ZlllllkZIISIIIi; NIEUWSBODE.
Zaterdag 11 November 1890.
Directeur-Uitgever J. WA ALE.
Steeds meer licht.
NIEUWSTIJDINGEN.
Verschijnt DINSDAG, DONDERDAG en
ZATERDAG.
De prijs per 3 maanden is 1,30franco per post
f 1,60.
Noord-AmerikaTransvaal, Indië enz. yerzending
eens per week, f 10,per jaar.
47ste JAARGANG. No. 5928.
Advertentiënvan 13 regels 30 Cts.
meerdere regels 10 Cts.kunnen uiterlijk tot d
Maandags, Woensdags en Vrijdags middags
12 ure bezorgd worden.
Groote letter wordt naar plaatsruimte berekend
Verleden week konden wij aan de hand van den
leider der r.-katholieken aantoonen, dat het tegen
woordig ministerie niet beantwoord heeft en niet
beantwoorden kan aan 'tgeen vóór zijn optreden door
de rechterzijde werd voorgespiegeld. Thans komt een
anti-revolutionair blad, de Boodschapperons weder
eenige nieuwe gronden brengen voor de stelling, dat
de rechterzijde zelve allengs meer overtuigd wordt van
het onvervulbare der grootsche verwachtingen, die
vroeger werden opgewekt.
In een opstel, «Grieven", in het nommer van 5 Nov.
opgenomen, komt eene verdediging voor van het
kabinet .tegen de bezwaren, die dezerzijds daartegen
zijn ingebracht. Met die verdediging zullen wij ons niet
inlaten, daar wij alsdan zouden moeten herhalen wat
wij vroeger gezegd hebben, en tevens zouden moeten
wijzen op sommige «vrijheden", die de Boodschapper zich
veroorlooft in de wijze, waarop zij de geopperde be
zwaren overneemt, en waardoor die bezwaren een
geheel ander aanzien krijgen, dan zij hadden en
hebben moeten.
Het is ons buitendien niet om een onvruchtbaren
pennestrijd met de Boodschappermaar slechts om
voorlichting van onze lezers te doen.
Zoodanige voorlichting nu geven enkele verklaringen,
die de Boodschapper in haar opstel opneemt.
De eerste is deze. Zij wraakt het, dat de werk
zaamheid van het Ministerie getoetst wordt aan het
program van actie, want, zegt zij
1. «Aan het program van actie was wel onze
anti-revolutionaire Kamerclub gebonden, maar niet de
Regeering. Men mag, zonder onbillijk te zijn, wat
door het Kabinet is gedaan, niet afmeten naar betgeen
in het program van actie als wenschelijk werd voor
gesteld."
Bij deze verklaring wordt de geschiedenis over het
hoofd gezien. Er was toch niet alleen een anti
revolutionair, er was ook een r.-katholiek program
van actie en aan de kiezers werd voorgehouden, dat
beide programma's genoegzaam overeenstemden, om
samenwerking bij de stembus mogelijk te maken.
Uit die samenwerking is de anti-vrijzinnige meerderheid
en daaruit het kabinet voortgekomen. De argelooze
kiezers hadden dus wel recht te verwachten, dat het
ministerie datgeen zou verwezonlijken, waarin beide
programma's overeenkwamen.
Maar dit daargelatendoor ter verdediging der
regeering de stelling te bezigen, dat zij niet aan het
program van actie gebonden is, erkent men, dat zij
er zich niet aan gehouden heeft, en dat is juist
hetgeen door ons beweerd en aldus door de Bood
schapper bevestigd wordt.
De Boodschapper heeft nog meer pijlen in haar
koker. Zij voert ter verdediging van het Ministerie
nog aan.
2. >Dit Ministerie is geen anti-revolutionair kabinet.
Het bestaat uit anti-revolutionairen, roomscb-katholieken
en conservatieven. Van zulk een Ministerie kan niet
de uitvoering van een anti-revolutionair program
worden geëischt, omdat het toch bekend is, dat het
overleg, dat onzerzyds vóór de stembus van 6 Maart
1888 met de roomscb-katholieke staatspartij gezocht
wierd, slechts voor een zeer gering deel is gelukt".
Over die laatste verklaring loopen de gevoelens
uiteen, en juist dezer dagen drong de Tijd er op
aan, te mogen weten wat dan toch wel de «over
eenkomst heeft doen mislukken". Maar, met of zonder
overeenkomst, de kiezers werden in den waan
gebracht, dat men het genoegzaam eens was om
samen te gaan.
