benoemd de beeren Grenu en DeeB en de overige leden ala plaatsvervangers. Besloten werd om aan I. Poppe en Joz. Heyens grond in erfpacht af te staan tegen 8 Ct. per M2. en eveneens aan Standaert, tegen 5 gulden de M2., onder voorwaarde dat hy eene ruimte van 1,55 M. tusschen de Ned. Herv. Kerk en de te bouwen woningen zal laten. De af- en overschrijvingen werden ook goedgekeurd, maar toen hield de machine stil. De voorzitter deelde mede, dat het Dagelyksch bestuur het voornemen beeft weer eens een adresje van den Raad aan den Minister te zenden. In dat adresje zou men er op wijzen, dat bjj het leggen van het kanaal naar Gent en by den aanleg der vesting werken niet genoeg rekening is gehouden met den afvoer van vuil uit de gemeente en om nu verbetering in dien toestand te brengen, zou men de medewerking van het Rjjk wenschen, ten einde eenige sloten te rioleeren en in verbinding te brengen met de Oosthoek. De heer van IJsselsteyn vindt het natuurlijk zeer aardig, dat men hier beter voor de riolen wilt gaan zorgen, wie zou dat niet! maar toch, hij meende, dat hy, die straten aanlegt, ook maar zorgen moet voor bestrating en rioleering; dat was overal zoo. Hy die de grond verkocht voor bouwgrond, trok de voordeelen en de gemeente zou maar voor bestrating en rioleering mogen zorgen. Juist, zei de burgemeester, dat heb ik altijd gezegd. De gemeente moest de grond koopen en ze dan verkoopen, dat het voordeel afwerpt dat bewijst onze Heeregracht, eene buurt waar wij trotsch op mogen zyn en die aardig wat voordeel aan de gemeente heeft bezorgd. Maar bestaande toestanden veranderen, gaat moeilijk. Ja, zei de heer van IJsselsteyn, dat weet ik wel, ik wilde ook maar zorgen voor de toekomst en daarom in de bouwverordening opnemen, dat hy, die bouwt, voor straten en riolen zorgen moet. Doch daar kwam onze jurist met een waarschuwend woordje. Weten de heeren wel, zei Mr. Dronkers, weten de heeren wel, dat dit zoo eenvoudig niet is, en dat over dergelijke bepaling juist nu processen worden gevoerd in andere plaatsen. Daar zaten de heeren; de gezichten werden langer, want van pro- cedeeren daar moeten we heelemaal niks van hebben hier. De voorzitter vond de zaak ook ingewikkeld en beval de leden aan om de zaak te laten rusten en haar ernstig en grondig te bestudeeren en de heeren beloofden het. Of zij het doen kunnen en zullen? Naar ik hoor zyn er reeds verschillende leden die rechtsgeleerde werken hebben besteld, ten einde op de hoogte der zaak te komen! Eene plaats om puin te storten krijgen we voor eene vergoeding van 50 „cents per jaar en eene schadevergoeding van 25 aan den pachter van het gras. Een voorstel om een Nortonpomp te plaatsen op het Zandplein, ten einde goed drinkwater te krjjgen, werd aangenomen. De heer Visser wilde liever eene waterleiding door de geheele gemeente, ten einde overal goed water te kunnen leveren. De heer van IJsselsteyn vroeg hoe de raad er over zou denken om concessie te verleenen voor eene waterleiding, die haar water trekken zou van de Axelsche vlakte. En wat bleek nu? Dat waarlijk onze gemeente-bouwmeester reeds bezig is aan een- plan voor eene waterleiding. Wie had zoo iets durven denken! Verrukt en verwonderd besloten de leden dat plan af te wachten. Eenige adressen die niet tijdig genoeg waren ingekomen werden naar Burgem. en Weth. gerenvoyeerd. Verder deelde de burgemeester nog mede, dat het Dagelyksch Bestuur geen voorstel kon doen voor het stichten van een gebouw voor armen, die uit hunne woning waren gezet. Een dergelyk gebouw te zetten is bedenkelyk. Weldra zou het mogelijk zyn, dat het gebouw te klein was, om allen te herbergen, doch om nu de woning niet al te aanlokkend te maken, beeft men besloten een keet van stroo te bouwen en dan die te plaatsen