ZIERIKZEESCIIE NIEUWSBODE.
Dinsdag 16 December 1860.
aaheekslüitimT
Directeur-Uitgever J. WAALE.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is f 1,30, franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. verzending
eens per week, 10,- per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5938.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 40 Cts., kunnen uiterlijk tot d
Maandags, "Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend.
Door het POSTKANTOOR te Zeekikzee zjjn gedu
rende de 2e helft der maand Nov. 1890 de volgende
brieven verzonden aan personen, wier naam op het
adres vermeld, ter plaatse van bestemming onbekend
waren:
1. J. W. Ie Grom, Leeuwarden.
2. Wed. van Balen, Tiel.
Aan het slot eener beschouwing over de staats-
begrooting, zeide een der vrijzinnige bladen dezer
dagen, den val der vereenigde rechterzijde te ver
wachten, maar niet te weten, of de vrijzinnige partij
iets zou moeten doen om dien val te verhaasten,
zoolang men over ondergeschikte punten zoo gemak
kelijk overhoop lag. Een der kleinere bladen, dat
tegenwoordig de verhonden partgen dient, nam die
woorden gretig over, en zeide dat ze de moeite waard
waren om ze te onthouden.
Wij zjjn het daarmede eens, maar niet om dezelfde
reden. Het blad bedoelde natuurlijk aan de vrijzin
nige partij haar oneenigheid voor de voeten te werpen,
als men het der verbonden rechterzijde te lastig
maakte over haar diepgaand onderling verschil
het bedoelde, om wanneer vrijzinnige candidaten
aanbevolen worden, den kiezers te kunnen toeroepen
de vrijzinnige bladen hebben zelf erkend dat zij het
te weinig met elkander eens zgn om de regeering te
kunnen aanvaarden.
Nu, als het daaraan toe is, als men zoodanig ge
bruik van die woorden maakt, zal het niet inoeieljjk
vallen die vertoogen te wederleggen.
Het gebruik, dat wjj zelf er van maken moeten, is
een ander. Wg moeten ons inderdaad, telkens bij
vernieuwing herinneren, dat er onder on8 te dik
wjjls en te veel verschil van meening bestaat over
betrekkelijk ondergeschikte punten. Het is,
dunkt ons, goed, bjj dat punt eens stil te staan en
over de oorzaak daarvan na te denken, opdat wij
den weg leeren vinden, om hierin verbetering te
brengen.
Eene partjj, vast aaneengesloten, onder aanvoer
ders, aan wie allen, die er toe behooren, door
strenge tucht onderworpen zijn, zullen de vrijzinnigen
nooit vormen en nooit kunnen vormen. Een onzer
hoofdbeginselen tooh is, dat ieder mensch recht
heeft op een eigen overtuiging, gegrond op zelf
standig onderzoek, en waar dit beginsel heerscht,
kan er natuurlijk geen sprake van zijn, dat de een
meester is over de overtuiging van den ander. Dit
punt moet men wel in gedachte houden bij alle
overweging van dit onderwerp, want de eisch, die
men wel eens gesteld ziet, dat men, ter wille van
de eenheid der partij, zgn inzichten op belangrijke
punten zou moeten prijs geven, kan van een vrij
zinnig standpunt niet gesteld worden. Wiens ziens
wijze moet wijkenWelke moet bovendrijven? Dat
kan men zelfe niet met meerderheid van stemmen
uitmaken. Dat er verschil van meening onder de
onzen bestaat, spreekt dus van zelf; is niet een
gebrek dat wij hebben te verbergen, waarvoor wij
ons hebben te schamen, dat wg uit den weg moeten
ruimen. Integendeel, het is ons recht, en wg zijn
sterk genoeg om dat te verdragen.
Want, ziethier het kenmerkend onderscheid tus-
schen ons en de verbonden rechterzijde, bij alle
meeningsverschil zgn wg één in hoofdbeginsel, in
algemeen© richting, ook wat wereld- en levensbe
schouwing betreft.
Als het dan zoo is, zal men ons zeggen, dan is ook
alles zooals het wezen moet en is er niets te ver
anderen. Toch wel iets. Dit namelijk, dat wij in
ons doen en laten, het laatste te veel vergeten en
het eerste te veel op den voorgrond stellen.