Doch al wederomdat is do hoofdzaak niet. De
hoofdzaak is: de openhartige bekentenis, die hier
wordt afgelegd, dat het Ministerie, 't welk vroeger
zoo hoog geprezen werd, niets anders is dan het
kabinet van 1866, waarover de Stand, ten allen tijde
op de smadelijkste wijze beoordeeld heeft, een gemengd
ministerie, dat noch een anti-revolutionair, noch een
r.-katholiek program kan uitvoeren, maar dat een
voudig in behoudenden zin regeeren kan en regeeren
moet. De Standaard-partij, die de behoudende richting
tot het uiterste vervolgd heeft, heeft haar, met
behulp der r.-katholieken weder ten troon geheven en
aan de regeering gebracht!
Wij zijn nog niet aan het einde. De Boodschapper
somt verschillende der onder dit kabinet tot stand
gekomen wetten op en brengt daarvoor hulde aan de
werkzaamheid van het tegenwoordig kabinet. Maar
wat volgt daarop weder? «En nu moge men al
tegenwerpen, dat enkele dier wetten reeds door vorige
Ministeries waren ontworpen, aan dit Kabinet
blijft dan toch de eer, dat aan die wetten uitvoering
is kunnen gegeven worden".
Ja, inderdaad. Onder en door dit kabinet is uit
voering gegeven aan wetten, die onder vorige minis-
teriën ontworpen waren.
Dat is wel het krachtigst bewijs voor de juistheid
onzer stelling, dat niets veranderd is dan de namen
der Ministers. Deze Ministers voeren de wetten uit,
die hunne voorgangers ontworpen hebben, en worden
deswege geprezen in dezelfde pers, die deze voorgangers
beschuldigde, door hun wanbeheer het land op den
rand van den afgrond te hebben gebracht 1
Wij hebben er nooit aan getwijfeld, dat het regeeren
door de rechterzijde het beste middel zijn zou, om
te doen uitkomen hoe valsch de beschuldigingen waren
tegen de vrijzinnige richting, met steeds toenemende
felheid uitgesprokenhoe alle grond ontbreekt
aan de schoone beloften, waarmede het kiezersvolk
werd gepaaid! Maar dat zóó spoedig aan de gesmade
voorgangers de kroon op het hoofd gezet zou
worden, dat reeds zóó spoedig volmondig erkend
zou wordeneene andere richting aan het staats
bewind geven dan waarin dat meer dan 40 jaar
gevoerd is, is ook ons niet mogelijk, dat hadden
wij niet durven verwachten.
De kiezers mogen daarmede hun voordeel doen. En
als wèderom bij de geopende stembus in 1891 be
schuldigingen en beloften voor de toekomst dienst
moeten doen, om de anti-liberale meerderheid in stand
•te houden, dan mogen zy zich herinneren, dat al
de vrucht van het bondgenootschap geen ander geweest
is dan: een glansrijke rechtvaardiging van de vrij
zinnige richting, die zeker hare fouten en hare
tekortkomingen had, maar die, zooals nu daghelder
gebleken is, ondanks al hare fouten en tekortkomingen,
toch den eenig goeden weg bewandelde, den weg
waarop, huns ondanks, haar opvolgers moeten voortgaan.
Ook voor de vrijzinnige partij is uit de geschiedenis
der laatste jaren nutte leering te trekken. Zal de
ervaring der tegenpartij haar zelfvertrouwen verhoogen,
hare tijdelijke nederlaag zal haar doen inzien dat zij
in eendracht macht moet zoeken, en die daarin kan
vinden> omdat zij om tot samenwerking te geraken,
geen "enkel beginsel behoeft prijs te geven, maar
slechts zucht tot overleg en inschikkelijkheid behoeft
te toonen op betrekkelijk ondergeschikte punten, die
in den regel alleen de wijze van uitvoering en toe
passing gelden.
Engeland.
Men zegt, dat de oudste zoon van den Prins van
Wales verliefd is op Helena van Orleans, dochter van
den Graaf van Parjjs en dat de reis der Prinses naar
Rome werd ondernomen om den Paus hierover te
raadplegen.
Oostenrijk.