buiten de gemeente, de menschen zyn dan toch van onder den blooten hemel! De verlichting langs den oostelyken kanaalarm gaf de heer Visser aanleiding te wijzen op den onvoldoenden toestand daarvan. De burgemeester beloofde met den ingenieur van den waterstaat daarover te spreken. Van ver lichting gesproken, de raad besloot nog tot het aankoopen voor de raadzaal, van de nieuwste con structie, van eene hanglamp. De kosten zyn 115; maar om meer licht in den Raad te brengen, vooral in figuurlijken zin, heb ik wel jaarlyks een paar kwartjes hoofdelijken omslag meer over, en ik geloot velen met my. Terneuzen, 27 Sept. De verkiezing van een lid der Provinciale Staten, noodig geworden door het vertrek van den heer Stevens uit Sas van Gent, ver oorzaakt heel wat beweging. Het is waar de uitslag iB niet bijzonder twijfelachtig. De R.-K. Kiesvereeniging heeft gesproken en den heer A. Moerdijk, secretaris en handelaar te Zuiddorpe als hareu candidaat gepro clameerd en de Anti-revolutionaire Kiesvereeniging heeft die candidatuur overgenomen. Daarmede zal wel het pleit zyn beslecht. Doch wat opmerkelijk is, is dat zoowel in het Roomsche kamp als in dat der anti revolutionairen er geen volkomen sympathie bestaat voor den candidaat.. Zelfs het hoofdorgaan der R.-K. partij in deze streken, de Scheldebode, wist niets beters te zeggen, dan dat de Kiesvereeniging het toch goed had gemeend en zy o, zoo flink is. Dit heeft evenwel niet belet, dat van de zijde van enkele Katholieken, de heer J. A. van Rompen alhier, cargadoor enz. als candidaat wordt aanbevolen, en van anti-revolutionaire zijde de heer P. Dregmans, notaris te Axel. Yan harte hopen wij, dat uit deze tweespalt tusschen de bond- genooten onderling, de liberale party voordeel mag trekken en zij haren candidaat Mr. H. M. G. Klok- kenburg kantonrechter alhier, mag zien verkozen. Gisteren middag is alhier dry vende in het kanaal gevonden het lyk van een onbekend manspersoon, naar gissing 25 jaar oud. Ongeveer 15 gld. en een zilveren horloge werd by hem gevondeD. Het lyk dat reeds in vergevorderden staat van ontbinding verkeerde, is naar de begraafplaats overgebracht. In de plaats van den heer D. Oggel, benoemd tot Bur gemeester te Axel, is door den gemeenteraad aldaar benoemd tot Wethouder, de heer P. Dregmans, notaris. Middelbnrg, 27 Sept. De tooneelvoorstellingen gedurende het a.s. seizoen in den schouwburg alhier te geven, zullen Donderdag 2 October een aanvang nemen, alsdan zal worden opgevoerd door het Neder- landsch Tooneel (afd. Rotterdam) directie Le Gras en Haspels: «Mulcatuli's Vorstenschool"den 8en Ootober door het gezelschap van de heeren Kreukniet, Bigot, Poolman en Blaaser van de Salon des Variétés te Amsterdam ten toonéele worden gebracht bet bekende tooneelspel van HenricIbsen, getiteld: «Spoken", terwjjl de zes abonnements-voorstellingen door het gezelschap van de heeren Alex. Faassen Co. te Rotterdam zullen worden geopend op 15 October, met de opvoering van »de Familie Kegge", uit de Camera Obscura van Hildebrandt. Zaterdag a.s. zal alhier als spreekster optreden mej. W. Drucker uit Amsterdam, over het volgende onderwerp: «De vrouw in staat en godsdienst." Cloes, 27 Sept. De heer A. Reitsma, kastelein in de Sociëteit »van Ongenuchten vry" alhier, is in gelyke betrekking benoemd in de Sociëteit «de Vergenoeging" te Middelburg. Wylen zyn voorganger aldaar, de heer Coppieters, was eveneens een Goesenaar. Voorzichtig bjj het uitkloppen van kleeren. Een huismoeder, dezer dagen bezig zijnde met het uitkloppen van kleederen, sloeg zich zoodoende met eene knoop in het oog, waardoor gevaar bestaat dat zy dit zal moeten missen. Langzamerhand komen bijna alle dorpen op ons eiland in het bezit van den telefoon. Nu weder Elle- woutsdyk, Driewegen en Ovezande. 