Men lette maar eens op. Waar vrijzinnigen bijeen
zgn, daar wordt al spoedig een of ander onderwerp
aangeroerd, waarover men het oneens is, en men
gaat over zulk een onderwerp redetwisten enstrjjden,
dikwjjls met een verwoedheid alsof er verbitterde
vijanden, in plaats van geestverwanten aan het
woord zgn. En, helaas, de schijn wordt maar al te
dikwijls wezennit zulke gedachten wisselingen, die
nuttig zouden kunnen zjjn ter bevordering der
onderlinge ontwikkeling, tot het vormen van een
algemeene overtuiging over belangrijke onderwerpen,
als zjj in den goeden geest gevoerd werden, ontstaat
niet zelden verdeeldheid en afscheiding. Het schijnt,
juist omdat men een overdreven gewicht hecht
aan de punten van verschil, dat men te weinig
hecht aan de hoogere eenheid, en deze laatste uit
het oog verliest.
Nog erger is het dikwjjls in vereenigingen, telkens
als zich meeningsverschil tusschen leden en bestuur
ders openbaart. Te vermijden is dat niet. Even goed
als ieder lid der vereeniging, heeft ieder lid van het
bestuur recht op eene eigen overtuiging en, wanneer
die verschillende meeningen tegenover elkander ont
wikkeld en verdedigd worden, is het aan de meerder
heid om te heslissen, welke haar op het gegeven
oogenblik en in de gegeven omstandigheden het
beste voorkomt. Doch wat ziet men veelal gebeuren?
Dat zulk een meeningsverschil niet als zoodanig
behandeld wordt, maar aanleiding geeft tot een on-
aangenamen personenstrijd. Men vergeet maar al te
spoedig de eigenlijke verhouding; men verliest uit
het oog, dat men niet bjjeen is om tegenstrijdige
belangen tegenover elkander te behartigen, maar
dat men samen éénen weg uit wil, één doel beoogt
en dat zjj die men tot bestuurders koos, eene lastige
taak aanvaardden in het gemeenschappelijk belang.
De mannen aan de groene tafel worden door velen
beschouwd als gewilde mikpunten voor hun vijandige
aanvallen, dezelfde mannen, die daar niet zitten
zouden als het vertrouwen der meerderheid hen daar
niet geplaatst had.
In het algemeen leidt deze beschouwing er toe, dat 1
allen, die tot de groote, vrijzinnige richting be
hooren, zeer goed in ééne partij kunnen samenleven,
dat daarin bij de algemeene eenheid, vrijheid is voor
ieders persoonlijke meening.
Wil eene partjj echter een staatkundig doel be
reiken, dan is er nog iets anders en iets meer noodig.
Dan heeft men niet alleen denkbeelden te verkon
digen en beginselen te verdedigen, maar dan heeft
men ook maatregelen tot stand te brengen, en
daartoe moet men er eene meerderheid voor weten
te vinden. Wat is daarvoor noodig? Dit, dat men
zich versta over zekere punten, waaromtrent de
groote meerderheid der geestverwanten in hoofdzaak
eenstemmig denkt. Tegenover zoodanige punten
moet, dunkt ons, de verhouding der vrijzinnigen
anders zijn, dan tegenover andere. Wg erkenden,
dat het niet aangaat, bij meerderheid van stemmen
te bepalen wat iemands overtuiging zijn zal, en wij
erkennen ook het recht, dat ieder heeft, om niet
mede te werken tot een maatregel, dien hij zelf
verkeerd acht. Maar men mag en men moet wel
bedenken, dat men aan zijne partij verschuldigd is,
met haar zooveel mogelijk samen te werken. Men
dient derhalve na te gaan, of het verschilpunt wel
van genoegzaam belang is, om zich daarvoor van zijn
geestverwanten af te scheiden, of er niet een middel
en een weg te vinden is, om met hen te kunnen
meegaan. Kan dat niet, welnu, dan onthoude men
zich, maar men behoeft ddarom nog niet, op eigen
gelegenheid, de tegenstrijdige zienswijze te gaan
verdedigen, en aldus zijn eigen partij te verzwakken.