Een vreeseljjk spoorwegongeluk heeft te Topsin,
nabjj Salonica, plaats gehad. Een trein met verlof
gangers derailleerde, tengevolge van een gebrek aan
den weg, door de hevige regenbuien ontstaan. 37 jonge
mannen werden gedood en 40 gewond, waarvan 15
gevaarlyk. De schade is groot en het verkeer is gestoord.
Uit Zara, Dalmatië, wordt gemeld, dat een schip
met vele arbeiders aan boord in een storm is verongelukt;
37 menscben en 100 dieren verdronken.
Duitschland.
Volgens de Wiesbadetier Presse zal de Erfprins van
Nassau, die niét zooals zyn vader, Hertog Adolf, aan
een hoogeschool studeerde, maar die alleen een militaire
opleiding genoot, met het oog op zyn roeping als Groot
hertog van Luxemburg, in dezen winter nog colleges
in het staatsrecht gaan volgen, waarschynlyk te
Preiburg.
Berlijn, 19 Nov. Geljjk reeds in de vorige week
gemeld werd, is de voorraad van Koch's geneesmiddel
tot nu toe nog zeer klein, terwjjl Koch voor het
oogenblik nog niet in staat is, grootere hoeveelheden
te leveren. Wat hjj tot dusver heeft kunnen uitdeelen,
heeft hy gegeven aan enkele bevoorrechte geleerden,
om er proefnemingen mede te doen en het voor weten
schappelijk onderzoek te gebruiken.
Voorloopig moet het bepaald afgeraden worden,
zieken hierheen te zenden, zoolang er niet grootere
hoeveelheden van het geneesmiddel beschikbaar zyn.
Met het bereiden daarvan is men druk bezig, maar het
gaat zeer langzaam.
I3ox*lyu, 19 Nov. Heden namiddag had in het
paleis de burgerljjke huwelijksvoltrekking plaats van
Prinses Victoria, zuster des Keizers, met Prins Rudolf
von Schaumburg-Lippe. Daarna werd het kerkelyk hu-
weljjk in de slotkapel voltrokken door den predikant
Drjander. Het Keizerlijke echtpaar en alle leden der
familie woonden de plechtigheid by. By het daarna
gegeven gala-diner stelde de Keizer een dronk in op de
jonggehuwden. Hy gedacht hierby wjjlen Keizer Fried-
rich en gaf aan het jonge echtpaar de verzekering
zijner zorgvuldige bescherming.
Nederland.
HillOÉjom, Een treurig ongeval heeft zich in
de afgeloopen week alhier voorgedaan. De 24jarige
juffrouw A. M. K. D. M., huishoudster by de heeren
v. W., op «Winterrust", verliet hare woning, zooals
de heeren v. W. meenden, om naar den dokter te
gaan, daar zij geklaagd had over ongesteldheid. Een
uur daarna werd echter haar ljjk gevonden in de
naburige Oosteidervaart. Twee brieven werden gevonden,
een aan de heeren v. W. en de ander aan hare in
Duitschland wonende famillie geadresseerd. Mag men
de geruchten gelooveD, dan zou de overledene reeds
vroeger getracht hebben door vergiftiging een eind
aan haar leven te maken. Wat de aanleiding mag
geweest zyn tot dezen zelfmoord, is nog moeiljjk te
zeggen.
's Gravenhage, 18 Nov. Naar ons van het
Loo gemeld wordt, bljjft 's Konings toestand volstrekt
onveranderd. Nu en dan toont Z. M. iets meer belang
stelling in zyn omgeving, maar gewoonlijk is Hy
onbewust van hetgeen om Hem geschiedt. De brachten
zyn steeds zoo voldoende, dat deze toestand nog geruimen
tjjd aanhouden kan.
Vereenigde Vergadering
van de beide Kamers der Staten-Generaal,
op Donderdag 20 November 1890,
voor de Eedsaflegging door Hare Majesteit de
Koningin-Regentes.
(Geopend te 12 uren).
De Voorzitter, de heer mr. A. van Namen van Eemnes,
opent de vergadering en laat voorlezing doen van het Kon.
Besluit van 18 November 1890, no. 34, genomen door den
Raad van State, krachtens art. 45 2o. van de Grondwet,
waarnemende het Koninklijk gezag, waarbij is bepaald, dat
de vereenigde vergadering van de Staten-Generaal, waarin
de bij art. 43 van de Grondwet omschreven eed door Hare
Majesteit de Koningin als Regentes van het Koninkrijk zal
worden afgelegd, heden zal gehouden worden.