't Is toch geen bewys van domperigheid, waarvan onze plattelanders wel eens worden beticht, dat de gemeenteraden gelden over hebben voor zulk een modern middel van gemeenschap. Ongekend groot is het aantal leerlingen aan de Burgeravondschool. Ruim 50 jongens volgen het onder wijs aan die inrichting, een aantal vroeger nooit bereikt. Benoemd tot onderwjjzer aan de Christelijke School alhier de heer A. Schmall van Voorburg. Het hoofd dier school, de heer J. C. Wirts, is met ingang van 1 Januari e.k. benoemd te Bedum. Nu is er alweer geen aluin in het brood. De leveranciers van bloem hebben die scheikundig doen onderzoeken, en hunne waar is zoo zuiver als bloem maar wezen kan. Wij twjjfelen daaraan volstrekt niet, maar meenen tevens, dat het bewys niet is geleverd, dat de voor een paar weken gebruikte bloem zuiver was. Het feitelijke geval zal wel ziju, dat door het vinden van aluin iu het brood door onze wakkere gezond heidscommissie, de tegenwoordig gebruikte bloem vry van aluin zal bevonden worden. De liberale partij behoeft zich niet te schamen over de door haar geleden nederlaag bij de jongste verkiezing. Terwjjl bij voorgaande verkiezingen de meerderheid der anti-revolutionaire candidaten bij de 400 stemmen bedroeg, bleek deze Donderdag slechts 80 te bedragen. Niemand heeft dus het recht deze party in ons kiesdistrict eene doode te noemen. En wie weet welke toekomst haar nog wacht! En die toekomst zal zeker minder donker zyn, ala de tegenwoordige beleidvolle bestuurders dier party aan het roer bljjven. St. Maartensdiy lc, 28 Sept. In de Vrjjdag gehouden vergadering van den gemeenteraad alhier is tot onderwjjzer met hoofdacte aau de openbare school benoemd de heer G. M. van den Eade, thans onderwjjzer te Breskens. Zieiriükscee, 27 Sept. De Vergadering van onder- wjjzers in het Arrondissement Zierikzee, heden in de zaal van Mej. de Wed. Kanaar gehouden, was niét druk bezocht. De nieuw-benoemde Arrondissements-Schoolopziener, de heer G. Kok Jr., in de vorige vergadering tot Voor zitter gekozen, leidde als zoodanig deze bjjeenkomst, welke hy opende met een passend woord. Na lezing der notulen, die onder dank voor de redactie werden gearresteerd, ging men over tot het behandelen der op de agenda voorkomende punten. De heer P. v. d. Have besprak het Zangonderwijs op de lagere school. Het doel van dit onderwjjs moet, volgens spreker, zjjn, de leerlingen zoover te brengen, dat ze van het blad een niet al te zwaar zangstukje kunnen zingendan alleen kan er van veredeling van den volkszang, waarover reeds zoolang en zooveel is geschreven en gesproken, sprake zyn. Dit doel werd op geen enkele lagere- of volkazangschool bereikt voor de invoering der methode Galin-Paris Chevé, gewoon- Ijjk Chevé- of cjjfermethode genoemd. Spreker, die op zijn school (School B) sedert eenige jaren met vrucht genoemde methode volgt, toonde op duidelijke wjjze, met vele voorbeelden aan, hoe de talrjjke moeiljjkbeden in het gewone of wetenschappelijke stelsel, als: de verschillende sleutels en toonschalen, de velerlei maten (Chevé onderscheidt er slechts drie), de verschillende waarde, die een zelfde noot kan voorstellen, in deze methode zoo goed als wegvallen, het ingewikkelde notenschrift wordt vereenvoudigd, hoe elk teeken slechts één zaak voorstelt. Na alzoo het nut der methode te hebben aangetoond, besprak inleider het ontstaan en de invoering dezer nieuwigheid, die natuurljjk niet zonder tegenstand plaats had, om te eindigen met te wjjzen op de frappante resultaten, die in Frankrjjk en Engeland, maar ook in ons land worden verkregen. De heeren Adama van Saheltema en Dan. de Lange voerden de Chevé-methode hier in. Op alle lagere scholen en volkszangscholen wordt op cjjfers gezongen; in Den Haag