En zelfs, als men zóó diep doordrongen is van het
ongelijk der meerderheid, dat men hare zienswijze
meent te moeten bestrjjden, dan kan en moet men
dat toch doen zonder hen, met wie men eenes
geestes kinderen is, te bestoken, als waren het de
ergste vijanden en wederpartjjders.
Bepaalde, vaste regelen vloeien uit het gezegde
niet voortwjj zouden ook geen vrjjzinnigen zjjn,
als wij ons in boeien en banden lieten slaan. Maar
als ieder in het oog houdt, dat een vrijzinnig man
voor zich geen rechten verlangt, die hij niet aan
een ander wil toestaan; dat, hg een eigen over
tuiging hebbende, voor die van een ander evenzeer
eerbied heeft, als hij voor de zijne vordert; dat
juist omdat wjj vrjjzinnigen zijn, juist omdat wjj
eigen overtuigingen hebben, één algemeene denk
wijze over alle bjjzondere punten bg ons eene
onmogelijkheid is, maar dat die verscheidenheid de
eenheid des geestes niet alleen denkbaar maakt,
maar verzekert, dan zal ieder voor zich gemakkelijk
den goeden weg vinden, en dan zullen wij weer
krachtig kunnen optreden.
Engeland.
Ia Engeland deed zich dezer dagen het zeldzame
geval voor, dat iemand ergens inbrak, waar niet veel
te halen was en waar de meesten liever uitbreken,
nameljjk in de strafgevangenis te Dartmoor. Met be
hulp eener kleerenljjn wist hg over den muur te
klimmen van deze inrichting, die bjj hem geen
vrooljjke herinneringen kon opwekken, omdat hjj
daar kort geleden zeven bjjzonder onaangename jaren
had doorgebracht. De verklaring dezer zonderlinge
daad lag daarin, dat de inbreker een kleurling en
scheepskok van beroep, ook niet gekomen was om
zich iets toe te eigenen, maar om den oppersten be
waarder te vermoorden en de gevangenis in brand te
steken. Men vond dan ook een groot mes en een doos
met lucifers bjj hem. Zijn boos plan waB mislukt,
doordat hjj bg het over klim men van den muur met
zgn voet in een gzerdraad verward raakte, waardoor
eene alarmschei in beweging kwam, hetgeen tot zjjne
ontdekking leidde. De inbreker kwam later op zjjne
bekentenis terug met de bewering, dat hjj alleen in
gebroken bad om te toonen dat het mogeljjk was van
buiten in de gevangenis te komen, doch dit belette
niet dat bjj tot een jaar dwangarbeid werd veroordeeld.
Tjjdens zjjn zevenjarigen straftjjd te Dartmoor was
deze lastige tuchteling 124 maal gestraft wegenB in
breuken op de discipline.
Londen, 12 Dec. Toen het strafproces tegen
Mary Eleanor Wheeler, alias mevrouw Pearcy of
Piercy", wegens den dubbelen moord op Phoebe Hogg
en haar kind, afliep, geljjk iedereen van te voren
zeggen zou hoe het afloopen zou, nameljjk met de
veroordeeling van de beklaagde, waren er niet weinigen,
die dadeljjk te kennen gaven, dat dezelfde hysterische
partjj, welke het voor mevrouw Maybrick opnam en
hare begenadiging van den minister van binnen-
landsche zaken wist af te persen, terstond hetzelfde
gehuil zou aanheffen, zoodra mej. Wheeler's lot be
slist was.
De profeten hebben geljjk gehad. Reeds meer dan
één verzoekschrift om de moordenares van juffrouw
Hogg en haar meisje te sparen, is op weg naar het
departement van den >Home Secretary", doch de voor
naamste onder deze petitiën, die nog niet opgezonden
is, gaat uit van Preke Palmar, den procureur der
veroordeelde; en volgens het zeggen der kranten, welke
hare zaak bepleiten, iB bedoeld, document reeds door
duizenden geteekend en Btroomen er honderden naar
het kantoor de procureursfirma.