De 'Voorzitter benoemt eene commissie van leden uit de
beide Kamers, die Hare Majesteit de Koningin-Regentes bjj
Iloogstderzelver aankomst in het gebouw der Staten-Generaal
zal ontvangen en uitgeleide doen. Als zoodanig worden be
noemd de heeren: Van Eysinga, T. P. Viruly, Van Tien
hoven, Van der Schrieck, Tak van Poortvliet, Brantsen van
de Zijp, Gleichman, Vos de Wael, Vening Meinesz, Verheijen,
Rutgers van Rozenburg, Röell, Schimmelpenninck van der
Oije, Clercx en Van Bylandt.
De zaal der Tweede Kamer was reeds te 12 uur gevuld
met Kamerleden. Later kwamen de Ministers, de Kanselier
der orden, de leden van den Raad van State, schier allen
in galacostuum.
De loges en de tribunes waren gevuld met alle gezanten,
attachó's met hun dames en tal van andere hooggeplaatsten.
De aanblik was schitterend.
Te 1 uur 20 minuten kondigde de kamerheer-ceremonie
meester H. M. de Koningin aan, waarop de hofstoet bin
nentrad, gevolgd door Hare Majesteit de Koningin, begeleid
door de commissie, wier president de heer Van Eysinga de
Koningin leidde naar den Koninklijken zetel, een prachtig
gebeeldhouwde fauteuil met heraldieke figuren geborduurd,
staande op de verbreede estrade naast den troon.
De grootmeesteres en de dame du palais, baronesse Van
Hardenbroek, plaatste zich achter de Koningin, terwijl de
hofstoet een halven cirkel vormde.
Alleen Hare Majesteit zette zich neder.
Zjj droeg een donkergrijs fluweelen kleed met een langen
sleep en een zwarten kanten hoed.
De Voorzitter richt zich daarna tot Hare Majesteit de
Koningin-Regentes met de volgende woorden:
«Mevrouw
Ik heet Uwe Majesteit welkom in dit plechtig maar
smartelijk oogenblik.
Nederland gedurende meer dan 40 jaren tevreden en
gelukkig door de grondwettige regeering van Zijn geëer
biedigde» Koning is sedert eenigen tijd met diepe
droefheid vervuld, door de langdurige ziekte van zijn ge
liefden Vorst, waarvan de genezing hoezeer ook afge
beden steeds onzeker blijft.
In deze donkere dagen is het een heldere lichtstraal, dat
iedereen Uwe Majesteit heeft leeren hoogachten en lief
hebben als Gemalin, als Moeder en als Koningin.
Daarom ziet het Nederlandsche Volk met veel vertrouwen
tot Uwe Majesteit op, omdat het vast overtuigd is, dat
Uwe Majesteit met geheele toewijding van hart en geest,
het goede voorbeeld van Uwen Koninklijken Gemaal zal
volgcti, nu Uwe Majesteit geroepen ia^in_Zijne plaats te
regeeren.
Daarom ook verheugt de volksvertegenwoordiging zich
zeer, dat Uwe Majesteit, aan haar eenparige roepstem ge
hoor gevende, bereid is het Regentschap te aanvaarden.
Als haar Voorzitter neem ik thans de vrijheid Uwe
Majesteit eerbiedig te verzoeken den door de Grondwet van
den Regent gevorderden eed in mijne handen te willen
H. M. de Koningin stond hierna op en las met krachtige,
waardige, doch licht bewogen stern het geheele eeds
formulier, telkens nadruk leggende op de woorden «Ik
zweer", door de rechterhand op te heffen.
«Ik zweer trouw aan den Koning; Ik zweer, dat ik inde
waarneming van het Koninklijk gezag, zoolang de Koning
buiten staat blijft de regeering waar te nemen, de Grond
wet steeds zal onderhouden en handhaven.
«Ik zweer, dat Ik de onafhankelijkheid en het grondge
bied des Rijks met al mijn vermogen zal verdedigen en
bewaren; dat Ik de algemeene en bijzondere vrijheid, en
de rechten van alle des Konings onderdanen en van elk
hunner zal beschermen en tot instandhouding en bevordering
van de algemeene en bijzondere welvaart alle middelen
aanwenden, welke de wetten te Mijner beschikking stellen,
gelijk een goed en getrouw Regentes schuldig is te doen.
Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig 1"
Daarna zeide de Voorzitter:
«Moge de Almachtige God steeds Uwe Majesteit Zijnen
besten zegen schenken op de gewichtige maar moeielijke
taak door Uwe Majesteit aanvaard.
Moge Hij ons dierbaar Vaderland en ons geliefd Vorsten
huis altijd nabij zyn en behoeden."
Daarna werd der Koningin uitgeleide gedaan.
Langs den weg, dien de stoet volgde, was een onafzien
bare menigte, tot zelfs op de daken, doch algemeen was
de stemming kalm en eerbiedig.
Het «Wilhelmus" werd gespeeld bij het paleis en op het
Binnenhof, toen de Koningin het rijtuig in- en uitstapte.
Men schrijft uit Den Haag:
Ten 11 u. 45 minuten stoomde hedenochtend de trein,
welke Hare Majesteit de Koningin van het Loo naar de
Residentie overbracht, het station van den Staatsspoor
binnen. Ter ontvangst van Hare Majesteit bevonden zich
op het perron de Ministers van Koloniën, Buitenlandsche
Zaken en Justitie, de Commissaris des Konings in de
provincie Zuid-Holland mr. C. Fock, de Burgemeester der
Residentie mr. A. J. Roest, de Gouverneur der Residentie,
Generaal-Majoor Baron Taets van Amerongen, voorts de
Groot-Officieren van het Koninklijke Huis mr. R. J. graaf
Schimmelpenninck Van Nijenhuis, Grootmeester-Opper
kamerheer; mr. M. W. baron Dutour van Bellinchave,
Opperceremoniemeester; H. J. G. baron Van Hardenbroek
van Bergambacht, Opperschenker en mr. J. E. H. baron
Van Nagell van Ampsen, Opperstalmeester, allen in ambts
gewaad.
De waarnemende Grootmeesteresse van Hape Majesteit,
baronesse douairière Schimmelpenninck van der Oye, en de
Dame du Palais van H. M., baronesse Van Hardenbroek
van Bergambacht, zoomede baron Klerck, intendant der
Koninklijke paleizen, bevonden zich in de wachtkamer.
Hare Majesteit werd op reis vergezeld door freule
Van Ittersum, Hofdame; den Schout-bij-Nacht jhr. Röell,
Adjudant van H. M., en baron Taets van Amerongen,
Kamerheer.
Bij aankomst drukte Hare Majesteit den Ministers, den
Burgemeester en den Commissaris des Konings de hand
en onderhield zich eenigen tijd met den Premier, Baron
JE. Mackay. Daarna besteeg H. M. het met twee paarden
bespannen gesloten rijtuig en reed, dóór een groote menigte
eerbiedig doch zwijgend gegroet, naar het paleis. In den
trein bevond zich de Directeur-Generaal van de Maatschappij
tot Expl. van Staatsspoorwegen.
Even vóór twaalf uur kwam het Koninklijk rijtuig,
waarin de Koningin-Regentes was gezeten, aan het paleis.
Ook daar ter plaatse verdrong zich een groote menigte,
die de Vorstin door een stillen groet een bewijs van
gehechtheid gaven. Minzaam werd die groet door de
Koningin beantwoord.
Aan de treden bij den ingang van het paleis werd
Hare Majesteit verwelkomd door baron De Constant
Rebecque, Hofmaarschalk van Zijne Majesteit, wien door de
Koningin-Regentes vriendelijk de hand werd gedrukt.
Gravenlrnjje, 20 Nov. H. M. de Koningin
regentes ontyiog heden middag half twee ten paleize
den vice-president en de leden van den Raad van State,
den secretaris, de referendarissen en commissiën van
staat by dat college.
H. M. betuigde haren dank aan het hooge staats
lichaam voor de waarneming van het koninklyk gezag
tot aan haar optreden als regentes.
Daarna heeft de Koningin-regentes audiëntie verleend
aan de gezanten der vreemde staten by ons hof geac
crediteerd en de leden hunner legatiën. Verschillende
Êezanten en legatie-secretarissen, die nog niet aan
M. waren voorgesteld, werden aan de regentes ge
presenteerd.
H. M de Koningin-regentes keerde heden namiddag
3 uur 40 min. per staatsspoortreio, gedirigeerd door
den directeur-generaal der exploitatie-maatBchappy,
naar het Loo terug.
Op den weg van het paleis naar het station stond
evenals tjjdens de aankomst eene talryke menigte ge
schaard, en ook het stationsplein was geheel met toe
schouwers gevuld, die zich van alle luidruchtige kreten
onthielden.