en Rotterdam volgt men dit voorbeeld. De Voorzitter dankte den heer v. d. Have voor zjjne aangename en leerzame voordracht. Na de pauze werd nog gelegenheid gegeven tot het doen van opmerkingen en het stellen van vragen naar aanleiding van het behandelde punt, waarvan ruim gebruik werd gemaakt. Toen toonde de heer v. d. Have nog op verzoek op wiskunstige wjjze aan, dat het transpositie-stelsel, waarop de Chevé-methode berust, beter, zuiverder moet zyn, dan het stelsel der vaste toonhoogte. Naar aanleiding van bet in de vorige vergadering besprokene over het oprichten van een cursus tot opleiding als bevoegd onderwjjzer in het verplichte leervak, gymnastiek, kwam men nu overeen: in elk der afdeelingen door onderlinge besprekingen aan de hand van een zelfde handleiding, waarvoor wordt aangewezen het werkje van Labberté en van Disse zich in de vrjje- en ordeoefeningen te bekwamen, tot dat van regeeringswege een programma is opgemaakt en tot het oprichten van gymnastiek-cursussen kan worden overgegaan. Het voorstel, door den heer Hubregtse in de vorige vergadering gedaan, den Minister te verzoeken om de rijkssubsidie tot aanvulling der bibliotheek te mogen besteden voor de opleiding tot gymnastiekonderwjjzer, werd nogmaals bekeken, maar op advies van den Voorzitter en den heer Oosterman, verworpen. Het tweede punt ter bespreking, waarvoor als inleider de beer Ousterman was aangewezen, moest tot de volgende vergaderiug, die gehouden zal worden op 20 Dec. e.k., worden uitgesteld. Om een volgende maal >De Kunst van Lezen" te behandelen, gaf zich aan de heer M. J. Waale. Het voorstel om een rooster te maken voor het leveren van een lezing op de jaarlyksche algemeene vergadering werd aangenomen. Daarop komt du voor: voor het volgend jaar Zierikzee, vervolgens Duiveland, dan Oosteljjk Schouwen en eindelyk Westeljjk Schouwen. Hierna sloot de Voorzitter deze by een komst. Geslaagd bjj het examen ter verkrjjging van acte teekenen lager onderwjjs de heer L. v. d. Have van Zierikzee. Te Renesse overleed Donderdag onverwachts de heer J. Hoogenboom Bz., in leven burgemeester van Renesse, Noordwelle en Serooskerke, Hoofd-Ingeland van Schouwen en lid der Provinciale Staten. Hy was een van de weinige leden dier staten, welke onafge broken sedert de reorganisatie van dit lichaam daarin zitting hadden. Als burgemeester had hjj zich de algemeene achting zjjner gemeentenaren verworven, terwjjl zjjne bereidvaardigheid om te helpen menig maal het leed der armen verzachtte. Zijn heengaan wordt te Renesse algemeen betreurd. Zierikzee, 29 Sept. Naar wjj vernemen zal op 10 Oct. a.s. in de Concertzaal eene voorstelling gegeven worden door het gezelschap onder directie van de H.H. Kreukniet, Bigot, Poolman Blaaser. Een nieuw tooneel spel, «Spoken", zal alsdan opgevoerd worden. De Amsterd. van 7 dezer zegt van dit stuk het volgende: De directie van den >Salon" heeft >Spoken" van Ibsen aangedurfd. Ik zeg aangedurfd, omdat een vertooning van dit tooneelspel zware en hooge eischen aan de artisten stelt. Voor de leiders der aboDne- meotsvoorstellingen van het vorige winterseizoen zou het zeker een zware taak zyn geweest de vertooning te doen slagen, hoeveel te meer voor de artisten van den Salon". Het zal menigeen wel bekend zjjn dat Ibsen in >Spoken" als hoofdgedachte heeft neer gelegd, dat de uitspattingen der ouders aan de kinderen gewroken worden. Mevr. Alving wordt voorgesteld door Mevr. Rössing-Sablairolles en deze is ongetwyfeld volkomen overtuigd dat eene zware taak op hare schouders rust. M. i. liet zy dit echter bjj de eerste voorstelling reeds in den beginne te veel bljjken. Den heer Smith zeg ik hetzelfde. Toch moet ik getuigen dat zoowel mevrouw Róssing als bjj een zeer ernstige studie van het stuk hebben ge