARKTDAG in de volgende week zal worden gehouden op Woensdag <lon 31 December o.k. Zierikzee, den 24 December 1890. De Burgemeester en Wethouders, Ch. W. VERMEIJS. De Secretaris, JAN SNELLEN. Het Ministerie heeft het noodig geacht de beschuldiging te wederleggen, dat het niet voort varend genoeg zou zijn geweest ten aanzien van den wetgevenden arbeid. Wij wenscben naar aanleiding van dat stuk enkele opmerkingen te maken: vooreerst over den toon. Die toon is onaangenaam, min of meer uit de hoogte en doet onwillekeurig de gedachte opkomen aan een Fransch spreekwoord, waarin te kennen gegeven wordt, dat wie zich boos maakt, ongelijk heeft. Wij zullen er die gevolgtrekking niet uit maken, maar eenvoudig er op wijzen, dat dit niet de toon is, dien men verwacht van mannen, geroepen om een schoone taakJ.Q ver vullen en de kracht in zich gevoelende" om te volbrengen wat zij voor hebben. Ziet, deze regeering is niet gekomen, om op de platgetreden banen harer voorgangers voort te sukkelen. Zij zoude meer en beter doen dan de verdrongen partij, die met smaad- heid overladen werd voor al wat zij verzuimd en voor al wat zij bedorven heeft, en als men haar nu eindelijk aan haar woord houdt en, de rekening eens opmaakt, en in het licht stelt hoe weinig de werkelijkheid aan de schitterende be loften beantwoordt, dan wordt men naar huis gezonden met de boodschap: wij hebben toch alles gedaan wat wij in 1888 beloofdenwat toch verlangt gij meer? Inderdaad is de Regeering er in geslaagd een lijstje op te maken, dat haar in staat stelt de beschuldiging af te wijzen, dat er een al te hreede klove zou zijn tusschen »de toezeggingen in de Openingsrede van 1888 en de daden van het Kabinet." Beschouwt men dat lijstje echter wat meer van nabij, dan ontwaart men: 1°, dat de Regeering het werkplan in de Openings rede van 1888 nu voorstelt als bestemd geweest te zijn voor het geheele nu eindigend wetgevend tijdvak 2°. dat de vorm, waarin de beloften, in die Openingsrede gedaan, zoodanig waren, dat zij tot groote verwachtingen aanleiding konden geven, terwijl zij nu allen in zeer beperkten zin worden opgevat, zoodat, indien er al geen strijd mocbt zijn tusschen de woorden van het werkplan van 1888 en hetgeen tot stand gebracht werd, er toch inderdaad een groote klove bestaat tusschen wat op grond der gedane beloften verwacht en datgeen wat verkregen werd. 3°. dat, om bet lijstje vol te krijgen, er in op genomen zijn niet alleen de maatregelen, die genomen en de wetten die vastgesteld zijn, maar ook de voorstellen die ingediend, ja die in staat van wording zijn 1 Behalve dat men alzoo zich de taak der ver antwoording al heel licht maakt, beroept men zich nog op den tijd, dien »het dagelijksch'beheer" vorderde, en op de moeilijkheden", waarmee men te kampen had. Wij willen die opmerkingen laten gelden, maar alleen er de voorwaarde aan verbinden, dat men ze voortaan ook in aanmerking neme, wanneer men andersdenkenden beoordeelt! Of hebben die niet voor het dagelijksch beheer te zorgen en niet met moeielijkheden te kampen? Doch die heele verantwoording stelt, en dat is het voornaamste, de zaak op een verkeerd stand punt, althans wanneer men haar wil doen voorkomen, als een verantwoording van het beleid der rechter zijde tegenover de kiezers. Het regeeringsantwoord op het Voorloopig Verslag over Hoofdstuk I der Staatsbegrooting is aan de Tweede Kamer gericht. Men kan het er aldus voor houden, dat de Regeering alleen heeft willen ant woorden op do beschuldigingen, die een deel der leden van die Kamer tegen haar heeft ingebracht. Men zou wellicht zelfs kunnen beweren, dat het meer bijzonder aan de meerderheid, die do Regeering steunt, te beoordeelen staat, in hoever hetgeen deze deed, overeenkomt met wat zij beloofde. Maar aangenomen eens, dat uit dit alweder zeer be perkte oogpunt, de verantwoording geheel geslaagd mocht heeten, of althans genoemd worden, dan nog is daarmede geen antwoord gegeven op de vraag: heeft de regeering der rechterzijde be antwoord aan de groote verwachtingen, die bij de stembus van 1888 werden opgewekt? Dat is de vraag, die de kiezers zich hebben te stellen. Wat beeft de