H. M. werd aan den trein uitgeleide gedaan door de
groot-officieren des Konings, de ministers, door het
college van den Raad van State, den commissaris des
Konings, den burgemeester, den waarnememenden gou
verneur der residentie en den plaatseljjken commandant
en de autoriteiten, die H. M. by de aankomst reeds
hebben opgewacht, allen in officiëel kostuum. Ook de
hofprediker, ds. Van Koetsveld, bevond zich in het
waobtsalon.
Na het vertrek van H. M. de Koningin-regentes is
er heden middag een buitengewone ministerraad ge
houden.
De Staats-Cl. behelst de volgende proclamatie van
den 20sten November 1890, betreffende de aanvaarding
van het regentschap door H. M. Koningin Emma:
In naam van Zjjne Majesteit Willem III, by de gratie
Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-
Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Wjj Emma, Koningin der Nederlanden, Regentes
van het Koninkrijk.
Iu de ernstige dagen, waarin 'a Konings toestand
ons allen met droefheid vervult, treed ik op als Regen
tes van het Koninkryk.
Ik gevoel al het gewicht der taak, die mij is opge
legd, maar uit liefde tot het Nederlandsche volk aarzel
ik niet haar te aanvaarden, nu de Staten-Generaal
met eenparigen, vertrouwen wekkenden, aandrang mij
daartoe riepen.
Myoe kracht en wjjsheid zoek ik bjj den almachtigen
en alwyzen God. Ik reken op den trouwen steun van
het geheele Nederlandsche volk, dat my door zoovele
blyken van liefde en verknochtheid voor altjjd aan
zich verbond.
De Koning, mijn geliefde en geëerbiedigde Gemaal,
gaf mjj altoos een hoog voorbeeld van de vorstelijke
plichtsbetrachting en de werkzaamheid in het belang
van land en volk, die het Huis van Oranje steeds
onderscheidden. Ik acht het mjjn plicht dat voorbeeld
na te streven.
Moge God het lijden van onzen Koning verzachten
en Nederland nemen onder Zyne heilige hoede.
Lasten en bevelen, dat deze proclamatie in het
Staatsblad zal worden geplaatst.
Gedaan te 's Gravenhage, op heden den 20aten
November 1890.
Emma.
De proclamatie draagt de mede-onderteekening van
al de ministers.
's Gi'avenhage, 20 Nov. Naar wij vernemen,
heeft H. M. de Koningin-Regentes bepaald, dat de
adjudanten van Z. M. den Koning, schout-by-nacht
jhr. Röell, kolonel jhr. "Van Speugler en kapt. jhr. De
Ranitz, gedurende den tyd van het tegenwoordige
Regentschap en zonder gevolgtrekking voor later,
zullen dienst doen als adjudanten van de Koningin-
Regentes. De overige adjudanten des Konings bljjven
hunnen dienst by Z. M. verrichten. Ook zullen twee
ordonnans-officieren van Z. M., daartoe by beurten aan
te wjjzen, den dienst by H. M. waarnemen.
Roosendaal, 16 Nov. Gister-avond had aan
't station alhier een treurig ongeval plaats. By 't in
stappen der reizigers voor de richting Rotterdam
viel een man die naar Rotterdam wilde vertrekken,
plotseling dood. Spoedig ontboden geneeskundige hulp
kon alleen den dood constateeren. Zyne vrouw, in wier
gezelschap hy reisde en hem te Antwerpen had gehaald,
was radeloos. Heden is het ljjk naar Rotterdam ver
zonden.
Goes, 19 Nov. In eene vergadering van de besturen
der anti-revolutionaire kiesvereenigingen van Goes en
Noord-Beveland kwam, naar men ons mededeelt, als
candidaat voor het lidmaatschap der Prov. Staten in
aanmerking dr W. J. Vader, burgemeester van Wisse-
kerke.
Goes, 20 Nov. De heer M. Ramondt, surnu
merair ten postkantore alhier, is geslaagd als commies
4e klasse 'ojj dezen tak van dienBt.
Bjj de gisteren gehouden vergadering der Am
bachtsschool herdacht de Voorzitter, de beer Ocbtman,
de groote verdiensten van wylen dr. A. W. v. Campen
ten opzichte dezer school, die eigenljjk geheel en al
diens stichting is.