maakt. Ik breng de beide artisten hulde voor hun Btreven. Naast mevr. Alving en haar zoon treden twee personen op, wier karakterteekening mede studie vereischt. De predikant Manders toch, voor te stellen, eischt van een artist een veelzjjdig talent. De heer v. Kujjk voldeed in vele opzichten. Wie in zjjn rol het meest past, dat is de heer Blaaser als Engstrand. De huichelende gemeenheid, zoo duideljjk voor den onpartydige, zoo bedriegeljjk voor den kort- zinnige, werd goed weergegeven. Het decoratief is in verband met de beschikbare ruimte zeer te roemen. Over het algemeen acht ik een voorstelling van «Spoken" in den Salon een bezoek zeer waard. Naar wjj van zekere zjjde vernemen, is de Provinciale Bond van r.-k. kiesvereenigingen in Noord- Brabant geconstitueerd, en hebben zich alle Noord- brabantsche kiesvereenigingen daarbjj aangesloten. Voorts is door het bestuur van dezen Bond eene uit- noodiging gericht aan de leden der Tweede Kamer, welke in Noordbrabantsche districten gekozen worden, tot bijwoning van eene vergadering, welke den 13den October te 's Hertogenbosch zal gehouden worden. De toestand van Z. M. den koning bljjft, naar gemeld wordt, over het geheel genomen, steeds bevredigend. Alleen begint zich meer behoefte aan rust te openbaren. Ook schjjnt in de laatste dagen de eetlust minder goed te zyn. De Zutph Courant deelt mede, dat, in verband met de overneming der Nederlandsche Rijnspoorweg maatschappij, bjj de Staatsspoorwegen het inspectie bureau te Groningen naar Zwolle, en dat van Zutfen naar Arnhem worden verplaatst; het inspectiebureau te Venloo wordt opgeheven en grootendeels bjj dat van Breda ingedeeld. Subsidie voor byzonder onderwjjs! De som door den Minister van Binnenlandsche Zaken aangevraagd, om aan bjjzondeze scholen voor 1891 de bjj de wet bedoelde Bubsidie te kunnen uit betalen, is door hem geraamd op 750,000. Dit bedrag is echter slechts een globale som. Immers de regeering heeft nog alleen opgaaf ontvangen van de scholen, welker besturen hun aanvragen hebben ingezonden, en daarnaar is de raming berekend. Hierbjj is echter nog buiten beantwoording gelaten of elk der scholen voldoet aan de eischen, door de wet voor het genot eener bjjdrage gesteld. De wet laat dit over aan de beslissing van Ged. Staten, met beroep op de Regeering. Het kan dus zyn, dat onder de voorloopige opgaaf scholen voorkomen, die geen recht hebben op een bjjdrage, of niet tot het uitgetrokken bedrag. Aanbestedingen, Verkoopingen, enz. ZieriUwseo, 29 Sept. Heden werd ten Raadhuize alhier aanbesteedhet leveren van steenkolen ten behoeve van enkele gemeente-inrichtiDgen. Aannemer is geworden de heer A. Flikweert voor 74'/* cent per hectoliter. KERKNIEUWS. Sir jtinslaiitl. Door den kerkeraad is tot pred. beroepen de heer Van den Broek, candidaat tot den heiligen dienst bjj het provinciaal kerkbestuur van Utrecht. Ingezonden Stukkeu. Mijnbeer de Redacteur! Vergun mij een plaatsje in Uw blad naar aanleiding van eene circulaire der anti-revolutionaire kiesvereenigingen Brouwershaven, Bruinisse en Zierikzee. In die circulaire wordt toch misbrnik gemaakt van de woorden «Christen", «Christelijk" en «Jezus Christus" en daartegen voegt een enkel woord van protest. Er wordt gesproken van «den Christen-Staatsman Keuchenius" en van «ons Christelijk gezind Ministerie". Als wij bij de oppervlakte en bij namen blijven stilstaan bestaat de groote menigte der Nederlanders uit Christenen en de minderheid uit Israëlieten, en is dus ieder Ministerie waarin geen Israëlieten zitting hebben een Christelijk Ministerie en is iedere Staatsman die geen Jood is, een Christen-Staatsman. Noemt men de woorden «Christen" en «Christelijk" minder oppervlakkig, maar in hunne volle beteekenis dan bestaat er geen enkel