regeering der rechterzijde ons ge geven? wat belooft zij ons in de toekomst? ziedaar de vragen, waarop alles aankomt en die de regeering in haar stuk onbeantwoord laat! De Regeering volgt de Openingsrede van 1 Mei 1888 op den voet. Het zou geen aangenaam werk zijn, nu haar verantwoording weer op den voet te volgen, 't Is ook niet noodig. Wij hebben meer dan eens beloften en daden met elkander vergeleken en hebben zelfs een vol- lijst van aangenomen wetten medegedeeld. Wij hebben dus getoond eene vergelijking met de werkelijkheid niet te schroomen. Maar er is nu iets van meer belang in het licht te stellen. Noch een ander beginselnoch meer en beter werk gaf ons dit ministerie, wij toonden het aan en wat de regeering aanvoert overtuigt ons niet van ongelijk. Integendeel. Wij zien daaruit, en dat is van belang bij de aanstaande verkiezingen, dat wij voor de toekomst onze verwachtingen niet te boog moeten spannen. Leest men toch aandachtig, wat er om trent de hoofdzaken gezegd wordt, dan vindt mén: 1°. Wat de maatschappelijke vraagstukken betreft, dat de regeering meent zich al vrij wel van haar roeping gekweten te hebben wat zij op dat gebied tot stand bracht, en dat op zich zelf waardeering verdient, maar slechts een zeer bescheiden stap in de goede richting was; 2°. dat wat den landbouw aangaat, deze naar het oordeel der regeering al heel tevreden moet zijn, met wat er tot nu toe gedaan werd; 3°. dat in het financieel beheer de regeering meent op den goeden weg te zijn, en dat er van belastinghervorming met het doel om een betere ver deeling van druk te krijgen, onder deze ministers geen sprake kan zijn; 4°. dat men voor liet kiesrecht tot gelegener tijd verwezen wordt; 5°. dat in Indië de krachtige band gemist wordt, die daar zoo dringend noodig is om de zaken in het goede spoor te brengen en te houden; 6°. wat de regeling van den krijgsdienst aangaat eindelijk, daaromtrent is het woord aan de twistende onderdooien der meerderheid, die daarover met elkander overhoop liggen. Het moet erkend worden dat de regeering in deze haar plicht deed. Ziet, uit dit oogpunt is dit staatsstuk van groot belang en is bet zeer de aandacht waardig, omdat het een toetssteen zal zijn, waarmee de kiezers de waarde kunnen beproeven van de beloften, waarmee men ben, bij de weldra weer te openen stembus, zal trachten te begoochelen. Wie een juist oordeel wil vellen, legge naa9t de verantwoording der regeering de beloften, die aan de kiezers gedaan zijn in 1888; hij weet dan wat hij te denken heeft van de toezeggingen, die hem in 1891 gegeven zullen worden. Amerika. De kruitfabriek te San Francisco, die voornamelijk aan China levert, ie gesprongen. Er zjjn 1000 huizen vernield en 800 personen gedood. Engeland. Generaal Booth heeft weder twee meetings op één dag te Liverpool over zjjn «Darkest England" belegd. De administratie van de gelden van het Heilsleger werd door hem geprezen. Er werd voor 2500 pd. st. 30000) ingeschreven. Koningin Victoria van Engeland heeft het eere voorzitterschap aanvaard over eene op groote schaal aangelegde tentoonstelling, die in 't volgend jaar te Glasgow zal worden gehouden, en als bewya van hare ingenomenheid daarmede ingewilligd, dat eene rijke keuze uit hare verzameling jubilé-geschenken en andere historische merkwaardigheden van het Engelsch Vorstenhuis daarheen ter opluistering zal worden ge zonden. Met het oog op eene vorige tentoonstelling aldaar in 1888, die door bijna 6 millioen personen werd bezocht, wordt aan het succeB der thans op touw gezette niet getwyfeld. Er is een terrein van 54,000 vierk. Eng. voeten be halve het frontgebouw, daartoe in gebruik genomen. Een concertzaal voor 3 4000 toehoorderseene machinegalery met alle werktuigen voor Schotsche en Engelsche fabrieks-ny verheid, met name hoeden- fabrieken, sigarenfabrieken, tabakskerverijen, hout- draaieryen, houtsneekunst, borstelmakeryen, boekdruk kunst, mandenwerk, gemaakte uitrustingen, bakkeryen, schilderen op diverse grondstoffen, kortom van alles zal te genieten zyu voor den enkelen toegangsprijs. Eene prachtige verzameling van modellen voor handels- en pleiziervaartuigen, benevens