Zyne nagedachtenis zal ook hier steeds in eere
blyven.
De inkomsten over het afgeloopen jaar bedroegen
f 3253,50 en de uitgaven 2728, zoodat er een goed
slot is van ruim 524. De begrooting voor het a.s.
dienstjaar bedraagt in ontvang en uitgaaf ƒ3199,575.
De aftredende bestuursleden, de heeren G. v. d. Hoek,
W. de Buck en J. J. Ramondt werden herkozen.
Over 't algemeen is de toestand der school niet
ongunstig. Het aantal leerlingen neemt steeds toe,
zoodat het aantal van hen, die het jjzer leeren be
werken, vol is.
Men mag de school gelukwenschen, dat het bestuur
er in geslaagd is den bekwamen onderwyzer Palsen-
burg door eenige verhooging van jaarwedde voor de
school te behouden.
Ierseke, 20 Nov. De oesterverzendingen beginnen
gaandeweg in vollen gang te raken. Het getal oesters
uit de Oösterschelde, dat bereids in de consumptie
gebracht is, kan men gerust op 7 millioen stellen.
Jammer is het, dat er zooveel sterfte onder de eerste
soorten is geweest. Hoewel dit volstrekt geen vreemd
verschynsel is, was het dezen zomer toch bjjzonder erg
en niet onmogeljjk een gevolg van het ongunstige
weder gedurende de broedperiode. De sterfte wordt
op ongeveer 1/3 van den voorraad geschat. Het koude
weder was mede oorzaak van geringen groei. Van de
twjjfelaars hebben het slechts 30 ad 40 °/0 tot den
wasdom van le soort gebracht.
Vele bevoegden schatten den voorraad voor de con
sumptie op slechts de helft van die van het vorige
seizoen. Daarom te meer is het onbegrypelyk dat de
prjjzen zoo gedrukt worden. En niet alleen de kleinere
kweekers zjjn daarvan de schuld, de ondervinding
leert dat ook de groote meedoen, om den handel te
deprecieeren, niettegenstaande de voorraad dezen winter
middelmatig genoeg is om in het voorjaar gebrek aan
alle soorten te wachten.
De verwachting, dat de faciliteiten, welke de regeering
met de pachtbetalingen verleent, de onhandige con
currentie zouden verminderen, is ook al niet bewaarheid.
De geringe broedval van dezen zomer heeft den
handel in zaaigoed zeer verlevendigd, hetwelk den
zaadkweekers zeer ten goede komt. Er is de laatste
weken heel wat daarin omgegaan. De pryzen zyn tot
het viervoudige gestegen, want het zaaigoed, dat ver
leden jaar 1 waard was, geldt tbans tot 4 per
duizend. Ook de handel in aangeslagen pannen, waar
van er zoo weinig goede zyn, mag weer meegeteld
worden. Er werden er reeds tot ruim 40 per duizend
verkocht. Langen tyd hadden zy bjjna geen handels
waarde.
Benoemd tot ambtenaar ter Secretarie te Oost-
voorne, de heer R. Lourense, in geljjke betrekking
werkzaam alhier.
Stavenisse. Voor de vaceerende betrekking
van onderwyzer met hoofdacte aan de openb. lagere
echool alhier, jaarwedde 600, heeft zich geen enkele
sollicitant aangemeld.
Met ingang van 1 Dec. a.s. is benoemd tot
ambtenaar bjj de Staatsspoorwegen, station Vlissingen,
de heer Jak. Lukart alhier.
Zierilxzee, 19 Nov. De aanhef der wetten en
besluiten, die van morgen af door de Koningin-Regentes
geteekend zullen worden, zal luiden Wij Emma,
Koningin der Nederlanden, Regentes van het Koninkrijk.
Bjj Kon. besluit is, met ingang van 1 Jan., aan
G. S. Reehorst, op verzoek, eervol ontslag verleend
als leeraar aan de R. H. B. S. te Bergen-op-Zoom.
De voordracht voor onderwjjzer aan school 2 te
Wemeldinge bestaat in alphabetische volgorde uit de
heeren A. Arnoldi te Wilhelminadorp, N. van der
Hoeff te Goes, P. C. Maat te Hoedekenskerke en M. A.
Snjjder te Wilhelminadorp. Er waren 10 sollicitanten.
Den heer B. H. Esser, seder 1861 directeur van
het postkantoor te Vlissingen en thaus eervol uit die