Christelijk Ministerie en kan en zal dit nooit bestaan; dan kunnen en zullen er evenmin ooit Christen-Staatslieden zijn. Het rijk van Christus is toch kortweg niet van deze wereld Hoe kan een Minister van Oorlog een Christen zijn, een belijder van hem die zeide: Wederstaat den booze niet? Christelijke officieren en soldaten zijn op dit standpunt even belachelijk als Christelijke oorlogen Hoe kan een Minister van Fininciën een Cristen zijn, een belijder van Hem die ontkende dat gelddienst en godsdienst kan samengaan? Van Christelijk geld te spreken klinkt even dwaas, als te spreken van Christelijke bankiers en Christelijke effectenhandelaars! Christendom en rijkdom sluiten elkander als zoodanig kortweg uit. Daarom bestaan er ook geen Christelijke notarissen en kunnen deze niet bestaan. Het geheele notariaat behoort, om in de taal van het Nieuwe Testament te spreken, tot het rijk van den Anti-Christ. Jezus Christus zeide«zorgt niet voor den dag van morgen", en otarissen leven van de bezorgdheid voor de toekomst. Hij zeide«Verzamelt U geen schatten op aarde", en de notar'ssen kunnen alleen bestaan wanneer men aan dat woord geen gehoor geeft. Wordt nu van den heer Waij getuigd dat hij «een door «en door kundig man in vele zaken vooral ook in «finantiëele zaken is" dan kan en zal dit zeker wel waarheid zijn; maar omvaar zijn stellig de woorden: «en «die zich nergens de belijdenis schaamt van Jezus Christus". Als toch, om met den anti-revolutionairen Minister De Savornin Lohman te sprekenbelijden, beloven isdan zijn de uren die een notaris op zijn kantoor doorleeft een doorloopende verloochening van Jezus Christus tenzij men onder «belijdenis" eenvoudig «belijdenis der lippen" te verstaan hebben waarmede geheel het leven gerust in strijd mag zijn. Het naam-Christendom zegt niets het ware Christendom zegt alles. Het laatste is nergens te zien en bij niemand te vinden, al is het ook een ideaal waarnaar ieder kan streven. Ongepast is het daarom van de anti revolutionaire partij en van eene anti-revolutionaire kies vereeniging om te doen alsof zy het ideaal al bereikt heeft en alsof hare candidaten bij uitsiuiting van anderen, alleen Christenen zijn. Dat zijn niets anders dan Christelijke praatjes, die even min gaatjes vullen als de onchristelijke. Onder daukzegging voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, Uw Dw. Dienaar, J. A. HELPER SESBRUGGER. Zierikzee, 29 September 1890. Aan het Nederlandsche volk. Landgenooten De Staatsbegrooting voor het jaar 4891 is ingediend. Meer dan Dertig Millioen worden voor 's Lands defensie aangevraagd. Wordt deze begrooting aangenomen, dan zijn ongeveer Honderd Millioen Gulden toegestaan voor de verdediging des vaderlands, nadat in het openbaar is bewezen, dat wij om zoo te zeggen weerloos zijn. Na de uitgave van die Honderd Millioen Gulden zullen wij weerloos blijven, tenzij men besluite meer ingrijpende hervormingen in te voeren, en dit ongeacht of de tiieuive legcrivet al of niet wordt aangenomen. Thans mogen wij aannemen, dat het der Regeering aan den wil ontbreekt net bestaande te veranderen. Jaren lang toch berustte zij in den huidigen toestand, hoewel duidelijk is aangetoond, dat de onafhankelijkheid des volks hierbij elk oogenblik gevaar kan loopen. Hoe menigmaal heb ik o.a. voorgesteld aan te geven, hoe alles veranderd kan worden en hoe onze onafhankelijk heid kan worden verzekerd, zonder dat dit tot meerdere uitgaven zou leiden. Nooit werd van mijn aanbod gebruilc gemaakt. Op verzoek van een der leden van de Regeering diende ik, nu ruim een jaar geleden, eene memorie in, waarin ik verschillende noodzakelijke verbeteringen aangaf, doch ook dit hielp niet, alles bleef ongeveer het oude. Ik wacht zelfs nog op het bericht, dat men mijne memorie