Dit laatste baart geen verwonderin ggegeven een petitie,
zoo vindt men altoos een legio van teekenaars, vooral
van teekenareBsen gereed, onverschillig waarover zjj
handelt. Ook de argumenten, voor de commucatie der
doodstraf in casu gebezigd, zgn oudbekenden. Jaffrouw
Wheeler verkeert in gezegende omstandigheden. Juf
frouw Wheeler leed aan vallende ziekte, welke een
rechtstreeks verband houdt met «geslachts-krankzinnig-
heid". Zij wilde zelfmoord plegen ook een bljjk van
waanzin. Het zat in de familie. Haar grootvader had
eene keukenmeid, die aan toevallen leed dus moet
juffrouw Wheeler ontoerekenbaar worden verklaard.
Ja, de jjseljjkheid zelf, waarmee de dubbele misdaad
gepleegd werd, levert haren beschermers betoogredenen,
om zich tegen de volvoering van het doodvonnis op
23 December te verzetten. Zjj doodde juffrouw Hogg in
koelen bloede met eene fijne wreedheid, welke enkel
bjj eene krankzinnige vrouw in de gedachten bomen
kon. Zjj beukte hare hersens in, sneed baren strot af,
bespatte muren en huisraad met het blóed der ver-
slagene, worgde baar bind en wierp de ljjken op
Btraat, het eene in Hampstead zelf, na bet in een
kinderwagentje naar de plek te hebben vervoerd,
waar men het vond, het andere nabjj een veld te
Fiuchley. Dit alles bewjjet, dat de moordenares gek
waa. Ziedaar de betoogtrant de petitionarissen.
OnB inziens, bestaat er geen enkel motief om de
gevallen beslissing van rechter en jury niet te eer
biedigen.
Als er kracht zit in de beweringen, welke nu worden
vooropgeschoven, om juffrouw Wheeler van de galg te
redden, dan zou men ze toch zeker vernomen hebben
bjj het strafgeding, anders hebben de procureur en de
advocaat der moordenares hunnen plicht niet gedaan.
Maar in het pleit, voor haar geleverd, werd wel vol
gehouden, dat er geen wettige en overtuigende schuld-
bljjken voorhanden waren, doch in geeoen deele werd
ontoerekenbaarheid of gemoedskrankheid aangevoerd.
Dit is alles nieuw en komt zeer laat.
Mop At&vde daarentegen vele bezwarende omstandig?
heden tegen de moordenares. Zjj pleegde de dubbele
misdaad uit wraakzucht en den onedelsten minnenjjd.
Juffrouw Hogg had in haar oog de onvergeefljjke
wandaad gepleegd van den man te huwen, dien zjj,
juffrouw Wheeler, met ongelooflijken hartstocht lief
had. Hg waa haar minnaar en van eene qualiteit, die
met de hare overeenkwam. Doch dat was niet genoeg.
Daarom moesten juffrouw Hogg en haar kind in den
gruweljjkaten trant gedood worden.
Laat men in Godsnaam de doodstraf afschaffen, hoe
eer hoe beter, maar laat deze comedie ophouden, om
den éénen ter dood veroordeelden misdadiger na den
anderen gek te verklaren. Valt er dan hoegenaamd
geen onderscheid meer te vinden tussohen waanzin en
schuld
Oostenrijk.
Weenen, 12 Dec. In de Zondorfer fabriek van
springmiddelen, bjj Pressburg gelegen, vloog een pa-
tronenmagazjjn in de lucht. Drie met het vullen van
dynamietpatronen bezig zjjnde arbeidsters werden in
stukken gescheurd.
Frankrijk.
De Parjjsche gemeenteraad heeft in de vorige week
een voorstel van een zjjner leden aangenomen, strek
kende om Koch's geneeswijze van de tuberculose in
de ziekenhuizen te Parjjs toe te pasBen of te beproeven.
Dat voorstel werd zonder beraadslaging goedgekeurd;
maar in de zitting van eergisteren kwam Lyon—
Allemand nadrukkelijk hiertegen op, en hjj wilde dat
aan het besluit geen gevolg werd gegeven. Men wilde
hem aan het verstand brengen, dat de Raad ten deze
niet bevoegd was teoordeelen; dat de behandeling der
zieken aan de geneesheeren moet worden overgelaten, enz.