modellen van dokken zullen, in verband met de hcerschendo ny verheid aan de Clyde, de aantrekkelijkheid verhoogen. Eene van de schoonste collectiën fossielen, mineralen en metalen uit het Koninkrijk is door een aanzienlijk inwoner in bruikleen afgestaan. De noodige ver makelijkheden Oütbreken natuurlijk in hunne nieuwste uitvindingen niet op het programma dezer tentoonstelling, waaruit men een blyvend Instituut voor geestelijke en maatschappelijke opwekking voor de inwoners van Glasgow hoopt te zien geboren worden. Italië. Te Rome is een man van 103 jaren op straat dood gevroren. De ongelukkige werd gevonden door zjjn 83jarige dochter. België. In België heeft weer een ontzettend ongeluk plaats gegrepen in de mjjn Escouffiaux te Hornu. Eene groep van 14 werklieden had in den bak plaats genomen om uit de mjjn te worden opgehaald, toen op eens het touw brak van den als tegenwicht dienenden bak met 2500 kilo gewicht, die op de ongelukkigen beneden terecht kwam van eene hoogte van 645 meter, zoodat allen verpletterd werden. Men kan zich de ontsteltenis hegrjjpen van de overige werklieden en van de vrouwen, want 8 van de 14 warén gehuwd en laten 24 kinderen na. Slexiakon, 19 Doe. Het gerechtshof te Luik heeft 11. Zaterdag den voortvluchtigen notaris J. J. Demonty, uit de grensgemeente Clermont, ter zake van verduistering eener som van fr. 10000 en valsch- heid in geschriften, by verstek vbroordeeld tot 15 jaren gevangenisstraf en fr. 100 boete. Hy houdt zich vermoedelijk in Nederland schuil. Nederland. j Gouuept 19 Deo. Alhier heeft gisteren een brutale diefstal plaats gehad in het huisje van den vóór 6 weken vermoorden Hulsman. De familie hield name- lyk gisteren verkooping van zijne nagelaten goederen evenwel hield hjj eenige kleedingstukken, garen, band, katoen enz., voor zich en sloot het in een kist in het huisje. Heden ochtend nu ontwaarde men, dat de kist open was en al die goederen ontvreemd waren. Men is de daders op het spoor. Amstei^dam, 21 Dec. Het tweede Kamerlid, dr. Schaepman, trad Zaterdagavond in de Katholieke kiesvereeniging «Unitas" als Spreker op. De groote zaal van Frascati, zoowel als al de bovenkamers, waren geheel gevuld, zoodat het auditorium minstens op 1200 a 1300 personen moet worden geschat. De vergadering werd geleid door den voorzitter des bestuurs, den kapt. T. M. Keyaer, die na een korte inleiding het woord gaf aan dr. S. Deze verklaarde gaarne de uitnoodiging om in Amsterdam een kort, waar woord te komen spreken over de politieke aangelegenheden van den dag, meer bysdnder over de aanhangige legerwet, te hebben aangenomen. In die wet waren 3 hoofdmomenten te onderscheiden lo. jaarljjksche contingent-verhooging, 2o. verlenging van den diensttyd, 3o. afschaffing van dienst vervanging. Wat het eerste betrof, daarin verklaarde Spr. wel mot de regeering te kunnen medegaan, op grond dat dit qjfer, gebaseerd op de wet van 1861 (1 op 300) volgens de statistieke opgaven der bevolking in stede van 11000 circa 15000 zou moeten bedragen. Ea dat deze zaak geen nieuw denkbeeld was van de regeering, toonde by aan uit de geschiedenis van 1875, toen reeds in verband met de toegenomen bevolking, de nood zakelijkheid werd aangetoond, dat naar deze verhouding het jaarljjksch contingent met 1700 man zou moeten worden vermeerderd. En waarmede 5 Kamerleden van onverdacht Katholieken naam als de heeren Yan Zinnig Bergman, Des Amorie van der Hoeven, Luyben, Hey- denryck en Yan der Schriek volkomen instemden. Ad 2m verlenging van diensttyd. Daarmede kon hy niet volkomen instemmen, omdat de duur van 8 jaren zoo veel belemmeringen voor huwelijken en andere maat schappelijke belangen veroorzaakte. Ofschoon ieder toch ook wel wist, dat de acht jaren van dienstplicht, en die van werkeljjk den ransel te moeten dragen, een hemelsbreed verschil maakten. Daarenboven nog meende hy, dat al was dit werkelijk ook het geval, hem dan nog geen geval bekend was, dat zelfs hoogbejaarde mannen, die het grootste deel van hun leven dien ransel hadden gedragen, er, onder misvormd of be zweken waren. Ad 3m. Afschaffing van de dienatvervanging. Omtrent dit punt kon Spr. zich niet vereenigen