ontvangen heeft. Even als de Regeering nam ook de meerderheid der volksvertegenwoordiging genoegen met het bestaande. Zy weigerde aan te dringen op verbetering in den toestand onzer weermiddelen en wilde dit zelfs geen punt van ernstige bespreking doen uitmaken. Reeds meermalen besprak ik met eenige van de kundigste officieren de veranderingen, die ik zou wenschen aangebracht te zien, en, zooals ik ook in een van mijne requesten aan de Tweede Kamer zeide, die deskundigen zijn overtuigd van de juistheid van mijne zienswijze. Maar hoe den toestand te veranderen? slechts één weg bleef open. In overeenstem ming met hen besloot ik een beroep te doen op Z. M. den Koning, en Hem in kennis te stellen met het gevaar dat onze onafhankelijkheid dreigt. Ik begaf mij naar het Loo om eene audiëntie te vragen. Ik zou den Koning zelf overtuigen van het gevaarvolle van onzen toestand, en het zou mij mogelijk zijn tegenover den Koning nog heel wat andere argumenten te gebruiken, dan ik in het openbaar heb kunnen of mogen bezigen. Daarenboven wilde ik duidelijk aangeven, hoe alles veranderd kan worden en zou hiertoe een zeer gedetailleerd plan hebben overgelegd. Op het Loo werd ik ontvangen door den Adjudant van dienst, den Kapitein der Artillerie Baron Sirtema van Grovestins. In zijn hoedanigheid van Adjudant van dienst, deelde deze heer mij mede, dat de gezondheidstoestand van Z M. den Koning var. dien aard is, dat hy weigeren moest zelfs mijn verzoek om audiëntie aan den Koning over te brengen. Na eenigen tijd met den heer Sirtema van Grovestins hierover gesproken te hebben, verliet ik het Loo, nadat mij beloofd was, dat, mocht er eenige wijziging ten goede komen in den gezondheidstoestand des Konings, men Z. M. met mijn verzoek zou in kennis stellen. De treurige indruk, dien dit bezoek op het Loo op mij maakte, is begrijpelijk. De gezondheidstoestand van den regeerenden Vorst bleek van dien aard te zijn, dat men zelfs moest weigeren een verzoek om audiëntie over te brengen van iemand, die den Koning wenschte te spreken over zaken, de hoogste belangen van den Staat rakende. Met den gezondheidstoestand des Konings, den Opper bevelhebber van Zee- en Landmacht, die, volgens de Grondwet, verdragen sluit en bekrachtigt met vreemde Mogendheden «van welker inhoud alleen wordt kennis gegeven aan de beide Kamers der Staten-Generaal, zoodra Hij oordeelt, dat het belang van den Staat dit toelaat", die beslist over oorlog en vrede, enz., was het zóó treurig gesteld, en de Natie werd hiervan onkundig gehouden? Ik besloot alles nauwkeurig te onderzoeken, daar ik meende hierin alweder eene verklaring gevonden te hebben van het feit, dat ons onafhankelijk volksbestaan gevaar blijft loopen, niettegenstaande de groote offers die de natie zich voor het behoud van hare onafhankelijkheid getroost. Wat dit onderzoek mij leerde is schier ongeloofelijk. Ik had niet gedacht, dat toestanden, zooals ik ze vond, op het einde der negentiende eeuw, mogelijk zouden zijn. Het komt mij werkelijk onverantwoordefijk voor, dat het volk niet met de geheele waarheid wordt bekend gemaakt. Daar dit echter van Regeeringswege niet geschiedt, zoo acht ik het mijn plicht mijne landgenooten in kennis te stellen met den waren toestand. De Koning wordt afgescheiden gehouden van de geheele wereld; niemand, behalve enkele personen, die met den dienst zijn belast, worden bij Hem toegelaten, en de personen, die toegang tot Hem hebben, weten vooraf waarover zij mogen spreken en waarover zij moeten zwijgen. De ver zoeken van personen, die den Koning wenschen te spreken, worden niet overgebracht, zelfs niet al betreft dit de ge wichtigste belangen van den Staat. Brieven of stukken den Koning toegezonden komen niet in zijne handen, zij worden achtergehouden. De