Lyon-Allemand liet zich hierdoor niet tot reden brengen.
Hg wilde volstrekt dat de Raad partjj zou kiezen tegen
Koch, dien hg een >Duitscher" noemde, speculeerende
met zjjne onderzoekingen. Hg verklaarde zelfs dat de
Raad verantwoordelijk zal zg'n voor de sterfgevallen,
die uit de toepassing van Koch's methode in de Parjjsche
ziekenhuizen zouden voorkomen.
De Raad liet zich hierdoor niet afschrikken en ver
wierp het voorstel van Lyon-Allemand met 54 stemmen
tegen 7.
Duitschland.
Robert Koch en de nietiwste ontdekking op het
gebied der geneeskunde,
brengt op dit oogenblik geheel de wereld in eene
verklaarbare opgewondenheid. Wie, die slechts eeniger-
mate bekend is met het Ijjden dergeneD, voor wie
Koch, de groote bacterioloog te Berljjn, een middel
ter genezing heeft gevonden, voelt zich niet gedrongen
daarover te spreken. Neem een blad ter hand, zie het
in en tien tegen één dat gjj het eerst zoekt naar mede-
deelingen uit Berljjn. En is dat te verwonderen?
Elke familie weet helaas Ijjders aan te wjjzen, ljjders
aan die vreeseljjke kwaal, de longtering, die tuk op
roof, rondwaart door de landen. Een ieder uwer,
lezers, kent ze, jongelingen en jongedochters, lieve
lingen van ouders en bloedverwanten, die met het
zoo gevreesde bedriegeljjke blosje op de kaken, steeds
vol hoop de naderende lente te gemoet zien, met de
gedachte dat din wel beterschap zal komen.
Eene jonge moeder, eens gezond en vrooljjk, tintelend
van levenslust, wordt ziek. Eene gevatte koude, een
kuchje, och het zal wel overgaan. Als het maar weêr
warm wordt. Maar geene verbetering brengt de warme
tjjd. Steeds holler worden de kaken, steeds zwakker
wordt het lichaam, en toch zjj hoopt, want het
mag immers niet zgn. Wat moet er worden van hare
kinderen, wat van den man, die liefdevol alle zorgen
op zich neemt in zjjn trachten om haar te behouden?
Zjj mag immers nog niet sterven? Mjjn God, is dit
met al te wreed? Red haar!
Maar steeds verder woekert de kwaal en eindeljjk
daar staat de arme man bg het ljjk der lieve vrouw. Tranen
vallen op de hoofdjes dier kleinen, nu zonder moeder,
zonder goede engel, die alleen zoo goed begreep wat zjj
wilden, hun vriendin, hun speelmakker, hun alleskent
gjj zulke tafereelen, lezer? O, herinnert gjj u misschien
de blikken vol angst die de vrouw en moeder steels-
gewjjze werpt op het gelaat van hem, die gebukt onder
het vreeseljjk Ijjden, zwoegt en werkt ter wille van
baar en der kinderen onderhoud? Wat zal de toekomst
haar brengen, als hjj is heengegaan? Want er is geen
uitkomst! Gode zjj dank dat gjj u dat herinnert die
dit leeBt, want waar uw hart bezwaard was en dreigde
te bersten van nameloos wee bjj het aanschouwen van
zooveel Ijjden, zal het nu jubelen, daar ook gjj getuige
mocht zgn van eene overwinning als Robert Koch
behaalde.
Het is niet noodig hier te herhalen wat tot nog
toe in de bladen van alle landen werd medegedeeld.
Een ieder weet het, moet het weten, een ieder heeft
er belang bg.
In gedachte zien wjj duizenden en duizenden opgaan
naar de hoofdstad van het Duitsche rjjk, om hulde te
brengen aan den man, die vol jjver zoekende was en
vond. Hoog staat hg boven allen, een voorbeeld van
arbeidslust en arbeidskracht, een voorbeeld van
rusteloos werken, van volharding en menschenliefde.
Heel de wereld snelt tot hem, om hulpe smeekend
voor vrouw, man en kind; op duizenden van lippen
zweeft zgn naam, in dankgejuicb opstjjgend tot de
hoogste hoogte. Én dankbaarheid grift zjjn naam in
de harten der menschen en in de boeken der weten
schap.