met de bezwaren, die onder de tegenwoordige omstandigheden en vormen daartegen waren aangevoerd, en die er werkelyk eenigen schyn aan gaven, alsof de Katholieken minder vader landslievend waren, dan zjj, die voor het beginsel Wat Sprekers persoonljjk gevoelen dienaangaande betrof, zoo was hy in beginsel tegen alles wat zonder noodzaak de lasten zou kunnen verzwaren. Maar gold het in deze, dat de Ministers, aan wier handen de regeering is toevertrouwd, op overtuigende wyze aan toonden, dat zonder dien maatregel, een behoorlijke legerhervorming niet mogeljjk was, en het voortbestaan onzer zelfstandigheid zou worden bedreigd, dan moest hy zijn persoonlijke overtuiging aan het algemeen be lang opoffereü, daar hem als Nederlander die onaf hankelijkheid niet slechts voor het heden, maar ook voor de toekomst en het nageslacht, ten naaste aan het harte ligt. Als volksvertegenwoordiger rust dan ook op hem de dure verplichting om een maatregel als deze, en door de regeering noodzakelijk geacht, niet te mogen tegen werken. Want, zoo eindigde Spreker, wjj moeten altjjd met fierheid den troon tegemoet kunnen gaan, en hem helpen bevestigen, opdat als hy zegtJe Maintiendrai wjj kunnen roepen >nous maintiendrons". (De rede werd herhaaldeljjk op verschillende punten luide toe gejuicht.) Gravcnhag-e, 22 Dec. By de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot goedkeuring van een ontwerp-decreet der Egyptische Regeering tot wjjziging van enkele artikelen van het reglement op de gemengde rechtspraak daar te lande. De wyzigingen beoogen, behalve toevoeging van de Eogelsche taal aan de talen, volgens het reglement gebezigd, ook uitbreiding van het gemengde hof van appèl te Alexandrië en de wjjze van benoeming der leden van dat hof. 's Graveuhago, 23 Dec. Tweede Kamer. By het heden voortgezet debat over het hoofdstuk Water staat stelde de minister den heer Rutgers eenigszins gerust door de verklaring, dat, als het nieuwe stoom gemaal te Schellingwoude onvoldoend mocht blyken, het oude dat in stand bljjit desnoods ook door een nieuw zal vervargen worden. Voor de verbetering van den weg over het Slaak wacht de regeering op antwoord van Ged. Staten van Noord-Brabant, dat spoedig verwacht wordt. De voorgestelde subsidie voor verbetering van den weg Almelo Ootmarsum—Denekamp werd bestreden door den heer Röell, op grond dat de provincie daaraan niet bydroeg. De minister verzekerde, dat die subsidie af hankelyk is van medewerking der provincie en haar zorg voor het onderhoud en beheer; en beriep zich, ovenals de heer van Alphen', op het exceptioneele van 't geval. De post voor die subsidie werd aangenomen met 53 tegen 24 stemmen. De heer Djjckmeester interpelleerde den minister over de slechte exploitatie der lyn Rotterdam—Dord recht —ArnhemNijmegenalle treinen komen te Iaat en missen de aansluiting; het goederenvervoer en het postverkeer ljjden daaronder schrikbarend. De Hollandsche Spoorwegmaatschappij verspeelt z.i. haar goeden Daam door zulk een exploitatie. Hjj vroeg welke maatregelen de regeering heeft genomen of zal nemen en of zy na waarschuwing de Hollandsche Spoorwegmaatschappij van de concessie vervallen zal willen verklaren. Op voorstel van den heer Schaepman werd met 50 tegen 36 stemmen besloten, dat de kamer zal terug komen 13 Januari om dan onder de eerste zaken de stedenwet te behandelen. De heer Van Kerkwjjk stelde nu voor de behandeling van de hoofdstukken X en XI der begrooting en die voor Suriname uit te stellen en de wetsontwerpen be treffende de Indische maildienst-contracten van de agenda af te voeren, ter behandeling in Januari van die stedenwet. Na discussie is dit voorstel aangenomen met 50 tegen 29 stemmen. De minister van koloniën achtte na deze beslissing een terugkomst der kamer in het begin van Januari noodzakelijk. De minister van financiën heeft verklaard, dat aan geheele afschaffing van den suikeraccijns vooralsnog niet te denken valt. Naar wij vernemen, heeft de Ilooge Raad der Neder landen beslist, dat de ambtenaren tegenwoordig trouw moeten zweren aan den Koning, cn niet aan de Koningin,

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 1