Koning krijgt alleen datgene te hooren en te wetenwat de Regeering en Zijne omgeving goeddunkt. Hoe streng dit isolement wordt toegepast, kan uit het volgende blijken. Gedurende de laatste jaren is door alle dagbladen in Nederland onze defensie druk be sproken. Telkens kwam men er op terug, deze schreef in eenen, gene in anderen zin, maar de zaak bleef steeds aan de orde. Welnutot op het huidige oogenblik weet Z. M. de Koning niet, dat er eenige quaestie hieromtrent be staat. Het is Hem geheel onbekenddat ooit eenige aan merking werd gemaakt op het beleid van den Minister van Oorlog. De gevolgen van eene dergelijke afsluiting van de wereld zijn duidelijk. Hoe is het voor een Vorst mogelijk te regeeren, als men den toegang weigert aan iedereen, die Hem inlichtingen zou kunnen gevenwanneer geen brieven of stukken tot Hem komen, zelfs niet die, welke betrekking hebben op de gewichtigste staatsbelangenwanneer Hij niet door de organen der publieke opinie op de hoogte wordt gehouden van wat er in de wereld en in zijn koninkrijk omgaat Twee onderstellingen zijn in deze slechts mogelijk, óf wel Z. M. de Koning wordt tegen zijn zin gevangen gehouden, en dit komt mij niet waarschijnlijk voor, óf wel de Koning is werkelijk niet in staat iemand te ontvangen en zich met hem over gewichtige zaken bezig te houden; Hij is niet meer in staat brieven en stukken te lezen en te beoordeelen de staat van zijne gezondheid is van dien aard, dat zelfs couranten Hem onthouden moeten wordeu. Maar in dit geval is de Koning zeker «buiten staat de regeering waar te nemen", de Minister verzuimde dan de plicht hem door Art. 38 der Grondwet opgelegd. Het eerste lid van Art. 38 van de Grondwet luidt als volgt: «Het Koninklijk gezag wordt mede aan een Regent op gedragen ingeval de Koning buiten staat geraakt de Regeering waar te nemen." In Art. 3 van de Wet op de verantwoordelijkheid van de Hoofden der Ministerieele Departementen lezen wij «Strafbaar zijn de Hoofden der Ministerieele Departe menten die nalaten uitvoering te geven of te doen geven aan de voorschriften der Grondwet enz. f) die, ook zonder opzet, de uitvoering, onder litt. c om schreven, grovelijk verzuimen." Bestaan deze wetten nog of niet? zoo zij bestaan, waarom worden zij dan niet toegepast? Deze vraag moet zoo spoedig mogelijk opgelost worden; niet alleen de onafhankelijkheid, maar ook de eer van het Nederlandsche volk is daarmede gemoeid. Amsterdam, 24 September 4890. HENRY TINDAL. 334° Staats-Loterij. Collecten uit het Se district van Zeeland* 5e Klasse, 8e Lijst. No. 2531 prijs van <100. 2650 eOO: Prijzen van 20* 2508 2612 4817 5380 7714 13314 2513 2644 4829 5427 8705 14022 2516 2674 5164 7591 12756 20183 Nieten. 877 2600 5157 5443 7537 12731 14099 2502 3122 5341 5452 7553 12733 20140 2548 3134 5351 5468 7576 12751 20151 2552 3136 5357 5486 7587 14011 20154 2556 4848 5379 7521 7625 14020 20180 2529 5154 5435 7534 7630 14090 20453 Burgerlijke Stand van Zierikzee. geboren: 48 Sept. Eene dochter van J. A. Gillesse en W. van 'tNoordende. 19 dito. Eene dochter van J. van Steijn en A. Barendse. Een zoon van L. Tuinman en J. Vlaander. 20 dito. Een zoon van L. Bij de Vaate en L. Boot. 22 dito. Eene dochter van J. Kloet en L. de Jonge. 24 dito. Eene dochter van C. Stoel en A. P. Schilperoort. Een zoon van H. van den Ende en L. Timmermans. gehuwd: 24 Sept. A. van Poelje, 59 j., wednr. en M, Fonteine, 65 j., weduwe. overleden: 25 Sept. J. Baams, 79 j., weduwe van C. Wisse. T E L E G R A M M E IV» Rotterdam, 29 Sept. Tarwe pryshoudend met redelyken aanvoer, beste 8,50 k f 9,25; mindere 8 k 6,25. Rojfif® pryshoudend, beste 6 a 6,25, zaaisoort daarboven; mindere 5,75 a. 4,75. Winter-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1890 | | pagina 2