»Daar zal hjj een aardig duitje aan verdienen!"
Het was een van de eerBte opmerkingen, die wjj
hoorden maken. »Waarom?" »Wel, znlk een middel
maakt hem rjjk, iedereen moet naar hem toe!"
Een mengeling van medeljjden en verachting ver
vulde ons, toen wjj zulk gepraat aanhoorden. Koch zou
dat geheim houden? Dit wilde er bg oub niet in. Neen!
er zgn nog menschen die niet in de eerste plaats
denken aan hun beurs. Goddank!
Treurig ook stemde het ons in een dagblad te lezen
dat eene vereeniging van mannen Koch had aangezocht
als directeur eener inrichting op te treden, waar zgne
patiënten alleen zouden behandeld worden. Er waren
er dus meer, die er zoo over dachten. Doch boven die
allen staat Koch. Geen geldeljjk voordeel beoogde hg
bjj zgn streven, geen geldzucht dreef hem, toen hjj
voor het eerst met eerljjke voorzichtigheid mededeelde,
dat hjj meende vreeseljjke kwalen als lupus, tuber-
culeuse aandoeningen en wellicht ook longtering te
kunnen genezen. Dat bewees hjjGeen geheim maakt
hg van zgne ontdekking. Heel de menschheid zal
genieten van zgn arbeid. Laat de wetenschappelijke
wereld hem huldigen, laat ljjdenden hem danken, ons
voegt het meer dan een enkel woord te spreken tot
hem, die boven alle eigenbaat het geluk der mensch
heid stelde.
Aan zgne voeten kruipt het gebroed, dat slechts
leven kan door vuil en modder en hjj vermorzelt het
onder den voet, fier het hoofd opheffend in het bewust-
zjjn van edel te zgn, naar hoofd en hart. Ook de
pers, de koningin der aarde, doet mede aan het
nulde-betoon, verlangt dat Nederland geneesheeren
zal uitzenden, om Koch's behandelingsmethode te
leeren uitoefenen. Dat staat op de eerste bladzgden,
lezers! En op de laatste? AIIcb geheimmiddelen wat
gjj leest, bovenaan in onze Nederlandsche couranten
Windelincx, de geheime, met zgne handlangers, genees
heeren, die zelfs nu nog den schaamteblos van de kaken
terugdringen ter wille van den mammon.
Hoe slecht ook de naam van zulk een man en van
zoovele anderen past in tegenwoordigheid van den
Duitschen geleerde, konden wjj niet nalaten eenige
vergelijkingen te stellen tusschen beider werken. Aan
den lezer laten wg de beslissing over.
Wjj moesten een woord van nulde brengen aan den
man, die den mensch niet verloor in de wetenschap.
(Maandbl. tegen de Kwakzalverij.)
België.
Wegens het heerschen van de longziekte onder het
vee in de provincie Luik, heeft de Pruisische Regeering
den invoer van runderen en kalveren uit België ver
boden.
Brussel, 13 Deo. Het Bulletin Ofjicieel van den
Kongo-staat maakt het budget van den Kongo open
baar met een totaal van uitgaven ten bedrage van 4'/3
millioen. De gewapende macht telt een effectief van
3024 man, zonder daarbjj de Europeesche kaders te
rekenen. Bovendien kondigt het Bulletin af de rechten
van 2 frs. per 30 kilogram, geheven van het ver
voer langs den weg van Matadi naar Stanley-Pool, en
de rechten, geheven van stoombooten wegens het recht
van hout te hakken voor brandstof, loopende van 500
tot 1000 frs. per stoomboot.
Luxemburg.
Hertog Adolf van Nassau heeft den eed afgelegd
als Groothertog van Luxemburg.
Alvorens daartoe over te gaan bracht de opvolger
van Koning Willem in eene toespraak aan dezen
hulde. De overledene heeft het land gelukkig, voor
spoedig en onafhankelijk gemaakt en wordt daarvoor
beloond door de dankbaarheid van een vrjj volk, dat
Z. M. steeds in herinnering zal houden. De nieuwe
Groothertog en zgn zoon zullen zich den Koning tot
voorbeeld nemen.
>Ik ken de plichten" dus eindigde Groothertog
Adolf welke de grondwet mg oplegt, en om die
te vervullen, zal ik mg het vertrouwen des volks zien
waardig te maken, God biddend, den band tusschen
mjj en Luxemburg te zegenen."
Nederland.
'e Gravonliage, 13 Dec. H. M. de Koningin-
Regentes heeft den minister van oorlog uitgenoodigd,
aan alle officieren en verdere militairen van de land
macht, die door hunne tegenwoordigheid of door hun
optreden in de laatste, treurige dagen, hebben mede
gewerkt tot het brengen eener laatste, eerbiedige
hulde aan wjjlen Z. M. Koning Willem III, daarvoor
Hoogstderzelver dank over te brengen.
H. M. deed den minister daarbjj tevens de mededeeling
geworden, dat Hoogstdezelve het leger erkenteljjk is voor
zgne deelneming en voor zgne houding bjj de droevige
plechtigheden, waarbjj de diensten der militaire macht
werden gevraagd.
De minister van oorlog heeft, ter voldoening aan voor
schreven opdracht van H. M. de Koningin-wednwe,
Regentes, het vorenstaande ter kennis van de autoriteiten
der landmacht gebracht.
De inhoud dezer kennisgeving zal door de comman
danten van compagnieën, eskadrons en batterjjen; de
hoofden van militaire inrichtingen, enz., aan hunne
vereenigde onderhoorigen moeten worden medegedeeld
terwjjl chefs van diensten, commandeerende officieren
van korpsen, enz., maatregelen zullen behooren te
treffen, opdat ook de onder hunne bevelen gestelde
offioiere* en verdere militairen voor zoover zjj die
mededeeling niet op de evenvermelde wjjze, of recht
streeks uit het Recueil Militair vernemen - daarmede
in kennis gesteld worden.
Men meldt nit 's-Gravenhage, dat de apostolische
internuntius aan de Koningin-Regentes een eigen
handig schrjjven van rouwbeklag van den Paus heeft
doen toekomen.
's Gravenhage, 13 Dec. T weede Kamer.
In de heden gehouden vergadering van de Tweede
Kamer is de geheele Indische begrooting afgeloopen,
na aanneming van Hoofdstuk II (Middelen in Indië).
Daarbjj pleitte de heer Hartogh voor niet dubbelen
aanslag in de patentbelasting van in Indië werkende
Naaml. Ven oo toehappen, wier hoofdzetel zich in Ne
derland bevindt, wat hjj onstaatkundig, onrechtmatig
en ondoelmatig noemde.
Hg stelde eene motie voor, waarin de wenscheljjk-
heid wordt uitgesproken om verband te brengen
tusschen de wetgeving van Indië en Nederland in dit
opzicht. De behandeling dezer motie werd verdaagd
tot nader. De minister beloofde voorloopig geen be
lasting van de vennootschappen in Indië te zullen
heffen. Verschillende kleine wetsontwerpen werden
daarna aangenomen.
Bg de behandeling der wjjziging van het Vile Hoofd
stuk (Oorlog), ten doel hebbende gelden beschikbaar
te Btellen tot indiensthouding van twee lichtingen
miliciens, opperde de heer Van Houten ernstige be
zwaren, omdat de minister z.i. van een tjjdeljjken
maatregel een definitieve regeling wil gaan maken.
»s Gravenhage, 13 Dec. Tengevolge van een
voorgesteld en aangenomen amendement van den heer
Levyssohn Norman om de Indische begrooting met
7000 galden te verminderen, zjjnde het bedrag benoodigd
voor een half jaar ten behoeve van een compagnie van
het te Harderwjjk gevestigde koloniaal werfdepot, is
in beginsel besloten om dit depot op eene geringere
sterkte te brengen.
De verdediging van den Minister van Koloniën om
de toestand, althans voorloopig, zoo te laten als die
is, was zoo zwak, dat het eigenlük met een overnemen
van het amendement geljjk stona.
Inkrimping van het getal officieren en minder kader
zal er een eerste gevolg van zjjn.
In overeenstemming met de opmerkingen der
commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer, ia